21 minute read

D4 Kerk en christendom

D4

Vorig jaar heb je geleerd hoe het christendom in de 1e eeuw ontstaan is en dat het zich verspreid heeft over het Romeinse Rijk. Ook in de middeleeuwen gaat het ‘succesverhaal’ voort. Je kunt niet om de Kerk heen tussen 1000 en 1500. Hoe krijgt de Kerk in die periode

macht en invloed? Hoe evolueert de Kerk gedurende die periode? Met welke problemen heeft zij af te rekenen?

± 900

GROEI

± 1100

GROTE INVLOED

± 1300

VERVAL

± 1500

1De Kerk wint aan macht en aanzien (9e-11e eeuw)

BRON 1-2-3-4-5 Het kloosterleven is tijdens de oudheid in het Midden-Oosten ontstaan. Van daaruit wordt het ook in Europa bekend. Benedictus brengt eenheid in het westerse kloosterleven. Hij sticht in de 6e eeuw het eerste klooster van de benedictijnen in Monte Cassino en schrijft een regel voor de monniken. Ook in Ierland komt het kloosterleven tot ontwikkeling. In Europa ontstaan veel kloosters. Het kerkelijke leven komt in de 9e-10e eeuw in verval. De belangrijkste reden is de inmenging van het wereldlijke gezag in kerkelijke aangelegenheden. Het omgekeerde gebeurt ook: bijvoorbeeld geestelijken die benoemd worden tot wereldlijke machthebbers. In 910 wordt de abdij van Cluny opgericht. Zij wordt het uitgangspunt van een hervormingsbeweging. Oorspronkelijk is dat een kloosterhervorming. Om ze te vrijwaren van de inmenging van buitenaf wordt de abdij onder het directe toezicht van de paus gesteld. De kloosterregel van Benedictus wordt opnieuw strikt nageleefd. Op korte tijd krijgt Cluny heel veel succes. Rond 1100 telt de abdij over heel Europa meer dan 1 400 ondergeschikte kloosters. Door het succes worden de kloosters heel rijk en verwatert geleidelijk aan de oorspronkelijke bezieling. De kloosterhervorming groeit ook uit tot een kerkhervorming. Een van de ideeën is dat de Kerk boven de staat verheven is. Paus Nicolaas II (paus 1059-1061) beslist als eerste dat de pauskeuze voortaan niet langer door de keizer mag beïnvloed

DDE MIDDELEEUwEN vAN 900 TOT 1450 89

worden. Paus Gregorius VII (paus 1073-1085) voert een krachtig hervormingsbeleid, dat later bekend wordt als de ‘gregoriaanse hervorming’. De paus wil de Kerk losmaken van wereldlijke inmenging en uitbouwen onder zijn gezag. Landheren en vorsten kunnen nog wel kandidaten voordragen voor geestelijke ambten, maar alleen kerkleiders mogen geestelijken aanstellen. De Duitse keizers gaan niet akkoord met die maatregel. Zij gebruiken de Kerk al een hele tijd om het keizerrijk te controleren en te besturen (zie les D5). Gregorius is ook de eerste paus die een kruistocht naar Jeruzalem wil organiseren (zie les F2). Ondanks een eigen ontwikkeling van de katholieke Kerk in het westen (onder leiding van de bisschop van Rome) en in het oosten (onder leiding van de bisschop van Constantinopel) vanaf de klassieke oudheid blijft de katholieke Kerk een eenheid. Toch groeien er ook meningsverschillen. De Kerk in het oosten heeft moeite met de voorrangspositie van de bisschop van Rome (paus). Andere discussies gaan onder andere over geloofskwesties, het gebruik van het juiste soort brood in de eucharistieviering en het

celibaat. In 1054 gaan Latijnse onderhandelaars naar

Constantinopel, maar hun onhandige optreden zorgt

voor een schisma in de Kerk. Geleidelijk aan gaan de

westerse en de oosterse Kerk een eigen weg: enerzijds de Latijnse Kerk met Rome als centrum (voortaan rooms-katholieke Kerk geheten), en anderzijds de Griekse Kerk met Constantinopel als centrum (voortaan orthodoxe of Byzantijnse Kerk geheten). Pas in de 15e eeuw is de breuk volledig en definitief.

celibaat:

ongehuwde staat

schisma:

een scheuring (in de Kerk) © VAN IN

katharen:

christelijke groepering uit de 12e-13e eeuw in Zuid-Frankrijk die zich afzet tegen de katholieke Kerk met de paus aan het hoofd. Zij wordt daarom door de Kerk bestreden en uitgeroeid. De naam ‘katharen’ komt van het Griekse woord ‘katharos’ wat ‘rein, zuiver’ betekent. Een andere naam voor katharen is ‘Albigenzen’ naar de Franse stad Albi.

