Leidraad winter 2012

Page 1

winter 2012/2013

Magazine van de Universiteit Leiden

‘Europa is een uniek project’ Prins Constantijn

Wetenschap en Europa Samenwerking loont Leidse bloei Viering Dies voor alumni Eerst Europeaan, dan Nederlander Alumni over Europa als speelveld


winter 2012/2013

Magazine van de Universiteit Leiden

06

14

04 Over de grens 05 Editorial 06 ‘Ik

heb altijd gedacht dat ik in Europa wilde werken’

Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Constantijn der Nederlanden, alumnus Rechten, aan het woord over Europa en zijn werk voor het Kabinet van Eurocommissaris Neelie Kroes.

11 Faculteitsnieuws – Geneeskunde/LUMC 12 Algemeen Nieuws 14 Wetenschap

en Europa hebben elkaar nodig

Binnen de academische wereld loont Europese samenwerking steeds meer. Dankzij subsidiegelden uit Brussel groeit en bloeit de wetenschap.

18 Faculteitsnieuws – Campus Den Haag 19 Faculteitsnieuws – Archeologie

24

20 ‘Er

komt altijd een oplossing’

Stevenen we af op het uiteenvallen van Europa of komt er ter elfde ure nog redding? Hans van Baalen en Robert Fisher buigen zich over die vraag.

23 Faculteitsnieuws – Wiskunde en Natuurwetenschappen 24 De

blik gericht op Europa

Veel Leidse opleidingen en instituten hebben de blik ferm op Europa gericht. Vier ervaringsdeskundigen vertellen hoe zij dit vormgeven.

28 Column 29 Faculteitsnieuws – Sociale Wetenschappen 30 Faculteitsnieuws – Geesteswetenschappen 31 Spotlight – prof.dr. Alexander Lubotsky, taalkundige 32 Europese

samenwerking redt levens

Wat in 1967 in Leiden begon als een “uit de hand gelopen studie” is uitgegroeid tot een organisatie die jaarlijks vele duizenden levens redt. Twee directeuren vertellen het verhaal van Eurotransplant.

35 Faculteitsnieuws – Rechtsgeleerdheid

2 leidraad


colofon

32 36

36 Leidraad is een uitgave van de directie Strategisch

36 Eerst

Europeaan, dan Nederlander

Eenmaal gevallen voor Europa lijkt er geen weg terug. Alumni Ludolf van Hasselt, Ellen de Kreij, Maurits Lugard en Sophie in ’t Veld vertellen over Europa als speelveld, toekomst en thuis.

43 Verenigingsnieuws 44 Leidse

bloei – programma Dies voor alumni Op zaterdag 9 februari 2013 vindt de Dies voor alumni plaats. De viering gaat vergezeld van een programma met lezingen, een workshop overtuigen en een juniorprogramma.

49 Inspiratie 50 LUF voor alumni 51 LUF Nieuws 52 Liefst naar Leiden

Communicatie & Marketing / Alumni Office van de Universiteit Leiden. Het blad is kosteloos voor de alumnus (zie www.alumni.leidenuniv.nl). Een abonnement is op aanvraag beschikbaar voor andere belangstellenden. Uitgever Universiteit Leiden, Renée Merkx, directeur Strategische Communicatie & Marketing Hoofdredacteur Yoeri Albrecht Bladmanager Karen Jochems Basisvormgeving/Art Direction Van Lennep Eindredactie Beatrijs Bonarius, Wim Don Fotografie en illustraties Rhonald Blommestijn, Hollandse Hoogte, Marc de Haan, Frank de Ruiter, Martijn de Vries Medewerkers aan dit nummer Beatrijs Bonarius, Edith van Gameren, Lousewies van der Laan, Karina Meerman, Hugo Schalkers, Ruud Slierings, Annette Zeelenberg Universiteit Leiden, development office Hanneke Wiessing, alumni officer (contactpersoon) Rapenburg 70, 2311 EZ Leiden tel. 071 527 32 37 Hj.Wiessing@bb.leidenuniv.nl LinkedIn Groep: Alumni van de Universiteit Leiden Website www.alumni.leidenuniv.nl Twitter: @leidenalumni Oplage 58.000 Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen, foto’s en illustraties uit Leidraad is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Universiteit Leiden noch Albrecht Media kan aansprakelijk gesteld worden voor eventuele zet- of drukfouten.

leidraad 3


over de grens

25 jaar grensverleggend Al 25 jaar verrijkt het Erasmusprogramma het leven van tal van studenten door hen in staat te stellen letterlijk ‘over de grens’ te kijken. Sinds 1987 biedt het Erasmusprogramma van de Europese Unie studenten de mogelijkheid om in het buitenland te stude­

ren. Het programma is een enorm succes geble­ ken: bijna drie miljoen studenten hebben dankzij een Erasmusbeurs korte of langere tijd waarde­ volle buitenlandervaring kunnen opdoen. Sinds 2007 maakt het programma onderdeel uit van het Lifelong Learning Programme, waardoor er ook voor docenten uitwisselings­mogelijkheden zijn ontstaan. Ook de Universiteit Leiden is aangesloten bij het Erasmusnetwerk van universiteiten en hogescho­ len. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zijn veruit de populairste bestemmingslanden onder de huidige Leidse studenten. Het reislustigst zijn studenten Geesteswetenschappen, gevolgd door rechtenstudenten. Gemiddeld duurt een verblijf in het buitenland ruim vier maanden en het merendeel van de studenten kiest ervoor om buitenlandervaring op te doen tijdens de ba­ chelorfase. Dat Leiden ook in het buitenland een goede reputatie geniet, is terug te zien in het aantal Erasmusstudenten dat zich jaarlijks hier meldt: 288. Met name de faculteiten Geesteswetenschap­ pen, Sociale Wetenschappen en Rechten kunnen rekenen op grote belang­stelling. Meer informatie: www.buitenland.leidenuniv.nl, www.nuffic.nl en op Facebook (Studeren in het buitenland Universiteit Leiden).

4 leidraad


editorial

Er waait een kille wind door Europa. De financiële crisis stelt de collegialiteit van de eurolanden stevig op de proef. Het lijkt soms alsof alleen de dreiging van nog groter onheil de Unie bijeen houdt. Hoe anders is dat in de academische wereld, waar wetenschappers juist alle mogelijkheden aangrijpen om samen te werken, vooral op Europees niveau. ‘Door Europese samenwerking ontstaan juist bijzondere combinaties van disciplines en worden nieuwe onderzoeksgebieden ontwikkeld’, aldus Jacqueline Ton in deze Leidraad. Zij begeleidt vanuit het LUMC wetenschappers bij samenwerking en subsidieaanvragen. Die innovatie in wetenschap en in industrie heeft Europa de komende jaren hard nodig, om haar concurrentiepositie op de wereldmarkt te versterken en om maatschappelijke vraagstukken zoals vergrijzing en veiligheid op te lossen.

Paul van der Heijden Rector Magnificus en Voorzitter van het College van Bestuur Universiteit Leiden

Nieuwe digitale technologieën spelen hierin ongetwijfeld een grote rol. Met de Digitale Agenda richt Europa haar aandacht hierop, met als doel duurzame economische groei te creëren. Z.K.H. Prins Constantijn der Nederlanden bekleedt een sleutelpositie in dit Europese initiatief. In dit nummer van Leidraad vertelt hij meer over de digitale doelstellingen van Europa en hoe zij het leven van alle burgers zullen raken. Prins Constantijn is bij lange na niet de enige Leidse alumnus die Europa als speelveld heeft. Onze afgestudeerden hebben op allerlei manieren sterke banden met Europa, of ze nu werken als Europarlementariër, bij de Europese Commissie, bij een multinational of bij een onderzoeksinstituut. Steeds meer Leidse opleidingen richten dan ook hun blik op Europa en bieden studenten de mogelijkheid om fysiek of via het curriculum kennis op te doen buiten de landsgrenzen. In deze Leidraad leest u in verschillende artikelen meer daarover. Je blik verbreden is juist in deze dynamische tijden een nuttige zaak. Ook ik ga dat doen, met een sabbatical dat na de viering van de dies natalis van de Universiteit in februari ingaat. Vanaf deze plaats wil ik u hartelijk danken voor uw belangstelling voor uw alma mater en wil ik u het allerbeste wensen voor de toekomst. Met ingang van volgend jaar treft u hier mijn opvolger als Rector magnificus en voorzitter van het College van Bestuur, prof.dr. Carel Stolker. <

leidraad 5


interview

‘ Ik heb altijd gedacht dat ik in Europa wilde >>

6 leidraad


interview

Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Constantijn der Nederlanden studeerde Rechten in Leiden en werkt tegenwoordig “in Europa”, voor het Kabinet van Eurocommissaris Neelie Kroes. ‘We helpen kaders te scheppen om ICTondernemerschap te ondersteunen, maar ook bijvoorbeeld ICT in de zorg en in de elektronische overheid te bevorderen.’ Tekst: Yoeri Albrecht Beeld: Martijn de Vries

Prins Constantijn (1969) werkt in een Spartaans aandoend kantoor, hoog in het Berlaymontgebouw aan het Schumanplein in Brussel. Maar mét

een mooi uitzicht over de stad. Dit is het kloppende bestuurlijke hart van de Europese Unie, die meer dan 500 miljoen burgers telt. Constantijn van Oranje kwam in 1988 in Leiden aan. Hij ging Rechten studeren. Hij spreekt beheerst en vrijwel voortdurend met een licht ironische toon. ‘Rechten, inderdaad. Ik dacht dat dat een manier was om met een zekere afstandelijkheid naar de dingen te kijken en te leren analyseren. Ik dacht dat ik behoefte daaraan had’, voegt hij er met zelfspot aan toe. Waarom dacht u dat?

‘Ik wilde leren zaken van beide kanten te bekijken en had behoefte aan inhoudelijke distantie. Achteraf bedenk ik me, dat ik die toen waarschijnlijk al had. Maar ik had zelf meer het idee dat ik een opvliegend mannetje was. Ik had bewondering voor mensen met een zekere rust, mensen die zaken van twee kanten kunnen bekijken. En het is wel zo dat je dat bij Rechten leert. Je leert kaders te stellen en je problemen te toetsen.’ De studie had dus ook een andere kunnen zijn?

werken’

‘Ik had geen idee van een latere beroepskeuze. Mijn vader hamerde erop dat ik iets creatiefs moest doen, zoals industrieel ontwerp. Rechten vond hij saai, daarvoor had je geen talent nodig – daarom ook had hij het afgemaakt, voegde hij eraan toe. Mijn afweging was tussen Geschiedenis, Economie en Rechten. Geschiedenis is inhoudelijk leuk en ik had er goeie cijfers voor op school.’ leidraad 7


interview

Waarom geen creatieve opleiding? Kennelijk zag uw vader daar wel wat in.

‘Dat zag ik meer als een goede hobby. Ik had meer engagement voor de publieke zaak, dus dacht ik dat ik dat eerder zou kunnen waarmaken vanuit de bestuurlijke kant dan vanuit een artistiek vak. Ondertussen zie ik wel dat je als kunstenaar juist ook maatschappelijk kunt agenderen en activistisch kunt zijn.’ Hebt u bewust voor Leiden als studentenstad gekozen?

‘Ik wilde inderdaad in een echte studentenstad studeren. Dat hoefde niet per definitie Leiden te zijn. De studiekeuze was leidend. Toen ik voor Rechten had gekozen, heb ik ook nog naar Utrecht gekeken. Maar daar kwam ik vandaan en Leiden was nieuw voor mij. Daarbij had Utrecht een ongemengd studentencorps, dat sprak mij niet aan. Want ik wilde wel lid worden van het corps. Al lag ook dat absoluut niet vast. Ook daar heeft mijn vader altijd vrij kritisch naar gekeken. Hij zag het corps als confor-

‘Europa blijft een uniek project dat stabiliteit en welvaart weet te verspreiden over het continent’ mistisch. Hij had natuurlijk zijn eigen ervaringen uit zijn jeugd met de Duitse studentenverenigingen. Hij wilde als student niet bij zo’n duellerende vereniging. Achteraf gezien is het inderdaad wel opvallend om te zien hoe veel diverser en boeiender de mensen die ik uit Leiden ken, na hun studie blijken te zijn. Later laten we meer van onszelf zien dan we ooit al brallend aan de tap deden. In die zin heeft mijn vader wel gelijk gehad, al had ik mijn corpstijd nooit willen missen.’ Hoe beviel de studie Rechten, met de zogenaamde wijsheid achteraf?

‘De eerste twee jaren van de studie zijn inhoudelijk gemiste jaren, louter gericht op het opdoen en reproduceren van basiskennis. Niks redeneren en deduceren. Ik haalde mijn eerste jaar ondanks dat ik bijna drie maanden de ziekte van Pfeiffer had en iedere avond op sociëteit was. Zo moeilijk kan het dus niet zijn geweest. Je gaat pas laat in de studie zelf schrijven en nadenken. Het is ongelofelijk dat je pas na twee jaar eindelijk professoren te spreken kreeg. Toen werd het boeiender. Maar als ik de rechtenstudie vergelijk met mijn jaar op INSEAD (de businessschool in Fontainebleau, red.) dan werd daar veel meer van de studenten gevraagd. Maar ook de 8 leidraad

studenten vroegen veel meer van hun docenten. In de latere jaren van de studie Rechten zaten wel veel vakken die ik leuk vond, Strafrecht bijvoorbeeld. In het strafrecht moet je de woorden bijna op een taalfilosofische wijze wegen. Dat spreekt mij aan. Als iets bewust wederrechtelijk is, dan kun je je afvragen of het begrip “bewust” zich op het wederrechtelijke richt of op de eigenlijke daad. Dat kan juridisch gesproken een groot verschil zijn. Dat abstracte niveau van denken staat vaak los van het primaire rechtsgevoel en die tegenstelling kan interessant zijn. Ook Anglo-American law sprak me aan vanwege de verbreding. Inzichten in het Anglo-Amerikaanse hielpen me de grondslagen van het Nederlands recht beter begrijpen. Toen de practica begonnen, vond ik de studie écht interessant worden. Daar moest je zelf schrijven en onderzoeken. Daarvoor was ik toch vaak minimaal bezig: in zo min mogelijk tijd zo efficiënt mogelijk vakken halen. Pas na mijn bestuursjaar bij de VeerStichting (symposium, red.) kwam daarin verandering.’ Kwam dat door de ervaringen die u opdeed bij het organiseren van het symposium?

‘Dat kwam doordat de eerste twee jaar van de studie voorbij waren, maar gedeeltelijk was het ook de VeerStichting. Dat bestuursjaar heeft me veel bewuster met inhoud leren omgaan. Je leert daar je gedachten te uiten, te spreken in het openbaar en je merkt voor het eerst dat mensen wellicht ook op die gedachten zitten te wachten. Dat heeft me wel geholpen.’ Het studentenleven beviel u goed.

‘Ik had mijn studententijd, mijn jaarclub, de VeerStichting en de lol niet willen missen. Die eerste jaren als student zijn natuurlijk ook belangrijk. Nieuwe dingen ontdekken en nieuwe mensen ontmoeten is werkelijk nuttig. Maar het was voor mij ook gewoon een groot feest en waarom zou je een goed feest missen?’ Na Leiden ging u in Brussel werken bij de Europese Commissie in het Kabinet van Hans van den Broek. Had de rechtenstudie u goed voorbereid?

‘Ik had zeker niet tot in de diepte EU-recht gedaan maar het gaf me genoeg basis om met gezond verstand aan de slag te kunnen.’ Gold dat ook voor de baan van managementconsultant die u daarna had?

‘Daar had ik minder profijt van de studie. Maar ondertussen was ik een jaar naar INSEAD geweest, dat hielp wel.’ Weer die lichte toon van zelfspot in zijn stem. ‘De overgang van Brussel naar consultancy was wel een zeer drastische carrièrewending.’


interview

‘Ik wilde in een echte studentenstad studeren’

In welk opzicht?

‘Alle concepten waren anders. De overheid werkt met adviezen in verticale tekst in woorden, de consultant werkt met plaatjes in horizontale Power Point-slides en spreadsheets met cijfers. Als consultant moet je bovendien vanaf het eerste moment al resultaten laten zien. Het is een goede leerschool. Bovendien heb je een organisatie om je heen die je laat excelleren. Anders dan de overheid is een consultancy echt een professionele serviceorganisatie.’ Anders dan de overheid?

‘De overheid is op andere zaken gericht. Meer op het algemeen belang, op processen en op het vermijden van risico’s. De overheid is niet erop gericht om individuen zichzelf te laten ontplooien en carrière te laten maken. Het voordeel is dat je er geen up or out-systeem hebt. De kans dat je er wordt ontslagen is – althans was – veel kleiner.’ Is de Europese Unie de overheid?

‘Ja.’ Maar ondanks de verschillen die u beschrijft, bent u na de consultants Booz Allen & Hamilton en RAND Europe teruggegaan naar de overheid. Waarom?

‘Ik ben bewust teruggegaan, ja. Bij RAND in Brussel waar ik zat, adviseerden we veel over de economische en maatschappelijke impact van informatietechnologie. Veel van ons werk was voor de Europese Commissie. Dus de overstap naar het Kabinet van Neelie Kroes was een kans om de adviezen en het onderzoek in de praktijk te brengen, zelf aan de knoppen te draaien. Een kans om het beleid samen met Eurocommissaris Kroes vorm te geven.’

denken. Als je graag voor de publieke zaak werkt en internationaal bezig bent, dan is dit een van de beste plekken. Behalve natuurlijk de stoel van de baas.’ Wat is wat u betreft op dit moment inhoudelijk belangrijk in uw werk?

‘Het is nu van belang dat we, naast alle bezuinigingen en de fiscale consolidatie die de agenda beheersen, blijven nadenken over waar de economische groei vandaan moet komen. Daarin spelen digitalisering en het Internet een heel grote rol. Onze economie zal steeds meer afhankelijk zijn van ICT, daarop moeten we als beleidsmakers inspelen. En dan gaat het bijvoorbeeld om afwegingen waar geïnvesteerd moet worden en waar de markt beter zijn werk kan doen, welke wetgeving daarvoor nodig is. Je moet heel voorzichtig zijn met het inzetten van die middelen, want je kunt met wetgeving en subsidie heel veel verstoren. Continuïteit van beleid is heel erg van belang. Je moet dus ook bescheiden zijn, want als je denkt dat je met nieuw beleid wel even ingrijpt, sla je gemakkelijk de plank mis.’

Wat merken wij burgers van dat beleid?

‘We helpen kaders te scheppen om ICT-ondernemerschap te ondersteunen, maar ook bijvoorbeeld ICT in de zorg en in de elektronische overheid te bevorderen. Het is wel belangrijk om daarbij mee te wegen waar de EU wel en ook niet een rol moet hebben.’ Welke instrumenten heeft de Commissie?

‘We kunnen partijen bij elkaar brengen, we doen aan benchmarking en het uitwisselen van best practices, standaarden uitwerken en natuurlijk wet- en regelgeving, en subsidies.’ En is dat leuk werk?

‘Zeker, het is afwisselend. Ik ontmoet veel jonge onder­ nemers in de ICT. En ik zie, ook in Nederland, veel nieuwe initiatieven. Ik spreek op conferenties, schrijf stukken en kan strategisch meedenken over het Europese beleid. Ik heb weinig managementtaken, dus veel tijd om te schrijven en te

Maar waar is het Kabinet van Kroes concreet mee bezig?

‘Neem de zorg, technologie in de zorg. Met allerlei ICT-oplossingen zouden verpleegkundigen en artsen efficiënter kunnen werken, minder fouten maken en patiënten langer kunnen thuisblijven. Dat levert besparingen op en meer gezondheid. Maar allerlei ICT-producten op dat gebied komen nu niet op de markt omdat er in alle landen verschillende eisen en standaarden zijn. Het invoeren van EU-standaarden op dit gebied kan ons veel welvaart en gezondheid opleveren. Maar er is ook veel werk te doen voor de effectievere bescherming van gegevens van burgers en samenwerking op het gebied van cybercriminaliteit. Een belangrijke prioriteit is de digitale interne markt, zodat bedrijven overal in de EU producten en diensten kunnen afzetten. En op het gebied van de markt voor telecom heeft Europa ervoor gezorgd dat >> de burger minder gaat betalen voor dataroaming.’ leidraad 9


interview

Had u in Leiden gedacht dat u in uw werkende leven met dit soort zaken bezig zou zijn?

‘Ik heb wel altijd gedacht dat ik in Europa wilde werken. Ik ben voor mijn studie naar Tours geweest om Frans te leren. Ik heb toen al tegen een Franse huisgenoot daar gezegd: “We zien elkaar ooit terug in Brussel”.’ Maar wat trekt u aan, aan Europa?

‘Op microniveau is het mooi om met mensen uit veel verschillende landen te werken. En op een ander niveau geloof ik dat het sterk in het Nederlandse belang is om een stabiel Europa te hebben – en ik denk dat we heel hard moeten werken om het stabiel te houden. Daarvoor is het ook nodig dat Europa goed naar de bevolking blijft luisteren.’ U zegt met een enigszins zorgelijke blik dat we heel hard moeten werken om Europa stabiel te houden.

