6 minute read
1.6 De late volwassenheid (60/65 jaar - overlijden)
Wat het betekent om ouder te worden, is sterk veranderd met de opkomst van de industriële samenleving. Sinds dan is een groot deel van ons leven gericht op actief worden (schoollopen, verder studeren) en actief zijn (een job hebben, een carrière uitbouwen). Vanuit dat perspectief heeft ‘oud zijn’ vaak een negatieve bijklank: je bent niet meer zo productief, dus je hebt geen uitgesproken maatschappelijke rol meer. Dat is echter niet in alle culturen zo. En gelukkig begint ook het westen tegenwoordig anders te kijken naar de oudere medemens. Maar er is nog een lange weg te gaan.
Leertekst 6
Een van de belangrijkste veranderingen aan het begin van deze late volwassenheid is het einde van de loopbaan. Enerzijds kan dit een opluchting zijn: de job werd (fysiek) te zwaar of het werd moeilijk zich telkens weer aan te passen aan de opeenvolgende veranderingen op het werk. Sommigen zijn blij dat ze weer tijd hebben voor andere plannen: reizen, lezen, iets nieuws leren, meer tijd maken voor de partner, vrienden, familie ... Tegelijk betekent het wegvallen van de job voor velen ook dat een heel sociaal netwerk, een bron van zelfwaardering en de vertrouwde dagvulling wegvallen.
Maar ook het leven na de loopbaan kan nog behoorlijk druk zijn. Veel mensen combineren hun nieuwe activiteiten met de zorg voor hun ouders (die intussen vaak meer hulpbehoevend zijn) en kleinkinderen. Er is ook het confronterende besef tot de oudste generatie te behoren. In het tweede deel van deze fase zijn er weer nieuwe uitdagingen die van een heel andere aard zijn dan aan het begin van deze fase. Er zijn weinig tachtigjarigen die geen lichamelijke ongemakken ervaren. Het lichaam is niet meer steeds ‘beschikbaar’, wil niet meer altijd mee.
Onze samenleving heeft vaak nog een heel smalle blik op ouder worden. We zijn erg gericht op actief, productief en gezond zijn en we zijn erg technisch en biomedisch ingesteld. Vanuit dat perspectief stellen we ouder worden vooral gelijk aan verlies en achteruitgaan, waardoor we met ouderen omgaan in een context van ‘zorgen voor’
Toch heeft onderzoek uitgewezen dat gezond zijn en geen fysieke ongemakken hebben geen absolute voorwaarden zijn voor levenstevredenheid en ‘succesvol ouder worden’ (concept van Havighurst en lbrecht, 1953). Wat dat ‘succesvol ouder worden’ dan wel inhoudt, is niet zo gemakkelijk te bepalen. Onderzoek naar patronen van ouder worden toont aan dat oudere mensen met heel uiteenlopende gradaties van fysieke en sociale activiteit even gelukkig en tevreden kunnen zijn. Het is dus moeilijk hier een lijn in te trekken.
De rol die oudere mensen wordt toebedeeld kan er heel anders uitzien als je naar andere culturen gaat kijken. Hoe een samenleving omgaat met ouder worden, is immers cultureel bepaald. In sommige samenlevingen stijgt je status met de leeftijd. Oudere mensen worden gezien als personen met veel ervaring en wijsheid en krijgen een maatschappelijke rol toebedeeld: ze hebben dagelijkse taken en worden geraadpleegd bij belangrijke beslissingen.
Lichamelijke veranderingen
Zoals je eerder hebt gezien is de veroudering van het lichaam al voor deze fase ingezet. Toch merk je er naarmate je ouder wordt steeds meer van. De veranderingen worden ook zichtbaarder, denk aan rimpels, een andere houding, de huid die dunner wordt, het haar dat grijs wordt. Maar er gebeurt ook vanalles wat niet onmiddellijk zichtbaar is: gewrichten worden stijver, gehoor en zicht gaan achteruit, je krijgt een andere smaakbeleving. De bewegingsmogelijkheden en kracht worden beperkter. Ook de hersenen verouderen, wat je vooral merkt aan het geheugen
Uiteraard zijn er ook hier grote interindividuele verschillen: een combinatie van erfelijke aanleg en omgevingsinvloeden zorgt ervoor dat de ene tachtigjarige nog maar zestig lijkt en omgekeerd.
Psychosociale ontwikkeling (Erikson) positieve pool: integriteit negatieve pool: wanhoop positieve uitkomst: wijsheid
De grote vraag in deze fase is volgens Erikson: leefde ik een zinvol leven? Er is langzamerhand meer om op terug te kijken dan om naar vooruit te kijken en naarmate een persoon ouder wordt, maakt die een balans op. Alles wat je gedaan hebt, alle identiteitskenmerken worden gebundeld. Valt de balans mee, dan ervaart de persoon ego-integriteit. Je kunt met tevredenheid en mildheid terugblikken. De invulling van wat zinvol is kan variëren van persoon tot persoon. Toch wordt die ook beïnvloed door de tijd en samenleving waarin je leeft en welke verwachtingen die aan je stellen. Valt die balans eerder negatief uit, dan kun je geconfronteerd worden met gevoelens van rusteloosheid, wanhoop en spijt. Het is dan mogelijk moeilijker om een naderend einde te accepteren. Het lijkt een heel lange periode om als één geheel te zien. Vandaag hebben mensen het tot op latere leeftijd vaak nog heel druk: ze helpen met de kleinkinderen, sporten, gaan op reis of doen vrijwilligerswerk. Ze consumeren cultuur, ontmoeten vrienden of vatten nog een studie aan. Je kunt je afvragen vanaf wanneer mensen meer beginnen terugkijken dan vooruitkijken. De individuele verschillen zijn waarschijnlijk groot. Maar vergeleken met pakweg vijftig jaar geleden blijven waarschijnlijk meer mensen langer actief.
Good To Know
De wetenschappelijke studie van ‘de ouderdom’
De geriatrie is een specialisme van de geneeskunde en richt zich op de diagnostiek en behandeling van oudere mensen en de ziektebeelden die veroorzaakt worden door veroudering of daar sterk door beïnvloed worden. Bij oudere mensen zijn er vaker meerdere aandoeningen tegelijk aanwezig. Bovendien is het ziektebeeld het resultaat van een combinatie van lichamelijke, psychische, functionele en sociale problemen. De geriatrie probeert de mens dus in zijn geheel en interdisciplinair te benaderen.
De gerontologie is de tak van de wetenschap die het ouder worden bestudeert, op alle mogelijke vlakken: biologisch, maatschappelijk, sociologisch, psychologisch ... Deze tak wil meer inzicht genereren in de leefwereld van ouderen. Het uitgangspunt is een positief beeld op veroudering, met nadruk op de ontwikkelingskansen van ouderen en de gunstige effecten van deze doelgroep op de samenleving.
De psychogerontologie focust op de gedrags- en belevingsveranderingen in de tweede levenshelft en is een onderdeel van de ontwikkelingspsychologie in levensloopperspectief.
Leeractiviteiten
1 Lees de onderstaande krantenkoppen en beantwoord de vragen.
Ouderen
Pleidooi voor grijze kracht De tijd van je leven (begint na je pensioen)
a Tegen welke opvatting over ouderen gaan deze krantenkoppen in?
persoonlijk antwoord bv. Dat ze niet of minder actief zouden zijn, dat ze geen boeiend leven zouden hebben, dat ze geen functie meer zouden hebben in de maatschappij ...
b Geef voorbeelden uit je eigen ervaring/omgeving die deze opvatting tegenspreken.
persoonlijk antwoord bv. over grootouders, mensen uit de buurt, ooms en tantes, beroemde personen zoals politici, rocksterren.
2 Bekijk op iDiddit het videofragment uit Taboe van Philippe Geubels over senioren en beantwoord de vragen.
a Wat verbindt de ouderen met elkaar, wat zijn typische zaken voor hun leeftijdsgroep of generatie?
Uitspraken als: ‘Vroeger was alles beter.’, ‘Dat zal ’t zijn.’, ‘Wat is mijn schuld?’ bepaalde voedingsmiddelen zoals aardappelen b Wat zijn dingen die jullie als generatie met elkaar verbinden? persoonlijk antwoord bv. jongerentaaluitspraken (in te vullen door de leerlingen), granola, K-pop, de pandemie, smartphones ... c Grapjes gaan vaak over clichés. Welke clichés raakt Philippe Geubels aan over oudere mensen? Je mag er zelf ook enkele verzinnen. d Geubels maakt ook grapjes over hoe we naar oudere mensen kijken in relatie tot de rest van de maatschappij. Leg uit. e Hoe kijk je zelf naar oudere mensen? Heb je veel contact met hen, wie zijn zij, wat zijn jouw ervaringen, herken je zaken die Geubels aanhaalt of net niet?
Ze hebben een oorlog meegemaakt.
Dat ze altijd denken dat vroeger alles beter was.
Dat ze moderne dingen helemaal niet kennen en dus niet met hun tijd meegaan.
We zien oudere mensen te vaak als enkel een bron van kosten (pensioenen, ziektekosten). We geven hun vaak ook de schuld van de problemen die we vandaag hebben zoals klimaatopwarming, plastieksoep … persoonlijk antwoord
3 Lees onderstaande tekst over de zaken waarmee oudere mensen worstelen en beantwoord de vragen.
Tele-Onthaal stelt vast dat er vorig jaar opvallend meer oproepen van levensmoeë zestigplussers binnenkwamen. Uit de analyse van de oproepen blijkt dat de meesten alleen wonen. Wat hen het zwaarst valt, is meestal niet het aftakelingsproces dat met de ouderdom komt of fysieke ongemakken. Het zijn relationele problemen die hen bezwaren: conflicten met de partner, conflicten met broers en zussen of een volledig verbroken contact met de eigen, volwassen kinderen.
Acht op de tien bellers vertellen verhalen over het gemis en de eenzaamheid die ze daarbij voelen. In een op de vijf gesprekken gaat het ook over het verlies van de levenspartner of opeenvolgende andere overlijdens van geliefden en bekenden. ‘Begrijpelijk’, zegt Van de Ven: 'Ouder worden betekent ook dat je afscheid moet nemen van het leven. Voor je het weet, is er van de klas van vroeger bijna niemand meer over. Hoe ouder je wordt, hoe meer je met je eigen eindigheid wordt geconfronteerd. Alles hangt dan af van de vraag of je ook uiting kunt geven aan je rouw en verdriet.'
‘Beladen verlies’, zegt Tele-Onthaal, ‘bijvoorbeeld bij de dood van een volwassen kind of die van een verborgen minnaar/minnares, wordt als extra belastend ervaren. Juist omdat het te weinig erkenning krijgt of omdat er niet over gesproken kan worden.’
Bron: De Standaard Online a Wat denken wij vaak dat het moeilijkste is voor oudere mensen? persoonlijk antwoord bv. fysieke klachten, dingen niet meer kunnen ... b Waarmee worstelen de meeste mensen daarentegen volgens Tele-Onthaal? relationele problemen: conflicten met partner, broers/zussen, (volwassen) kinderen verlies: van partner, broers/zussen, vrienden, kinderen eenzaamheid: door verlies van mensen of conflict c Wat is ‘beladen verlies? Waarom wordt dat als extra moeilijk ervaren?
Een beladen verlies is ongewoner: het verlies van een volwassen kind of het verlies van een minnaar. Het wordt als extra moeilijk ervaren omdat het te weinig erkenning krijgt, of er niet over gesproken kan worden.