BRON 6-7-8 De macht en het prestige van de Kerk groeien naar een hoogtepunt in de 12e en 13e eeuw. Paus Innocentius III (paus 1198-1216) is een van de machtigste en invloedrijkste pausen uit de geschiedenis. Hij oefent een grote invloed uit op de christelijke koningen van Europa. Hij dwingt hen met kerkelijke straffen om aan zijn beslissingen te gehoorzamen. Intern wil hij ook de Kerk hervormen. Daarvoor roept hij het Vierde Lateraans Concilie

(1215) bijeen. Op dat concilie worden ook harde

woorden gesproken over de Vierde Kruistocht die eindigde met de plundering van Constantinopel.

Europa is rijk bezaaid met kloosters. Er ontstaan nieuwe kloosterorden. Dat gebeurt gedeeltelijk als een reactie op de vervlakking in de navolging van de regel van Benedictus in Cluny en op de macht en de rijkdom van de geestelijkheid. Zo sticht Bruno van Keulen in de bergen bij Grenoble de orde van de kartuizers, een orde van kluizenaars. Die mensen leven in afzonderlijke cellen en vormen geen echte kloostergemeenschap.

De kloosterorde van de cisterciënzers is opgericht in het Franse Cîteaux in 1098. Zij wil de sobere regel van Benedictus opnieuw in alle strengheid naleven. Wanneer Bernardus in de orde intreedt en later abt van Clairvaux wordt, wordt hij de woordvoerder van de nieuwe orde. Als Bernardus van Clairvaux (10901153) is hij een toonaangevende geestelijke in heel Europa. Bij zijn dood telt de orde al meer dan 300 kloosters, waaronder de Ter Duinen-abdij van Koksijde. De kloosters liggen afgelegen en het monnikenleven is er streng. De monniken moeten eten wat zij zelf produceren.

De meest oorspronkelijke middeleeuwse stichtingen komen echter van Franciscus en Dominicus. De opvallende nieuwkomers zijn bedelorden. Franciscus van Assisi (1182-1226) ligt aan de basis van een armoedebeweging die teruggrijpt naar het evangelie. Kenmerkend is de beleving van de armoede. Het grote aantal volgelingen op korte tijd maakte een bepaalde organisatie noodzakelijk en de beweging krijgt een orderegel. Dominicus (1170-1221) komt in Zuid-

Frankrijk in contact met de katharen. Net als zij gaat

hij in armoede en predikend rondtrekken. De paus keurt het initiatief van die ‘predikheren’ goed. In hun regel legt hij de nadruk op de studie van het geloof en zijn inhoud en de verplichting tot armoedebeleving. In tegenstelling tot de benedictijnen en cisterciënzers vestigen de franciscanen en dominicanen zich vooral in de steden.

BRON 9-10-11-12 Paus Bonifatius VIII (paus 1294-1303) slaagt er niet langer in de Europese vorsten aan zijn gezag te onderwerpen. De Franse koning Filips de Schone komt openlijk in opstand en heft zelf belastingen op de eigen Franse geestelijkheid. Na de dood van de paus organiseert Filips de verkiezing van een Franse paus, die zich in Avignon vestigt. Van 1309 tot 1377 verblijven de pausen daar en niet langer in Rome. Maar het wordt nog erger: in 1378 wordt een Italiaan (Urbanus VI) tot paus gekozen. De Franse bisschoppen reageren met de verkiezing van een tegenpaus (Clemens VII) die zich opnieuw in Avignon vestigt. Het zogenaamde ‘Westers schisma’ is een feit. De twee pausen beschouwen zichzelf als de echte geestelijke leider en veroordelen elkaars beslissingen. Er komen bisdommen met twee bisschoppen, abdijen met twee abten, parochies met twee priesters ... Op een concilie in Pisa in 1409 wordt een nieuwe paus gekozen. De twee andere pausen weigeren echter af te treden en zo zijn er ... drie pausen. Na veel getouwtrek en gepalaver kiest het Concilie van Konstanz in 1417 Martinus V tot nieuwe en enige paus. Hij wordt alom erkend en zetelt weer in Rome. Maar de schade toegebracht aan het kerkelijke leven is groot. Ook op andere vlakken is er een groot kerkelijk verval:

