14 minute read

Bestuursinterview

Op de foto van links naar rechts staan: Penningmeester Gemma Ridder, Commissaris Interne Contacten Stefan Vos, Commissaris Externe Contacten Bauke van der Kooij, Voorzitter Onno Haagsma en Secretaris Anna van der Meulen

‘‘Het stoere bestuur’’ Een interview met het 31ste sociëtas-bestuur

Advertisement

Een interview met het 31ste sociëtas-bestuur

Niels Helder & Bauke de Jong

Op 14 oktober 2020 klonk er, niet alleen in de Kouwerzaal maar ook door vele laptop-speakers van leden thuis, een hamerslag en was het 31ste bestuur van Sociëtas officieel ingehamerd. Voor het eerst sinds het bestuur van 2012-2013 een meerderheid van mannen. Onno Haagsma vervult de rol van voorzitter, Anna van der Meulen die van secretaris, Gemma Ridder is penningmeester, Stefan Vos de commissaris interne contacten en Bauke van der Kooij zal dit jaar de commissaris externe contacten zijn. Samen vormen zij, naar eigen zeggen, het stoere bestuur.

Disclaimer: Dit interview is afgenomen op 19 november 2020. De manier van werken omschreven Door De bestuursleDen kan inmiDDels zijn veranDerD Door veranDerenDe coronamaatregelen.

Jullie zijn al redelijk goed gesetteld als bestuur en kennen elkaar nu al een tijdje, hoe herinneren jullie het eerste samenkomen als kandidaatsbestuur?

Onno: “Kunnen we niet heel veel over zeggen.” Er heerst een geheimhoudingsplicht over de precieze werking van de eerste ontmoeting. Over de sfeer kan Stefan wel wat kwijt: “Het was een grote gezellige bende.” Anna sluit zich hierbij aan: “Het voelde gelijk al als een goede groep, ik had er gelijk al vertrouwen in.” Onno vult aan: “We kenden elkaar ook al een tijdje, we waren geen onbekenden van elkaar. Ik had stiekem van tevoren ook al een beetje gepeild in privésferen wie bestuur zou willen doen, bij mij was het toch al lang bekend dat ik het deed [lees: solliciteren] dus ik kon open kaart spelen.” Gemma: “Door corona hadden we ook al langere tijd weinig mensen van de studie gezien, dus het was leuk om weer met Sociëtassers te zijn.”

Over de bekendmaking kan wel volop gesproken worden. Bauke: “Normaal is het dat je op de bar gaat staan in de Doos.” Dit was normaliter het moment waarop de leden voor het eerst het nieuwe bestuur te zien kregen. “Ik heb daar een hekel aan, dus ik vind het niet héél erg dat dat allemaal niet door ging. Normaal vier je het met een grote groep en dat was nu in een besloten kring.” Dit jaar werd de bekendmaking gedaan door middel van een livestream. Op de vraag wanneer de bekendmaking ook alweer plaatsvond ontstaat onenigheid. Gemma weet het zeker: “2 juni ontmoeting, 3 juni bekendmaking.” Daarmee is de discussie beëindigd. Ondanks de afwezigheid van de leden heeft het bestuur toch mooie herinneringen aan de avond. Onno: “Ik vond de terugkoppeling wel leuk, dat mensen konden inbellen.” Stefan: “Ik vond het vooral heel leuk dat het oude bestuur had geregeld dat we in de Doos konden zijn.” “Maar de sfeer was wel anders”, aldus Gemma. “In plaats van in het publiek stonden we met z'n vijven achterin de Doos te wachten tot we werden aangekondigd. Heel ander soort sfeer.” Het geheimhouden van de aanstaande bekendmaking was dit jaar veel makkelijker. Bauke: “Je zag toch helemaal niemand.” Anna: “Ik was daar ook niet goed in geweest.” Onno grapt: “'s Ochtends in de spiegel, ‘oooh ga jij in het bestuur?’”

Waarom is Sociëtas de mooiste vereniging van Groningen?

