Grondig 2 - 2021

Page 1

VERKIEZINGS PROGRAMMA’S DOORGELICHT

BANDEN EN BODEM

VIERWIELER RUKT OP

VAKBLAD VOOR SPECIALISTEN IN GROEN, GROND EN INFRA NUMMER 2 2021


HET SMAKELIJKSTE GRAS VAN NEDERLAND Veel energie en smaak in wei én kuil, dat is Havera. En wist je dat een koe tot wel 1,4 liter* méér melk per dag kan produceren van die sappige en smakelijke pollen!? Havera hee� een hoge opname, vertering en benu�ng. Dat gee� de maximale voederwaardeopbrengst én ne�o-energieinhoud voor lacta�e. En met 7 samenstellingen is er voor elk bedrijf een Havera die het best past en rendeert! *bron: Schothorst Feed Research

NIEUW

HAVERA KLAVERMIX

kant-en-klaar klaversupplement

www. graslandadvies.nl


INHOUD

In dit nummer

GRONDIG 2 2021

Op 17 maart zijn de Tweede Kamerverkiezingen en dat is ook het thema van het hoofdverhaal. We hopen je hiermee een indruk te geven van wat de diverse partijen kunnen betekenen voor de bedrijven in groen, grond en infra. Een ander belangrijk onderwerp is deze keer samenwerking; een machine ontwikkelen, prijsafspraken maken en bodemverdichting aanpakken, het kan alleen door samen te werken. Veel leesplezier.

ONDERNEMEN MET MENSEN

18 5 REDACTIONEEL 6 IN ACTIE: Cumelabedrijven trots op gladheidbestrijding 9 COMMENTAAR 11 Wie krijgt op 17 maart je stem? 18 ONDERNEMERSLESSEN: Chris Ploegam 22 STERK WERK: Loonbedrijf Hage

ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

ONDERNEMEN MET CUMELA

26

54

26 PROFILEREN: Eijkelboom Utrecht 30 Technisch nieuws op cumela.nl 32 Bodemsparende technieken zaak van loonwerker én klant 36 VF-band rukt op in rijencultuur 40 VBKT pakt door met VF-banden 42 Nokian-banden op verreiker 46 Vierwielige zelfrijdende bemestingsmachine rukt op 50 Eland ontwikkelt eigen bemester 57 ECONOMIE 57 IN KORT BESTEK

54 VROUWEN IN HET CUMELABEDRIJF: Ineke Schimmel 58 CUMELARIA 59 CAO & ZO 60 HOOGTEPUNTEN VAN CUMELA.NL 61 VOORZITTER 62 TOOLBOX: Bedrijfshulpverlener (deel 2) 64 BPV-tool gaat digitaal 68 Bodem in Beeld kijkt naar effecten berijding 71 OMGEVINGSWET: Gelden mijn vergunningen nog? 72 Cumela Vrouwen VIP-dagen 74 BEDRIJVIG

Grondig 3 ontvang je op vrijdag 2 april! GRONDIG 2 2021

3


GO for Innovation

AMAZONE ORIGINAL onderdelen, de garantie tot betrouwbaarheid. Duurzame A-kwaliteit slijtdelen, die langer meegaan door het unieke hardingsproces.

KE-tanden

KX/KG-tanden

KG-tanden

KX/KG-tanden

KX/KG

slepend

op grip Special

op grip Super

aardappeltanden

Kijk voor meer informatie op:

www.kampsdewild.nl/amazone-original

De nieuwe Vervaet Hydro Trike 5x5 Krachtig en stabiel Doordachte techniek Hoge capaciteit, lage onderhoudskosten Gegarandeerd hoge restwaarde

vervaet.nl | sales@vervaet.nl | +31 (0) 115 48 17 20


REDACTIONEEL

COLOFON Grondig is de bron voor vakinformatie voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infrastructuur. Je kunt je aanmelden voor de gratis nieuwsbrief door een e-mail te sturen naar grondig@cumela.nl.

Adres Cumela Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl

Cumela-ondernemerslijn (033) 247 49 99 / ondernemerslijn@cumela.nl

Grondig / Cumela Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig

Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Herma van den Pol Ton Herbrink (eindredacteur)

Voorplaat Cumela Communicatie

Advertentiewerving Lisette Kerkhof, grondig@cumela.nl

Art Direction, Grafische vormgeving en druk Elma Media B.V. www.elma.nl Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk

Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Opzegging van het abonnement schriftelijk vóór 1 november.

Kosten abonnement Nederland € 95,- per jaar Buitenland € 145,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag

© Stichting Cumela Communicatie, Nijkerk

Lagedruk-noppen Je ziet het nogal eens gebeuren: voetballers die op een prachtige grasmat constant uitglijden. Het lijkt wel alsof ze willen voorkomen dat de terreinknecht het veld moet herstellen na een sliding of een te felle sprint. Of is het misschien toch een kwestie van verkeerd schoeisel? Van lagedruk-noppen? We moesten eraan denken bij de verhalen over banden en bodem in dit nummer. Groot is de angst bij de buitenwereld dat we onze kostbare bodem beschadigen. Iedereen heeft het tegenwoordig over verdichte bodems en gronden die bijna uitgeput zouden zijn en waar volgens de zogenaamde deskundigen grote machines de boel verpesten. Het zijn woorden die we vooral horen van mensen die weinig verstand van zaken hebben en die grote wielen associëren met zwaar en dus slecht voor de bodem. Het zijn vaak ook de mensen die de mond vol hebben van duurzaamheid en voedselbossen om de wereld te redden. Voor een groep die het allemaal wil betalen en die bereid is zelf zijn voedsel te oogsten, zal dat wel kunnen, maar wij moeten een nog steeds groeiende wereldbevolking voeden. Daarvoor hebben wij in Nederland goede gronden en een goed klimaat. Daarom zijn ook bijna nergens de opbrengsten per hectare zo hoog als hier. Het is een constatering die nog niet samengaat met een bodem die helemaal verpest zou zijn. Natuurlijk kan het met kleinere machines, maar het is aan de markt om dat te regelen, met opdrachtgevers die willen betalen voor de extra kosten, voor mogelijk meer opbrengst in de toekomst. Voor veel telers is dat een stap te ver. Die moeten nu voor bodemprijzen produceren voor een wereldmarkt die geen geld over heeft voor bodem- of milieuvriendelijke producten. Met daarbij de kennis dat de natuur vaak weer veel oplost. Zie de prachtige schaatsweek half februari.

Ondertussen investeert onze sector wel degelijk in bodemvriendelijker werken. Lees de verhalen maar eens over de opmars van de IF- en VF-bandentechnologie. Die VF-banden kunnen bij een gelijk blijvende last de bodemdruk met wel veertig procent terugbrengen, net zoals zaalvoetbalschoeisel minder indringt dan schoenen met harde noppen. De nieuwe technologie is een oplossing waarmee we als sector inspelen op de eisen om bodemvriendelijker en duurzamer met het schaarse productiemiddel grond om te gaan. Daarnaast zijn ze een oplossing voor de beknellende breedtes en aslasten waaraan we moeten voldoen om bij de klanten te komen. Naar schatting is al vijftien procent van de banden VF en neem maar aan dat dit percentage in onze sector hoger is. Dankzij die investeringen kunnen we met grote zelfrijders het veld in om de producten aanvaardbaar bodemvriendelijker en tegen een betaalbare prijs te oogsten, ook onder slechte omstandigheden als het moet. En net zoals de terreinknecht weet dat hij na een wedstrijd op het veld de slidingsporen weg moet werken, weet de teler dat hij de grond moet bewerken om die weer klaar te maken voor het volgende seizoen. Het is niet het ideaal, maar wel de juiste relativerende manier om voedsel te produceren. Zonder goede voetbalschoenen verliezen we de wedstrijd en zonder goede machines voeden we geen monden meer. Team Grondig, Gert, Marijke, Toon, Herma en Lisette

Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving.

ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap Cumela Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wil je het lidmaatschap van Cumela beëindigen, dan dien je voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van Cumela in Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.

GRONDIG 2 2021

5


ONDERNEMEN MET MENSEN - BEDRIJF IN ACTIE

Cumelabedrijven trots op gladheidbestrijding

Tekst: Herma van den Pol Foto’s: Van Doorn, Loonbedrijf Sturm-Jacobs, RVR Loonbedrijf en Vermeulen

EEN COMPILATIE VAN DE INZET VAN VERSCHILLENDE BEDRIJVEN

1 6

GRONDIG 2 2021

3

4


BEDRIJF IN ACTIE - ONDERNEMEN MET MENSEN

“Hier doen we het voor” en “Machtig mooi werk” zeggen veel medewerkers van cumelabedrijven over de gladheidbestrijding. Sinds koning winter, zoals een bedrijf het omschrijft, zich op 6 februari in Nederland aandiende, werd er dag en nacht geschoven, gestrooid en sneeuw geschept om de wegen weer begaanbaar te maken. De cumelabedrijven zijn trots op de rol die ze hebben om Nederland veilig en begaanbaar te houden. “We zijn wel wat gewend als het om sneeuwval gaat”, zegt Van Doorn in een toelichting. “Dit keer moesten we wel uitzonderlijk lang achter elkaar doorwerken: vanaf zaterdag tot en met halverwege de week non-stop door”, zegt hij (foto 1 en 2). Veel bedrijven hadden zich goed voorbereid en waren klaar voor wat er wel of niet ging komen.

2

5

“Wij hadden schuiven klaar staan en de trekkers voorzien van borden en rubberen flappen”, zegt Pim Sturm van het Noord-Hollandse loonbedrijf Sturm-Jacobs. Een goede zet, zo bleek toen de sneeuw begon te vallen, want vanaf dat moment begon de telefoon te gaan met vragen om hulp. Opvallend was vooral de bijna twee meter hoge berg sneeuw op de A7 tussen Medemblik en Wieringerwerf. “De oorzaak was een verkeerd staande wind in combinatie met een middenberm die vol lag met sneeuw. Die hoopte zich zo snel op dat er eerst één vrachtwagen met schuif vast kwam te zitten, toen een tweede en even later een derde. Toen werden wij er samen met Sjors van der Bel van het gelijknamige bedrijf bij geroepen om assistentie te verlenen. Met kranen moesten we de sneeuw over de vangrails scheppen om daarna met de shovels de sneeuw op te ruimen. Pas na tien uur non-stop scheppen was de weg weer be-

6

gaanbaar”, vertelt Sturm (foto 3 en 4). Ook Van Doorn was maandag 8 februari aanwezig op de A7. “Niet alleen de gladheidbestrijding, maar ook calamiteiten op de wegen, zoals schadereparaties aan asfalt en de geleiderail, vroegen afgelopen week nadrukkelijk om onze inzet”, zegt Van Doorn (foto 5). De sneeuw levert unieke situaties op en brengt je soms ook op locaties waar je doorgaans niet zo maar komt. Zo gingen de medewerkers van de combinatie RVR/Thomas BV aan de slag op de startbanen van Schiphol om die sneeuwvrij te maken (foto 6 en 7) en creëerden ze zo een grote sneeuwberg bij Schiphol en bij de asfaltcentrale in Beverwijk (foto rechts). Er was heel veel sneeuw, maar dat was voor de medewerkers geen probleem. Bij Van Doorn waren het de bruggen en sluizen die sneeuw- en ijsvrij moesten worden gehouden. “Op zes locaties in Brabant hebben we compressoren geplaatst, die bij toerbuurt van brandstof moesten worden voorzien. De mannen van Vermeulen maakten juist weer winkels bereikbaar (foto 8). Maandag 15 februari zette de dooi in. Het waren een aantal mooie en drukke dagen.

7

8 GRONDIG 2 2021

7


“We denken met je mee en zetten graag een stap extra voor het maximale resultaat.” Anneke Aalberts relatiebeheerder Verzekeringsspecialist in de cumelasector Als brancheorganisatie weten we bij Cumela als geen ander waar je als ondernemer mee te maken hebt, met welk materieel je werkt en welke risico’s hierbij komen kijken. Onze polisvoorwaarden zijn hierop afgestemd, wij denken met je mee en geven altijd een persoonlijk advies op maat. Onze voordelen • Persoonlijk contact met specialisten • Gemak en uitgebreide service • Kennis van de cumelasector • Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding • Soepele afwikkeling bij schade

Wij weten wat we verzekeren! www.cumela.nl (033) 247 49 60


COMMENTAAR DIRECTIE - ONDERNEMEN MET MENSEN

Controle of vertrouwen? De Tweede Kamerverkiezingen staan voor de deur. Weet jij al waarop je stemt? Wat vind je belangrijk? Wat zou er moeten veranderen in de aankomende regeringsperiode?

IN VEEL GEVALLEN ZOU ER MEER NAAR DE GEEST IN PLAATS VAN NAAR DE LETTER VAN DE WET KUNNEN WORDEN OPGETREDEN

Aan onze bestuurders stelden we de vraag: van welke overheidsregel heb jij de meeste last? Er kwamen verschillende voorbeelden voorbij, waar ook een grote lijn uit valt te halen: de overheid moet de ondernemer meer vertrouwen in plaats van alles dichtregelen. Of het nu gaat om aanbestedingen, arbowetgeving, ontslagrecht, mest, gewasbescherming en noem de onderwerpen verder maar op, er komen steeds meer regels bij. Dat brengt niet alleen administratieve lasten voor de ondernemer met zich mee, maar het verhoogt ook de kosten voor de opdrachtgever, in veel gevallen diezelfde overheid! Door het dichtregelen van allerlei zaken ontstaan er ook fouten. Het is voor een kleine MKB-ondernemer nauwelijks bij te houden, hoe goed hij of zij ook zijn best doet om het allemaal volgens de regels te doen. En helpen die regels nu echt om de fouten te voorkomen? Nee hoor! In de praktijk vinden controles juist plaats bij bedrijven die zich over het algemeen goed aan de regels houden. Toch maken die bedrijven ook wel eens een administratieve fout of vindt er ondanks alle veiligheidsmaatregelen - ook wel eens een ongeval plaats. In plaats van dat er wordt gekeken naar de houding van de ondernemer en de achtergrond van dergelijke fouten worden er pats-boem grote boetes opgelegd. Ondertussen gaan de echt frauderende ondernemers vrijuit, tot grote ergernis van velen. Het is allemaal veel te zwart-wit met alleen goed of fout. Probleem is ook dat er steeds minder beslissingsbevoegdheid is bij de controlerende ambtenaren om in plaats van een boete een waarschuwing te geven of een zinvolle maatregel te nemen. In veel gevallen zou er meer naar de geest in plaats van naar de letter van de wet kunnen worden opgetreden. Een waarschuwing kan al voldoende effect hebben, of nog beter: help de ondernemer om het wel goed te doen. Mijn boodschap aan het volgende kabinet en alle

nieuwe Kamerleden is: stop de juridisering van de samenlevering. Houd je bij de grote lijn. Stel doelen vast, laat de uitwerking van die doelen aan de sectoren en controleer of ze zich houden aan de afspraken om die doelen te bereiken. Dat scheelt een hoop tijd, ergernis en geld!

Directeur Cumela GRONDIG 2 2021

9


MEER TRACTIE ALTIJD MEER INFORMATIE: WWW.VREDESTEIN.NL/TRAXIONOPTIMALL


VERKIEZINGSPROGRAMMA’S - ONDERNEMEN MET MENSEN

Cumelasector stemt op 17 maart

Tekst: Sil Biesbroek

VERKIEZINGSPROGRAMMA’S ONDER DE LOEP

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart hebben enkele beleidsmedewerkers van Cumela de partijprogramma’s van elf partijen op de kieslijst doorgespit. Ze maakten een overzicht van partijstandpunten die van belang zijn voor ondernemers in de cumelasector. Hun conclusie: “Ze beschrijven wel wat ze ongeveer willen, maar niet wat dat precies betekent en hoe dat zal worden betaald.”

Wat kies jij??

LET OP! AAN DE ACHTERZIJDE NOG VEEL MEER!

‘DE PARTIJEN BESCHRIJVEN WEL WAT ZE ONGEVEER WILLEN, MAAR NIET WAT DAT PRECIES BETEKENT EN HOE DAT ZAL WORDEN BETAALD’

Ik kies ze allemaal.....en nog veel meer!!

Rob Mulder

In een videogesprek zijn de beleidsmedewerkers Jacqueline Tuinenga, Hans Verkerk en Gerben Zijlstra bijeengekomen om hun bevindingen te bespreken. Prijzende woorden over de partijprogramma’s die ze hebben doorgenomen komen er niet gemakkelijk uit. Vanuit huis wisselen ze hun analyses uit.

Het viel Gerben Zijlstra, beleidsmedewerker bodem, op dat eigenlijk in alle programma’s over een afname van de veestapel wordt gesproken. “Dat komt overal wel terug, behalve bij de PVV”, stelt hij vast. “Dat moet eigenlijk de oplossing zijn voor klimaat, voor de CO2- en stikstofuitstoot, voor dierenwelzijn en voor naGRONDIG 2 2021

11


ONDERNEMEN MET MENSEN - VERKIEZINGSPROGRAMMA’S

WOORDEN GETELD

‘MISSCHIEN KUN JE VOORZICHTIG CONCLUDEREN DAT HET MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF NIET ECHT OP HET NETVLIES GEBRAND STAAT, TERWIJL DAT WEL DE MOTOR VAN DE ECONOMIE IS’

Vakblad Grondig onderzocht hoe vaak bepaalde woorden voorkomen in verkiezingsprogramma’s. Dit had bij sommige onderwerpen zeer uiteenlopende resultaten. Zo is het bijvoorbeeld opmerkelijk dat het woord ‘ondernemerschap’ in veel programma’s nauwelijks voorkomt.

Natuur Klimaat Stikstof Ondernemerschap Mest Landbouw Aantal pagina’s VVD 36 31 13 7 CDA 27 24 4 6 D66 83 115 15 7 CU 71 81 15 3 PvdA 33 41 10 1 PVV 9 29 9 - PvdD 168 101 10 1 SP 7 14 2 - GL 48 77 4 1 SGP 38 26 12 7 BBB 56 7 10 -

tuurontwikkeling. Dat is op zich een logische gedachte, maar aan de andere kant denk ik dan: hoe ga je dat realiseren en waarvan gaan we dat betalen? Dat wordt in geen van de partijprogramma’s duidelijk.” Deze ondoorzichtigheid in de partijprogramma’s komt volgens Jacqueline Tuinenga, beleidsmedewerker sociale zaken, ook terug in de definities die de partijen hanteren, bijvoorbeeld als het gaat over natuur. “Als je kijkt naar het boerenland en hoeveel natuur daar is, ook al wordt dat bewerkt, en hoeveel CO2 dat opneemt, dan wordt dat allemaal niet gezien en niet gewaardeerd”, aldus Tuinenga. Zijlstra vult aan dat BoerBurgerBeweging als enige partij wel specifiek aandacht besteedt aan de boerennatuur, zoals groenstroken en akkerranden.

12

GRONDIG 2 2021

Bij het interpreteren van onderstaande tabel is het belangrijk om rekening te houden met de uiteenlopende lengte van de verschillende verkiezingsprogramma’s. Ter vergelijking: het programma van de SP is 32 pagina’s lang, terwijl dat van D66 bijvoorbeeld 208 pagina’s telt.

9 32 3 24 24 53 20 37 1 7 - 1 37 103 - 3 2 33 19 45 6 26

Hierop voortbordurend geeft Hans Verkerk, beleidsmedewerker meststoffendistributie, aan dat deze plannen van VVD en CDA onrealistisch zijn. “Onze collega Teun Jansen zegt dat dit helemaal niet kan”, vertelt hij. “Dat is allemaal wettelijk vastgelegd in Brussel. Nederland kan niet in zijn eentje de Europese regelgeving gaan aanpassen.”

WEINIG CONCREET

NATURA 2000

Ze zijn het er met z’n drieën over eens dat de verkiezingsprogramma’s weinig concreet zijn. “De partijen beschrijven wel wat ze ongeveer willen, maar niet wat dat precies betekent en hoe dat zal worden betaald”, verzucht Verkerk. Hij haalt een voorbeeld aan uit het programma van de SP: er moeten zeventien miljoen bomen bij. “Als je zeventien miljoen gaat vermenigvuldigen met de oppervlakte die een volwassen boom nodig heeft, heb je veel meer oppervlak nodig dan dat men aan nieuwe natuur wil aanleggen.”

In de verkiezingsprogramma’s van VVD en CDA staat dat ze willen kijken naar een herijking van de huidige Natura 2000-gebieden. Aan de linkse en groene kant van het politieke spectrum wordt er veel minder gekeken naar het herdefiniëren van natuurgebieden. “Die partijen willen alle natuurgebieden behouden en fors uitbreiden”, zegt Zijlstra.

“Er wordt helemaal geen context geschetst voor veel van de maatregelen”, vindt Zijlstra. Tuinenga knikt instemmend. “Het oogt een beetje alsof de partijen opschrijven wat ze denken dat hun achterban graag wil horen, maar gedachten over de uitvoerbaarheid vind je bijna niet terug in de plannen”, vult Verkerk aan.

99 114 208 141 105 52 53 32 52 168 53


VERKIEZINGSPROGRAMMA’S - ONDERNEMEN MET MENSEN

TRENDGEVOELIGHEID Het viel Tuinenga op dat er in de verkiezingsprogramma’s die ze doornam weinig wordt geschreven over ondernemerschap. “Misschien kun je voorzichtig concluderen dat het midden- en kleinbedrijf niet echt op het netvlies gebrand staat, terwijl dat wel de motor van de economie is”, zegt ze. In het verlengde hiervan valt een bepaalde trendgevoeligheid te observeren bij politieke partijen. Als één partij een bepaald onderwerp aansnijdt, kunnen andere partijen niet achterblijven. “Die hele beweging rondom de krimp van de veehouderij is er alleen maar omdat er een Partij voor de Dieren is gekomen”, analyseert Verkerk. “Na de komst daarvan gingen alle partijen hun best doen om nog diervriendelijker te zijn dan de Partij voor de Dieren.”

LIVE POLITIEK DEBAT Cumela organiseert op 2 december een groot politiek debat met vertegenwoordigers van 6 politieke partijen. Ze reageren op een aantal problemen waar ondernemers nu mee te maken hebben zoals kalenderlandbouw en stikstof. Het is rechtstreeks te volgen via de laatste uitzending van Cumela Live van dit seizoen. Het debat start om 20.30 uur is te bereiken via www.cumela.nl/live of door op je smart tv naar Youtube te gaan en daar het kanaal van Cumela op te zoeken.

dat iedereen altijd roept dat er minder regels moeten komen. “Als er één regel bij komt, moeten er twee weg”, geeft ze aan. “Er is een commissie die zich daar al twee jaar mee bezig heeft gehouden, maar er verandert helemaal niets.”

VISIE “Er ontbreekt eigenlijk visie”, concludeert Tuinenga. “Dat is wel grappig”, reageert Zijlstra. “In partijprogramma’s wordt alleen maar een soort wensbeeld geschetst met alleen maar doelen, terwijl het kabinet als dat gaat regeren geen doelen stelt, maar heel erg op maatregelen focust. Dat zegt: ‘We gaan honderd rijden of we gaan voorschrijven dat je geen mest mag uitrijden als het boven de twintig graden is.’” Volgens hem zit er een groot hiaat tussen wat de partijen vinden en hoe ze dingen doen. Verkerk is het hier roerend mee eens. “Dat zit inderdaad breed door al die programma’s en hun politieke handelen heen”, zegt hij. “In de programma’s praten politieke partijen heel erg in doelen, maar in de praktijk regelen ze dingen met maatregelen en voorschriften.” Dit wordt volgens Tuinenga onderschreven door-

Het politieke handelen in maatregelen en voorschriften kan al snel worden gezien als een logische uitkomst van de onderhandelingen die voorafgaan aan het sluiten van een regeerakkoord, maar volgens Zijlstra klopt dit niet. “Je kunt ook compromissen sluiten waarin je een bepaald einddoel met elkaar afspreekt en het vervolgens aan de sector en de maatschappij overlaat hoe je deze doelen kunt bereiken. Dit kun je dan wel stimuleren en monitoren, maar dan hoef je als overheid niet op de stoel van de ondernemer te gaan zitten.”

‘IN DE PROGRAMMA’S PRATEN DE POLITIEKE PARTIJEN HEEL ERG IN DOELEN, MAAR IN DE PRAKTIJK REGELEN ZE DINGEN MET MAATREGELEN EN VOORSCHRIFTEN’

VERANTWOORDING De selectie van de partijprogramma’s die de beleidsmedewerkers van Cumela hebben bestudeerd, is gemaakt aan de hand van het volgende criterium: een partij moet afgelopen twee regeerperiodes in de Tweede Kamer hebben gezeten. Hierbij is een uitzondering gemaakt voor BoerBurgerBeweging, omdat deze partij een agenda heeft die onlosmakelijk verbonden is met de landbouwsector. Er is voor gekozen om zes onderwerpen te behandelen, met als doel herhaling van besproken thema’s te voorko-

men, maar wel aan elk thema aandacht te schenken. De zes behandelde onderwerpen zijn natuur, klimaat, stikstof, aanbestedingen, mest en landbouw. Woorden als ‘vestigingsklimaat’, ‘natuurlijk’ en ‘semester’ zijn gefilterd uit de resultaten van het onderzoek naar welke woorden voorkomen in de verschillende verkiezingsprogramma’s. De redactie heeft er wel voor gekozen om woorden die gerelateerd zijn aan de behandelde onderwerpen mee te tellen. Dit zijn woorden als ‘klimaatverandering’, ‘bemesting’ en ‘stikstofvervuiling’.

GRONDIG 2 2021

13


ONDERNEMEN MET MENSEN - VERKIEZINGSPROGRAMMA’S

VVD

NATUUR (ONTWIKKELING)

KLIMAAT

STIKSTOF

14

GRONDIG 2 2021

PARTIJ VOOR DE VRIJHEID (PVV)

CDA

D66

GROENLINKS

Kijken naar een herijking van de Natura 2000-gebieden en het samenvoegen of herindelen van natuurgebieden. Daarnaast het aanplanten van nieuwe hectares bos binnen natuurnetwerken zonder dat deze gebieden direct een beschermde status toegewezen krijgen.