vorsten benoemen weer bisschoppen, kerkelijke ambten worden gekocht, priesters leven het celibaat niet na ... Reacties kunnen niet uitblijven. Die worden ook gevoed door de slechte levensomstandigheden van de gewone man. In Engeland neemt Oxfordprofessor John Wycliff (1328-1384) de pausen van Avignon scherp onder vuur. Hij verwerpt het gezag van de paus, de kloosterorden, het celibaat ... Niet de paus, maar de Bijbel moet worden nagevolgd. Wycliff heeft succes bij de kleine man. Rome veroordeelt hem als een ketter. Johan Huss van de universiteit van Praag heeft soortgelijke ideeën. Hij eindigt in 1415 op de brandstapel. Maar zijn aanhangers geven niet op. De strijd van de Duitse keizer tegen de hussieten duurt uiteindelijk nog twintig jaar. In Firenze (Italië) heeft de dominicaan Savonarola veel kritiek op de rijkdom van de Kerk en de steden. Hij slaagt er zelfs een tijd in om de stad op een strenge manier te besturen. Ook hij eindigt op de brandstapel (1498). De eenheid en het algemene vertrouwen in de Kerk worden zo definitief gebroken. In de 16e eeuw ligt de Duitse monnik Maarten Luther mee aan de basis van een scheiding in de westerse Kerk (zie STORIA HD 4). © VAN IN

Wij zijn van mening dat twee gekookte gerechten aan tafel altijd voldoende zijn voor de dagelijkse maaltijd (...) als er fruit en jonge groenten voorhanden zijn, kan er nog een derde bijgegeven worden. Een pond brood, ruim gewogen, is per dag voldoende, zowel wanneer er een maaltijd is, als wanneer er een middag- en avondmaal is. (...) In geval er bijzonder zwaar werk geweest is, wordt het aan het oordeel van de abt overgelaten om zo nodig iets meer te geven, als maar voor alles onmatigheid vermeden wordt, zodat nooit een monnik onpasselijk wordt. (...) Allen moeten zich tenslotte volstrekt onthouden van het vlees van viervoeters, behalve de zieken die erg zwak zijn.

1 de begrippen ‘celibaat’, ‘concilie’ en ‘schisma’ verklaren 2 het belang van de hervorming van Cluny aantonen 3 de scheuring tussen de oosterse en de westerse Kerk uitleggen 4 het ontstaan van nieuwe kloosterorden vanaf de 11e eeuw verklaren 5 met twee voorbeelden het verval van de Kerk vanaf de 14e eeuw aantonen 6 het succes van nieuwe ketterijen aantonen 7 de drie periodes, waarin we de kerkelijke geschiedenis vanaf 900 kunnen indelen, opnoemen

KUNNEN

Een bewerking van de regel van Sint-Benedictus

Benedictus van Nursia (480-547) leeft oorspronkelijk als kluizenaar, maar aanvaardt na verloop van tijd de leiding over het klooster van Monte Cassino (Italië). Voor die kloostergemeenschap schrijft hij een regel die uitblinkt in eenvoud en gematigdheid.

• Waaruit bestaat de voeding van de monniken? • Waarop moeten de monniken bij de maaltijd letten? • Wat mag een monnik bijna nooit eten?

