Column
C-man
Christiano en ik OOOH MIJN GOD... NEEEEEEEEEEEEEEEEE... IK GA DOOD!!! Wat erg dat ik hem ben misgelopen, hyperventileerde 16-jarige nicht S. nadat ik haar vertelde dat ik met Christiano R. een lift in het AMC had gedeeld. Hij kwam daar, zo bleek de volgende dag uit de krantenberichten, voor een operatie aan zijn kostbare enkel. Ik kwam om mijn steeds verder in delirium wegzakkende tante G. te bezoeken.
R. was vergezeld van een klein Portugees mannetje dat precies voldeed aan het beeld dat ik van een zaakwaarnemer had. R. nam me nieuwsgierig op tijdens het wachten op de lift. "Wie is die man? Waarom ken ik hem niet?," leek zijn doffe bruine oogopslag uit te drukken. Hoewel ik R. een onuitstaanbare voetballer vind, voelde ik me gestreeld. Een God had mij een blik waardig gekeurd. Hij was net zo lang als ik, en tot mijn verbazing hing zijn mond nu niet open. R. zag er uit of hij net uit het ontwikkelbad was gestapt. Alsof zijn moeder hem zojuist in zijn communiepakje had gestreken. Strak. Ongenaakbaar. Als gegoten. Zo onecht en toch zo aanraakbaar als alleen een God dat kan zijn. Hij fluisterde discreet in het Portugees met zijn begeleider. Misschien was hij wel bang voor de komende operatie. Waar was zijn moeder?
Spraakventiel Een dag later verweet tante G. me dat de stank die ik vandaag uitwasemde nog erger was dan die van gister. Worden ster-
venden helderruikend? Stinken goden? De dood roept meer vragen op dan een
holte gestoken om daar niet gewenste vochtophoping te verwijderen.
Kasplant Tante heeft voor ze hier terecht kwam – getekend door haarzelf, huisarts en vertrouwenspersoon – aangegeven niet als een
Een God had mij een blik waardig gekeurd. levende kan beantwoorden. Tante ligt nu vier weken op de IC. Alle reden tot optimisme, aldus de dokters, stuk voor stuk prille twintigers uit het hockey-milieu. Vandaag mag ze zes uur van de beademing af. Als het de valse ouwe nicht van de verpleging behaagt, mag het spraakventiel in de opening die ze in haar strot hebben gezaagd. Bij de tweede reanimatie hebben ze haar borstbeen gescheurd. Haar maag is daarbij tegen de longen aangeschoven: maagzuur in de longen. Er is nu ook sprake van longontsteking, maar van de nierdialyse mag ze af. Het gaat dus goed, al is er nu een sonde in de maag-
kasplant in leven te willen worden gehouden. Als ze door het spraakventiel spreekt heeft ze het over haar verlangen naar thee en gebak, maar alleen die van haar (ze bedoelt de dienstdoende zuster) vader. 'Natuurlijk, de beste bakker van Amstelveen', beaam ik volmondig. Ik moet mijn vader bellen, pruttelt ze. Hij moet haar komen halen. Een delirium, zeggen ze. Dat zulks alleen de eerste paar dagen na een operatie normaal is blijft onvermeld.
Hennepcrème Ik smeer haar droge huid in met hennepcrème van de Bodyshop, houd haar opgestoken handje vast, steek de in water gedepte spons op een lolliestok in haar mond, die met indikkend slijm is gevuld. Ze rochelt krachteloos alsof ze elk moment kan stikken. Mijn nichtje van 16 krimpt ineen. De dokter, die er uit ziet of ze 24 is en meer verstand heeft van verzekeren, zegt dat het erger lijkt dan het is. Mijn nicht en ik kijken elkaar aan met een blik die meer zegt dan de hele inmiddels 30 pagina's tellende medische status. De man naast haar – een bypassgeval van oosterse herkomst – steekt zijn benen uit bed. Hij heeft zijn kruis blootgewoeld. Ik bedek zijn edele delen voor mijn nicht het kan zien en leg zijn benen terug op het bed. Mijn zus zegt dat ik broeder moet worden.
16