6 minute read

B3 Het begin van een nieuwe samenleving? Ontdekplaat* De Germanen

B3

Het verdwijnen van het WestRomeinse Rijk beïnvloedt de cultuur en de gewoonten van de mensen. De Germaanse invallers brengen andere gebruiken met zich mee. Uit de versmelting van Romeinse, Germaanse en christelijke gebruiken ontstaat een nieuwe samenleving. Over welke gebruiken gaat

het? Wat is de rol van de christelijke Kerk in de versmelting? Welke van die veranderingen duren tot vandaag?

± 3500 v.C. ± 800 v.C. ± 500 ± 900 ± 1450 ± 1750± 1945

PREHISTORIE OUDE NABIJE OOSTEN KLASSIEKE OUDHEID MIDDELEEUWEN HEDENDAAGSE TIJD

MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD

1De Germaanse en de Romeinse bijdrage

BRON 1-2-5 Germaanse koninkrijken komen vanaf de 5e eeuw in de plaats van het West-Romeinse Rijk. De Germanen hebben andere gewoonten en gebruiken dan de Romeinen. Sommige daarvan zie je nog in de middeleeuwse leefgewoonten: de Germanen volgen bijvoorbeeld de Romeinse mode niet. Mannen dragen een broek en vrouwen dragen een rok. Als veetelers eten zij graag vlees en zuivelproducten. De Germanen gebruiken geen schrift bij de rechtspraak en het bestuur. Alles wordt mondeling geregeld. Ook in de middeleeuwen gebeurt veel mondeling in de rechtspraak en het bestuur. In Noordwest-Europa spreken de meeste mensen een Germaanse taal. Daarnaast blijven toch veel Romeinse gebruiken in de middeleeuwen bestaan. Belangrijke besluiten en wetten worden bijvoorbeeld net zoals in de klassieke oudheid opgeschreven. De druiventeelt verdwijnt niet. Wijn is de populairste middeleeuwse drank. De middeleeuwers blijven Romeinse technieken toepassen om te bouwen en kunstvoorwerpen te vervaardigen. Middeleeuwse geleerden bestuderen teksten uit de klassieke oudheid. Ze bewonderen hun voorgangers uit Rome en Hellas. Ze beschikken slechts over een gedeelte van de werken van de geleerden uit de klassieke oudheid. Veel geschriften

BDE vROEGE MIDDELEEUwEN (500-900) 37

zijn tijdens het verval van het West-Romeinse Rijk verloren gegaan. Oorlog, plundering, verwaarlozing ... spelen daarin een belangrijke rol. In Zuidwest-Europa

spreken de meeste mensen in de middeleeuwen Romaanse talen. Die zijn ontstaan uit het Latijn. 2 De Kerk verenigt Germaanse en Romeinse gebruiken BRON 3-4-6 Het christendom vermengt zich in West-Europa met Romeinse en Germaanse gebruiken. De christelijke Kerk neemt vanaf de 4e eeuw veel over van de Romeinse staat: de grenzen van de bisdommen vallen oorspronkelijk samen met de grenzen van Romeinse provincies of ‘civitates’. De christelijke Kerk blijft in West-Europa het Latijn gebruiken. De paus noemt zich ‘pontifex maximus’, zoals de vroegere Romeinse hogepriester. Om de Germanen te kunnen bekeren neemt de Kerk verschillende Germaanse gebruiken over. Sommige Germaanse feesten krijgen zo een christelijk kleedje. Het joelfeest op het einde van elk jaar wordt bijvoorbeeld gelijkgeschakeld met het kerstfeest. Van ‘heidense’ tempels maken de christenen kerken. De nieuwe West-Europese samenleving ontstaat dus uit het samensmelten van Germaanse, Romeinse en christelijke gewoonten en gebruiken. Dat proces start al op het einde van de klassieke oudheid. © VAN IN

BRON 5 Tot vandaag zijn de taalverhoudingen in België een gevolg van de Germaanse invallen. België ligt op de grens van het Germaanse en het Romaanse taalgebied. Het Nederlands en het Duits behoren tot de eerste groep. Het Frans maakt deel uit van de tweede groep. Een taalgrens snijdt België in drie stukken. Vroeger dacht men dat het Germaanse taalgebied samenviel met het gebied dat door Germaanse stammen bezet werd. De realiteit is heel wat ingewikkelder. De Germanen zijn Gallië heel diep binnengedrongen, maar niet alle Gallo-Romeinen zijn weggetrokken. Soms nemen zij de taal van de invallers over. Soms nemen de Germaanse invallers de taal van de overwonnen Gallo-Romeinen over. Tussen een duidelijk Germaanstalig gebied en een duidelijk Romaanstalig gebied ontstaat een gebied met taaleilanden. In een Germaanstalig gebied ligt bijvoorbeeld een regio waar Romaans gesproken wordt en omgekeerd. Die taaleilanden verdwijnen geleidelijk en het ‘gemengde’ gebied verkleint tot een smalle regio. In 1962 legt België de grens tussen de taalgebieden vast: de taalgrens. Die vormt vandaag de grens tussen Vlaanderen en Wallonië.

RANDINFO

De Germaanse goden en de weekdagen

Nederlands Engels Duits Betekenis

Maandag Monday Montag Dag van de maangod

Dinsdag Tuesday Dienstag Tiusdag, van de oorlogsgod Tiwaz, Tius of Tyr

Woensdag Wednesday Mittwoch Wodansdag, van de oppergod Wodan

Donderdag Thursday Donnerstag Donarsdag, van de dondergod Donar of Thor

Vrijdag Friday Freitag Freyadag, van Freya, de godin van liefde, huwelijk en gezin Zaterdag Saturday Samstag Saturni dies, dag van Saturnus (overgenomen van de Romeinen) Zondag Sunday Sonntag Dag van de zonnegod

KENNEN KUNNEN 1 de drie samenlevingen die met elkaar versmelten opnoemen 2 van elke samenleving een voorbeeld geven dat je in de middeleeuwse cultuur terugvindt 3 het ontstaan van de taalgrens uitleggen 4 vier voorbeelden geven van continuïteit tussen de klassieke oudheid en de middeleeuwen 5 twee voorbeelden geven van continuïteit tussen de vroege middeleeuwen en de hedendaagse tijd 38 B3 HET BEGIN vAN EEN NIEUwE SAMENLEvING?

1 met behulp van een kaart drie Germaanse en drie Romaanse talen geven 2 de verschuiving van de taalgrens met behulp van een historische kaart uitleggen 3 op een foto of tekening een overeenkomst tussen een Romeins en een middeleeuws bouwwerk aanduiden © VAN IN

De Frankische keizer Karel de Grote (768-814) regeert over een groot deel van West-Europa. Zijn biograaf Einhard vertelt het volgende:

‘Toen hij bij het aannemen van de keizerstitel bemerkte dat de wetten van zijn volk [de Franken] erg gebrekkig waren, wilde hij de ontbrekende stukken erin aanvullen, tegenstrijdigheden opheffen en verkeerde of slecht geformuleerde passages verbeteren. Maar daar kwam niets van. Slechts een paar bepalingen werden uitgevoerd. Wel liet hij de wetten van alle door hem geregeerde volkeren verzamelen en optekenen.’

Bewerking van Einhard, Het leven van Karel de Grote, ca. 830

De geleerde Einhard (770-840) komt uit de Mainstreek (nu Duitsland) en is een belangrijke medewerker van Karel de Grote en zijn opvolger Lodewijk de Vrome.

• Geef één gebrek van de Frankische wetten. • Welke verandering van Karel de Grote wordt

echt doorgevoerd?

• Duid de omgeving van onze gewesten op de kaart aan. • Geef drie talen die tot de Romaanse groep behoren. • Tot welke taalgroep behoort het Nederlands?

• 39B DE vROEGE MIDDELEEUwEN (500-900) BRON 3 De abdijpoort van Lorsch Geef twee kenmerken van de klassieke stijl die je in het gebouw ziet. © VAN IN

• Geef twee Romeinse kenmerken die je ziet in

de boekomslag.

• In welke richting schuift de taalgrens op? • Hoe heet Calais in het Nederlands? • Tot wanneer spreken de mensen in St.-Omaars Nederlands? Zoek op

hoe de stad vandaag heet.

40 • • • B3 HET BEGIN vAN EEN NIEUwE SAMENLEvING? BRON 6 De dood van een missionaris: tekening uit een boek over de heilige Bonifatius, ca. 875 De Angelsaks Bonifatius of Winfrid (680-754) predikt het christendom in het Duitse Rijk. Hij vernielt heidense symbolen. De priester wordt een belangrijke raadgever van de Frankische koningen en schopt het tot bisschop van Mainz. Bij een nieuwe poging om alle Friezen te bekeren wordt hij vermoord. Links zie je Bonifatius iemand dopen. Rechts wordt hij vermoord. Hoe worden bekeerlingen aanvankelijk gedoopt? Wat probeert Bonifatius als schild te gebruiken tegen zijn belagers? Zoek in bron 2 waar Fries wordt gesproken. In welk hedendaags land bevindt dat taalgebied zich? © VAN IN

This article is from: