6 minute read
Stadsdelta, ’s-Hertogenbosch
’S-HERTOGENBOSCH
LOCATIE ’s-Hertogenbosch OPGAVE herontwikkeling van industrieel gebied tussen spoor en binnenstad OPDRACHTGEVER gemeente ’s-Hertogenbosch PROJECTLEIDERS Marjolein Pullens, Sonja van der Beek, Monique Lankester ONTWERPEND ONDERZOEK BVR adviseurs ruimtelijke ontwikkeling; Kruit Kok Landschapsarchitecten; Juurlink + Geluk PERIODE januari – maart 2019 INZET ONTWERP scenario- en variantstudies; internationale vergelijking
Advertisement
Het rauwe karakter van de Tramkade krijgt navolging in een nieuwe stadswijk aan de rand van de Bossche binnenstad
De industriële omgeving rond de Bossche Tramkade is een onontgonnen gebied (nu luisterend naar de naam Bossche Stadsdelta) tussen spoor en binnenstad, waar de waterlopen Dieze, Aa en Zuid-Willemsvaart samenkomen rond een oud bastion. Het staat op de rol voor de bouw van woningen, nieuwe kantoren en stedelijke voorzieningen. De gemeente vindt dat deze hoogstedelijke ontwikkeling niet ten koste mag gaan van de kwaliteiten die het gebied nu herbergt. Door de Tramkade – een urban scene waar het experiment met broedplaatsen, evenementen, horeca en graffitikunst een vervolg moet krijgen – en het vele water kan het gebied een bijzondere centrumwijk worden die zich onderscheidt van de lieflijke en historische binnenstad even verderop: modern, stoer, een tikkeltje alternatief, hier en daar wat rauw. Het O-team werd gevraagd om mee te denken over hoe deze ambitie te realiseren valt. Welke ontwikkelrichtingen zijn denkbaar, welke vraagstukken moeten opgelost, hoe komen zaken voor elkaar? En wat is eigenlijk een wenselijk programma? Een brainstorm op hoog niveau, zeg maar.
De gemeente en het O-team benoemden drie thema’s: een verkenning door BVR van de gebiedsidentiteit, ontwerponderzoek naar de waterfronten door de landschapsarchitecten van Kruit Kok en een studie naar de bereikbaarheid door Juurlink en Geluk. De vier scenario’s van BVR hebben vooral gediend als stimulans om met een andere bril naar de gebiedsidentiteit te kijken. Het eerste scenario borduurt voort op het industriële en culturele karakter van de Tramkade, in het tweede scenario verandert het
gebied in een ‘Jheronimuspark’, een modern themapark waar de verhalen van de stad (zoals binnenstad, vesting, de schilderijen van Jeroen Bosch) verteld worden. In het scenario ‘Dieze Buiten’ krijgt, met het oog op klimaatverandering, de stadsnatuur vrij spel. Het laatste scenario ‘Waterbosch’ staat voor een compacte woonwijk waar onder meer internationale kenniswerkers neerstrijken. De kleine straatjes van Waterbosch zijn over water en met de fiets verbonden met de omgeving.
Vier mogelijke identiteiten die BVR formuleerde voor de Bossche stadsdelta. Een industriële en culturele Tramkade, een Jheronimuspark, Dieze Buiten en Waterbosch.
In vijf varianten brengen de landschapsarchitecten van Kruit Kok minutieus in beeld hoe de wateroevers een bijdrage leveren aan niet alleen stedelijke ontwikkeling, maar ook de versterking van de stadsecologie en de aanpak van water- en klimaatvraagstukken. De variant ‘Diezerhavens’ gaat over het herstel van voormalige havenbekkens waardoor aan beide zijden van de Dieze vijf kloeke inhammen ontstaan. ‘Silopark aan het spoor’ is hier een uitwerking van door de inhammen te combineren met een fijnmazig regenwatersysteem en een nieuwe groenstructuur. De optie ‘Kanaal en nevengeul’ is een vergroting van het stroomgebied van de Dommel en de Aa, terwijl in ‘Waterpark Dieze’ binnen het bestaande waterprofiel mogelijkheden geschetst worden voor routes en attracties. Het model ‘Natuurpark Orthenpoort’ tot slot gaat over contrast: natuurlijke oevers bij de Tramkade en harde oevers met een stadsboulevard aan de overkant.
De studie van Kruit Kok toont volgens het O-team de vele combinaties die langs het water mogelijk zijn. De gemeente ziet in de uitgebreide studie een handboek waarmee hoogstedelijke ambities langs de oevers gekoppeld kunnen worden met ecologische opgaven – bijvoorbeeld door de aanleg van overstroombare en ‘zachte’ kades aan de zuidkant en harde fronten aan de noordkant.
De meeste impact gaat uit van het pleidooi van de Rotterdamse landschapsarchitect Cor Geluk om de Hoge Diezebrug te slopen en te vervangen door twee nieuwe bruggen (een voor gemotoriseerd verkeer, een voor voetgangers en fietsers). Het gesprek over een eventuele nieuwe brug was jarenlang een heet hangijzer in de Bossche politiek, uiteraard vanwege de hoge kosten, maar ook vanwege de sleutelrol die de huidige brug speelt in de ontsluiting van de binnenstad. Als buitenstaanders wisten Geluk en de leden
In vijf varianten onderzochten de landschapsarchitecten van Kruit Kok hoe de waterkanten een bijdrage kunnen leveren aan stedelijke ontwikkeling, de aanpak van waterproblemen en het versterken van de ecologie.
Drie ontwerpsuggesties voor een nieuwe Diezebrug. Door de oude Hoge Diezebrug te vervangen wordt de relatie met het bastion en de binnenstad versterkt, het water optimaal benut, lopen en fietsen gestimuleerd en de totstandkoming van een creatief knooppunt in de hand gewerkt.
van het O-team die twijfel weg te nemen, juist omdat zij de barrièrewerking van de Hoge Diezebrug wisten aan te tonen. Of zoals zij het zelf verwoorden: ‘Alleen met nieuwe bruggen los je hier het mobiliteitsdrama op.’ Op basis van dit scherpe uitgangspunt – ‘vervang de Diezebrug en dring het autoverkeer terug’ – schetst Geluks bureau Juurlink en Geluk twee varianten. ‘De verplaatste brug’ bevat een nieuwe brug ter hoogte van de Tramkade voor lokaal auto- en busverkeer, en een extra brug voor voetgangers en fietsers bij de Veemarktweg – zodat ommetjes in het gebied denkbaar worden. Het scenario ‘De ring’ toont een verkeersring rondom het plangebied, waardoor een autoluw binnengebied ontstaat met in het verlengde van de Tramkade een nieuwe wandel- en fietsbrug. In dit model rijden auto’s en bussen dus niet meer dóór, maar langs het gebied.
De aanbevelingen van het O-team hebben hun doel niet gemist. Eind 2020 stemde de gemeenteraad in met het door bureau Welovethecity opgestelde gebiedsperspectief, waarin het voorstel om de Hoge Diezebrug te vervangen door een nieuwe brug expliciet is opgenomen. In die gebiedsvisie is nogmaals zwart op wit gezet dat het culturele, ietwat rauwe karakter van het gebied rond de Tramkade behouden blijft. Het moet ook straks een creatieve haven zijn voor experiment en placemaking – dit stoere en creatieve profiel wordt bovendien doorgetrokken naar de overkant. De gebiedsvisie gaat uit van een ‘haltermodel’: reuring op beide oevers en daaromheen een schil van wonen en andere functies.