Stefan begint: “De gezelligheid.” Hij licht toe: “Het is niet een supergrote vereniging, daardoor ken je bijna iedereen en dat is wat het heel gezellig maakt.” Anna: “Ik vind ook dat de vereniging heel accepterend is. Iedereen is met elkaar, het is altijd gezellig en daar gaat het om.” Bauke: “Ik denk ook dat, als je kijkt naar hoeveel mensen Sociologie studeren, er veel lid zijn van de vereniging. Bij andere verenigingen zie je vaker dat het dezelfde mensen zijn die altijd naar de activiteiten komen. Daarnaast dat premasterstudenten ook actief willen worden en net zo leuk met eerstejaars omgaan. Ik heb het gevoel dat dat bij andere verenigingen minder is, dat je echt een hechte groep hebt.” Onno: “Mij valt ook altijd op dat er weinig hiërarchie is, dat is heel fijn, bij andere verenigingen heb je vaak wel dat men boven elkaar staat. Er worden wel grappen gemaakt als je in een nieuwe commissie komt, dan word je wel eens feutje genoemd.” Stefan: “Maar dat hoort er ook een beetje bij.” Onno: “Tuurlijk, maar het blijft acceptabel. Het hoort er óók bij dat je snel makkelijk ergens terecht kan omdat het heel easy going is.” Stefan: “Het is niet moeilijk om betrokken te raken bij de vereniging.” Onno: “Hopen we.”

Hoe verwachten jullie de betrokkenheid van Sociëtasleden te kunnen bewaren in tijden dat de leden elkaar niet veel (fysiek) zien?

Onno: “Ik denk dat de grootste uitdaging voor nu, voor ons, als bestuur, op dit moment, en ik denk dat we er ook veel aandacht in stoppen, we zijn er ook veel mee bezig, en we hopen dat het ook tot z'n recht komt, maar je krijgt, hoe ik het in ieder geval merk, niet altijd wederhoor van mensen van wat je hebt gedaan. Je ziet niet direct dat mensen betrokken zijn bij de vereniging terwijl mensen dat wel zijn.” Stefan: “Het belangrijkste voor nu is om veel van ons te laten zien en hopen dat we zo ook leden betrokken kunnen houden. Door bijvoorbeeld zo veel mogelijk dingen te organiseren.” Bauke: “Normaal is de Bunker er altijd, dan loopt men naar binnen van: ‘heu, hoe is het met elkaar’, dat hele element is weg. We proberen dat op allerlei manieren wel een beetje terug te krijgen.” Bauke geeft een voorbeeld: “Zo hebben we nu ons online TenKuur.” “Borrels,” vult Onno aan, “ook al is het digitaal.” Stefan: “Dit is natuurlijk niet ideaal, maar je kunt elkaar af en toe even zien en spreken en dat is dan toch een manier om iedereen betrokken te houden.” Bauke: “We laten nu ook meer van commissies zien, zoals op Instagram.”

We horen de borrel voorbij komen, deze zijn anders dit jaar, hoe ziet dat er precies uit?

Onno: “Wisselt met de week eigenlijk, wat de maatregelen ons toelaten. Het is op dit moment digitaal.” Bauke: “We hadden bijvoorbeeld een pizzaborrel ingepland en daarbij werd vlak van tevoren bekend dat die ook niet door kon gaan. Je zit dus plannen te maken en die moet je dan op de allerlaatste dag allemaal weer veranderen.” Stefan vult aan: “Het is snel schakelen en anticiperen op de situatie.” Anna: “De commissies doen nu ook meer, eerst was het zo dat de bal helemaal bij ons lag maar nu is het ook kijken naar wat voor ideeën zij hebben en daar zitten hele creatieve ideeën tussen. Dat is wel leuk.”

Het verschilt natuurlijk per moment wat mogelijk is, maar naar welke activiteit kijken jullie het meeste uit?

Anna reageert direct: “De eerste fysieke!” Stefan: “De etentjes met structuren en commissies kijken we echt heel erg naar uit. We hopen dat ze later dit jaar toch door kunnen gaan.” Gemma: “Vooral de activiteiten die niet door konden gaan vorig jaar, zoals het Lustrum of de Nacht, daar kijk ik wel echt naar uit. Ook omdat ik denk dat die commissies er zelf zoveel zin in hebben.’’

Vorig bestuur was een ‘groen bestuur’ zoals ze zichzelf wat bestempelden, bijvoorbeeld met het gebruik van slettenzakjes (het hergebruik van oude theezakjes). In hoeverre zijn jullie zelf slettenzakken...? En gaan jullie dit groene beleid voortzetten?

Onno: “Daar zijn we nu wel mee bezig. Binnenkort worden er twee plannen waar wij mee bezig zijn gelanceerd. Het vorig jaar behaalde bronzen certificaat willen we dit jaar op z'n minst evenaren, en we hebben ook al mogelijkheden gezien om daar een zilveren van te maken.” Onno legt het certificaat uit: “Er is een checklist met duurzaamheidspunten die je afgaat, daar zitten punten aan verbonden voor hoe goed je bepaalde dingen doet. Een hele mooie start is natuurlijk brons, want je begint nergens. Wij denken dat er misschien nog wel meer in zit.”

Wat is verder jullie doel als bestuur dit jaar? Wat voor nieuwe dingen willen jullie bereiken?

Stefan: “Nou, nieuwe dingen bereiken is nu wel super lastig...” Onno laat Stefan niet uitpraten: “Of juist niet, want door beperkingen ga je juist nieuwe dingen proberen, sorry dat ik onderbreek.” Bauke: “Ik heb het gevoel dat we heel vaak horen van: ‘ja jullie hebben dit jaar toch niets te doen’, maar ik denk dat we het nu juist druk hebben, dat snappen mensen dan niet omdat ze niet zien waar we mee bezig zijn. We moeten nu veel extra nadenken over dingen die mogelijk zijn, meedenken met commissies en aanvragen doen.” Onno: “Mijn persoonlijke doel is dat elke commissie tenminste één of in ieder geval de activiteit waarvoor ze bedacht zijn mogen organiseren. Dat is heel belangrijk.”

Het vorige bestuur karakteriseerde zich dus als het groene bestuur, wat voor label plakken jullie op jullie zelf? Coronabestuur mag niet gezegd worden.

Bauke: ‘‘Ik denk dat we uiteindelijk toch wel bekend zullen staan als het coronabestuur. Hoe je het ook wendt of keert en hoe graag wij ook een andere naam willen krijgen, uiteindelijk zal er als er over 3 jaar over ons wordt gepraat veel mensen

Maar als je dat woord echt niet mag gebruiken?

Stefan: “Daar hebben we het lacherig wel een beetje over gehad en we kwamen uit op eh... ja.” Stefan keert zich naar bestuursgenoten. “Ik weet niet of jullie het leuk vinden dat ik het zeg.” Gemma: “Ga d’r voor.” Stefan en Gemma in koor: “Het stoere bestuur.” Stefan licht toe: “Dat past ook wel een beetje bij corona, dat wij ondanks alles wat gaande is wel dingen willen doorzetten. En gewoon doen.” Onno: “In het begin zeiden we, weet ik nog, ‘wij zijn het sportieve bestuur.’’’ Iedereen aanwezig bij het interview gaat stuk, wat een grap. Bauke: “Maar sportscholen zijn dicht dus ja...” Onno: “We hebben het niet in de hand, kunnen wij niets aan doen.” Stefan: “Als de sportscholen nog open waren had Bauke nu twee stoelen nodig zo breed was ie dan.” Gemma: “Het plan om elke week samen te gaan sporten is wel een beetje nooit gebeurd; dat is gebleven bij een plan.” Stefan stelt voor samen te gaan hardlopen. Dit wordt met weinig enthousiasme ontvangen. Onno: “Komt nog wel.”

Wat is anders aan het bestuursjaar dan jullie van tevoren hadden gedacht?

Stefan: “Ik dacht van tevoren aan een bestuursjaar als lekker een jaartje íets minder studeren, veel lol maken en zuipen maar dat zit er nu natuurlijk iets minder in dit jaar. Maar vind het nog steeds nog super leuk.”

Maar het was van tevoren al redelijk bekend dat dit een coronajaar zou worden...

Gemma: “Ja, we hebben gesolliciteerd toen corona er al was, dus we hebben ons hier wel bewust voor opgegeven.” Anna: “We wisten het wel maar niet hoe lang, dus dat is wel een ding. Het kon ook dat het een half jaar zou duren en dat het nu klaar was, maar dat is dus niet zo.” Bauke zet de situatie in perspectief: “Ik ben allang blij dat we elkaar in het echt kunnen zien en fysiek kunnen vergaderen. Ook dat alle commissies hier in principe een zaaltje kunnen afhuren. Als ik het vergelijk met de situatie in april is dat een hele vooruitgang.” Onno: “We hebben veel contact met andere verenigingen van Sociologie in het land. Die zijn minder bedeeld, om het zo maar te zeggen.”

Doen jullie veel aan thuiswerken of zijn jullie nog veel op de faculteit?

Stefan: “Wij hebben het in Groningen best wel goed, op deze faculteit. We kunnen op de fac zitten in de Bunker en het vergaderhok. Andere verenigingen zijn veel thuis en online aan het vergaderen. Wij vergaderen gewoon in een zaaltje.” Anna: “Ja, eigenlijk alleen maar op de faculteit. Ik denk dat er relatief gezien weinig thuiswerken bij is.” Bauke: “Het gaat ook allemaal een stuk sneller als je mekaar even kunt zien. Als je even kunt zeggen van: ‘hé, wil je hier even naar kijken’. Ik denk dat bij andere besturen waar je de hele tijd online vergadert dat dat wel ten koste gaat van de motivatie.” Onno vult aan: “De functionaliteit ook.” Gemma: “Ook een stukje gezelligheid.”

Wordt de Bunker ook een beetje ervaren als een soort ghost town? Met de zielen van alle leden die nog rondwaren.

Stefan: “Dat valt wel mee, maar dat komt ook omdat er natuurlijk al vanaf het begin geen leden mochten komen. Dus het is voor ons een soort normaal geworden.”

Het nieuwe normaal. Op zich natuurlijk ook wel fijn, dat dat een beetje gewend is.

Gemma: “In het begin van de coronaperiode mochten wij dus überhaupt niet in de Bunker komen. Voor ons was het al een vooruitgang dat we daar weer mochten zijn. Hopen dat de stap dat leden ook weer toegang krijgen snel komt.” Bauke: “Wel echt jammer inderdaad dat er geen andere mensen bij mogen. Dat is wel heel zuur. Afgelopen jaar dacht je als de Bunkerdeur open gaat, dit zou werkelijk iedereen kunnen zijn. Nu is het elke keer òf Stefan, òf Anna, of één van ons in ieder geval.” Men lacht met een traan.

En in de Bunker wonen natuurlijk ook twee hele leuke vissen. De geliefde Evert en Karlijn. Hoe vergaat het hen?

Anna, vol overtuiging: “Goed!” Onno: “We hebben een rooster gemaakt op het whiteboard. Daarop staat wie wanneer het water moet verversen en de kom schoonmaken.” De broer van Gemma heeft verder een leuk Okto-huisje cadeau gedaan. Bauke: “Het is gewoon fijn elke keer als je de Bunker in komt. Dat de vissen dan daar zijn.” Anna: “Altijd als eerste naar de vissen toe. Even wat voer erin, even met ze praten.” Gemma deelt het enthousiasme: “Ja echt! Het is echt gezellig.” Stefan: “Als je er alleen bent werkt het therapeutisch. Je kunt er even mee babbelen, ze luisteren, ze stellen geen moeilijke vragen.”

Hoe kunnen jullie ze eigenlijk uit elkaar halen. Wie is Evert en wie is Karlijn?

Stefan: “Ze hebben verschillende kleuren. De ene is donkerder gekleurd. Evert is donker. Maar eigenlijk is de regel dat degene die rechts zwemt Evert is. Maar goed, het verschilt dus weleens wie Evert is.” Onno: “Maar over het algemeen...” Stefan maakt af: “De donkere.” Gemma: “Ik denk misschien wel het moment dat wij elkaar voor het eerst zagen. En dat we wisten dat we met elkaar bestuur gingen doen. Dat was voor mij denk ik wel het mooist.” Stefan reageert lachend: “Toen was je vast lam, laat maar.” Gemma: “Ja, maar dat vond ik wel een van de leukste momenten denk ik, maar niet het grappigste moment.” Onno vraagt of zijn bestuur niet met iets beters kan komen. Bauke is de eerste die met wat komt: “Ik vond overdrachtsweekend leuk, ik mag niet precies zeggen wat daar is gebeurd maar op overdrachtsweekend hebben we heel...” Stefan onderbreekt en maakt af: “... heel erg gebond.” Gemma: “Het zijn van die momenten die vooral op het moment heel grappig zijn, zoals in de Bunker Bauke op een gegeven moment zo hard moest lachen dat hij door zijn rug ging.” Blijkbaar was dit moment hilarisch, want het hele bestuur moet lachen. “Het was heel grappig”, vervolgt Gemma met een bijna piepende stem. Bauke: “Dat deed wel pijn ook.” Bauke speelt het incident na, waarbij zijn lach overgaat naar een schreeuw van pijn waarbij hij gelijktijdig met zijn hand op z’n rug slaat.

Waar hebben jullie dit jaar tot nu toe het hardst om moeten lachen?

Onno: “Er zijn heel veel shady momentjes. Laten we daar niet over uitweiden.” Bauke: “We hebben natuurlijk wel de app waar we al onze leuke quotes in bijhouden.” Stefan gekscherend: “Dat is altijd lachen, gieren, brullen. ” Bauke met ironisch stemmetje: “Af en toe wordt er iets grappigs gezegd, ha ha ha.” Iedereen moet even nadenken, iemand herhaalt stilletjes ‘boodschaaap’. Stefan: “Geen gemieter, trek een liter.” Onno voelt zich verplicht de (aangeschoten) Stefan in toom te houden: “Nou, nou...” Bauke: “Blijf actief, en dat hoeft niet zozeer bij Sociëtas te zijn. Je bent al snel geneigd met corona om de hele dag in huis te zitten waardoor de drempel om iets te gaan doen misschien wel hoog lijkt. Maar blijf op online-dingen afkomen, ook al is het van een andere vereniging, blijf hardlopen, blijf met de hond wandelen, zorg dat je een soort dagelijks ritme hebt.’’ Gemma knikt instemmend: “Blijf sociaal bezig.” Onno: “Maar is houd vol niet een cliché?” Stefan: “Ja het klinkt zo naar hè.” Onno: “Iedereen zegt dat altijd maar ja...” Bauke: “Niet houd vol maar houd structuur, blijf vooral iets doen...” Stefan onderbreekt: “Wie dit leest trekt een adt.” Onno afkeurend: “Nee.” Gemma probeert het gesprek te redden: “Denk om elkaar maar ook om jezelf.” Stefan: “Dat is wel heel viezig?”

Wat zouden jullie graag mee willen geven aan de lezers van SoAP?

Iedereen moet even nadenken, iemand herhaalt stilletjes ‘boodschaaap’. Stefan: “Geen gemieter, trek een liter.” Onno voelt zich verplicht de (aangeschoten) Stefan in toom te houden: “Nou, nou...” Bauke: “Blijf actief, en dat hoeft niet zozeer bij Sociëtas te zijn. Je bent al snel geneigd met corona om de hele dag in huis te zitten waardoor de drempel om iets te gaan doen misschien wel hoog lijkt. Maar blijf op online-dingen afkomen, ook al is het van een andere vereniging, blijf hardlopen, blijf met de hond wandelen, zorg dat je een soort dagelijks ritme hebt.’’ Gemma knikt instemmend: “Blijf sociaal bezig.” Onno: “Maar is houd vol niet een cliché?” Stefan: “Ja het klinkt zo naar hè.” Onno: “Iedereen zegt dat altijd maar ja...” Bauke: “Niet houd vol maar houd structuur, blijf vooral iets doen...” Stefan onderbreekt: “Wie dit leest trekt een adt.” Onno afkeurend: “Nee.” Gemma probeert het gesprek te redden: “Denk om elkaar maar ook om jezelf.” Stefan: “Dat is wel heel viezig?”

This article is from: