9 minute read
Les 11 Zinsdelen
1
Je kent de termen onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp, handelend voorwerp en bijwoordelijke bepaling
11.2 1 de verScHillende zinSdelen 1 Hieronder staan zeven zinnen die een werkwoordelijk gezegde bevatten. a Markeer in onderstaande zinnen het onderwerp. b Omcirkel de pv in elke zin. c Onderstreep de delen van het gezegde en benoem ze.
HARDNEKKIGE DIEF STEELT TELKENS KLEEFPASTA VOOR ZIJN KUNSTGEBIT
Diefstal in supermarkten bestaat helaas al lang. Maar in de Louis Delhaize van Oostende hebben ze af te rekenen met een wel heel bijzondere diefstal. Iemand steelt er telkens weer de kleefpasta voor kunstgebitten. Ook de koffiecups worden vaak gestolen. De dief heeft het niet gemunt op kleefpasta of koffiecups van een ander merk. Het team van Louis Delhaize heeft genoeg van deze schandalige praktijken. De producten liggen nu bij de kassa. Bron: www.hln.be
Je denkt na over de functie van een zinsdeel Je kunt zinsdelen benoemen
3 Je krijgt inzicht in hoe een zin is opgebouwd 2 4 © VAN IN
11.2.3
d In deze oefeningen kwamen enkel werkwoordelijke gezegdes voor. Geef twee voorbeelden van een zin met een naamwoordelijk gezegde.
11.2.4
2 Welke zinsdelen kunnen een lijdend voorwerp zijn? Kies er vier uit en maak er een correcte zin mee waarin je dat zinsdeel als lijdend voorwerp gebruikt.
limonade een koala hoe een koala drinkt schandaal een vriend daarnaast
goud de waarheid vuurwerk 3 Duid in de volgende zinnen de bepalingen aan. Opgelet: één zin heeft geen bepaling! a De koala drinkt erg gulzig. b Gisteren vertelde mijn vriend zijn vader de waarheid. c Zijn vader vertelde zijn moeder over het schandaal. d Om middernacht stak de gemeente een mooi vuurwerk af om het nieuwe jaar te vieren. e Op de Olympische Spelen won de atleet goud. zelfteSt 1 In welke krantenkop is het onderstreepte zinsdeel het onderwerp? ¡ Ontplofte riool katapulteert bromfietser de lucht in ¡ Een dertiger timmert oude man in elkaar ¡ Na zes jaar vindt vrouw haar verdwenen hond terug ¡ Wie zijn de kerstkindjes van dit jaar? 2 Hebben onderstaande zinnen een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde? • De wind is zwak en soms matig in de Ardennen. • Een krachtig hogedrukgebied over Centraal Europa bepaalt ons weer vandaag en morgen. • Er wordt droge continentale en stabiele lucht naar onze streken aangevoerd. • Nadien wordt het meestal zonnig, ondanks hoge en middelhoge wolkenvelden in het noorden van het land. 3 In welke zin is ‘mijn vriend’ het lijdend voorwerp? ¡ Ik bel mijn vriend. ¡ Ik stuur mijn vriend een berichtje. ¡ Gisteren belde mijn vriend me om te vragen of ik mee ging zwemmen. 11.2.7 2 © VAN IN 4 In welke zinnen is het onderstreepte zinsdeel een lijdend voorwerp? ¡ Ik vroeg het aan mijn moeder terwijl ze de krant zat te lezen. ¡ Ik zei toch dat ik dat wel zou doen! ¡ Maar dat kon ik toch helemaal niet weten!