‘Ja, de geschiedenis staat niet stil. Na de val van de Muur stond Europa voor een enorme uitdaging om een vreedzame en democratische transitie te brengen en tegelijkertijd ervoor te zorgen dat de welvaart snel genoeg kwam om de transitie stabiel te houden. Dat is goed gelukt. En daarvoor ook al met Spanje, Portugal en Griekenland die uit een dictatuur kwa-

‘Onze economie zal steeds meer afhankelijk zijn van ICT, daarop moeten we als beleidsmakers inspelen’ men. Er was in die gevallen eigenlijk geen andere keuze, want je kunt de stabiliteit niet behouden door je terug te trekken op je eigen stukje continent. Je kunt de instabiliteit niet lossnijden, want we zijn toch tot elkaar veroordeeld op dit continent en zullen er dus ook samen uit moeten komen. De invloed van de Unie is zo groot gebleken dat ook landen in onze buurt zich willen aanpassen aan onze regels en stabieler worden. Maar de zwakheden zijn ook bekend, en dan praat ik niet over de huidige economische crisis en de uitdagingen die daarmee verbonden zijn. We zijn nog onvoldoende in staat om onze economische macht, onze bevolkingsaantallen en de omvang van onze militaire presentie om te zetten in internationale invloed. Dat is jammer, want anders zouden we nog beter in staat zijn stabiliteit te exporteren. Dat is in ons economisch belang en in het belang van onze veiligheid. En ja, dat is moeilijker geworden met 27 lidstaten dan met twaalf of zes landen. Maar Europa blijft een uniek project dat stabiliteit en welvaart weet te verspreiden over het continent.’ < 10 leidraad

CV

Prins Constantijn (1969) werd in Utrecht geboren als de derde zoon van Prinses Beatrix en Prins Claus. Na het behalen van zijn vwo-diploma volgde hij een jaar lang taalcursussen in Frankrijk en Italië alvorens te beginnen aan een studie Rechten in Leiden. Daar behaalde hij in 1995 zijn meesterstitel in de richting Burgerlijk recht. In 2000 volgde hij een MBAstudie aan INSEAD in Frankrijk. De Prins begon zijn werkzame leven bij het Kabinet van de Commissaris van de Europese Commissie, mr. H. van den Broek. Hierna werkte de Prins als strategisch beleidsadviseur bij Booz Allen & Hamilton in Londen. Ook was de Prins werkzaam als adviseur Europa-communicatie bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en bij het Brusselse kantoor van RAND Europe, eerst als beleidsonderzoeker, daarna als hoofd van het Information Policy and Economics Team en tot slot als hoofd van dit kantoor. Prins Constantijn is nu werkzaam bij de Europese Commissie als adjunct-kabinetschef, Commissaris voor Digitale Agenda bij het Kabinet van Eurocommissaris mevrouw drs. N. Kroes. Daarnaast bekleedt hij een aantal maatschappelijke functies, waaronder voorzitter van de Stichting The Hague Process on Refugees and Migration en voorzitter van het Prins Bernhard Natuur Fonds.


editorial

GEnEESKUnDE / LUMC

links: Hebben dialysepatiënten baat bij een iCD? Midden: Patiënten met een tumor in bijvoorbeeld de hypofyse kunnen in het nieuwe Centrum voor endocriene tumoren behandeld worden. rechts: Vertebroplastiek geeft extra stevigheid aan ruggenwervels.

de earC-POli werkt De speciale poli van het LUMC die sinds twee jaar reuma vroegtijdig probeert op te sporen, werkt. Sinds de zoge­ heten Early Arthritis Recognition Clinic (EARC) er is, sturen huisartsen veel vaker mensen door met klachten die zouden kunnen wijzen op gewrichts­ ontstekingen. Ongeveer de helft van hen blijkt ook echt vroege artritis te hebben. De Leidse reumatologen publiceerden hierover in het tijdschrift Annals of Rheumatic Diseases. ‘We zetten deze poli op omdat uit studies bleek dat het bij reuma heel belangrijk is om op tijd erbij te zijn’, zegt reumatoloog dr. Annette van der Helm. ‘Als we gewrichtsont­ stekingen binnen twaalf weken met medicijnen behandelen, dan is de kans op schade veel kleiner en de kans op bijna­ genezing veel groter.’ Nu de EARC­poli er is, sturen huisart­ sen veel sneller door, heeft Van der Helm gemerkt. ‘Bijna de helft van de zeshonderd patiën­ ten die wij de afgelopen twee jaar zagen, blijkt ook echt een gewrichtsontsteking te hebben. Dat wijst erop dat huisartsen het toch heel goed kunnen onderscheiden.’

Hartkastje bij dialysePatiËnt

CentruM vOOr endOCriene tuMOren

Arts­onderzoeker Maurits Buiten onderzoekt of dialyse­ patiënten baat hebben bij een implanteerbare cardioverter defibrillator (ICD), een kastje in de borstkas dat een schok aan het hart geeft. Onder deze patiënten is het risico relatief groot om te overlijden omdat het hart plotseling ermee stopt. ‘Van de ongeveer 6.500 nierdialysepatiënten in Nederland overlijdt naar schatting jaarlijks vijf procent aan een plotse hartdood’, aldus de onderzoeker op de afdeling Hartziekten. Over de reden ervan bestaan verschil­ lende theorieën. De vaten van dialysepatiënten bevatten meer kalk, waardoor de bloed­ stroom naar het hart minder goed kan zijn, hetgeen een risico vormt voor ritmestoor­ nissen. Een andere theorie wijt de hartproblemen aan een vochtoverschot, waardoor de druk op het hart toeneemt. Buiten onderzoekt in zijn ICD2­studie of dialysepatiën­ ten met een ICD­implantaat langer leven dan dialyserende patiënten zonder zo’n implantaat.

Sinds kort heeft het LUMC een Centrum voor endocriene tumoren. Hier worden patiën­ ten behandeld met tumoren die uitgaan van weefsels in het hormoonstelsel, zoals tumoren in de schildklier, de bijnier en de hypofyse. Veel patiënten die zijn behandeld voor een endocriene tumor, met name een hypofysetumor, houden klachten. ‘Wij onderzoeken daarom hoe het deze patiënten op de lange termijn vergaat’, aldus endocrinoloog dr. Alberto Pereira. Mensen met het syndroom van Cushing, die te veel cortisol produceren, blijken minder stressbestendig te zijn en hebben over het algemeen een hogere bloed­ druk dan anderen. Mensen die zijn genezen van een overmaat aan groeihormoon komen nogal eens terug met gewrichts­ klachten: pijn, stijfheid en gewrichtsslijtage. Door deze lichamelijke en psychische klachten houden veel patiën­ ten die van een hypofysetumor zijn genezen toch een lagere kwaliteit van leven. Om hun welbevinden te verbeteren, start in januari 2013 het Patiënt Educatie Programma

“Hypofysetumoren voor patiënten en partners” waarbij de deelnemers beter leren omgaan met de ziekte.

ingezakte wervels verstevigen Sander Muijs en Marc Nieuwenhuijse, orthopeden in opleiding, promoveerden allebei op 20 september jongstleden op onderzoek naar vertebroplastiek, een chirurgi­ sche ingreep om een ingezakte ruggenwervel stevigheid te verlenen. Wervelinzakkingen doen zich vooral voor bij oudere mensen die lijden aan osteopo­ rose en gaan vaak gepaard met hevige pijn. Bij ongeveer een op de vijf mensen verdwijnt de pijn niet door rust te houden. Deze groep ondergaat daarom nu vaak een zware operatie waarbij schroeven in de rug­ genwervels worden gezet. Een vertebroplastiek is veel minder belastend voor de patiënt en geeft goede resultaten. Er wordt met een dunne naald cement gespoten in het inge­ zakte wervellichaam, zodat de plek stabieler wordt.

leidraad 11


nieuws Links: Paul van der Heijden draagt tijdens de diesviering 2013 het rectoraat en het voorzitterschap van het College van Bestuur over aan Carel Stolker. Midden: Leidse archeologen kregen bezoek van Hare Majesteit de Koningin. Rechts: In februari start bij het HOVO in Leiden een collegeseries over het belang van Spinoza.

Top 10 Science Guide Prof.dr. Jan Anthonie Bruijn, hoogleraar Immunopathologie aan het LUMC, staat op nummer 2 in de top 10 ScienceGuide van meest invloedrijke en inspirerende personen op het gebied van kennis en hoger onderwijs in Europa. Mario Monti, premier van Italië en voormalig eurocommissaris, staat vóór hem op plaats 1.

Hoog bezoek voor archeologen Op vrijdag 2 november jongstleden mochten archeologen van de Universiteit Leiden en de gemeente Apeldoorn de resultaten van hun onderzoek aanbieden aan Hare Majesteit de Koningin. De archeologen groeven op Kroondomein Het Loo bij de Echoput twee prehistorische grafheuvels op van rond 300 voor Christus. Voor de Leidse archeologen onder leiding van dr. David Fontijn was deze opgraving deel van een groot onderzoek naar de geschiedenis en rituele betekenis van 12 leidraad

prehistorische grafheuvels in Europa. Dit project, Ancestral Mounds geheten, is gefinancierd door NWO. In 2013 zal hierover een boek voor het brede publiek verschijnen, getiteld Echo’s uit de IJzertijd.

Leiden in het Kabinet De Universiteit Leiden is goed vertegenwoordigd in Den Haag. Maar liefst zes bewindslieden uit het Kabinet-Rutte II zijn alumnus – vijf ministers en een staatssecretaris. Het zijn: - Sander Dekker (Bestuurskunde) - Ivo Opstelten (Staats- en publiek recht) - Ronald Plasterk (Biologie) - Mark Rutte (Geschiedenis) - Edith Schippers (Politicologie) - Melanie Schultz van Haegen (Bestuurskunde).

Dies natalis 2013 Op vrijdag 8 februari vindt de viering van de dies natalis 2013 plaats in de Pieterskerk in Leiden. De viering van de 438ste verjaardag van de Universiteit

Leiden zal deels in het teken staan van de overdracht van het rectoraat en het voorzitterschap van het College van Bestuur van prof.mr. Paul F. van der Heijden aan zijn opvolger prof.mr. Carel Stolker. Tijdens de plechtigheid zullen ook eredoctoraten worden verleend aan literair vertaler van Engelstalige literatuur Rien Verhoef en de Arabisten annex historici prof. Patricia Crone en prof. Michael Cook. Na afloop van de plechtigheid is er tijdens een receptie gelegenheid om afscheid te namen van prof.mr. Van der Heijden als rector magnificus en voorzitter van het College van Bestuur en kennis te maken met prof.mr. Stolker. Meer informatie en aanmelden: evenementen.leidenuniv.nl/dies

Anekdotes gezocht! In 2014 bestaat Café L’Espérance, welbekend bij Leidse alumni, tweehonderd jaar. Vooruitlopend hierop zijn eigenaars Maarten (Minerva jaar 1986) en Tineke Collée op zoek naar anekdotes, kroegver-

halen, foto’s en andere onvergetelijke herinneringen voor het lustrumboek dat medio november 2013 zal verschijnen. Mail alles naar info@lesperance.nl. In het lustrumjaar zal ook een borrel voor oud-barkeepers worden gehouden. Wilt u zich aanmelden of kent u iemand die oud-barkeeper is? Mail dan naar: info@lesperance.nl. Meer informatie: www.lesperance.nl

Agenda 24 en 25 januari 2013 LUCAS Graduate Conference 2013: Death: the Cultural Meaning of the End of Life Meer informatie: lucasconference2013 @gmail.com 7 maart 2013 23ste Annie Romein-Verschoor­lezing: Gender en het brein Prof.dr. Eveline Crone 20:00 uur, Academiegebouw, Leiden


nieuws

HOVO Het HOVO (Hoger Onderwijs Voor Ouderen) van de Universiteit Leiden biedt colleges voor vijftigplussers, gegeven door ervaren docenten. U buigt zich over diverse wetenschappelijke onderwerpen. Een vooropleiding is niet nodig. In januari 2013 kunt u drie colleges volgen in Leiden. Hiervoor kunt u zich nog steeds aanmelden: Van Arabesk tot Arabische kalligrafie dr. Luit Mols De Joods-Italiaanse literatuur drs. Gandolfo Cascio Torquato Tasso in de muziek prof.dr.em. Ignace Bossuyt, dr. Marie-José Heijkant en drs. Ernest Kurpershoek In de periode februari t/m juli 2013 starten circa dertig collegeseries in Leiden, onder meer: Het belang van Spinoza, op het kruispunt van wegen dr. Henri Krop en prof.dr. Bert Bos De Romeinse keizer in de eerste drie eeuwen dr. Henk Singor Geschiedenis van het antisemitisme dr. Chris Quispel Staalkaart van de Europese middeleeuwse literatuur prof. dr. Ludo Jongen en drs. Bart Veldhoen Talen in contact prof. dr. Cor van Bree en dr. Ariane van Santen Retorica, klassiek en modern. Wat maakt sprekers overtuigend? prof. dr. Antoine Braet, prof.dr. Jaap de Jong en mr. Roderik van Grieken Populisme: De ideologie van de toekomst? dr. Koen Vossen Capita selecta uit de psychiatrie prof.dr. Frans Zitman e.a. Botanie in de Nederlandse zeventiende eeuw dr. Claudia Swan, dr. Esther van Gelder, dr. Eric Jorink en dr. Alette Fleischer (i.v.m. de expositie in Museum Boerhaave)

In Den Haag kunt u de volgende collegeseries volgen: Het verhaal van de kunst, deel 1. Van de grotten tot Ghirlandaio dr. Kathleen Nieuwenhuisen En twee series in verband met de expositie over de familie Huygens in het Huygensmuseum en de Oude Kerk. Het volledige programma en een aanmeldingsformulier vindt u op: www.hovo.leidenuniv.nl Meer informatie: HOVO Universiteit Leiden, hovo@sea.leidenuniv.nl, tel. (071) 527 72 99 (ma. t/m do. 10.00-13.00 uur).

Studium Generale – Voorjaar 2013 Studium Generale organiseert brede activiteiten voor studenten, medewerkers, alumni en andere geïnteresseerden die graag over de grenzen van hun vakgebied heen kijken. Indien niet anders vermeld geldt: toegang is gratis, geen aanmelding nodig, iedereen is welkom. Kom wel op tijd, want vol = vol! In het voorjaarssemester kunt u bij Studium Generale de volgende lezingen en lezingencycli volgen: Arabische wetenschap: Vergane glorie? Naar aanleiding van vierhonderd jaar Leerstoel Arabisch, georganiseerd in samenwerking met School of Middle Eastern Studies (SMES) 6 avondcolleges: woensdagen van 6 februari t/m 13 maart 2013 Humor in de Middeleeuwen Bas Jongenelen, docent Nederlands aan de Fontys Lerarenopleiding Tilburg Avondlezing op maandagavond 11 februari 2013

Overal Adam en Eva – de eerste mensen in het jodendom, het christendom en de islam Prof.dr.Mineke Schipper, em. hoogleraar Interculturele Literatuurwetenschap, Universiteit Leiden Serie n.a.v. haar verschenen boek (2012) met dezelfde titel. 4 avondcolleges: dinsdag 5 en 12 maart; woensdag 20 en 27 maart 2013 Culturele en sociale dimensies van psychiatrische aandoeningen 7 avondcolleges: woensdag 3, 10, 17 en 24 april, 15, 22 en 29 mei 2013 Maatschappelijke invloed van de Klassieken Prof.dr. Ineke Sluiter, hoogleraar Griekse taal- en letterkunde, Universiteit Leiden Een college dat focust op de waarde en de rol van kennis van de klassieken bij innovatie en culturele ontwikkeling in de loop der eeuwen. 4 avondcolleges: donderdag 4 april; dinsdag 9, 16 en 23 april 2013 N.B.: Tijdens de colleges worden door Home Academy Publishers opnames gemaakt voor een uit te brengen audio-cd. Verdere thema’s Russische poëzie, in samenwerking met de Leidse Poëziemanifestatie 2013 Primitivisme in het 18de- en 19de- eeuw denken (werktitel) Regeneratieve geneeskunde (werktitel) Het definitieve programma is vanaf medio januari 2013 te vinden op: www.studiumgenerale.leidenuniv.nl Studium Generale Universiteit Leiden, Postbus 9500, 2300 RA Leiden, tel. (071) 527 7283/72 95/72 96, studiumgenerale@sea.leidenuniv.nl leidraad 13


Europa

Wetenschap en Europa hebben elkaar nodig Waar een belangrijk deel van de Nederlandse politiek en de bevolking steeds negatiever oordeelt over de Europese Unie, is de sfeer in de Leidse academische wereld heel anders. “Europees denken” moet, want dankzij subsidiegelden uit Brussel groeit en bloeit de wetenschap. Tekst: Annette Zeelenberg Beeld: Mark Horn en Universiteit Leiden

Leiden profileert zich als Europese research-universiteit, zo staat specifiek in de missie omschreven. Het is het dagelijks werk van Anna Groeninx van LURIS (Leiden University Research and Innovation Services) en ir. Jacqueline Ton van het LUMC om daaraan invulling te geven. Beiden zijn adviseur internationale subsidies en vanuit die functie hebben ze geregeld met elkaar en met nog een viertal collega-adviseurs te maken. Ton begeleidt vanuit het LUMC wetenschappers bij het vormen van Europese netwerken en consortia en bij het aanvragen van Europese subsidies; Groeninx doet datzelfde vanuit de universiteit. Zij weten de weg in wat voor de gemiddelde wetenschapper soms een doolhof is van regels rondom de vele Europese subsidieprogramma’s. Ton: ‘Ik zie het als mijn taak om onderzoekers goed te informeren over de subsidiemogelijkheden, zodat zij strategisch kunnen kiezen om wel of geen aanvraag in te dienen. Het is enorm bevredigend om iemand die aanvankelijk nog niet thuis was in Europa te coachen bij een eerste aanvraag.’ 14 leidraad

‘Wetenschappers zoeken elkaar sowieso al op’, vervolgt Anna Groeninx. ‘Ze ontmoeten elkaar op internationale conferenties en wisselen ideeën uit. Daaruit ontstaan dan weer samenwerkingsverbanden.’ Europa biedt veel financiële mogelijkheden voor zulke gezamenlijke onderzoeksprojecten, maar ook voor grotere samenwerkingsverbanden waarin bijvoorbeeld ook bedrijven deelnemen. Het huidige Europese financieringsprogramma voor onderzoek en innovatie, het Zevende Kaderprogramma (KP7), is het grootste ter wereld en heeft gedurende de looptijd van zeven jaar maar liefst 55 miljard euro in kas. Groeninx: ‘Het is goed om te benadrukken dat de lidstaten de omvang van de subsidiepot zelf hebben vastgesteld. Dit is niet iets dat zomaar door “Brussel” is bepaald.’ Binnen het Zevende Kaderprogramma zijn vier onderdelen te onderscheiden, waarvan de grants van de European Research Council misschien wel het bekendst zijn. Dit zijn subsidies van 1,5 tot 3 miljoen euro voor individuele, excellente onderzoekers. Andere onderdelen richten zich op het stimuleren van de carrièremogelijkheden van wetenschappers en op het beschikbaar maken van middelen voor onderzoek. “Samenwerking” is het onderdeel waar het meeste geld zit, zo’n tachtig procent van het totaal beschikbare bedrag. Hierbij gaat het om het doen van wetenschappelijk onderzoek door Europese consortia die bestaan uit onderzoekinstellingen, de industrie en relevante organisaties. Het belang van de Europese Unie bij dit alles is duidelijk: innovatie in wetenschap en industrie levert een bijdrage aan de concurrerende positie van Europa op de wereldmarkt en aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken zoals vergrijzing en veiligheid. ‘Maar voor de wetenschap zelf is de Europese samenwerking natuurlijk net zo belangrijk’, zegt Ton. ‘Daardoor ontstaan

>>


europa

‘door europese samenwerking ontstaan bijzondere combinaties van disciplines en worden nieuwe onderzoeksgebieden ontwikkeld’ jacqueline ton

Horizon 2020 Begin 2014 gaat Horizon 2020 van start, het nieuwe zevenjarige finan­ cieringsprogramma voor onderzoek en innovatie van de EU. Het heeft drie pijlers: Excellent Science, Industrial Leadership en Societal Challenges, die aansluiten bij de Europese strategie voor werkgele­ genheid en groei. Het totale budget van Horizon 2020 bedraagt 80 miljard euro.

leidraad 15


Europa

bijzondere combinaties van disciplines en worden nieuwe onderzoeksgebieden ontwikkeld. Kortom, de Europese subsidies stimuleren de wetenschappelijke creativiteit’, benadrukt ze. ‘Bovendien zie je dat onderzoeksvraagstukken tegenwoordig steeds complexer worden’, vult Groeninx aan. ‘Neem het onderzoek naar nieuwe bronnen van energie en naar duurzaamheidsvraagstukken. Dat kun je simpelweg niet alleen, niet als individu of onderzoeksgroep of binnen één discipline.’ En vlak het financiële aspect niet uit. ‘In Nederland werken we natuurlijk ook samen, bijvoorbeeld met de universiteiten van Delft en Rotterdam in Medical Delta, maar in Europa is veel meer geld beschikbaar voor onderzoek.’ Traditioneel zijn er vooral veel subsidies beschikbaar voor de life sciences en andere bètawetenschappen. Groeninx: ‘Bij de alfa- en gammastudies is het veel minder gebruikelijk om samen te werken en samen te publiceren dan bij de bètastudies. Subsidiepotten zijn juist wel op zulke samenwerking ingericht, dus moeten de alfa- en gammawetenschappen zich aanpassen.’ Deze disciplines dreigden buiten de boot te vallen in de eerste opzet van het nieuwe Europese subsidieprogramma, Horizon

