lente 2022
THE
PRIVATE BANKER
Thomas Leysen ‘We moeten de initiatieven die geld nodig hebben en de mensen die iets voor de samenleving willen doen nog meer samenbrengen.’ De voorzitter van Umicore en ex-voorzitter van de Koning Boudewijnstichting is gekend om zijn filantropisch engagement. Hij maakt een stand van zaken op van de filantropie in ons land en de rol die private bankiers hierin kunnen spelen. Kostprijs los nummer niet-leden: 10,00 €
p. 2
Private Bankers Association
Edito Beste PBA-B leden, Het zijn turbulente tijden. Onze samenleving is nauwelijks bekomen van de impact die de coronacrisis heeft gehad, of er gaat al een nieuwe schokgolf door Europa. Onze gedachten zijn vanzelfsprekend bij alle levens die verloren gingen in Oekraïne, en bij al die mensen die have en goed verloren en vertrokken zijn voor een onbestemde tocht, hopend op een spoedige terugkeer. In zo’n context krijgt het centrale thema van dit nummer van The Private Banker meteen een heel concrete inkleuring: filantropie in de meest letterlijke zin van het woord. Velen van ons komen met klanten in contact die hun weg zoeken in het ‘iets doen voor de maatschappij, voor een organisatie of een groep mensen’. Meer en meer wordt er beroep op ons gedaan om die filantropie op alle vlakken in goede banen te leiden. Ongetwijfeld vinden jullie inspiratie in de gesprekken die we met enkele bijzonder interessante spelers hadden. Onze vereniging dan. De activiteiten bruisen weer als nooit tevoren. Sinds het vorige nummer zijn er nog drie webinars bijgekomen. Jullie vinden ze in onze ‘e-learning-bibliotheek’ in het leden-gedeelte van onze site www.pba-b.be. De webinars die in de steigers staan, worden netjes opgelijst in de agenda hiernaast. In september start ook de nieuwe editie van de opleiding ‘Investment Management voor Private Bankers’. Ze loopt over acht cursusdagen van begin september tot einde oktober 2022 en de inschrijvingsperiode start in april. Alle info en het programma vinden jullie op onze site onder opleidingen/investment-management. En last but not least kijk ik ernaar uit om jullie eindelijk te mogen verwelkomen op het feest voor ons 20-jarig bestaan in het kasteel van Groot-Bijgaarden. De sterren staan dit keer gunstig voor die 21ste april aanstaande. Maar nu laat ik jullie lezen. Geniet van deze The Private Banker en tot binnenkort!
Peter Van der Smissen Secretaris-generaal PBA-B
Inhoud 04 Alle lagen van de bevolking betrekken bij filantropie Interview – Thomas Leysen
Colofon The Private Banker is het trimestrieel ledenblad van de Private Bankers Association - Belgium. Hoofdredacteur en verantwoordelijke uitgever: Peter Van der Smissen Redactie: Content Republic https://trustmedia.be/services Nummer 3: maart 2022 Coverfoto: ©Diego Franssens
06 Filantropie met een sterk lokale verankering
Actualiteit Koning Boudewijnstichting
p. 3
© shutterstock
lente 2022
08 Maximaliseer de impact van uw donaties
Paul Smeets – hoogleraar aan de Universiteit Maastricht
Agenda 10 Filantropie op maat van de klant
22 maart 2022
Webinar: Bankgeheim anno 2022 – Ann Verbist
21 april 2022
Feest 20-jarig bestaan PBA-B 18u30, Kasteel van Groot-Bijgaarden
27 april 2022
Webinar: Wat is Izimi en wat kan dat voor mij betekenen bij leven en bij overlijden – Joris thaels
10 mei 2022
Algemene vergadering PBA-B
02 juni 2022
Webinar: Update goederenwet – Alain Van Geel
02 juni 2022
Fund Insiders Forum, gratis deelname voor onze leden Info: https://register.fundinsidersforum. com/preregister#preregister
16 juni 2022
Webinar: Update Investment management (topic tbc) – Alexander Deveen
20 juni 2022
Verschijningsdatum The Private Banker nr. 4
Alumnus in de kijker – Laurence Vanweyenberg
11 Filantropie bij erfenissen en schenkingen Expert Alain Van Geel
p. 4
Private Bankers Association
IN T ER V IE W - T HOMA S L E Y SEN
Alle lagen van de bevolking betrekken bij
‘Voor mij betekent filantropie het algemeen belang dienen met private middelen’ Thomas Leysen, voorzitter Umicore
filantropie Filantropie zit in de lift, maar staat ook voor uitdagingen. ‘Doneren is niet alleen weggelegd voor de superrijken, maar voor alle lagen van de bevolking’, zegt Thomas Leysen. ‘We moeten de initiatieven die geld nodig hebben en de mensen die iets voor de samenleving willen doen nog meer samenbrengen, met alle actoren die daartussen staan: de Koning Boudewijnstichting, notarissen, vermogensbeheerders en private bankers.’