5 Welke functie hebben de onderstreepte zinsdelen? Koppels maken al eens ruzie. Maar zelfs als de gemoederen verhit raken, vermijd je toch beter deze twee woorden om je relatie gezond te houden: ‘altijd’ en ‘nooit’. ¡ onderwerp ¡ lijdend voorwerp ¡ meewerkend voorwerp 6 Welke van deze zinnen telt twee werkwoordelijke gezegdes? ¡ Veel jongeren vinden dat ze gezond leven, maar doen dat in werkelijkheid juist niet. ¡ Ze gaan zich te buiten aan alcohol en drugs, roken en lijden aan overgewicht. 7 Welke functie hebben de onderstreepte zinsdelen? Sinds augustus werkt Hilde als verpleegster in een woonzorgcentrum. Ze probeert een tot twee keer per week met de fiets te gaan. ¡ voorzetselvoorwerp ¡ meewerkend voorwerp ¡ bijwoordelijke bepaling 8 In welke zin is het zinsdeel met ‘aan’ een bijwoordelijke bepaling? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. ¡ Ik stond elke dag in de file aan de Kennedytunnel. ¡ Aan het hek hangt een briefje. ¡ Aan mijn collega’s stuur ik wel een berichtje. ¡ We waren daar aan het vereenzamen. ¡ De Sint komt aan in het land. 9 In welke zin is het onderstreepte zinsdeel een voorzetselvoorwerp? ¡ Zullen we beginnen met de les? ¡ Ik eet graag boterhammen met kaas. ¡ Met Kerst komen we altijd samen met de hele familie. 10 In welke zin is het onderstreepte zinsdeel een handelend voorwerp? ¡ Er ontstonden weer heel wat bosbranden door de aanhoudende hitte. ¡ Ze werden geblust door de brandweer. ¡ Hij reed gisteren met zijn fiets door de regen en nu is hij verkouden. 11 Benoem de onderstreepte zinsdelen. a Mijn allergie is de voorbije jaren erger geworden. b Mijn partner en ik hadden vroeger elk een bedrijfswagen. c We hebben een station vlakbij. d We overwegen nu om deze zomer met de tgv op reis te gaan. e Hoge pieken van fijnstof leiden tot hogere sterftecijfers.© VAN IN f Dat werd al door verschillende onderzoeken bevestigd. g Luchtvervuiling veroorzaakt elk jaar veel doden. h Wereldwijd veroorzaakt met fijnstof vervuilde lucht 8,8 miljoen doden per jaar. i De sterfgevallen zijn voornamelijk te wijten aan hart- en luchtwegaandoeningen.
3
remediëring
1 Wat is het onderwerp van deze slogan? Bij ruzies vermijd je toch beter deze twee woorden: ‘altijd’ en ‘nooit’. ¡ ruzies ¡ je ¡ twee woorden 2 Deze spellingfouten konden vermeden worden. • Markeer het wwg/nwg in elke zin (niet in de delen tussen haakjes). • Omcirkel het onderwerp. • Kun je nu uitleggen waarom het werkwoord fout gespeld was? a (Het is belangrijk dat) ik een zin goed ontleedt. b Zo vermijdt je spelfouten. c Zo vermijd je broer ook spelfouten. d Zo een grote spelfout aanvaard de leraar niet. 3 Verdeel de zinnen over twee kolommen: de eerste kolom bevat de zinnen met een werkwoordelijk gezegde, de tweede die met een naamwoordelijk gezegde. a Toetanchamon was een farao van de 18de Dynastie van het Oude Egypte. b Hij heette oorspronkelijk Toetanchaton. c Zijn graf werd in 1922 door Howard Carter gevonden. d Het bleek ongeschonden te zijn. e Het graf bevatte meer dan 3 500 kunstvoorwerpen. f Toetanchamon trouwde met zijn halfzus Anchesenpaäton. g De farao regeerde maximaal drie jaar. h De farao stierf op 19-jarige leeftijd.
ontleed vermijd vermijdt aanvaardt 11.2.3 © VAN IN
zinnen met een wwg zinnen met een nwg
4 Markeer in de zinnen alle voorwerpen en benoem ze. a Man bijt hond.
b Meisjes lezen samen graag modeblaadjes.
c Die aandoening zorgde bij de farao voor een gebrek aan bloedtoevoer.
d Ik geef geen liften aan egels.
e Je schaamt je toch niet voor mij?
f Een lerares krijgt van haar leerlingen twee hamsters voor haar verjaardag.
5 Benoem de onderstreepte zinsdelen. a Heb je hem ook gewassen? b Ik stelde me aan de klas voor. c Waarom geef je hem een kwetsende opmerking? d Ik stop hem stiekem een briefje in de hand. e Het is me echt te veel geworden. f Ik zie hem veel te weinig. 6 Schrap in de volgende krantenkoppen enkel de bepalingen. BELGIË BEHOUDT MORGEN NOG DRIE CLUBSa GEZIN UIT ESSEN ONTSNAPT AAN RAMP IN SPANJE FIETSERSBOND EIST ANALYSE ONGEVALLENb 5 000 stappers vol goede moed op stapc School pijnlijk geconfronteerd met inbrakene 11.2 d 11.2.7 © VAN IN 110
4
vervOlgOefeningen
11.2.2
1 Na een vlammende ruzie besef je dat jij eigenlijk diegene was die ongelijk had? Het vergt veel moeite, en ja, je zult je trots even opzij moeten zetten, maar geef je fout dan ook toe. Een oprechte verontschuldiging zoals ‘Het spijt me dat ik zo tegen je heb geschreeuwd zonder reden’, kan wonderen doen. a Wat is het onderwerp bij ‘had’? ¡ jij ¡ een vlammende ruzie ¡ ongelijk b Wat is het onderwerp bij ‘kan’? ¡ een oprechte verontschuldiging zoals ‘Het spijt me dat ik zo tegen je heb geschreeuwd zonder reden’ ¡ een oprechte verontschuldiging ¡ het spijt me dat ik zo tegen je heb geschreeuwd zonder reden 2 In deze opdracht ga je aan de slag rond de bijwoordelijke bepaling. a Geef in je eigen woorden weer wat een bijwoordelijke bepaling is. b Doorstreep in de volgende tekst de bijwoordelijke bepalingen. De koala zat midden op de weg en de vrouw wilde de koala verplaatsen. Maar de koala ging meteen op zijn doel af: de fiets met de drinkbus. Een andere fietser kon het vervolg filmen en die beelden gaan nu vlot de wereld rond. Door de aanhoudende hitte, droogte en de vele bosbranden zijn de voorbije maanden duizenden koala’s omgekomen. Er zijn in de regio 30 procent minder koala’s door het natuurgeweld. Bron: www.vrt.be/vrtnws 3 De onderstreepte zinsdelen beginnen met een voorzetsel. Gaat het om een voorzetselvoorwerp of om een bepaling? a Mijn broertje verstopt zijn speelgoed altijd achter de kast. b Mama verdiepte zich in het boek. c Die vogel zit meestal op het dak. d Ik was behoorlijk kwaad op mijn buurjongen. e Soms schaam ik mij een beetje voor mijn koppigheid. 4 Verdeel volgende zinnen in zinsdelen (met /). Plaats er ook telkens de juiste term bij. a De archeologen waren heel blij met de ontdekking van het graf van Toetanchamon. b Wil jij aan die auteur een vraag stellen? 11.2.7 11.2.6 11.2.7 11.2 © VAN IN c Lars heeft zich vreselijk in de nesten gewerkt. d Tijdens de sportdag was de begeleider erg trots op onze ploeg. e E-mails met spam of ongewenste reclame zijn, volgens internetgebruikers, een vorm van asociaal gedrag.
5 Lees de volgende onvolledige zinnen.
Ikke boos. Puzzel maken? Oh! Trein snel hé!
Oma lief.
Tutje hebben! a Wie zou zoiets zeggen? b Herschrijf de uitspraken tot volwaardige zinnen zoals jij ze zou zeggen. Onderstreep in elke volwaardige zin het zinsdeel dat je hebt toegevoegd en benoem het. • • • • c Welke zinsdelen laten kleine kinderen soms weg? verbeter een KrantenartiKel 1 In het krantenartikel kloppen de zinnen niet helemaal. Gebruik je kennis van de zinsdelen en wat je • 5 © VAN IN in de vorige oefeningen opstak over goed opgebouwde zinnen om het artikel te verbeteren. Volg daarvoor deze stappen: a Zet een kruisje op de plaats waar je een zinsdeel mist. b Vul de zin aan met een zelfgekozen woord of woordgroep. c Benoem het zinsdeel dat je aanvulde.
‘RAMBO VAN ZWARTE WOUD’ OPGEPAKT In Duitsland is opgepakt. De politie slaagde er na een zesdaagse klopjacht eindelijk in om de man, die ook wel de ‘Rambo van het Zwarte Woud’ wordt genoemd, te ontwapenen en te arresteren. Al sinds zondag was hij op de vlucht nadat hij vier politiemannen had overmeesterd. Hij was erin geslaagd van de vier agenten af te nemen en het Zwarte Woud in te vluchten. Een bos dat hij kent. waren tientallen agenten naar hem op zoek, met speurhonden, patrouillewagens en helikopters. De plaatselijke bevolking werd gewaarschuwd omdat de man. Naast de vier dienstwapens van de politie, droeg hij ook een boog en een of meerdere pijlen en een mes. De 31-jarige man werd in de Duitse pers tot ‘Rambo van het Zwarte Woud’ gedoopt, omdat hij vaak rondliep en een wapengek zou zijn. Bron: www.vrt.be/nws 2 Welke zinsdelen zijn noodzakelijk om een grammaticaal correcte zin te kunnen maken? 3 Welke zinsdelen geven extra betekenis aan de zin, maar zijn niet nodig om een grammaticaal correcte zin te kunnen maken? 4 Stel met de zinsdelen die je in oefening 1 hebt ingevuld twee nieuwe zinnen samen. De zinnen moeten grammaticaal correct zijn, maar hoeven inhoudelijk niet te kloppen. Probeer geen extra zinsdelen toe te voegen. © VAN IN