1 aan de hand van bronnen de macht van Cluny aantonen 2 bronnen met elkaar vergelijken 3 informatie aan anderen verduidelijken 4 feiten uit het heden en het verleden met elkaar vergelijken 5 bronnen situeren in de tijd, de ruimte en het maatschappelijk domein 6 verbanden leggen tussen maatschappelijke domeinen 7 de presentatie van een historische bron evalueren 8 een historische bon contextualiseren in het licht van • • • • 91D DE MIDDELEEUwEN vAN 900 TOT 1450 een historische vraag BRON 2 Een schenking aan bisschop Notker door keizer Otto III In de naam van de heilige en onverdeelbare Drievuldigheid. Otto, door de goddelijke genade koning*. Door deze geschreven akte verlenen wij aan de bisschop Notker en aan al zijn opvolgers het gedeelte van het graafschap Hoei, gelegen in het dorp zelf en daarbuiten. De bisschop mag het naar eigen goeddunken vrij schenken aan een van zijn ridders of vrienden. Alles wat uit dit graafschap aan onze schatkist toekwam, zal voortaan aan de bisschop worden afgestaan ... Uit: Schenkingsakte van het graafschap Hoei door Otto III, 7 juli 985 (bewerking en vereenvoudiging) Otto III wordt in 980 geboren. Hij wordt na de dood van zijn vader, Otto II, in 983 op driejarige leeftijd tot koning van Duitsland verkozen en in 996 gekroond tot rooms-Duitse keizer. Tijdens zijn minderjarigheid wordt het rijk eerst door zijn moeder keizerin Theophanu (ca. 960-991) en daarna door zijn grootmoeder Adelheid van Bourgondië (ca. 931-999) bestuurd. * Tot de keizerskroning droeg hij de titel ‘Rooms koning’. Wat verkrijgt bisschop Notker? Van wie krijgt hij dat gebied? Heeft Otto III zelf die beslissing genomen? Aan wie zou de bisschop eerder gehoorzamen: de paus of de keizer?© VAN IN

BRON 3 A De abdij van Cluny In Bourgondië ligt het oude stadje Cluny. Eeuwenlang staat daar de grootste kerk van het westen. De romaanse kerk was 150 m lang. Tijdens de Franse Revolutie wordt de indrukwekkende abdijkerk gesloopt. Alleen een klein stukje van de kruisbeuk is overgebleven. Maar zelfs dat beperkte restant geeft ons nog een goed beeld van wat er ooit gestaan heeft.

• Welke bewering is juist?

A Een groot deel van de kerk is bewaard.

B Een groot deel van de kerk is verdwenen.

© EBASCOL / Shutterstock.com

B De kloosterstichtingen van Cluny

De orde van Cluny verspreidt zich tussen 900 en 1200 over een groot deel van West-Europa. • Toon aan de hand van bron 3A en 3B de macht en de invloed van Cluny aan. © VAN IN

Ik, Willem, graaf en hertog, bij de gratie Gods, na rijpe overweging en verlangend iets te doen voor mijn eeuwig heil (…) schenk een deel van mijn goederen. (…) Om er een blijvende daad van te maken zal ik op eigen kosten een gemeenschap van monniken ondersteunen. (…) Daarom draag ik aan de heilige apostelen, Petrus en Paulus, de bezittingen over waarover ik beschik, de stad Cluny, (…) samen met alles wat erbij hoort, de dorpelingen, inderdaad, de kapellen, de horigen van beide geslachten, de wijnstokken, de velden, de weiden, de bossen, de wateren en hun uitgangen, de molens en de inkomsten, wat er gecultiveerd wordt en wat niet, alles in zijn geheel. Er moet te Cluny een klooster gebouwd worden. (...) Er moeten monniken in gemeenschap leven volgens de regel van de heilige Benedictus. Zij moeten die goederen in bezit nemen, ze behouden en ze voor altijd besturen. Maar zij mogen hun lofzangen en smeekbeden in dat eerbiedwaardige huis van gebed niet verwaarlozen. (...) Wij willen ook dat men juist hier alle dagen tegenover de armen, de behoeftigen, de vreemdelingen en de pelgrims de werken van barmhartigheid beoefent.

Uit: oprichtingsoorkonde Abdij van Cluny 909/910 (bewerking en vereenvoudiging)

Willem I van Aquitanië (875-918), bijgenaamd de Vrome, wordt na de dood van zijn vader heerser over Auvergne en Limousin. In 909 roept hij zichzelf uit tot hertog van Aquitanië. Zijn gebied strekt zich uit over een groot deel van het huidige Frankrijk. In 909/10 sticht hij ook de abdij van Cluny. Officiële middeleeuwse documenten zijn in het Latijn opgesteld. Omdat het om officiële documenten gaat, wordt vaak een plechtige taal gebruikt met ingewikkelde zinnen. Er is een groot tijdsverloop tussen de tijd van het document en vandaag, daarom is het soms ook moeilijk om te begrijpen wat er bedoeld wordt.

• Waarom zou de tekst een bewerking van de oprichtingsakte zijn? • De bezittingen die Willem weggeeft, worden geschonken aan de heilige apostelen Petrus en Paulus. Wat betekent dat? • Welk persoonlijk belang streeft hertog Willem na? • Maak met twee stukjes uit de tekst duidelijk hoe de monniken in Cluny moeten leven.

BRON 5 De verschillen tussen de oosterse en de westerse Kerk (9e eeuw)

Paus Nicolaas had dankbaar de inlichtingen van Hincmar ontvangen; hij drukte er zijn voldoening over uit. Vervolgens deed

• • 93D DE MIDDELEEUwEN vAN 900 TOT 1450 catechumenen: nog niet gedoopte geloofsleerlingen hij hem een andere brief sturen, zoals ook aan de andere aartsbisschoppen van het koninkrijk van Karel, om mede te delen dat de Griekse keizers en de bisschoppen van het oosten de H. Roomse Kerk belasteren, ja zelfs geheel de Kerk van de Latijnse ritus, onder voorwendsel dat wij vasten op de sabbat (zaterdag), dat wij leren dat de H. Geest uit de Vader en de Zoon voortkomt, dat wij het huwelijk aan de priesters verbieden, dat wij verbieden aan de priesters om catechumenen te zalven op het voorhoofd (H. Vormsel); dat de Grieken zelfs zeggen dat wij de H. Olie maken met water uit een Latijnse stroom. Zij verwijten ons verder dat wij niet zoals zij vlees derven de acht weken vóór Pasen, en eieren noch kaas derven de zeven weken vóór Pasen. Zij zeggen ook dat wij met Pasen, zoals de joden, een lam offeren op hetzelfde altaar en op dezelfde wijze waar wij het lichaam van Onze-Lieve-Heer opdragen en zij verwijten onze geestelijken zich de baard te scheren ... Uit: F. Grat, J. Vieilliard, S. Clemancet, Annales de Saint-Bertin, Parijs, 1964 (vertaling en bewerking) De Annales Bertiniani zijn annalen over de periode 830 tot 882 uit de abdij van Sint-Bertijn in het Franse St.-Omer. Ze zijn samengesteld door meerdere schrijvers. Annalen zijn een vorm van geschiedschrijving waarbij gebeurtenissen heel beknopt en op strikt chronologische wijze jaar voor jaar worden beschreven. Wie belastert volgens paus Nicolaas de westerse Kerk? Welke verschillen tussen oost en west vind je in de tekst? Noem er twee. © VAN IN

2 Dat alleen de bisschop van Rome met recht ‘universeel’ genoemd wordt. 3 Dat hij alleen bisschoppen kan benoemen of afzetten. 8 Dat hij alleen de keizerlijke waardigheidstekens mag dragen. 9 Dat alle vorsten alleen de voeten van de paus kussen. 12 Dat het hem toegestaan is de keizer af te zetten. 18 Dat hij door niemand anders veroordeeld kan worden.

Uit: Gregorius VII, Dictatus papae, 1075

• Wie komt volgens Gregorius eerst: de Kerk of de staat? Motiveer je antwoord. • Zelfs zonder kennis van het Latijn moet je nu ‘Dictatus papae’ kunnen vertalen.

94 D4 kERk EN CHRISTENDOM BRON 7 Cisterciënzers in de 12e eeuw Miniatuur op perkament, Noord-Duitsland (13e eeuw) Uit: Alexander Bremensis, Expositio in Apocalypsim, universiteitsbibliotheek, Cambridge De cisterciënzers staan bekend om hun inzet voor het handwerk en het voorzien in het eigen levensonderhoud. De belangrijkste taak van de monniken is deelname aan de gebedsdiensten van de gemeenschap. Daarnaast is er binnen de abdij een aparte gemeenschap van lekenbroeders die in de eerste plaats verantwoordelijk is voor het beheer van het land en de dieren. Elke abdij bestaat zo uit twee afzonderlijke, maar elkaar aanvullende groepen die in gemeenschap leven. • Wat doen de monniken op de afbeelding? • De afbeelding is een goede illustratie van de leuze van de regel van Benedictus en van de cisterciënzers. Leg uit. © VAN IN

Dit is de regel en de levenswijze van deze broeders: leven in gehoorzaamheid, in kuisheid en zonder eigendom, en de leer en de voetstappen van onze Heer Jezus volgen die zegt: Als je onverdeeld goed wilt zijn: ga alles verkopen wat je hebt en geef het aan de armen en je zult een schat in de hemel hebben. Kom dan om Mij te volgen. (Mt 19:21; vgl. Lc 18:22) (….)

[De broeders] mogen helemaal geen geld ontvangen, zelf niet en ook niet door een tussenpersoon. Maar als dingen ontbreken die voor het leven noodzakelijk zijn, mogen de broeders die aannemen vanwege hun nood zoals de andere armen. Geld blijft hiervan uitgezonderd. (…)

En alle broeders dragen goedkope kleren en met Gods zegen kunnen zij die oplappen met zakkengoed of andere stukken stof, want de Heer zegt in het evangelie: Wie kostbare kleding dragen en in weelde leven en wie in zachte stoffen gekleed gaan, vind je in paleizen. (Lc 7:25; Mt 11:8)

Uit: Regel van de minderbroeders, 1209

De eerste versie van de regel van de minderbroeders waarmee Franciscus met zijn eerste elf broeders naar Rome trok om bij de paus goedkeuring te vragen en die ook mondeling te ontvangen, stamt uit 1209.

• Wat is kenmerkend voor de regel van de franciscanen? • Verklaar de naam ‘bedelmonniken’.

BRON 9 Petrarca over de pausen in Avignon

Nu leef ik in Frankrijk, het Babylon van het westen. Tijdens haar reizen ziet de zon niets afschuwelijkers dan deze plaats aan de boorden van de wilde Rhônerivier (...) Hier regeren de opvolgers van de arme vissers uit Galilea; zij zijn vreemd genoeg hun oorsprong vergeten. Ik ben verbaasd, als ik aan hun voorgangers denk, om die mannen te zien, overladen met goud en gekleed in purperen gewaden (…) om de luxueuze paleizen te zien en de hoogten gekroond met forten, in plaats van een omgedraaide boot om als schuilplaats te dienen. In plaats van heilige eenzaamheid vinden wij een misdadige gastheer (…) In plaats van eenvoud, losbandige banketten, in plaats van vrome bedevaarten, ongeoorloofde luiheid, in plaats van de blote voeten van de apostelen, vliegen de sneeuwwitte renpaarden van de rovers ons voorbij …

Uit: Petrarca, brief aan een vriend, tussen 1340-1353. In J. H. Robinson, Readings in European History, Boston (1904)

Francesco Petrarca (1304-1374) is een Italiaanse geleerde en dichter. Hij brengt als katholiek en verdediger van het pausschap een groot deel van zijn leven door in dienst van de Kerk. Hij is beroemd om zijn poëzie, maar ook om zijn brieven aan vrienden, kardinalen en bisschoppen. Het verblijf van de pausen in Avignon wordt soms aangeduid als ‘de Babylonische gevangenschap van het pausschap’. Dat is een verwijzing naar de ballingschap in Babylon van de joden uit Jeruzalem in de 6e eeuw v.C.

• Wat bedoelt Petrarca met de plaats aan de Rhônerivier? • Wie zijn de opvolgers van de ‘arme vissers uit Galilea’? • Welke kritiek geeft hij? D DE MIDDELEEUwEN vAN 900 TOT 1450 95

© Pecold / Shutterstock.com © VAN IN

5e zitting (6 april 1415): Op wettige wijze bijeengekomen onder leiding van de Heilige Geest (…) krijgt het [concilie] onmiddellijk zijn macht van Christus; en iedereen van welke staat of waardigheid dan ook, zelfs pauselijk, is verplicht eraan te gehoorzamen in die zaken die betrekking hebben op het geloof, de uitroeiing van het genoemde schisma en de algemene hervorming van de genoemde kerk van God in hoofd en leden.

39e zitting (9 oktober 1417): Het veelvuldig houden van een algemeen concilie is het middel bij uitstek om het erfgoed van de Heer te onderhouden. Zij roeit de doornen en wortels uit van ketterijen, dwalingen en scheuringen. Zij verbetert afwijkingen, hervormt wat vervormd is, brengt een overvloedige oogst voort in de wijngaard van de Heer.

Uit: Decreten van het Concilie van Konstanz, 1414-1418, eigen vertaling

Het Westers schisma wordt beëindigd door het Concilie van Konstanz. Door de verkiezing van een nieuwe paus, Martinus V, wordt de eenheid in de Kerk hersteld.

• Aan wie kent het concilie het hoogste gezag toe: aan de paus of aan het algemene concilie? Met welke motivering? • Welke opdracht krijgen de volgende concilies mee? • Zoek op wanneer het laatste concilie gehouden werd.

BRON 11 Paus Sixtus IV

prelaat:

hooggeplaatste kerkelijke persoon

tonsuur:

geschoren kruin

Wij bevelen dat alle prelaten en geestelijken (...) kleding dragen die

past bij het heilige karakter van hun ambt. Geen gouden ceintuurs, geen zijden sjerpen en mijters. Alle geestelijken moeten een duidelijk

zichtbare tonsuur dragen. De zadels, teugels of borstriemen van hun

paarden mogen niet versierd zijn met gouden, zilveren of metalen figuurtjes (...). Kardinalen mogen geen pronkerige jachtpartijen

96 D4 kERk EN CHRISTENDOM houden met een groot gezelschap en een grote meute honden. Ook als ze gasten hebben, moeten ze sobere maaltijden gebruiken. Er moeten vrome verhalen voorgelezen worden. Ze mogen geen concerten of wereldse liederen ten gehore laten brengen en geen fabels laten opzeggen door hofnarren. Uit: paus Sixtus IV, Pauselijke brief, 1474 Sixtus IV (paus 1471-1484) behoort tot een invloedrijke Italiaanse adellijke familie en is lid van de franciscanenorde. Sixtus gedraagt zich meer als een Italiaanse vorst dan als een paus. • Sixtus IV wil duidelijk de wantoestanden tegengaan. Geef drie voorbeelden van het overdreven luxueuze leven van sommige geestelijken. • Lees de contextinformatie over Sixtus IV. Welk element uit zijn biografische achtergrond heeft wellicht bijgedragen tot het ontstaan van deze brief? Waarom kun je hem een hypocriet noemen? © imageselect © VAN IN

• • • • 97D DE MIDDELEEUwEN vAN 900 TOT 1450 Doet boete, want het Rijk Gods is nabij (...) Gij geestelijken, gij bisschoppen, laat uw bezittingen, laat uw praal, uw smulpartijen en feestmalen (...) Gij monniken, laat uw overvloed aan gewaden en zilvergerei, laat uw rijke abdijen en bezittingen (...) Leg u toe op de eenvoud en leef zoals de eerste monniken (...) van het werk van uw handen (...) Gij bedelmonniken, maak uw pijen smaller en van ruwe stof. Merkt gij dan niet dat gij met uw overbodige luxe de aalmoezen van de armen wegneemt? Gij kooplieden, stop met uw woeker! Herstel het onrecht en geef het vreemde bezit terug, anders verliest gij alles. Gij allen, die in weelde leeft, schenk ervan aan de armen. Vrije bewerking van een preek van Savonarola De preken van Savonarola worden door toehoorders opgeschreven tijdens de preek zelf. Het zijn dus geen letterlijke weergaven van wat Savonarola verkondigt. De preken zijn vaak heel lang met verwijzingen naar de Bijbel en naar actuele gebeurtenissen. Toch luisteren zijn toehoorders vaak heel aandachtig naar hem. Vele burgers en geestelijken hebben sympathie voor zijn ideeën, maar hij is een doorn in het oog van de machthebbers. Na een schijnproces wordt hij samen met twee volgelingen veroordeeld, opgehangen en aansluitend verbrand in 1498. Waartegen is de tekst gericht? Aan wie is de tekst gericht? Wat is de overeenkomst met de tekst van Petrarca (bron 9)? Tot welke orde behoort Savonarola? © VAN IN

This article is from: