17 minute read

PIAGGIO MP3 Traffic Beater; moeiteloos manoeuvreren door druk verkeer

TRAFFIC BEATER

We reden met de nieuwe Piaggio MP3-5OO.

Terwijl de auto’s op de Boulevard Périphérique vier rijen dik aanschuiven, vliegt de nieuwe Piaggio MP3-5OO tussen de rijen door. De Parijzenaars zijn niet anders gewend en maken goed plaats. En zo niet, dan zwiert de driewielige scooter moeiteloos naar een andere rij. Het is een ideale traffic beater. Maar dan met het comfort van een toermotor.

Er is geen mooiere manier om naar Parijs te gaan dan met de motor of de motorscooter. Natuurlijk geniet elke motorrijder van de buitenlucht, het geronk van het motorblok en natuurlijk van de snelheid en de wendbaarheid die je in een auto gewoon mist. Nog afgezien van economische aspecten, want met een brandstofverbruik dat bij de nieuwe Piaggio MP3-500 in “eco-mode” tegen de 1 op 28 ligt, wordt zo’n reisje ook een stuk betaalbaarder. En voor het comfort hoef je het niet te laten, want de MP3 heeft prima protectie tegen de elementen en heeft een bagageruimte onder de buddy waarin je moeiteloos een flinke weekendtas kwijt kunt. En hij zit prinsheerlijk. Nog beter dan het vorige model, want Piaggio heeft bij de ontwikkeling van de nieuwe MP3 veel aandacht besteed aan het comfort, dat op hoog niveau staat. De totale lengte van de buddy is van 630 mm naar 796 mm gegroeid, zodat je iets verder naar achteren kunt zitten en een zee aan beenruimte hebt. Net als de passagier, die nu echte, inklapbare voetsteunen heeft. De stuurpositie is verplaatst zodat het stuur goed binnen bereik zit. Ook is het in hoogte verstelbare, smoke-kleurige windscherm hoger en breder gemaakt, terwijl het nu iets van de kuip af staat. Zo kan er lucht onderdoor stromen en ontstaat er geen vacuüm achter de ruit, want dat zou turbulentie geven.

Nieuwe vormgeving

De nieuwe MP3-500 is herkenbaar aan een scherper en dynamischer uiterlijk. Aan de achterzijde heeft hij nu een vlakkere vorm met langwerpige Led-knipperlichten. Het karakteristieke achterklepje in het kontje is nu verdwenen, je kunt de bagageruimte nu alleen via het zadel benaderen. De inhoud ervan is groot. De inhoud is nog steeds 50 liter, maar door de nieuwe vormgeving passen er nu twee integraalhelmen in, terwijl er ook een 12-Volts stopcontact in zit.

Ook de voorzijde van de MP3 is duidelijk moderner. Hij heeft nieuw ontworpen koplampen, een andere grille en kenmerkende Led-dagijverlichting. Het vernieuwde dashboard geeft een zee aan informatie, zoals het gemiddelde en momentane brandstofverbruik, de gemiddelde en maximaal gereden snelheid, de reistijd, de buitentemperatuur en een ijsalarm. Ook toont het een klok, de ingeschakelde mapping, de km-stand en de tripstand en het voltage van het boordsysteem, al naar gelang de gekozen setting. Maar het kan nog uitgebreider, want Piaggio levert voor de MP3 ook het optionele Piaggio MultiMedia Platform. Dit systeem stuurt via bluetooth allerlei gegevens uit het motormanagementsysteem naar een app in je smartphone (Android of iPhone), die je met een accessoirehouder op het stuur kunt monteren. Stroom ervoor kun je uit een USB-plug in een boven het dashboard geplaatste handschoenenkastje halen.ee

De app is overigens weer uitgebreid: het PMP heeft nu ook een econometer en geeft een gripwaarschuwing als het glad is.