Welke plaats neemt filantropie in voor u? Thomas Leysen: ‘De voorbije jaren heb ik een deel van mijn tijd aan filantropie gewijd. Zes jaar lang was ik voorzitter van de raad van bestuur van de Koning Boudewijnstichting. Ik ben nog altijd voorzitter van het Fonds Baillet Latour, een van de grote private stichtingen in dit land. Voor mij betekent filantropie het algemeen belang dienen met private middelen. Ten tijde van mijn voorzitterschap bij de Koning Boudewijnstichting was ik getuige van veel boeiende verhalen. Vaak ging het om mensen met een passie voor een bepaald onderwerp of met medeleven voor een bepaalde problematiek omdat ze die persoonlijk ervaren hadden of verontwaardigd waren over bepaalde wantoestanden en daar iets aan wilden doen. Die mensen willen iets veranderen en de wereld rondom ons verbeteren. Ze willen hun emoties kanaliseren en daar iets positiefs mee doen.’
Is filantropie voldoende gekend in ons land? Thomas Leysen: ‘Ik merk een enorme generositeit in België en in Europa. Dat
is soms te weinig erkend. Mensen associëren filantropie nog te dikwijls met Amerika, met grote fortuinen en grote stichtingen zoals de Bill & Melinda Gates Foundation of de Rockefeller Foundation. Ook in ons land bestaat er een waaier aan filantropische initiatieven. Het zijn vaak mooie, hartverwarmende verhalen. In al die jaren heb ik de veelheid en de veelvormigheid van filantropie gezien en dus ook vastgesteld hoe groot de vrijgevigheid in dit land is. Statistieken tonen dat er in 2020 een enorme boost was. De fiscaal aftrekbare attesten bedroegen 370 miljoen euro. Tel je daar dan nog de legaten bij, dan kom je waarschijnlijk aan het dubbele van dat bedrag.’
Gaat het alleen maar om financiële steun of ook om operationele? Thomas Leysen: ‘In eerste instantie is het financiële steun, gaande van kleine bedragen en giften tot het opzetten van eigen fondsen, in naam van de Koning Boudewijnstichting of via eigen stichtingen. Vaak is het structurele steun aan bepaalde organisaties, verenigingen of projecten die voor een deel een beroep doen op subsidiëring. Zij kunnen die extra
middelen goed gebruiken. Maar het gaat niet altijd over de puur financiële steun. Het kan ook voor een deel persoonlijk engagement of tijd zijn. Alles is mogelijk. Dikwijls vragen die verenigingen zelf dat schenkers met hen meedenken. Maar de belangrijkste hefboom blijft natuurlijk de financiële.’
Beoefent u filantropie alleen vanuit uw eigen persoon of ook vanuit de bedrijven waarbij u betrokken bent? Thomas Leysen: ‘Filantropie is iets dat essentieel vanuit een persoon vertrekt, maar bedrijven kunnen ook bepaalde projecten in hun omgeving steunen en hun medewerkers daarbij betrekken. Ik heb het in dat geval liever over maatschappelijk engagement in plaats van filantropie. Maar de grenzen zijn niet altijd even scherp te stellen. Wat is sponsoring? Wat is mecenaat? Wat is echte filantropie? Bij Umicore bijvoorbeeld, waarvan ik voorzitter ben, stellen we bepaalde budgetten ter beschikking om in de omgeving van het bedrijf iets te doen. In Antwerpen is Umicore verbonden als een van de hoofdsponsors van het MAS en het Zilvermuse-
p. 5
‘We moeten filantropie zeker niet beperken tot de grote fortuinen. Het is iets waarin een brede laag van de bevolking zich zinvol kan engageren’ Thomas Leysen, voorzitter Umicore
um. Dat is eerder mecenaat, maar heeft wel een link met onze activiteiten, want Umicore is een grote recycleerder van edelmetalen. We zijn meer dan honderd jaar met zilver bezig. Daarnaast steunen we maatschappelijke projecten financieel en ondersteunen we medewerkers die zich inzetten voor projecten. Dat verhoogt de trots van onze eigen medewerkers op hun bedrijf.’
Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor filantropie? Thomas Leysen: ‘Filantropie zit in ons land in de lift. De Koning Boudewijnstichting of een website zoals goededoelen.be bieden een ruime waaier van initiatieven ter inspiratie. Ook private bankers worden daarin meer bedreven. Ze kennen die wereld steeds beter en verlenen nuttig advies aan mensen die ofwel bij leven bepaalde filantropische initiatieven willen opstarten of die denken in termen van legaten. Die kennis bij alle actoren in het veld, zowel de private banker als de notarissen, moeten we verder blijven bevorderen. De financiële noden zijn groot, zowel in het sociale als in het culturele veld en in het wetenschappelijk onderzoek.
Al die domeinen kunnen nog meer middelen gebruiken. Voor een deel zal dat uit filantropie moeten komen. De initiatieven die geld nodig hebben en de mensen die de impuls hebben om iets voor de samenleving te doen, moeten we nog meer samenbrengen. Alle actoren die daartussen staan – de Koning Boudewijnstichting, notarissen, vermogensbeheerders en private bankers – moeten zo efficiënt mogelijk de rol vervullen van brug. In ons land loopt dit al vrij goed, maar er kan zeker nog meer gedaan worden. Er zijn veel mensen die nog niet over filantropie nadenken, maar die er wel voor openstaan. Daarom moeten we filantropie zeker niet beperken tot iets voor grote fortuinen. Het is iets waarin een brede laag van de bevolking zich zinvol kan engageren. Daarnaast moeten we bepaalde grote vermogens nog verder aansporen om meer te doen. Sommigen hebben al belangrijke filantropische stichtingen opgezet of steunen een veelheid van kleinere projecten, maar op dat gebied kunnen we nog veel leren van de Verenigde Staten. Daar bestaat toch nog net iets meer de traditie om een deel van de onderneming of het vermogen naar het algemeen belang over te dragen en niet alleen naar de volgende generatie.’
Wat verwacht u als klant van een private banker? Thomas Leysen: ‘Ik vind het belangrijk dat private bankers bepaalde trends goed kennen en op een goede manier aanbrengen bij klanten. Die hebben dan uiteraard de keuze of ze daar willen instappen of niet, maar het moet hen alleszins aangereikt worden. Toen ik voorzitter van KBC was, herinner ik mij nog de hele transitie naar duurzaam beleggen. Vroeger was het een nicheproduct voor een klein publiek dat daarin geïnteresseerd was. Filantropie moet nog een beetje diezelfde switch maken. Als de klanten ernaar vragen bij de bankier, dan is er wel ergens in de private bank iemand die de expertise heeft en advies kan geven, maar misschien moet het nog veel meer standaard deel uitmaken van het dienstenpakket. De private banks hebben daarmee ook de mogelijkheden om zich te differentiëren en hun klanten creatief tegemoet te komen. Uiteraard is het ook voor de private bankers zelf een interessante zaak, want het is een andere manier om vermogens op lange termijn verder te blijven beheren.’
© Jeroen Vranckaert
lente 2022
p. 6
Private Bankers Association
AC T UALIT EIT KON IN G BO UDE WIJNST ICH T ING
Filantropie met een sterk lokale verankering Filantropie promoten, initiatieven voor het algemeen belang ondersteunen en advies geven, dat zijn de belangrijkste taken van de Koning Boudewijnstichting. Het resultaat is filantropie op maat met een sterke lokale verankering. De Koning Boudewijnstichting is mee met haar tijd en richt zich ook naar de jongere generatie.
‘De COVID-19-crisis heeft filantropie in de schijnwerpers gezet’ Ludwig Forrest, Head of Philanthropy bij de Koning Boudewijnstichting
De Koning Boudewijnstichting neemt een bijzondere plaats in binnen het spectrum van de filantropie. Waaruit bestaat haar rol?
met hen de verschillende formules. Vaak zijn ze in het gezelschap van een financieel adviseur, private banker, notaris, advocaat of vertrouwenspersoon.’
Ludwig Forrest, Head of Philantropy bij de Koning Boudewijnstichting: ‘Filantropie geeft de mogelijkheid aan mensen met een visie, een hart en de middelen om bij te dragen tot het algemeen belang. Het is de taak van de Koning Boudewijnstichting om filantropie binnen de samenleving in België, Europa en internationaal te promoten en mensen te inspireren om aan filantropie te doen in de brede zin van het woord. Dat kan het geven van geld of tijd zijn, het kan gaan over individuen of bedrijven, voor een korte of een lange termijn. Naast het promoten geven we ook advies aan mensen die ons komen vragen hoe ze concreet aan filantropie kunnen doen. We bespreken
Jérémie Leroy, directeur bij de Koning Boudewijnstichting: ‘We werken inderdaad samen met filantropen, of het nu individuen of bedrijven zijn. Aan de andere kant begeleiden wij ook verenigingen en de culturele sector. We ontwikkelen voor hen verschillende instrumenten, denk maar aan ‘vrienden van’. De Koning Boudewijnstichting doet geen fundraising voor hen, maar biedt wel een governancemodel aan, een tool om fondsen te verzamelen. We zien dat de sector echt nood heeft aan die instrumenten. Wat we doen, is complementair aan de steun van de publieke overheden. In de huidige omstandigheden merken we dat de sociale en culturele
sector hun bron van financiering moeten diversifiëren.’
