2 minute read
Leeractiviteiten
1 Geef bij de volgende voorbeelden aan in welke fase (bv. jongvolwassen) van de psychosociale ontwikkeling volgens Erikson de persoon zich bevindt. Geef ook aan naar welke pool van het bijbehorende psychosociale conflict (bv. generativiteit of stagnatie) de persoon neigt. Onderlijn een stukje tekst dat jouw keuze illustreert.
Mo’s leven ziet er helemaal anders uit dan twintig jaar geleden. Toen studeerde hij, ging hij graag op stap en was hij vrijgezel. Intussen heeft hij een fijne partner en hebben ze samen twee kinderen. Hij heeft een goedbetaalde job, maar hij overweegt toch om opnieuw te gaan studeren zodat hij een carrièreswitch kan maken en hij wat meer tijd thuis met het gezin kan doorbrengen. Zijn partner staat hier achter en hoewel ze hem op zijn werk niet graag zien vertrekken, hebben ze begrip voor zijn keuze. Het is heus niet dat hij wat hij nu doet niet boeiend vindt. Alleen vraagt het zoveel tijd. Recent is hij de ploeg van zijn jongste dochter beginnen coachen en hij voelt zich hier prima bij. Hoewel er altijd kritische ouders tussen lopen die denken dat ze het beter kunnen, krijgt hij van de meesten veel appreciatie.
Fase: volwassenheid
Conflict:
Generativiteit vs. stagnatie, Mo neigt naar generativiteit.
Tot het einde van haar middelbaar gaat het prima met Sandra. Ze heeft vrienden, is actief in de jeugdbeweging en op school verloopt alles vlot. Nu is Sandra 21. Net als iedereen gaat ze na het middelbaar meteen verder studeren. Waar ze vroeger weinig moest doen om het te halen op school, is dat op de hogeschool wel een ander verhaal. Het eerste jaar loopt dan ook niet zo goed af: ze is gebuisd voor tien van de twaalf vakken en er wordt haar aangeraden een andere richting te kiezen. Maar welke? De richting die ze volgt is de enige richting die haar echt boeit.
Haar vrienden van school en de jeugdbeweging lijken geen problemen te hebben met het studeren. Sandra schaamt zich een beetje en zegt geregeld afspraken op het laatste moment af, omdat ze geen vragen wil over ‘wat ze nu gaat doen’ en niet geconfronteerd wil worden met het succes van anderen.
Ook op liefdesvlak zit het niet mee. Ze heeft wel al wat dates gehad, maar ze voelde nooit een vonk. Veel van haar vrienden hebben wel een lief en Sandra voelt zich vaak het vijfde wiel aan de wagen. Nog een reden om thuis te blijven ... Ze vraagt zich af waarom het ‘volwassen leven’ haar zo moeilijk valt.
Fase: jongvolwassen
Conflict: eerste lief – pensioen – trouwen – kleinkinderen – alleen gaan wonen – huis kopen – eerste job – scheiding –wereldreis maken – eerste kind – afhankelijk van de eigen kinderen – overlijden partner –carrière maken – – vroege volwassenheid eerste lief, alleen gaan wonen, eerste job, eerste kind, wereldreis, trouwen, huis kopen middelbare volwassenheid kleinkinderen, wereldreis, trouwen, huis kopen, eerste kind, carrière maken late volwassenheid
Intimiteit vs. isolement, Sandra neigt naar isolement.
2 Vul de leeftijdsgebonden gebeurtenissen hieronder aan met nog twee eigen voorbeelden. Plaats de gebeurtenissen daarna in de tabel bij de overeenkomstige fase uit de volwassenheid. Let op: sommige gebeurtenissen kunnen bij verschillende fasen voorkomen. Vergelijk met je buur en beargumenteer jouw keuzes onder de tabel.
Argumentatie: afhankelijk van de eigen kinderen, kleinkinderen, wereldreis, pensioen, overlijden partner persoonlijk antwoord bv. Eerste kind in de middelbare volwassenheid omdat mensen steeds later aan kinderen beginnen. maatschappelijk lichamelijk psychisch mogen stemmen je eigen agenda kunnen beheren een eigen zaak kunnen beginnen je eigen financiën kunnen beheren mogen autorijden geslachtsrijp zijn verantwoordelijkheid nemen voor je keuzes niet langer groeien