
5 minute read
MOTOPEOPLE Thomas van Leeuwen
from MotoDrive 2014-3
Thomas van Leeuwen bouwt Classic racer:
OP ZIJN PUURST
Thomas van Leeuwen is pas 19 jaar maar heeft zijn sporen in de racerij al ruimschoots verdiend. Maar Thomas kan niet alleen hard rijden, hij weet ook hoe hij een motor moet bouwen. Zijn nieuwste project: een Classic Van Veen-Kreidler...
Racen zit Thomas in het bloed. Zijn vader, Everhart van Leeuwen, reed motorcross en opa Ramakers, de opa van moederszijde, reed grasbaan- en wegraces met een verbouwde Kreidler. Daarmee mocht hij in 1971 zelfs aan de TT deelnemen. En Thomas treedt in zijn voetsporen, want de coureur met nr. 71 reed inmiddels zelf al in drie TT’s mee. Voor het eerst in 2011, toen hij nog maar 16 jaar oud was. Hij reed toen mee op een “EvL 125cc”, een racer die hij samen met vader Everhart had gebouwd. Everhart is al jaren betrokken bij de racerij en had een eigen raceteam. Daarnaast heeft hij een techniekbedrijf met diverse metaalbewerkingsmachines. Hij had Thomas beloofd zelf een motor te bouwen en maakte het complete motorblok zelf. Voor het rijwielgedeelte zocht Thomas hulp bij Nico Bakker, het raceframe-icoon uit Heerhugowaard.

Cees van Dongen
De racecarrière van Thomas vertoont een sterk opwaartse lijn. Hij racet al sinds hij 12 jaar oud was en is de huidige kampioen in het ONK Moto3. Dit jaar rijdt de coureur uit Wezep in het Spaanse Moto3-kampioenschap: “Het niveau van het Spaanse kampioenschap ligt tegen dat van de GP’s aan”, aldus Thomas, die als droom heeft om op het hoogste niveau te racen. Maar dat is niet zijn enige droom, want daarnaast bouwt de technisch zeer begaafde tiener zijn eigen classic racer. Een droom die voortkomt uit de drang om zelf dingen te maken, maar die ook alles te maken heeft met een ontmoeting die hij had met een ander icoon uit de wegracerij: Cees van Dongen. Cees werd in 1958 250cc wegracekampioen op een NSU en deed datzelfde in 1960 met een Dürkopp. Tot 1978 haalde Cees nog veel meer titels in de 50cc- 125cc- en 250cc klassen met onder meer Honda’s, Kreidlers en Bultaco’s. Hij won in 1969 zelfs een Grand Prix op een fabrieks-Suzuki!

Oschersleben
Na zijn actieve racecarrière bleef Cees actief in de veteranenscene, waar hij zelf nog tot 2005 reed en later andere coureurs met zijn 50cc-Kreidler liet racen. Zo kruisten de paden van Cees en Thomas elkaar in het Duitse Oschersleben, in 2010. Cees zijn coureur was er niet. Toen Everhart opperde dat Thomas wel voor hem kon rijden, werden ze het al gauw eens. Wel waarschuwde Cees voor de remmen van de Kreidler: “Volgens Cees waren die nogal bijterig”, lacht Thomas. “Misschien voor een motor uit de jaren zestig, maar voor mijn gevoel had het ding helemaal geen remmen. Maar het stuurde wel heel gemakkelijk.”

Het duurde een paar ronden voor Thomas begon op te vallen door zijn snelle rondetijden. De wedstrijdleiding zag aan zijn raceoverall wel dat hij niet de William van Dongen was die stond ingeschreven en haalde hem met een zwarte vlag van de baan. De naam kon worden aangepast en Thomas reed twee wedstrijden. De eerste werd hij derde, de tweede won hij.
Eigen classic
Thomas had indruk gemaakt op Cees en ze hielden contact, ook omdat Thomas die classic scene wel zag zitten: “Het is leuk, het is ook de manier waarop mijn opa reed. Daarom kreeg ik langzaam het idee dat ik zelf wel zo’n motor wilde bouwen”. Cees van Dongen wilde hem wel helpen, maar zijn gezondheid ging snel achteruit: “Cees belde op en zei dat we snel langs moesten komen. Dat heb ik gedaan. Hij vertelde hoe ik zo’n motor moest maken, gaf me de maten en afstelgegevens en ik kreeg zelfs een zuiger, een cilinder, een krukas en een uitlaat. Een paar dagen later overleed hij. Thomas ging aan de slag met de spullen van Cees. “De motor moest qua constructie gelijk worden aan een Van Veen Kreidler, maar dan wel met moderne materialen. Zo heb ik in overleg met Nico Bakker besloten om de framebuizen van chroommolybdeenstaal te maken. Dat is sterker en dan kun je weer dunnere buizen gebruiken”, vertelt Thomas. Ik heb een oude Marzocchi voorvork gebruikt en ik heb de achterschokdempers gekocht, maar ik heb er wel een schijfrem op gezet, want het moet wel goed remmen.”
Wielen
Natuurlijk is de Van Leeuwen-Van Veen wel voorzien van de uitlaat, de zuiger en de cilinder van Cees, maar voor de rest maakt Thomas bijna alles zelf: “De uitlaat heb ik gepolijst en ik heb er een dempertje op gemaakt. Het carter heb ik uit aluminium gefreesd, zodat er een roterende inlaat en een droge platenkoppeling in kan. Er komt een Kreidler vijfversnellings close-ratio-versnellingsbak in. De achterbrug heb ik uit staal gemaakt en ik heb alle boutjes zelf gedraaid en gefreesd. Van de kuip en de tank heb ik mallen gemaakt, zodat ik ze van carbonfiber kon laten maken.” Zoiets kun je niet zelf, daar heb je speciale vacuümapparatuur voor nodig. Dat heeft Thomas niet, maar hij heeft wel de beschikking over freesapparaten, waarmee hij de wielen maakte: “Origineel zitten er Campagnolo wielen in, maar die zijn voor mij te duur. Ik moet het wel zelf betalen. Daarom heb ik ze nagemaakt uit een massief blok aluminium. Het blok woog 60 kg, daar is nu nog 2,5 kg van over. De hele motor weegt maar 60 kg...”
Sneller blok
Hoewel de Kreidler er al fraai uit ziet, is de motor nog lang niet af: “Ik moet de laatste onderdelen voor het motorblok nog maken en er moet nog een ontsteking op. Maar het zal nog wel even duren, want ik heb het druk. Ik studeer mechatronics aan het MBO en ik ben vaak in de weekenden naar Spanje voor de races. Dan moet ik ook mijn racemotor nog onderhouden en voorbereiden. Maar ik de Kreidler wel af en dan ga ik er ook nog een tweede motorblok voor maken, een sneller blok met zandgegoten carters. Want dat is racen zoals het hoort, met speciale, handgemaakte spullen om een motor sneller te maken...”
Thomas tijdens een wedstrijd g f Inspiratie: Cees van Dongen
