GEZOND EN WEL
Je kan palliatief zijn en nog véél jaren
goed leven
Wanneer iemand palliatief is betekent dat niet automatisch dat die ook terminaal is of snel zal sterven. De begripsverwarring bestaat omdat ‘palliatief ’ voor velen, óók voor artsen, nog altijd synoniem is voor ‘terminaal’ en ‘doodgaan’. Palliatieve zorg is echter vooral gericht op leven, op het verbeteren van de levenskwaliteit. Weliswaar bij mensen die ongeneeslijk zijn, wat echter niet belet dat ze nog jaren kunnen leven. Palliatief staat immers tegenover curatief of geneesbaar. Anders gezegd: alles wat niet (meer) curatief is, is palliatief. Iemand met diabetes of artrose is dus palliatief. Maar dankzij insuline of pijnstillers en kinesitherapie kunnen die mensen even lang en kwaliteitsvol leven als zogenaamd ‘gezonde’ mensen. Hetzelfde geldt voor andere aandoeningen zoals emfyseem, hartlijden, MS, mucoviscidose, ziekte van crohn, alzheimer enzomeer. Al deze aandoeningen zijn (voorlopig) niet te genezen, maar wel goed te ‘palliëren’. Met de vergrijzing van de bevolking komen deze aandoeningen bovendien meer voor. In de middeleeuwen was de nood aan opvang voor mensen met alzheimer onbestaande. Mensen stierven immers vooraleer deze ziekte te ontwikkelen. Vandaag worden we steeds frequenter geconfronteerd met mensen die verder leven 4
S-PLUS
- april-mei-juni 2022
in aanwezigheid van één of meerdere ongeneeslijke ziekten of beperkingen. Bovendien kunnen aandoeningen die vroeger snel tot de dood leidden nu beter behandeld worden dankzij de ontwikkeling van de medische spitstechnologie. Zo kennen veel ongeneeslijke kankers geen onmiddellijke fatale afloop meer en wordt het overlijden steeds langer uitgesteld. Daarom beginnen sommigen voorzichtig ongeneeslijke kanker - net zoals diabetes - als een chronische aandoening te beschouwen. En zo komen we terug bij ons uitgangspunt waarbij we het begrip ongeneeslijk - niet curatief - als synoniem voor palliatief aanzien. We zouden ook kunnen stellen dat alle chronische - niet geneesbare - aandoeningen palliatief zijn, maar niet omgekeerd. Sommige palliatieve ziekten leiden immers wel snel tot de dood en worden nooit chronisch. Ten slotte geven sommige palliatieve - chronische - aandoeningen nooit direct aanleiding tot vroegtijdig overlijden zoals bv. blindheid.
Hoe zit het in dit alles met de behoefte aan palliatieve zorg? Veronderstel dat iemand op een bepaald ogenblik de diagnose krijgt van een ziekte die, onbehandeld, waarschijnlijk de dood tot gevolg heeft. Tussen het tijdstip van diagnose en het overlijden heeft de arts een hoofddoel namelijk genezen, behandelen en verzorgen.
Oproep naar vragen Heb je na het lezen van dit artikel nog vragen? Bezorg ze ons en wij leggen ze voor aan Prof. Dr. Distelmans. Je kan je vraag stellen via info@s-plusvzw.be of via 02 515 02 23.