‘De EU-lidstaten stellen zelf de omvang van de subsidiepot vast’ Anna Groeninx

2020. ‘Vorig jaar organiseerden alfa- en gammawetenschappers in heel Europa daarom een grote handtekeningenactie met de oproep om het alfa- en gammaonderzoek ook onderdeel te maken van het programma.’ Met succes, zoals blijkt uit de nadruk in Horizon 2020 op sociale innovatie. Groeninx: ‘Daarin kunnen alfa- en gammawetenschappen een rol spelen. Neem bijvoorbeeld het Centre for Innovation van onze Campus Den Haag. Dat centrum werkt nauw samen met alfa- en gammaonderzoekers in combinatie met nieuwe ICT-toepassingen. Daarbij moet je denken aan zaken als zorgrobots, of nieuwe software om het leren te vergemakkelijken.’ Ton vult aan: ‘Sociale innovatie wordt steeds belangrijker. Het is in feite overal mee verweven, ook met de life sciences.’ De concurrentie is groot. Vele tientallen subisdieaanvragen hebben Groeninx en Ton jaarlijks onder hun hoede. Het Leidse slagingspercentage ligt boven de twintig procent, dus moeten er nogal wat teleurgestelde onderzoekers rondlopen. ‘Toch heb ik nog nooit iemand meegemaakt die na een afwijzing spijt had over de tijd die hij of zij erin had gestoken’, zegt Ton. ‘Al dat werk komt vaak ten goede aan een volgende aanvraag, of is op een andere manier nuttig.’ < 16 leidraad

Advanced Investigator Grant

Indianentalen in Midden- en Zuid-Amerika ‘Deze grant is een erkenning van de waarde van het onderzoeksthema en betekent dat we het onderzoek volledig kunnen uitvoeren.’ Prof.dr. Willem Adelaar, Leids hoogleraar Talen en Culturen van Indiaans Amerika, kreeg eind vorig jaar een Europese Advanced Investigator Grant van 2,6 miljoen euro voor zijn breed opgezette onderzoek naar indianentalen in Midden- en Zuid-Amerika. ‘Er zijn opvallende overeenkomsten in de talen en culturele uitingen in landen als Peru en Ecuador enerzijds en Mexico anderzijds, terwijl daar een enorm gebied tussen ligt. Daarvoor is nog geen goede verklaring gevonden.’ Adelaar en zijn multidisciplinaire onderzoeksteam gaan op zoek naar die verklaring, en hopen tegelijkertijd meer te weten te komen over de oorspronkelijke migratieroutes van de bevolking van het continent. Adelaar volgde een duidelijke strategie bij het aanvragen van de subsidie. ‘De concurrentie is moordend. Ik heb het onderzoek daarom zo Europees mogelijk gepresenteerd, terwijl de wetenschap zich in Nederland meestal juist op de Angelsaksische wereld oriënteert. Ik heb bijvoorbeeld juist ook samenwerking gezocht met het Duitse Max Planck Instituut. Daarnaast heb ik veel aandacht besteed aan het uitwerken van de methodologie, zodat die inzichtelijk was voor alle leden van de beoordelingscommissie. In de eerste ronde bestaat die namelijk uit mensen uit allerlei disciplines.’

Meer informatie: www.hum.leiden.edu/lucl


Europa

European Starting Grant

Verschillen in de opvoeding van jongens en meisjes

Marie Curie-trainingsnetwerk

Onderzoek naar infectieziekten

Zenuwen zichtbaar maken tijdens operaties

Prof.dr. Judi Mesman, bijzonder hoog­ leraar Opvoeding en onderwijs in de multiculturele samenleving, kreeg in 2009 een Starting Grant van 1,6 miljoen euro van de European Research Council. ‘Dat betekende een enorme boost voor mijn onderzoek’, zegt ze. ‘Er kwam daardoor meer ruimte om te exploreren.’ Haar onderzoek richt zich op de verschillen in de opvoeding van jongens en meisjes. ‘Ouders reageren toleranter op ongehoorzaam en agressief gedrag van jongens. En jongens vertonen dat gedrag ook vaker dan meisjes. Wij zijn de eersten die gaan onderzoeken of de gedragsverschillen tussen jongens en meisjes ook verklaard kunnen worden uit verschillen in opvoeding.’ De Europese subsidie betekende dat Mesman drie extra promovendi en een postdoc kon aanstellen en kon investeren in een innovatieve onderzoekslijn. ‘En als je zoiets op je cv kunt zetten, verhoogt dat ook de kans op het binnenhalen van nieuwe subsidies.’ Wetenschappers hebben deze tweede geldstroom hard nodig, stelt ze, omdat er steeds minder geld beschikbaar komt via de eerste geldstroom – de universiteit. ‘De competitie is hard. Van alle Europese aanvragen wordt minder dan vijf procent gehonoreerd. Dat betekent dat er ook goede onderzoeksvoorstellen zijn die ondanks hun kwaliteit toch geen subsidie krijgen. Je moet dus ook een beetje geluk hebben.’

Jonge wetenschappers trainen en tegelijkertijd excellent onderzoek doen – dat is het doel van de Europese Marie Curie-trainingsnetwerken. Dr. Annemarie Meijer van de onderzoeksgroep Moleculaire celbiologie van het Instituut Biologie Leiden is sinds 2012 coördinator van zo’n netwerk. ‘De netwerkpartners houden zich bezig met infectieziekten. Wij onderzoeken hoe een ziekteverwekkend(e) bacterie of virus invloed heeft op het immuunsysteem van de gastheer – in dit geval embryo’s van zebravisjes. En we hopen aan te tonen dat de vindingen ook op mensen van toepassing zijn.’ De Leidse onderzoeksgroep van Meijer richt zich op tuberculose; de Franse, Spaanse, Engelse en Duitse partners in het netwerk hebben elk ook een eigen onderzoeksthema. In totaal kreeg het netwerk 3,6 miljoen euro subsidie, waarvan elf promovendi en drie jonge postdocs werden aangesteld. Doel van de subsidie is namelijk om de carrière van jonge onderzoekers te stimuleren. ‘Behalve in hun eigen onderzoeksgroep, werken ze ook een periode met de groepen in de andere landen, om zo nieuwe vaardigheden op te doen.’ Annemarie Meijer bewaakt als coördinator de doelstellingen van het totale onderzoek en is contactpersoon voor de Europese Commissie. ‘Dat is heel veel werk, maar het biedt mij een mooie gelegenheid om me te profileren, en om zo de kans op andere subsidies te vergroten.’

‘High risk, high gain’. Zo omschrijft dr. Fijs van Leeuwen het project waarvoor hij in 2012 een European Starting Grant van 1,5 miljoen euro kreeg. Van Leeuwen, radiologisch onderzoeker bij het LUMC, licht toe: ‘Bij dit onderzoek moeten we in feite bij nul beginnen, dit is echt onontgonnen gebied.’ Met zijn onderzoeksgroep wil hij de zenuwen in het lichaam van de patiënt tijdens operaties, via een chemische stof, zichtbaar gaan maken. Nu ontstaat er bij ingrepen aan bijvoorbeeld de tong of prostaat nog relatief vaak zenuwschade, met alle gevolgen van dien. Maar als de nieuwe techniek er daadwerkelijk komt, hoeft dat niet meer te gebeuren. ‘Met mijn onderzoeksgroep heb ik al ervaring met het laten oplichten van tumoren en lymfeklieren in patiënten. Daarom ben ik optimistisch dat dit ook gaat lukken. De looptijd van de Europese subsidie is vijf jaar, ik denk niet dat we in die periode al iets kunnen ontwikkelen dat toepasbaar is in patiënten. Desalniettemin blijft het ultieme einddoel een betere kwaliteit van leven voor de patiënt.’ Van Leeuwen benadrukt dat het ERCsubsidiesysteem juist waardevol is voor meer fundamentele onderzoeksprojecten zoals dit. ‘De Europese subsidies geven je de kans om nieuwe ideeën uit te werken en dingen te doen die niet in een standaard systeem passen.’

Meer informatie: www.socialsciences.leidenuniv.nl/ educationandchildstudies

Meer informatie: www.fishforpharma.com

Meer informatie: www.interventionalmolecularimaging.com

European Starting Grant

leidraad 17


editorial

CAMPUS DEN HAAG Links: Margriet Krijtenburg is de eerste duale promovendus van de Universiteit Leiden. Rechts: De Telders International Moot Court Competition.

Duaal promoveren Op 11 september jongstleden promoveerde Margriet Krijtenburg als eerste duale promovendus van de Universiteit Leiden. Zij volgde haar duale traject bij het Centrum Regionale Kennisontwikkeling (CRK) van de Faculteit Campus Den Haag en bracht zo haar dissertatie over Robert Schuman, de grondlegger van de Europese Unie, tot een succesvol einde. Haar promotor was prof.dr. Paul Cliteur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Het duale doctoraatprogram­ ma van het CRK biedt de mogelijkheid werken en promoveren te combineren. De dynamiek tussen onderzoek en beroep vormt hierbij de rode draad. Zo biedt duaal promove­ ren extra kansen, zowel voor de promovendus als voor de werkgever én de regio. Meer informatie: www.campusdenhaag.nl/crk of e-mail naar crk@cdh.leidenuniv.nl

Centre for Terrorism & Counterterrorism Het Centre for Terrorism & Counterterrorism (CTC) heeft dit najaar de Fulbright Scholar Frederic L. Borch te gast. Borch is militair jurist, gespe­ 18 leidraad

cialiseerd in strafrecht en internationaal recht op het gebied van terrorisme. Hij verzorgt diverse gastoptre­ dens in het onderwijs van het CTC. Samen met het Centre for Professional Learning (CPL) organiseert het CTC de leer­ gang Terrorisme, recht en veiligheid voor professionals die in hun dagelijks werk direct of indirect te maken hebben met vraagstukken op het gebied van (contra)terrorisme, radicalisering en/of extremis­ me. Binnen deze opleidingen wordt gewerkt met een simu­ latiegame over crisiscommuni­ catie rondom een terroristi­ sche dreiging met als doel het belang te laten zien van het verminderen van de angst voor terrorisme. Meer informatie: www.campusdenhaag.nl/ctc

Telders International Law Moot Court Competition Op donderdag 25 april 2013 zal in het Vredespaleis in Den Haag voor de 36ste maal de Telders International Law Moot Court Competition van start gaan. Aan dit pleitconcours nemen jaarlijks rond de 150 rechten­ studenten uit heel Europa deel. Per land mag één team worden afgevaardigd; in meerdere

landen worden daarom natio­ nale voorrondes georganiseerd om te bepalen welke universi­ teit naar Den Haag mag afrei­ zen. De organisatie van het drie­ daagse evenement is in handen van het Telders Organizing Office (TOO), dat onderdeel uitmaakt van het Grotius Centre for International Legal Studies/Faculteit Campus Den Haag. Meer informatie: www.grotiuscentre.org

Brandeis in The Hague Spring Semester In het voorjaar van 2013 arri­ veert de tweede lichting studenten van het Brandeis in The Hague Spring Programme. De twaalf studenten van Brandeis University (Massachusetts, VS) studeren vijf maanden aan de Universiteit Leiden. De Amerikaanse undergraduates volgen een op maat gemaakt programma dat werd ontwik­ keld door het Grotius Centre for International Legal Studies in Den Haag in samenwerking met het Bureau Internationaal Onderwijs van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. De internationale stad van vrede en recht speelt een grote rol tijdens het verblijf van de studenten: er worden meer­

dere bezoeken gebracht aan het Internationale Strafhof, het Joegoslavië-tribunaal en het Libanon-tribunaal en rechters en raadsmannen van de tribu­ nalen verzorgen gastcolleges.

Leadership Conference The Leiden Leadership Centre of Campus The Hague, in partnership with the International Leadership Association and the Municipality of The Hague, will organise A Topical Leadership Conference in The Hague on May 16 and 17, 2013. The Conference’s focus is on identifying catalysts for change to successfully deal with the contextual complexi­ ties related to international justice and safeguarding peace. International acade­ mics, practitioners and leaders will be invited to join us in our search for effective and ethical public leadership and to learn from leadership experiences, both on an individual and an institutional level. It is all about Learning Leadership in Complex Contexts! More information and registration: Drs. Nikol Hopman, mail: leadership@cdh.leidenuniv.nl


ARcheologie Links: Een prestigieuze erfgoedprijs voor Willem Willems. Midden: Roswitha Manning is verantwoordelijk voor het facultaire alumnibeleid. Rechts: Twee masterstudenten vonden een bijltje van 3.000 jaar oud.

Erfgoedprijs Prof.dr. Willem Willems heeft de European Archaeological Heritage Prize 2012 ontvangen tijdens een bijeenkomst van de European Association of Archaeologists in Helsinki. Willems ontving de prijs vanwege zijn belangrijke bijdrage aan de verbreding van het perspectief van de Europese archeologie en het erfgoed­beheer.

Klankbordgroep alumni Uit een onderzoek onder alumni in 2012 bleek dat er onder een groot deel van de oud-studenten behoefte is aan meer contact met de faculteit. Ook hebben alumni te kennen gegeven dat zij willen meeden­ ken over aanpassingen in de opleiding. De Faculteit der Archeologie hecht waarde aan het intensiveren van de con­ tacten met haar alumni en waardeert hun feedback zeer. Daarom zal in de komende maanden een ‘alumni advies­

raad beroepspraktijk’ worden samengesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van ver­ schillende werkvelden in de archeologie (musea, bedrijven, veldwerk, gemeente & provin­ cie en buitenlandse universi­ teiten) om als klankbordgroep te fungeren. De Faculteit der Archeologie wil overigens niet alleen de band behouden met oudstudenten, maar ook met diegenen die bij haar hebben gewerkt. Oud-medewerkers die zich betrokken voelen bij de faculteit zijn voortaan ook van harte welkom als ‘alumnus’ en als gast op onze alumni-bijeen­ komsten. Meer informatie: www.archeologie.leidenuniv.nl/alumni

Lustrumfestiviteiten Op 26 oktober 2012 was het vijftig jaar geleden dat Pieter Jan Remees Modderman zijn inaugerele rede hield en daarmee het startsein gaf voor de Interfaculteit voor Aardrijkskunde en Prehistorie,

het latere IPL (Instituut voor Prehistorie Leiden) dat vervol­ gens weer uitgroeide tot de huidige Faculteit der Archeologie. De Faculteit der Archeologie organiseerde in 2012 een aantal festiviteiten om dit moment te herdenken. Tijdens de alumnibijeenkomst op 20 december 2012 werd de Jubileum Analecta gepresen­ teerd. De Analecta Praehistorica Leidensia, het jaarlijkse tijdschrift van de Faculteit der Archeologie, verscheen in 1964 voor de eerste maal om de resultaten te presenteren van het eigen prehistorisch veldwerk in Noordwest-Europa. Inmiddels is de focus verbreed – er is geen regionale beperking meer – en het doel van het tijdschrift is om spraakmakend onderzoek van de faculteit te publiceren. Naast een lezing door een alumnus en de aanbieding van de Jublileum Analecta werd tijdens die bijeenkomst ook de uitslag bekendgemaakt van

een facultaire veldwerkfoto­ wedstrijd in het kader van het vijftigjarig jubileum. Meer informatie: www.jubileum-archeologieleiden.com

Benoeming Sinds 1 oktober 2012 heeft dr. Roswitha Manning het facultaire alumnibeleid tot haar taken. Meer informatie: www.archeologie.leidenuniv. nl/alumni

3.000 jaar oude bijl Masterstudenten Archeologie Jan Bakker en Robbert-Jan Boon hebben langs het spoor tussen Den Haag en Leiden een bijzondere vondst gedaan. Het betreft een bronzen kokerbijl­ tje van 3.000 jaar oud. Het type bijltje was tot nu toe onbekend in Nederland, maar is wel eerder in Engeland gevonden. Dat zou kunnen wijzen op banden tussen GrootBrittannië en het continent. leidraad 19


opinie

De toekomst van Europa

‘Er komt altijd een oplossing’ Steeds scherper wordende onderlinge tegenstellingen tussen de lidstaten, de economische crisis, de eurocrisis, het gebrek aan draagvlak van de burgers... Europa lijkt op zijn minst een groot debacle te worden. Stevenen we af op het uiteenvallen van Europa? Tekst: Beatrijs Bonarius Beeld: HH

Hans van Baalen, Europarlementariër namens de VVD, stelt direct dat hij geen “eurofiel” is: ‘Net zoals ik ook geen “neerlandofiel” ben. Wel ben ik een groot liefhebber van het literaire Europa, het Europa van de culturele diversiteit. Dat bestaat nergens anders. Maar bij de institutionele samenwerking heb ik wel kanttekeningen. Ten eerste speelt die zich op bestuurlijk niveau af in het lucht­ ledige, zeker voor burgers. Het is een onduidelijke en diffuse organisatie “in de ruimte”. Ten tweede is het is op z’n minst opmerkelijk dat bij elke wijziging in de Europese wetgeving door negentig procent van het parlement wordt gezegd “alleen als Europa meer macht krijgt”. Terwijl je nationale zaken gewoon op nationaal niveau moet regelen en terwijl de achterban duidelijk niet meer macht naar Europa wil laten verdwijnen.’ Dat spanningsveld tussen burgers en parlement signaleert ook Robbert Fisher, directeur van het Joint Institute for Innovation Policy. ‘Op nationaal niveau is er – door partijen als de SP en de PVV – wat selectief gewinkeld, waardoor er een duidelijke karikatuur wordt gemaakt van Europa. Toch is er ondanks die uiterst negatieve publiciteit nog steeds draagvlak. Maar dat moet groter worden, zeker om Europa te laten slagen. De politiek moet burgers daarom beter betrekken bij en informeren over wat er allemaal wél wordt bewerkstelligd, en wat het belang daarvan is voor ieders dagelijks leven.’ Er zijn voorbeelden te over van de toegevoegde waarde van het Europese samenwerkingsverband. Zowel Van Baalen en Fisher zijn overtuigd van het feit dat Europa meer is dan de som der delen. Niet alleen op het gebied van telecom – het spreekwoordelijke beste jongetje

20 leidraad


opinie

zijn aan de individuele lidstaten die nu al genoeg aan hun “hoofd” hebben met bezuinigingen.’ Dat vereist – wederom – heldere uitleg aan de burger.

van de klas – waarbij de telefoniemarkt geheel is opengebroken, waardoor er onder meer veel goedkoper kan worden gebeld. Maar ook op innovatiegebied. Fisher: ‘Door gezamenlijk Europees onderzoek zijn bijvoorbeeld materialen ontwikkeld die nu in alle dieselmotoren wereldwijd zijn doorgevoerd, ook in de Japanse auto-industrie.’ En natuurlijk wordt ingezet op de aanpak van grensoverschrijdende problemen, zoals het gebrek aan internetprivacy(wetgeving), de uitputting van natuurlijke hulpbronnen en de stijgende ziektekosten. Fisher: ‘Door minder in te zetten op specifiek landbouw- of industriebeleid, maar missies te formuleren, kun je een strategische visie ontwikkelen, om vanuit daar de echte uitdagingen van onze samenleving aan te pakken. Zeker op innovatie­gebied liggen oneindig veel kansen.’ Hierbij is Smart Specialisation (regio’s waar gespecialiseerde samenwerkingen ontstaan tussen bedrijven en onderzoeks­ instellingen) al een ingezette strategie. Fisher: ‘Alleen op die manier kun je blijvend innoveren, de concurrentie voorblijven en mondiale problemen aanpakken.’ Van Baalen pareert dat de regelgeving dan wel moet afnemen: ‘Net als in Silicon Valley moeten er vrijplaatsen ontstaan voor innovatieve ondernemende geesten.’ Fisher reageert: ‘Dat is waar, maar er liggen meer succesfactoren aan Silicon Valley ten grondslag. Ten eerste liggen de topuniversiteiten Berkeley en Stanford in de buurt. Daarnaast heerst er een vrij en onconventioneel klimaat, is er een enorme ondernemersgeest, en – niet onbelangrijk: je kunt er eenvoudig aan investeerders komen. In Europa gaat het veel gezapiger. Om tot die snelheid, dynamiek en creativiteit te komen, moet je meer doen dan regelgeving vereenvoudigen. Zoals anti­cyclisch investeren. Hoewel dat moeilijk te verkopen zal

De toekomst van de Europese (munt)unie ligt volgens Van Baalen in ‘diverse snelheden’. ‘Niet elk land hoeft lid te zijn van de eurozone; alleen als je aan de eisen voldoet, mag je lid worden. En niet, zoals in de Europese verdragen is vastgelegd, dat ieder nieuw EU-lid automatisch lid van de muntunie moet worden.’ Van Baalen keert zich ook tegen andere automatismen, zoals de toetreding van Turkije tot de EU of het lidmaatschap van Roemenië en Bulgarije van de Schengenzone. ‘Integratie en uitbreiding moeten langs de weg van de geleidelijkheid plaatsvinden. ‘Overstretch dreigt’, zegt hij. Door de focus op de muntunie sneeuwen andere belangrijke zaken onder, vindt Van Baalen ook. Zoals op een van zijn werkgebieden, veiligheid: ‘Alle landen besteden minder dan twee procent van hun BNP aan veiligheid en defensie. Ik vind dat onverstandig, zeker als je ziet hoe snel Rusland en China opkomen. China beheerst met haar langeafstandsmarine grote delen van de Stille Oceaan en de Zuid-Chinese Zee. En China heeft nu eenmaal de traditie dat ze die macht gebruikt om bijvoorbeeld een zeestraat af te sluiten. Waar onze schepen doorheen moeten...’ Ook op het gebied van binnenlandse veiligheid schiet Europa nog tekort, vindt hij. ‘Misdadigers traceren via uitwisseling van data, zoals bij Robert M., moet nog veel sneller kunnen.’ De machtsstrijd tussen de lidstaten verscherpt zich nu alle zeventien landen van de eurozone in een economisch en financieel korset zitten, waardoor de EU zelf ook bijna onregeerbaar wordt. Zeker nu de onderlinge welvaartsverschillen toenemen. Van Baalen voelt zich niet senang bij een parlement dat is gespitst op het vergroten van de macht omwille van de macht. ‘Van Rompuys plan om een Europese president te installeren, vind ik ongelooflijk onverstandig. Hij wil meer bevoegdheden naar Europees niveau halen, terwijl tachtig procent van de burgers hier tegen is. Dan moet je toch wel erg geïsoleerd leven? Daarnaast degradeert Van Rompuy de nationale presidenten en premiers van de lidstaten door ze ondergeschikt te maken aan die Europese president. Die op zijn beurt veel te machtig wordt.’ Van Baalen streeft duidelijk niet het Amerikaanse federale systeem na. Fisher beaamt dat: ‘Daar zijn we nu nog niet aan toe. Op organisatorisch vlak al helemaal niet, maar evenmin op cultureel en mentaal gebied.’ Europa is kortom een machtsbelust, log instituut dat te veel focust op – en bijna ten onder gaat aan – de crisis. Heeft Europa dan wel zelfreinigend vermogen? De Minerva-jaargenoten spreken groot vertrouwen uit. Fisher: ‘Er is niet minder dan een absolute

>> leidraad 21


cv mr.drS. hanS van baalen (1960) studeerde Nederlands en Internationaal recht (1979 ­ 1988). Tijdens zijn middel­ bareschooltijd en zijn studie in Leiden was hij freelance journalist (1977­1983). Daarna werd hij reserveofficier van de Koninklijke Landmacht (1986­heden; nu in de rang van reservekolonel), directeur Public Affairs Consultans bij Deloitte (1988­1998) en lid van de Tweede Kamer der Staten­Generaal voor de VVD (1999­2009). Van Baalen werd in 2009 lid van het Europees Parlement (ALDE); delegatieleider VVD, en later onder meer voorzitter van de Delegatie voor de betrekkingen met Japan, lid van de Com­ missie buitenlandse zaken en President van de Liberale Internationale.

cv mr. robbert fiSher (1961) stu­ deerde Nederlands recht en Intellectueel eigendomsrecht (1979 – 1987), en werd, via researcher bij Civi consultancy en een detachering bij de Europese Commissie, management consultant bij Pricewater­ houseCoopers MCS (1989–2000). Hij richtte zijn carrière daarna op beleidsadvies en strategische analyses, met name voor ICT, onderzoek en innovatie. Sinds 2011 is hij directeur van het JIIP, The Joint Institute for Innovation Policy. Deze Brusselse denk­ tank richt zich op onderzoeksgebaseerde ondersteuning van innovatieontwikkelingen. 22 leidraad

noodzaak dat we het redden. dus wordt het ook gered.’ van baalen voegt toe: ‘altijd als het moeilijk ging, kwam er een oplossing. dus nu ook.’ Maar dat is toch makkelijker gezegd dan gedaan? van baalen: ‘je moet landen als griekenland of spanje helpen, maar niet hun schulden overnemen. het is een kwestie van je aan de gemaakte afspraken houden. als deze landen dat niet kunnen of willen, dan is een vertrek uit de eurozone onvermijdelijk. ik kom geregeld in griekenland, maar ik bespeur er helaas weinig hervormingsbereidheid. hoewel het stappen uit de eurozone wel netjes moet gebeuren, zal het niet makkelijk gaan.’ Fisher: ‘een deel van onze welvaart is juist te danken aan die zuidelijke landen; we zijn net communicerende vaten. ik vind dus dat je alles eraan moet doen om deze landen erbij te houden. het is te gemakkelijk om in tijden waarin onze zwaktes bloot liggen, het bijltje erbij neer te gooien. Leer van die situatie en los het samen op.’ van baalen: ‘eruit stappen is inderdaad niet wenselijk, zeker niet gezien de sociale onrust in die landen. dus interne hervormingen zijn nu de enige oplossing. zij zullen onze noordelijke mores moeten overnemen én zich moeten houden aan het stabiliteitspact. het lidmaatschap van de eurozone mag niet vanzelfsprekend zijn. en een geordende exit moet altijd mogelijk zijn.’ een opmerking van de voorzitter van het europeSe parlement, martin SChulz, dat er een reële mogelijkheid bestaat dat europa uit elkaar valt, valt bij Fisher niet in goede aarde. ‘onverstandig. provocatief. ik geloof niet dat er één zichzelf respecterend politicus bestaat die europa wil opheffen. Wel is het mislukken van de grondwet een terugslag voor de effectiviteit van de eU. hoewel het verdrag van Lissabon een aantal problemen oplost, is er nog een lange weg te gaan om de bestaande monstrueuze pakketten aan te pakken, en zo de besluitvorming sterk te verbeteren. het is tijd om de klokken opnieuw gelijk te zetten. en daarna zal het de goede kant opgaan, zeker gezien de verbeterde transparantie en de betere gerichtheid op samenwerking tussen de lidstaten.’ de twee houden vertrouwen. Fisher: ‘over twintig jaar zullen de kinderziektes wel onder de knie zijn. Met politieke wil en moed komen we er.’ van baalen: ‘het gaat helemaal niet zo slecht met europa. We zitten in een overgangsfase met de munt, wat pijn zal doen. Maar als de europese samenwerking nog niet had bestaan, dan had die moeten worden uitgevonden.’ <


wiskunde & natuurwetenschappen Uiterst links: De mobiele malariatester won in de Mobile for Good-challenge. Links: UNAWE inspireert kinderen en jongeren. Rechts: Een reuzenammoniet geschonken door studenten. Uiterst rechts: 50 jaar ESO in de Sterrewacht.

iSPEX wint Academische Jaarprijs Het team iSPEX “Meet fijnstof met je smartphone” onder leiding van sterrenkundige dr. Frans Snik heeft de Academische Jaarprijs 2012 gewonnen. Aan de Academische Jaarprijs, be­ doeld voor het toegankelijk maken van wetenschap voor een breed publiek, is een bedrag van 100.000 euro verbonden. Met dat geld kan het team onder leiding van sterrenkundige Snik 10.000 opzetstukjes voor een smart­ phone en een bijbehorende app voor het meten van fijnstof laten maken. Hiermee kan met 10.000 deelnemers het grootste Nederlandse citizen science experiment ooit worden gerealiseerd. Zelf ook deelnemen aan het experi­ ment? Dat kan! Meer informatie: iSPEX.nl

resultaten sneller beschikbaar zijn: al na veertig minuten in plaats van na twee tot drie weken. Ook kan de tester bij zwangere vrouwen worden gebruikt.

Vakkundige ondersteuning Het nieuwe schoolvak Natuur, leven en technologie (NLT) bestaat pas vijf jaar maar nu al zijn vooraanstaande weten­ schappers, docenten en leerlingen er vol lof over. NLT is speciaal ontwikkeld voor havo- en vwo-leerlingen met veel interesse in bèta-vakken. De Universiteit Leiden facili­ teert NLT met een vaksteun­ punt waar scholen gebruik kunnen maken van practicaopstellingen, begeleiding en gastlessen. Meer informatie: www. science.leidenuniv.nl/index. php/regionaalsteunpuntleiden

Prijs voor mobiele malariatester

Nooit te jong om te leren!

Amplino, een mobiele malaria­ tester op basis van rtPCR, heeft de hoofdprijs gewonnen in de Mobile for Good-challenge van de Vodafone Foundation. De tester is ontwikkeld door Wouter Bruins, masterstudent Biologie & Science Based Business, samen met zijn partners Pieter van Boheemen en Jelmer Cnossen. Het grote voordeel van de tester is dat

De grootsheid van het heelal gebruiken als opstapje bij de kennismaking met wetenschap en technologie – dat is het even simpele als ambitieuze doel van het internationale programma Universe Awareness for Young Children (UNAWE). Het programma wil jonge kinderen (4-10 jaar) stimuleren om op te groeien tot nieuwsgierige, internationaal

georiënteerde volwassenen. Oprichter van het programma is de Leidse emeritus hoog­ leraar Sterrenkunde prof.dr. George Miley. Hij gebruikte hiervoor een deel van de prijs die hij ontving bij zijn aanstel­ ling als Akademiehoogleraar van de KNAW. Hoewel het programma pas in 2005 werd gelanceerd, nemen nu al veertig landen deel en telt het internationale netwerk bijna vierhonderd sterrenkundigen, leerkrachten en andere onder­ wijzers. Er is een breed scala aan gratis onderwijsmateriaal beschikbaar voor leerkrachten en andere onderwijzers. Ook worden er geregeld evenemen­ ten voor kinderen en trainingen voor leerkrachten georgani­ seerd. Binnen het EU-UNAWE Consortium, de Europese tak van het internationale pro­ gramma, werkt Nederland nauw samen met Duitsland, Italië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Afrika. De activiteiten binnen EU-UNAWE worden gefinancierd uit de 1,9 miljoen euro subsidie die de Europese Unie in 2010 aan het programma toekende en uit donaties van particulieren en bedrijven. Meer informatie: http://nl.unawe.org

Tweede broedplaats Het Lorentz Center is een internationaal centrum dat wetenschappelijke workshops

coördineert en financiert over de nieuwste wetenschappe­ lijke ontwikkelingen op zeer breed gebied. Het Center is daarmee een broedplaats voor vernieuwing en samen­ werking in de wetenschap. Onlangs is een tweede vesti­ ging geopend: het Lorentz Center@Snellius. Bijzonder aan de nieuwe locatie is dat er op alle muren kan worden geschreven – een geniaal idee kun je immers overal krijgen! Meer informatie: www.lorentzcenter.nl

Reuzenammoniet Studenten van de Honours Course Crises in biology hebben tijdens hun excursie naar Normandië afgelopen zomer een enorm grote ammoniet gevonden. De ammoniet hebben zij geschonken aan de faculteit, waar de ammoniet ook zal worden tentoongesteld.

50 jaar ESO Ter viering van het vijftigjarig bestaan van de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO) is er in de Leidse Sterrewacht een tentoonstelling te zien van vijftig spectaculaire sterren­ kundige afbeeldingen. Tot en met 4 april 2013 te zien in de Oude Sterrewacht. Meer informatie: www.oudesterrewacht.nl

leidraad 23


Europa

De blik gericht op Europa De Universiteit Leiden telt veel opleidingen en instituten die de blik naar buiten richten, op Europa – en verder. Hoe geven zij dit vorm en hoe zien zij de toekomst van het continent? Vier ervaringsdeskundigen vertellen hun verhaal. Tekst: Edith van Gameren Beeld: Rhonald Blommestijn

24 leidraad

Master Industrial Ecology

‘Grote problemen houden niet op bij de grens’ MIND is het internationale masterprogramma in Industrial Ecology, een gezamenlijk initiatief van de universiteiten van Leiden, Delft, Göteborg en Graz. Door samenwerking met universiteiten in Thailand, Japan en de Verenigde Staten kunnen studenten ook buiten Europa studeren. MIND is een Erasmus Mundus-programma: vanuit de EU worden studenten met beurzen ondersteund. Dr. Ester van der Voet coördineert het programma vanuit Leiden. ‘We hebben een tweejarig masterprogramma dat je volgt aan twee universiteiten. Iedere student studeert dus één jaar in Oostenrijk of Zweden, een aantal van hen gaat naar Thailand, Japan of de VS. Het aantal belangstellenden voor dit masterprogramma ligt rond de driehonderd studenten per jaar, terwijl we ongeveer achttien studenten aan­ nemen. Vooral studenten van buiten de EU zijn zeer geïnte-

>>


Europa

leidraad 25


Europa

Montesquieu Instituut

‘Het debat over Europa voeden met kennis’ Het Montesquieu Instituut is door vier Nederlandse universiteiten opgericht, waaronder de

resseerd. Het vakgebied is – ook in de bachelorfase – erg in opkomst en de master biedt internationale toevoegingen. Het is een pittig, interdisciplinair programma waarvoor we de beste studenten kunnen selecteren. De verschillende culturen zorgen soms voor een uitdaging; daarom bedenken we voor de introductieweek altijd een opdracht die hen vooral praktisch leert samenwerken. Juist die verschillen maken het interessant. Deze mensen weten elkaar straks over de hele wereld te vinden. Dat heeft dit vakgebied nodig. Grote problemen – zoals het klimaat en de grondstoffenschaarste – houden niet op bij de grens. We kunnen zeker niet zonder Europese samenwerking. Daarvan is in ons vakgebied iedereen overtuigd. Europa is eerder te klein dan te groot.’ De betrokken universiteiten hebben gezamenlijk een voorstel ingediend bij het Erasmus Mundus-programma. ‘We krijgen voor een periode van vijf jaar ondersteuning voor een beurzenstelsel. Wat betreft de Europese samenwerking tussen de universiteiten blijken praktische problemen nog vaak het grootste obstakel. Het bachelor-mastermodel is een grote verbetering geweest, maar er blijven bijvoorbeeld enorme verschillen bestaan in de hoogte van het collegegeld en de indeling van het studiejaar. Inhoudelijk sloten onze programma’s verrassend goed aan.’

Universiteit Leiden. Vanuit Campus Den Haag van de Universiteit Leiden is dr. Arco Timmermans onderzoeksdirecteur van het instituut. ‘De focus van het Montesquieu Instituut ligt op het functioneren van parlementaire stelsels en de manier waarop de spreiding van de macht vandaag de dag in de praktijk werkt. We kijken daarbij naar afzonderlijke landen maar ook naar Europa – naar de actuele situatie en naar de toekomst. We doen dat vanuit verschillende vakgebieden, zoals Parlementaire geschiedenis, Politicologie en Staatsrecht. Dat zorgt voor een interessante kruisbestuiving. Vanuit Campus Den Haag doen we vooral internationaal-vergelijkend onderzoek naar de “politiek van de aandacht”: welke onderwerpen verschijnen er op de politieke agenda in de Europese lidstaten en de EU-instellingen of verdwijnen juist daarvan, en wat is de wisselwerking met de media en de publieke opinie? Welk effect hebben gebeurtenissen zoals verkiezingen en crises op de dynamiek van de agenda? Het Montesquieu Instituut bestaat niet alleen uit “eurofielen” die uit zijn op de “promotie van Europa”. Onze bijdrage bestaat er vooral uit dat we de kwaliteit van het debat over Europa helpen verbeteren. Dat voeden we met wetenschappelijke kennis die breder toegankelijk wordt gemaakt. We zijn dus geen ideologische denktank, maar willen meer bewustzijn kweken over de wisselwerking tussen de lidstaten en de EU-instellingen, en het onderwerp dichter bij geïnteresseerde burgers brengen. Naast onderzoek organiseren we diverse activiteiten om deze vragen en mogelijke antwoorden voor het voetlicht te brengen. Het onderwijs dat wij verzorgen is bedoeld als iets extra’s bovenop de reguliere onderwijsprogramma’s van de universiteiten. Zo hebben we elk jaar een masterclass die open staat voor getalenteerde studenten van alle Nederlandse universiteiten en we zijn sinds kort ook verantwoordelijk voor de Nederlandse inbreng in het Model European Parliament. De komende masterclass is een policy laboratory in het nieuwe Living Lab van Campus Den Haag, waar de actuele vraag centraal staat wat eigenlijk een “eerlijke bijdrage” is van Nederland aan de EU. Wat je ook van de EU en de toekomst vindt, wij willen de kwaliteit van de discussie over dit belangrijke thema helpen verbeteren.’

Meer informatie: www.cml.leiden.edu/research/industrialecology

Meer informatie: www.montesquieu-instituut.nl

26 leidraad


Europa

‘Het thema Europa leeft meer’ Stefaan van den Bogaert

Europa Instituut

‘Driekwart van de wetgeving heeft een link met Europa’

European Union Studies

Het Europa Instituut (Faculteit der Rechtsgeleerdheid) is sinds 1957 gespecialiseerd in Europees

De studenten van European Union Studies – dé ultieme Europese masteropleiding in Leiden –

recht. Prof.dr. Stefaan van den Bogaert is hoogleraar Europees recht en directeur van het Instituut. ‘We ervaren voortdurend dat de invloed van het Europees recht op de maatschappij toeneemt. Sommige bachelorstudenten zijn nog steeds niet of nauwelijks geïnteresseerd in Europa, de EU of het Europees recht en denken dat ze nog zonder een gedegen Europeesrechterlijke basis kunnen. Die vlieger gaat echter niet meer op. Ruim driekwart van de huidige nationale wetgeving heeft op de een of andere manier een link met Europa. De interesse voor de reguliere masteropleiding Europees recht neemt gestaag toe. In de afgelopen vier jaar steeg het aantal studenten van circa 35 naar ruim zestig. Daarnaast is de laatste jaren de commerciële advanced master European and International Business Law ook een echt succesnummer. Met studenten van over de hele wereld zit deze al een tijdje tegen zijn maximumcapaciteit aan. Ook door de actualiteit merk ik een grotere betrokkenheid van de studenten bij Europa. Men maakt zich bijvoorbeeld duidelijk zorgen over de ontwikkelingen in de eurocrisis. Het thema Europa leeft meer. De Europese Unie heeft net de Nobelprijs voor de Vrede gekregen, een enigszins omstreden beslissing van het Nobelcomité. Op zich kan ik de kritiek ook wel begrijpen, maar tegelijkertijd kun je er niet omheen dat dit continent de laatste zestig jaar een langdurige periode van vrede heeft gekend, afgezien van de verschrikkingen in voormalig Joegoslavië, en dat dit in het verleden wel eens anders is geweest. Oorlog is binnen de EU nagenoeg ondenkbaar geworden. Dat is een niet geringe verdienste van de EU. Ik hoop dat men oog blijft hebben voor het positieve van Europa. Er is nog een heleboel werk te doen, maar er zijn ook al veel goede dingen verwezenlijkt waarbij we soms niet eens meer stilstaan.’

komen voor het grootste deel uit andere EU-lidstaten. Veel van de afgestudeerden komen uiteindelijk in Brussel terecht, maar de master biedt ook een uitstekende basis voor promotieonderzoek, vindt mr.dr. Bas van Bockel, hoofd van de masteropleiding. ‘Het is een eenjarige, interdisciplinaire opleiding. De master bestaat uit gelijke delen Geschiedenis, Economie, Politieke wetenschappen en Recht. Dat is een heel goede combinatie. Ik ben ervan overtuigd dat de interdisciplinaire aanpak het vruchtbaarst is voor vraagstukken die verband houden met Europese integratie. Toch zien we de belangstelling voor de master licht afnemen. Dat lijkt een gevolg te zijn van de eurocrisis. De mensen die nu de master kiezen, zien juist de kansen en het belang van het onderwerp; anderen spelen liever op safe. Ik begrijp die aarzeling – ik vind het ook spannend. Mijn kernspecialismen – Mensenrechten, Europees strafrecht en Mededingingsrecht – staan niet onder druk. Op die gebieden zal het belang van Europa blijven toenemen. Maar over de toekomst van het Europese project in zijn geheel maken ook Europese topacademici zich zorgen. Niemand kan op dit moment met zekerheid zeggen welke kant het opgaat, en daarbij komt dat het voor pas-afgestudeerden nu moeilijker is om aan een baan te komen. Als de euro knalt, maken we een enorme sprong terug in de tijd. De politieke gevolgen daarvan zouden heel ernstig kunnen zijn. Tegelijkertijd leert het verleden dat het Europese project tot nog toe altijd sterker uit iedere crisis is gekomen. Wat dat betreft kan deze crisis ook weer een motor voor verdere integratie zijn. Maar garanties zijn er absoluut niet en de risico’s bij deze crisis zijn misschien wel groter dan ooit.’ <

Meer informatie: www.law.leidenuniv.nl/org/publiekrecht/europainstituut

Meer informatie: www.hum.leiden.edu/history/eu-studies

‘De risico’s zijn bij deze crisis zeer groot’

leidraad 27


column

Trots op Europa Zelfkastijding en twijfel als je de Nobelprijs voor de Vrede krijgt. Ruzie over wie naar Oslo mag. Als Europeaan is het makkelijk om te vergeten wat een privilege het is hier geboren te zijn. Ik wil alle klagers aanraden wat meer te reizen, liefst buiten de EU. Vorig jaar was ik waarnemer bij de eerste vrije verkiezingen na de Arabische Lente, in Tunesië. “Mijn” kiesdistrict was de prachtige dadeloase Tozeur – in het diepe zuiden, aan de Algerijnse grens. Na een goed verlopen verkiezingsdag met lange rijen keurig wachtende mensen, ontmoette ik het regionale hoofd van de kiescommissie. Hij had tranen in zijn ogen: ‘Ik had nooit durven dromen dat ik in mijn leven nog vrije verkiezingen in Tunesië zou mogen meemaken’, zei hij.

CV Mr. Lousewies van der Laan

Begin mei van dit jaar gaf ik een training in Georgië, een Europees buurland met EU-aspiraties. Ik sprak er een studente van 21 die had gedemonstreerd voor meer transparantie in de bestedingen van haar universiteit. De avond na de demonstratie stond de politie op haar stoep. ‘Ik moest mee naar het politiebureau om urenlang ondervraagd te worden. Ik moest me uitkleden en kreeg uren niet eens een glas water, laat staan een advocaat’, zei ze. Het waren korte ontmoetingen met mensen die ik verder niet ken. Maar ze maken dat je weer even stilstaat bij hoe bijzonder het is om in een vrij deel van de wereld te leven. De transitie van tien voormalig communistische dictaturen naar relatieve rechtsstaten met een markteconomie noemt het Nobel Commitee terecht een van de grootste concrete successen van Europa. Maar Europa is méér dan een opsomming van succesnummers, zeg ik ook tegen Eurocommissarissen die steeds weer met de lage roaming-tarieven of de internationale erkenning van diploma’s op de proppen komen. Europa is een waardengemeenschap die progressieve krachten in de hele wereld inspireert: of het nu gaat om de gelijkheid tussen man en vrouw, de non-discriminatie van minderheden of het uitbannen van geldverslindende kartels en corruptie. Europa is wereldwijd een lichtend voorbeeld voor miljoenen activisten. Natuurlijk is het belangrijk dat we kijken naar wat er beter kan en moet in Europa en dat we daaraan hard blijven werken. Maar we mogen best een keertje dankbaar stilstaan bij onze vrijheid en welvaart. Om dan weer keihard aan de slag te gaan om de rest van de wereld te blijven inspireren. <

28 leidraad

is vicepresident van de Europese Liberaal-Democraten en onafhankelijk adviseur op het gebied van mensenrechten, democratie en rechtsstaat. Ze behaalde in 1990 haar meesterstitel in Leiden.


SOCiALE WETEnSCHAPPEn uiterst links: Begeleiding voor jonge hoog-risico moeders. links: Sander nieuwenhuis is als hoogleraar benoemd. rechts: Concrete doelen helpen tegen hartproblemen. uiterst rechts: Benjamin Pohl bestudeerde de drijfveren voor civiele en militaire operaties.

in MeMOriaM Dr. Dancker Daamen, universi­ tair docent bij de sectie Sociale & organisatiepsychologie, is op 27 september jongstleden overleden. Dr. Rien van der Leeden, universitair docent bij de sectie Methoden en Technieken, is op 24 juli jongst­ leden overleden.

een gOed begin Op 11 september jongstleden hebben de onderzoekers van het project Een goed begin (afdeling Orthopedagogiek, projectleider prof.dr. Hanna Swaab) een symposium georga­ niseerd voor alle professionals die met het onderzoeksproject samenwerken of willen gaan samenwerken. Bij Een goed begin worden jonge hoog­risico­ moeders tijdens hun eerste zwangerschap en na de geboor­ te van hun eerste kind gecoacht bij het ontwikkelen van hun moederrol. In het onderzoek wordt nagegaan wat het effect daarvan is op de ontwikkeling van de kinderen. Meer informatie: www.eengoedbegin-leiden.nl

benOeMing Cognitief psycholoog dr. Sander Nieuwenhuis is per 1 oktober 2012 benoemd tot hoogleraar in het vakgebied Cognitive neuroscience of decision making. Met zijn persoonlijke leerstoel zal hij het

profiel van de Universiteit Leiden op het terrein van brein en cognitie verder versterken.

aluMnibijeenkOMst Het Instituut Pedagogische Wetenschappen organiseert op vrijdag 12 april 2013 de twee­ jaarlijkse alumnibijeenkomst. Het thema van de bijeenkomst is Interdisciplinaire ontwikkelingen binnen Pedagogische Wetenschappen. Uiteraard is er naast het officiële programma volop gelegenheid bij te praten met oude vrienden en beken­ den. Alle alumni zijn van harte uitgenodigd. In januari 2013 verstuurt het Instituut de uitnodiging en kunt u zich via de website aanmelden.

OnderzOek Misbruik in de jeugdzOrg In opdracht van de commissie­ Samson hebben onderzoekers van de Universiteit Leiden onderzoek gedaan naar het vóórkomen van seksueel misbruik in de Nederlandse jeugdzorg. Het onderzoeks­ rapport is nu beschikbaar. De Leidse onderzoekers waren prof.dr. Lenneke Alink, prof.dr. Marian Bakermans­ Kranenburg, Saskia Euser, MSc, dr. Anne Tharner en prof.dr. Rien van IJzendoorn, allen van het Centrum voor Gezinsstudies van de afdeling Algemene en Gezinspedagogiek.

COnCrete dOelen tegen HartPrObleMen Dagelijks overlijden gemiddeld 110 mensen aan de gevolgen van hart­ en vaatziekten. Gelukkig veel minder dan vroeger, mede dankzij speciale hartrevalida­ tieprogramma’s gericht op een te hoge bloeddruk, een te hoog gewicht en roken. Hoewel deze programma’s een positief effect hebben, hebben hartpatiënten moeite om een gezonde leefstijl vol te houden. Gezondheidspsycholoog dr. Veronica Janssen is gepromo­ veerd op een nieuw leefstijlpro­ gramma met concrete levens­ doelen, die alleen kunnen worden gerealiseerd door blijvend gezond te leven. Janssen: ‘Wij hebben mensen gevraagd wat ze belangrijk vinden in hun leven, en waarom. Iemand zei dat hij zijn kleinkin­ deren graag wilde zien opgroei­ en, een ander wilde graag reizen met zijn partner. Deze levens­ doelen hebben ze getekend op een zogeheten motivatiekaart, om ze zichtbaar te maken. De revalidatie hebben we bij die levensdoelen laten aansluiten.’

drijFveren aCHter eu-deFensie Politicoloog dr. Benjamin Pohl is onlangs gepromoveerd op een onderzoek naar de drijf­ veren voor civiele en militaire operaties uitgevoerd onder het gemeenschappelijk veilig­ heids­ en defensiebeleid

(GVDB) van de EU. Pohl recon­ strueerde en analyseerde voor zijn promotieonderzoek de diplomatieke geschiedenis achter vier grote operaties: de militaire acties in Bosnië en Tsjaad en de civiele missies in Kosovo en Afghanistan. Hij kwam tot de conclusie dat de drijfveren vooral zijn geba­ seerd op binnenlandpolitiek.

agenda labyrint 1 maart 2013: Alumnisymposium met diverse sprekers 12 april 2013: Congres 17 mei 2013: Psychologen en Toekomstperspectief Congres. Voor dit congres is Labyrint op zoek naar afgestudeerde psychologen die studenten kunnen vertellen over hun loopbaan. Meer informatie via bestuur@labyrintleiden.nl 28 juni: Alumnilezing Meer informatie: www.labyrintleiden.nl

nieuwe POlitieke Partijen Als nieuwe partijen in het politieke bestel bepaalde thema’s op de parlementaire agenda zetten, besteden de gevestigde partijen daar ook meer aandacht aan. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van politicoloog Simon Otjes. Een effect op de verkiezingspro­ gramma’s is er echter nauwe­ lijks; dan richten alle partijen zich op hun eigen thema’s. leidraad 29


geesteswetenschappen Uiterst links: Onderzoek naar het arbeidsmarktperspectief van studenten. Links: Onderwijsprijs voor Chin-hui Lin. Rechts: Hoogleraar Koreastudies Remco Breuker. Uiterst rechts: Hoogleraar Militaire Geschiedenis Ben Schoenmaker.

Geesteswetenschappen scoort goed in rankings De Leidse Faculteit der Geesteswetenschappen staat in de ranglijst van de Times Higher Education Ranking (THE) op de zesde plaats binnen Europa en wereldwijd op de 26ste plaats. Hiermee is de faculteit in vergelijking met 2011 gestegen. De Universiteit Leiden als geheel staat op de 64ste plaats en is hiermee de hoogst geplaatste universiteit van Nederland. In de Keuzegids Elsevier worden drie opleidingen van Geesteswetenschappen door studenten als de beste van Nederland beoordeeld: Franse taal en cultuur, Geschiedenis en Griekse en Latijnse taal en cultuur.

Jouw vooruitzicht op werk In september is een voorlich­ tingscampagne gestart rondom het arbeidsmarktperspectief van studenten aan de Faculteit der Geesteswetenschappen. Het doel van de campagne is aankomende en huidige stu­ denten nog beter voor te lichten over hun toekomstperspectief. Welke voorbereiding werkt? En hoe snel vindt een alumnus een eerste baan? Het antwoord op deze en andere vragen geeft de faculteit in brochures, op websites en tijdens verschil­ lende voorlichtingsactiviteiten, 30 leidraad

gebaseerd op input van een recent arbeidsmarktonderzoek van de Studenten Loopbaan Service. Uit dit onderzoek bleek overigens dat maar liefst 71 procent van alle afgestudeer­ den tussen 2008 en 2012 binnen twee maanden een baan vond. Bent u afgestudeerd aan de faculteit en wilt u net als andere afgestudeerden helpen met de voorlichting? Of hebt u een goed idee voor de campag­ ne? Stuur dan een e-mail naar communicatie@hum.leiden­ univ.nl. Meer informatie: www. jouwvooruitzichtopwerk.nl en www.hum.leidenuniv.nl/ loopbaanservice

Studeren à la carte Samen met studenten colleges volgen, overdag en/of ‘s avonds? Waardevolle kennis opdoen op het gebied van geschiedenis; kunst, theater en film; talen en culturen? Inschrijven voor het voorjaar 2013 kan tot en met 21 januari 2013. Vraag de gratis studiegids aan: alacarte@hum.leidenuniv. nl of bekijk het aanbod op www.studiegids.leidenuniv.nl. Meer informatie: www.hum. leidenuniv.nl/alacarte Donateurs van het Leids Universiteits Fonds krijgen 10 procent korting.

Onderwijsprijs Chin-hui Lin MA, docente aan de opleiding Chinastudies,

heeft de Onderwijsprijs Geesteswetenschappen 2012 gewonnen. Zij ontving de prijs vanwege haar heldere en stimu­ lerende colleges en haar belangrijke rol in de professio­ nalisering van het taalonderwijs bij de opleiding Chinastudies.

Oraties Op 21 september jongstleden hield prof.dr. Remco Breuker, hoogleraar Koreastudies, zijn oratie ter aanvaarding van zijn ambt. De oratie viel samen met de oprichting van het onder­ zoekscentrum Leiden Initiative on Northern Korea (Leiden iNK), dat als doel heeft mythevor­ ming omtrent Noord-Korea tegen te gaan. Prof.dr. Ben Schoenmaker, hoogleraar Militaire Geschiedenis, heeft op 29 oktober 2012 zijn oratie gehou­ den, getiteld Vredesoperaties en de terugkeer van de oorlog.

Blijf op de hoogte Volg Geesteswetenschappen op Facebook: www.facebook.com/ HumanitiesLeiden en Twitter: @LeidenHum.

Potscherven ontcijferd De Leidse taalkundigen dr. Alwin Kloekhorst en prof.dr. Alexander Lubotsky, beiden werkzaam aan het Leiden University Center for Linguistics, hebben in de zomer

van 2012 een belangrijke ontdekking gedaan. Zij ontcij­ ferden enkele tientallen Frygische en Lydische inscrip­ ties op potscherven die waren gevonden in Daskyleion (NoordWest Turkije). Hiermee werd aangetoond dat Daskyleion tussen de zesde en derde eeuw voor Christus een multi-etni­ sche stad was. De ontcijfering van de potscherven was voor de Leidse taalkundigen extra belangrijk omdat van beide talen maar weinig fragmenten bewaard zijn gebleven. ‘Elk nieuw stukje tekst is dan welkom’, aldus Kloekhorst. Op pagina 31 vindt u een interview met professor Lubotsky over zijn vakgebied.

Perspectives on the World Brieven van Elizabeth Stuart, dialecten in de Chinese social media of het Nederlandse asielbeleid versus de praktijk – dit zijn slechts enkele voor­ beelden van bijzonder en spraakmakend onderzoek binnen de faculteit. In de jaarpublicatie Perspectives on the World, reflections of 20112012 komen studenten en wetenschappers aan het woord over hun onderzoek van het afgelopen academisch jaar. Wilt u een exemplaar aanvra­ gen? Stuur dan een e-mail met uw contactgegevens naar communicatie@hum. leidenuniv.nl


spotlight

Taalkundige speurneus

Taalwetenschapper prof.dr. Alexander Lubotsky doet onderzoek naar de Indo-Europese taalfamilie, waartoe naast het Nederlands bijvoorbeeld ook het Grieks, Latijn, Sanskriet, Perzisch, Armeens en de Keltische en Slavische talen behoren. ‘Taal draagt heel veel informatie in zich over de sprekers ervan: wie zij waren, hoe ze leefden en met wie zij contact hadden.’ Tekst: Karina Meerman Beeld: Martijn de Vries

‘Nauwe samenwerking met andere taalkun­ digen en filologen is voor Indo-Europeanisten van essentiëel belang,’ zegt Lubotsky. ‘Het veld is enorm groot, en geen Indo-Europeanist is in staat alle takken van het Indo-Europees even goed te beheersen. Het is daarom geweldig dat ik in Leiden collega’s heb die ik kan benaderen met vragen over de oorsprong of betekenis van een bepaald woord in het Hittitisch, Slavisch of Oudfries.’ Ook wordt de samenwerking met archeologen steeds intensiever. ‘In het begin gaat dat niet altijd gemakkelijk, maar door samen te werken leer je de juiste vragen aan elkaar te stellen.’

CV Van jongs af aan is prof.dr. Alexander Lubotsky, geboren in Rusland, gefascineerd door oude talen ‘en het wroeten daarin’. In de jaren zeventig kiest hij dan ook voor een studie Taalkunde aan de Lomonosov Universiteit in Moskou. In 1980 behaalt hij in Leiden zijn doctoraal in vergelijkende Indo-Europese taalwetenschap en in 1987 promoveert hij. Lubotsky werkt momenteel aan een Indo-Europees etymologisch woordenboek.

Zo kreeg deze taalspeurneus vorig jaar een uitnodiging van Turkse archeologen om graffiti te bekijken op scherven die zij hadden gevonden in het noordwesten van Turkije. Lubotsky en zijn collega Alwin Kloekhorst reisden afgelopen zomer ernaartoe voor nader onderzoek. Het bleken Frygische en Lydische teksten van zo’n 2.500 jaar oud. ‘Wat staat daar?’, vroeg de opgewonden archeoloog. ‘Een E’, antwoordde de taalkundige. ‘Maar wat betekent dat?’ ‘Dat weet ik niet, maar ik weet wél dat die E in het Lydische alfabet is geschreven en dus het meest waarschijnlijk door een Lydiër.’ Maar ook de taalkundigen moesten erachter komen welke vragen zinvol waren. Lubotsky: ‘We hebben gevraagd of die scherf Lydisch of Frygisch was, waarop de archeologen zeiden dat dit niet uit te maken was. Wél konden ze zeggen dat het plaatselijk aardewerk was. De pot was hier, in Daskyleion, gemaakt.’ Volgens Lubotsky leidde juist de combinatie van de taalkundige en archeologische argumenten tot het nieuwe inzicht dat Lydiërs in deze Frygische stad geleefd moeten hebben: de pot was niet uit Lydië geïmporteerd, maar ter plaatse door een Lydiër beschreven. < leidraad 31


Europa

Europese samenwerking redt levens Eurotransplant treedt op als tussenpersoon voor de orgaandonor en -ontvanger. Bij deze organisatie zijn transplantatiecentra aangesloten in Oostenrijk, België, Kroatië, Duitsland, Luxemburg, Slovenië en Nederland. Haar oorsprong ligt in Leiden en dan met name bij prof.dr. Jon J. van Rood en zijn ontdekking van het belang van HLA-weefseltypering. Tekst: Karina Meerman Beeld: Mark Horn

Oneerbiedig gezegd is Eurotransplant een callcentre met een grote database. Wanneer in een willekeurig ziekenhuis in een van de aangesloten landen een orgaandonor ligt (een patiënt die hersendood is en die heeft aangegeven zijn organen te willen doneren), dan meldt de transplantatieprofessional dit online bij de database van Eurotransplant. Hij geeft aan welk orgaan beschikbaar is (of welke organen beschikbaar zijn) en wat de conditie ervan is, en welke bloedgroep en welk weefseltype de donor heeft. In het centrum van Eurotransplant in Leiden worden de medische gegevens gecontroleerd op hun volledigheid en consistentie (zie kader pag. 34) en bij goedkeuring wordt – bij wijze van spreken – op de “match-knop” gedrukt. Voordat de organen daadwerkelijk uit het lichaam worden genomen, maakt Eurotransplant een zogeheten 32 leidraad

matchuitdraai met de lijst van mogelijke ontvangers uit een van de participerende landen. Vervolgens neemt het kantoor contact op met de arts van de patiënt en brengt deze in contact met de dokter in het transplantatiecentrum. Zij zorgen er dan voor dat het orgaan op tijd en in goede conditie van het ene naar het andere ziekenhuis wordt vervoerd voor transplantatie. De voorgeschiedenis tot de matchknop is lang, maar van recente datum. Een aantal belangrijke medische ontdekkingen was nodig voordat überhaupt organen met succes konden worden getransplanteerd. Al voor de Christelijke jaartelling kenden de Egyptenaren nose jobs, al werden deze niet uitgevoerd om cosmetische, maar om medische redenen. Huid van de arm werd gebruikt om dat van de neus weer te laten aangroeien. Ook bloedtransfusies kennen een lange geschiedenis. Beiden zijn vormen van transplantaties, maar orgaantransplantatie is relatief nieuw. Rond de eeuwwisseling ontdekte de Fransman Alexis Carrell dat bloedvaten chirurgisch aan elkaar konden worden aangesloten en daardoor groeide het besef onder medici dat dit ook met organen mogelijk moest zijn. In 1902 verwijderde de Oostenrijker Emerich Ullmann de nier van een hond om die weer terug te plaatsen in diens nek. De hond leefde niet lang, maar de operatie was een succes. Weer later realiseerde de Oostenrijker Karl Landsteiner zich dat de toen net door hem ontdekte bloedgroepen een belangrijke rol spelen in het al dan niet slagen van een transplantatie. De eerste succesvolle niertransplantatie vond plaats op 23 december 1954, tussen een eeneiige tweeling. Wanneer latere niertransplantaties falen, zet dit aan tot denken. Wat heeft een eeneiige tweeling nog meer gemeen dan alleen de bloedgroep? Het antwoord werd onder meer in Leiden gevonden. In het Academisch Ziekenhuis (AZL) aldaar werd in 1958 een zwangere vrouw binnengebracht. Op een bloedtransfusie


Europa

Eurotransplant is een continu­ bedrijf

Algemeen directeur Arie van Oosterloo (links) en voormalig directeur Guido Persijn.

Het aanmelden van patiënten op de wachtlijst, het maken van matches en het aanbieden van organen voor transplantatie gebeurt 24 uur per dag en 365 dagen per jaar. In 2011 vonden 6.536 postmortale organen via Eurotransplant hun weg naar ernstig zieke patiënten voor wie transplantatie veelal een “tweede leven” betekent.

leidraad 33


Europa

Organen matchen: leerzame bijbaan reageert zij met koorts en rillingen: het lichaam “stoot” het bloed af. Het is onverklaarbaar, omdat de vrouw nooit eerder een bloedtransfusie heeft gehad en dus geen antistoffen opgebouwd kan hebben. Het was prof.dr. Jon van Rood, toen hoofd van de bloedbank, die ontdekte dat antilichamen niet alleen via de rode bloedlichamen “reizen”. Bij zwangerschap komen ze via witte bloedcellen via de baby in het lichaam van de moeder terecht. Die ontdekking is een keerpunt geweest in de geschiedenis van transplantaties. Niet alleen de bloedgroep is belangrijk, maar ook het weefseltype, de HLA-groep. Deze ontdekking betekende dat nu ook buiten de naaste familie kan worden gezocht naar donoren, zolang het weefseltype maar het juiste is. Hier ligt ook het begin van Eurotransplant. Dr. Guido Persijn is behalve voormalig medisch directeur van Eurotransplant ook een rijke bron van transplantatiehistorie. Hij vertelt hoe Van Rood in de jaren zestig weefseltypen test op – vrijwillige – collega’s van het AZL. ‘Zij werden gekenmerkt door kleine huidtransplantaties op de arm.’ Persijn vertelt ook dat Van Rood meer studieobjecten wilde en dat Van Rood vond dat er één plaats moest zijn waar informatie over donoren en patiënten wordt opgeslagen. Leiden werkte in die tijd al samen met andere academische ziekenhuizen, onder andere in België, Duitsland en Zwitserland. Zij raakten ook betrokken bij Van Roods onderzoek en in 1967 richtte Van Rood Eurotransplant op waarmee de samenwerking formeel werd. Huidig algemeen directeur Arie Oosterlee: ‘De basis van onze organisatie is in feite een uit de hand gelopen studie.’ De ontwikkelingen in Leiden werden met interesse gevolgd door academici in binnen- en buitenland. Ook andere transplantatiecentra wilden zich aansluiten. ‘Het was een natuurlijk gevolg dat transplantatieprofessionals zich aansloten uit landen waarmee we al samenwerkten’, aldus Oosterlee. Tegenwoordig telt Eurotransplant zeven deelnemende leden, met kandidaatslid Hongarije als achtste in 2013. De internationale Europese samenwerking redt levens, zeggen Oosterlee en Persijn. Het vergroot het gebied waarin naar een juiste donor kan worden gezocht. ‘Een klein land met een patiënt met een afwijkend profiel kan via ons toch een passende donor vinden.’ Sinds de oprichting is er veel veranderd in transplantaties. De ontwikkeling van afstotingonderdrukkende geneesmiddelen heeft een vlucht genomen, waardoor ook andere organen dan alleen nieren voor transplantatie in aanmerking zijn gekomen. Transplantaties zijn gewoner geworden, waardoor er meer mensen op de wachtlijsten belanden. Persijn: ‘Mensen waren vroeger net zo trots op hun nationale transplantatie­ 34 leidraad

PAULINE SPRONK Medisch student Pauline Spronk moest 4,5 maand op cursus voor ze echt bij Eurotransplant aan de slag mocht. ‘Het klinkt heel simpel – op de match-knop drukken – maar daarvoor is écht iemand nodig met medische en anatomische kennis.’ Zo kunnen organen medisch niet optimaal zijn, maar nog wel transplanteerbaar. Ook de logistiek telt mee: hoeveel tijd is er nog om orgaan en patiënt bij elkaar te krijgen? ‘Er zijn veel redenen om af te wijken van de standaardmatch die de computer geeft. Urgentie telt uiteraard, maar wat als iedereen urgent is? En het transplantatiecentrum weet pas echt wat de kwaliteit van het orgaan is wanneer het voor hen ligt. Heel soms blijkt dat wanneer het orgaan is uitgenomen, de gemaakte match op basis van de inschatting vooraf, toch niet de juiste is. Dan moeten we met spoed op zoek naar een andere match.’ Gedurende die eerste vijf maanden combineerde Pauline haar eigen studie, de cursus, twee tot drie avonden in de week werken bij Eurotransplant en haar privé­ leven. ‘Ik ben een stuk efficiënter gaan werken, ik kan nu beter plannen en combineren. Mijn talenkennis Duits en Engels is erop vooruitgegaan en bovendien leer ik veel van het in groepsverband werken. De groepssfeer is super hier. Het zijn ervaringen die mij later als arts zeker van pas komen.’

centrum als op hun nationale luchthaven.’ Oosterlee: ‘Transplantatie is “slachtoffer” geworden van haar eigen succes. Ondanks dat er tegenwoordig veel meer donororganen beschikbaar zijn dan vroeger, is de wachtlijst enorm gegroeid, omdat orgaantransplantatie voor steeds meer patiënten een veilige en goede therapie vormt.’ Zo is Persijn betrokken geweest bij de ontwikkeling van het concept Old for Old. Oudere patiënten kwamen, voor de introductie van dit programma, door hun leeftijd vaak niet in aanmerking voor een nieuwe nier. Eurotransplant matcht nu oude nieren met oude patiënten. Uiteraard is het van groot belang dat alle centra identiek werken in hun HLA-bepaling. Zij werken daarom niet alleen volgens de Europese accreditatierichtlijn EFI (European Federation for Immunogenetics) maar Eurotransplant heeft ook haar eigen kwaliteitscontroles. Oosterlee: ‘Onze toetredingsprocedure vertoont belangrijke overeenkomsten met die van de EU. Buiten labstandaarden nemen we ook het infectierisico mee en de logistiek.’ Dan, met een glimlach: ‘Wij zijn heel streng.’


Rechtsgeleerdheid Van links naar rechts: Nieuwe benoemingen voor Jan Crijns, Jan-Peter Loof, Kees Goudwaard en Koos de Boer. Uiterst rechts: Thierry Baudet wint een prestigieuze fellowship.

Elsevier: Leiden scoort goed In de jaarlijkse Elsevierenquête waarin alle studierich­ tingen van alle universiteiten van Nederland met elkaar worden vergeleken, wordt de Leidse rechtenfaculteit heel hoog gewaardeerd. De master­ opleidingen worden door studenten unaniem als beste beoordeeld. Bij de bachelor­ opleidingen staan Fiscaal recht en Criminologie op de eerste plaatse en staan Rechts­ geleerdheid en Notarieel recht op een eervolle tweede plaats.

Benoemingen Mr.dr. Clementine Breedveld-de Voogd is per mei 2012 voor een dag per week aangesteld als hoogleraar Burgerlijk recht. Zij combineert haar hoogleraar­ schap met haar aanstelling als directeur van Moot Court. Mr.dr. Matthias Haentjens en mr.dr. Pim Rank zijn respec­ tievelijk per 1 augustus en 1 september jongstleden be­ noemd als hoogleraar Financieel recht. Zij zullen hun werkzaamheden verrichten binnen het Hazelhoff Centre for Financial Law. Mr.dr. Jan Crijns is per 1 sep­ tember 2012 benoemd tot hoogleraar Straf- en strafpro­

cesrecht aan het Instituut voor Strafrecht & Criminologie. Hij volgt prof.mr. Joan de Wijkerslooth-de Weerdenstijn op. Prof.mr. Martijn Polak, hoog­ leraar Internationaal privaat­ recht en privaatrechtelijke rechtsvergelijking, is per 1 september 2012 benoemd tot raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden. Mr. Jan-Peter Loof, universitair docent Staats- en bestuurs­ recht, is per 21 september 2012 benoemd tot lid van het College voor de Rechten van de Mens, een nieuw opgericht college dat de mensenrechten in Nederland moet beschermen. Prof.mr. Kees Goudswaard, hoogleraar Toegepaste econo­ mie en bijzonder hoogleraar Sociale zekerheid, is per 1 oktober 2012 benoemd tot lid van de raad van commissaris­ sen van de Nederlandsche Bank. Mr.dr. Koos de Boer is per 1 januari 2013 benoemd tot hoogleraar Algemeen belasting­ recht.

veerd op het proefschrift Secular Totalitarian and Islamist Legal-Political Philiosophy. Hierin gaat hij onder meer in op de vraag of islamisme een gevaar vormt voor de samenleving en zo ja, of de bedreiging het grootst is voor moslims of niet-moslims.

Cum laude gepromoveerd

Oratie

Dr. David Suurland, werkzaam bij de afdeling Encyclopedie van de rechtswetenschap, is onlangs cum laude gepromo­

Masterjaar Jeugdrecht feestelijk geopend Op 6 september jongstleden is het eerste masterjaar Jeugdrecht feestelijk geopend met een themabijeenkomst in de Sterrewacht. Deze nieuwe masteropleiding is met 28 studenten van start gegaan.

Veel nieuwe studenten Voor het studiejaar 2012-2013 hebben maar liefst 1.163 eerstejaars studenten zich ingeschreven aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Koploper is de studie Rechtsgeleerdheid, met 825 studenten.

In november jongstleden heeft prof.mr. Ton Liefaard, UNICEF hoogleraar Children’s Rights, met een oratie zijn ambt aan­ vaard. Het onderzoek van

Liefaard richt zich op kinder­ rechten vanuit nationaal en internationaal perspectief.

In memoriam: Piet Sanders Kunstmecenas en jurist prof.mr. Piet Sanders is op 27 septem­ ber jongstleden overleden. Hij is 100 jaar geworden. Sanders stond aan de wieg van onze huidige arbitragewetge­ ving, maar ook aan die van het Executieverdrag van New York 1958 en die van de UNCITRAL Arbitration Rules 1976. Hij had een bijzondere band met Leiden. Sanders was de eerste promovendus die na de Tweede Wereldoorlog aan de Universiteit Leiden promoveer­ de en wel bij de beroemde hoogleraar Cleveringa, die wegens zijn protestrede door de Duitse bezetter was opgepakt en gevangengezet.

Prestigieuze Fellowship voor Baudet Dr. Thierry Baudet heeft de German Marshall Fund Memorial Fellowship gewonnen. Dit fellowship wordt jaarlijks door het German Marshall Fund (Washington DC, VS) uitgereikt aan jonge Europeanen tussen de 28 en 40 jaar met uitmun­ tende professionele prestaties. leidraad 35


waar leiden toe kan leiden

EERST EUROPEAAN, DAN NEDERLANDER Eenmaal gevallen voor Europa lijkt er geen weg terug. Vier alumni over Europa als speelveld, als nieuw thuis, als plaats van onbegrensde mogelijkheden en als onontkoombare toekomst. Tekst: Ruud Slierings Beeld: Martijn de Vries

‘Hoe kan een pro-Europees, open en progressief land veranderen in een mopperend, in zichzelf gekeerd land dat de kont tegen de krib gooit?’ Drs. Sophie in ‘t Veld 1982-1991: Geschiedenis (specialisatie Middeleeuwen). 1993-1994: gemeente Gouda, lid bestuur D66 Delft. 1994-1996: medewerker D66-fractie Europees Parlement. 1996-2004: fractiesecretaris Europese Liberalen en Democraten. 2004-heden: D66-Europarlementariër. Plaatsvervangend lid commissie economische en monetaire zaken, vicevoorzitter commissie voor burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken, oprichter en voorzitter Europees Parlementair Platform voor Secularisme in de Politiek en vicevoorzitter parlementaire intergroup die opkomt voor LGBT-rechten. Voorzitter Humanistische Omroep.

36 leidraad


waar leiden toe kan leiden

‘In Nederland gaat het politieke gesprek over details, terwijl we in Brussel praten over een transitie in de Europese samenwerking’ DRS. Ludolf van Hasselt 1976-1981: Internationaal recht. 1981-1982: UNHCR. 1982-1990: Rijksluchtvaartdienst. 1992-1999: Luchtvaartexpert Europese Commissie. 1999-2002: Namens Nederland in de Raad van de Internationale Burgerluchtvaart Organisatie ICAO. 2002-2006: Afdelingshoofd DG Vervoer en Energie EC. 2006-2011: Directeur Vertegenwoordiging EC in Nederland. 2011-heden: Hoofd afdeling Strategie en voorlichting vertegenwoordigingen EC.

leidraad 37


waar leiden toe kan leiden

‘Omdat Europa een juridische constructie is en geen staat met een lange historie, roept dat altijd existentiële vragen op: waarom bestaat Europa?’ Ludolf van Hasselt

Al op de middelbare school wist Ludolf van Hasselt dat hij weg wilde uit Nederland: ‘Ik heb erover gedacht een camping in Frankrijk te beginnen, maar een studie leek toch meer wegen te openen. Internationaal publiekrecht had de geur van de grote wereld.’ Zijn specialisatie Lucht- en ruimterecht accentueerde dat romantisch verlangen naar “buiten” en zette de toon voor de eerste twee decennia van zijn carrière, waarin hij onder meer voor de Rijksluchtvaartdienst en als luchtvaartexpert voor de Europese Commissie werkte. Zijn functies hadden altijd een internationaal perspectief. Waarbij de studie goed van pas kwam: ‘Van de mensen die Lucht- en ruimterecht hebben gestudeerd, zijn er weinig die hun studie actief hebben vormgegeven in een loopbaan. Maar op een gegeven moment had ik wel genoeg van de luchtvaart.’ Maar niet van het internationale perspectief. Hij werd hoofd van de vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Den Haag – ‘een soort ambassadeur, alleen noem je het niet zo omdat de Commissie geen land is’. En nu geeft hij leiding aan alle 37 vertegenwoordigingen van de Commissie: ‘Contacten onderhouden met politiek, pers en civil society, het Europese beleid in elk land goed uitleggen en vanuit elk land informatie terugkrijgen in Brussel. Wij zijn de ogen en oren van de Commissie in de lidstaten.’ Dat Europese beleid vergt inderdaad veel uitleg: ‘De kennis is niet hoog, mensen vinden het vaak ingewikkeld. Bovendien: er gebeurt zóveel, op economisch gebied, maar ook in de omvorming van Europa. Demografische verschuivingen, opkomst van nieuwe landen, de positie van Europa in de wereld, de financiële crisis. Daarbij komt dat de ideologische bevlogenheid over Europa weg is; men wil weten: wat heb ik eraan? Niet iedereen hoeft het eens te zijn met het beleid, maar we 38 leidraad

moeten wel duidelijk maken wat dat beleid is. Politici gaan dat uit de weg, terwijl mijn ervaring is dat als je de tijd neemt om de zaken serieus te belichten en voorbij de slogans te gaan, er weinig mensen zijn die fundamentele problemen met Europa hebben. Voor die steun moeten de nationale regeringen vechten. Doen ze dat niet, dan kun je niet de verreikende beslissingen nemen die nodig zijn.’ Ook voor Ellen de Kreij is Europa het speelveld, zij het vanuit een andere invalshoek. Ze is Director Investor Relations bij Apax en reist voor institutionele beleggers door zo ongeveer heel Europa. Dat haar toekomst in de financiële sector lag, was alles­behalve duidelijk toen ze als zeventienjarig meisje in Leiden arriveerde: ‘Ik wilde per se studeren, en het bedrijfsleven in. Maar hoe of wat, geen idee. Rechten leek me generalistisch en vormend genoeg om die stap te kunnen zetten, Economie zou te veel richtinggevend zijn geweest.’ Na de studie leerde ze het “veldwerk” van het bedrijfsleven kennen. Na een jaar op het Shell-hoofdkantoor, kreeg ze de leiding over vijftig benzinestations in de regio Eindhoven: ‘Ver weg van de rechtenstudie. Ik heb wekenlang met mijn voorganger, een econoom, rond­ getoerd langs de stations. Hij wist veel meer dan ik; ik had flinke hiaten in mijn financiële kennis. Daarom ben ik mijn MBA in Harvard gaan halen.’ En daarna stonden de financiële dienstverleners op de stoep. Ze koos voor investment banking bij Merrill Lynch in Londen: ‘Daar vielen alle stukjes op zijn plek. Mijn juridische achtergrond, mijn MBA, mijn sales-ervaring. Net een Lego-huisje dat werd opgebouwd. Ik heb in verschillende sectorteams gezeten, kreeg Europa als werkterrein, en heb ontzaglijk veel geleerd. In 2002 was ik klaar om van de

financiële advieswereld over te stappen naar de investeringswereld.’ Wie bijna twintig jaar Europa als werkterrein heeft, heeft Europa zien veranderen: ‘Toen we eind jaren negentig in de technologie-boom zaten, kon er veel. Europa was een open eenheid. Dat is nu anders door de economische recessie. De regelgeving voor institutionele beleggers, mijn klanten, is fors aangescherpt. En men lijkt meer gefocust op nationaal zakendoen. Aan de andere kant is er nu een generatie in het bedrijfsleven in opkomst die veel internationaler georiënteerd en beter benaderbaar is. Die openheid is belangrijk. Nederlanders gedijen goed daarin. Over het algemeen vinden buitenlanders het prettig om met Nederlanders zaken te doen, omdat we gezien worden als straight shooters.’ Iets andere feedback krijgt Sophie in ‘t Veld van haar collega’s in het Europees Parlement: ‘Velen vragen me wat er aan de hand is in dat eens zo pro-Europese land. Hoewel ik niet Nederland vertegenwoordig maar de mensen die de Europa-visie van D66 onderschrijven, voel ik me wel geroepen om daarop antwoord te geven. Alleen, ik snap het zelf soms ook niet. Hoe kan een pro-Europees, open en progressief land veranderen in

>>


waar leiden toe kan leiden

‘Buitenlanders vinden het prettig om met Nederlanders zaken te doen, omdat we gezien worden als straight shooters’ Mr. Ellen de Kreij 1983-1989: Burgerlijk recht. 1989-1992: Shell Nederland, medewerker strategische planning en accountmanager. 1992-1994: MBA Harvard Business School. 1994-1998: Merrill Lynch (Londen), fusies & overnames, adviseur in sectoren financiële instellingen, technologie & telecom. 1998-2002: Broadview (Londen), technologie M&A. 2002-heden: Apax Partners (Londen), Director Investor Relations, aandachtsgebied Europa.

leidraad 39


waar leiden toe kan leiden

een mopperend, in zichzelf gekeerd land dat de kont tegen de krib gooit?’ Misschien daarom zal In ‘t Veld niet snel afscheid nemen van Brussel. Ze had geen politieke carrière voor ogen toen ze ging studeren – ‘mijn kroegmaatjes waren lid van D66, zo begon het’ – maar dit is wel de rol waarin ze zich lekker voelt: ‘Ik ben nieuwsgierig naar “de ander”: waar kom je vandaan, hoe denk je, wat is je voorgeschiedenis? Dat werkt bij mij als een spiegel en dwingt me naar mijn eigen identiteit te kijken. Daarbij komt dat vraagstukken van persoonlijke vrijheid en overheersing me enorm fascineren, de verhouding tussen burger en overheid. Europa is bij uitstek de plek waar deze issues een rol spelen.’ Ze maakt inmiddels acht jaar deel uit van het Europees Parlement. Als kind werd ze thuis al geconfronteerd met de buitenwereld – haar moeder verhuurde kamers aan buitenlanders die een cursus Internationaal recht op het Vredespaleis volgden. Toch is Europa pas na de studie in beeld gekomen. Na de kennismaking met D66 is ze langzaam maar zeker ‘erin gezogen’: klusjes voor Kamerleden, meeschrijven aan uitgangspunten van de partij, lokaal partijbestuur. Voor ze het wist, zat ze in Brussel, eerst als medewerker van Europarlementariër Johanna Boogerd, vervolgens als fractiesecretaris van de Alliantie van Europese Liberalen en Democraten, en sinds 2004 dus als parlementariër: ‘De actieve politiek begon me steeds meer te boeien. Op school had ik altijd een mening, ik was fel en bemoeide me overal mee. Door mijn studie heb ik leren denken en redeneren op een manier waar ik veel aan heb. En in mijn werk in Brussel kan ik me dagelijks bemoeien met politiek gevoelige onderwerpen en dingen die er volgens mij echt toe doen, zoals grondrechten voor Europese burgers.’

40 leidraad

‘Door mijn studie heb ik leren denken en redeneren op een manier waar ik veel aan heb’ Sophie in ’t Veld

Het dagelijks contact met mensen uit andere landen en culturen beschouwt Maurits Lugard als een van de belangrijkste USP’s van zijn werk. Tijdens zijn stage in Brussel had hij het gevoel in ‘één groot zomerkamp’ terechtgekomen te zijn. Dat gevoel is ruim twintig jaar later niet anders: ‘Ik ben verslaafd aan de multiculturele omgeving. Brussel is met al die instituties daarvan het centrum. Een vergadering met tien man betekent dat er al snel acht nationaliteiten aan tafel zitten. Na de stage wist ik: deze jongen gaat niet meer terug naar Nederland.’ Toch heeft Lugard Brussel in zijn carrière verschillende keren de rug toegekeerd. Vooral om verder te studeren – in Bologna, Washington en Michigan – maar ook om elders een leven op te bouwen. Na een periode van negen jaar als ambtenaar bij de Europese Commissie, besloot hij met zijn latere echtgenote (een Amerikaanse) naar Washington te gaan. ‘Ik vertegenwoordigde in mijn laatste jaren als ambtenaar de Commissie bij de WHO, die slepende handelsgeschillen beslechtte. Daar is mijn liefde voor het juristenwerk weer teruggekomen. De verhuizing naar de VS was een mooie aanleiding om daaraan gehoor te geven

en de overstap naar de private sector te maken.’ Lugard begon bij een klein kantoor dat na anderhalf jaar opging in het wereldwijde Sidley-collectief (met 1.700 juristen). En zo gaan die dingen: Sidley besloot in 2003 een Life Sciences-praktijk in Brussel te openen. Wie kende daar nu beter de weg dan Lugard? ‘Dus zijn we met de familie terugverhuisd naar Brussel en heb ik de praktijk opgezet: farmaceutisch recht, voedselrecht, cosmetische producten, medische apparatuur. Wij adviseren cliënten in alles wat met Europese regelgeving en besluitvorming te maken heeft.’ Al tijdens zijn stage ontdekte Lugard wat bepalend zou worden voor zijn verdere loopbaan: ‘Ik voelde me allereerst Europeaan, pas daarna Nederlander. Ook in mijn persoonlijk leven is de multiculturele context tastbaar. Ik ben getrouwd met een Amerikaanse, mijn kinderen spreken vloeiend Nederlands en Engels en zeer goed Frans, en we wonen in “de Randstad van Europa”.’ Geen twijfel bij deze alumni: Europa is de toekomst, en niet alleen op ideologische gronden. Volgens Lugard kost ‘het nationale belang’ business: ‘Voorbeeld: er is een Europese richtlijn voor medisch onderzoek uit 2001 met veel speelruimte voor individuele landen. Dat betekent dat een onderzoek in acht landen acht varianten van regelgeving kent. Cliënten vinden dat te lastig en kiezen voor een ander continent. Overigens ziet de Europese Commissie dat ook in en wil men Europa als competitief centrum voor ontwikkeling en innovatie populair maken.’ De Kreij kan zo’n switch alleen maar toejuichen: ‘Ik zie geen andere toekomst voor landen als Nederland dan een internationale. Sterker nog: we moeten niet alleen verder kijken dan de landsgrenzen, ook Europa

>>


waar leiden toe kan leiden

‘Ik voelde me allereerst Europeaan, pas daarna Nederlander’ Mr. Maurits Lugard 1982-1989: Nederlands recht. 1989-1991: Internationale Betrekkingen en Economie (Johns Hopkins University, Bologna en Washington). 1991-2000: Europese Commissie, DG Industrie en Juridische Dienst. 1996-1997: Internationaal Handelsrecht (University of Michigan). 2000-heden: Partner bij Sidley Austin, Praktijk Life Sciences Brussel.

leidraad 41


waar leiden toe kan leiden

‘Ik zie geen andere toekomst voor landen als Nederland dan een internationale’ Ellen de Kreij

transitie in de Europese samenwerking, over een structuur voor verdere, noodzakelijke Europese integratie.’

moet zich mondiaal manifesteren.’ Van Hasselt is optimistisch, want dat meer samenwerking gewenst is, daarover is iedereen in Nederland het wel eens: ‘Maar omdat Europa een juridische constructie is en geen staat met een lange historie, roept dat altijd existentiële vragen op: waarom bestaat Europa? Dat moet je dus uitleggen. Wat het lastig maakt, is dat je makkelijker met wat quotes Europa in een kwaad daglicht kunt stellen dan dat je in een paar eenvoudige woorden uitlegt waar het echt om gaat.’ Dat laatste is ook de ervaring van In ‘t Veld, die mede door haar studie heeft geleerd zaken in perspectief te plaatsen: ‘Als je het politieke en publieke debat volgt, lijken veel mensen te denken dat de nationale identiteit zo’n beetje genetisch is bepaald, terwijl het een recente uitvinding is die historisch gezien helemaal niet zo natuurlijk is. Het idee dat Europa alleen maar een samen­ werkingsverband van natiestaten is, is volstrekte onzin.’ Van Hasselt: ‘Ik ben ook verbaasd als ik zie welke grote beslissingen in Brussel moeten worden genomen en waarover in Nederland het politieke gesprek gaat: over details, terwijl we in Brussel praten over een 42 leidraad

Overtuiging alom. Was die er al in Leiden? Van Hasselt: ‘Die is er gevormd, met dank aan inspirerende hoogleraren als Wassenberg, directeur KLM, en Kooymans, onze latere minister. Ik wist wel dat ik “iets buitenlands” wilde doen, maar had nog geen idee wat. De studie, mijn werk in het faculteitsbestuur en de studievereniging Telders hebben de toon gezet.’ Lugard wilde dierenarts worden. Maar omdat hij werd uitgeloot, werd het Rechten ‘en dus Leiden’. Die studie, plus de nevenactiviteiten (bestuurswerk en de organisatie van congressen voor Europese studenten) ontbrandden het Europese vuur: ‘Mijn tijd in Leiden is bepalend geweest voor wat in mijn verdere leven is gebeurd. De manier van denken en werken, de vaardigheden, de inspiratie, het netwerk, het is een combinatie van al die dingen.’ Voor De Kreij was Leiden een min of meer defensieve keuze, haar ouders woonden niet in Nederland: ‘Ik wilde niet in een grote stad wonen. Het compacte van Leiden, het campus-gevoel, was precies wat ik zocht. Alles prima geregeld, met het lidmaatschap van Minerva als een prettige component van het studenten­ leven.’ In ‘t Veld heeft niet in Leiden gewoond: ‘Mijn studie heeft heel veel bijgedragen aan de manier waarop ik in het leven sta, naar de maatschappij kijk en politiek bedrijf. Het andere deel van mijn persoonlijkheidsontwikkeling heeft niet in Leiden plaatsgehad maar in Delft, waar ik woonde en mijn vriendenkring heb opgebouwd. Delft is een stad van doen, meer praktisch gericht.’ Van Hasselt noemt diezelfde persoonlijkheidsontwikkeling als belangrijkste pluspunt: ‘Als ik niet in Leiden had gestudeerd, of een andere studie had

gedaan, had ik die ontwikkeling ook wel doorgemaakt. Maar als ik niet had gestudeerd, was het een stuk moeilijker geworden.’ Dat geldt ook voor De Kreij, al vond ze inhoudelijke bijscholing later wel noodzakelijk: ‘Wat je in het bedrijfsleven nodig hebt, is street smarts, sociale en commerciële handigheid, zelfverzekerdheid. Dat sociale heb ik in Leiden ontwikkeld: leren volhouden, vrienden maken, meedoen met wat de universiteit en de stad te bieden hebben. Dat was de basis waarop ik me commercieel verder heb kunnen ontwikkelen.’ <

‘Mijn tijd in Leiden is bepalend geweest voor wat in mijn verdere leven is gebeurd’ Maurits Lugard


editorial

verenigingsnieuws Links: Eva Jinek houdt de vierde Juffermans­lezing. Rechts: Voorzitter van het Lustrumcomité LSC 1962 A.P. Varekamp met het bronzen sculptuur.

Quintus - Reünistenblokborrels Het reünistenbestuur van Quintus organiseert in februari 2013 voor de derde keer de reünistenblokborrels. Zaterdag 2 februari 2013: blokborrel voor de jaren 1979-1992 Zaterdag 9 februari 2013: blokborrel voor de jaren 1989-2002 Vanaf 21.00 uur in de Singelzaal op Quintus. Kom met je dispuut, huis of gewoon gezellig met je beste Quintus-vriend(in).

Quintus – 4de Juffermanslezing De jaarlijkse Juffermanslezing op Quintus door een prominente oud-Quint is op vrijdag 12 april 2013 door Eva Jinek. Meer informatie: www.reunistenquintus.nl

lustrumjaar af te sluiten en is er de gelegenheid om elkaar een voorspoedig jaar te wensen. Noteert u ook alvast de jaarlijkse reünistendag in uw agenda: 18 mei 2013. Van de andere activiteiten houden we u graag op de hoogte via Twitter (@horusreunisten) en via onze pagina’s op Facebook en LinkedIn. Daarnaast kunt u het natuurlijk allemaal terugvinden in de periodieke nieuwsbrief en op onze eigen website: www.horusfonds.org. Nog wel lid van Catena, maar eigenlijk niet zo vaak meer aanwezig? Denk ook eens aan het reünistenschap om zo de vereniging te blijven steunen. Zie hiervoor ook onze website of neem contact op met secretaris@horusfonds.org.

Zaterdag 12 januari 2013: Reünistenavond voor de jaren 1981-1990 Zaterdag 19 januari 2013: Reünistenavond voor de jaren 1991-2002 zondag 27 januari 2013: VVSL Diesviering

Catena - Reünistenfonds Horus Er worden steeds meer activiteiten georganiseerd voor de reünisten van Catena. In de afgelopen periode waren er een drukbezochte blokborrel en een oudbesturendag voor alle jaargangen van de besturen van Catena. De reacties zijn allemaal zeer positief. In 2013 zullen dan ook opnieuw activiteiten worden georganiseerd. Met Oud & Nieuw is er uiteraard een feest op Catena om het

Minerva 200 Over anderhalf jaar viert Minerva haar Twee Eeuwen Feest: het 40ste lustrum van de Sociëteit. Vrijdag 27 en zaterdag 28 juni 2014 zijn gereserveerd voor alle reünisten.

Minerva Scholarship Fund Minerva – “Vrijheidsbeeld” voor de Universiteit

Minerva – Agenda

voor de schenking van het beeld als volgt: ‘Wij, die vandaag terugkijken op de afgelopen vijftig jaar, realiseren ons hoe belangrijk die herwonnen Vrijheid ook voor ons persoonlijk is geweest, omdat wij daardoor aan de – heropende - universiteit in vrijheid hebben kunnen studeren; iets waarop ten tijde van onze geboorte in 1944 allerminst zicht was.’

Op zaterdag 10 november jongstleden vierden de oud-studenten van het jaar 1962 van het Leidsche Studenten Corps (LSC) het feit dat zij vijftig jaar geleden met hun studie aan de Universiteit Leiden zijn begonnen. Ter gelegenheid van dit bijzondere lustrum boden zij de universiteit een speciaal voor deze gelegenheid vervaardigd “Vrijheidsbeeld” aan: een uit gevangenschap opvliegende bronzen uil. Het beeld is te bezichtigen in de voortuin van de Hortus Botanicus. De in opdracht door beeldhouwer en kunstenaar Philip de Koning vervaardigde sculptuur herinnert aan de bevrijding en het herstel van de academische vrijheid aan de Universiteit Leiden in 1945. Het beeld draagt de naam Praesidium Liberatae Libertatis, Bolwerk der Herwonnen Vrijheid. Voorzitter van het Lustrumcomité LSC 1962, dr. A.P. Varekamp, verwoordde de motivatie

Stichting Minerva Scholarship Fund (MSF) stelt zich ten doel beurzen te verschaffen voor studie- en onderzoeksprojecten binnen verschillende wetenschappelijke disciplines. Het streven van MSF is om bijzondere en exclusieve projecten van studenten te ondersteunen in binnen- en buitenland. MSF is het eerste studiefonds op initiatief van een studentenvereniging. Jaarlijks toetst de Raad van Toewijzing, bestaande uit Leidse wetenschappers van verschillende disciplines, de aanvragen. De verstrekte beurzen dienen in algemene zin ten goede te komen aan het studie- of onderzoeksproject van de aanvrager. Men kan hierbij denken aan de financiering van daadwerkelijk onderzoek, maar ook aan verblijfskosten in het buitenland. MSF is een Algemeen Nut Beogende Instelling in de zin van de Wet Inkomstenbelasting. Kijk voor meer informatie op www.minervascholarshipfund.com leidraad 43


editorial DIES Voor alumni

Leidse bloei Programma Dies voor alumni 2013 Op zaterdag 9 februari 2013 vindt de diesviering voor alumni plaats. De Universiteit Leiden en het Leids Universiteits Fonds (LUF) verzorgen deze bijzondere dag voor alumni, met lezingen door Leidse wetenschappers, een workshop en een juniorprogramma. U bent van harte welkom! Programma 12.00 uur – 13.15 uur Ontvangst met lunch

15.15 uur – 15.45 uur Pauze

13.15 uur – 13.45 uur Uitreiking Leidse Universitaire Scriptieprijs 2012 door prof.mr. Carel Stolker, Rector Magnificus en voorzitter College van Bestuur Universiteit Leiden De Leidse Universitaire Scriptieprijs wordt uitgeloofd door Reünisten Minerva 1957/1961 en bedraagt twee keer € 3.000. De prijzen worden uitgereikt voor de beste alfa- en de beste bètascriptie van het studiejaar 2011/2012.

15.45 uur – 16.45 uur Keuze uit vier lezingen: • De impact van prehistorische jade in Oost-Azië door dr. Ilona Bausch • De VOC en de islam: botsing of dialoog? door prof.dr. Jos Gommans • Sterke eerstelijnsgeneeskunde voor kwetsbare ouderen door prof.dr. Jacobijn Gussekloo • Bewaring van effecten: saai? door prof.mr. Pim Rank

13.45 uur – 14.15 uur Opening door prof.mr. Carel Stolker en mr. Folkert Blaisse (voorzitter LUF) Vervolgens kunt u kiezen uit: Twee lezingen: één om 14.15 uur en één om 15.45 uur, OF De workshop die duurt van 14.15 uur tot 16.45 uur (inclusief pauze). 16.45 uur Borrel

Lezingen 14.15 uur – 15.15 uur Keuze uit vier lezingen: • Waartoe dient het strafrecht? door prof.mr. Jan Crijns • De langetermijn-veranderingen in het brein na mishandeling door prof.dr. Bernet Elzinga • Spreken als Max Havelaar door prof.dr. Jaap de Jong • Onderzoek in de Geologie? En waar is dat goed voor? door prof.dr. Jan Wijbrans 44 leidraad

Workshop 14.15 uur – 16.45 uur Overtuigend argumenteren door drs. Karin Pijper Overtuigen: u doet het veel vaker dan u denkt. In gesprekken met klanten, maar ook als u met vrienden discussieert. Vaak doet u dat met argumenten of met voorbeelden. Hoe weet u of uw argumenten sterk genoeg zijn? En hoe gaat u om met bezwaren of tegenargumenten? Op deze en veel andere vragen krijgt u antwoord tijdens deze workshop.

Juniorprogramma 12.00 uur – 17.30 uur Kinderen vanaf 8 jaar (vanaf groep 5) tot en met 14 jaar gaan na de lunch met kinderrechten aan de slag in het Kinderrechtenhuis: praten, spelen, debatteren en ervaren wat kinderrechten betekenen in Nederland en de rest van de wereld.

Locatie Kamerlingh Onnes Gebouw (KOG), Steenschuur 25, 2311 ES Leiden.

Aanmelden Opgeven via www.LUF.nl/ dies2013. Wij vragen een bijdrage in de kosten van minimaal € 25,- p.p. en van € 10,- per kind voor het juniorprogramma. Het bedrag s.v.p. vóór 1 februari 2013 overmaken op bankrekening 39.30.464 t.n.v. het Leids Universiteits Fonds, o.v.v. Dies 2013. De inschrijvingen worden verwerkt op volgorde van ontvangst van de betalingen. Voor aanmelden ga naar www.luf.nl/dies2013 of gebruik de aanmeldingskaart bij dit blad. Voor vragen mail dies@luf.leidenuniv.nl of bel (071) 513 05 03.

Kinderopvang en juniorprogramma Er is kinderopvang voor kinderen vanaf 1 jaar. Kinderen vanaf 8 jaar (vanaf groep 5) tot en met 14 jaar kunnen deelnemen aan het juniorprogramma (zie pagina 48).


DIES Voor alumni

De Dies-lezingen

UITGELICHT: DE SPREKERS AAN HET WOORD Wat kunt u op de Dies voor alumni verwachten? De sprekers aan het woord over hun lezing of workshop.

Waartoe dient het strafrecht?

De langetermijn­ veranderingen in het brein na mishandeling

‘Het strafrecht mag zich onverminderd verheugen in de warme belangstelling van de samenleving, de wetgever en de media. Voor allerhande meer en minder

‘Mensen die vroeger verwaarloosd of misbruikt zijn, ontwikkelen later vaak depressieve klachten of angstklachten. Door onderzoek

ernstige maatschappelijke problemen wordt de oplossing binnen het strafrecht gezocht. Van terrorismebestrijding tot de handhaving van overlast in de openbare ruimte, van het boerkaverbod tot de bestrijding van illegale kansspelen: steeds wordt strafrechtelijke handhaving gezien als de panacee. Niet zelden is hierbij sprake van overspannen verwachtingen en zit de teleurstelling eigenlijk al bij voorbaat ingebakken. Dit maakt de aloude vraag “Waartoe dient het strafrecht?” onverminderd relevant. Deze vraag knelt, temeer daar ook de verhouding van het strafrecht tot de andere klassieke rechtsdomeinen – mede als gevolg van de invloed vanuit Europa – steeds minder duidelijk lijkt te zijn. Waar vroeger betrekkelijk heldere grenzen tussen het strafrecht, het bestuursrecht en het privaatrecht konden worden getrokken, is dat tegenwoordig al lang niet meer het geval. Ook dit gegeven maakt dat het goed is geregeld stil te staan bij de vraag waartoe het strafrecht dient.’

weten we dat deze sporen van jeugdtrauma’s ook zichtbaar zijn in het brein. De hersenen zijn op hun kwetsbaarst vanaf de geboorte tot en met ongeveer het zestiende jaar. We zien in het brein dat volwassenen met een geschiedenis van mishandeling in de jeugd anders reageren op stress en dreiging. Deze littekens in het brein hebben ook gevolgen voor het reguleren van emoties. Op volwassen leeftijd ervaren veel van deze mensen de wereld als minder veilig. Toch ontwikkelt niet iedereen die mishandeld of misbruikt is zich op dezelfde manier en lang niet iedereen ontwikkelt psychische klachten. Ook zijn er grote verschillen in de mate waarin mensen met een jeugdtrauma hun eigen kinderen verwaarlozen of misbruiken. Ons onderzoek richt zich ook op de vraag wat mensen die de mishandeling wel voortzetten onderscheidt van hen die dat niet doen.’

Prof.mr. Jan Crijns hoogleraar Straf- en strafprocesrecht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Prof.dr. Bernet Elzinga hoogleraar Stress-related Psychopathology, Faculteit der Sociale Wetenschappen

leidraad 45


DIES Voor alumni

Spreken als Max Havelaar

Onderzoek in de geologie? En waar is dat goed voor?

De impact van prehisto­rische jade in Oost-Azië

‘De schepper van Max Havelaar was niet alleen een groot schrijver, maar ook een zeer begenadigd spreker. Begaan als

‘Politici en academici voeren al jaren een discussie over het maatschappelijk nut van wetenschappelijk onderzoek.

‘De alleroudste jaden voorwerpen in de wereld werden gemaakt in Noordoost-China, ruim 8.000 jaar geleden. Jade is

hij was met het lot van de verdrukte Javaan, liet Multatuli zijn personage de mooiste toespraak uit de Nederlandse literatuur houden: Tot de hoofden van Lebak. Het verhaal van Max Havelaar is immers gebaseerd op Multatuli’s eigen ervaringen in Nederlands-Indië. Multatuli kon werkelijk uren spreken over ieder willekeurig onderwerp, ook improviserend. Uniek voor zijn tijd hield hij een tournee van in totaal 140 lezingen in het land. Zijn publiek was lyrisch. Hij was kritisch over de literatoren en de wetenschappers van zijn tijd en tevens een getalenteerd imitator van zijn tegenstanders. Mijn lezing is een spoedcursus retorica, met Max Havelaar als lichtend voorbeeld van het houden van vlammende toespraken. Ook komt de vurige stijl van Multatuli zelf aan bod, als stamvader en TED-spreker avant la lettre. Zijn manier van spreken toen volgde regels die ook nu nog werken.’

Moet onderzoek altijd direct iets toevoegen aan de samenleving of kan dat ook op de langere termijn? Ik weet het antwoord wel. De aardwetenschappen bestuderen per definitie processen en systemen van de lange termijn: het systeem aarde, de ontwikkeling en het ontstaan ervan. Plaattectoniek. Oceanen. Een paar mensenlevens lijkt niet lang wanneer de aarde 4,5 miljard oud jaar is. Maar onderzoek naar grondstoffen is bijvoorbeeld iets van de lange termijn en tegelijkertijd actueel. Ook al heeft Nederland er weinig, als samenleving gebruiken we ze wel. Welke zijn schaars? Waar bevinden ze zich? Ik wil het kader schetsen waarbinnen onderzoek wordt gedaan in de aardwetenschappen. Zo zijn sinds de jaren tachtig onze meetinstrumenten enorm verfijnd en zijn we met mooie experimenten heel veel te weten gekomen over de aarde.’

een hard en zeer moeilijk te bewerken materiaal en men had toen nog geen metalen gereedschappen. Toch waren deze objecten ongelofelijk mooi en knap vormgegeven. Veel tijd en moeite werd geïnvesteerd, met name in symmetrische oorringen die aan het oor klemden. Uiteindelijk kwam dit gebruik via uitwisselingen ook bij andere culturen terecht, duizenden kilometers van de oorspronkelijke makers. Zij gaven er hun eigen draai aan. Veel van deze vroege samenlevingen kenden nog geen grote sociaal-politieke verschillen en waren min of meer egalitair, maar deze lezing zal aantonen hoe de jaden oorringen altijd een belangrijke rol in de samenlevingen speelden op spiritueel en sociaal gebied. Ook besteed ik aandacht aan mogelijke redenen waarom er speciale krachten aan de jadeobjecten toegeschreven werden.’

Prof.dr. Jaap de Jong hoogleraar Journalistiek en Nieuwe Media, Faculteit der Geesteswetenschappen

Prof.dr. Jan Wijbrans hoogleraar Geologie, Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, Wijbrans is bijzonder hoogleraar vanwege het LUF

Dr. Ilona Bausch universitair docent en onderzoeker Archaeology of Asia, Faculteit der Archeologie

46 leidraad


DIES Voor alumni

De VOC en de islam: botsing of dialoog?

Sterke eerstelijns­ geneeskunde voor kwetsbare ouderen

Bewaring van effecten: saai?

‘In de 17de eeuw nestelt de VOC zich op Java. Op hetzelfde moment ex-

‘De medische zorg voor kwetsbare ouderen is dé uitdaging van de eerstelijnszorg, dus alle zorg behalve die in ziekenhuizen. In die eerstelijn vindt

‘Bij het woord “effecten” denken mensen al gauw dat het saai en oninteressant is,

pandeert de islam en verdwijnt langzamerhand het hindoeïsme. Het onderzoek naar de geschiedenis van de VOC wordt gedomineerd door handelspolitiek, maar wij bekijken of de VOC een bijdrage heeft geleverd aan de vorming van religieuze identiteiten. Wij weten bijvoorbeeld dat al te fanatieke predikanten werden aangesproken door de Compagnie omdat zij de handelssfeer negatief beïnvloedden. Maar is er meer dan dit typisch Nederlandse “gedogen” van andere religies? We vergeten vaak dat Nederland tot de allergrootste islamitische landen ter wereld behoorde. De Nederlandse discussie hoe om te gaan met moslims is al vier eeuwen oud – en tegelijkertijd heel actueel. In mijn verhaal geef ik voorbeelden van de spanning en de dialoog uit de tijd dat twee expanderende bewegingen elkaar ontmoetten. Het onderwerp is onderdeel van een groot project over de rol van Nederland in de totstandkoming van religieuze identiteiten in Indonesië.’

Prof.dr. Jos Gommans hoogleraar Koloniale Geschiedenis en Wereld­geschiedenis, Faculteit der Geesteswetenschappen

meer dan negentig procent van de medische zorg voor ouderen plaats. Onze samenleving kent steeds meer ouderen, die steeds langer thuis blijven wonen omdat ze dat zelf willen, maar ook omdat de overheid dit stimuleert. Maar hoe zit het met de kwetsbare mensen, met bijvoorbeeld chronische aandoeningen of depressies? De ouderen die veertien pillen per dag moeten slikken, maar vergeetachtig zijn? Onze medische kennis heeft gaten. Medicijnen worden getest op een gemiddelde, maar de werking bij ouderen is niet vanzelfsprekend. Dat is inhoudelijk boeiend. Wat is nu wetenschappelijk gezien de beste organisatie van zorg voor ouderen en wie heeft daarin de regie? De huisarts? De apotheek? Het verpleeghuis? Daarbij moet het allemaal ook nog eens goedkoper. Toch leg ik niet de focus op het economische aspect, maar op de kwaliteit en de inhoud: wat is het huidige denken over wetenschappelijke onderbouwde goede zorg?’

Prof.dr. Jacobijn Gussekloo hoogleraar Eerstelijnsgeneeskunde, LUMC

maar hoe meer u weet over de weg die uw effecten afleggen in de financiële wereld en waar zij worden bewaard, hoe boeiender het wordt. De belegger is er zich vaak niet van bewust dat hij slechts het begin- of eindpunt in een keten van vele schakels is. Ik zal u laten zien hoe de verschillende ketens in elkaar zitten, wie de betrokken partijen zijn en welk type contracten tussen de schakels mogelijk zijn. Vroeger bewaarden beleggers hun papieren effecten - aandelen en obligaties - onder het spreekwoordelijke matras. Tegenwoordig is het, zeker in het geval van internationaal beleggen, een custodian die de effecten bewaart voor de belegger zonder dat kan worden aangegeven welke specifieke effecten voor welke belegger worden gehouden. En soms gebruikt een custodian weer een subcustodian. Daarnaast is er nog zelden sprake van fysieke stukken en vindt de bewaring plaats door middel van digitale vermeldingen in een administratie. Kortom, waar en hoe worden uw effecten bewaard en door wie?’

Prof.mr. Pim Rank hoogleraar Financieel Recht, Hazelhoff Centre for Financial Law, Faculteit der Rechtsgeleerdheid

leidraad 47


DIES Voor alumni

Overtuigend argumenteren Overtuigen, je doet het veel vaker dan je denkt. In gesprekken met klanten, en/of in vergaderingen met collega’s. Maar ook als je tijdens de borrel met je vrienden discussieert of als je de familie over het jaarlijkse uitje e-mailt: keer op keer probeer je de ander van een bepaald idee, standpunt of concept te overtuigen. Vaak doe je dat met argumenten of voorbeelden. Hoe weet je nu of je argumenten sterk genoeg zijn? En hoe ga je om met bezwaren en tegenargumenten? Wanneer breng je welk argument naar voren? Op die vragen krijg je antwoord in de workshop Overtuigend argumenteren. Tijdens de workshop maak je in een interactieve quiz kennis met enkele beginselen van overtuigen. Je leert hoe je psychologische principes kunt benutten om je verhaal kracht bij te zetten, je maakt kennis met begrippen uit de klassieke retorica die je – ook nu nog – helpen op de werkvloer én bovenal: je traint je overtuigingsvaardigheden. We kijken naar Obama, Draadstaal en Rutte om te zien wat we van hen kunnen leren. Voor de winnaar is er een overtuigende prijs.

Karin Pijper studeerde Nederlandse taal en cultuur aan de Universiteit Leiden en heeft sindsdien een passie voor overtuigen. Ze werkt nu al ruim vijf jaar als trainer, coach en senior communicatieadviseur bij adviesbureau Hendrikx Van der Spek. Samen met Henri Raven richtte ze de Argumentatiecoach op en schreef zij het gelijknamige boek over overtuigen op de werkvloer. 48 leidraad

Het juniorprogramma

foto: Winand Stut

De workshop

Diesviering voor kinderen: Kinderrechten! Alumni die de Diesviering bijwonen, kunnen hun kind(eren) opgeven voor een prachtig juniorprogramma dat in het teken staat van kinderrechten. Het juniorprogramma is bedoeld voor kinderen van 8 jaar (vanaf groep 5) tot en met 14 jaar. Na ontvangst en lunch in het Kamerlingh Onnes Gebouw wandelen de deelnemers onder begeleiding naar het Kinderrechtenhuis. Het Kinderrechtenhuis is gevestigd in het voormalige Leidse Heilige Geest Weeshuis uit de zestiende eeuw en is ontwikkeld tot dé plek in Nederland waar kinderrechten vorm krijgen. In dit Kinderrechtenhuis op de Hooglandse Kerkgracht worden de deelnemers ontvangen door Stichting Utopa, zij stelt de ruimtes ter beschikking. Defence for Children, ook gehuisvest in het Kinderrechtenhuis, verzorgt het programma. Tijdens de workshop gaan de deelnemers aan de slag met het thema kinderrechten. Wat zijn kinderrechten en welke zijn er? Zij ervaren op deze middag wat hun eigen kinderrechten zijn en wat hun rol is in het verkrijgen ervan. Op interactieve en speelse wijze worden zij wegwijs gemaakt door experts op dit gebied.

Juniorprogramma zaterdag 9 februari 2013 12.00 - 13.15 uur:

O ntvangst en lunch in de juniorruimte in het Kamerlingh Onnes Gebouw 13.15 - 13.30 uur: Verzamelen en vertrek naar het Kinderrechtenhuis 13.45 - 16.15 uur: K inderrechtenprogramma: over kinderrechten praten, spelen, debatteren en ervaren wat kinderrechten betekenen in Nederland en in de rest van de wereld 16.15 - 17.30 uur: Terugkeer naar het Kamerlingh Onnes Gebouw waar de deelnemers aan het juniorprogramma een presentatie zullen geven met aansluitend een drankje en hapje in de juniorruimte 17.30 uur: Einde van het programma Opgave voor het juniorprogramma kan gelijktijdig met de aanmelding voor de diesviering via www.luf.nl/dies2013 of met de aanmeldingskaart bij dit blad. Voor meer informatie over het Kinderrechtenhuis: www.kinderrechtenhuis.nl en over Defence for Children: www.defenceforchildren.nl Voor kinderen vanaf 1 jaar is er de gebruikelijke kinderopvang.


inSPiRATiE

EEn SELECTiE UiT PUBLiCATiES VAn DE UniVERSiTEiT LEiDEn, HAAR MEDEWERKERS En HAAR ALUMni.

wederzijdse verbOndenHeid

tussenland

MijlPalen in de geOlOgie

Overzees rijk: reM OP de eCOnOMie

Ze zorgen voor overlast, pikken onze banen in en overspoelen de markt. Waar komt toch opeens het idee vandaan dat Polen onze samenleving overhoophalen? In Honderd jaar heimwee gaan de auteurs op zoek naar de levensverhalen van Poolse migranten, van de Eerste Wereldoorlog tot nu. Al die tijd vonden zij hier een bestaan. Tegelijkertijd bleven ze zich sterk verbonden voelen met hun vaderland. De persoonlijke verhalen in dit boek relativeren het idee dat de migranten uit Polen hier tijdelijk verblijven. Duizenden landgenoten zijn hen voorge­ gaan en hun lotgevallen zijn onlosmakelijk verbonden met de Nederlandse gemeenschap. Het boek van Wim Willems en Hanneke Verbeek, beiden verbonden aan Campus Den Haag, maakt de wederzijdse verbondenheid van Polen en Nederlanders zichtbaar.

Lange tijd konden migranten zonder paspoort naar Nederland komen en konden zij zonder vergunning hier werken en wonen. Vanaf 1930 werd het toelatingsbeleid strenger, uitmondend in het restrictieve beleid van de laatste decennia van de twintigste eeuw. Wat veran­ derde en waarom? Het boek Tussenland vertelt de geschiedenis van steeds nieuwe groepen migranten en analyseert hoe beleidsmakers, parlement, publiek en migran­ ten deelnamen aan het debat over wie mocht blijven en wie moest vertrekken. Ook laat het zien dat juist het strenge toelatingsbeleid en de fixatie op controle leidden tot illegali­ sering en criminalisering van migranten.

Honderd jaar geleden werd in de vergaderkamer van de TU Delft het Koninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap (KNGMG) opge­ richt. Om het jubileumjaar te memoreren is een boekwerk uitgegeven dat een overzicht biedt van de belangrijkste ontwikkelingen binnen de geologie en de mijnbouw in Nederland en haar voormalige koloniën. Welke vroege pogingen zijn ondernomen om de geologie van onze aarde te doorgronden en hoe heeft zich dat ontwik­ keld tot een wetenschappelijk vakgebied? Daarnaast is er uiteraard aandacht voor het jubilerende KNGMG en de belangrijke mijlpalen van deze succesvolle vereniging.

In de zeventiende en acht­ tiende eeuw breidde Nederland het overzeese rijk enorm uit. Hoewel de handel van de VOC grote rijkdom bracht, heeft zij niet bijgedragen aan de moder­ nisering van de Nederlandse economie. Daarmee, zo stellen de Leidse historici Emmer en Gommans, werd het overzeese rijk op den duur een rem op de binnenlandse economie. In het boek dat zij over Nederland en haar overzeese rijksdelen schreven, gaan zij in op deze economische aspecten maar ook op de multiculturele samenlevingen die dankzij de Nederlandse expansie op Ceylon, Java en de Molukken ontstonden. Een uniek venster op vroege globalisering en hoe Nederlanders de wereld gestalte hebben gegeven en hoe de wereld Nederland gestalte gaf.

Honderd jaar heimwee. De geschiedenis van Polen in Nederland – Wim Willems en Hanneke Verbeek; Uitgeverij Boom; ISBN 978 94 610 5059 5

Tussenland. Illegaal in Nederland, 1945 - 2000 – Corrie van Eijl; Uitgeverij Verloren; ISBN 978 90 870 4303 2

Dutch Earth Sciences – Development and Impact. Royal Geological and Mining Society of the Netherlands 1012 ­ 2012 Centenary volume – Peter Floor, coordinating editor; Uitgever Koninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap; ISBN 978 90 818 6230 1

Rijk aan de rand van de wereld. Geschiedenis van Nederland overzee 1600 ­ 1800 – Piet Emmer, Jos Gommans; Uitgeverij Prometheus Bert Bakker; ISBN 978 90 351 3345 7

leidraad 49


editorial

LUF voor alumni De Gratama-Stichting Onlangs werd in Leiden voor de eerste keer de Gratama Wetenschapsprijs uitgereikt, een nieuwe loot aan de stam van de Gratama-Stichting. Deze stichting is bekend van de jaarlijkse Gratama-subsidies die in samenwerking met het Leids Universiteits Fonds (LUF) worden toegekend aan wetenschappelijke projecten. De Gratama-Stichting is in 1925 opgericht door drie kinderloze afstammelingen van de familie: mr. Sibrand Wzn, diens broer mr.dr. Johannes Gesinus en Ludolf Reinier Gratama. ‘Om te voorkomen dat het familiebezit verviel aan de Staat, besloten zij om een stichting in het leven te roepen’, aldus Jan Gratama, bestuurslid van de Gratama-Stichting. Beide broers schonken bij hun overlijden in 1931, resp. 1946, hun erfdeel aan de GratamaStichting, bestaande uit (elk) de helft van de Gratama Sathe, een boerderij in Midlum bij Harlingen, die al sedert 1655 in familiebezit was. De derde oprichter liet zich met zijn vrouw evenmin onbetuigd; zij benoemden de Gratama-Stichting voor driekwart van hun vermogen tot erfgename van een niet onaanzienlijk bedrag, voor het overgrote deel belegd in goede aandelen. Het beginvermogen bedroeg zesduizend gulden. Dat is inmiddels, dankzij legaten, schenkingen, erfenissen en goed beleggen, aangegroeid tot een bedrag in euro’s dat zeven nullen telt’, vertelt Gratama. Financiële ondersteuning Het doel van de Gratama-Stichting is tweeledig: ondersteuning door middel van een stipendium van leden van de Gratama-familie bij een universitaire of hbo-studie, en ondersteuning door middel van subsidies van wetenschappelijke projecten in met name Leiden en Groningen. ‘De band met Groningen is terug te voeren op de spraakmakende hoogleraar Seerp Gratama, die Romeins Recht doceerde aan de universiteiten van Groningen en Harderwijk. Hij bekleedde ook tweemaal de functie van Rector Magnificus in Groningen, in 1805 en 1817’, verhaalt Jan Gratama. ‘Maar sinds die tijd is de Universiteit Leiden de alma mater van heel veel Gratama-

50 leidraad

telgen geweest. Vandaar dat de banden met Leiden ook nauw zijn.’ De GratamaStichting sluit ondersteuning van projecten aan andere universiteiten echter niet uit. ‘Binnenkort treedt ook een ingenieur uit Delft tot het bestuur toe. Daardoor zullen wellicht de banden met de TU ook worden aangetrokken’, glimlacht Gratama. Samenwerking met het LUF In Leiden werkt de Gratama-Stichting nauw samen met het LUF. Jan Gratama: ‘Het LUF is de eerste “zeef” voor de jaarlijkse subsidieronde. De Commissie Wetenschappelijke Bestedingen (CWB) selecteert in overleg met de facultaire wetenschapscommissies vijf tot tien projecten die aan de Gratama-Stichting

‘De Universiteit Leiden is de alma mater van veel Gratama-telgen’ worden voorgelegd. In overleg met onze wetenschappelijk adviseurs (waaronder prof.dr. Gerard Nienhuis, die onlangs prof.dr. Leendert Louwe Kooijmans na bijna tien jaar heeft opgevolgd) kennen wij de definitieve subsidies toe.’ Deze subsidies worden gematched door het LUF. Ook voor de nieuwe Wetenschapsprijs wordt met het LUF samengewerkt. Deze prijs wordt beurtelings in Groningen en Leiden uitgereikt aan een wetenschapper die vernieuwend, spraakmakend en maatschappelijk relevant onderzoek verricht. ‘Anton Akhmerov, de eerste Leidse winnaar, voldoet op alle fronten aan deze kenmerken. Een jonge vent met een gigantisch oeuvre die ook nog eens baanbrekend onderzoek doet. De prijs is bij hem in goede handen’, besluit Gratama.

Projecten gesubsidieerd door de Gratama-Stichting en het LUF in 2012: Prof.dr. J.R.Wijbrans, Wiskunde en Natuurwetenschappen/Geologie Een weerstation voor het meten van CO2 en methaan in de atmosfeer voor het LUC in Den Haag. Prof.dr. P. Nieuwbeerta, Rechtsgeleerdheid Wat gebeurt er tijdens detentie om recidive te voorkomen? Dr. E.H.J. Danen, Wiskunde en Natuurwetenschappen/LACDR Een micro-injectie robot voor celmigratiestudies binnen de levenswetenschappen en geneesmiddelenonderzoek. Dr. M.V. Huisman, LUMC/ Vasculaire Geneeskunde Salina Studie: een studie naar nierbeschermende behandelingen bij CT-scans. Prof.dr. J.J.M. van Holsteyn, Sociale Wetenschappen/Politicologie Indrukwekkende tekeningen: politieke tekeningen en hun effecten op de publieke opinie.


editorial

LUF NIEUWS

Schenkingen en legaten Het Leids Universiteits Fonds (LUF) ontving in de afgelopen maanden onder meer de volgende schenkingen. Van drs. R.G. Nypels een bedrag van 25.000 euro ten bate van het reeds bestaande Fonds Nypels-van der Zee en van het Cleveringacomité Rotterdam een bedrag van 10.634 euro. Het LUF ontving legaten van ds. Tj. Bruinsma, dr.J.R. Brunsting, mw. G. van Dorp-Funke, prof.dr. J. Moraal, mw. M.S.H. Mulder-Hamelers en mr. A.M. Maclaine Pont. UNICEF Nederland heeft de leerstoel Children’s Rights gevestigd aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. UNICEF werft gelden voor deze leerstoel en garandeert een schenking van 350.000 eurovoor de komende vijf jaar. De gelden voor deze leerstoel worden ondergebracht in het daartoe bij het LUF ingestelde Unicef Fund Chair Childrens Rights. Anton Akhmerov ontvangt de cheque voor 25.000 euro.

Het Leids Universiteits Fonds dankt alle schenkers voor hun bijdrage in 2012 aan de Leidse wetenschap.

Gratama Wetenschapsprijs 2013 voor Anton Akhmerov Bij de opening van het academisch jaar heeft de theoretisch natuurkundige dr. Anton Akhmerov de eerste Gratama Wetenschapsprijs gewonnen. Deze wetenschapsprijs, die ieder jaar om de beurt aan een wetenschapper in Groningen en Leiden wordt uitgereikt en 25.000 euro bedraagt, is ingesteld om jong talent te stimuleren. Akhmerov ontving de prijs voor onder meer zijn onderzoek naar functionele toepassingen van grafeen. Inmiddels heeft hij al dertig papers op zijn naam staan, die vrijwel allemaal een nieuw inzicht bevatten. Volgens de Commissie Wetenschappelijke Bestedingen van het LUF is Akhmerov dan ook ‘een creatief en onafhankelijk denker, en bovendien een excellent netwerker en collega’. De natuurkundige is nu als postdoc verbonden aan Harvard University in de VS.

LISF-prijs voor Annebelle Kok De LISF-prijs 2012 is gewonnen door Annebelle Kok, student Biologie. Zij ging met subsidie van het LUF Internationaal StudieFonds (LISF) naar Borneo in het kader van haar onderzoek naar de ontwikkeling van slakken uit het geslacht Opisthostoma. Met het verslag dat zij na afloop instuurde, won zij de LISF-prijs. Op www.LUF.nl/lisfprijs is het winnende verslag te lezen.

Janneke Fruin-Helb beurs voor Bas van Opheusden Bas van Opheusden is de winnaar van de Janneke Fruin-Helb beurs 2012. Van Opheusden, die Theoretische Natuurkunde studeert, ging met een LISF-subsidie naar Princeton University. Hij doet daar aan het Institute for computational neuroscience een jaar lang onderzoek naar “neurale codes” in het netvlies. De Janneke Fruin-Helb beurs wordt jaarlijks toegekend voor een excellente beursaanvraag.

leidraad 51


liefst naar Leiden

Wees Present! Help Stichting Present om mensen te verbinden

Stichting Present bestaat sinds 2003 en is sinds de start in Zwolle uitgegroeid tot een landelijke organisatie met lokale stichtingen in meer dan 55 steden. De insteek is om te delen vanuit wat je ontvangen hebt – een visie die steeds meer mensen en organisaties aanspreekt. In 2011 waren bijna 20.000 mensen actief via Present! Meedoen

Iedereen kan meedoen met Stichting Present. Aanmelden is mogelijk als individu, groep of organisatie. U steekt dan samen met anderen de handen uit de mouwen om bijvoorbeeld een alleenstaande moeder te verhuizen of de tuin van een psychiatrische patiënt op te knappen. Mensen worden hiermee snel en rechtstreeks, zonder bureaucratie, geholpen. Nieuw is de mogelijkheid om “fannoot” te worden – u neemt dan een aandeel in Present en steunt het werk van de stichting financieel.

Een brug slaan tussen mensen die iets te bieden hebben en mensen die daarmee geholpen kunnen worden – dat is de missie van Stichting Present. Veel mensen zijn bereid om iets voor een ander te betekenen, maar weten niet hoe ze dat het beste kunnen doen. Present vormt de verbindende schakel tussen hen en de mensen die hun hulp goed kunnen gebruiken.

Stichting Present in Leiden

Ook in Leiden is Present actief. Medewerkers van de universiteit en veel studenten en studentenverenigingen dragen een steentje bij aan en/of helpen bij lokale projecten. Zo gaan nieuwe leden van LSV Minerva tijdens hun kennismakingstijd een dag voor Present aan de slag en hebben ook Augustinus, Catena, Quintus en de EL CID-commissie meegeholpen om projecten te realiseren. Meer weten

Hebt u interesse om een bijdrage te leveren aan Present of wilt u meer weten over de activiteiten? Meer informatie is te vinden op de Leidse en landelijke websites: www.stichtingpresent-leiden.nl en www.stichtingpresent.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.