DNG 2021#2

Page 18

De recensent

We schrijven januari 2019. Anuna De Wever en Kyra Gantois roepen op tot een wekelijkse schoolstaking voor het klimaat. De eerste donderdag geven 3.000 scholieren gevolg aan hun oproep en nemen de publieke ruimte in. De tweede week zijn het er al 12.500. Op de derde donderdag komen er 35.000 jongeren naar Brussel en zijn er ook acties in Antwerpen, Gent, Oostende, Tienen, Sint-Niklaas, Namen en Luik. Een aantal politici zijn er als de kippen bij om de beweging monddood te maken met een moraliserende framing. De protesterende jongeren worden afgeschilderd als aandachtzoekende spijbelaars, misnoegde scholieren voor wie elk excuus goed is om niet naar school te hoeven gaan. Hun terechte politieke verzuchtingen worden gemakshalve onder de mat geschoven. De reductionistische visie op politiek die deze politici uitdragen moge duidelijk wezen: burgers kunnen eens om de zoveel jaren hun politieke mening kenbaar maken in het stemhokje en moeten voor de rest hun mond houden terwijl de beroepspolitici het land besturen. In Democratie en educatie bepleit Pieter Meurs, als docent verbonden aan de vakgroep Educatiewetenschappen van de VUB, dat aan politiek doen meer is dan louter besturen. Door ons individueel en collectief engagement geven wij mee vorm aan de samenleving. Kenmerkend voor een gezonde democratie is dat ze een publieke ruimte waarborgt waarbinnen geëngageerde burgers politiek kunnen ageren om zo de krijtlijnen van het maatschappelijk bestel te kunnen hertekenen en dat deze publieke ruimte tevens een educatieve ruimte is. Een gezonde democratie legt haar burgers niet – of toch niet

louter - op wat ze moeten denken maar geeft hen de ruimte om hun eigen leermomenten vorm te geven opdat ze zelf kunnen sleutelen aan nieuwe maatschappelijke spelregels. In het eerste deel van zijn boek analyseert Pieter Meurs hoe er vandaag over politiek wordt gedacht en welke ruimte er bestaat voor maatschappijverandering. Hierbij maakt hij gebruik van de politieke theorieën van onder meer Slavoj Žižek, Chantal Mouffe en Jean-Luc Nancy. Hij wijst op het gevaar van depolitisering en postpolitiek, die een reductie inhouden van politiek tot louter maatschappelijk management onder leiding van neoliberale technocraten waarbij de rol van de burger beperkt wordt tot die van consument. Hij bepleit verder om een onderscheid te maken tussen de politiek en het politieke. ‘Het politieke verwijst met andere woorden niet naar de alledaagse institutionele bestuurspraktijken van een bepaalde samenleving, niet naar de politique politicienne, noch naar de politieke economie, maar naar het verschil in opvattingen en identiteiten dat constitutief is voor de manier waarop een samenleving geïnstitutionaliseerd wordt.’ Het kapitalisme is evenwel dusdanig machtig dat deze de publieke ruimte voor burgers waarbinnen sociaal protest en maatschappelijke bewegingen vorm kunnen krijgen, zo klein mogelijk houdt. Wat dat betreft fungeert de publieke ruimte voor de democratie als een kanarie in een koolmijn. Krimpt de publieke ruimte in, dan schort er wat aan de democratie. In het tweede deel beargumenteert de auteur dat de publieke ruimte niet alleen een politieke ruimte is, maar ook een educatieve ruimte. De wisselwerking tussen politiek en educatie is allesbehalve onlogisch. Willen burgers mee kunnen participeren aan de vormgeving van de samenleving, dan hebben ze specifieke vaardigheden nodig en een zekere notie van wat politiek inhoudt. Het gevaar van instrumentalisering en individualisering loert evenwel om de hoek, waarbij formele burgerschapseducatie wordt ingezet om jaknikkers, loonslaven en consumenten te kweken. Vrijheid wordt dan volledig losgekoppeld van politieke participatie, de burger is alleen nog vrij om te consumeren. Dat de publieke ruimte leermogelijkheden biedt wordt te weinig erkend. Nochtans, de praktijken en dynamieken die sociale bewegingen, burgerinitiatieven, verenigingen en maatschappelijk activisme te bieden hebben, barsten van de leerkansen en dragen bij tot de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en begrip voor andere visies. Pieter Meurs concludeert dat de relatie tussen het politieke en burgerschapseducatie een ruimte inhoudt die zich verzet tegen de dominante ideologie van de politieke economie en dat dit soort burgerschapseducatie werkelijk transformatief en disruptief is. Met democratie en educatie levert Pieter Meurs een sterk wijsgerigagogisch werk af dat tot nadenken stemt. Het is ook een noodzakelijk boek voor de actoren in het middenveld, die stilaan moeten inzien dat de jaren van gedepolitiseerd werken weinig vruchten hebben opgeleverd. Zijn oproep voor een vorm van burgerschap die niet op voorhand ideologisch is ingekleurd en een publieke ruimte die ruimte laat voor politiek experiment en burgers leermogelijkheden biedt, kunnen we dan ook alleen maar onderschrijven. Tom Cools Democratie en Educatie. Over burgerschap en aatschappelijke verandering, Pieter Meurs, VUBPRESS, 2021

18 BOEKEN


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.