De PVV koestert de bestaande natuur die we hebben, maar doorgeslagen milieu- en natuurwetgeving willen ze afschaffen. PVV wil geen windmolens en zonneparken en stopt de schaalvergroting in de landbouw.

Het CDA onderschrijft de Europese Green Deal, maar vindt het niet haalbaar wanneer in Nederland 30% als beschermd natuurgebied wordt aangewezen. Herijking van Natura-2000 gebieden is nodig. Het CDA vindt een goede balans tussen wonen, landschap en natuur belangrijk. Boeren kunnen participeren in duurzaam natuurbeheer.

In 2030 is 30% van ons land- en zeeoppervlak effectief beheerd natuurgebied. In 2040 hebben we een derde meer natuur dan nu. Europees geld gaat alleen naar boeren die stappen zetten naar kringlooplandbouw en natuurbeheer.

GroenLinks wil natuurgebieden verbinden en beter beschermen. Daarnaast wordt de natuur met 100.000 hectare uitbreid. Er komt financiële ondersteuning voor boeren die omschakelen naar natuurinclusieve landbouw. In natuur tussen steden en dorpen wordt niet gebouwd. De veestapel wordt gehalveerd en er wordt een heffing geïntroduceerd op broeikasgassen in de landbouw.

Nederland voldoet in 2050 aan het Klimaatakkoord van Parijs en heeft 49% CO2-uitstoot gereduceerd in 2030. Ook wil de VVD verder verduurzamen op het gebied van de landbouw en bebouwde omgeving en inzetten op kernenergie en (groene) waterstof. Klimaatdoelen zijn economisch haalbaar en betaalbaar.

De PVV wil stoppen met de CO2-reductie, CO2heffingen en klimaaten duurzaamheidssubsidies. Daarnaast wil de PVV Nederland terugtrekken uit het klimaatakkoord en de Green Deal. Ook moet de klimaatwet ingetrokken worden.

Het CDA zet zich in voor de realisatie van het klimaatakkoord van Parijs. Ook wil het CDA per provincie een icoonproject opzetten dat bijdraagt aan de klimaatopgave en een burgerberaad initiëren voor meer draagvlak en de uitwerking van het klimaatakkoord. Natuur en landbouwgrond worden zoveel mogelijk ontzien bij de aanleg van zonne- en windparken.

D66 zet zich in om de afspraken uit het klimaatakkoord uit te voeren en op een 60% reductie van CO2 in 2030. Zij introduceren een klimaatautoriteit en leggen een CO2 heffing op. Bodemdaling wordt tegengaan door een hoger grondwaterpeil. Klimaatbestendige gewassen worden gestimuleerd en er komt een scheurverbod voor blijvend grasland.

60% CO2-reductie in 2030 en in 2045 klimaatneutraal. Instellen van een klimaatfonds en CO2-belasting. Klimaatbestendige steden en groene gebieden. Schoon vervoer en verplichting voor onder andere landbouwmachines om schone brandstoffen bij te mengen. Klimaaten natuurschade in de vleesprijs doorberekenen.

De landbouw moet niet als enige veroorzaker van de stikstofproblemen worden weggezet. Er moet een balans komen tussen economie en natuur bij de aanpak van de stikstofuitstoot. Emissieruimte in de landbouw die ontstaat door innovaties moet niet afgeroomd worden.

De ‘stikstofcrisis’, die helemaal geen crisis was en is, heeft de wooncrisis dramatisch verergerd. Belemmerende regelgeving rond stikstof gaat direct van tafel. De PVV is trots op de Nederlandse natuur en de PVV is voor goed beheer van de natuur, maar het hoeft niet allemaal stikstofarme natuur te zijn.

De beperking van de uitstoot van stikstof vraagt om een evenredige bijdrage van alle sectoren. Het CDA stimuleert de sector om zelf met plannen te komen. Ook boeren leveren een bijdrage aan de stikstofreductie.

D66 wil de uitstoot van landbouw, industrie, verkeer, maar ook luchten scheepvaart verminderen om woningbouw mogelijk te maken. Een stikstofreductie van 50% in 2030. D66 wil ook een heffing instellen op uitstoot van stikstof door de landbouw, maar wie stappen zet naar kringlooplandbouw betaald minder.

GroenLinks wil de uitstoot van stikstof per 2030 halveren, dit wordt wettelijk vastgelegd. Industrie, verkeer, luchtvaart en landbouw moeten eerlijke bijdragen leveren. GroenLinks introduceert een heffing op stikstof in de landbouw en richt die in als een stimulans voor natuurinclusieve landbouw.


VERKIEZINGSPROGRAMMA’S - ONDERNEMEN MET MENSEN

PARTIJ VOOR DE DIEREN

SGP

BOERBURGER BEWEGING (BBB)

SP

PVDA

CHRISTENUNIE

De SP wil naast het verbinden van natuurgebieden ook een flinke uitbreiding van natuur; met het nationaal bomenplan komen er 17 miljoen bomen bij. De hobbyjacht wordt verboden.

De PvdA zet in op een actief uitkoopbeleid van veehouderijen in natuurgebieden en een omslag naar natuurinclusieve kringlooplandbouw. De PvdA heeft de ambitie minimaal 50.000 hectare extra natuur te hebben in 2027.

De ChristenUnie wil meer ruimte voor natuur, zoals de uitbreiding van het bosareaal met minimaal 10%, maar ook door meer te investeren in natuur en het voltooien van het nationaal natuurnetwerk. Boeren en natuurorganisaties worden beloond voor onderhoud en natuurbeheer.

De Partij voor de Dieren wil een ministerie van Klimaat en Biodiversiteit, meer natuurgebieden worden weer met elkaar verbonden. De ecologische hoofdstructuur wordt uiterlijk in 2025 voltooid. Veel aandacht voor water en droogtebestrijding. PvdD wil naar een extreme vorm van natuurinclusieve landbouw en stoppen van (bollen) teelten en intensieve teeltmethoden.

De SGP zet in op een realistisch beschermingsregime in combinatie met emissiereductie en goed natuurbeheer. Niet elke snipper natuur in een Natura 2000-gebied moet onder het juridische beschermingsregime vallen. Groenere steden en beter waterbeheer in stedelijke en natuurgebieden. Boeren helpen bij natuurbeheer.

BBB wil het huidige cultuurlandschap (is boerennatuur) in stand houden. Geen wensnatuur maar reële natuurdoelen. Bermen, groenstroken en akkerranden worden natuurlijk beheerd en ingezet voor behoud van insecten en bijenpopulaties. BBB wil een herijking van Natura-2000 gebieden waarbij boeren buiten die gebieden ontwikkelingsruimte houden.

De SP stelt een CO2heffing in, waarbij de grootste vervuilers, twintig multinationals in fossiele brandstoffen, gericht worden belast. Het klimaatdoel wordt aangescherpt en de energievoorziening wordt weer publiek.

De Europese Green Deal en klimaatwet worden leidend. In 2030 een 55% gereduceerde uitstoot van CO2. Klimaatbestendige steden met meer groen en parken.

De ChristenUnie zet in op een klimaatneutrale samenleving en herrijking van het watersysteem. Uitvoering van het klimaatakkoord en investeren in de klimaattransitie. De maximum snelheid is 100.

In 2030 is Nederland klimaatneutraal. Door een forse CO2-belasting wordt energiebesparing gestimuleerd. In 2030 gebruikt Nederland geen aardgas meer en wordt energiegebruik drastisch gereduceerd door bijvoorbeeld het beëindigen van kunstmestproductie en isolatie van gebouwen. Voedselverspilling wordt tegengegaan.

De SGP streeft in 2050 naar een derde minder energieverbruik dan nu en energie wordt zoveel mogelijk duurzaam geproduceerd. Er wordt zorgvuldig, maar realistisch gekeken naar klimaatdoelen. Deze doelen mogen niet ten koste gaan van hoge lasten en verlies van maatschappelijk draagvlak.

In stedelijke gebieden meer groen en gras in plaats van bestrating. Landschap is evenveel waard als het klimaat, dus geen zonneparken in buitengebieden maar op bestaande daken.

De SP komt met een apart programma om stikstofuitstoot te bestrijden om zo woningen te kunnen blijven bouwen. Dit is gebaseerd op het weghalen van stikstofbronnen en uitbreiding van de natuur. Een stevige beperking van de veestapel is nodig om verdere milieuschade tegen te gaan.

De depositie van stikstof moet in 2030 met 50% zijn gedaald. Om dit te realiseren krimpen we de veestapel. Bij het toewijzen van stikstofruimte krijgt woningbouw voorrang. Actief uitkoopbeleid voor veehouderijen.

De depositie van stikstof moet met 26% naar beneden in 2030, alle grote uitstotende sectoren leveren hieraan een bijdrage. De ChristenUnie zet vanwege stikstof in op minder verkeer en er komen geen nieuwe of bredere snelwegen. Bij infraprojecten wordt ingezet op lagere emissies met zeroemissie als einddoel. Dit doen we door normen te stellen en door slim aanbesteden.

De uitstoot van stikstof moet in 2030 50% lager zijn. Daarvoor krimpt de veestapel met 75% en wordt de schadelijke industrie en wegenbouw beperkt. Natuurvergunningen worden strikter gehandhaafd. Landbouwgrond wordt alleen nog gebruikt om voedsel voor mensen te telen, zo kan iedereen gevoed worden en blijft er grond over om terug te geven aan de natuur.

De stikstofuitstoot van de landbouw is gehalveerd. De SGP geeft aan dat de situatie nu niet erger is dan ooit en dat het niet steeds slechter gaat. Boeren zetten zich in als rentmeester, maar de overheid moet niet op de stoel van de boer gaan zitten. Dat kan door doelvoorschriften in plaats van middelvoorschriften. Er komt een prikkel voor lagere stikstofemissie in de afrekenbare stoffenbalans. Voor kleine emissies en deposities moet een vrijstelling komen.

Alle stikstofmaatregelen gaan van tafel en er komen geen nieuwe maatregelen. Zolang de agrarische sector onder het, door de EU verplichte, stikstofplafond blijft, is er in principe geen enkele reden om via miljarden kostende stikstofmaatregelen de natuur te herstellen. Er komen doelmatige alternatieven voor stikstofmaatregelen, zoals het toevoegen van kalk aan de natuur om verzuring tegen te gaan.

GRONDIG 2 2021

15


ONDERNEMEN MET MENSEN - VERKIEZINGSPROGRAMMA’S

PARTIJ VOOR DE VRIJHEID (PVV)

CDA

D66

GROENLINKS

De VVD maakt zich sterk voor het tegengaan van ongelijke machtsverhoudingen. Dit geldt ook voor het lokale MKB versus grote bedrijven.

De wettelijke betalingstermijnen aan het MKB en zzp’ers worden verlaagd naar dertig dagen. Aanbestedingsregels moeten soepeler worden en inkopers moeten meer oog krijgen voor het eigen MKB.

D66 zet de groene aanbestedingsprocedures bij de overheid door. De overheid moet voor al haar bestedingen nagaan wat de impact op het klimaat en milieu is en actie ondernemen om die impact te verlagen.

Groen en sociaal ondernemerschap wordt gestimuleerd. De overheid gaat MKB vriendelijker aanbesteden en de Europese samenwerking in de grensregio’s moet behouden blijven.

Boeren kunnen door precisielandbouw de mest nauwkeurig aanbrengen op de plekken waar dit ook daadwerkelijk van toegevoegde waarde is. Hierdoor is er minder belasting van het milieu. In nieuwe wetgeving komt meer nadruk op innovatie, hergebruik en verwerking van mest, zo herwinnen we kostbare grondstoffen uit mest.

De toelatingsprocedures voor duurzame alternatieven voor bemesting worden vereenvoudigd en verkort.

Voor een duurzame kringloop van mest en voedsel is het nodig dat het aantal kippen en varkens in Nederland halveert en het aantal koeien substantieel afneemt. Er wordt gewerkt met rijpe mest in plaats van rotte mest en per 2030 komt er een verbod op rotte drijfmest. D66 zet zich in om knellende Europese mestwetgeving af te schaffen.

GroenLinks ontmoedigt het gebruik van krachtvoer uit het buitenland en wil de export van mest onmogelijk maken.

Het CDA zet zich in voor een gezonde toekomst voor de hele agrarische sector waarbij de overheid langjarige duurzaamheidsdoelen vastlegt.

De huidige land- en tuinbouw in Nederland is onhoudbaar. Kringlooplandbouw wordt de norm en D66 wil de boer helpen om deze omslag te maken.

De toekomst van de landbouw is duurzaam, lokaal, gezond en diervriendelijk. Btw op groente en fruit wordt geschrapt.

VVD

AANBESTEDINGEN

MEST

Er komen doelafspraken voor fosfaat- en dierrechten maar ook voor schadelijke emissies en mestwetgeving.

LANDBOUW

16

GRONDIG 2 2021

Boeren moeten kunnen blijven boeren en tegelijk zorgen voor ons Nederlandse landschap. Er komt een gecontroleerde afbouw van de bio-industrie.


VERKIEZINGSPROGRAMMA’S - ONDERNEMEN MET MENSEN

SP

PVDA

PARTIJ VOOR DE DIEREN

MKB-bedrijven moeten meer mogelijkheden krijgen bij overheidsaanbestedingen, waarbij het papierwerk wordt geminimaliseerd, en de gunningseisen niet onnodig zwaar zijn. Aanbestedingen moeten niet alleen op prijs worden gegund. Overheden moeten binnen 30 dagen betalen.

Aanbestedingen moeten MKB-vriendelijk worden gemaakt.

De SP wil een ‘boerenlandbouw’, ofwel een gezonde productie waarmee boeren de kost kunnen verdienen. De duurzame boer verdient ook een duurzaam inkomen. Weidegang wordt verplicht.

CHRISTENUNIE

SGP

BOERBURGER BEWEGING (BBB)

Het (Europese) mededingingsbeleid moet aangepast worden, waardoor het voor boeren eenvoudiger wordt een vuist te maken tegenover de groothandel.

Het verbouwen van veevoer verwoest wereldwijd bossen en zadelt ons land op met een niet te verwerken mestoverschot. De eigen akker- en tuinbouwrestproducten kunnen prima dienen als vervanger. Melkveehouderijen kiezen voor volledige weidegang en grondgebondenheid.

De ChristenUnie wil de doelen van de Kaderrichtlijn water in 2027 halen, daarom streeft de ChristenUnie naar een meer extensieve landbouwsector met een kleinere veestapel en minder veevoer van ver. Ze werken aan aanpassing van nationale en Europese mestregels, zodat deze dienstbaar worden aan de kringlooplandbouw en betere zorg voor de bodem.

De sterk afgeslankte veehouderij wordt volledig grondgebonden. De Partij voor de Dieren wil stoppen met de import van grondstoffen voor veevoer, zoals soja en palmolie. Export van mest is niet langer toegestaan en de mestfraude wordt hard aangepakt. Mestfabrieken verdwijnen uit Nederland, bestaande mestvergisters worden ontmanteld. Er wordt geen uitzondering (derogatie) meer gevraagd op de mestregels. Het injecteren van mest wordt verboden net als het gebruik van kunstmest.

Voor het beter sluiten van kringlopen is regionale samenwerking nodig. Zo moet het voor veehouders en akkerbouwers eenvoudiger worden om een gezamenlijke mestboekhouding te voeren. Veehouders mogen niet verplicht worden om mest die ze op eigen land uit kunnen rijden, af te voeren. Mestbeleid moet gebiedsgericht worden op basis van metingen van de waterkwaliteit in dat gebied. De NVWA moet voldoende capaciteit krijgen voor het opsporen van mestfraude.

BBB is voor bemesten naar behoefte, zo wordt er gezorgd dat planten niet langer ondervoed zijn en de bodem niet uitgeput wordt. BBB wil een praktisch uitvoerbaar mestbeleid invoeren. Mest uitrijden wordt weersafhankelijk in plaats van kalenderafhankelijk. Bij het Mestbeleid staat het vakmanschap, de kennis en de ervaring van de voedselproducent voorop. Het gebruik van organische mest wordt bevorderd en daar waar mogelijk gaat het kunstmest vervangen.

Boeren die duurzaam produceren verdienen steun. Er komen subsidies voor diervriendelijke en klimaatneutrale landbouw met een eerlijke opbrengst voor de boer.

De ChristenUnie kiest voor kringlooplandbouw. Een landbouwsector die in balans is met de natuurlijke omgeving. De omslag naar kringlooplandbouw is alleen mogelijk wanneer de agrarische ondernemer duurzaam een goede boterham kan verdienen. Er moet een eerlijke prijs worden betaald. Grondgebonden wordt het uitgangspunt.

Agrobosbouw (de combinatie van landbouw en bosbouw op hetzelfde perceel) wordt sterk gestimuleerd. Landbouwgronden worden omgevormd tot natuurgebieden en boeren moeten omschakelen naar duurzame landbouw.

De Nederlandse landbouw moet een bijdrage blijven leveren aan de internationale voedselvoorziening. Daarbij zijn deze (familie)bedrijven gewaardeerd om hun bijdrage aan landschap en leefomgeving. Er moet een landbouwakkoord komen met afspraken tussen alle betrokken partijen. De Europese Farm-to-Fork strategie gaat te ver.

Vruchtbare gronden blijven beschikbaar voor voedselproductie. Er komt een goed uitvoerbaar mestbeleid (weersafhankelijk). Voedselmakers jaag je niet weg, die behoud je voor Nederland. Er komt alleen nieuwe regelgeving als de kosten hiervan in de prijs van de producten kan worden meegenomen.

GRONDIG 2 2021

17


ONDERNEMEN MET MENSEN - ONDERNEMERSLESSEN

‘Maak iets unieks wat je samen kunt delen’ Tekst: Herma van den Pol Foto’s: Ploegam

CHRIS PLOEGMAKERS, PLOEGAM BV

Ploegam presenteerde in februari een elektrische mobiele graafmachine en introduceerde in 2020 al een elektrische 30-tons Doosan-rupsgraafmachine en een minigraafmachine. Het cumelabedrijf neemt met productinnovaties het voortouw in de sector en zet serieus stappen richting emissieloos bouwen. “Creatief zijn en risico’s nemen, dat past bij ons en hebben we ons hele leven gedaan”, zegt Chris Ploegmakers. Hij heeft een duidelijke visie over hoe het nu verder gaat.

‘DURF VOORUITSTREVEND TE ZIJN’

‘DOOR INTENSIEF SAMEN TE WERKEN MET DE UITEINDELIJKE GEBRUIKERS NADEREN WE NU HET PUNT DAT DE RUPSKRAAN KAN WORDEN INGEZET OP PROJECTEN’

LES 1

“We hebben met onze drie elektrische machines de Cobouw-publieksprijs gewonnen en dat had ik niet verwacht. Als ik terugkijk op 2020 zijn we heel veel in beeld geweest, maar toch had ik niet verwacht aan de haal te gaan met de publieksprijs. Je ziet vaak dat de aandacht na verloop van tijd vervaagt, maar nu bleven we toch sterk in de belangstelling staan. Het was apart om zoveel in de picture te staan. Meestal werk ik meer op de achtergrond en treed ik niet zoveel op de voorgrond. Terugkijkend op 2020 ben ik er het meest trots op dat we met iets unieks zijn gekomen en het hebben aangedurfd, waar anderen vrij terughoudend waren. Het is noodzakelijk dat er meer van dit soort machines komen, waarbij je dit kunt beschouwen als een soort proef. Pas wanneer je ermee aan slag gaat, loop je tegen zaken aan en ervaar je hoe de machine in de praktijk presteert. Vanuit een startpunt ga je aan de slag met zaken verbeteren. Zo werkt het met de elektrische machines ook. We blijven de machine verbeteren. Dat is nodig, want anders sta je stil. ”

‘TEST VEEL EN BETREK JE MEDEWERKERS DAARBIJ’

LES 2

“We zijn meer dan een jaar bezig geweest om alle componenten voor de Doosan DX300LC Electric bij elkaar te zoeken. Bij het bouwen van de machine loop je vervolgens tegen het één en ander aan. Neem bijvoorbeeld het aantal omwentelingen van de motor. Bovendien zie je dat het verbruik van stroom sterk varieert en de vraag is: hoe gaan we

18

GRONDIG 2 2021

daar goed mee om? Je bent continu aan het testen. Na het testen gaat hij weer naar binnen om daarna aangepast en weer getest te worden. Zo hebben we eerst gewerkt met twee accupakketten en die later omgezet naar drie pakketten. Als machinisten met de machine werken, gaat het ‘leven’. Dan komen de ideeën en de punten van kritiek. Op den duur komt er een vaste machinist, maar nu vind ik dat iedereen de kans moet krijgen om te zien waar de toekomst naar toe gaat. Door intensief samen te werken met de uiteindelijke gebruikers naderen we nu het punt dat de rupskraan kan worden ingezet op projecten.”

‘DURF TE KIEZEN’

LES 3

“Als het over het terugdringen van de CO2-uitstoot gaat, denk ik dat veel ondernemers overtuigd zijn van de noodzaak. Ze kijken nu hoe ze zo praktisch mogelijk zo duurzaam mogelijk kunnen werken. HVO is al een mooie vorm om duurzamer te werken, maar het is uiteindelijk niet zonder emissie. Toch is het een mooie, werkbare oplossing zolang de maatschappij nog niet omgevormd is. Wij draaien daar ook mee. Elektriciteit kan wel zonder emissie worden geproduceerd. Nu is het zo dat de accu’s die we gebruiken ook heel gemakkelijk te vervangen zijn of kunnen worden omgebouwd voor waterstof, maar ik ben er niet van overtuigd dat dit de toekomst is. Waterstof is een heel explosief product en dat levert veel onzekerheden rondom veiligheid op. Ook is het duurder dan gewone stroom, omdat je de energie twee keer behandelt voordat je die kunt toepassen. Wij geloven


ONDERNEMEN MET MENSEN

WIE IS CHRIS PLOEGMAKERS? Chris Ploegmakers bouwde samen met zijn broer Gijs het in 1987 opgerichte Ploegam op. Ploegam staat voor Ploegmakers Aannemingsmaatschappij. De dagelijkse directie delen Chris en Gijs met Huib Scheffer. De passie voor elektrificatie bij Chris groeide door de jaren heen. Hij pakte het op met trouwe partner Staad van de gebroeders Staadegaard. Wat ooit begon met de aankoop van twaalf dumpers groeide uit tot een nauwe samenwerking op het gebied van elektrificatie. Die ging van start met de vraag: “Heb jij er wel eens van gehoord?” Die werd door Chris gesteld aan Pieter Staadegaard nadat een opdrachtgever hier vragen over stelde. De dertigtonner is ondertussen verder geperfectioneerd en als dit blad verschijnt, is de mobiele kraan ook naar buiten gekomen.

in elektrificatie. De ontwikkelingen op het gebied van accu’s gaan heel snel, zodat er in de toekomst nog meer stroom in past. Ook worden de accu’s steeds schoner gemaakt en zijn er nu al honderd procent recyclebare accu’s. Daarnaast staat veiligheid voorop. De accu’s zijn gecertificeerd volgens de veiligheidsnormen van de automotive-industrie. Het is het hoogste veiligheidsniveau, maar voor ons een minimale eis. Bij ons staat veiligheid voorop: wij werken veilig of wij werken niet. Elke avond moet iedereen weer veilig thuis komen.”

‘WERK SAMEN’

LES 4

“Wij werken nauw samen met Staad in de ontwikkeling van de elektrische machines. Doordat we een ‘gebruiker’ zijn, weten we precies wat er in het veld nodig is en kunnen we daarop sturen in de ontwikkeling van de machine. Het is een vorm van samenwerking waarvan ik verwacht dat we die steeds meer gaan zien. Niet alleen bij de ontwikkeling is samenwerking nodig, ook voor het verder uitrollen van het concept is samenwerking noodzakelijk. Denk aan de beschikbaarheid van stroom op de projectlocaties. Je moet de accupakketten altijd opladen. We zoeken de aansluiting bij energiebedrijven, zodat we toegang hebben tot groene

stroom van windmolens en zonnepanelen. We weten dat de energiebedrijven zoeken naar afzetmogelijkheden en het is mooi als we dat samen kunnen bewerkstelligen.”

‘NEEM AF EN TOE EEN GOK’

LES 5

“Door creatief te zijn en risico’s te nemen, hebben we ons bedrijf uitgebouwd tot wat het nu is. Zo hebben we met de elektrische kranen ook een gok genomen. We wisten toen we begonnen nog niet wat het zou opleveren. Het begon allemaal met het project De Groene Boog bij de A13 en A16. Toen de uitvraag voor het project kwam, werd door Rijkswaterstaat gevraagd wat je als ondernemer kon betekenen voor het verduurzamen van de bouw. Zo is het idee geboren. Samen met Staad hebben we het initiatief genomen en toestemming gevraagd aan de opdrachtgever voor het ontwikkeltraject. We zijn nu een voorloper en hopelijk zorgt deze ontwikkeling dat we kunnen doorbouwen. De bouw komt namelijk stil te liggen. We hebben nu diverse projecten waar stikstofberekeningen de voortgang van het werk bedreigen. Sinds we als onderaannemer met het project De Groene Boog zijn begonnen, zie je de vraag naar duurzaam materieel toenemen.”

‘DOORDAT WE EEN GEBRUIKER ZIJN, WETEN WE PRECIES WAT ER IN HET VELD NODIG IS EN KUNNEN WE DAAROP STUREN IN DE ONTWIKKELING VAN DE MACHINE’

GRONDIG 2 2021

19


ONDERNEMEN MET MENSEN - ONDERNEMERSLESSEN

De elektrische kraan van Ploegam wordt door verschillende machinisten gebruikt om ze te laten wennen, maar ook om van hen te horen wat beter kan.

‘INNOVEER EN DURF LEERTIJD TE PAKKEN’

‘ELKE KEER KIJKEN WE WAT ER ANDERS KAN OF BETER EN ALS WE DAARMEE NIET VERDER KUNNEN, KIJKEN WE NAAR NIEUWE MANIEREN. WE ZOEKEN NAAR DE VRAAG ACHTER DE VRAAG’

LES 6

“We bevinden ons in de leerfase. Er zijn nog vele uitdagingen. Je ziet iedereen die nu op de markt komt met een machine worstelen. Wij kunnen de hele dag draaien, maar we moeten nog zorgen dat de accupakketten efficiënt worden gewisseld. Wij moeten nu als markt ondervinden hoe je optimaal presteert met elektrisch materieel. Daarnaast zou het goed zijn als meerdere leveranciers grote machines bouwen. Je ziet echter dat het voor een leverancier nu nog niet interessant is om te investeren in de ontwikkeling. De markt is gewoonweg te klein. Emissieloos bouwen speelt voornamelijk in Nederland en enkele Scandinavische landen. Toch is het belangrijk dat er een paar nieuwe merken bij komen. Pas dan komt er een leuke concurrentiestrijd en komt de markt op een punt dat de machines aantrekkelijk worden voor ondernemers.”

‘INVESTEER ALS SECTOR ZELF OOK IN DE SECTOR’

LES 7

“Als er een product staat, moeten we ervoor zorgen dat dit ook wordt ingezet door loon- en verhuurbedrijven. De wetgever heeft de ‘kar’ in beweging gezet en het is super dat de overheid de uitvraag doet, maar nu ligt de bal bij de sector. We moeten als sector ook de zaken in beweging gaan zetten en investeren. Daarbij kijk ik ook naar onszelf. Dit is een heel mooie proeftuin. We moeten dat voor iedereen bereikbaar maken. Voor ons als aannemer die direct bij de opdrachtgever aan tafel zit, is dat gemakkelijker dan voor verhuur- en loonbedrijven die niet aan tafel zitten. Zij kunnen daardoor minder op lange termijn kijken. Zij moe-

20

GRONDIG 2 2021

ten nu concurreren met elkaar. Als partij die wel aan tafel zit, moet je zorgen dat een deel van de aanneemsom ten goede komt aan deze bedrijven. Zo ontstaat ruimte om te investeren in de duurdere elektrische machines. Alleen dan komen elektrische machines breder beschikbaar. Het is een soort subsidie via de aanbesteding. Voor de beeldvorming: wij hebben meer dan een miljoen euro geïnvesteerd in de elektrische machines. Dat kan omdat we een park met tachtig machines hebben en normaal elk jaar vijf of zes machines vervangen. Nu vervangen we er maar drie of vier om geld vrij te maken voor de investering in elektrisch materieel. Dat kunnen de kleinere bedrijven niet doen en daar zou het dan ook veel te veel druk op de liquide middelen geven, maar via de aanbesteding kun je elkaar wel helpen.”

‘BLIJF ONDERZOEKEN HOE HET NOG BETER KAN’

LES 8

“De dertigtonner is nog niet helemaal klaar en de mobiele kraan komt eraan, maar ik heb alweer zaken waar wij mee aan de slag willen. Zo denken we altijd na over de volgende stappen en dat hoort ook echt bij ons. Zo werken we ook bij aanbestedingen. Wij investeren niet alleen in machines, maar ook in tenders. Elke keer kijken we wat er anders kan of beter en als we daarmee niet verder kunnen, kijken we naar nieuwe manieren. We zoeken naar de vraag achter de vraag. Waarom vraagt een klant dit of dat? Creatief zijn en risico’s nemen past bij ons en hebben we ons hele leven al gedaan. Nu hopen we dat de elektrische machines een succes worden en dat iedereen meegaat in deze ontwikkeling.”


Superieure Tractie

Excellent Rijcomfort

Lange Levensduur

Snelheid D (65 km/u)

De AGRI STAR II is een gloednieuwe Alliance radiaalband voor tractoren. Als nieuwste (SLT) die zelfs na langdurige slijtage superieure tractie garandeert.

TE CH N O LO GY

+31 (0) 113 56 95 00

Zwake 5, 4451 HH Heinkenszand W W W. M O LCO N I N T E R W H E E L S . CO M


ONDERNEMEN MET MENSEN - STERK WERK

LOONBEDRIJF HAGE, SCHERPENISSE In 1951 begon de opa van Jan Willem en Kees Hage met maar één trekker met het loonbedrijf. Eerst was dat nog gevestigd in het dorp Poortvliet, om later net buiten het dorp verder uit te breiden. In 2000 verhuisde het bedrijf naar de locatie in Scherpenisse, omdat daar ruimte was om alle werkzaamheden te concentreren, ook die van het in 1998 overgenomen loonbedrijf Wielaard uit

22

GRONDIG 2 2021

Sint-Maartensdijk. In 2001 werden Jan Willem en Kees - tegen het advies van hun vader in, want “Vier weken vakantie zit er dan niet in!” - vennoot, om in 2015 het bedrijf over te nemen. Zelf hebben ze er geen spijt van en zijn ze trots op wat ze hebben bereikt en de machines die ze hebben staan. Die zijn zorgvuldig onderhouden, want dan wordt de kans op stilstand tot het minimum beperkt.


STERK WERK - ONDERNEMEN MET MENSEN

Bietenrooicombinatie vergroot contact en betrokkenheid LOONBEDRIJF HAGE, SCHERPENISSE

Tekst: Herma van den Pol Foto’s: Loonbedrijf Hage

In overleg met de boeren voor wie je het werk verzet investeren, om vervolgens samen tot een prijs te komen waarvoor het werk de komende drie jaar wordt gedaan. Dat gebeurt in de bietenrooicombinatie waar Loonbedrijf Hage bij zit en waarvoor het bedrijf het werk doet. Het levert Jan Willem en Kees Hage een goed contact met de klanten en een grote betrokkenheid op.

‘EEN MACHINE OMBOUWEN OM DE UITDAGING AAN TE GAAN EN ZO DE KLANT HELPEN, PAST HELEMAAL BIJ HEN’

Half februari staan de twee Vervaet-bietenrooiers van Loonbedrijf Hage uit Scherpenisse werkloos in de schuur, glimmend schoon na opnieuw een nat najaar. “We hebben dit seizoen in december nog uien gerooid”, zegt Jan Willem. Kees vult aan dat er op Flakkee zelfs nog aardappelen in de grond zitten. Voor het bedrijf, dat ongeveer zestig procent van zijn omzet uit agrarisch loonwerk haalt en de overige omzet verdient in grondverzet en cultuurtechniek, was het ook geen gemakkelijk jaar. “Door de droge zomer was het een laat seizoen en toen werd het ook nog eens heel nat. Een drama. Het vergt veel en betekent veelal ook nachtwerk”, zegt Jan Willem. Hij vertelt dat de uien duur waren. “Dan wil de boer ze toch graag de schuur in hebben. Voor de uien die in december nog moesten worden gerooid, hebben we een aardappelrooier moeten ombouwen om er nog uien mee te kunnen laden en zelfs toen moesten we nog materiaal inlenen. Het is op een klein stukje na uiteindelijk wel gelukt om ze te rooien en te laden. Zet je de tijd af tegen de opbrengst, dan… Maar goed, je moet het toch samen doen, anders is de boer niet blij.” Wat ze voor deze klant hebben gedaan, blijkt tekenend te zijn voor de broers Hage. Een machine ombouwen om de uitdaging aan te gaan en zo de klant te helpen, past helemaal bij hen. Tegelijkertijd houden ze goed in de gaten dat ze er zelf niet bij inschieten.

PAS NA OVERLEG INVESTEREN Dat geldt ook voor het ombouwen van de aardappelrooier, wat toch tijd en dus ook geld kost. “Volgend seizoen gebruiken we hem eerst nog in de uien voordat we hem ombouwen, want we willen proberen zoveel mogelijk meters te maken”, zegt

Voor de uien die in december nog moesten worden gerooid, is een aardappelrooier omgebouwd om er uien mee te kunnen laden.

Jan Willem. Daarnaast tellen de broers elk jaar iets bij de prijs op. “Dat moet ook, want je hebt te maken met afschrijvingen en bijvoorbeeld ook machines die elk jaar twee tot vijf procent duurder worden.” Heel anders gaat het in de suikerbieten. De broers Hage werken namelijk met een bietencombinatie. Dat is in de regio heel gangbaar, maar zie je in de rest van Nederland nauwelijks. “Je werkt dan samen met een groep boeren, ongeveer zestig in ons geval”, legt Kees uit. “Binnen de bietencombinatie zijn er een voorzitter en bestuursleden. Elke drie jaar onderhandelen we samen over de prijs van de werkzaamheden die we doen en die staat daarna voor drie jaar vast. Daarna herzien we de prijs weer voor drie jaar, enzovoort.”

‘EÉN KEER PER JAAR KOMEN WE BIJ ELKAAR VOOR EEN VERGADERING. VAAK KOMT ER DAN OOK EEN SPREKER, EN MAKEN WE ER EEN GEZELLIGE AVOND VAN’

GRONDIG 2 2021

23


ONDERNEMEN MET MENSEN - STERK WERK

HET DRAAIT OM EEN ZO LICHT MOGELIJKE TREKKER MET DE BREEDST MOGELIJKE BANDEN

Het is echter meer dan alleen een zakelijke overeenkomst. “Eén keer per jaar komen we bij elkaar voor een vergadering”, vertelt Jan Willem. “Vaak komt er dan ook een spreker en maken we er een gezellige avond van. Een stukje klantenbinding”, zegt hij erover. Tijdens die vergadering wordt er ook gesproken over investeringen. Investeren betekent immers dat de prijzen voor de werkzaamheden omhoog gaan. “Tijdens een dergelijke avond kunnen we dan laten zien wat we willen gaan doen en waarom. We laten zo zien waar de prijsopbouw vandaan komt. De boeren uit de combinatie denken daar actief in mee. Dat betekent soms wel dat er geen investeringen worden gedaan. We hebben het meegemaakt dat ze zeiden dat de rooiers en machines nog goed waren en dat ze aangaven liever even rustig te willen afwachten. Ze vonden zoals het nu ging wel goed. Het is echter ook gebeurd dat ze vanuit de combinatie aangaven dat ze oppelwielen aan de rooier wilden, maar toen we het gingen doorrekenen, bleek het voor onze grond helemaal niet rendabel te zijn. Wel hebben we de klappers vervangen door een systeem dat de bieten ontbladert zonder na te koppen, de zogenaamde combi-ontbladeraars. Die leveren de klant drie tot vijf ton meer bieten op en dan is het prima dat het werk iets duurder wordt.” Ook de Vervaet-bietenrooiers zijn in overleg in 2017 aangeschaft met in het achterhoofd een lichte machine, brede banden en één wiel per spoor. “En dat bevalt supergoed”, zegt Jan Willem. “In 2018 hebben we ook de overlaadwagens vernieuwd. Die zijn uitgerust met brede banden en zijn verlaagd, maar dat hebben we zelf gedaan.”

BETROKKEN KLANT Door het goede contact met klanten en de betrokkenheid via onder meer de bietenrooicombinatie weten de mannen goed wat er in de regio speelt. “De laatste jaren zien we dat landbouwers steeds zuiniger worden op de grond”, ver-

telt Kees. “Een mooi bodemleven zorgt voor een sterke plant en dan hoef je ook minder te spuiten. Als de bodem goed is en het regent, heb je ook geen problemen met oogsten. Dat is iets wat steeds meer gaat spelen.” “Er is heel veel interesse in banden en bodem”, zegt Jan Willem. “Ze hebben liever ook geen te zware trekker meer. Is de trekker zwaar, dan liever rupsen eronder. Het draait om een zo licht mogelijke trekker met de breedst mogelijke banden. Wij proberen als loonwerker voor de beste machines te zorgen”, aldus de ondernemer, die daar helaas aan moet toevoegen dat de boer zelf dan met zijn kipkar het meest verknoeit. Voor Jan Willem en Kees is het evenwel het belangrijkste dat wat zij doen goed gebeurt en met goed materiaal en daar hoort een stukje specialisatie bij. De mannen geven uit eigen ervaring aan andere ondernemers mee dat als je wilt specialiseren of de aandacht wilt trekken het nodig is om te veranderen. “Iedereen heeft zijn eigen wensen en een beetje handige jongen speelt daarop in. Het gaat niet om investeren, het gaat om het contact. Je moet goed kunnen uitleggen waarom iets gebeurt of nodig is en je moet het samen doen.”

UNIEKE TREKKER In de schuren van de broers Hage vind je naast machines ook balen met stro, hooi, en graszaadhooi. Het zijn producten die ze afnemen van klanten in de buurt voor wie ze ook het werk doen. Speciaal daarvoor hebben ze een voor Nederland unieke trekker met graszaadmaaier gebouwd. “Dat is echt iets moois”, vertelt Jan Willem. “Het is een specialistische trekker waar wielen kunnen uitschuiven van drie meter naar drieënhalve meter breed, waardoor je veel capaciteit kunt maken.

24

GRONDIG 2 2021

Bij graszaad is dat nodig, omdat het maaien heel nauw luistert. Wanneer het zaad rijp is, moet het eraf. We hebben de trekker sinds vorig jaar.” Al het hooi dat ze verkopen, is dan ook lokaal gewonnen product. “Het graszaad is ook de reden dat we geen beregeningswerkzaamheden verrichten. Dat kan qua planning niet”, stelt Jan Willem vast. Tegelijkertijd onderscheidt het bedrijf zich hier weer meer mee van andere loonwerkers.


DELVANO veldspuiten Gemaakt vóór en door professionals

Zuidweg 13-15 Krabbendijke - Tel: 0113-502610 Verkoop: Ko Smalheer, tel: 06-53 24 90 27

delvano.nl


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - PROFILEREN

Bomen mede dankzij bomenhotel behouden Tekst: Gert Vreemann Foto’s: De Eijk Groep

EIJKELBOOM UTRECHT VERWIJDERT EN HERPLAATST BOMEN BIJ RIOOLVERNIEUWING

PROJECT: BOMEN VERWIJDEREN F.C. DONDERSSTRAAT, UTRECHT 26

GRONDIG 2 2021

OPDRACHTGEVER:

WERKZAAMHEDEN:

Gemeente Utrecht

Verwijderen, opslaan en terugplaatsen van vijftien volwassen bomen

LOOPTIJD: 2020-2022


PROFILEREN - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

In de stad Utrecht wordt grote waarde gehecht aan bomen. In het kader van de vergroening en het behoud van bomen heeft de gemeente Utrecht er daarom voor gekozen om na de renovatie van het riool vijftien bomen terug te plaatsen. Een hele operatie, die is toevertrouwd aan Eijkelboom Utrecht (De Eijk Groep). Het bomenhotel van het bedrijf speelt daarin een belangrijke rol.

ARIE VAN RIJSSEN, BEDRIJFSLEIDER VAN EIJKELBOOM UTRECHT (RECHTS), EN CHRIS SWINKELS, SENIORTOEZICHTHOUDER PROJECTEN (SPECIALISME BOMEN) VAN DE GEMEENTE UTRECHT:

“Vitale volwassen bomen geven meerwaarde aan het leefklimaat en verhogen de marktwaarde van de huizen.”

GRONDIG 2 2021

27


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - PROFILEREN

De F.C. Dondersstaat in de Zeeheldenbuurt van Utrecht staat vol oude negentiende-eeuwse woningen in Renaissancestijl, waarvan de waarde vaak boven de miljoen euro uitkomt. In deze straat is het riool aan renovatie toe, waarbij er ook een regenwaterriool wordt aangelegd. In die straat staan vijftien flinke Ginkgo’s, met een geschatte leeftijd van tussen de vijftien en twintig jaar. Een onderdeel van het plan is dat deze vijftien Ginkgo’s voor de renovatie van het riool worden verwijderd en na de renovatie zullen worden teruggeplaatst.

‘OMDAT JE MET LEVEND MATERIAAL TE MAKEN HEBT EN VOORAF NIET IN DE GROND KUNT KIJKEN, IS EEN GEZONDE WISSELWERKING MET DE GEMEENTE NODIG’ APARTE AANBESTEDING Chris Swinkels van de gemeente Utrecht, die verantwoordelijk is voor dit project en het begeleidt, is er helder over. “Het behoud van bomen geeft meerwaarde aan een straat.”, zegt hij. Hij geeft aan dat vervangen gezien de kosten op langere termijn niet eens zoveel goedkoper is je en dan weer jonge bomen hebt. “Bovendien was het de wens van de omwonenden om de bestaande Ginkgo’s te behouden.” Het verwijderen, tijdelijk stallen en weer terugplanten van de bomen is apart aanbesteed, waarbij er hoge eisen werden gesteld aan de werkwijzen en de omgang met de Ginkgo’s tijdens het hele traject. Onderdeel was ook een driejarige zorgplicht. De Eijkelboom-vestiging in Utrecht kreeg deze klus gegund.

GEFASEERDE AANPAK Omdat je met levend materiaal te maken hebt en vooraf niet in de grond kunt kijken, is er maar deels sprake van een vast RAW-bestek. “Het kent risico’s die niet allemaal vooraf honderd procent in te schatten zijn en hierin is een gezonde wisselwerking met de gemeente nodig”, zegt bedrijfsleider Arie van Rijssen. “Die ruimte is er”, stelt hij vast. Hierbij gaat Eijkelboom gefaseerd te werk. Vorig jaar werd het belangrijke voorwerk gedaan. Rondom de bomen werd op ruim anderhalve meter de grond tot 80 centimeter diepte (tot onder de wortellaag) losgegraven. Dat is geheel gebeurd met voorsteken en met behulp van een minigraafmachine en een mobiele graafmachine door een vaste groep kundige medewerkers. Er liggen daar namelijk veel kabels en leidingen, die uiteraard via de Klic-melding zijn getraceerd, maar waarvan de precieze ligging niet altijd zeker is. Kabels en leidingen die met het wortelstelsel wa-

28

GRONDIG 2 2021

ren verweven, werden voorzichtig losgemaakt. Er zijn volgens de bestekeisen geen kabels en leidingen ‘doorgeknipt’. Daarna zijn deze werksleuven weer dichtgegooid om op het moment van het daadwerkelijk verwijderen van de bomen snel te kunnen werken. Het verwijderen van de bomen werd gelijktijdig gepland met de gefaseerde werkzaamheden aan het riool, zodat er maar één keer verkeersbelemmerende maatregelen hoefden te worden getroffen. Omdat het verwijderen al was voorbereid, konden de bomen relatief snel met een telekraan worden verwijderd. Daarbij is samen met de gemeente vooraf een route uitgestippeld om de tien tot vijftien meter hoge bomen te kunnen transporteren. Bij het verwijderen zat de grootste onzekerheid in het wel of niet hebben van een penwortel. Als deze aanwezig zou zijn, zou de kans op beschadigen van de bast bij het verwijderen te groot zijn. Hiervoor werd na het uitgraven van de sleuf de onderkant van de kluit ‘gelost’ door een ketting onder de wortelkluit door te trekken. De Ginkgo’s bleken geen penwortel te hebben. Zo werden alle vijftien bomen volgens plan verwijderd.

BOMENHOTEL Om de boom te laten overleven, moest de kruin in verhouding worden teruggesnoeid. Dit werd uitgevoerd door een gecertificeerd ETW’er (European Tree Worker) van Eijkelboom. Er bleef ongeveer een derde van de kruin over. Om ze op dezelfde plek terug te kunnen zetten, werden alle bomen gelabeld en werd de zonkant gemerkt. Daarna gingen ze naar de tijdelijke opslag in het bomenhotel. Hiervoor heeft Eijkelboom de eigen kwekerij Anderstein op het gelijknamige landgoed in Maarn. Een deel daarvan is ingericht als bomenhotel. Daar kunnen bomen van verschillende groottes tijdelijk worden ondergebracht. “We hebben daar met een mooie grondslag te maken, dus dat is een goed vertrekpunt”, zegt Van Rijssen. Dit hotel vormde een belangrijk onderdeel in het gegund krijgen van het project. “We hebben ervaring met het tijdelijk plaatsen van dergelijke grote bomen. De verzorging is erop gericht om bomen desgewenst langere tijd op te slaan en ze zo vitaal te houden dat na herplanten de kans op een gezond herstel en doorgroei maximaal is”, aldus Van Rijssen. Het tijdstip van herplanten is dan minder kritisch. “We kunnen ze terugplanten als het rioolproject helemaal is afgerond en dan het juiste jaargetijde uitkiezen. Zoals de planning nu loopt, zal dat de komende herfst of winter worden. Daarna kunnen de bewoners weer genieten van een opgeknapte straat met de vertrouwde Ginkgo’s in hun tweede leven.”


PROFILEREN - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

WERKZAAMHEDEN 1. Eijkelboom Utrecht klaarde de klus met deze vaste ploeg medewerkers, die op elkaar ingespeeld zijn en de vereiste vakkennis hebben.

2. Vorig jaar zijn de bomen rondom tot 80 centimeter diep losgegraven om alle kabels en leidingen te traceren en waar nodig los te maken van de kluit. Alles is handmatig voorgestoken. .

1

2

3

4

5

6

7

8

3. Voor het verwijderen van de bomen konden de sleuven dit jaar snel worden losgegraven en de kluit worden vrijgemaakt door er een kabel onderdoor te trekken.

4. Het inpakken van de kluit is een specialistisch karwei, zeker als de bomen een eind op transport moeten.

5. Het uittillen en laden is specialistisch werk, waarbij het vastbinden moet worden afgestemd op de zwaarte en de sterkte van de bast om elke vorm van beschadiging te voorkomen.

6. De bomen zijn zorgvuldig geladen voor speciaal transport, waarbij samen met de gemeente de best mogelijke routing is uitgezet.

7. De bomen zijn allemaal gemerkt en voorzien van een label om ze op dezelfde plek terug te kunnen zetten, met de zonkant wederom op de zonkant.

8. De Eijk Groep heeft op landgoed Anderstein een eigen kwekerij met een bomenhotel. Daar zijn de Ginkgo’s neergezet in afwachting van de herplaatsing.

GRONDIG 2 2021

29


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - TECHNISCH NIEUWS OP CUMELA.NL

Het beste van Cumela.nl/nieuws

DAGELIJKS NIEUWS VAN EN VOOR DE CUMELASECTOR

RECO ETRAC GEPRESENTEERD Met een online-voorstelling heeft Jean Heybroek de Reco eTrac-werktuigendrager gepresenteerd. Deze volledig elektrisch aangedreven werktuigendrager kan volgens de ontwikkelaars een dag lang onkruid borstelen op één acculading. Belangrijke kenmerken zijn onder andere een laag geplaatste stille cabine met extra veel glas, een breedte van 1,30 meter en achterwielbesturing. Er is een opbouwmogelijkheid voor een frame dat belastbaar is tot 1000 kilo. De eerste vijf werktuigendragers worden begin dit jaar geleverd aan bedrijven in Nederland.

MICHELIN ROADBIB IN MEER MATEN Michelin heeft vijf nieuwe maten toegevoegd aan de serie RoadBib-landbouwbanden. Het gaat om de maten 540/65R30, 650/60R34, 650/65R34, 650/65R42 en 710/75R42. Ze brengen het totale aanbod op zeven verschillende afmetingen. De Michelin RoadBib is al bij zijn introductie succesvol ontvangen. In de markt was er vraag naar deze specifieke maten. Michelin geeft aan dat de meeste loonwerkers inmiddels al meer dan vijftig procent van de tijd op de weg rijden.

ELEKTRISCHE KOMATSU OP KOMST Komatsu en Proterra gaan samenwerken om een volledige elektrische graafmachines te ontwikkelen. Het gaat hierbij om de middelzware Komatsu-rupsgraafmachines in de klasse van circa zeventien tot dertig ton. Dit jaar moet het eerste prototype draaien en als het lukt, gaat de commerciële verkoop in 20232024 van start. Proterra is gespecialiseerd in het ontwikkelen en bouwen van elektrische aandrijfsystemen. Komatsu kiest voor Proterra omdat het hoogwaardige, compacte batterijpakketten bouwt die flexibel in te bouwen zijn en daarnaast ervaring heeft met onroad-applicaties, zoals bussen.

AGROTECHIEK HOLLAND GAAT DIGITAAL Een echte primeur voor AgroTechniek Holland dit jaar. Als eerste grote werktuigenbeurs gaat die volledig digitaal. Op 10 en 11 maart is er een virtuele beurs met voor de bezoekers thuis veel extra’s, zoals de mogelijkheid direct online modellen te vergelijken. Op de twee beursdagen zijn er allerlei extra activiteiten, zoals de moge-

30

GRONDIG 2 2021

Ceat VT-banden Holland Tyre presenteert een nieuwe lijn Ceat Torquemax VF-banden. Deze hebben een veertig procent groter draagvermogen dan de traditionele band. Ze zijn onder andere leverbaar in de maten 710/70R42, 520/85R38, 480/80R42, 480/80R46 en 380/90R46. Voor de radiale Flotation-banden worden populaire maten 710/50R26.5, 650/50R22.5, 710/50R30.5 en 750/60R30.5 toegevoegd. Daarnaast komt voor maaidorsers de maat 800/70R38 IF beschikbaar. lijkheid om live te chatten met medewerkers van importeurs en dealers en het bijwonen van korte presentaties. Een extra toevoeging is het marktplein voor gebruikte machines. Alle digitale functies, zoals de machinevergelijker en de marktplaats voor gebruikte machines, blijven ook na de beurs online.


TECHNISCH NIEUWS OP CUMELA.NL - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

SPOT SPRAY-KUNSTWERK VAN AGRIFAC Agrifac maakte een Mona Lisa van 132 bij 200 meter groot met behulp van spot spraying om de wereld te laten zien wat er al kan op het gebied van spuiten. Hiervoor gebruikte het bedrijf een milieuvriendelijke rode kleurstof. Gemiddeld gebruikte Agrifac 1635 liter gekleurd spuitmiddel, waarbij de afgifte varieerde van 0 tot 843 liter per hectare. Er waren in totaal 250 verschillende afgiftes nodig om de Mona Lisa mysterieus te laten lachen.

KNOLL MULTIBALER XL De nieuwe MultiBaler XL van Knoll is inzetbaar in gras, TMR, MKS-vezelhennep en bietenpulp, is mobiel en stationair te gebruiken en een maatje groter dan de al bestaande range van MultiBalers (820 en 1220). De machine is door Knoll BV en de Finse partner Agronic Oy ont-

wikkeld. Dankzij twee speciale doseerwalsen is de machine geschikt voor het verwerken van korte en lange materiaalsoorten, zoals gehakseld gras, snijmaïs en bietenpulp, maar ook vezelhennep, TMR en luzerne. De machine is sinds 1 februari leverbaar.

DUURZAMER RANIPLAST-WIKKELFOLIE

Nieuwe zware Caterpillar-graafmachines Caterpillar introduceert in de klasse van 50 tot 100 ton drie nieuwe zware rupsgraafmachines met fors meer graafvermogen. Het gaat om de 352, de 374 en de 395, machines van de Next Gen- generatie met gewichten van respectievelijk 50, 74 en 95 ton. Ze hebben dezelfde kenmerken als de bekende Next Gen-machines in de lichtere klassen. Ten opzichte van de voorgangers zijn de onder- en bovenwagen flink versterkt, is het zwenkkoppel tien procent verhoogd, zijn de gieken en lepels flink versterkt en zijn de onderhoudskosten volgens Caterpillar twintig procent lager.

Het Finse Rani introduceert een balenwikkelfolie die dertig procent gerecyclede grondstof bevat. Deze RaniWrap EcoL is daarmee het antwoord op de vraag naar extra duurzame landbouwproducten. De ecologische voetafdruk van RaniWrap EcoL is volgens Rani met ongeveer twintig procent verminderd. Deze wikkelfolie is normaal bruikbaar op alle gangbare merken balenwikkelaars. Ook de gebruikseigenschappen en de kwaliteit zijn volgens Rani gelijkwaardig.

Zeventig jaar Valtra met jubileum-T-serie-model Valtra vierde afgelopen maand het zeventigjarig jubileum, met als eyecatcher deze speciale gelimiteerde Red Edition T-serie-trekker. Valtra heeft dankzij het Agco-concern en het bijbehorende netwerk en de vele vernieuwingen van de afgelopen jaren een gezonde groei doorgemaakt. Het gepresenteerde jubileummodel, de T-serie in 70 jaar-Red Edition-uitvoering, is mooi dieprood van kleur in combinatie met zwarte velgen en voorzien van een jubileumlogo. Deze trekker is gelimiteerd verkrijgbaar. GRONDIG 2 2021

31


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - BODEMSPARENDE TECHNIEKEN

Maak het inzichtelijk Tekst: Egbert Jonkheer Foto’s: Cumela Communicatie

BODEMSPARENDE TECHNIEKEN ZAAK VAN LOONWERKER ÉN KLANT

Dat bodemverdichting de boer opbrengst kost, daarover is iedereen het wel eens, maar hoe krijg je de klant zover dat hij betaalt voor bodemsparende technieken? In het project Bodemverdichting Gelderland stond die vraag centraal. De eerste stap: maak kosten en opbrengsten inzichtelijk.

‘NATUURLIJK PROBEER JE INVESTERINGEN DOOR TE BEREKENEN, MAAR HET MAAKT EEN GROOT VERSCHIL OF ER GELD WORDT VERDIEND IN EEN SECTOR OF NIET’

32

GRONDIG 2 2021

Bij een gemiddelde maïs- of graslanddemonstratie moet je tegenwoordig oppassen dat je niet in een profielkuil valt. Aan de aandacht voor de bodem ligt het dan ook niet. Toch blijkt het voor loonwerkers keer op keer lastig om de meerkosten van bodemsparende technieken door te berekenen. Of ze doen daar niet eens een poging toe, signaleert Gerben Zijlstra, beleidsmedewerker bodem bij Cumela. “We zien dat loonwerkers investeren, vaak met het argument ‘om zich te onderscheiden’. Helaas is er maar een beperkte groep die erin slaagt om het verhaal breder te trekken en hun klanten mee te nemen in het grotere verhaal. En dat is wel nodig om het probleem van ondergrondverdichting te tackelen en investeringen rendabel te maken.” Het is in een notendop de achtergrond van een drie jaar durend project, waarin het Centrum voor Landbouw en Milieu, Cumela, Countus en drie loonwerkers in Gelderland zich verdiepten in de problematiek. Accountantskantoor Countus rekende voor het project door wat bodemverdichting de boer kost (zie kader) en maakte ook de kosten van investeringen in bodemsparende technieken inzichtelijk. Daarbij gaat het om zaken

als drukwisselsystemen, lichtere machines, sleepslangen, het gebruik van vroegere rassen en vaste rijpaden. Goed om daar weer eens bij stil te staan, vinden de deelnemende loonwerkers.

PERCEELSVERBETERING Eén van de deelnemers was Maarten Dekkers, van het gelijknamige loonbedrijf in Maasbommel. Het bedrijf stootte afgelopen jaar zijn agrarische activiteiten grotendeels af, maar Dekker kent de problematiek als geen ander. “Natuurlijk probeer je investeringen door te berekenen, maar het maakt een groot verschil of er geld wordt verdiend in een sector of niet. Op dit moment hebben melkveehouders te maken met lage marges en letten ze goed op hun uitgaven. Dan moeten ook investeringen in de bodem even wachten als ze niet strikt noodzakelijk zijn. Bij ons in het gebied is er vooral veel aandacht voor perceelsverbetering, om zo beter voorbereid te zijn op weersextremen. Egaliseren, draineren, dat soort zaken wordt als eerste opgepakt. Ook dat ligt echter even stil nu de melkprijs laag is.” Het precieze effect van bodemsparende maatre-


BODEMSPARENDE TECHNIEKEN - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

gelen verschilt volgens hem heel erg van gebied tot gebied. “Wij zitten hier op de klei en daar vallen de gevolgen van verdichting vaak mee, omdat klei van nature herstellend vermogen heeft. Natuurlijk moet je het rijden van sporen zoveel mogelijk voorkomen, maar storende lagen in de ondergrond treden hier niet zo snel op.”

‘MET EIGEN OGEN ZIEN’ Volgens Dekker is het in de akkerbouw gemakkelijker om klanten mee te krijgen in nieuwe technieken die de bodem sparen, vooral in veel opbrengende gewassen zoals aardappelen en bloembollen. Bij melkveehouders is het belangrijk dat ze de effecten van bepaalde maatregelen met eigen ogen zien. “Dan is er ook echt wel wat mogelijk in het berekenen van een meerprijs, maar je moet wel eerst je nek uitsteken. Zo is dat gegaan met drukwisselsystemen, met sleepslangen en ook met het inzetten van rupsdumpers. Wij waren één van de eersten die rupsdumpers gebruikten in de maïsoogst. In het begin wilde niemand dat, vervolgens kwamen er wat natte seizoenen en zagen mensen dat je op netjes geoogste percelen zomaar vijf ton meeropbrengst haalt ten opzichte van kapotgereden percelen. Daarna werd het steeds gemakkelijker om klanten mee te krijgen.” Toch blijft het in tijden met slechte melkprijzen lastig om meerprijzen overeind te houden, want ‘een ander kan het goedkoper’. Dekkers ziet het zo: de grotere melkveehouders zijn wel gevoelig voor argumenten en het voorrekenen van de voordelen. “Grosso modo blijft het echter toch steggelen om de laatste tientjes per hectare. Het is één van de redenen waarom we zijn gestopt met het agrarische werk.”

BEWEZEN TECHNIEK Een andere deelnemer aan het project, loonbedrijf Van Hal uit Voorst, werkt ook al jaren actief aan het voorkomen van verdichting. Volgens algemeen directeur Erik Morssink is dat een keuze waarvan klanten de waarde inzien en waarvoor ze ook wel willen betalen. “Als je investeert in brede

Het gebruik van rupsen en rupsdumpers blijkt een duidelijk positief te effect te hebben bij oogst onder slechte omstandigheden. Maar het blijft lastig om dat in het tarief terug te vertalen.

Bij bijeenkomsten over de bodem moet je tegenwoordig uitkijken niet in een profielkuil te vallen.

banden, drukwisselsystemen of andere bodemsparende technieken moet dat ergens terugkomen in de tarieven. Wij zitten zeker niet aan de onderkant en toch komen mensen bij ons terug. Het is een filosofie, een bepaalde strategie, waar we klanten zoveel mogelijk in mee proberen te nemen. We investeren in goede, bewezen technieken. Liever betalen we bij de aanschaf wat meer en doen we wat langer met onze machines.” Het probleem van bodemverdichting is wisselend en verschilt volgens Morssink sterk per grondsoort en per perceel. “De ene grond is gevoeliger dan de andere, maar met oppervlakkige sporen en verdichte kopakkers heeft iedereen wel te maken.”

‘ALS JE INVESTEERT IN BREDE BANDEN, DRUKWISSELSYSTEMEN OF ANDERE BODEMSPARENDE TECHNIEKEN MOET DAT ERGENS TERUGKOMEN IN DE TARIEVEN’

RIJPADEN Een nieuwe techniek waar hij wel wat in ziet, is een vaste-rijpadensysteem op twaalf meter. “Het is een stap die we vrij eenvoudig kunnen maken, omdat we al veel deden op twaalf meter werkbreedte. We bemesten, maaien, harken en oogsten dan over hetzelfde spoor. Het vraagt iets meer voorbereiding en tijd voor het instellen van de GPS-lijnen, maar we kunnen dat voor een geringe meerprijs aanbieden; ik schat dat het ons tien procent extra tijd kost.” In Nederland en Denemarken is er al wat ervaring met het systeem. Het voordeel moet vooral komen uit de ongestoorde grasgroei op de perceelsdelen waar nooit een wiel rijdt. Bij het gebruik van rijpaden wordt slechts twintig procent van het perceel bereden, bij een gangbaar bewerkt perceel wordt ongeveer driekwart aangedrukt door een wiel. Op percelen met rijpaden zou de drogestofopbrengst hierdoor twaalf tot vijftien procent hoger uitpakken, zo blijkt uit de proefresultaten. Bovendien geeft een rijpad extra draagkracht onder minder gunstige omstandigheden. “Herman Krebbers van Delphy heeft er op onze nieuwjaarsborrel, een jaar geleden, al eens iets over verteld. De eerste reactie van klanten was dat het meer iets is voor de grote rechte stukken in de Flevopolder, maar langzamerhand GRONDIG 2 2021

33


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - BODEMSPARENDE TECHNIEKEN

Bemesten met een sleepslang is inmiddels een ingeburgerde methode om de bodemdruk te verminderen.

‘DINGEN OP HET JUISTE MOMENT DOEN, ONDER DE JUISTE OMSTANDIGHEDEN, KAN EEN ENORM VERSCHIL MAKEN BIJ DE BELASTING VAN DE BODEM’

groeit toch de interesse en we geven er ook wat meer ruchtbaarheid aan.”

MINDER HECTARES Twee mogelijkheden die niet populair zijn, maar die wel zoden aan de dijk zetten, zijn bij maïs het gebruik van vroegere rassen en minder hectares per machine. Het eerste is een grote hobbel voor de klant, want het betekent bijna automatisch minder opbrengst per hectare, in maïs al snel vijf procent. Een lagere bezetting per machine is lastig rond te rekenen voor een loonwerker. “Toch moet je ook daar serieus over nadenken”, vindt Mors-

sink. “Dingen op het juiste moment doen, onder de juiste omstandigheden, kan een enorm verschil maken bij de belasting van de bodem. En ja, dat betekent minder hectares onder een machine, maar het is wel iets wat past in onze filosofie.” Het zal echter de nodige overtuigingskracht vragen om een extensievere aanpak van de teelt aan de man te brengen. “Het is een lastig verhaal”, beaamt Gerben Zijlstra. “Toch past het wel in het complete verhaal, waarin boeren moeten nadenken over zaken als verdroging, vernatting en mineralenbenutting. Daarin hebben loonwerkers een belangrijke positie.”

‘TWINTIG PROCENT MINDER OPBRENGST IN MAÏS’ Wat kost bodemverdichting? De opbrengstderving door verstoorde groei varieert uiteraard van jaar tot jaar en van perceel tot perceel, maar bij beperkte verdichting is dat in snijmaïs al snel tien tot dertig procent. Dat blijkt uit een analyse van accountantskantoor Countus, dat gegevens van enkele studies op een rij zette. Opbrengstderving: wat kost het? Opbrengstderving Gras Maïs Aardappelen 2% €33,- €50,- €116,5% €83,- €124,- €289,10% €165,- €248,- €578,20% €330,- €495,- €1155,Bron: Countus Bij een beperkte verdichting is twintig procent opbrengstverlies in snijmaïs een voorzichtige inschatting, volgens Countus. Dit betekent een opbrengstverlies van ongeveer € 500,-: 45 ton x 20 procent is negen ton opbrengstverlies x € 55,- per ton = € 495,- per hectare Meerkosten bodemvriendelijke maatregelen op maïsland Bemesten (drukwissel) €4,80 Ploegen (bovenover) €10,17 Overlaadwagen €92,10 €107,07 Een loonwerker die op meerdere fronten investeert in bodemvriendelijke maatregelen is volgens berekeningen van Countus € 107,- per hectare duurder uit dan een collega die dat niet doet. Het break-even-punt om dit bedrag terug te verdienen, ligt bij 4,3 procent opbrengstderving. De investering loont goedbeschouwd dus al snel en rechtvaardigt een prijsverhoging. Het zaaien van een vroeg maïsras vergroot de kansen op een oogst onder gunstige omstandigheden. Dit vertaalt zich in een vijf procent lagere opbrengst (€ 125,-).

34

GRONDIG 2 2021


GENIALE EENVOUD

Niet voor niets gekozen tot Tractor of the year 2021! Pak uw voordeel met de interessante optiepakketten en lease de nieuwe G-serie vanaf 0% // 48 maanden! Informeer bij uw Valtra dealer naar de voorwaarden of kijk op www.valtra.nl.

is a worldwide brand of AGCO


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - VF-BANDEN

Loonbedrijf Van Wesemael uit Nieuw-Namen deed ervaring op met de VF-banden onder de Dewulf Enduro-rooimachine.

VF rukt op in rijencultuur Tekst: Arend Jan Blomsma Foto’s: leveranciers, Blomsma

LAGERE SPANNING, OOK BIJ SMALLE BANDEN

Ook in de rijencultuur krijgen trekkers, spuiten en plant- en oogstmachines steeds meer gewicht. Het is een uitdaging voor de bandenfabrikanten om hiervoor smalle banden te produceren die dat hoge gewicht aankunnen en waarbij ook bodemverdichting zoveel mogelijk wordt voorkomen.

‘VF-BANDEN LEVEREN BIJ GELIJKE SPANNING EEN VEERTIG PROCENT HOGER DRAAGVERMOGEN OF BIJ EEN GELIJKBLIJVENDE LAST KAN DE SPANNING MET VEERTIG PROCENT OMLAAG’

Net als bij de traditionele landbouwbanden leveren VF-banden bij gelijke spanning een veertig procent hoger draagvermogen of kan bij een gelijkblijvende last de spanning met veertig procent omlaag ten opzichte van banden zonder VF-technologie. Daarom kwam zeven jaar geleden Michelin als eerste met een serie banden voor rijencultuur met deze VF-technologie, de Spraybib. Later volgden fabrikanten als Alliance, Mitas, Trelleborg en recentelijk ook een nieuw merk op de Nederlandse markt, Ceat.

MEER DRAAGVERMOGEN Een simpel voorbeeld van een willekeurig gekozen band maakt het voordeel van de VF-techniek nog eens duidelijk. Een traditionele band in de maat 380/90R46 heeft bij een spanning van 1,2

36

GRONDIG 2 2021

bar een draagvermogen van 2280 kilo. Een VFband van dezelfde fabrikant in dezelfde maat komt al bij 1,0 bar aan een draagvermogen van 2800 kilo. Bij 2,4 bar mag de traditionele band 3250 kilo dragen, terwijl de VF-band tot 4625 kilo mag worden belast, in alle gevallen bij een maximale snelheid van 50 km/u. De gebruiker van de VF-band heeft dus twee mogelijkheden: een lagere spanning of een hogere belasting. Bollentelers zijn grote afnemers van deze banden, omdat zij ze onder hun trekkers gebruiken. Die stellen de constructeurs voor grote uitdagingen, met hun zware plantmachines, met een plantdak en een kuubskist in de fronthef. In de aardappelwereld zien we een trend dat pootcombinaties minder vaak op brede lagedrukbanden staan, maar vaker op VF-cultuurbanden op dub-


VF-BANDEN - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

BLIJ MET DE CULTUURBANDEN

Een VF-band kan ook een oplossing zijn als er onder een spuitmachine geen ruimte is voor een hogere band, maar dat lijkt hier niet aan de orde.

bellucht. Het gebruik van GPS maakt een iets bredere band mogelijk, omdat er ook met een bredere band toch goed in onbewerkte grond kan worden gepoot. We zien daarom een trend hierin van 320 breed naar 380 of zelfs nog breder. Een aantal vierrijige zelfrijdende rooimachines heeft cultuurwielen voor de rooibek. Dewulf biedt op de nieuwe Enduro-rooimachine een Soil-Saver-pakket als optie aan, met aan de voorzijde Alliance VF 270/95R48-banden met een mogelijke bandenspanning van 1,8 bar. Een veelvuldige toepassing van cultuurwielen zijn de spuitmachines, zowel zelfrijdend als getrokken. Een grotere tankinhoud en extra technieken als luchtondersteuning hebben de machines zwaarder gemaakt. Om toch de bandenspanning niet verder te laten oplopen, is het gebruik van VF-banden dan een oplossing.

Loonbedrijf Van Wesemael uit Nieuw-Namen in Zeeuws-Vlaanderen had afgelopen seizoen een Dewulf Enduro-aardappelrooier op proef. Deze was rondom uitgerust met Alliance VF-banden. “Het was niet onze eigen keuze, maar we waren er wel blij mee”, zegt mede-eigenaar Mischa van Wesemael. “Al onze trekkers staan op VF-banden en als we nieuwe cultuurbanden nodig hebben, zijn dit ook VF-banden. We hebben daar ook al flink wat ervaring mee, ook met het 363-profiel dat onder de rooier ligt. Dat bevalt goed, daar hebben we niets op aan te merken. Het draagvermogen is goed en ze blijven langer boven. Op de rooier kun je goed zien dat het reinigend vermogen goed is, want de rooier heeft geen spatborden. We zien wel een nadeel. Omdat de wangen van de band zo soepel zijn, gaan de machines schommelen. Het wordt wel gecorrigeerd door de automatische diepteregeling, zodat je er in het product niets van terugziet, maar je ziet wel alles continu bewegen. Ik hoor van andere rooimachinefabrikanten ook dit probleem. We zien door de extra nokken in het midden van de Alliance een positief effect op de slijtage. Over de trekkracht durf ik geen uitspraak te doen.”

midden en dat geeft vooral op de weg meer comfort en minder slijtage, zonder dat dit ten koste gaat van de trekkracht of het zelfreinigend vermogen. Nieuwkomer Ceat toont met de Spraymax drie banden voor cultuurwielen met VF-techniek, al kun je je bij de VF 480/80R42 en VF 480/80R46 afvragen of dit nog echte cultuurbanden zijn. De VF 380/90R46 is dat zeker wel. Bij alle fabrikanten wordt de vraag naar meer VF-maten aangejaagd door de Nederlandse salesafdelingen. In ons land zien we veel toepassingen van cultuurbanden en is bovendien de aandacht voor de bodem groter dan in veel andere landen.

‘IN ONS LAND ZIEN WE VEEL TOEPASSINGEN VAN CULTUURBANDEN EN IS BOVENDIEN DE AANDACHT VOOR DE BODEM GROTER DAN IN VEEL ANDERE LANDEN’

RUIME KEUZE

Michelin heeft met de Spraybib een VF-band voor spuitmachines in de markt gezet, die inmiddels ook door fabrikanten als eerste montage wordt aangeboden.

De eerste VF-cultuurbanden die op de markt kwamen, waren de Spraybibs van Michelin. Het gebruik van veel nokken maakt deze banden bij uitstek geschikt voor spuitmachines. De traditionele lijn banden van Michelin, de Agribib RC, wordt in de loop van dit seizoen opgewaardeerd naar IF. Ook Trelleborg heeft een geschikte spuitmachineband in VF, terwijl Mitas, onderdeel van Trelleborg, meer VF-cultuurbanden heeft met een traditioneler profiel, waarbij ook trekkracht een belangrijke rol speelt. Overigens heeft een lagere spanning bij alle profielen een positieve invloed op de trekkracht. Mitas heeft een aantal nieuwe maten in de pijplijn, maar het is niet helemaal duidelijk of dat aan het begin van de pijplijn of bijna aan het eind is. Het grootste assortiment aan VF-cultuurbanden vinden we bij Alliance. Die fabrikant biedt twee profielen, het Agriflex 354-standaardprofiel en het Agriflex 363-profiel. Dit heeft een extra nok in het GRONDIG 2 2021

37


Klaar voor professionals ! Energy/P-600

Rotorkopeggen Zeer zware aandrijfkasten Volledig gelaste tandwielbakken Hierdoor extra stabiliteit 2 overbemeten kopeggen gemonteerd Walterscheid aandrijfassen Rotoren dicht bij de zijkanten Volledig egale werking over volle breedte Overtop frezen In één keer onderwerken van oude graszode Hydraulisch verstelbaar pennenrek. Hydraulische klepverstelling. Resultaat een mooi zaaibed. Oude zode in één keer weg

Lothar 305

Bieslook 15

gerard.zweers@argi.nl

www.argi.nl

6942 SG DIDAM

06-53236180

like ons op facebook

Ontdek het Laudis effect:

krachtig, snel en veilig! asbaar Veilig toep erzaaiin alle ond systemen!

Zeer krachtig maïsherbicide Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

• breed werkingsspectrum • gewasveilig • snelle werking • snel regenvast


MODERNE PRECISIEZAAIMACHINE

Maestro CV / CX De HORSCH Maestro CV / CX staat voor perfecte verenkeling, exact afleggen van de korrel bij hoge snelheden; dus maximale slagkracht in het 6 m segment.

Maestro CV met AirVac doseer-systeem: Een hoge mate van flexibiliteit en optimale plaatsing van het zaad Maestro CX met AirSpeed doseer-systeem: Voor capaciteit en efficiëntie AutoForce: Exacte zaaidiepte ook bij wisselende bodemomstandigheden Centraal zaadtank systeem MTS: Snel en eenvoudig vullen ZONNA BV: Uw HORSCH partner in Nederland zonna.nl


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - BKT VF-BANDEN

BKT pakt door met VF

NAAST TREKKERS OOK AANHANGERS EN ZELFRIJDERS OP VF-BANDEN

Tekst: Frits Huiden Foto’s: Frits Huiden, Bohnenkamp Benelux

Het Indiase BKT is één van de grote spelers op de landbouwbandenmarkt. Importeur Bohnenkamp uit Osnabrück verhuisde de Nederlandse afdeling zelfs naar een groter pand in Soesterberg om de groei ruimte te geven. Eén van de pijlers onder de groei is de IF/VF-techniek. “BKT ontwikkelt zich heel snel en heeft ook een erg hoog tempo om vernieuwingen door te voeren”, ervaart operations manager Peter Schrijver. Schrijver was lange tijd werkzaam voor Vredestein en merkte toen al de opkomst van BKT in de landbouw. “De catalogus bevat zo’n 2700 producten. Het merk kan goed met de kwaliteit van de premiummerken mee, maar levert toch voor een scherpe prijs”, aldus Schrijver. Bij Bohnenkamp Benelux telt BKT voor zo’n zestig procent mee in de omzet. Bohnenkamp is actief in 28 landen en met name in West-Europa. BKT loopt niet per se voorop in de laatste ontwikkelingen van bandentechniek. Zo kwam het merk pas in 2017 met zijn eerste serie VF-banden (Ultraflex). De eerste VFband werd al in 2004 gelanceerd door Michelin met de XeoBib-serie. Als BKT zich echter ergens op richt, pakt het ook door. IF-banden had het merk al wat langer in huis. Inmiddels heeft BKT maar liefst 35 maten in IF en 26 in VF. Niet alleen voor trekkers, want ook landbouwwagens en zelfrijders kunnen op BKT’s IF/VF-banden staan.

VIJFTIEN PROCENT VAN MARKT

VOORDELEN

‘IF/VF-TECHNOLOGIE IS OP HET MOMENT ZO’N VIJFTIEN PROCENT VAN DE TOTALE EUROPESE MARKT’

40

GRONDIG 2 2021

Een IF-band kan zo twintig procent meer worden belast bij gelijke druk en snelheid en een VF-band tot veertig procent meer dan een standaardband. Het geeft een groter contactoppervlak om zo bodemverdichting en gewasschade te voorkomen.

Schrijver schat in dat de Ultraflex-technologie (IF/VF) op het moment zo’n vijftien procent van de totale Europese markt beslaat. Bij BKT zijn de VF-banden verdeeld over de Agrimax V-Flecto-serie en de Agrimax Spargo-serie cultuurbanden. De V-Flecto-serie loopt van de 480/60R28 tot de grootste, de 900/60R42. Bijzonder aan de V-Flecto is dat je de banden op een standaardvelg kunt gebruiken. De maat 710/70R38 van 1,95 meter hoog is bijvoorbeeld zeer populair onder trekkers van 147 tot 221 kW (200 tot 300 pk) waarmee veel trekwerk wordt gedaan. Velen willen echter nog meer tractie en stappen over op een 42-inch-velg met een 2,05 meter hoge band. Nadeel is dat dan ook de voorwielen moeten worden vervangen om de voorloop van de voorwielaandrijving kloppend te houden. BKT kwam daarom met de V-Flecto-tussenmaat VF


BKT VF-BANDEN - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

TERUG TOT 0,6 BAR Hoe zat het ook alweer? IF- (Improved Flexion) en VF-banden (Very High Flexion) hebben een flexibeler rubber en meerdere dunnere karkaslagen. Daardoor kunnen deze wanden bij gelijke belasting en snelheid verder afplatten dan een standaardband, oftewel de belasting kan gelijk blijven onafhankelijk van de snelheid. De mate van doorbuiging is vastgelegd bij de European Tyre and Rim Technical Organisation. Hier moeten alle bandenfabrikanten zich aan houden. Een IF-band kan zo twintig procent meer worden belast bij een gelijke druk en snelheid en een VF-band tot veertig procent meer dan een standaardband. Het geeft een groter contactoppervlak, zodat bodemverdichting en gewasschade kunnen worden voorkomen. De afplatting is vooral in de lengterichting en niet in de breedte (tien procent). Daardoor staan er meer nokken op de grond voor meer tractie en wordt het voertuig niet veel breder. Een luchtdrukwisselsysteem is ermee uit te sparen. Een VF-band is te rijden op 1,0 bar en kan afhankelijk van de belasting zelfs terug naar 0,6 bar. Inmiddels heeft zo’n beetje elke fabrikant wel een range banden met IF- en VF-technologie.

‘IK KAN ME VOORSTELLEN DAT DE IF-BAND OP TERMIJN WORDT UITGEFASEERD EN KLANTEN GELIJK VOOR VF GAAN’ 710/75R38 van 2,00 meter hoog. Die past op de bestaande velg (NRO oftewel Narrow Rim Option), waardoor de voorloop blijft passen en er geen nieuwe voorbanden nodig zijn. “Het is een band die niemand heeft in VF”, onderstreept Schrijver de innovatiedrang van BKT.

VF-PLOEGBAND De range IF-banden is met de BKT Agrimax Force nog groter. Ook is er de IF-serie Agrimax Teris voor de sturende achteras van oogstmachines, zoals een hakselaar of zelfrijdende maaier. De grootste band voor oogstmachines in Ultraflex is de IF 710/75R32. Een grotere oogstmachine-VF-band is er bij BKT nog niet, laat staan de befaamde 1050/50R32-sloffen. Ook een VF-ploegband heeft BKT nog niet gemaakt, ook al lijkt de afplatting in de lengte en daarmee de grotere tractie in de smalle ploegvoor daarvoor juist te pleiten. Mogelijk komt BKT daar later alsnog mee. Een 650/85R38-ploegband in IF is er wel. “De combinatie van de grote tractie bij het ploegen en het juist meer flexibele karkas kent ook zijn grenzen, dus misschien moet je niet eens op VF willen ploegen”, waarschuwt Schrijver. “Daarbij is de vraag hierin ook niet zo groot. Ik denk dat we met ons huidige gamma zo’n beetje 95 procent van de marktvraag dekken.”

De afplatting is vooral in de lengte en niet in de breedte (tien procent). Daardoor zijn er meer nokken op de grond voor meer tractie en wordt het voertuig niet veel breder. Een luchtdrukwisselsysteem is uit te sparen.

IF OVERSLAAN De IF- en VF-banden zijn uiteraard duurder dan standaardbanden. Een standaard BKT 540/65R38 kost bij Bohnenkamp bruto € 1142,-, maar als VF staat deze voor € 1574,- in de prijslijst. Het prijsverschil tussen IF en VF is bij de diverse fabrikanten echter klein, waardoor veel klanten gelijk voor een VF-band kiezen. “Ik kan me voorstellen dat de IF-band - met een twintig procent lagere druk en grotere afplatting - op termijn wordt uitgefaseerd. Dat zie je nu eigenlijk ook al bij de introductie van de nieuwe V-Flexa-aanhangerband. BKT introduceerde deze vorig jaar alleen als VF. IF wordt daarmee eigenlijk overgeslagen”, constateert Schrijver. Lang niet alle fabrikanten hebben überhaupt een VF-landbouwwagenband in het gamma. Zware ladingen kunnen worden vervoerd met een dertig procent lagere bandenspanning dan die van een standaardband van dezelfde maat. Met 560/60R22.5 en 650/55R26.5 kan BKT ook in dit segment de meest gebruikte maten in VF aanbieden. Wie weet haakt BKT wel aan bij de trend naar hogere wielen onder mesttanks en komt daar nog een 1,70 meter hoge 750/60R30.5-band in VF bij.

‘DE COMBINATIE VAN DE HOGE TRACTIE BIJ HET PLOEGEN EN HET JUIST FLEXIBELER KARKAS KENT OOK ZIJN GRENZEN, DUS MISSCHIEN MOET JE NIET EENS OP VF WILLEN PLOEGEN’

BKT ontwikkelt zich heel snel en heeft ook een heel hoog tempo om vernieuwingen door te voeren”, ervaart operations manager Peter Schrijver. “Het merk kan goed met de kwaliteit van de premiummerken mee, maar levert toch voor een scherpe prijs.

BKT telt voor zo’n zestien procent mee in de omzet van Bohnenkamp Benelux. Het bedrijf is actief in 28 landen en dan met name in West-Europa.

GRONDIG 2 2021

41


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - NOKIAN-BANDEN

De goede banden gevonden Tekst en foto’s: Gert Vreemann

NOKIAN 540A/70R24 HAKKAPELIITTA TRI VOOR VERREIKER

Het heeft Thijs van Mierlo uit Someren-Heide speurwerk gekost om geschikte banden voor zijn Merlo 60.24-verreiker te vinden. Uiteindelijk kwam hij uit op de Nokian TRI Hakkapeliitta-winterbanden. Die houden zich tot dusver goed en leveren het comfort en het draagvermogen op de weg en in het veld die hij voor zijn veelzijdige inzet wenst. Net voor het winterweer uit moet er nog even een dak worden dichtgelegd van een particulier die in het buitengebied van Someren een pand heeft gekocht. Voorzichtig gaat de Merlo 60.24 de oprit op om de klinkers met de kaal aan de haak ruim twintig ton wegende machine zo weinig mogelijk te ‘verdrukken’. Daarna is het afstempelen en met de speciale jib met klem de dakdelen feilloos op maat laten zakken. Het is een routineklus voor Thijs, die zich met zijn eenmansbedrijf in Someren-Heide volledig heeft gespecialiseerd in het werken met de roterende verreiker.

‘DEZE BAND IS WAT STUGGER DAN DE MICHELIN EN PRODUCEERT TIJDENS EEN LANGE TRANSPORTRIT MET VEERTIG OP DE TELLER MINDER HITTE’ ON- EN OFFROAD Thijs zet de Merlo redelijk verdeeld in in groenonderhoud en bosbouw en in bouw en infra. Dat was

42

GRONDIG 2 2021

die dag ook te zien. ‘s Morgens voerde hij nog een snoeiklus uit met de zelf uitgedachte bomenklem met kettingzaag. Uiteraard gaat dat niet altijd vanaf de verharding. “Standaard staat een Merlo 60.24 Roto op 445/65R22.5 169F-banden”, vertelt Thijs. “Voor mijn inzet, met een groot deel offroad, zijn die te klein. Ook voor particuliere opdrachten is de druk per vierkante centimeter bij deze bandenmaat op kwetsbare verhardingen te groot. Ik ben daarom op zoek gegaan naar grotere banden.” Thijs probeerde het eerst met banden van de bandenmarkt, maar die voldeden niet. Daarna kwam hij via Michelin uit op de 540/70R24 XMCL-banden. “Mooie grote banden met trekkerprofiel die in het veld op een lagere spanning kunnen en Michelin gaf aan dat ze de aslasten bij 40 km/u transport aankonden”, aldus Thijs. Deze banden bevielen goed voor de veelzijdige inzet. “Ze leverden minder beschadiging op kwetsbare verhardingen en groen op en in het veld hadden ze voldoende draagkracht en tractie om de bosbouw- en groenwerkzaamheden uit te voeren.”


NOKIAN-BANDEN - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

Afgaande op de door Michelin opgegeven LoadIndex 169 A8/B met een draagvermogen van vijf ton bij 40 km/u bij 4,0 bar zou het net moeten kunnen. Op de weg bleek het genuanceerder te liggen. “Je maakt toch veel kilometers. Ze worden te warm en na verloop van tijd begeven de wangen het”, legt Thijs uit. Na een flink aantal klappers besloot hij verder te zoeken. “Offroad-vrachtwagenbanden zouden kunnen, maar die zijn smaller en stugger, staan op een hogere bandenspanning en hebben vooral een dichter profiel en slibben daardoor sneller dicht. Daarmee kan ik in mindere omstandigheden bij het bosbouw- en groenwerk niet uit de voeten”, aldus Thijs. Via eigen speurwerk kwam hij uiteindelijk bij Nokian terecht.

WINTERBAND We hebben het dan over de Nokian 540/70R24 Hakkapeliitta TRI. Dit is de winterbandversie van de bekende TRI-band. Deze 170D-band is vrijgegeven voor maximaal 6900 kilogram last per band bij 40 km/u en bij 5,0 bar bandenspanning. Inmiddels rijdt Thijs enkele maanden met de nieuwe banden. “We merkten meteen het verschil. Deze band is wat stugger dan de Michelin en produceert tijdens een lange transportrit met ruim veertig op de teller minder hitte. Ook rolt en stuurt hij lichter. Ze zijn ook stiller en trillen minder. We hebben nog geen problemen gehad en alles wijst erop dat we die ook niet gaan krijgen.” Dat ze iets stugger zijn dan de Michelins ziet Thijs niet als een probleem. “Vanwege het grote contactoppervlak en het TRI-profiel steunen ze genoeg af om kwetsbare verharding en groen niet te veel te beschadigen”, zegt hij daarover. Hij voegt daaraan

toe dat ze voldoende grip hebben en ondanks het vrij dichte profiel toch goed lossen in natte omstandigheden bij werkzaamheden in het groen en in de bosbouw. De draagkracht bij het rijdend werken kunnen ze ook aan. “Bedenk wel dat je bij het rijden met een last toch vaak over één band hijst. Dan kun je over de vijftien ton last heen gaan.” Banden van deze diameter kunnen net onder deze Merlo, maar wel met enkele beperkingen, die Van Mierlo heeft opgelost. Zo zijn de stempels bij de voeten voorzien van een extra lip, zodat ze bij het optrekken schuin kantelen, met de bandenzijde naar beneden. De tweede bottleneck waren de hydrauliekleidingen van de stempelcilinders in de wielkasten. Van Mierlo heeft de cilinders een halve slag gedraaid, waardoor de leidingen nu aan de achterkant zitten.

NIEUWE MERLO Als deze uitgave verschijnt, hoopt Thijs de nieuwe Merlo 70.24 binnen te hebben. “De huidige 60.24 heeft er nu drie jaar en 6000 uur op zitten. De nieuwe is in basis dezelfde en even zware machine. Dan heb ik er weer een frisse, modernere uitvoering staan”, zegt de ondernemer. Hij is goed te spreken over de Merlo’s. “Je kunt aan alles zien dat er vanuit de praktijk goed is nagedacht over de hele machine. Hij bevalt ons heel goed”, aldus Thijs. De wielen met extra zware, door Forres op maat gemaakte velgen met de Nokian-banden worden dan omgelegd op de nieuwkomer. “Die willen we behouden, want we hebben met deze Nokians Hakkapeliitta TRI eindelijk voor ons passende banden gevonden voor onze roterende verreiker.”

THIJS VAN MIERLO: ‘DE NOKIANS HOUDEN ZICH GOED OP DE WEG EN VOLDOEN OOK IN OFFROADOMSTANDIGHEDEN IN HET GROENEN BOSWERK’

GRONDIG 2 2021

43


DÉ PARTNER VOOR UW OOGST! HAKSELAARS • COMBINES • BALENPERSEN • TRACTOREN • RUWVOEDERWINNINGSMACHINES

VOOR MEER INFO GA NAAR UW DEALER, BEZOEK WWW.NEWHOLLAND.COM OF ERVAAR HET ZELF EN BOEK UW DEMO OP WWW.NEWHOLLANDDEMO.COM

10.000 uur garantie incl. Casco+ Geen slijtageaftrek! Max. 3 jaar, optioneel tot 7 jaar* *Vraag uw dealer naar de voorwaarden.

Actie geldig in Nederland.


D R A K KA R : D E TO P I N T R A N S P O R T SILAGE

• Stabiliteit = zekerheid bij het lossen

• Multigebruik voor alle landbouwproducten

• Eenvoudig en efficiënt gebruik

DRAKKAR 42 M3 POLYVALENTE BAK

IS

OM MPR

• Kipt niet, duwt niet, hij vervoert • Industriële productie = garantie van betrouwbaarheid • Gepersonaliseerd onderdelenboek dat op elk moment kan worden gedownload voor nauwkeurige en snelle service • 3 jaar garantie

• Een grote achterdeur met een rubberen dichting

IT LITE

CO R E ND

ZO

• Verkrijgbaar in 2 of 3 asser • Volumes van 23 tot 59 m3 • Volledig elektrohydraulische bediening (opzetschotten, centrale smering, weging, afdekzeil…)

KWA

48B

joskin.com

Samenwerking gezocht Wij kennen de eisen, beheersen de systemen en zorgen voor de beste opslag voor uw producten.

Wij:

Ons werk:

Op zoek naar: uw specialisT in bewaringen en loodsen Kistenbewaring

bulkopslag

Hout en beton

T 073-503 25 27 info@steenbergen-bouw.nl

www.sTeenbergen-bouw.nl

Contactpunt aan- en verkoop Cumelabedrijven

Eigenaar van een Agrarisch Loonwerkbedrijf 425 km van de Nederlandse grens in Duitsland. Bewerken 750 ha akker en 350 ha grasland, van hoofdgrondbewerking tot en met oogsten, onder vaste afspraken en contracten. Groei activiteiten per 2021 met 700 tot 1.000 ha, met zicht op uitbreiding. Een partner die deze kansen in Duitsland samen met ons wil benutten en die de werkzaamheden ter plaatse mee wil organiseren.

Interesse of meer informatie? Mail dan naar: bedrijfsovername@cumela.nl


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - ZELFRIJDENDE BEMESTERS

De vierwieler rukt op

Tekst: Frits Huiden Foto’s: fabrikanten

DUITSE MARKT, TRAMLINES EN HEUVELS VRAGEN OM VIERWIELER

De wereld van zelfrijdende bemesters wordt opgeschud door Ploeger en Vervaet. Beide fabrikanten introduceerden een vierwieler. Juist Vervaet ging traditioneel voor de drie- en vijfwielers. Wat steekt hierachter? Een blik op de markt..

‘VEEL CAPACITEIT MAKEN MET VEEL PK’S EN EEN LAGE BODEMDRUK PER WIEL IS BELANGRIJK OP EXPORTMARKTEN’

De zelfrijdende bemester krijgt meer voet aan de grond in Europa. Akkerbouw- en veehouderijbedrijven schalen op en dus groeit ook de vraag naar capaciteit. Tegelijk zien meer mensen het nut van mestaanvoer met een vrachtwagen en een zelfrijder die op het perceel blijft. Dat kan efficiënter zijn dan transport en uitrijden met een getrokken tank. Zeker is dat een nieuwe set banden onder een vrachtwagen goedkoper is dan de brede 1050-banden onder een bemester. Hoewel in Nederland nog veel zelfrijders vol beladen over de weg rijden, is dit in de rest van Europa uitgesloten. Ook in Nederland zal de handhaving op aslasten en keuringen toenemen, zodat de getrokken tank verder zal worden verdrongen. “De markt van de drieassige getrokken tank is al verdwenen en dat gat zal worden opgevuld met zelfrijders”, zegt Dorus van Esch van Ploeger.

NEDERLAND VERVANGINGSMARKT Nederland is nu vooral een vervangingsmarkt voor drie- en vierwielers. Nieuw wordt meer ver-

kocht in landen als Duitsland, Frankrijk en Engeland. Deze landen moeten dadelijk net als Nederland ook voldoen aan strengere mestwetgeving en dus innoveren. De tijd van de ketsplaat is ook daar voorbij. Daardoor verschuift het werk naar loonwerk en dus ook naar zelfrijders. “Duitsland moet in 2025 aan de mestinjectie en Frankrijk in de toekomst ook. Dat speelt zelfrijders in de kaart. Voor wie nu meer dan 25.000 kuub per jaar uitrijdt, kan een zelfrijder wel uit”, aldus Van Esch. Op de andere continenten zijn de zelfrijders weinig actief. Zelfs Claas met zijn wereldwijde netwerk betekent nog weinig in bijvoorbeeld Canada en de Verenigde Staten. “Daar wordt op een heel andere manier mest uitgereden”, vertelt Nick Selman van Kaweco. “Dikwijls zie je daar drie of vier getrokken tanks achter een kniktrekker. Zelfrijders voor mest kennen ze daar niet zo”, stelt hij vast. Ook de aandacht voor de bodemdruk werkt in het voordeel van de zelfrijder. De drie- en vijfwielers en vierwielers met hondengang hebben een relatief laag gewicht per wiel en combineren dat goed met capaciteit.

TWEEDEHANDSMARKT BELANGRIJK

Ploeger zal dit jaar een prototype testen en de machine op de Agritechnica introduceren. Er is bewust niet voor een knikvoertuig gekozen om de complexe aandrijving door het knikpunt te vermijden.

46

GRONDIG 2 2021

De Nederlandse markt is met twintig tot dertig nieuw verkochte zelfrijders redelijk stabiel. Verreweg het grootste deel (volgens eigen zeggen zeventig procent) gaat in Nederland naar Vervaet, met Vredo als één na grootste partij. Het Nederlandse Ploeger, dat gelieerd is aan de befaamde Terra-Gators en daar nog het onderhoud en de onderdelenvoorziening van doet, en het Duitse Holmer spelen in Nederland een kleine rol. Kaweco zegt jaarlijks één Xerion Trac VC met zwanenhalstank te verkopen in Nederland. De Europese markt wordt geschat op 150 tot misschien 200 nieuwe machines per jaar. In Duitsland en met name Oost-Duitsland is Holmer marktleider met zijn sterke Terra Variant-vierwieler met mechanische transmissie, vaak voorzien van een Zunhammer-opbouw. Duitsers kiezen voor een


ZELFRIJDENDE BEMESTERS - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

Vervaet wil meer voet aan de grond op de Duitse markt, waar veel wordt gewerkt met tramlines. Daarom ontwikkelde het bedrijf deze Quad 550.

Duits product en waarderen het vermogen om brede schijvenbemesters en bouwlandbemesters voort te trekken. Behalve Vredo en de Claas Xerion hebben Vervaet en Ploeger daar nog een bescheiden rol. “Wij hebben juist in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië een stevige positie. Dat komt vooral doordat wij de machines tweedehands goed kunnen verwaarden”, stelt Jonathan Hoekman van Vervaet. “Van de 175 zelfrijders die we jaarlijks verkopen, zijn er 110 tweedehands”, licht hij toe. Die tweedehandsmarkt is erg belangrijk, weet ook Rob Thijssen van Vredo. “Wij bouwen zo’n veertig tracs per jaar, maar reviseren er nog eens dertig. De restwaarde van de machine maakt het verschil.” Dat geldt ook voor het servicenetwerk en de traditionele raakvlakken met een markt die bijvoorbeeld de tien Franstalige medewerkers van Vervaet in Biervliet hebben. “Frankrijk is echt een groeimarkt”, zegt Hoekman. “Daar wordt flink gesubsidieerd op biogascentrales. Deze hebben echter zelf geen grond en vinden hun afzet van digestaat bij omliggende akkerbouwers. Sommigen denken slim te zijn door capaciteit te draaien met een dikke Fendt en een drieasser erachter. Veel akkerbouwers gebruikten echter nooit eerder plantaardige en dierlijke mest. Zij zijn geen zware bemesters gewend en kijken dus meer naar de bodemdruk. Zij willen liever een zelfrijder op het land. Ook kun je je snel verslikken in de Franse homologatie.”

DUITSE SUBSIDIE STIMULEERT Een stimulans voor zelfrijders in Duitsland is een flinke subsidie van veertig procent voor emissiearme bemesters, ervaart Nick Selman van Kaweco. Die subsidie hangt samen met de aankomende injectieplicht. Van de 130 Xerions die jaarlijks worden gebouwd, verkoopt Kaweco er zo’n twintig met een zestienkuubs polyester mestopbouw en nog eens acht tot veertien met een zwanenhalsoplegger. “Door de thuismarkt van Vredo en Vervaet en doordat de eerste Xerions niet geschikt waren voor het rijden op de weg met een volle tank is een Xerion met opbouw in Nederland wat minder populair”, vertelt Selman. “In Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk heeft dit concept wel een sterke reputatie.” De Xerion heeft voordeel met een uitgebreid dealernetwerk, een CVT-transmissie van ZF, een draaibare cabine en een snel af te koppelen zwanenhals. Hij is ook te gebruiken als 368 kW (500 pk) trekker met fronthef voor bijvoorbeeld een triplemaaier of maïsschuifbord. Ploeger en Vervaet willen, net als Holmer eerder deed, na hun twintigkuubs model ook een kleinere zestienkuubs vierwieler bouwen. De kleinste Vredo is 19,5 kuub, naast de 21-kuubs vierwieler en de 32-kuubs zeswieler. Deze inhouden sluiten aan bij de maximale belastingen en tankinhouden van vrachtwagens. Met een twintigkuubs zelfrijder is bijvoorbeeld in twee keer een Nederlandse oplegger van 38 kuub te lossen.

‘DE MARKT VAN DE DRIEASSIGE GETROKKEN TANKS IS AL VERDWENEN EN DAT GAT ZAL WORDEN OPGEVULD MET ZELFRIJDERS’’

GRONDIG 2 2021

47


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - ZELFRIJDENDE BEMESTERS

TECHNISCHE GEGEVENS VAN VIERWIELER MET MESTOPBOUW Merk

Claas

Holmer

Holmer

Type

Xerion 4200 Saddle Trac

Terra Variant 435

Terra Variant 585

Tankinhoud

16 kuub

16 kuub

21 kuub

Motor

Mercedes-Benz

Mercedes-Benz

Mercedes-Benz

Vermogen

340 kW (462 pk)

320 kW (435 pk)

430 kW (585 pk)

Transmissietype

ZF CMatic

hydrostaat-mechanisch

18/6 fullpowershift

Totaal eigengewicht

19,9 ton

16,7 ton

21,5 ton

Merk mestopbouw

Kaweco

Zunhammer

Zunhammer

Draaicirkel buitenwerks

15,7 m

12,8 m

15,5 m

Bandenmaten

900/60R42

900/60R38

1050/55R32

Bruto-richtprijs (exclusief btw)

€ 534.590,-

€ 390.000,-

€ 460.000,-

3

1

2 48

GRONDIG 2 2021

WAAROM EEN VIERWIELER?

TECHNISCH COMPLEXER

De reden dat Ploeger en Vervaet nu ook een vierwieler willen, zit hem voornamelijk in die Duitse markt. “De driewieler zal zeker niet verdwijnen, integendeel. Wij verkopen elk jaar tien procent meer driewielers”, zegt Hoekman van Vervaet. “Wij bouwden in 1998 al eens een vierwieler, maar de tijd was er toen nog niet rijp voor. Er zijn immers ook nadelen aan de vierwieler. Voordeel in gewicht per wiel is er niet tussen een 16-kuubs driewieler en een 21-kuubs vierwieler. Bovendien draagt het wiel onder de tank in hondengang meer dan de rest. De vierwieler is ook duurder, wat hem tweedehands weer minder aantrekkelijk maakt. We willen echter wel fullliner zijn en in Duitsland en Engeland is veel vraag naar bemesters die werken vanuit spuitsporen. Dat kan met een drie- of vijfwieler simpelweg niet”, aldus Hoekman. Vervaet zet in op een vierwieler die alle markten kan bedienen, met zowel 16 als 21 kuub, vele soorten banden en een eenvoudig te onderhouden hydrostatisch-mechanische transmissie. Dit jaar worden er twee prototypen getest.

Ook Ploeger bouwt de vierwieler omwille van het fulllinerschap. Met die machine kan worden gewerkt vanuit tramlines en met een brede ‘Schleppschuhgestänge’ is er dan tot 24 meter te bemesten. Tegelijk verwacht het bedrijf dat door de emissie-eisen ook de Duitse sleepslangbemester op termijn zal verdwijnen. De vierwielers zullen dan meer met een sleepvoet of schijveninjecteur gaan werken. “De belangrijkste markten van de vroegere vierwielige Terra-Gator waren al Nederland, Duitsland en Engeland”, herinnert Van Esch zich uit zijn tijd bij dat bedrijf. “De soms sterk heuvelachtige terreinen daar pleiten ook voor een vierwieler. Een vierwieler past bij Ploeger door zijn grotere tankinhoud en is technisch complexer, maar benut wel de technieken van de drie- en vijfwieler. Met vier wielen heb je twee sturende assen en een smaller chassis en bovendien gooit hij in hondengang zijn kont om. Daar moet je rekening mee houden. Dan is een drie- of vijfwieler met één sturend voorwiel eenvoudiger.” Ploeger zal dit jaar een prototype testen en de machine op


ZELFRIJDENDE BEMESTERS - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

Ploeger

Vervaet

Vredo

Vredo

AT 5104 LNMS

Quad 550

VT4556-V

VT7028-2

max. 22 kuub

21 kuub

19,5 kuub

21 kuub

Volvo

Scania DC13

Deutz TCD 16

404 (550 pk)

331 kW (450 pk)

515 kW (700 pk)

ZF Eccom 5.0 CVT (hydraulisch-mechanisch CVT)

hydraulisch-mechanisch

hydrostaat

VVT 700 (CVT)

20 ton

20 ton

18,1 ton

21,7 ton

Ploeger

Vervaet (Kotte in Duitsland)

Vredo

Vredo

8,4 m

13,8 m

11,8 m

14,3 m

VF1000/65R32 , 900/60R42, 1050/50R32, 1000/55R32, met 1250/50R32 en dubbele wielen boven 3,00 meter

1250/50R32, 1050/50R32, 1000/65R32, 1000/55R32, 900/60R42

1050/50R32 1000/55R32 460/8R38 + 320/95R46 (cultuurwielen dubbellucht)

900/60R42 1250/50R32 520/85R42 + 380/90R50 (cultuurwielen dubbellucht)

n.n.b.

€ 485.000,-

€ 451.865,-

€ 595.525,-

Scania 404 kW (550 pk)

3

de Agritechnica introduceren. Er is bewust niet voor een knikvoertuig gekozen, zoals de Terra Gator, om de complexe aandrijving door het knikpunt te vermijden. Net als de mechanische powershift van de grote Holmer wil Ploeger zich onderscheiden met een mechanische aandrijving (ZF-CVT) voor trekkracht en een laag brandstofverbruik.

POTENTIE VAN ZESWIELER Vredo, vierwielerfabrikant bij uitstek, focust zich alweer op de volgende stap. “Juist onze zeswieler is een markt in ontwikkeling, drie- en vierwielers zijn inderdaad een vervangingsmarkt, weet Rob Thijssen. “Van de nieuwe machines is een kwart zeswieler. Veel capaciteit maken met veel pk’s en een lage bodemdruk per wiel is belangrijk op exportmarkten, vandaar ook onze Flextank, waarmee we toch een 36 meter bemester binnen drie meter opklappen. De vraag naar specialisme is er echter ook: comfort en automatiek, zoals een zuigarm die automatisch in positie komt, en eigen software voor de afstemming tussen opbouw en voertuig. Dat maakt het verschil in gebruik en efficiëntie.”

Ploeger en Vervaet zeggen beide nog geen intentie te hebben voor een zeswieler. Of Vredo als tegenreactie wel met een driewieler komt? Thijssen lachend: “Nee, maar we ontwikkelen continu, dus zeg nooit nooit.”

1. Naast de mogelijkheid om met een ruim dertig meter brede bemester vanuit een spuitspoor te werken, helpt ook de Duitse subsidie van veertig procent voor emissiearme bemesters de verkoop van vierwielers. 2. Holmer heeft vooral in Oost-Duitsland het grootste marktaandeel. De Nederlandse importeur Rosier Greidanus in het Friese Winsum heeft er in Nederland nog geen verkocht, omdat een goede zuigarm voor Nederlandse omstandigheden ontbreekt. 3. De Xerion met mestopbouw van Kaweco geniet van een uitgebreid wereldwijd Claas-dealernetwerk. Van de 130 Xerions die er jaarlijks worden gebouwd, verkoopt Kaweco er zo’n twintig met een zestienkuubs polyester mestopbouw en nog eens acht tot veertien met een zwanenhalsoplegger. 4. Van de veertig nieuw verkochte Vredo Tracs is een kwart de VT7138-3-zeswieler.

3

4 GRONDIG 2 2021

49


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - ELAND MACHINES

Nieuwkomer met ervaring

Tekst en foto’s: Arend Jan Blomsma

ELAND ONTWIKKELT EIGEN BEMESTER

Eén van de eerste prototypen heeft inmiddels al honderdduizenden kuubs weggebracht.

Een nieuw merk op de toch al volle markt van bemesters, voegt dat nog wat toe? Johan van de Bruinhorst en Jacob Boeder van Eland Machines denken van wel. Hoewel het merk nieuw is, hebben de bemesters namelijk al flink wat ervaring, zo leggen beiden uit.

‘HOEWEL ELAND EEN NIEUW MERK IS, HEBBEN DE BEMESTERS WEL EEN LANGERE HISTORIE, WANT AL IN 2013 BEGON DE ONTWIKKELING.’

50

GRONDIG 2 2021

Eland is een nieuw merk op de markt van bemesters. Johan van de Bruinhorst en Jacob Boeder zijn de twee mannen daarachter en hun bedrijf is gevestigd in het Gelderse Nijbroek. Op hetzelfde adres zit ook Jabotech, het mechanisatiebedrijf van Jacob, maar Eland en Jabotech staan los van elkaar. Hoewel Eland een nieuw merk is, hebben de bemesters wel een langere historie, want al in 2013 begon de ontwikkeling. “De markt wilde volwaardige zodenbemesters met een werkbreedte tussen de tien en twaalf meter die licht en sterk waren en weinig onderhoud vroegen”, zegt Jacob. “We zijn toen vanaf een blanco blad begonnen met tekenen.” De eerste tekeningen maakte hij in overleg met

de Vlastuin Groep, de producent van D-Tec-trailers (onder meer mestopleggers). “Het voordeel van een bedrijf uit de transportsector is dat ze heel anders tegen gewicht aankijken. Bij Vlastuin werken ze daarom met hoogwaardig staal, staal 700 en staal 800. Daarmee kun je met een kleine wanddikte en gezet plaatwerk toch sterk bouwen. Je kunt dan elke vorm gebruiken die je wilt. Op plaatsen waar veel kracht op komt, het midden van de machine, zit veel materiaal en naar de buitenkanten toe wordt dit minder.” Vlastuin doet nu ook nog de productie van de frames, omdat dit bedrijf de apparatuur heeft voor het verwerken van het hoogwaardige staal. Dit vraagt een speciale lastechniek en lasersnij-


ELAND MACHINES - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

den. Het boren van gaten is volgens Jacob onmogelijk. “Het moet dus in één keer goed. Vlastuin is goed in de trailerbouw en focust zich op de zaken waar het bedrijf sterk in is. Daarom houden wij ons nu bezig met de doorontwikkeling en het vermarkten van de bemesters.”

horizontaal zit. Volgens Jacob is het vrij gemakkelijk om sectieafsluiting toe te passen dankzij de individuele afsluiting van de elementen. “Optioneel kunnen we de uitlopen die geen mest geven ook uitheffen.”

DIRECTE VERKOOP AL SINDS 2015 IN HET WERK De eerste prototypen zijn sinds 2015 succesvol aan het werk en het is nu tijd voor de volgende stap, de serieproductie. “We bouwen de Mani-ject-zodenbemesters in vier modellen, met werkbreedtes van 790, 940, 1090 en 1240 centimeter”, vertelt Johan. Ze hebben allemaal een schijfafstand van 18,75 centimeter. De kleinste

Kopers kunnen kiezen uit liggende verdelers van Vogelsang of Alrena (Bomech). Beide werken met luchttoevoer. Dat wil zeggen dat na de mest lucht wordt toegelaten in de slang. Hierdoor trekt de mest in de slang geen vacuüm en loopt de slang gemakkelijker leeg. De klant kan kiezen uit schijven met een diameter van 30 of 40 centimeter. De maximale dikte

‘VEEL MECHANISATIEBEDRIJVEN HEBBEN AL ÉÉN OF TWEE BEMESTERS IN HUN PAKKET EN ZULLEN NIET ZO GAUW WARMLOPEN VOOR EEN DERDE MERK’ twee machines hebben een driedelig frame, de grote twee hebben een vijfdelig frame, beide modulair opgebouwd. Alle machines hebben spoorvolgende elementen door middel van onderhoudsvrije torsierubbers. De elementen kunnen hierdoor naar beide kanten 4,5 graden zwenken. Ze zijn daarnaast ook hydraulisch bodemvolgend. Alle cilinders van de elementen staan met elkaar in verbinding. Zodoende hebben ze allemaal over de volle werkbreedte dezelfde bodemdruk. In de sporen van de trekker of de tank is het sleufje dus net zo diep als aan het uiteinde van de balk. De totale bodemvolging van de elementen is dertig centimeter. Standaard is de machine voorzien van pneumatische afsluiters, volgens het tepelvoeringprincipe. Deze worden gemaakt met een speciale rubbersamenstelling. Dat is belangrijk, omdat die bepaalt hoe het rubber dicht vouwt. Het rubber blijft hierdoor in een ronde vorm als er geen lucht tussen het rubber en de buitenwand zit. De afsluiters hebben een diameter van 50 millimeter, terwijl de slangen ernaar toe een diameter hebben van 40 millimeter. Dit voorkomt verstoppingen. Na de afsluiter zit alleen nog de rubber uitstroommond, zodat deze niet nalekt op de kopakker. Deze uitstroommond is behoorlijk lang, om de mest goed in het sleufje te kunnen brengen. Het uitheffen gaat via een parallellogram, zodat de uitstroommond altijd

van de schijven is 22 millimeter. De schijven zijn voorzien van onderhoudsvrije en duurzaam gesmeerde SKF-lagers. Deze worden op de as geschoven, waarbij het deel direct op de as niet draait. De lagering zit daarbuiten. Doordat er geen draaiend deel op de as zit, treedt er geen vuil in en vreet de as niet uit. De lagers hoeven dus niet te worden gesmeerd en ook de rest van de machine heeft weinig smeerpunten. Die zitten alleen op de scharnierpunten van de framedelen. Een 790- of 940-bemester heeft maar twaalf smeerpunten, waarvan er twee op de verdelers zitten. Licht bouwen was één van de uitgangspunten en daarin is Eland geslaagd. De kleinste machine weegt nog geen twee ton en de 1240 heeft een gewicht van 3400 kilo. Daar kan door opties nog een paar kilo bijkomen, maar het blijft licht. En dat voor een volwaardige bemester met spoorvolging, hydraulische bodemaanpassing en individuele afsluiters. Voor het komend seizoen heeft Eland er acht verkocht. Het bedrijf werkt met directe verkoop. “Veel mechanisatiebedrijven hebben al één of twee bemesters in hun pakket en zullen niet zo gauw warmlopen voor een derde merk. Wij denken dat directe verkoop van deze machines mogelijk is”, aldus Johan. Eland richt zich voornamelijk op loonwerkers, omdat de machine toch vooral voor professioneel gebruik is.

De zware gegoten schijven hangen aan torsierubbers onder de balk. Per twee schijven zorgt een cilinder voor de juiste bodemdruk.

Eland kocht aanvankelijk de kunststof afsluiters in, maar laat ze nu naar eigen inzicht produceren. Ze zijn licht en zorgen voor een schone kopakker.

De trekstang vormt een parallellogram met de ophanging. Met het scharnierpunt achter de as zorgt dit ervoor dat de uitloop altijd horizontaal blijft.

GRONDIG 2 2021

51


De snelste maïsopbrengst voor de goedkoopste melkproductie! Het zijn de genen die willen. Zeer goede silomaïsopbrengst

Zeer goede voederwaardeopbrengst

Zeer vroeg

Top ziekteresistentie

Zeer goede stevigheid

Goede koudetolerantie

PAPAGENO       

Zeer vroeg (FAO 200) Zeer geschikt voor silomaïs, MKS, CCM of geplette maïs Zeer goede voederwaardeopbrengst uit korrel en plant (106) Zeer goede beginontwikkeling (8,5) Goede stevigheid (7,5) Zeer goede stengelrot- / fusariumresistentie (7,5) Ultravroege kwaliteitsmaïs met een hoge energieconcentratie

Bron: KWS / CSAR Aanbevelende Rassenlijst 2021 - snijmaïs zeer vroeg-vroeg / WUR Rassenbulletin Ultravroege snijmaïs 2021

SEED2FEED OPTIMALISEERT RANTSOEN EN GEWAS

SEED2FEED

Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 OPTIMALISEERT RANTSOEN EN GEWAS Tel. NL +31-(0)76 50 30 003 www.kwsbenelux.com

SEED2FEED OPTIMALISEERT RANTSOEN EN GEWAS

SEEDING THE FUTURE SINCE 1856


HAKKAPELIITTA TRI

• Uitstekend rijcomfort • Superieure zijdelingse tractie en grip • Hoger draag-en snelheidsvermogen

Fo r r e z N e d e r l a n d • M i d d e l k a m p s e w e g 7 - 5 3 1 1 P C G a m e r e n T + 3 1 ( 0 ) 4 1 6 6 9 3 3 5 5 • n e d e r l a n d @ f o r r e z . c o m • w w w. f o r r e z . n l Voor meer info: www.forrez.com - T 057 22 90 70

BETONPLATEN

SILOWANDEN

info@zwaagstrabeton.nl | zwaagstrabeton.nl

KEERWANDEN

PERSSAPGOTEN


ONDERNEMEN MET CUMELA - VROUWEN IN HET CUMELABEDRIJF

Dit kan anders Ineke Schimmel uit Scherpenzeel zit sinds drie jaar namens GemeenteBelangen in de gemeenteraad en helpt mee op het cumelabedrijf dat ze samen met haar man Bert heeft. Hoewel de politiek en het bedrijf strikt gescheiden worden gehouden, waren zaken waar ze via het bedrijf tegenaan liep voor haar de reden om de politiek in te gaan. Zo wil ze graag ondernemers helpen. Tekst en foto’s: Herma van den Pol

‘VAN DIT WERK KRIJG IK ENERGIE. DOOR DIT ERNAAST TE DOEN, KAN IK MIJN ANDERE WERK OOK BETER AAN’

Nu de landelijke verkiezingen eraan komen, is er weer volop aandacht voor alle partijen die er zijn en wat ze te bieden hebben. Ineke zegt zelf minder bezig te zijn met de landelijke verkiezingen, maar maakt van dichtbij wel mee dat het ene belang niet altijd ten gunste komt van het andere belang. “Dat zien we rondom de voorgestelde samenvoeging van Barneveld en Scherpenzeel, waar Scherpenzeel geen voordeel van heeft, maar Barneveld wel.”

TRAGE VERGUNNINGVERLENING Ineke behandelt vooral de ‘harde’ zaken, zoals ruimtelijke ordening of zoals nu de energievisie. “Het gaat dan over zonnevelden en windmolens”, legt ze uit. Zonder subsidie was het niet

NAAM: INEKE SCHIMMEL ROL OP HET BEDRIJF: MEDE-EIGENAAR

54

GRONDIG 2 2021

rendabel, iets waar ze als ondernemer toch met een bedenkelijke blik over praat. “Elke gemeente moet daar stappen in zetten. Ik ben dan wel van mening dat als het toch moet, we ervoor moeten zorgen dat de buurt erin kan participeren.” Het zijn zaken die ook in de sector spelen, maar toch houdt ze die twee strikt gescheiden. “Dat ik de politiek in ben gegaan, komt wel door iets waar ik binnen het bedrijf tegenaan liep. Zo wilde ik door mijn deelname aan GemeenteBelangen iets veranderen aan de trage vergunningverlening. Wij hadden bijvoorbeeld drie jaar nodig voordat we een vergunning hadden voor een nieuwe locatie. Dat is een veel te lange tijd en het levert een heel groot risico op voor jonge ondernemers.”

CUMELABEDRIJF: LOON- EN GRONDVERZETBEDRIJF SCHIMMEL BV, AGRARISCH LOONWERK, GRONDVERZET, TRANSPORT EN CULTUURTECHNISCHE WERKZAAMHEDEN


VROUWEN IN HET CUMELABEDRIJF - ONDERNEMEN MET CUMELA

Het is een onderwerp dat haar aandacht blijft vragen. “Terwijl ik voor makelaar aan het leren was toen ze me destijds vroegen om mee te gaan doen”, zegt Ineke met een glimlach. “Het was dan ook een bewuste keus van mij om er iets bij te gaan doen, terwijl de politiek meer iets is wat op mijn pad kwam”, zegt ze. In totaal doet ze dit nu tien jaar, waarvan de laatste drie jaar in de gemeenteraad. “Ik heb wel met Bert overlegd of ik de gemeenteraad in zou gaan, want dat had ook gevolgen voor het bedrijf. Zo kunnen wij nu geen werk voor de gemeente Scherpenzeel doen. Soms is het dan wel even lastig om de buurman aan het werk te zien, maar spijt hebben we er niet van.”

Van Pasen tot de herfstvakantie heeft Ineke er echter nog een neventak bij en verhuurt ze kano’s. Het bedrijf bevindt zich dan ook direct naast het Valleikanaal, waar het een aanlegsteiger heeft. “Het begon met twee kano’s, maar dan heb je een kinderfeestje en te weinig, dus dan koop je er nog twee bij en nu hebben we er ongeveer zestig tot zeventig. Ook hebben we sinds kort appartementen - boerderijkamers - die we verhuren.” Om het plaatje compleet te maken, runt ze er nog een Rustpunt bij, waar fietsers even bij kunnen komen en kunnen genieten van het uitzicht. “Dat is dan ook wel weer heel leuk. Ik hou ervan om met mensen om te gaan.”

ER EVEN UIT “Door mijn werk voor de gemeenteraad ben ik er even uit”, vertelt Ineke. Dat het er even uit zijn als gevolg van de corona niet meer mogelijk is, vindt ze jammer. Ze hoopt toch snel weer een keer naar het gemeentehuis te mogen komen. “Van dit werk krijg ik energie. Door dit ernaast te doen, kan ik mijn andere werk ook beter aan”, zegt ze. Gemiddeld kost het werk voor de gemeenteraad Ineke tien uur per week. Daarnaast schat ze in dat ze toch nog ongeveer 32 uur voor het bedrijf werkt. “Het gebeurt maar een enkele keer dat ik stiekem even iets voor mijn werk voor de politiek lees in de tijd dat ik voor het bedrijf werk”, zegt ze. Hoewel ze eigen baas is, heeft ze toch een enorm verantwoordelijkheidsgevoel richting het bedrijf dat ze met Bert heeft en het werk dat ze ernaast doet.

KOKEN VOOR MEDEWERKERS Die binding met het bedrijf is sterk aanwezig. “Op zaterdag kook ik bijvoorbeeld voor de medewerkers”, vertelt Ineke. “Dan maak ik macaroni. Verder houd ik me bezig met de boekhouding: facturatie, verzekeringen, mest, salarisadministratie enzovoort. Ik heb een paar mensen die me daar een halve dag per week in ondersteunen, maar het meeste doe ik zelf. In het verleden hielp ik ook met de planning, maar nu doet Bert dat samen met een uitvoerder.”

GROTE AANKOPEN NA OVERLEG Dat Ineke graag mensen om zich heen heeft, blijkt wel. Of dat nu lukt door tussen de medewerkers te zitten en een gesprek met hen aan te gaan, via de verhuur van kano’s of door middel van het gemeenteraadswerk maakt niet uit. Ondertussen blijft ze nauw betrokken bij het bedrijf. “Bert mag best iets kleins kopen, maar grote aankopen moeten eerst langs mij heen”, vertelt Ineke. Gekscherend zegt ze dat anders hier alles dubbel had gestaan. Het gaat dan bijvoorbeeld over de aanschaf van iets voor een specifieke klus. “Ik vraag dan: ‘Maar wat doe je er daarna mee?’ Ik heb ook mijn mening. Bert overlegt dit soort zaken met mij, maar als hij zegt dat het nodig is, laat ik hem zijn gang gaan.” Het typeert de manier waarop Bert en Ineke samen het bedrijf runnen, maar ook hoe ze met elkaars hobby’s omgaan. “Bert is bijvoorbeeld druk met zijn oldtimers, daar bemoei ik me niet mee. Ik denk dan: lekker laten gaan. Net zoals hij zich niet met de politiek bemoeit”, aldus Ineke. Samen bouwden ze het bedrijf uit tot wat het vandaag de dag is: een bedrijf met vijftig medewerkers. “En zo is het goed”, zegt ze. Nu komt hun zoon in het bedrijf en gaan ze weer een nieuwe fase in.

EIGEN WERK:

WAT TYPEERT JOU?

heeft zitting in de gemeenteraad namens GemeenteBelangen Scherpenzeel, verhuurt kano’s en is net begonnen met het verhuren van boerderijkamers

“Als ik het vertrouwen heb, ga ik ervoor. Als je mij goed behandelt, doe ik alles voor je, ik hou niet op voor het klaar is en ben heel loyaal.”

TIPS? “Zorg ervoor dat je ook iets voor jezelf hebt, want dat komt ook je werk voor het bedrijf ten goede.”

SERIE: VROUWEN IN HET CUMELABEDRIJF De cumelavrouw is uniek in haar verscheidenheid. De één zwaait de scepter, de ander kookt in het hoogseizoen elke avond voor het overwerkende personeel en weer een ander werkt buiten de deur. In deze serie laten we krachtige vrouwen aan het woord die soms geheel, soms weinig, maar altijd op één of andere manier betrokken zijn bij de cumelasector.

‘IK WILDE DOOR MIJN DEELNAME AAN GEMEENTEBELANGEN IETS VERANDEREN AAN DE TRAGE VERGUNNINGVERLENING’

WAT VOEGT JOUW ROL TOE AAN HET BEDRIJF? “Ik ben een stabiele factor. Ik werk rustig door als het bij het gras inkuilen erg druk is, maar ook als het vriest en het buiten rustig is, doe ik mijn werk. De planning die Bert en Jan doen, gaat meer met pieken en dalen. Ik zorg dat ik er ben en mijn steentje kan bijdragen.”

GRONDIG 2 2021

55


Groenbemester bewerken? Snel en effectief bewerken met de Evers messenrol

T 0546 644 866 | eversagro.nl

KAWECO DOUBLE TWIN SHIFT GROTE WENDBAARHEID BODEMVRIENDELIJK LAAG ZWAARTEPUNT R42 BANDEN 50 CM UITSCHUIFBAAR STANDAARD MET ISO-BUS MEERWAARDE IN HET VELD Double Twin Shift.indd 1

WWW.KAWECO.COM

+31-(0)655898725 15-2-2021 10:11:57


ECONOMIE - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

IN KORT BESTEK - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

CUMELA KOMPAS UITSTEL GUNNING

Beste Geralde,

0,12 LITER DIESEL PER EURO BRUTO MARGE De cumelabedrijven gebruiken gemiddeld 0,115 liter diesel per euro omzet. De hoeveelheid varieert wel wat per sector. In het grondverzet is dit zelfs maar 0,09 liter per verdiende euro. In het agrarische werk is dit duidelijk hoger. Hier ligt dit op 0,14 liter per in rekening gebracht euro. Opvallend in deze cijfers is dat in alle sectoren het verbruik tussen 2018 en 2019 is gedaald. Bedrijfseconomisch adviseur Dieuwer Heins, die deze cijfers haalde uit Cumela Kompas (het bedrijfseconomisch onderzoek voor de sector), vermoedt dat dit te maken heeft met de modernisering van het machinepark. “Je ziet dat moderne machines een duidelijk lager verbruik hebben en dat zie je terug in de cijfers.” De cijfers zijn met name van belang voor de KringloopWijzer die veel veehouders deze periode moeten invullen. Verschillende cumelabedrijven kregen daarover vragen van hun klanten. Hierin wordt namelijk ook meegerekend hoeveel diesel er via loonwerk is verbruikt. “Wil je dat heel nauwkeurig beantwoorden, dan moet je dit op individueel bedrijfsniveau gaan bepalen. Via onze rekenmethode kunnen we dat voor deelnemers aan Cumela Kompas nu wel bepalen”, aldus Heins. “Voor iedereen die die cijfers niet bij de hand heeft, hebben we nu een goed gemiddeld getal dat je in bijvoorbeeld de KringloopWijzer kunt gebruiken, maar wellicht biedt dit ook mogelijkheden bij het bepalen van de CO2-emissie bij het aannemen van werk.” Dit verbruik, dat nu is berekend op basis van de gegevens van ruim 260 bedrijven, is gunstiger dan de getallen die nu als standaard in de KringloopWijzer staan. Daarin wordt gerekend met 0,179 liter per euro loonwerkkosten. Dat is dus duidelijk hoger dan de huidige werkelijkheid. “Veehouders kunnen ook de werkelijke getallen gebruiken, dus wij adviseren loonwerkers dat ze bij hun klanten aangeven dat het verbruik 144 liter per duizend euro loonwerkkosten bedraagt. Dit is dan het gemiddelde van de agrarische loonbedrijven.

GEMIDDELDE PRIJZEN De cijfers zijn gebaseerd op de brandstofkosten per bedrijf uit Cumela Kompas. Het aantal liters wordt berekend aan de hand van de gemiddelde dieselolieprijs uit de CBS-index. De gegevens zijn gebaseerd op de resultaten van in totaal 260 cumelabedrijven die hebben deelgenomen aan de kengetallenvergelijking Cumela Kompas over 2019 en 360 bedrijven over 2018. Wil je weten hoe jouw kengetallen zijn, doe dan mee aan de kengetallenvergelijking Cumela Kompas. Neem hiervoor contact op met je bedrijvenadviseur, bel met de Ondernemerslijn op (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.

Ik heb veel tijd en energie in een inschrijving zitten voor een aanbesteding en daarbij netjes alle termijnen in acht genomen. Dat was flink doorwerken! Nu heeft de aanbestedende dienst echter zo maar de gunning voor de tweede keer uitgesteld. Mag die dat doen?

Beste aannemer, Ja, de aanbestedende dienst mag de gunning zonder opgaaf van reden uitstellen en dat gebeurt ook regelmatig. De dienst heeft het recht om de gunningsbeslissing uit te stellen en zelfs om de aanbesteding in te trekken. Het voelt oneerlijk dat de termijnen voor een inschrijver altijd fataal zijn, terwijl de aanbestedende dienst daarvan geen last heeft. Toch is het belangrijk dat procedures eerlijk en voor elke inschrijver gelijk verlopen. Daarom kan het niet worden toegestaan dat één inschrijver meer tijd krijgt. Een gelijke behandeling voor alle inschrijvers staat altijd centraal. Overigens mag de aanbestedende dienst er ook altijd nog voor kiezen om de aanbesteding in te trekken, zelfs na voorlopige gunning. Dit komt voort uit het beginsel van contractvrijheid. Intrekken van de aanbesteding is dus gemakkelijk, het opnieuw publiceren van een aanbesteding is ingewikkelder. Daarvoor zijn er extra regels, waarbij het uitgangspunt is dat bij heraanbesteding de aanbesteding wezenlijk wordt gewijzigd. De eerste keer is het immers niet voor niets mislukt. Het is verstandig om bij uitstel van gunning wel de gestanddoeningstermijn in de gaten te houden. In de aanbestedingsdocumenten staat hoe lang de inschrijver zijn inschrijving geldig blijft (gestand dient te doen), bijvoorbeeld negentig dagen. Binnen die termijn mag de inschrijver zijn inschrijving niet wijzigen of intrekken. Buiten deze termijn mag dat wel, omdat de aanbestedende dienst dan niet meer mag verwachten dat de inschrijver de opdracht onder dezelfde voorwaarden en prijzen uitvoert. Mocht de aanbestedende dienst de termijn willen verlengen, dan is instemming van de inschrijvers vereist. Geralde Bouw-van de Bunt, adviseur juridische & GWW-zaken

GRONDIG 2 2021

57


ONDERNEMEN MET CUMELA - CUMELARIA

Cumelaria

Den Ouden Groep beweegt, zodat de Schijndelse horeca overleeft Laten we samen een steentje bijdragen aan onze lokale horecagelegenheden, zodat we er straks weer volop van kunnen genieten. Onder dat motto organiseerde Den Ouden Groep in Schijndel op 31 januari een beweegactie voor de lokale kroegen en restaurants. Per gelopen of gefietste kilometer van een personeelslid werd € 2,- uitgekeerd aan de Schijndelse horeca. De inzet van partners, kinderen en huisdieren telde ook mee. Omdat elk huishouden een aparte route aflegde, konden de

coronamaatregelen in acht worden genomen. In totaal werd er ruim 5000 kilometer afgelegd, wat een donatie opleverde van ruim € 10.000,-. Dat was echter nog niet alles, want ondernemers en bewoners uit de regio droegen ook hun steentje bij. Zij tilden het totaalbedrag naar een prachtige € 25.000,-. Het bedrijf kijkt terug op een geslaagde actie en hoopt snel te kunnen proosten in zijn favoriete horecagelegenheden.

ZESTIG JAAR VERHART GROEN KLEIN GEVIERD Al vroeg in de ochtend werden Peter en Leontine Verhart op 6 januari verrast met een ontbijt aan huis door enkele personeelsleden van Verhart Groen BV ter ere van het zestigjarig bestaan. Vanwege corona zat er geen groot feest in, maar er was wel een prachtige taart, die samen met de medewerkers werd aangesneden. In zestig

58

GRONDIG 2 2021

jaar heeft het bedrijf zich voorspoedig ontwikkeld tot een aannemings- en verhuurbedrijf en specialist in groenvoorzieningen. Peter en Leontine stellen het feest nog even uit. “Wellicht kunnen we het later dit jaar combineren met de opening van ons nieuwe pand”, vertelt Peter.

Willemijn Roossink levert thuiszorg dankzij de trekker Willemijn Roossink van het gelijknamige loonbedrijf heeft in de sneeuwweek thuiszorg geleverd met behulp van de trekker van het bedrijf. Ze werkt voor het Livio Thuiszorgteam Boekelo en heeft in die week in het buitengebied toch de zorg kunnen leveren, omdat ze met de trekker de deels niet gestrooide wegen goed kon berijden. “We hebben binnen ons team wat geruild, waarbij ik de moeilijk begaanbare wegen voor mijn rekening nam”, vertelt Willemijn. “Op die manier konden we de zorg toch goed rondzetten”, zegt de thuiszorgmedewerkster, die als partner van Bert Jan Roossink vertrouwd is met het rijden op trekkers. Het leverde haar veel leuke reacties op. “Vooral oudere cliënten stonden al voor het raam te zwaaien.”


CAO & ZO - ONDERNEMEN MET CUMELA

SENIOREN- EN OVERBRUGGINGSREGELING

VIJFTIG JAAR LOONBEDRIJF LAGEVEEN IN ACHLUM Ondanks de coronaperikelen werd op gepaste wijze aandacht besteed aan het vijftigjarig jubileum van Loonbedrijf Lageveen in Achlum. Oud-vennoot Siepie Lageveen werd zeventig jaar en dit was een mooie gelegenheid om hem en zijn vrouw Ykje en zijn broer Wiebe Lageveen en zijn vrouw Klaske in het zonnetje te zetten. De huidige eigenaar/vennoot Haiko Lageveen toonde een mooie presentatie, waarin vijftig jaar Loonbedrijf Lageveen mooi werd uitgelicht. Voor hun verdiensten kregen Siepie en Wiebe Lageveen de gouden Cumela-speld. Hun vrouwen Ykje en Klaske ontvingen het gouden collier van Cumela Nederland.

De Jong Zuurmond zet eerste elektrische aangedreven strooiwagen in In Nederland draaide als eerste in Europa een volledig elektrisch aangedreven strooiwagen. Het gaat daarbij om een MAN eTGM die De Jong Zuurmond voor Rijkswaterstaat heeft ingezet. Deze 26-tonner heeft 265 kW (360 pk) aan boord en een actieradius van 190 kilometer. De eTGM-strooiwagen kon dit jaar meteen goed aan de bak. De Jong Zuurmond heeft een eigen laadstation. Rijkswaterstaat heeft op de eigen Facebook-pagina een filmpje gezet van deze eTGM-strooiwagen in actie.

In de aanloop naar de cao-onderhandelingen denk je na over in te brengen punten. Veelal komen die uit de praktijk na vragen van leden of omdat door een vraag blijkt dat de tekst niet voldoende helder is geschreven. Tijdens de onderhandelingen worden de voorstellen van alle kanten bekeken en van opmerkingen voorzien. Dan maak je afspraken: zo gaan we het doen. Ten slotte worden de afspraken omgezet in cao-teksten, zodat werkgevers en werknemers kunnen handelen naar de gemaakte afspraken. In het proces van de onderhandelingen over de cao voor 2021 was dat niet anders. Toch kom je soms voor verrassingen te staan en komen er vragen waaraan je vooraf niet had gedacht. In de cao voor 2021 hebben we afgesproken dat een werkweek van 40 uur mogelijk is. Tot zover helder. Waar we vooraf niet aan hadden gedacht, was wat te doen met werknemers die gebruik maken van de seniorenregeling of werknemers die een arbeidsovereenkomst met overbrugging hebben? Het dilemma bij de seniorenregeling is dat deze is bedoeld om de werknemer te ontlasten, zodat hij gezond zijn pensioen kan bereiken. Is het dan mogelijk om het dienstverband om te zetten naar fulltime 40 uur? De overbruggingsregeling is een gesloten regeling sinds 9 oktober 2017. Heeft dat invloed? Vragen waar je als werkgever mogelijk niet bij stilstaat, maar waarvoor de reglementen moesten worden geraadpleegd. Wat betreft de overbruggingsregeling was het woord aan de cao-partijen. Inmiddels is er duidelijkheid. Wat betreft de seniorenregeling is het duidelijk niet in lijn met de gedachte van de regeling, maar het kan wel. Werknemers die al gebruik maken van de regeling kunnen hun basis omzetten van 38 naar 40 uur. Werknemers die nog geen gebruik maken en een 40-urige werkweek hebben, kunnen ook gaan deelnemen aan de regeling. De overbruggingsregeling is gesloten voor nieuwe deelnemers. Werknemers die al een arbeidsovereenkomst met overbrugging hebben, kunnen door middel van een aanvulling op de arbeidsovereenkomst wel hun arbeidsduur aanpassen. Dit kan naar 40 uur zijn, maar kan ook parttime worden. De vraag is nog wel wat het bestuur van het fonds beslist over de hoogte van het subsidiebedrag. Daarover informeren we je op een later moment. Jacqueline Tuinenga Beleidsmedewerker sociale zaken

GRONDIG 2 2021

59


ONDERNEMEN MET CUMELA - CUMELA.NL

DAGELIJKS NIEUWS VAN EN VOOR DE CUMELASECTOR

De hoogtepunten van Cumela.nl/nieuws LICHTER PAKKET TECHNISCHE EISEN DRIJVENDE WERKTUIGEN

ZORGVULDIG BEMESTEN LANGS WATERGANGEN Op klei, veen en zand is het bemesten met vaste mest momenteel toegestaan. Een aantal waterschappen wijst er nadrukkelijk op goed rekening te houden met het niet bemesten van de bemestingsvrije zone. Naast meststoffen in de sloot, en dus ook het verlies van kostbare meststoffen, kan het niet zorgvuldig bemesten van vaste mest een boete opleveren en een korting betekenen op de betalingsrechten van de grondgebruiker. Voorkomen moet worden dat door een slecht afgestelde stalmeststrooier of door te weinig afstand aanhouden de sloot, het talud, de mestvrije zone (gras- en braakland) of de teeltvrije zone wordt bemest. Op grasland en braakland geldt er een mestvrije zone van een halve meter langs watergangen. Op bouwland mag de gehele teeltvrije zone langs watergangen niet worden bemest.

Cumela werkte samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de Vereniging van Waterbouwers, erkende keuringsinstanties en een aantal fabrikanten aan een regeling om tot een lichter pakket aan technische eisen voor kleine drijvende werktuigen te komen. De verlichting van het eisenpakket zit hem voornamelijk in een uitbreiding van de uitzonderingen die zijn vastgelegd in bijlage 3.12 van de Binnenvaartregeling. Naar verwachting worden deze wijzigingen per 1 juli 2021 wettelijk van kracht. Hierop vooruitlopend heeft de ILT besloten dat drijvende werktuigen vanaf nu vooruitlopend op de voorgenomen wijzigingen definitief kunnen worden gecertificeerd. In beginsel moeten alle certificeringsplichtige drijvende werktuigen inmiddels ter inspectie zijn gemeld bij een erkende keuringsinstantie.

CUMELA LIVE 2 • Antwoorden op vragen over mest, atv-dagen en 5 mei • Tafelgesprek over samenwerking in de sector • De duurzaamheidsambitie van Van Wijlen • Animatie: digitalisering van de sector

60

GRONDIG 2 2021

CUMELA LIVE 1 • Antwoorden op vragen over verlof, diesel en kentekens

• Tafelgesprek nieuwe cao en

functiewaarderingssysteem

• Jonge ondernemers in de cumelasector • De elektrische graafmachine van Ploegam

MELD GEREGISTREERDE (LAND)BOUWVOERTUIGEN AAN VERZEKERAAR Op 1 januari 2021 is bij de RDW de registratie van (land)bouwvoertuigen gestart. Nadat je je (land)bouwvoertuigen hebt geregistreerd, ontvang je de kentekenbewijzen en moet je je kentekens, meldcodes en data van tenaamstelling direct aan je verzekeraar doorgeven. Dit is nodig omdat alle geregistreerde (land)bouwvoertuigen zijn opgenomen in het kentekenregister. De RDW gebruikt dit register voor een controle op de verzekeringsplicht. Meld je geregistreerde (land)bouwvoertuigen daarom tijdig aan je verzekeraar! Verzekerd bij Cumela Verzekeringen? Gebruik ons registratieformulier. Geef aan om welke voertuigen het gaat en de polisnummers van de bijbehorende verzekeringen. Wij melden de verzekeringsdekking vervolgens bij de RDW.

OOK OP CUMELA.NL • Veiligheidsladder doet in 2022 zijn intrede • Mest mixen of uitrijden? Denk om je veiligheid

• Toolbox: veilig werken met mestgassen • Toolboxvideo: voorkomen van enkelklachten


VOORZITTER - ONDERNEMEN MET CUMELA

HET VERDIENMODEL VAN DATA

De cumelasector had afgelopen jaar te maken met meevallende kosten voor diesel, maar voor het overige soms fors stijgende kosten. Onder andere de kosten voor personeel stegen flink, met bijna drie procent. Ook machines werden weer twee procent duurder. Bedrijfskundig adviseur Dieuwer Heins adviseert daarom om de tarieven weer goed tegen het licht te houden. Op het gemiddelde cumelabedrijf tellen vooral de loonkosten flink door. Deze maken zelfs veertig tot zestig procent van de kostprijs uit. Een andere grote post zijn logischerwijs de machinekosten. Deze liggen op dertig tot vijftig procent van de kostprijs. Vooral de prijsontwikkeling voor deze twee posten bepaalt de kostprijsontwikkeling van een cumelabedrijf. Als gevolg van de cao-afspraken die in 2020 zijn gemaakt en aanpassing van werkgeverspremies zullen de loonkosten komend jaar bijna drie procent hoger zijn dan vorig jaar.

Het blijft me opvallen hoeveel er wordt geschreven over precisielandbouw: Isobus-toepassingen voor precisiebemesting, dronevluchten, bodemscans, plaatsspecifiek dit en plaatsspecifiek dat. Ook de akkerbouwer die zijn vier meter brede sneleg heeft ingeruild voor een exemplaar van drie meter breed om juist op smalle banden in plaats van op brede banden het land klaar te maken, valt mijns inziens in de categorie ‘precisielandbouw’. Binnen de sectie Agrarisch Loonwerk lopen we regelmatig tegen het probleem aan dat het erg lastig is data van verschillende machines met elkaar te verbinden om zodoende een goed beeld van een gewas te krijgen en vooral om een goed beeld te krijgen van een eventueel te nemen maatregel. Het is daarom van groot belang dat machinefabrikanten hun datastromen op elkaar afstemmen, zodat neerslaggegevens, bodemscans, dronevluchten en opbrengstgegevens van voorgaande jaren op één plek terug te vinden zijn en in dezelfde ‘taal’, zodat ze gemakkelijk te interpreteren zijn om bijvoorbeeld plaatsspecifiek een bemesting of een bespuiting uit te voeren.

DERDE AFLEVERING CUMELA LIVE

ONZE MEERWAARDE ZIT HEM IN HET PRAATJE AAN TAFEL OF OP HET LAND

KOSTENONTWIKKELINGEN CUMELASECTOR

Op 2 februari ging het in de derde aflevering van Cumela Live over aannemen, het stikstofprobleem, automatisering op cumelabedrijven en samenwerking in de sector. Tijdens deze uitzending vertelden ondernemers over de manieren waarop ze samenwerken met elkaar, door bijvoorbeeld elkaar hakselaars uit te lenen of door het delen van kennis. Daarnaast ging het tijdens Cumela Live over de duurzame ambities van Aannemersbedrijf Van Wijlen, dat in 2023 klimaatneutraal wil zijn. Ook de stikstofproblematiek kwam aan bod. Deskundigen en ondernemers bespraken in een tafelgesprek onder leiding van Annemarie Brüning hoe hiermee om te gaan. Deze derde aflevering van Cumela Live kun je terugkijken op Cumela.nl.

Een ander dilemma is het verdienmodel voor een loonwerker. Data verkopen aan machinebouwers is eigenlijk niet aan de orde, omdat er vanuit die fabrikanten geen bereidheid is om hiervoor te betalen. Ook hebben wij hen juist nodig om onze data te kunnen vergelijken met die van anderen. Alleen door te vergelijken kun je je eigen gegevens namelijk goed interpreteren. Data verkopen aan onze klanten is ook lastig, maar vaak kan dat indirect door een dienst aan te bieden waarvoor deze data nodig is, zoals een plaatsspecifieke bespuiting of bemesting. Waar wij het als loonbedrijven van moeten hebben, zal in mijn ogen toch het contact met de klant zijn. Onze meerwaarde zit hem in het praatje aan tafel of op het land. En als we dan, door middel van een kaart, onze klant kunnen vertellen waar er voor hem verbeteringen te halen zijn, zijn we op de goede weg. Een goede partner zijn voor onze klanten is het beste verdienmodel voor ons. Corné Vinke Voorzitter sectie Agrarisch Loonwerk

ELK NUMMER LATEN WE VIA DEZE COLUMN EEN VOORZITTER VAN CUMELA AAN HET WOORD GRONDIG 2 2021

61


ONDERNEMEN MET CUMELA - TOOLBOX VOOR MEER INFO OVER VEILIG WERKEN, KIJK OP WWW.AGROARBO.NL.

Tekst: Corina van Zoest-Meester, adviseur arbo Foto’s: Pexels

TIPS EN VUISTREGELS VOOR DE TOOLBOXMEETING

Bedrijfshulpverlener

In de toolbox in Grondig 10 van 2020 hebben we het gehad over de taken van de BHV’er bij het verlenen van eerste hulp. In dit tweede deel komen de taken bij brand en ontruiming aan bod.

ALLE TOOLBOXEN ZIJN OOK DIGITAAL TE GEBRUIKEN VIA DE VEILIG VAKWERK-DIENST. GA VOOR MEER INFORMATIE NAAR WWW.VEILIGVAKWERK.NL 62

GRONDIG 2 2021


TOOLBOX - ONDERNEMEN MET CUMELA

EIGEN VEILIGHEID Een bedrijfshulpverlener verleent hulp vanaf het moment dat er een incident is totdat de professionele hulpverleners het overnemen. Je belangrijkste taak is alarmeren en ontruimen. De eerste minuten na een incident zijn cruciaal. Toch geldt de regel: eigen veiligheid eerst!

ALGEMEEN Blijf geschoold. Deze toolbox is geen vervanging voor de BHV-opleiding. Er zijn een aantal dingen die nu moeten zijn geregeld: • Spreek af hoe de communicatie verloopt. • Bepaal van tevoren hoe je binnen enkele minuten aanwezig kunt zijn op de plaats waar je nodig bent. • Weet welke taak iedereen in het BHV-team heeft: – Spreek af wie bepaalt of een gebouw moet worden ontruimd. Dit is meestal de werkgever. – Spreek ook af wie alarmeert. Meestal is dit het hoofd BHV). – Weet wie de BHV’er op locatie is.

• Ga na hoe je kunt weten hoeveel personen er aanwezig zijn.

Zo kun je ook controleren of iedereen het gebouw heeft verlaten.

• Weet waar het evacuatieplan is en ken de vluchtroutes. • Zorg dat de verzamelplaats bekend is. • Weet waar de blusmiddelen zijn en hoe je ze moet gebruiken. • Oefen met de brandweer. Dit is fijn voor de brandweerlieden,

omdat ze het bedrijf leren kennen en het hen helpt om te leren wat er beter kan. Om de situatie goed in te schatten, moet je eerst kijken, dan denken en als laatste pas handelen.

ACTIES BIJ EEN BRANDMELDING 1. Controleer eerst of er echt sprake is van een brand. 2. Bepaal of je zelf een bluspoging doet of dat je de brandweer gaat waarschuwen. Als het heel duidelijk is dat je zelf kunt blussen (bijvoorbeeld een brandje in de prullenbak), dan mag je als BHV’er zelf blussen. Is de brand groter, dan moet je de brandweer waarschuwen en het gebouw ontruimen. Let op: • Als de brand zich in een ruimte met een deur bevindt: sluit de deur af. • Als de brand achter een deur is: wacht op de brandweer en laat de deur dicht.

ACTIES BIJ EEN ONTRUIMING 1. Alarmeren door het hoofd BHV: geef het ontruimingssignaal. 2. Bel 112. 3. Geef de vluchtroutes aan om ervoor te zorgen dat de aanwezigen zo snel mogelijk het gebouw verlaten. 4. Assisteer mindervaliden bij het verlaten van het gebouw. 5. Controleer of iedereen het pand heeft verlaten. 6. Zet indien mogelijk apparatuur uit en sluit ramen en deuren. 7. Controleer of iedereen de verzamelplaats heeft bereikt.

AANDACHTSPUNTEN BIJ HET ZELF BLUSSEN

• Als de brand buiten is, blus dan altijd met de wind mee. • Voorkom uitbreiding van de brand door het sluiten van deuren. • Controleer of de vlammen niet opnieuw oplaaien.

ZORG VOOR GESCHIKTE BLUSVOORZIENINGEN BRANDKLASSE

WATERBLUSSERS

SCHUIMBLUSSERS

A

CO2 BLUSSERS

POEDERBLUSSERS

papier, hout, textiel, ed. B

brandbare vloeistoffen C

brandbare gassen (vonk)

elektriciteitsbranden

GRONDIG 2 2021

63


ONDERNEMEN MET CUMELA - DIGITALE BPV-TOOL

BPV-tool gaat digitaal

HET JUISTE GEREEDSCHAP VOOR EEN GOEDE BEGELEIDING

Als bedrijf wil je medewerkers die het vak verstaan. Goede beroepspraktijkvorming zorgt voor passie voor het vak. Als leerbedrijf heb je daarmee de sleutel tot succes in handen om leerlingen te vormen. De digitale BPV-tool is een nieuw gereedschap voor een goede begeleiding. Veel cumelabedrijven bieden stageplekken aan studenten om het vak te leren. Het vak leren gebeurt door samen te werken, schoolopdrachten uit te voeren en heel veel praktijkervaring op te doen. De school en het leerbedrijf zijn samen verantwoordelijk voor de opleiding van studenten. Maar weet een leerbedrijf wel duidelijk wat de studenten tijdens een beroepspraktijkvorming moeten leren om te worden klaargestoomd voor het echte werk? Als leerbedrijven studenten hebben van diverse scholen zijn er vaak verschillende stageboekjes en begeleidingsinstrumenten in omloop. Hierdoor is het voor leerbedrijven niet gemakkelijk om de studenten op een eenduidige manier te begeleiden. Daarnaast is er vaak geen heldere ‘meetlat’ die inzicht geeft in wat de studenten nog moeten leren voor het praktijkexamen. Het bieden van een stageplek kost hierdoor soms meer energie dan dat het oplevert voor de student en het leerbedrijf. Leerbedrijven hebben in het algemeen een positieve houding en willen het vak graag overbrengen op de student. Toch lukt dat niet altijd. De hectiek van de dag en het ontbreken van een structuur staan een goede begeleiding in de weg.

STRUCTUUR LEIDT TOT KWALITEIT Dit kan en moet anders, vandaar dat verschillende AOC’s en meerdere opleidingen, waaronder Groen, Grond & Infra, hebben besloten om een kwaliteitsimpuls te geven aan de beroepspraktijkvorming. Het project ‘Digitale BPV-tool’ is van start gegaan. Dat is een digitale omgeving waarin studenten en praktijkopleiders vastleggen wat de student in de desbetreffende prak-

64

GRONDIG 2 2021

tijkperiode gaat leren. In feite is dit een soort digitale handleiding, waarin je ook de vorderingen vastlegt. In de omgeving houden student en praktijkopleider bij hoe de student zich ontwikkelt van beginner naar gevorderde. De praktijkopleider kan de student gericht opdrachten


DIGITALE BPV-TOOL - ONDERNEMEN MET CUMELA

HTTPS://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=FPRKOANUQXU OF OP DE CUMELA-WEBSITE HTTPS://WWW.CUMELA.NL/NIEUWS/NIEUWS/ BTG-GGI-ZET-OP-PRAKTIJKLEREN HET PROJECT DIGITALE BPV-TOOL WORDT MEDE GESUBSIDIEERD DOOR HET AEQUOR STIMULERINGSFONDS.

Voorjaarsactie

G1015

ADVERTENTIE Rondebalen-Wikkelmachine

geven die passen bij zijn ontwikkeling. Schoolopdrachten, uitkomsten van de begeleidingsgesprekken en bewijsmaterialen voor het portfolio worden in dit instrument opgeslagen. Het gebruik van de tool past goed in het digitale tijdperk van onze studenten.

ROL VAN CUMELA Het maken van een kwaliteitsslag bij de beroepspraktijkvorming is als speerpunt opgenomen in de beleidsvisie van Cumela. De BPV-tool past hier naadloos in. Cumela is ook nauw betrokken bij de ontwikkeling en het gebruik van de BPVtool. Hiermee zorgen we voor een actievere praktijkbegeleiding door ondernemers en medewerkers.

* ,00 .0 € 14 in plaats van € 16.733,-

Rondebalen-Grijper

Messenslijper

,- ,€in plaat1.2s van60€ 1.646

,-* ,€in plaat1.2s van40€ 1.536

RBG

MS 100

PILOT GESTART Er is een pilot gestart waarbij praktijkopleiders, coördinatoren beroepspraktijkvorming en studenten uitleg krijgen over het gebruik en de voordelen van de tool. Er zijn korte instructiefilmpjes en animaties gemaakt en er is persoonlijk contact vanuit de scholen. De pilot draait nu bij een beperkt aantal scholen en bedrijven en vanaf het schooljaar 2021-2022 wordt het geheel verder uitgerold. Door naar de link bij dit artikel te gaan, kun je een eerste instructie bekijken.

*

*

incl. Koelinrichting incl. Euro-Vangraam fabriek. af Levering 31/03/2021. tot geldig Aanbod G1015: | waterwegen / BTW * Prijzen excl. RBG + MS 100: Aanbod geldig tot 30/04/2021. Geleverd

Voor meer infos contacteer: Frank Eugelink Mobil: +31 (0) 6 270 430 53 | E-Mail: frank.eugelink@goeweil.com

www.goeweil.com

Voor meer informatie kun je terecht bij de Ondernemerslijn of bij de beleidsmedewerkers onderwijs, Marije van Beurden en Dick Klop.

Tekst: Dick Klop Foto’s: Cumela Communicatie

GRONDIG 2 2021

65


De vooruitgang ervaren.

De mobiele graafmachines van Liebherr Meest efficiënte machines door innovatieve technologie Betrouwbare machines met maximale productiviteit en levensduur Hoogwaardige Liebherr componenten, eigen ontwerp uit eigen productie Veel aandacht voor ergonomie en goed zicht op het werk

Wynmalen & Hausmann Import N.V. Ressenerbroek 7 6666 MP Heteren Tel.: +31 26 47 90 531 E-mail: info@wynmalenhausmann.nl www.facebook.com/LiebherrConstruction www.wynmalenhausmann.nl


Vraag je labels aan nu het nog kan! #stopdiefstal

Bestel nu je labels via cumela.nl/stopdiefstal Registreer én markeer je kostbare apparatuur en maak onze sector veiliger!

cumela.nl/stopdiefstal


ONDERNEMEN MET CUMELA - PROJECT BODEM

Zoeken naar schade

BODEM IN BEELD KIJKT NAAR EFFECTEN BERIJDING

Hoe schadelijk is het rijden met zware machines bij een minimale bodembewerking. Om dat te onderzoeken, wordt op een perceel waar bieten zijn geteeld gekeken wat in de komende jaren het effect is op de volggewassen. Bij de aanleg werden hoge lasten gemeten, maar lijkt het effect op de verdichting beperkt. Eén van de belangrijkste onderzoeksvragen betreft de invloed van nieuwe bandentechnologie op het voorkomen van bodemverdichting? Daarvoor is op 6 november 2020 een praktijkdemo aangelegd in Zuidoost-Groningen. Dat gebeurde in het kader van de projecten Voorkomen bodemverdichting Groningen en Bewust behoud bodemstructuur, waaraan Cumela samen met enkele Cumela-leden, LTO, Cosun Beet Company, Van Hall Larenstein, IRS en Wageningen UR deelnemen. Dit onderzoek is daarvoor gecombineerd met het project Bodem in Beeld, waaraan Loonbedrijf Feunekes en Mechanisatiebedrijf Speelman deelnemen. Binnen dit project wordt tijdens de bietenoogst met een lagere bandendruk - minder dan 1,5 bar - gewerkt, waarna de bodem wordt gemeten op verdichting. Een tweede onderdeel van deze demo is onderzoeken of het berijden van de grond met zware machines een waarneembaar effect heeft op de bouwvoor en de gewasgroei van het volggewas. Een derde doel

TERRANIMO UITGEBREID

‘BIJ DEZE METINGEN ZOU DUS MOETEN BLIJKEN WAT HET EFFECT IS VAN DE VERSCHILLENDE BELASTINGEN OP DE OPBRENGST VAN DE VOLGGEWASSEN’

68

GRONDIG 2 2021

De meetdata die met dit project worden verzameld, worden aangeleverd aan het Terranimo-programma, waaraan we in Grondig 2 van 2020 ook aandacht hebben geschonken. In Terranimo kun je zien welke belasting er mogelijk is op de grondsoort waarop je aan het werk moet. Op basis van de vochtigheid wordt dan een maximaal toelaatbare belasting bij een ingestelde bandenspanning aangegeven. De Nederlandse versie is inmiddels beschikbaar (www.terranimo.dk) en we verwachten in maart een update waarbij een aantal nieuwe machines is toegevoegd en ook de Nederlandse bodemkaart is geïntegreerd.

van de demo is om het Terranimo-model voor bodembelasting te voorzien van Nederlandse praktijkdata voor Nederlands gebruik. Door de unieke samenwerking tussen de drie projecten is het mogelijk deze praktijkvragen in één demoveld te onderzoeken. Cumela kon daarbij als verbindende schakel fungeren. In alle drie projecten is de samenwerking tussen boer en loonwerker een belangrijk aspect.

ALLEEN NIET-KEREND De praktijkdemo is aangelegd op een perceel bieten op zandgrond waar komend seizoen aardappelen worden geteeld. Op dit perceel wordt al jaren een niet-kerende grondbewerking toegepast. Grondbewerking vindt alleen plaats met een schijveneg of een vastetandcultivator met een maximale werkdiepte van circa vijftien centimeter. Bij deze metingen zou dus moeten blijken wat het effect is van de verschillende belastingen op de opbrengst van de volggewassen. De werkomstandigheden tijdens de meetdag waren goed. Het perceel was goed begaanbaar en het was mooi weer. Tijdens het rooien van de bieten is gebruik gemaakt van een zesrijige rooier op 800 millimeter brede Ultraflex-banden en een twaalfrijige bietenrooier op 1000 millimeter breed Ultraflex-rubber. Daarbij is op hoge (2,0 bar) en op de laagst mogelijke spanning (minder dan 1,5 bar) gewerkt. Daarnaast is tijdens de oogst van het perceel een aantal transportcombinaties ingezet, zoals een grote trekker-kippercombinatie met drukwisselsysteem en een zelfrijdende overlaadwagen op brede banden. Alle machinecombinaties zijn leeg en vol per wiel gewogen om inzicht te krijgen in de gewichten en de gewichtsverdeling. Vervolgens zijn proefvakken aangelegd waar de verdichting van de verschillende combinaties in de rijsporen is gemeten. Deze sporen zijn met


PROJECT BODEM - ONDERNEMEN MET CUMELA

behulp van GPS ingemeten, zodat we ze dit komende groeiseizoen kunnen blijven volgen. Op deze manier hopen de onderzoekers inzicht te krijgen in de relatie tussen verdichting en eventuele opbrengstderving in het volggewas. Interessant is dan om te zien of een ondiepe grondbewerking voldoende is om de gemeten verdichting in de bouwvoor weer op te heffen.

Hoewel deze demo nog in uitvoering is, kunnen we alvast enkele opvallende zaken noemen. Bij de gemeten wiellasten van de beide rooiers viel op dat er behoorlijke gewichtsverschillen zaten tussen de wielen, zowel tussen links en rechts als voor, midden en achter. Dit liep op tot zo’n anderhalve ton leeg tot zo’n vier ton vol, waarbij wiellasten van meer dan twaalf ton werden gemeten.

De behoorlijke verschillen in wiellasten vonden we ook terug in de verdichtingsmetingen. Die gewichtsverschillen waren tijdens een bietenrooiermeetdag in Zeewolde in 2019 ook geconstateerd. De veldmetingen toonden een sterk verband tussen wiellast en verdichting aan in de laag van tien tot vijftig centimeter. Ook wanneer een transportcombinatie over een rijspoor van de bietenrooier reed, veroorzaakte dit extra verdichting. Het verschil tussen vol of leeg en hoge druk of lage druk was in alle gevallen goed meetbaar in de bodem. Ter illustratie beide metingen van de situatie voor en na berijden door een rooier. Zoals te zien in de grafiek geeft de rode lijn bij het rijspoor een hogere druk aan dan in de onbereden grond (boven de 3 Mpa spreken we van verdichte grond). De bodem onder de bouwvoor op dit perceel bestaat uit een zandpakket met een van nature hoge dichtheid.

Figuur 1. Wiellasten zesrijige rooier leeg

Figuur 2. Wiellasten zesrijige rooier vol

FLINKE GEWICHTSVERSCHILLEN

In 2021 wordt gevolgd wat de effecten zijn bij de teelt van het volggewas. De aardappelen die dit jaar op dit perceel worden geteeld, zullen na een grondbewerking met de vastetandcultivator worden gepoot. De onderzoekers monitoren op verschillende momenten de ontwikkeling van de aardappelen en kijken of aan het eind van dit jaar de verschillende sporen nog terug zijn te vinden. Daarmee is mogelijk iets te zeggen over de langere-termijneffecten van verdichting, al zul je voor echte harde meetdata langjarig moeten meten en zou je een vergelijkbare meting moeten doen op grond die je bijvoorbeeld ploegt op 25 centimeter. Dan kun je vaststellen of deze gewichten in dat geval schadelijk zijn.

Meting 1. Penetrologgermeting van onbereden grond

Meting 2. Penetrologgermeting van linkerspoor volle bietenrooier.

Meting 3. Penetrologgermeting rijspoor op lage bandenspanning

Meting 4. Penetrologgermeting rijspoor op hoge bandenspanning

‘BIJ DE GEMETEN WIELLASTEN VAN DE BEIDE ROOIERS VIEL OP DAT ER BEHOORLIJKE GEWICHTSVERSCHILLEN ZATEN TUSSEN DE VERSCHILLENDE WIELEN’

De behoorlijke verschillen in wiellasten vonden we ook terug in de verdichtingsmetingen. Die gewichtsverschillen waren tijdens een bietenrooiermeetdag in Zeewolde in 2019 ook geconstateerd. De veldmetingen toonden een sterk verband tussen wiellast en verdichting aan in de laag van tien tot vijftig centimeter. Ook wanneer een transportcombinatie over een rijspoor van de bietenrooier reed, veroorzaakte dit extra verdichting. Het verschil tussen vol of leeg en hoge druk of lage druk was in alle gevallen goed meetbaar in de bodem. Ter illustratie beide metingen van de situatie voor en na berijden door een rooier. Zoals te zien in de grafiek geeft de rode lijn bij het rijspoor een hogere druk aan dan in de onbereden grond (boven de 3 Mpa spreken we van verdichte grond). De bodem onder de bouwvoor op dit perceel bestaat uit een zandpakket met een van nature hoge dichtheid.

Tekst: Gerben Zijlstra Foto’s: Toon van der Stok

GRONDIG 2 2021

69



SERIE OMGEVINGSWET - ONDERNEMEN MET CUMELA

Blijven mijn vergunningen geldig? 1 JANUARI 2022: EN NU?

Op 1 januari 2022 treedt de Omgevingswet in werking. Wat betekent deze overgang voor mijn huidige vergunningen, meldingen en mogelijkheden op grond van het bestemmingsplan? Heb ik op 1 januari 2022 nog dezelfde vergunningen of moet ik mijn activiteiten opnieuw vastleggen? In dit tweede deel van deze serie gaan we daarop in. Op 1 januari 2022 bestaan het bestemmingsplan, het Activiteitenbesluit en de milieuvergunning op grond van de Wabo niet meer. De geldende regels uit algemene besluiten en de specifieke regels uit vergunningen die zijn verleend voor de locatie verliezen hun rechtskracht. Om te voorkomen dat bedrijven vogelvrij worden verklaard in het omgevingsrecht heeft de overheid hiervoor twee oplossingen bedacht.

1. NIEUWE DIRECT WERKENDE BESLUITEN Voor een aantal milieuaspecten worden de meeste regels opgenomen in het nieuwe Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Hierin zijn de eisen opgenomen die voor alle bedrijfstakken gelden. Denk dan aan handelingen met bedrijfsafval, het in of op de bodem brengen van meststoffen of de opslag van vloeistoffen in een tank. Ook worden in het Bal eisen voor specifieke bedrijfstakken opgenomen, zoals een agrarisch loonwerkbedrijf, mestbehandeling, landbouwmechanisatie of een grondbank. Voor (ver)bouwwerkzaamheden komen de eisen van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) in plaats van onder andere het Bouwbesluit. Hierin zijn de eisen opgenomen waaraan een bouwwerk moet voldoen. Zodra de activiteit op een locatie wordt uitgevoerd of een voorziening aanwezig is, zijn de eisen uit het Bal en/of het Bbl direct per 1 januari 2022 van toepassing. Daar gaan we in de volgende Grondig verder op in. Nog wel belangrijk om te vermelden

is dat eisen ten aanzien van geluid, trillingen, geur en energiebesparing niet in het Bal terugkomen. Tot zover het gemakkelijke deel.

2. DE ‘BRUIDSSCHAT’ Pas in 2029 hoeven gemeenten een nieuw plan voor het gehele gebied klaar te hebben. Om onduidelijkheden te voorkomen worden voor de tussenliggende tijd een aantal bestaande plannen en besluiten als ‘tijdelijk omgevingsplan’ aangewezen. Dit wordt ook wel de ‘bruidsschat’ genoemd. Wat zit daarin? De bruidsschat bevat in elk geval alle bestemmingsplannen, wijzigingsen uitwerkingsplannen, beheersverordeningenen en exploitatie- en inpassingsplannen die op 31 december 2021 in een gemeente van kracht zijn. Ook verleende vergunningen voor het afwijkend gebruik van ruimtelijke regels vallen onder de bepalingen van de bruidsschat. Dit wordt een verzameling van uiteenlopende eisen. Denk hierbij aan vergunningplichten voor het bouwen, milieuregels (eisen voor geluid, trilling, geur en energiebesparing), mogelijkheden om af te wijken van regels (maatwerk) en voorrangsbepalingen. De verwachting is dat kort na het in werking treden de regels uit de bruidsschat worden gewijzigd om ontwikkelingen mogelijk te maken of dat zich gevallen voordoen waarin de regels uit de bruidsschat afwijken van de regels uit verleende vergunningen.

EN NU?

NIEUWE SERIE: OMGEVINGSWET De overheid streeft ernaar om op 1 januari 2022 de nieuwe Omgevingswet in werking te laten treden. In aanloop naar die datum gaan we in elke editie van Grondig in op de ontwikkelingen en de bijzonderheden die deze wet met zich meebrengt. Vanaf Grondig 3 vind je op cumela.nl een pagina waarop we alles wat je moet weten over deze wet zullen bundelen.

Voor nu is het voor Cumela-leden goed om eens te kijken naar de eigen bedrijfssituatie. Worden de activiteiten uitgevoerd op de gronden met de juiste bestemmingen en zijn de uitgevoerde activiteiten op de locatie bekend bij de gemeente of Omgevingsdienst? Wanneer dit goed is vastgelegd, draagt dat bij aan een goede overgang naar de Omgevingswet. Mocht je vragen of opmerkingen hebben, neem dan gerust contact op met Cumela Advies.

Tekst en foto’s: Tom Luttikhold, juridisch adviseur omgevingsrecht

GRONDIG 2 2021

71


ONDERNEMEN MET CUMELA - CUMELA VROUWEN VIP-DAGEN

Waarom een netwerk zo waardevol is

Tekst: Herma van den Pol Foto’s: Fleuren Fourage & Transport BV

CUMELA VROUWEN VIP-DAGEN

Als gevolg van de coronacrisis vonden er dit jaar geen Cumela Vrouwen VIP-dagen plaats, waarvan Arja Schoonhoven normaal gesproken één van de deelnemers is. Hier vertelt ze wat deze dagen voor haar betekenen en hoe ze er nu toch in slaagt om in contact te blijven met collega-ondernemers, want juist dat contact helpt haar enorm.

VOOR MIJ IS HET DOEL VAN DE DAGEN OM KENNIS TE VERGAREN EN DIE MEE TE NEMEN IN HET DAGELIJKSE WERK

72

GRONDIG 2 2021

Normaal gesproken hebben we eind november de Cumela Vrouwen VIP-dagen. Helaas konden die niet doorgaan vanwege het coronavirus en de maatregelen om verspreiding tegen te gaan. Ik merk dat ik dat toch wel mis. Gewoon het samen delen en sparren. Voor mij is het doel van de dagen om kennis te vergaren en die mee te nemen in het dagelijkse werk. Deze dagen geven veel inspiratie, maar ik merkte dat ik in de loop van het jaar ook naar die inspiratie zocht. Ik wilde verder met het bedrijf, maar hoe doe je dat? Je zit vast in de gang van zaken, je manier van werken en bent eigenlijk een beetje bedrijfsblind aan het worden. Om dit te doorbreken, zou je een adviseur in de arm kunnen nemen, maar wat is er mooier dan dit samen met collega-ondernemers te doen?

Dat is mij gelukt door mijn deelname aan de Cumela Vrouwen VIP-dagen. Je deelt met elkaar en vindt herkenning. Dit maakt dat je elkaar buiten deze dagen om ook opzoekt. Ook merk ik dat de Facebook-pagina van de Vrouwen VIP-dagen steeds vaker wordt gebruikt voor vragen die leven bij de cumelavrouwen.

VERBINDING ZOEKEN Maar hoe ga je dat dan doen? Je wilt namelijk niet alles delen, want dat maakt je kwetsbaar, ook als onderneming. Je zoekt verbinding met mensen die wat willen delen of die zomaar op je pad komen. Omdat ik een gevoelsmens ben, ga ik af op hoe de ontmoeting is en wat ik daarbij voel. Het begint bij wat simpele vragen: hoe doe jij dit of dat? Je kunt


CUMELA VROUWEN VIP-DAGEN - ONDERNEMEN MET CUMELA

IRMA GOTTENBOS OVER DE VROUWEN VIP-DAGEN Als gastvrouw van de Cumela Vrouwen VIP-dagen kreeg ik dit jaar te maken met een gat in mijn agenda. Na het sparren met de denktank bleek al snel dat een digitaal moment nooit het gevoel van de dagen zou kunnen evenaren. Ik zocht de verbinding op door een nieuwsbericht te plaatsen op de website om vrouwen op te roepen om deel te nemen aan de Facebook-pagina om in verbinding te blijven, ervaringen uit te wisselen en tips te verkrijgen. Arja Schoonhoven nam contact met mij op. Zij had samen met drie andere deelneemsters een weekendje in Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee geboekt om toch te sparren met elkaar en de gezelligheid op te zoeken op een voor de Cumela Vrouwen VIP-dagen bekende locatie, zodat alle herinneringen weer naar boven kwamen. Een leuk initiatief, dat leidde tot het idee om eens een deelneemster van de Vrouwen VIP-dagen aan het woord te laten.

van elkaar leren door te delen, want zonder delen kun je niet vermenigvuldigen. Inmiddels heb ik al het en ander mogen delen en ontvangen.

DELEN MET COLLEGA’S Het begon met het naast elkaar leggen van onze softwarepakketten en op welke wijze wij de uren verwerken. Vragen die daarbij werden gesteld waren: hoe verwerk je daarna de werkbonnen? Hoe factureer je? En hoe incasseer je? Daarna volgde het onderdeel VCA. Het handboek moest worden herschreven naar de nieuwe norm. Ook dat kun je goed samen doen. De risico-inventarisatie en -evaluatie doorakkeren is nog zo’n onderwerp. Eind 2019 deden wij mee aan een Europese aanbesteding. Hiervoor moest een plan van aanpak worden geschreven en daaropvolgend een ecologisch werkprotocol. Een plan van aanpak delen is lastig. Mijn zoektocht naar hulp kwam uiteindelijk uit bij Cumela. Voor het ecologisch werkprotocol plaatste ik een oproep op Facebook. Zo ga je dus zoeken en komt er altijd wel iemand op je pad. Daar kwam de CO2-Prestatieladder om de hoek en ook dat deelde ik. Een collega-ondernemer gaf aan dat zij wel samen met mij dit traject in wilde gaan. Zo gezegd, zo gedaan. Ook heb ik een oproep geplaatst op de Facebook-pagina van de Cumela Vrouwendagen. De vraag was of er meer mensen waren die niveau 3 wilden behalen of daarmee al waren gestart. Ook zagen we hierin een mogelijkheid om de kosten te reduceren. Uiteindelijk zijn we met drie personen gestart. Inmiddels hebben wij het certificaat binnen, nummer twee certificeert binnenkort en nummer drie zit nog in de beginfase. Er is nu een afspraak gepland om elkaar verder te helpen. Zo hebben we ook een

CO2-overleg met collega’s gecreëerd. Allemaal zijn het voorbeelden die laten zien hoe het je kan helpen om te delen waar je in het bedrijf tegenaan loopt. Als ondernemer hoef je het niet alleen te doen.

ERVARINGEN UITWISSELEN Naast het delen van vragen kun je ook ervaringen uitwisselen. Zo plaatste een andere deelneemster de volgende oproep op Facebook over werkbonnen: “Ik wil van deze urenbonnen en de daarmee samenhangende uitzoekuren af. Wie heeft tips voor een app of klok of een ander systeem?” Ze kreeg direct vijftien tips van haar collega’s en kon meteen aan de slag. Het was fijn om te zien dat er diverse programma’s goed werken. Vijf dames werken met WerkExpert, drie met Timeking, drie met web-plan ICTaria, twee met Agro-IT, één met Groenvision en één had een eigen systeem laten bouwen in Noord-Holland.

DOOR HET SAMEN TE DOEN, BESPAAR JE TIJD EN KRIJG JE MEER VERDIEPING: ALLEEN GA JE SNELLER, SAMEN KOM JE VERDER

FACEBOOK-PAGINA Wil jij ook ervaringen uitwisselen en tips delen? Sluit je aan bij de Facebook-pagina voor de cumelavrouwen, Cumela Vrouwendagen. Er hebben inmiddels 121 vrouwen deelgenomen aan deze groep. Door het samen te doen, bespaar je tijd en krijg je meer verdieping: alleen ga je sneller, samen kom je verder.

CUMELA VROUWEN VIP-DAGEN 2021 In januari ontvangen de deelneemsters van de afgelopen drie jaren een leuke attentie in de brievenbus om eens met een lach en een nieuwe manier van denken naar zaken te kijken. De tijd van het jaar brengt ons op deze gedachten. Omdenken dus! Wat kan er wel in deze tijd? Het programma voor 2021 staat al in de steigers, dus we hopen dat we hier in november 2021 invulling aan kunnen geven. We wachten vol spanning af. Blijf gezond!

GRONDIG 2 2021

73


ONDERNEMEN MET CUMELA - BEDRIJVIG

ONDERNEMEN MET CUMELA - COLUMN

Wat is een VIN-nummer? En waar kan ik dat vinden? Voor het registeren van (land)bouwvoertuigen bij de RDW moet je het VIN-nummer invoeren. Hoe het Voertuig Identificatie Nummer of Vehicle Identification Number eruit ziet, is afhankelijk van het soort voertuig, het merk en de leeftijd van het voertuig. Oude VIN’s bestaan uit minder cijfers dan nieuwe. Nieuwe VIN-nummers bestaan uit zeventien tekens. Het nummer staat ingeslagen of gegraveerd in een vast deel van het voertuig, meestal rond de vooras. Bij getrokken materieel ontbreekt soms een ingeslagen identificatienummer. Het voertuignummer of constructienummer op de constructieplaat van de aanhangwagen volstaat dan ook voor registratie. Wanneer er geen enkel identificatienummer op het voertuig zit, bijvoorbeeld bij eigenbouw, moet er een VIN-nummer worden ingeslagen. Belangrijk is dat er op het voertuig een uniek identificatienummer aanwezig is. Zo niet, dan kan het voertuig niet worden geregistreerd.

Vincent Tijms, Ondernemerslijn

HEB JE OOK EEN VRAAG? Stel je vraag aan de medewerkers van de Cumela Ondernemerslijn via telefoonnummer (033) 247 49 99 of het e-mailadres ondernemerslijn@cumela.nl

NIEUWE LEDEN Er zijn zes bedrijven ingeschreven als nieuw lid: • A.H. den Hartog & Zn. BV | Leerdam • Van Aalsburg BV | Hellouw • De BVO | Doornspijk • ARS Rental BV | Dirksland • Grondverzet Voorne-Putten BV | Vierpolders • Green to Grow | Bunnik

74

GRONDIG 2 2021

WAT KAN ER WEL IN CORONATIJD? OMDENKEN

We leven in een bizarre tijd. Overdag tijdens het werk (op de machine) lijkt alles gewoon door te gaan, maar vooral ’s avonds en in het weekend worden we geconfronteerd met de coronamaatregelen. Dan wordt het tijd voor ‘omdenken’. We kunnen allerlei redenen bedenken om bij de pakken neer te gaan zitten, maar we kunnen ook kijken wat er wél mogelijk is in de coronatijd. Er zijn genoeg zaken die je nu kunt doen waar je normaliter niet aan toe kwam. Misschien heb je nu wel tijd om die klant eens te bellen om een praatje te maken en te informeren naar zijn toekomstplannen. Of om de medewerkers eens wel uit te nodigen op kantoor voor een jaargesprek. Of om de werkplaats te ordenen. In deze tijd zijn er veel zaken wel mogelijk en door op deze manier naar de situatie te kijken, krijg je ook weer positieve energie. We merken nu ook aan de Ondernemerslijn dat bedrijven de tijd van het jaar en de coronaperiode gebruiken om hun administratie op orde te krijgen, zoals het beoordelen van contracten en die omzetten naar de nieuwe cao (bijvoorbeeld een 40-urige werkweek) of het invoeren van de gegevens voor de kentekenregistratie. Ook de digitalisering is versneld doorgevoerd. Vergaderingen met het bestuur verlopen via Teams. We overleggen vaker en efficiënter met diverse partijen. Er vinden online-bijeenkomsten plaats: Vrouwen VIP-dagen over ‘Personeel’, alle algemene ledenvergaderingen (per provincie) en niet te vergeten de professionele uitzendingen van Cumela Live, die veelvuldig worden bekeken. Al met al initiatieven die er toch voor zorgen dat we met onze leden in verbinding blijven, maar we hopen toch ook snel weer een fysieke bijeenkomst te kunnen organiseren, want dat persoonlijke contact is een heel belangrijk onderdeel binnen onze sector.

Irma Gottenbos bedrijvenadviseur


A LONG WAY

TOGETHER

V-FLEXA Hoe veeleisend uw behoeften ook zijn, de V-FLEXA is uw beste keuze voor landbouwwagens, tanks en strooiers. Dit product van de nieuwste generatie is uitgerust met VF-technologie, waardoor het transport van zware lasten, zowel in het veld als op de weg, mogelijk is bij een lagere bandenspanning. De V-Flexa is een met staalgordel versterkte band die duurzaam is, uitstekende zelfreinigende eigenschappen en een lage rolweerstand heeft, zelfs bij hoge snelheden. De V-FLEXA is het antwoord van BKT om bodemverdichting in het veld te vermijden en rendement te verhogen tijdens transport op de weg.

IMPORTEUR VOOR NEDERLAND

Bohnenkamp Benelux B.V. Centurionbaan 200 - 3769 AV Soesterberg Tel: +31 (0) 88 220 1700 Email: info@bohnenkamp-benelux.com www.bohnenkamp-benelux.com


TREKAUTO MET HOOG LAADVERMOGEN SCANIA - laadvermogen 29,6 T - bumper>vangmuil 8,0 m

VELDHUIZEN heeft een trekauto ontwikkeld die een maximaal laadvermogen realiseert binnen de 18,75 m combinatie lengte. Bij een dieplader lengte van 10,75 m mag de maat van de bumper tot de vangmuil maximaal 8 m zijn. Binnen deze eisen is de meest efficiënte asverdeling 1x10 ton + 4x9 ton. Zo wordt een totaalgewicht bereikt van 46 ton. Deze aslast verdeling is gunstiger dan bij de 8x4 Wide Spread en het laadvermogen is 12% hoger. De QUADRO kippers zijn uit voorraad leverbaar en ook beschikbaar voor de VERHUUR.

Groenekan T. 088 625 96 00 | Zwolle T. 088 625 96 70 |

www.veldhuizen.nl

| info@veldhuizen.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook

Articles inside

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.