1.4 Hoe draagt het zenuwstelsel bij tot homeostase?
Het centrale zenuwstelsel in je lichaam beoordeelt en beslist welke reactie er volgt op een prikkel. De reactie is er altijd op gericht om je lichaam gepast te laten reageren, zodat het optimaal kan werken. Het regelsysteem dat aan de basis van deze processen ligt, zorgt in je lichaam ook voor het min of meer best rond 37 °C.
IN
constant houden van je lichaamstemperatuur. Het lichaam werkt immers het
centrale lichaamstemperatuur
N
perifere lichaamstemperatuur
Afb. 104 A Hoge omgevingstemperatuur B Lage omgevingstemperatuur
©
VA
In thema 1 heb je geleerd dat een afkoeling of opwarming van je lichaam wordt geregistreerd door thermoreceptoren in je huid. De conductoren
brengen die informatie over naar de effectoren die op een gepaste manier reageren op de verandering in temperatuur.
Het zenuwstelsel regelt als conductor het behoud van je
lichaamstemperatuur. De thermoreceptoren brengen informatie over de temperatuursverandering via sensorische neuronen tot aan de
hypothalamus in je tussenhersenen. In de hypothalamus wordt de binnenkomende informatie beoordeeld. Bij een voldoende sterke
temperatuursverandering beslist de hypothalamus om nieuwe impulsen aan
te maken en, via motorische neuronen, te versturen naar effectoren, zodat je lichaamstemperatuur weer kan worden bijgestuurd.
Zoals je al leerde, resulteert bij koude de werking van spieren in het
vernauwen van de bloedvaten in de huid, in kippenvel en in bibberen
waardoor je het weer warmer krijgt. Bij te hoge temperaturen leidt de
werking van spieren tot het verwijden van de bloedvaten in de huid en de werking van klieren tot zweten waardoor je lichaam weer afkoelt.
Als de temperatuur weer een gewenste evenwichtswaarde bereikt, zal de hypothalamus oordelen dat de temperatuur weer in orde is
en waakzaam blijven beoordelen zonder nog langer impulsen uit te
zenden. Het beoordelen en beslissen maakt van je hypothalamus een
hersencentrum voor temperatuurregulatie en van je tussenhersenen een verwerkingscentrum.
THEMA 03
hoofdstuk 1
147