Files verslaan

Er is veel veranderd aan de MP3-500, maar één ding is gelijk gebleven: het is nog steeds de ultieme machine om de files te slim af

te zijn, waardoor je de Périphérique in een recordtijd kunt ronden. Het mooie is dat de Parijse automobilisten daarbij heel goed aan de kant gaan, want Parijse motorrijders rijden door, plaats of geen plaats. Wie zijn spiegels lief heeft, gaat aan de kant! Uiteraard doe ik het wat rustiger aan dan de Parijse inboorlingen. Veiligheid voor alles. Al is het duidelijk dat men in de zuidelijke landen wat meer gewend is aan de scooter als mobiliteitsoplossing. Je ziet ook dat de MP3 er met open armen is ontvangen. Sinds Piaggio de MP3 lanceerde, in 2006, zijn er 150.000 exemplaren verkocht. Een groot deel daarvan lijkt in Parijs te zijn beland, hoewel je ze in Nederland ook meer en meer tegenkomt. Dat heeft alles te maken met de dubbele voorwielen, die meer grip en meer vertrouwen bieden dan een voorvork met een enkel wiel. Toch rijdt het niet heel anders dan een gewone motorscooter, omdat de MP3 in bochten gewoon overhelt. Dat komt doordat de veerpoot van elk voorwiel aan een soort dubbele wip is bevestigd. Daardoor kan elk wiel onafhankelijk veren, maar kan de scooter wel gewoon overhellen in de bocht, waarbij hij één pootje intrekt en het andere uitsteekt, zodat ze beide met gelijke druk op het asfalt rusten. Een andere belangrijke factor in het succes van de MP3 is dat deze gebruik maakte van een handige maas in de wet: als de spoorbreedte van de voorwielen meer dan 460 mm is, is het volgens de wet een auto. Dan moet je er in theorie een autorijbewijs voor hebben. Voorheen waren er daarom twee uitvoeringen, een met een “smalle” spoorbreedte en een “Large Track”-uitvoering met 465 mm spoorbreedte, waarop je met een autorijbe-

wijs mocht rijden. Inmiddels is de wetgeving erop aangepast: als je je autorijbewijs voor 19 januari 2013 hebt gehaald, dan mag je ermee op een MP3 LT. Heb je het later gehaald, dan heb je een motorrijbewijs nodig om op een MP3 LT te mogen rijden. Vanwege die nieuwe wetgeving is de nieuwe MP3 alleen in een “universele” LT-uitvoering verkrijgbaar.

Sneller

De MP3 is niet alleen ideaal om tussen de file door te rijden, maar ook om gewoon lekker mee te toeren. Waar een normale 250cc-

scooter eigenlijk net het vermogen mist om op de snelweg mee te komen, heeft de 500cc eenpitter meer dan genoeg vermogen om met dik 140 over de snelweg te blazen en ook genoeg power om op een secundaire weg vlot in te halen. In de stad is het helemaal een kanon, vergeleken met de vierwielers. Bij het stoplicht trekt hij als eerste weg en zit je zo op snelheden die een abo op www.flitsservice.nl erg nodig maken (ook verkrijgbaar voor iPhone, Android en Windows Phone). De oude 500 was al snel, maar de nieuwe MP3500 komt nog sneller uit de startblokken. Dat komt door een aangepaste tuning van de CVT en door aanpassingen aan de 500cc “Master”- krachtbron. De inlaatkanalen en de klepbediening van deze vloeistofgekoelde twin-spark eenpitter zijn verbeterd, terwijl

de tuimelaars van de klepbediening nu een gelagerde rol op het einde hebben om wrijvingsverliezen te beperken. Verder is de MP3 nu voorzien van een ride-by-wire systeem. Dat betekent dat de gasgreep eigenlijk alleen een soort potmeter bedient, waarvan het signaal door het computergestuurde motormanagementsysteem wordt gebruikt om de gasklep aan te sturen. Die computer kent twee programma’s voor de injectie en de ontsteking: een standaard-programma dat maximale prestaties biedt en waarbij de MP3-500 ook nog zuiniger is geworden.

Hij haalt in de standaard modus al 25 km op een liter. Dan is er ook een ECO-mode, die de motor extra zuinig laat lopen. Dat moet nog eens 10% schelen. De MP3-500 heeft daarmee een duidelijk milieuvoordeel, want de CO2-uitstoot is dankzij het lagere verbruik beduidend lager. En dan is de MP3 dankzij een nieuw ontworpen uitlaatdemper ook nog eens 3dB stiller. Dat is een halvering van het geluidsniveau!

‘ Toch rijdt het niet heel anders dan een gewone motorscooter, omdat de MP3 in bochten gewoon overhelt.’

ABS en ASR

Dat de MP3-500 sneller van zijn plek komt, komt niet door een toename van het motorvermogen: dat is nog steeds 29,5 kW (40.1 pk) bij 5.250 tpm. De nieuwe tuning van de Master-krachtbron heeft er vooral voor gezorgd dat de motor soepeler van onderuit trekt. Daardoor reageert de MP3 bij het

uitkomen van een bocht ook zo lekker direct op het gas. Hij heeft de trekkracht direct paraat. Je voelt op het soms verraderlijk gladde wegdek ook af en toe dat hij even inhoudt, als de elektronica besluit dat het te glad is voor vol vermogen. De MP3 is namelijk niet alleen voorzien van ABS, maar ook van tractiecontrole “ASR”. Dat kan op twee manieren ingrijpen: voor een snelle reactie wordt de injectie onderbroken, voor langzame reactie wordt de gasklep teruggesteld. De stuurkarakteristiek van het ASR is overigens gekoppeld aan de motormodes: in de ECO-stand grijpt het ASR eerder in. Het ASR-systeem is alleen verkrijgbaar in combinatie met het driekanaals ABSsysteem, omdat het net als het optionele bandenspanningssysteem gebruik maakt van de daarvoor benodigde wielsnelheidssensoren. Dat remsysteem is ook vrij bijzonder: je kunt zelf kiezen voor gecombineerd remmen of voor/achter gescheiden: gebruik je de hendels aan het stuur dan regel je de remkrachtverdeling zelf, gebruik je het voetpedaal dan regelt de scooter de remkrachtverdeling. Dat werkt op zich heel goed en geeft een behoorlijke remvertraging. De handremmen werken ook prima, wat veel te maken heeft met de grotere wielmaten. De voorwielen zijn van 12 inch naar 13 inch gegaan. Daardoor konden er grotere remschijven worden gebruikt, die meer remkracht bieden.

Progressief

Toch, hoe leuk ik Parijs ook vind, het is weer een opluchting als ik op de terugweg lekker over binnenwegen langs de Oise en door het Foret Domaniale d’Halatte rij, waar af

en toe leuke bochten liggen. De MP3 stuurt daar lekker zwierig doorheen, waarbij vooral opvalt dat de scooter ook lekker neutraal en strak blijft sturen als je een beetje aan het pushen bent. Het kost nauwelijks moeite om hem in de bochten te houden en hij gaat op het gas weer lekker gemakkelijk overeind. Ook de rechtuitstabiliteit is prima, mede dankzij het nieuwe frame en de grotere vijfspaaks-voorwielen, die natuurlijk gemakkelijker over hobbels lopen. Het helpt daarbij dat de MP3 mooi progressief geveerd is. Het begin van de 85 mm veerweg is soepel, zodat de MP3-500 het gehobbel van kinderkopjes en andere oneffenheden goed kan absorberen. Daarna bouwt hij snel stugheid op om te voorkomen dat de vering doorslaat en om de stabiliteit te handhaven. De achtervering heeft 108 mm ter beschikking, vandaar dat die ook grotere hobbels prima slikt. Belangrijk, want het zadel staat dichter bij de achterveren dan bij de voorveren. Zo blijft het comfort onder alle omstandigheden okay, terwijl je wel goed voelt wat er onder de voorwielen gebeurt.

Snelle mobiliteit

De nieuwe MP3-500 is veel meer dan een mobiliteitsoplossing: het is een superpraktische en comfortabele toerscooter geworden, die zich dankzij een strak rijwielgedeelte en een potent blok soepel en snel door alle soorten verkeer kan bewegen. De nieuwe MP3 staat straks in twee versies bij MotoPort: De “Business”- editie heeft een “Business”-logo op het kontje, een verchroomde uitlaatpijp, een bruin zadel en een tunnel, stuur en duohandgrepen die in gunmetal grijs zijn uitgevoerd. De Sport-editie is herkenbaar aan een “Sport”-logo op de kont en aan zwarte hoogglansdelen waar de andere versie gunmetal grijs op het menu heeft. Verder heeft de Sport-versie een zwart zadel. De Business en Sport-edities gaan zonder ABS en ASR € 10.299,- kosten, met ABS en ASR kosten ze € 10.959,-. (Prijzen excl. kosten rijklaar maken).

De MP3-500 Sport Edition (uitgevoerd in blauw) broederlijk naast zijn zakelijke evenbeeld, de MP3-500 Business Edition.

MUSÉE BASTER IN CLÈRMONT-FERRAND HISTORISCHE PASSIE

Guy Baster heeft een passie voor motoren. Hij verzamelt en koestert ze al decennia lang. Inmiddels is zijn verzameling uitgegroeid tot een compleet museum, dat een verbluffend beeld geeft van de veelzijdigheid van de motorindustrie tussen 19O5 en het heden...

Verzamelaars zijn er te kust en te keur. Sommigen hebben een fraaie collectie van tien oldtimers, soms zit er een tussen die zelfs tientallen motoren heeft. Maar wie in het Franse Riom, even boven Clèrmont- Ferrand, het motormuseum André Baster binnenloopt, die wacht een ware verrassing.

In eerste instantie lijkt het een knus, gezellig museum, dat is opgetrokken in een soort western uitstraling. Daar staan diverse Harley-Davidson’s, Indians en Hendersons knus achter houten hekjes. Mooie machines, fraai gerestaureerd, vaak met zijspan. En er zijn bijzondere exemplaren bij. Zoals een prachtige Indian 4, die laat zien dat de Amerikaanse fabrikant ook viercilinder lijnmotoren bouwde. Van Henderson staat er een zescilinder. En een “Vagabond” laat zien dat er ook echte tandem motorfietsen zijn gemaakt. Dan staan er ook Amerikaanse motoren als Ace en Cleveland, die aantonen dat het land van de onbegrensde mogelijkheden ooit meer moois op twee wielen produceerde.

Trap

Af en toe staat er een verdwaalde supersportmachine, een racer, een custom, een Honda, Kawa, Laverda of Yamaha, waaronder de Gauloise Yamaha van wijlen wereldkampioen Patrick Pons. Daartussen allerlei antieke voorwerpen die de sfeer van weleer versterken: oude trapnaaimachines, kinderwagens, hobbelpaarden, benzinepompen en natuurlijk talloze blikken affiches van olie-, benzine- of motorfabrikanten en natuurlijk links en rechts wat oude motorblokken. Dat alles rond een bar waarvan je de indruk krijgt dat je er een cowboyhoed bij op moet. Je weet bijna niet waar je kijken moet, zoveel details en mooie spullen staan er.

Maar dan wenkt Alexandra Ivankov, de schoondochter van Guy, ons naar een trap achterin het zaaltje, die leidt naar een enorme hal, die bomvol staat met motorhistorie uit alle delen van de wereld. Beroemde merken, onbekende merken, grootse merken... Ik zie merken als Brough Superior, Nimbus, AMC, Indian, Harley, Vagabond, Henderson, Cleveland, Munch, Puch, Chrome Rhone, J. Train, Monet & Goyon, Syphax, WSK, MZ, FN, Gillet, MV, Terrot, Motobécane, AJS, Peugeot, Dresch, Vincent, Matchless, Royal Enfield, Moto Guzzi en Laverda... In totaal staan er ongeveer 450 motoren. De oudste is een FN uit 1905, de jongste stamt uit 1984. En allemaal staan ze net als op de benedenverdieping bijzonder sfeervol opgesteld.

‘ De trap achterin het zaaltje leidt naar een enorme hal, die bomvol staat met motorhistorie uit alle delen van de wereld.’

Indian

Het meest verbazingwekkende van deze hele verzameling is dat het een privé-collectie is. De 64-jarige Guy heeft er zijn hele leven aan gewerkt, sinds zijn tienerjaren. Hij was dertien toen hij in de schuur van zijn ouderlijk huis een oude motor ontdekte, een Motobécane. Hij trok hem uit de schuur, prutste eraan tot hij aansloeg en reed er op. Hij was verkocht. Het geluid, de ervaring, hij vond het geweldig en droomde ervan om motor te rijden. Toen hij in 1968 zijn rijbewijs mocht halen, deed hij dat direct en kocht een motor, een rode Indian met zijspan. “De eigenaar had geld nodig”, weet Guy, die zich inmiddels bij het gezelschap heeft gevoegd, zich te herinneren. “Hij vroeg er 130 francs voor. Dat is omgerekend nu 20 euro. Ik heb

In het sfeervolle Musée Baster, dat zo’n 2.000 vierkante meter motorhistorie herbergt, raak je niet uitgekeken.

hem 130 francs gegeven.” De Indian heeft hij natuurlijk nog steeds. Hij is ooit uitgebrand, maar Guy heeft hem weer helemaal gerestaureerd. Hij is nu zeldzaam en een kapitaal waard. Toen niet. Daarom kon hij gemakkelijk meer motoren kopen en dat deed Guy ook: “Ze verklaarden hem toen voor gek, wat moest je ermee...”, lacht Alexandra.

Na aan het hart

Met de Motobécane en de Indian was de motorliefde van Guy Baster volledig ontbrand en het duurde niet lang voor hij er motoren bij kocht. Guy werkte indertijd als “horlogier”, een uurwerkmaker, en kwam in dit circuit een collega tegen die een viertal motoren kwijt wilde: “Het waren leuke motoren, een Zündapp viercilinder, een Gnome Rhone met zijspan, een Terrot met cardanaandrijving en een Vincent. Hij vroeg er 1000 francs voor, in die tijd een maandsalaris. Ik mocht het in twee termijnen betalen en ik kocht ze. Er staan er nog twee van”, aldus Guy, die ergens naar de overkant van de hal staart, over een zee van motorfietsen heen. Daar moeten natuurlijk motorfietsen bij zijn die hem na aan het hart liggen: “Ach, ik heb een mooie Gillet met zijspan. Daarmee ben ik naar een bijeenkomst in Parijs geweest. Kwam er een man naar me toe die exact dezelfde motor had. Bleek het de zoon van René Gillet te zijn. Hij ging er in de jaren ‘80 regelmatig mee op vakantie naar de Cote d’Azur. Zoiets heb ik ook gehad met een Dresch, een motor die door Henry Dresch werd gemaakt, in Etampes, vlak onder Parijs. Ook daar kwam de zoon me opzoeken omdat ik er een had. Dan heb ik nog een Train. Emile Train maakte aanvankelijk inbouwmotoren voor motorfietsen, in Courbevoie, een voorstad van Parijs, ergens tussen 1925 en 1939. Hij maakte ook een aantal motorfietsen. Ik heb een viercilinder van hem. Die is uniek, daar is er maar een van op de hele wereld. Die had Emile special voor zijn eigen zoon gemaakt. Waar welke motor ik het mooiste vind? Kansloze vraag, ik hou van al mijn motoren...

De juwelierszaak

Het vader-zoon thema speelt een grote rol in het leven van Guy Baster en dus ook in zijn museum, dat hij in 1992 heeft opgericht in een voormalige autowerkplaats. Het museum werd in 2000 uitgebreid en is nu 2.000 m2 groot. Het draagt de naam van zijn vader André, die op vijftig-jarige leeftijd uit het leven werd weggerukt: “Mijn vader had een juwelierszaak. Op een zekere dag kwamen er overvallers binnen. Die schoten mijn vader dood. Mijn moeder namen ze mee. Ze wilden haar ook vermoorden, maar het wapen weigerde...”

Dat een dergelijke gebeurtenis diepe littekens heeft nagelaten in het leven van de toen 30-jarige Guy, spreekt voor zich. Het wordt extra duidelijk als we de aanbouw inlopen, die Guy in 2008 heeft gebouwd: het is een complete, ouderwetse winkelstraat met een oud tankstation annex garage, een fietsenmaker, wat andere winkeltjes en een schuur met tractoren, fietsen en een paar

motoren, precies zoals je ze op het platteland zou kunnen aantreffen als je op zoek bent naar verborgen motorschatten. Midden in de winkelstraat bevindt zich een kopie van de juwelierszaak van André Baster...

Aanrader

Het motormuseum André Baster is uitgegroeid tot een van de grootste motormusea van Europa en is zeker een van de sfeervolste. Er staan zoveel mooie motoren, dat je er nauwelijks uitgekeken raakt. De motoren verkeren in goede staat en lopen bijna allemaal: “De passie van Guy ontstond toen hij die Motobécane op zijn dertiende aan de praat kreeg. Het geluid, de trillingen, dat was waardoor zijn liefde voor motoren ontstond”, legt Alexandra uit. “Een motor is geen motor als hij hem niet kan horen lopen. Daarom doen de motoren het hier bijna allemaal. Van de 450 motoren zijn er maar een stuk of zeven die het niet doen... Het liefst zou Guy ze allemaal elk jaar een keer laten lopen, maar daarvoor zijn het er te veel...”

f Guy Baster, eigenaar van Musée Baster.

OOK EEN BEZOEKJE BRENGEN AAN MUSÉE ANDRÉ BASTER?

Een dikke aanrader, het museum André Baster. Het is vanuit Nederland een aardig eind rijden, maar het is de moeite meer dan waard. Het museum is van dinsdag tot zaterdag elke middag open. Elke tweede zondag van de week is er een motormarkt waar 50 tot 80 verkopers hun motoronderdelen proberen te verkopen of te ruilen. Je vindt het museum aan 101 Rue de l’Ambène, 63200 Riom, vlak boven ClèrmontFerrand. Een kaartje voor het museum kost 7 euro, kinderen betalen 4 euro.

This article is from: