8 minute read
C2 De Zwarte Dood, een middeleeuwse pandemie Ontdekplaat – De pest
C2
De Zwarte Dood, een middeleeuwse pandemie
In 2020 maakt het coronavirus wereldwijd meer dan 1,6 miljoen slachtoffers. Mondmaskers, quarantaine en lockdown worden dagelijkse kost. Grafieken van het aantal besmettingen en overlijdens beheersen het journaal. Beelden van COVID-19afdelingen in ziekenhuizen confronteren ons met de harde realiteit van ziekte en dood. Dat zijn we in het Westen niet meer gewend, maar eeuwenlang lag ook bij ons de dood altijd en overal op de loer. Ze maakt deel uit van het dagelijkse leven. De schrik zat er vooral in tijdens en na de pestepidemie van het midden van de 14e eeuw: de Zwarte Dood.
Wat weten we over die pandemie? Hoe verklaren de tijdgenoten die pandemie? Hoe proberen ze zich te beschermen?
Kaartnr(s).
± 500
MIDDELEEUWEN ZWARTE DOOD
1346 1351
± 1450 ± 1750
VROEGMODERNE TIJD MODERNE TIJD
± 1945
HEDENDAAGSE TIJD
DOE DE TEST! Welke begrippen ken je al? Noteer bij elke beschrijving het passende begrip. Kies uit: bacterie – corona – epidemie –
grafiek – immuniteit – pandemie – quarantaine – vaccin – virus.
Begrip Beschrijving Dieren of mensen afzonderen zodat ze anderen niet kunnen besmetten Een microscopisch klein organisme waarvan er op en in ons lichaam miljarden voorkomen. 99 % ervan is noodzakelijk om gezond te blijven. Als een bacterie op een plaats terechtkomt waar ze niet thuishoort, bijvoorbeeld in de darmen, een wond en/of in het bloed, veroorzaakt ze ziekten. Vandaag kan men die behandelen met antibiotica. Een middel dat men toedient om dieren of mensen te beschermen tegen een ziekte
Een manier om de evolutie van aantallen (stijging, daling) visueel
voor te stellen
1
OPDRACHT 1
Een nog kleiner organisme dat geen nuttige bijdrage levert voor de gezondheid en meestal zelfs schadelijk is. Sommige veroorzaken een 'gewone' verkoudheid, andere gevaarlijkere ziekten zoals griep, mazelen of aids. Omdat er steeds nieuwe types ontstaan, moet men iedere keer een geschikt vaccin ontwikkelen. Een virus dat vernoemd is naar de uitstulpingen die aan een kroon doen denken
Een ziekte die zich snel op een grotere schaal verspreidt
Een ziekte die zich snel op wereldschaal verspreidt
De Zwarte Dood
In het midden van de 14e eeuw raast een pestepidemie door Europa. Historici schatten het aantal pestdoden in West-Europa op ongeveer 40 miljoen. Dat is een derde tot de helft van de totale bevolking. Geen enkele ziekte heeft ooit in zo’n korte tijd zoveel slachtoffers gemaakt. Een besmet persoon sterft enkele dagen na het verschijnen van de eerste symptomen. In onze streken spreken tijdgenoten van 'pestilentie' (de ziekte, plaag) of de 'haastige ziekte'. Later gaat men die grote pestepidemie de Zwarte Dood noemen.
Het herkomstgebied van de pestbacterie bevindt zich in Azië. Daar leeft de bacterie in vlooien op knaagdieren en andere kleine zoogdieren en aangezien er in de 14e eeuw al intensieve
handelscontacten tussen Azië en Europa zijn, reist de pestbacterie mee richting Europa.
Historici stellen hun kennis over de Zwarte Dood nog steeds bij. Ze hebben bijvoorbeeld lang gedacht dat alleen ratten en de rattenvlo de Zwarte Dood verspreid hebben in Europa. Dat idee wordt verlaten, omdat het praktisch niet mogelijk is. Maar hoe is het dan wel gegaan? Waarschijnlijk zijn er ook vlooien en luizen van mens op mens overgesprongen. Menselijke vlooien komen nu gelukkig niet zo veel meer voor, maar in de middeleeuwen is dat wel even anders. Dat komt doordat de mensen op stro slapen en hun kleding veel langer dragen, want kleding is erg duur. Bovendien kunnen vlooien en luizen ook meereizen met handelaars in oude kleren en pelzen. Onderzoek bij recente opgravingen wijst bovendien uit dat besmetting via de
lucht wel eens een belangrijkere oorzaak zou kunnen zijn, dan men vroeger dacht. Nu blijkt wel
degelijk dat mensen elkaar besmet hebben, zonder toedoen van vlooien.
De pest komt (ook vandaag nog) voor in verschillende vormen. Noteer bij elke beschrijving de passende naam. Kies uit: builenpest – longpest – zwarte pest.
Begrip Beschrijving Via besmette speekseldruppel(tje)s infecteren de pestbacteriën de longen. De pestlijder hoest schuim en bloed op. Ademhalen wordt moeilijk. De pestbacteriën dringen het lymfesysteem binnen. Via de lymfevaten bereiken ze de lymfeklieren. Die ontsteken, zwellen op, gaan etteren en bloeden. De infectie leidt uiteindelijk tot het falen van de organen, met de dood tot gevolg. De pestbacteriën dringen binnen in de bloedbaan en vergiftigen het bloed. Onderhuidse bloedingen veroorzaken paarse, bijna zwarte vlekken.
- In welk jaar duikt de ziekte voor het eerst op in Europa?
- Wat hebben de plaatsen die dat jaar getroffen worden, gemeenschappelijk?
- In welk jaar bereikt de pest onze streken?
- Welke weg legt de pest af in Europa? Gebruik de windrichtingen om je antwoord concreet en duidelijk te formuleren.
OPDRACHT 3
Bron
Archeologen onderzoeken een middeleeuws massagraf, 2011, Londen
Menselijke overblijfselen in (massa)graven worden in samenwerking met andere wetenschappers zoals biologen onderzocht. Met nieuwe technieken zoals DNA-onderzoek gaat men na of de begraven personen aan de pest gestorven zijn. Dat leidt tot nieuwe inzichten.
- Zoek twee voorbeelden van nieuwe inzichten in de lestekst.
2
OPDRACHT 4
Middeleeuwse verklaringen voor de Zwarte Dood
In de middeleeuwen weet men niet wat bacteriën zijn. Mensen verklaren de grote pestepidemie
vanuit hun (godsdienstige) visie op het leven en op de wereld (= standplaatsgebondenheid).
Ze zien de pest als een straf van God. Ook verdenkt men de joden ervan de pest te hebben veroorzaakt. In de middeleeuwen hebben de joden een slechte naam. Het idee leeft namelijk dat ze verantwoordelijk zijn voor de dood van Jezus.
Bestudeer de volgende bronnen en werken. Lees de informatie. Wat zijn volgens tijdgenoten de oorzaken van de pestepidemie? Noteer ze in het kader op de volgende bladzijde.
Bron 1 Processie van flagellanten
Piérart van Tielt, miniatuur. Uit: Gilles Le Muisit, Kroniek, 1347-1349 Gilles Le Muisit (1272-1352) is abt van de abdij van de Sint-Maarten in Doornik. Zijn kroniek is een
geschiedenis van de wereld tot 1349. Omdat hij op dat moment al blind is, dicteert hij zijn werk.
Piérart van Tielt werkt in Doornik. Hij illustreert en kopieert manuscripten.
Tijdens de pestepidemie trekken steeds grotere groepen flagellanten van stad naar stad. Ze
brengen zichzelf in het openbaar zweepslagen toe. Zo willen ze boeten voor hun eigen zonden en
die van anderen.
3
Alle joden over de hele wereld hadden zich voorgenomen de christenen met gif om het leven te brengen en daarom hadden ze alle waterputten, ver en dichtbij, en ook stilstaande wateren overal laten vergiftigen. Daardoor stierven zoveel mensen dat zoiets vreemds voordien nooit was voorgekomen. Men nam de joden daarom overal gevangen en wierp ze in het vuur. Daarin stierven ze aanstonds [onmiddellijk], alles vanwege de jammerlijke sterfte, waarover u hebt gehoord.
Uit: Jan van Boendale, Boek van de wraak van God, ca. 1350
Jan van Boendale (waarschijnlijk ca. 1280-1351) werkt als secretaris en raadgever voor het Antwerpse stadsbestuur. In het boek beschrijft hij hoe God volgens hem de mensen in het verleden en in zijn eigen tijd straft voor hun slechte gedrag.
Bron 1 Oorzaken
Bron 2
Middeleeuwse remedies tegen de pest
Tegen de plotse opkomst en de snelle verspreiding van de Zwarte Dood staat de middeleeuwse
mens machteloos. Na die grote epidemie gaan lokale besturen wel maatregelen nemen om zo’n
ramp in de toekomst te vermijden. Op 27 juli 1377 vaardigt het bestuur van de republiek Ragusa (nu Dubrovnik, Kroatië) een nieuwe wet uit. Voortaan moeten handelaars drie weken in isolement blijven op een eiland voor de kust. Als ze besmet zijn, sterven ze daar. Zijn ze na die tijd nog in leven, dan vormen ze geen gevaar meer. Nadien nemen andere overheden dat systeem over.
Venetië verplicht vanaf 1448 dat schepen veertig dagen buiten de haven moeten blijven liggen alvorens de stad binnen te varen. In het Venetiaans is veertig ‘quarantena’. Dat ligt aan de oorsprong van het woord ‘quarantaine’: een verplicht isolement om de verspreiding van een ziekte te vermijden. Ook in onze streken kom je eeuwenlang geen stad binnen zonder attest als bewijs dat je niet besmet bent door een ziekte. Lokale overheden verplichten pestlijders om buiten de stad te gaan wonen. Anderzijds probeert de middeleeuwse mens de pest te ontlopen door te bidden tot bepaalde heiligen, de zogenaamde pestheiligen. Ook die traditie houdt eeuwenlang stand.
Paul Fürst, afbeelding van een snaveldokter in Rome, 1656
‘Pestdokters’ steken een mengsel van kruiden en specerijen in een masker met een vogelbek. Die vrijwilligers worden betaald om zieken in quarantaine te plaatsen. Het masker van de snaveldokter wordt nog steeds gedragen tijdens het carnaval van Venetië. Je vindt het trouwens het hele jaar door in de souvenirwinkels in die van oorsprong middeleeuwse stad.
Beschilderd beeld, hout, 101 cm, eerste helft 16e eeuw, Museum Hof van Busleyden, Mechelen
Sint-Rochus is een van de vijf ‘pestheiligen’ die in de middeleeuwen worden aanbeden. Volgens de katholieke Kerk zou Rochus van Montpellier (12951327) tijdens een pelgrimstocht naar Rome besmet zijn met de pest. Een engel geneest hem, een hond voorziet hem van het nodige brood. Bij zijn thuiskomst herkennen zijn stadgenoten hem niet meer omdat hij zoveel littekens heeft door de pest. Ze denken zelfs dat hij spioneert voor de vijand. Rochus sterft in de gevangenis.
- Formuleer een historische vraag waarop de bronnen een antwoord bieden.
- Die tradities houden eeuwenlang stand. Dat is dus een voorbeeld van continuïteit / verandering.
Wat je na deze les moet kennen en kunnen:
KENNEN
1 de begrippen ‘continuïteit’,
‘evolutie’, ‘standplaatsgebondenheid’ en ‘verandering’ uitleggen 2 de begrippen ‘bacterie’, ‘epidemie’,
‘grafiek’, ‘immuniteit’, ‘pandemie’,
‘quarantaine’ en ‘virus’ uitleggen 3 de Zwarte Dood in Europa situeren in de tijd 4 twee middeleeuwse verklaringen voor de pest geven 5 twee middeleeuwse remedies tegen de pest geven
KUNNEN
1 een historische vraag formuleren 2 een voorbeeld van standplaatsgebondenheid geven 3 met twee voorbeelden aantonen dat de kennis van het verleden verandert 4 een kaart interpreteren
Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.