6 minute read
Studentenbezigheden Niels de Jonge
from SoAP januari 2021
Joep van Rijn & Leendert Ekkelboom
Niels de Jonge is een eerstejaars sociologiestudent. Hij is ook erg actief als vrijwilliger bij De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Hij is vorig jaar zelfs een jaar naar Griekenland geweest om daar vrijwilligerswerk te doen. Hoewel het project vroegtijdig afgebroken moest worden, heeft Niels veel meegemaakt. Het wordt dus tijd om deze weldoener te interviewen.
Advertisement
Wat heb je precies gedaan?
“Ik ben een jaar naar Griekenland geweest, daar was ik vertegenwoordiger van mijn kerkorganisatie: De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Ik was vertegenwoordiger van de kerk en ik deed vrijwilligerswerk voor de lokale gemeenschap. Het vrijwilligerswerk was afhankelijk van het land waar je naartoe gaat, dus in Griekenland was dat veel vluchtelingenwerk en het organiseren van projecten. In Nederland zou dat iets anders zijn, zoals werken bij voedselbanken. Naast vrijwilligerswerk heb ik ook met mensen gesproken die geïnteresseerd zijn in het geloof of meer willen weten over de kerkorganisatie.”
“Helaas ben ik vanwege medische redenen eerder teruggekomen uit Griekenland, waardoor ik de twee jaar niet heb kunnen volmaken en ik met mijn begeleiding heb besloten om vroegtijdig een einde aan het project te maken.”
Hoe ben je hieraan begonnen? Ben je op een dag opgestaan met het idee “Ik ga voor de kerk naar Griekenland” of is het meer geleidelijk gegaan?
“Ik ben opgegroeid in deze kerkgemeenschap, er werd aandacht besteed aan de mogelijkheid om dit te doen. Mijn ooms hebben dit ook gedaan, de een in Griekenland en de ander in Frankrijk en Amerika. Ik heb gave verhalen van hen gehoord en ze vertelden me dat dit een levensveranderende ervaring was. Hierdoor ben ik steeds meer na gaan denken of dit niet iets voor mij was. In het begin leek het me een te lange investering, maar na een jaar studeren kwam ik erachter dat ik nog niet wist hoe ik in het leven stond en waar mijn prioriteiten lagen. Toen dacht ik dat dit een goede kans was om mezelf te ontdekken en tegelijkertijd andere mensen van dienst te zijn.”
Hoe communiceerde je met de mensen in Griekenland?
“De mensen in Griekenland spreken natuurlijk niet allemaal dezelfde mate van Engels die wij hier gewend zijn. Daarom heb ik eerst twee maanden een taalcursus in Engeland gevolgd. Hier leerde ik met een klein groepje mensen de Griekse taal en gespreksvaardigheden. Na twee maanden zijn we met dat groepje naar Griekenland vertrokken. Je leert het beste door het gewoon te doen, dus ik heb in Griekenland veel met mensen gesproken. Zo leerde ik gaandeweg de Griekse taal. Veel mensen zagen het als een compliment dat ik de moeite had genomen om de Griekse taal te leren.”
Heb je er zelf ook wat aan overgehouden?
“Jazeker, ik heb veel vriendschappen voor het leven opgebouwd, omdat het een heel intensief programma is bouw je snel goede banden op. Ik heb ook regelmatig contact met vrienden en collega’s die nog in Griekenland zijn. Daarnaast heb ik een versterking gekregen van mijn eigen geloofsovertuiging omdat ik het met anderen over het geloof heb gehad en dus ‘gedwongen’ werd om over het geloof na te denken.
Dit kwam vooral omdat iemand dan een vraag stelde over de bijbel, en ik me realiseerde dat ik het antwoord eigenlijk niet wist. Als ik geen perfect antwoord kon geven, voelde ik me aangemoedigd om naar het antwoord op zoek te gaan zodat ik de volgende keer wel een perfect antwoord klaar had.”
Heb je nog mooie of grappige dingen meegemaakt?
“Een mooie ervaring was dat ik aan het helpen was in een soepkeuken van onze organisatie. Daar kwamen erg veel mensen van verschillende etniciteiten, onder andere veel vluchtelingen. We gaven ze gratis eten en deden daarna de afwas. Hierdoor kwamen we veel met deze mensen in contact. Ik vond dit een mooie ervaring omdat ik echt dankbaar was voor wat ik had. Die mensen hadden namelijk die maaltijd nodig om de dag door te kunnen komen. Ik vond het erg mooi om iets terug te kunnen geven aan deze mensen.’’
‘‘Daarnaast heb ik veel gekke dingen meegemaakt. Op een gegeven moment ontdekten we een gyroszaak waar je voor €4,- anderhalf uur lang onbeperkt gyros kon eten. Ik hield met een collega een wedstrijd wie de meeste broodjes kon wegwerken. Ik had vijf broodjes, hij zes. Hierdoor was ik de hele dag kotsmisselijk, ik was echt ziek. Diezelfde dag moest ik nog met mensen spreken, bij elk gesprek dacht ik dat ik ging overgeven. We hebben ook een hele gave wandeltocht gemaakt om de zonsopkomst te zien boven Athene. Dan zie je echt de stad tot leven komen.”
Heb je al een idee wat je na sociologie wil gaan doen?
“Ik zit pas in mijn eerste jaar dus daar is het nog wat vroeg voor, maar ik wil graag nog vrijwilligerswerk blijven doen, maar niet meer full-time. Ook wil ik misschien voor de Grieks-Nederlandse ambassade gaan werken, maar daar moet ik misschien wel iets beter Grieks voor leren spreken. Ook lijkt het me heel leuk om in het sportbeleid terecht te komen, iets bij NOC*NSF lijkt me heel gaaf. Het lijkt me ook heel leuk om een eigen bedrijf op te richten.’’
Je bent dus nogal maatschappelijk bezig, maar denk je dat het geloof zelf ook een functie heeft binnen de maatschappij?
“Ik ben toevallig net bezig met de verhouding tussen religiositeit en geluk voor TGG. In de artikelen zie ik dat het sociale netwerk dat kerken bieden vaak de religiositeit versterkt. Dit komt doordat mensen vaker in aanraking komen met hun eigen geloofsovertuigingen en mensen met dezelfde visie op het leven, waardoor hun ideeën versterkt worden. Hierdoor kan je elkaar ook bijstaan als je het moeilijk hebt. Ik merk ook dat ik zelf heel veel waarde hecht aan mijn religie, en dat dit op dagelijkse basis versterkt wordt door de dingen die ik doe. Om mij heen zie ik niet veel religieuze mensen. Ik ken wel wat mensen op volleybal die naar de kerk gaan, maar ik ken geen studenten die echt religieus zijn. Het geloof geeft mij steun, vooral tijdens Corona. Ik vind het heel fijn dat ik nog naar de kerk kan blijven gaan omdat ik daar goede vrienden heb waar ik op kan terugvallen en die me kunnen steunen als ik het moeilijk heb.”
Hoe zie je de combinatie van geloof en wetenschap?
“Ik denk dat geloof en wetenschap elkaar niet helemaal hoeven uit te sluiten. Door wetenschap worden wel veel dingen verklaart, maar er zijn veel dingen die we nog niet weten. Het geloof kan meer betekenis geven aan de dingen om ons heen en de wetenschap kan verklaringen geven over hoe de wereld om ons heen werkt. Ik denk dus niet dat het één de ander uitsluit.”