3 minute read
Het levensloopperspectief
De basisvragen van de ontwikkelingspsychologie zoals je die in de leertekst onder 1.2 hebt besproken, lijken te suggereren dat je moet kiezen tussen twee extremen. Maar de antwoorden zijn niet zo eenvoudig: ontwikkeling is continu én discontinu, ze kent meerdere verlopen en zowel nature als nurture spelen een rol en interageren met elkaar. Hieruit is een nieuwe visie op ontwikkeling gevormd: het levensloopperspectief.
Onderzoekers gaan nu uit van het standpunt dat ontwikkeling een dynamisch systeem is.
Ontwikkeling is een proces dat steeds verder gaat (dynamisch = steeds in beweging) van conceptie tot dood, en vorm krijgt door een complex netwerk (systeem) van biologische, psychologische en sociale invloeden.
De belangrijkste vertegenwoordiger van deze dynamische systeembenadering is het levensloopperspectief. In de visie van het levensloopperspectief is er aandacht voor de complexiteit van ontwikkeling en voor de interacties tussen verschillende factoren. Vandaag wordt de term ‘ontwikkelingspsychologie’ vaak vervangen door ‘levensloopperspectief’
Volgens het levensloopperspectief is ontwikkeling: een levenslang proces; multidimensioneel en multidirectioneel; plastisch; ingebed in verschillende contexten met bijbehorende invloeden.
Ontwikkeling is een levenslang proces
Door toenemende aandacht voor volwassen en oudere mensen hebben onderzoekers moeten vaststellen dat ook in de volwassenheid mogelijkheden verder worden ontwikkeld. Dit in tegenstelling tot de theorieën van bijvoorbeeld Kohlberg en Piaget die zich beperken tot ontwikkeling in de kindertijd en jeugdjaren.
Volgens het levensloopperspectief gaat ontwikkeling dus na de kindertijd gewoon verder en zijn er ook in de volwassenheid verschillende ontwikkelingsfasen. Ontwikkeling is een levenslang proces. Hieronder zie je de indeling van Erik Erikson, verderop in dit hoofdstuk volgt nog meer informatie hierover.
Leeftijd
Ontwikkelingsfase
bevruchting tot geboorte prenataal
0 – 1 jaar baby
1 – 3 jaar
3 – 6 jaar
6 – 12 jaar
12 – 18 jaar
18 – 30 jaar
30 – 60/65 jaar peuter kleuter lagereschoolkind adolescentie vroege volwassenheid middelbare volwassenheid
60/65 jaar – overlijden late volwassenheid
Ontwikkeling is multidimensioneel en multidirectioneel
Ontwikkeling is multidimensioneel omdat het bepaald wordt door een complex samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren. Ontwikkeling is ook multidirectioneel. Het kan met andere woorden alle richtingen uit. Zoals je al gezien hebt in het begin van dit hoofdstuk betekent ontwikkeling zowel vooruitgang als achteruitgang, winst én verlies van mogelijkheden. Dit kan gebeuren over alle ontwikkelingsdomeinen heen of binnen eenzelfde domein.
Ontwikkeling is plastisch
Plasticiteit betekent eenvoudig gezegd dat je kunt veranderen, evolueren. Een mens is ‘kneedbaar’ door ervaring en onder invloed van de omgeving. Die omgeving is steeds in verandering. Maar ook je eigen mogelijkheden evolueren, zeker onder invloed van je leeftijd. Ontwikkeling betekent dus ook dat je met die veranderende omgeving leert omgaan en je dus aanpast.
Wel is het zo dat het als kind gemakkelijker is om te veranderen dan op oudere leeftijd. De kneedbaarheid neemt namelijk af met de leeftijd. Je spreekt in dat geval van een afnemende plasticiteit of toenemende rigiditeit. Er zijn wel grote verschillen tussen individuen. Sommige mensen blijven bijvoorbeeld nog erg kneedbaar tot hun vijftigste of later, terwijl anderen op hun achttiende reeds ‘uitgekneed’ zijn.
Ontwikkeling is ingebed in verschillende contexten met bijbehorende invloeden
De invloeden op ontwikkeling zijn normatief of niet-normatief
Normatieve invloeden zijn gebeurtenissen die van toepassing zijn voor een groot aantal mensen en dus relatief voorspelbaar zijn. Die gebeurtenissen kunnen leeftijdsgebonden zijn. Er zijn zaken die we bijna allemaal rond dezelfde leeftijd meemaken, denk aan: alleen gaan wonen, de puberteit of naar school gaan. Andere factoren zijn gebonden aan geschiedenis: er zijn gebeurtenissen die een bepaalde generatie meemaakt, denk maar aan een oorlog of een pandemie.
Niet-normatieve invloeden zijn gebeurtenissen die slechts van toepassing zijn voor een beperkt aantal mensen en dus bijgevolg niet voorspelbaar zijn. Het leven van elk individu is uniek en unieke gebeurtenissen in het leven van een individu kunnen diens individuele ontwikkeling beïnvloeden. Denk aan leven met een beperking, de lotto winnen of iets schokkends meemaken zoals een ongeluk of misbruik.
Soort invloed
Normatief
Niet-normatief
Leeftijd
Historisch
Voorspelbaar? ja ja/nee nee
Wie? (zo goed als) iedereen generatie enkele personen
Bijvoorbeeld:
Leeftijd
Normatief
Soort invloed
Historisch
Niet-normatief
Voorspelbaar? kinderen krijgen pandemie de jackpot van Euromillions winnen
Wie? mensen tussen ongeveer 20 – 45 jaar iedereen 35 winnaars in België sinds 2004
Good To Know
Bio-psycho-sociaal model bio sociaal psycho
Het bio-psycho-sociaal model onderscheidt drie aspecten die elkaar continu beïnvloeden: biologische, psychische en sociale factoren. Medici, maar ook moderne (gezondheids)psychologen, gebruiken dit model tegenwoordig om naar de mens en diens gezondheid te kijken. De Wereldgezondheidsorganisatie paste in 1948 haar definitie van gezondheid aan vanuit dit perspectief.
Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.
Gedrag en omgeving zijn van invloed op het ontstaan, het verloop en de beleving van ziekte. Ziekte of ziekzijn beïnvloedt ook het psychologisch welzijn en de sociale relaties. Dit model sluit dus aan bij de idee van de multidimensionaliteit van de levensloop van de mens.