Met welke vragen komen filantropen naar jullie? Ludwig Forrest: ‘Dat is heel uiteenlopend. Ze hebben bijvoorbeeld vragen rond de thema’s die ze willen steunen, wanneer ze met hun acties kunnen starten en hoe alles concreet in zijn werk gaat. Kunnen ze de filantropie vandaag starten of moeten ze wachten tot hun legaat? Mogen ze nu al een beetje geven en later veel meer? Er zijn veel mogelijkheden. We leggen telkens uit hoe onze fondsen werken, volgens welke regels we werken en welke ervaring we al dan niet hebben met de thema’s die zij voorstellen.’ Jérémie Leroy: ‘Naast de fiscale, legale, filantropische en persoonlijke vragen zien
p. 7
© Frank Toussaint
lente 2022
‘Naast fiscale, legale, filantropische en persoonlijke vragen zien we ook een nieuwe golf van vragen rond technologie. We kijken hoe we de jonge generatie kunnen aantrekken om aan filantropie te doen’ Jérémie Leroy, directeur bij de Koning Boudewijnstichting
we ook een nieuwe golf van vragen over technologie. Hoe kunnen we kleine giften aantrekken met bepaalde instrumenten? Een persoon van 25 jaar oud kan bijvoorbeeld al iets doen rond filantropie met microgiften. We kijken hoe we de jonge generatie kunnen aantrekken met nieuwe middelen. Daarom volgen we de trends van tools zoals smartphones en QR-codes. We krijgen soms ook de vraag hoe ze meer kunnen doen met hun geld, dus niet alleen met rechtstreekse financiële steun, maar ook via impactinvesteringen. Dat is een internationaal groeiende business, gedreven door investeerders die niet alleen wakker liggen van de financiële opbrengst van hun kapitaal, maar die ook een maatschappelijke impact willen hebben. Er is heel wat creativiteit vandaag rond nieuwe producten en technologieën. We volgen die evoluties bij de Koning Boudewijnstichting op de voet en proberen oplossingen aan te bieden voor al hun vragen.’
Is filantropie al voldoende gekend bij de Belgische bevolking of is er nog veel werk aan de winkel? Ludwig Forrest: ‘De Koning Boudewijnstichting is gelukkig niet de enige organisatie die filantropie promoot. Er is bijvoorbeeld ook de Belgische Vereniging van Filantropische Stichtingen of de Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving. We merken wel dat de COVID-19-crisis filantropie in de schijnwerpers gezet heeft. Er is een golf van solidariteit ontstaan. Veel mensen willen zich inzetten voor het algemeen belang. Het is onze rol om aan te tonen dat filantropie belangrijk en toegankelijk is. Je moet geen Bill Gates zijn om aan filantropie te doen. Mensen weten dat ze grote of kleine bedragen kunnen schenken. Iedereen van ons kan een steentje bijdragen. Dat is echt de boodschap.’ Jérémie Leroy: ‘Er is inderdaad een sterk groeiende trend van filantropie. De COVID-19-crisis speelt daarin een belangrijke rol. Er zijn steeds meer voorbeelden die andere mensen in-
spireren. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld zijn dat Bill Gates en Warren Buffett. Er is veel potentieel om een connectie te maken tussen mensen die iets willen doen en de bestaande noden van de maatschappij. Tegelijk horen we ook vaak private bankers zeggen dat hun klanten meer over filantropie willen weten. Ze komen dan onder andere bij ons voor informatie en advies. Maar er is nog veel werk aan de winkel. Zo bestaat er nog weinig filantropie rond thema’s zoals milieu en klimaat.’
Wat zien jullie als de belangrijkste uitdagingen voor de Koning Boudewijnstichting of filantropie in het algemeen? Ludwig Forrest: ‘Door evenementen te organiseren blijven we het algemeen belang van filantropie benadrukken, in België en in Europa. Maar zelfs in Europa komt filantropie in sommige landen soms in het gedrang. Organisaties kunnen steeds minder doen, buitenlandse investeringen worden moeilijker en in sommige landen wordt de vrijheid van de filantroop in vraag gesteld. De regels worden strenger en er is meer controle en compliance. De uitdagingen voor filantropie zijn ook die van de Koning Boudewijnstichting. Het blijft een challenge om altijd ter beschikking te staan van individuen, families, bedrijven en raadspersonen, om de juiste antwoorden te bieden, om op maat te werken, om te luisteren en om hen te helpen aan meer en betere filantropie te doen. Uiteindelijk komt dat ten goede aan de samenleving, aan de begunstigden die ervan genieten en meestal ook aan de schenkers zelf, want ze hebben een oplossing en zijn blij om het goede te kunnen doen.’ Jérémie Leroy: ‘Het is belangrijk dat de Koning Boudewijnstichting haar aanbod behoudt. Onze filosofie is en blijft filantropie op maat, met een sterke lokale verankering. Dat is het verhaal van de stichting, dat zijn onze roots. Met de groei van de stichting en met het succes van filantropie in het algemeen, mogen we ons DNA niet vergeten.’
p. 8
Private Bankers Association
D OS SIER
Maximaliseer
de impact van uw donaties Heel wat mensen zijn vrijgevig en steunen goede doelen. Om te voorkomen dat ze van de ene losse donatie naar de volgende gaan, helpen filantropie-adviseurs van banken bij het ontwikkelen van een plan om met meer structuur te doneren. ‘Op die manier kunnen ze de impact van iedere gegeven euro vergroten’, zegt Paul Smeets, hoogleraar aan de Universiteit Maastricht in het vakgebied filantropie en sustainable finance.
Wat is de motivatie van mensen om goede doelen te steunen? Gaat het om financiële doeleinden of willen mensen vooral impact hebben op het sociale gebied? Paul Smeets: ‘Filantropie betekent altijd dat u geld weggeeft. Dat heeft geen financieel motief. Het kan wel zijn dat u er een belastingvoordeel voor krijgt, maar dan nog betaalt u ook zelf mee. Wetenschappelijk gezien zijn er twee belangrijke motieven om te doneren: mensen willen de wereld beter maken en ze willen zich goed voelen bij wat ze doen. Die twee drijfveren gaan vaak hand in hand.’
Hoe kan filantropie meer plaats krijgen in het vermogensbeheer van privépersonen of organisaties? Paul Smeets: ‘Vermogende personen kunnen naar hun bankier gaan om te praten over beleggingen en hoe ze meer geld kunnen verdienen. Maar wat als ze geld willen weggeven? Sommige Nederlandse banken hebben de voorbije jaren een filantropie-afdeling opgericht waarbij een adviseur de klanten begeleidt bij het doneren van geld aan goede doelen. In Nederland hebben bijvoorbeeld ABN Amro en Rabobank een filantropieteam. Daarnaast zijn er nog twee specifiek duurzame banken in Nederland, namelijk ASN Bank en Triodos Bank. (In België hebben de meeste banken ook een afzonderlijke expertise in filantropie opgebouwd, die ze ter beschikking stellen van hun (zeer) vermogende klanten, red). Op het moment dat klanten bij hen aan tafel zitten, bespreken ze niet alleen hoe de klanten hun vermogen goed kunnen laten renderen, maar ook hoe de banken hen kunnen ondersteunen als ze goed willen doen voor de wereld. De filantropie-afdelingen van Nederland-
se banken helpen de klanten bijvoorbeeld om een plan voor de komende vijf jaar te ontwikkelen, zodat ze niet gewoon losse donaties geven, maar met structuur doneren. De bank kan ook helpen om goede doelen te kiezen die bij de klanten passen en waarvan ze uit wetenschappelijk onderzoek weten dat ze ook echt effectief zijn en zo veel mogelijk impact hebben.’
Zijn mensen voldoende op de hoogte van de verschillende goede doelen of hoe filantropie werkt? Paul Smeets: ‘Mensen vinden het vaak lastig om te weten welke goede doelen het meest impactvol zijn. De meesten geven nog altijd op basis van hun gevoel. Als ze iets goeds willen doen voor de maatschappij, dan kiezen ze vaak het goede doel dat ze kennen van de reclame die ze voorbij zien komen of waar ze altijd aan gedoneerd hebben. Nochtans zijn sommige goede doelen gewoon honderd keer effectiever dan andere. Het maakt best wel uit aan welk goed doel donateurs schenken. Op de website doneereffectief.nl vinden ze informatie over hoe ze zo effectief mogelijk geld kunnen weggeven.’ (De website Effective Altruism Belgium www.eabelgium. org verzamelt advies over effectieve goede doelen in België, red.)
Wat zijn de criteria om te bepalen of een goed doel effectief is? Paul Smeets: ‘Als er veel geld naar overheadkosten gaat, zoals directeurssalarissen, denken mensen vaak snel dat het goede doel daarom niet effectief zal zijn, maar er is nauwelijks een verband tussen die twee. Dat is ergens ook wel logisch. Als organisaties goede medewerkers in dienst hebben, dan betalen ze hen meer, omdat ze vaak zichzelf een paar keer terugverdienen. Natuurlijk gaat het
wel eens de mist in, maar over het algemeen maken de overheadkosten niet veel uit. Veel belangrijker is aan welke soort projecten de donateurs dat geld geven. Vandaag leven er bijna een miljard mensen op deze aardbol die met minder dan twee euro per dag rond moeten komen. Het inkomen van die mensen verdubbelen, is veel goedkoper dan het verdubbelen van het inkomen van een Nederlander of Belg. In het laatste geval moet al minstens duizend euro betaald worden om dat inkomen te verdubbelen terwijl het in Malawi maar twee euro kost. Wie doneert aan mensen in landen waar het welvaartsniveau heel laag is, heeft daar gemiddeld genomen een grotere invloed. Geld doet daar gewoon meer. Een donatie aan een museum mag ook niet vergeleken worden met een donatie aan Unicef. Dat zijn twee verschillende zaken. Maar u kunt wel alle goede doelen die zich met gezondheid bezighouden onder de loep nemen en zich afvragen wat u moet doen om een gezond levensjaar erbij te krijgen. Op die manier is het wel mogelijk om projecten met elkaar te vergelijken. Voor dit project kost het mij zoveel euro om er één gezond levensjaar bij te krijgen en bij een ander project kost dat misschien maar de helft.’
Hoe kunnen we die positieve sociale impact dan maximaliseren? Paul Smeets: ‘Ik bekleed sinds begin 2020 de leerstoel Filantropie en Sustainable Finance van het Elisabeth Strouven Fonds. Daar doe ik onderzoek naar de motieven van burgers om aan vermogenswervende fondsen te schenken. Ik kreeg de opdracht om uit te zoeken of donaties aan goede doelen wel goed terechtkomen, wat er met het geld gebeurt en hoe transpa-
lente 2022
p. 9
rant de goede doelen zijn. Daarvoor doe ik impactevaluaties van hun projecten. Werkt dit project nu zoals werd verwacht of niet? Kunnen we daarna verbeteringen doorvoeren om die projecten nog effectiever te laten werken? Om de impact per gedoneerde euro te verhogen, zijn er drie vuistregels. Een eerste is kijken naar het wetenschappelijke onderzoek dat al verricht is. De Nobelprijs Economie ging in 2019 naar drie ontwikkelingseconomen. Zij deden onderzoek naar wereldwijde armoede en hoe ontwikkelingslanden in Afrika en Azië de gezondheid kunnen verbeteren en de armoede bedwingen. De drie ontwikkelingseconomen hebben veel experimenten gedaan waaruit we ontzettend veel geleerd hebben over wat wel en wat niet werkt. Ten tweede kunt u de positieve sociale impact verhogen door u te richten op voorkomen in plaats van te reageren op noodhulp. Bij een ramp grijpen we vaak naar de portemonnee om te doneren. Dat kan nuttig zijn, maar al snel blijkt dat organisaties die op noodhulp gericht zijn vaak meer donaties binnenkrijgen dan effectief nodig zijn. En dat terwijl andere problemen, zoals achtergestelde kinderen, veel minder aandacht krijgen. Ten slotte moet u ook de grote problemen oplossen. Het is fijn om het verschil te maken voor een paar mensen, maar het is beter om miljoenen mensen te helpen. Het is altijd gemakkelijker om een succesvol programma op te schalen dan een nieuw programma te starten. Verschillende organisaties kunnen u helpen bij het vinden van impactvolle goede doelen. In Nederland is er bijvoorbeeld het CBF, de toezichthouder op de goede doelen. Van de tienduizend goede doelen in Nederland zijn er ongeveer zeshonderd getoetst door het CBF.’
‘Filantropie-afdelingen van Nederlandse banken helpen klanten om een plan te ontwikkelen, zodat ze geen losse donaties geven, maar dit gestructureerd doen’
Zijn er internationale verschillen op vlak van bereidheid tot filantropie? Paul Smeets: ‘Dat is moeilijk te zeggen. Voor heel wat landen zijn die donatiegegevens niet beschikbaar. ‘Geven in Nederland’ en ‘Giving in the USA’ bijvoorbeeld houden al jaren bij hoeveel de Nederlandse of de Amerikaanse bevolking doneert. In Nederland gaat het over een jaarlijks bedrag van 5,7 miljard euro. Het is jammer dat we voor de andere landen niet weten hoeveel mensen bijdragen aan de maatschappij. Er is te weinig geld beschikbaar voor onderzoekers om dit voor heel Europa uit te zoeken.’ (In België is er een driejaarlijkse Barometer en Index van de Filantropie, een initiatief van de Koning Boudewijnstichting en denktank Itinera, red.) © RV
Paul Smeets, hoogleraar bij Universiteit Maastricht
p. 10
Private Bankers Association
ALUMN US IN DE KIJ K ER - L AURENCE VANWE YENBER G
‘De kennis die ik opdeed tijdens de opleiding is een extra troef om alles op een correcte manier uit te leggen’
© Frank Toussaint
Laurence Vanweyenberg, expert business & wealth service bij Belfius
Filantropie op maat van de klant
Laurence Vanweyenberg, expert business & wealth service bij Belfius, begeleidt klanten bij de uitvoering van filantropische projecten. Door het persoonlijke karakter van de gesprekken heeft ze een vertrouwensrelatie met hen. De opleiding van PBA-B helpt haar bij het uitleggen van de verschillende juridische mogelijkheden. De vraag naar filantropische projecten is de voorbije jaren sterk toegenomen, merkt Laurence Vanweyenberg op. ‘Alles wat duurzaam is of te maken heeft met een goed doel, wordt steeds meer besproken.’ Laurence Vanweyenberg helpt klanten om hun behoeften en verwachtingen te omkaderen en geeft advies bij het realiseren van hun filantropische projecten. ‘Als klanten al actief betrokken zijn bij een bestaande vereniging, zullen we dat natuurlijk integreren in hun project en ervoor zorgen dat de vereniging betrokken is.’ Filantropie bij Belfius gebeurt op maat van de klant. ‘Er zijn geen twee identieke gevallen’, weet Laurence Vanweyenberg. ‘Mijn functie als relatiebeheerder voor filantropie valt buiten het gebruikelijke kader van een bankier. Ik hoef niet te praten over de prestaties van de portefeuille of over rendementen. De relatie met de klant is er een van vertrouwen en intimiteit, omdat we het over soms heel persoonlijke onderwerpen hebben.’
Drie soorten filantropen Ze ziet drie categorieën van mensen die bij haar aankloppen.
De eerste groep zijn klanten met al een zekere leeftijd, maar zonder rechtstreekse erfgenamen. ‘Ze hebben veel vragen over hun vermogen en weten niet altijd hoe ze hun wensen in vervulling kunnen laten gaan. Ze komen bij mij om te bekijken wat de mogelijkheden zijn. Filantropie kan daar een van zijn. Ze willen zin geven aan hun vermogen en vóór hun dood weten waarvoor hun geld gebruikt zal worden. Zij bepalen wat ermee zal gebeuren, maar het filantropische project wordt pas na de dood van de betrokkene uitgevoerd.’ Een tweede categorie is vaak jonger en kan erfgenamen hebben. ‘Het zijn mensen die tijdens hun leven al een deel van hun vermogen willen schenken om projecten te realiseren die de wereld waarin ze leven ten goede komen. Ze willen aanwezig zijn bij de verwezenlijking van het project en doen tijdens hun leven een donatie om bepaalde thema’s te ondersteunen’, aldus Laurence Vanweyenberg. De derde categorie bestaat uit mensen die een specifiek probleem hebben. Vaak gaat het over ouders van een kwetsbaar kind. Ze zijn bezorgd over wat er zal gebeuren als ze er niet meer zijn. Ze doen aan fi-
lantropie door een nominatief fonds op te richten waarvan het enige doel is om voor het welzijn van deze persoon te zorgen. ‘Via een specifieke structuur creëren we externe controle en aanwezigheid die er altijd voor die persoon zal zijn. Dat stelt de ouders gerust.’
Extra troef Laurence Vanweyenberg volgde de opleiding van de Private Bankers Association. Het helpt haar om gesprekken te voeren met de klanten die hun nalatenschap willen voorbereiden. ‘Ik ben geen juriste, maar tijdens de opleiding heb ik heel wat kennis opgedaan over wat mogelijk is op juridisch vlak. Wie erft van wie? Wat zijn de rechten van elke partij? Ik geef informatie aan de klanten maar ga niet in op de planningsbehoeften – daarvoor hebben we onze dienst estate planning. De opleiding is vooral op een meer algemeen niveau een interessante aanvulling. In het kader van mijn filantropiegesprekken betekent die kennis een extra troef om alles op een correcte en volledige manier uit te leggen. Hierdoor voel ik me meer op mijn gemak.’
lente 2022
p. 11
E X PER T AL AIN VAN G EEL
Filantropie
bij erfenissen en schenkingen Doneren aan een goed doel kan via een duolegaat. Het fiscale voordeel daarvan is sinds vorig jaar weggevallen. In plaats daarvan zijn schenkingen aan goede doelen in Vlaanderen wel vrijgesteld van belastingen. In het Brusselse Gewest en Wallonië zijn de regels anders. Bij een duolegaat zijn er twee legatarissen: enerzijds een familielid, vriend of verwant en anderzijds een goed doel, bijvoorbeeld een vzw of stichting. Het grote voordeel van een duolegaat is dat het de erfbelasting voor de nabestaanden drukt en dat het goede doel steun krijgt. ‘Het duolegaat is vooral interessant voor personen die geen afstammelingen in rechte lijn hebben, maar wel erfgenamen die onderworpen zijn aan de hoge tarieven van erfbelasting’, zegt Alain Van Geel
van advocatenkantoor Tiberghien. In de loop der jaren werd het duolegaat vooral gebruikt voor fiscale optimalisatie. ‘Het was een dankbare techniek’, zegt hij. ‘Het liet toe om aan filantropie te doen, vrienden en kennissen te bevoordelen en het nalatenschap fiscaal te optimaliseren. Het goede doel betaalde de erfbelasting van het andere legaat. Omdat het goede doel tegen een lager tarief (8,5 procent) werd belast, bleef er meer over voor het andere legaat, dat op dat moment belast werd tegen maximaal 65 procent. Ook het goede doel haalde er financieel voordeel uit. Het was dus een win-winsituatie voor beide legatarissen.’
Fiscale voordeel valt weg In de praktijk bleek vaak dat het voordeel voor de begunstigden zo groot mogelijk werd gehouden en dat van het goede doel zo klein mogelijk. Volgens de Vlaamse overheid was er sprake van fiscaal misbruik. Daarom besliste Vlaanderen dat de duolegaten hun fiscaal voordeel zouden verliezen vanaf 1 juli 2021. ‘Het is redelijk frustrerend om vast te stellen dat een beslissing van Vlaanderen niet in Brussel en Wallonië van toepassing is’, legt Alain Van Geel uit. ‘We moeten tegen mensen vertellen dat ze in Vlaanderen de techniek
van het duolegaat nog wel kunnen gebruiken, maar dat het geen fiscaal voordeel meer heeft. Terwijl in Brussel en Wallonië dat voordeel wel blijft bestaan. Het klopt misschien wel juridisch, maar dat krijgen we moeilijk uitgelegd. Volgens mij is dat een probleem van politieke geloofwaardigheid.’
Niet meer belast De Vlaamse regering besliste wel dat rechtstreekse legaten en schenkingen aan goede doelen niet meer belast zouden worden. ‘Dat moest het eventuele inkomstenverlies van goede doelen opvangen en de bevolking stimuleren om te doneren aan een goed doel.’ Volgens Alain Van Geel is dat een goed initiatief, vooral omdat het beperkt is tot instellingen van openbaar nut en niet alle stichtingen. ‘Alleen is het spijtig dat daarvoor de techniek van duolegaten opgeofferd wordt. Daardoor zal een aantal instellingen toch veel minder inkomsten hebben.’ Voor de legaten aan vzw’s en private stichtingen bestaan er ook grote verschillen tussen de gewesten. ‘In Vlaanderen bedraagt het tarief 8,5 procent terwijl dat in Wallonië 7 procent is en in Brussel 25 procent. De verschillen in tarieven zijn enorm.’
Alain Van Geel, partner bij advocatenkantoor Tiberghien
© Frank Toussaint
‘Het wegvallen van het fiscaal voordeel bij duolegaten is juridisch wel juist, maar dat krijgen we moeilijk uitgelegd’
UITNODIGING
We hebben het genoeg u uit nodigen voor het 20-jarig jubileum van de PBA-B, op donderdag 21 april 2022 vanaf 18.30 uur, in Kasteel van Groot-Bijgaarden. Graag blikken we terug op de voorbije 20 jaar en klinken we op de toekomst. We hebben alvast een feestelijk programma voor u in petto.
PROGRAMMA 18:30 19:30 20:00 21:30 23:00 00:00
Welkomstreceptie Feestrede Walking dinner Live optreden van Coco Jr. & The All Stars Party met DJ Dimitri Wouters Tot ziens
Bevestig uw aanwezigheid (exclusief voor leden van de PBA-B) vóór 7 april 2022 via www.20yearspba-b.be met de code 20YPBAB. Meer informatie over het evenement (locatie, parkeren, programma) kan u op de event website terugvinden.