Stadswerk Magazine 7 2019

Page 1

Stadswerk

MAGAZINE VOOR PROFESSIONALS OP HET GEBIED VAN DE LEEFOMGEVING

07| 2019

E XTRA SPECIAL

INNOVATIE EN DUURZAAMHEID

EXTRA THEMA

KLIMAATADAPTATIE

Openbare ruimte 2019: slim en groen 12

Warmtenet Ede

Woningcorporaties 28 en klimaatadaptatie

56

Slimdak010

Duurzaam 69 ontwerpen



INHOUD

41 S PECIAL DUURZAAMHEID &

INNOVATIE

• Verhuur biedt uitkomst voor milieuvriendelijk

t

THEMA: VAKBEURS OPENBARE RUIMTE

onkruidbeheer • Nieuw: Display-as-a-Service • Combineren van functies helpt toekomst­bestendige stad • Naar een circulair project in de openbare ruimte

06 08

Nieuwe opgaven, nieuwe ideeën Van de bestuurstafel - Gerdo van Grootheest

• Collectieve warmte: het alternatief voor gas • Bedrijventerreinen • Voorne-Putten op weg naar klimaatneutraal

Het Levende Gebouw voor een leefbare stad Future Green City Ideeëntheater - Kim van der Leest

12

Slim groen warmtenet in Ede

16

Cementloos beton met geopolymeren

Future Green City Ideeëntheater - Lotte Wander

Future Green City Ideeëntheater Green Deal Duurzaam GWW 2.0 - Daaf de Kok

18

De Energie- en Grondstoffen­ fabriek

ARTIKELEN 50 De kernkwaliteiten van beton beter benutten Naomi Heidinga i.o.v. Betonhuis

Future Green City Ideeëntheater - Shane Kleyhorst

22

Invasieve exoten: van lokale bedreiging naar landelijke aanpak

52

Een nieuwe, behulpzame blik op de openbare ruimte Maarten Loeffen

Future Green City Ideeëntheater Martijn Boosten en Marcelle Verhoeven

24

De energietransitie als ruimtelijk vraagstuk Future Green City Ideeëntheater - Ruben van de Belt

t

EXTRA THEMA: KLIMAATADAPTATIE

28

Woningcorporaties als partner bij klimaatadaptatie

54

Hoe een nieuw vraagstuk onze toekomst bepaalt Projecten rond klimaatadaptatie en energietransitie onderzocht - Axel Kooiman, Jelmer Nas, Minke van Asperen en Niels Kok

36

Klimaatlabel voor een goede dialoog met bewoners ‘Staat van je Straat’ geeft inzicht op straatniveau Jeroen van Eekelen

Bieb onder de bomen Van de straat - Gert-Jan Hospers

56

Beheer doet er toe! Klimaatadaptatie en gezondheid in gezamenlijk perspectief Marcelle Verhoeven

60

Wijken van het aardgas Rotterdam voortvarend aan de slag - Ton van Leeuwen

65

Anneke van Veen

32

Connectiviteit

Binnenstebuiten Column - Bas Boonstra

69

Duurzaam ontwerpen Column - Gabby van Meer

EN VERDER 04 Nieuws et cetera 71 Aan het Stadswerk 74 Stadswerk.nieuws

07/2019 Stadswerk magazine 3


NIEUWS

Natuurlijke klimaatregelaar in Geerpark, Vlijmen Omdat er in de toekomst meer natte

elke plek in de wijk is de waterslinger

én droge periodes komen, is het nodig

beleef- en bereikbaar. Bijvoorbeeld in

om meer aandacht te besteden aan

de uiterwaarden die van tijd tot tijd

de lokale opvang van water. Dat geldt

overstromen of door natte oevers. Zo

ook voor de wijk Geerpark in Vlij-

is de bestaande weinig dynamische

men-Noord. Waterschap Aa en Maas,

landbouwgrond getransformeerd tot

team Geerpark van de gemeente

een uniek groen-blauw gebied dat

Heusden én inwoners hebben deze

tussen de woningen doorslingert. Het

opgave vertaald in één watersysteem

systeem zorgt voor natuurlijke dem-

voor heel Vlijmen-Noord: de ‘water-

ping bij warm of juist koud weer, wat

slinger’ die door Geerpark heenloopt.

een gunstig effect heeft op het ener-

BRON: WWW.GEERPARK.NL)

E-book: jacht op de bouwer van de toekomst In het e-book ‘Human Capital; jacht op de bou-

gieverbruik.  De waterslinger en bijbehorende bio-

Voor meer informatie:

diversiteit beweegt continu mee met

www.geerpark.nl

de veranderende natuur. En vanuit

Bron: Geerpark Vlijmen

VNG-enquête bevestigt: stikstofproblemen in vrijwel alle gemeenten

wer van de toekomst’ wordt beschreven hoe de

Op 29 mei haalde de Raad van State een streep door het Programma Aanpak

bouw- en vastgoedsector zich inzet om mense-

Stikstof (PAS): het is onvoldoende is onderbouwd om vergunningen te beoordelen

lijk kapitaal naar het bedrijf toe te trekken en

voor nieuwe (of bestaande) activiteiten die stikstof uitstoten. Het gevolg: tal van

welke veranderingen in beroepen men daarbij

voorgenomen bouwplannen komen op losse schroeven te staan. Zo werd recentelijk

tegenkomt. Hoe gaan de Nederlandse bouwers

de bouw van 470 nieuwe woningen in de Roermonds wijk Melickerveld stilgelegd.

om met deze nieuwe werkelijkheid? Welke initiatieven ontplooien zij om talent binnen te krijgen

De VNG hield onlangs een enquête onder alle gemeenten om een beeld te krijgen

en naar welke expertises en functieprofielen zijn

van de situatie. Hieruit blijkt dat vrijwel alle gemeenten te maken hebben met

zij op zoek?

projecten die geen doorgang vinden. Het gaat zowel om de bouw van woningen als om allerlei andere projecten in de openbare ruimte. Sommige gemeenten hebben

Daarnaast worden voorbeelden getoond van

de vaststelling van bestemmingsplannen uitgesteld. Van het merendeel van de

organisaties die jonge professionals binnen­

projecten is het op dit moment onzeker of de ze doorgang kunnen vinden.

halen. Wat is bijvoorbeeld de impact van data bij de realisatie van een ideale werk­omgeving en

Inmiddels heeft minister Schouten (LNV) een adviescollege ingesteld dat zich

hoe en bij welke instellingen wordt de bouwer

moet buigen over een oplossing. Naar verwachting komt het college dit najaar

van de toekomst opgeleid? Het e-book is gratis

met een eerste advies. Na de zomer komt er ook een aangepast stikstofreken­

te downloaden via www.duurzaamgebouwd.nl/

model (Aerius) en een zogeheten ADC-toets om projecten met urgentie te kunnen

ebook/ebook-human-capital. Wel is het voor het

beoordelen.

downloaden nodig om contactgegevens achter

(bron: www.vng.nl)

te laten.

4 Stadswerk magazine 07/2019


Problemen met kabels en leidingen in de ondergrond BRON: GEMEENTE EINDHOVEN)

De aanleg van warmtenetten, zwaardere stroomkabels en de vervanging van rioolbuizen leveren problemen op onder de Nederlandse grond. De bodem zit nu al overvol met leidingen en kabels. Extra graafwerk gaat veel overlast geven en zal meer schade veroorzaken. Daarvoor waarschuwt het kabinet in een rapport dat naar de Tweede Kamer is gestuurd. In het stuk staat dat de energietransitie en de vervanging van rioolnetten de komende jaren een ‘enorme toename’ van ondergrondse kabel- en leidingnetten veroorzaakt. Daarvoor moeten straten massaal worden opengebroken, waarbij de graafschade - die nu al jaarlijks zo’n 130 miljoen euro bedraagt - alleen maar zal toenemen. Van veel ondergrondse leidingen en kabels is niet bekend waar ze precies liggen en wie de eigenaar is, wat voor extra vertraging en overlast gaat zorgen. Het Kadaster houdt weliswaar bij welke leidingen en kabels onder de grond

Geldropseweg in Eindhoven wordt groen en verkeersluw

lopen, maar die overzichten zijn vaak onvolledig en onnauwkeurig. Tot 2006

Vanwege veranderingen in mobiliteit en

Bron: AD 20-8-19

was het bovendien niet wettelijk verplicht om de aanleg van nieuwe leidingen te melden. Oude leidingen zijn niet allemaal in kaart gebracht. De grond in Nederland raakt overigens niet alleen voller door leidingen en kabels. Wegen en paden worden steeds vaker ondergronds aangelegd, net als parkeergarages, fietsenstallingen en vuilcontainers.

veranderde opvattingen over leefbaarheid worden steeds meer straten vergroend met minder ruimte voor de auto en meer ruimte voor fietsers en voetgangers. De Geldropseweg in Eindhoven is een van die straten. Het gedeelte van de weg tussen Vestdijk en Sint-Jorislaan wacht een ingrijpende metamorfose. Wat nu nog door veel bewoners en ondernemers wordt omschreven als een grauwe, onaantrekkelijke ‘racebaan’, moet

Hele wereld wil groene Utrechtse bushokjes

FOTO: MOBILANE

een verkeersluwe, groene woon- en winkelstraat worden waar voetgangers en fietsers

Mobilane, ontwikkelaar en leverancier

ruim baan krijgen. Voor de herinrichting

van innovatieve groensystemen,

heeft de gemeente drie jaar terug anderhalf

ontwikkelde onlangs bushokjes met

miljoen euro uitgetrokken.

sedumdaken en bamboebankjes op verzoek van ClearChannel, een bedrijf

De weg telt straks één rijstrook voor auto’s

voor outdoor advertising. Daarnaast is de bodemplaat gemaakt van gerecycled

in beide richtingen, waar een maximum

beton. De groene daken bevatten zes tot acht soorten sedum. De vetplantjes kunnen

snelheid van 30 kilometer per uur geldt.

goed tegen droogte en zijn daardoor makkelijk te onderhouden. Het sedum filtert de

Doorgaand verkeer wordt afgewikkeld via de

lucht, vangt fijnstof af en verbetert op deze manier de kwaliteit van de lucht.

Kanaaldijk-Zuid. Het asfalt maakt plaats

Daarnaast vergroten groene daken ook de biodiversiteit in de stad. Dit is belangrijk

voor grijze en rode klinkers, natuurstenen

voor insecten zoals vlinders en bijen. Ook vangen de cassettes het regenwater op en

tegels en rode fietspaden. Zebrapaden wor-

zorgen ze voor verkoeling bij hoge temperaturen.

den verhoogd, waardoor de snelheid uit het verkeer wordt gehaald. Bovendien komt er

Inmiddels is er vanuit de hele wereld belangstelling om de groene bushokjes toe te

een pleintje in het hart van het gebied.

passen. Onder meer Melbourne en Mexico Stad hebben interesse getoond.

Bron: Eindhovens Dagblad 23-9-19

Bron: Alpha Communications

07/2019 Stadswerk magazine 5


t COLOFON

VAN DE BESTUURSTAFEL TEKST GERDO VAN GROOTHEEST Voorzitter Vereniging Stadswerk Nederland

Stadwerk magazine wordt tien keer per jaar uitgegeven door de Vereniging Stadswerk Nederland, de beroepsvereniging voor professionals die werkzaam zijn in de fysieke leefomgeving, in samenwerking met Virtùmedia. Stadswerk is aangesloten bij IFME (International Federation Municipal Engineers) WUP (World Urban Parks Association) Secretariaat Vereniging Stadswerk Nederland Bezoekadres Kantorencomplex Bouwstede Galvanistraat 1 6716 AE Ede (Gelderland) Postadres Postbus 416 6710 BK Ede T 0318 69 27 21 F 0318 43 76 53 E info@stadswerk.nl www.stadswerk.nl Leden ontvangen het tijdschrift gratis. Aanmeldingen, wijzigingen en opzeggingen van het lidmaatschap dienen schriftelijk te geschieden bij het secretariaat van de vereniging. Redactie Stadswerk magazine Michiel Smit, hoofdredacteur (michiel.smit@stadswerk.nl) Philip Fokker (Product & Materiaal) Marc de Jong (Antea Group) Marika Kerstens (Hoogheemraadschap Rijnland) Louise Kok (Stadswerk) Pim Quist (gemeente Den Haag) Gert Visser (Movares) Uitgever Virtùmedia Pepijn Dobbelaer Postbus 595 3700 AN Zeist T 030 692 06 77 E pdobbelaer@virtumedia.nl Losse abonnementen Deze kunnen schriftelijk tot uiterlijk 30 november van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd. Bij niet-tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch een jaar velengd. Abonnementsprijs €92,50 ex. btw. Losse nummers € 9,25 Basisontwerp en vormgeving Twin Media bv Druk Veldhuis Media, Raalte Advertenties Virtùmedia Albert van Kuijk en Rob van der Linden Postbus 595 3700 AN Zeist T 030 692 0677 F 030 691 3312 E avankuijk@virtumedia.nl rvanderlinden@virtumedia.nl www.virtumedia.nl Coverfoto Bushokje met groendak in Utrecht. Hier is inmiddels wereldwijde belangstelling voor. (foto: Mobilane) © Copyright 2019 Niets uit deze uitgave mag woden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 0927-7641

Nieuwe opgaven, nieuwe ideeën

N

ieuwe opgaven en uitdagingen gaan hand in hand met innovatie. Als er één domein is waar die stelling voor opgaat is het op dit moment wel de openbare ruimte. Bij tal van prangende maatschappelijke kwesties - klimaatadaptatie, de energietransitie, vergroening, om er maar een paar te noemen - speelt de openbare ruimte een sleutelrol. Als vereniging in de openbare ruimte signaleren we deze opgaven en zijn we blij om te zien dat professionals met geweldige inzet en creativiteit werken aan oplossingen en antwoorden. En op onze beurt doen wij ons uiterste best om dit een platform te bieden, een platform voor uitwisseling van gedachten en inzichten en verdere verspreiding van de goede ideeën. De Vakbeurs Openbare Ruimte, op 2 en 3 oktober in de Jaarbeurs te Utrecht, is hier een prima gelegenheid voor. Deze beurs is toonaangevend in de vakwereld en brengt duizenden professionals van verschillende disciplines bij elkaar. We hebben samen met branchevereniging VHG speciaal voor deze beurs het Future Green City Ideeëntheater ontwikkeld. In laagdrempelige sessies van een half uur worden belangwekkende innovaties gepresenteerd en besproken. In dit nummer van Stadswerk magazine vindt u alvast een selectie van zes van deze sessies. Zodoende kunnen we onder meer kennis maken met het duurzaamste warmtenet van Nederland (in Ede), een gedegen handboek over de toepassing van groen op en bij gebouwen en een initiatief van de waterschappen om energie en grondstoffen terug te winnen uit afvalwater. En ook de bestrijding van invasieve exoten, in het bijzonder de Aziatische duizendknoop, krijgt aandacht op de beurs en in dit tijdschrift. De openbare ruimte ‘swingt’, zo is het breed gedeelde gevoel onder professionals. Meer dan ooit wordt een beroep gedaan op inzet en creativiteit om bij te dragen aan een gelukkige, welvarende, gezonde en ‘groene’ samenleving. We merken daar ook als vereniging de gevolgen van: we organiseren meer activiteiten dan ooit en het aantal persoonlijke leden groeit flink: van circa 2.600 naar 3.500 in tweeëneenhalf jaar tijd! Mocht u nog niet zijn aangehaakt bij ons netwerk, dan is de Vakbeurs Openbare Ruimte een prima gelegenheid om de mogelijkheden eens met ons te verkennen. Want behalve met het Future Green City Ideeëntheater zijn we ook vertegenwoordigd met een stand waar u ‘Stadswerkers’ kunt spreken. Graag tot ziens!


NSTT No-Dig Event 2019: Samenwerken aan de energietransitie Op 9 en 10 oktober 2019 organiseert de NSTT (Nederlandse Vereniging voor Sleufloze Technieken en Toepassingen) voor de 6de keer haar No-Dig Event. Plaats van actie is Het Hart van Holland in Nijkerk. Als vereniging stelt de NSTT zich ten doel om kennis over en toepassing van sleufloze technieken te vergroten in Nederland en België (samenwerking met Ie-net) door het organiseren van studiemiddagen, deelname aan discussiebijeenkomsten en het opstellen en uitgeven van studies met betrekking tot het vakgebied in relatie tot de ondergrondse infrastructuur, alsmede de jaarlijkse uitreiking van de NSTT No-Dig Award en de NSTT

9 & 10 oktober 2019 Energietransitie no dig!

Publieksprijs. Als kers op de taart organiseert de NSTT elke 2 jaar het No-Dig Event. Een ontmoetingsmoment voor leden en niet-leden om nieuwe ontwikkelingen te ervaren, kennis te delen en op grote schaal te netwerken in deze groeiende internationale high-tech ambiance. De formule, waarbij beursvloer, inlooptheaters en demonstraties op het gebied van de specialistische sleufloze technieken geïntegreerd worden aangeboden, heeft zich in de afgelopen jaren bewezen en geleid tot een groeiend aantal exposanten en bezoekers. Voor het No-Dig Event 2019 is er daarom een extra hal toegevoegd. De inlooptheaters zijn nu

geïntegreerd in de ruimer opgezette beursvloer. Daarnaast is er een opdrachtgeversplein in ontwikkeling, waar thema’s als samenwerken in de keten en de energietransitie ruime aandacht zullen krijgen. Ook het aanbod van demonstraties op het buitenterrein groeit, met zelfs een mogelijkheid om onder deskundige leiding een echte boring te realiseren. De ontwikkelingen met betrekking tot de sleufloze technieken zitten in de lift, zowel qua aanbod, noviteiten en de toepassingen, maar moeten blijvend worden gepromoot met het oog op de toekomstige activiteiten in de boven- en ondergrondse infrastructuur.

Samen sleufloos werken Hart van Holland, Nijkerk • www.no-dig-event.nl

Bent u actief in het beheer, aanleg en onderhoud van ondergrondse infra of ondergrondse openbare ruimte? Dan is het NSTT No-Dig Event onmisbaar voor u. Beurs • Kennistheaters • Live demonstraties • Uitreiking NSTT No-Dig Award en NSTT Publieksprijs • Netwerken met 1500 professionals Exposanten:

Leidingrenovatie bv

Mediapartners:

Registreer voor gratis toegang www.no-dig-event.nl


Future Green City Ideeëntheater

Het Levende Gebouw voor een leefbare stad Het is goed om bij het maken van klimaatbestendige, circulaire en energieneutrale steden niet uitsluitend te kijken naar technische oplossingen. Groen biedt integrale oplossingen voor een prettige, gezonde en veilige omgeving. Om hier meer inzicht in te krijgen, ontwikkelde Kim van der Leest met branchevereniging VHG het handboek Het Levende Gebouw. 8 Stadswerk magazine 07/2019


TEKST KIM VAN DER LEEST, Conceptontwikkelaar

meegenomen. Zo is er direct afstemming vooraan in de keten, waardoor groen geen sluitpost is. Als dat lukt, worden er niet alleen betere groene gebouwen en locaties ontworpen maar ook ontwikkeld tegen minder kosten en met minder onderhoud. Gezien de opgave om te verdichten en te vergroenen in de bebouwde omgeving, was er vanuit de markt vraag naar een uitgave over levende groene gebouwen. Het antwoord is de handleiding Het Levende Gebouw over groen op, aan en in gebouwen. Hierin zijn 400 gerealiseerde praktijkvoorbeelden en inspirerende toepassingen geordend, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en gebruikerservaringen. Tevens komen faal- en succesfactoren in aanleg, gebruik en onderhoud aan bod.

Opzet De handleiding Het Levende Gebouw helpt in gesprekken de mogelijkheden van groene oplossingen tijdig mee te nemen en maximaal in te zetten voor de gewenste functies. Het geeft ook inspiratie voor de invulling van duurzaamheidsdoelstellingen- en certificeringen. Er zijn negentien thema’s benoemd waarvoor groen meerwaarde heeft. Denk aan water, temperatuur, biodiversiteit, ontspannen en ontmoeten of voedsel. Alle thema’s vallen onder de grote maatschappelijke dossiers zoals gezondheid, duurzaamheid, klimaat en economie en dragen bij aan een betere leefomgeving.

Het Orlyplein in Amsterdam heeft in anderhalf jaar tijd een gigantische meta­ morfose ondergaan. Het vroegere grijze betonnen dak van het station Amsterdam Sloterdijk is volledig veranderd in een waterbergende groene oase. Groen heeft enorm bijgedragen aan een prettig plein met inkomsten voor de omliggende horeca, hotels en winkels. Criminaliteit en zwerfafval zijn juist sterk verminderd. (foto: Riske De Vries -Tree Ground Solutions - Het Levende Gebouw)

G

ebruikers willen groen, architecten willen groen en ook steeds meer projectontwikkelaars willen groen voor de waardevermeerdering van hun vastgoed. Belangrijk is ook dat provincie en gemeente vooraf en tijdig met een visie komen voor een locatie waarin groen is

Veel vragen en ambities voor de leefomgeving zijn ‘niet groen’, bijvoorbeeld het verminderen van wateroverlast, het verminderen van de ervaren geluidshinder, een betere luchtkwaliteit, een aantrekkelijk vestigingsklimaat, het verminderen van hittestress of energiebesparing. De oplossingen hiervoor kunnen echter wel groen zijn. Deze groene kennis en mogelijkheden zijn niet altijd bij iedereen bekend.

Praktijkvoorbeelden en mindmaps Het kan bijvoorbeeld gaan om slimme gebouwen met groen-blauwe daken die samen met het waterschap de waterhuishouding in de wijk regelen. Of groen tussen hoge gebouwen dat windhinder tegengaat om aantrekkelijkere wandelroutes of horecaexploitatie mogelijk te maken. 07/2019 Stadswerk magazine 9


Afgelopen zomer zijn we geconfronteerd met extreme hitte. Groene daken en groene gevels zorgen voor natuurlijke verkoeling én afvang van fijnstof én verminderen geluidshinder én dragen bij aan biodiversiteit én een verbeterde werking van zonnepanelen én dienen als rustgevend uitzicht. Door groene verblijfsdaken aan te leggen, ontstaat nieuwe leefruimte in dichtbevolkte gebieden. Het mooie van groen is dat je allerlei waarden kunt stapelen.

Het mooie van groen is dat je allerlei waarden kunt stapelen Om heel gericht die waarden van groen te belichten, is er voor elk type gebruiksfunctie (wonen, werken, zorg, leren, mobiliteit & logistiek, retail & leisure) een mindmap toegevoegd. De mindmaps zijn een handig hulpmiddel in gesprekken met multidisciplinaire teams of co-creatie. We zijn vaak geneigd om alles technisch op te lossen. Veel is met groen eenvoudig en duurzaam op te lossen. Sterker nog: groen en techniek kunnen ook samenwerken of elkaar versterken.

Voor wie? De handleiding Het Levende Gebouw is bedoeld om groenprofessionals, opdrachtgevers, architecten, landschapsarchitecten en projectontwikkelaars te helpen en inspireren bij het integraal ontwerpen, bouwen en beheren van levende gebouwen. Ook provincies en gemeenten die aan het begin staan van het proces van (her)ontwikkeling van een locatie kunnen veel hebben aan deze handleiding. Het boekwerk biedt informatie en inspiratie bij het bepalen van de strategie en visie voor een locatie en de gewenste bebouwing. Door van tevoren gezamenlijk groene ambities integraal op te nemen, kan de keten in de bouwwereld hierop anticiperen. Ook de hele planvorming en goedkeuring kan dan efficiënter verlopen.  Op woensdag 2 oktober geeft Kim van der Leest op de Vakbeurs Openbare Ruimte in het Future Green City Ideeëntheater, georganiseerd door Stadswerk en branchevereniging VHG, een presentatie over Het Levende Gebouw, van 14.00-14.45 uur. De centrale vraag daarbij is hoe groen integraal en haalbaar toe te passen voor betere leefomgevingen. De handleiding Het Levende Gebouw is een vervolg en verdieping op de succesvolle handleiding De Levende Tuin versie 2,

Het verkoelende effect van een groen(blauw) dak heeft een gunstig effect op de zonnepanelen en kan resulteren in 6 procent meer energieopbrengst. Verder verloopt het verouderingsproces van het silicium in de panelen op een groen dak trager en zal vermogensverlies pas na tien jaar optreden. (foto: Rooftop revolution - Het Levende Gebouw)

10 Stadswerk magazine 07/2019

gepubliceerd in 2018. Die gaat over groen bij woningen, bedrijven, zorg- en onderwijsinstellingen en in de openbare ruimte. Beide handleidingen zijn digitaal in te zien en te bestellen op www.vhg.org.

Windhinder tussen hoge gebouwen bedwongen met een dakbos: een boomgaard van sierlijke en sterke bomen als natuurlijke windbreker aan het Zuidplein bij station Amsterdam Zuid. Op een ondergrondse parkeergarage zijn zeventig groeiplaatsen voor bomen in het gebouw geïntegreerd in de vorm van verzonken bakken. Deze dienen ook als zitplekken. Alternatief was geweest een windscherm van 10 meter hoog en 80 meter breed wat het probleem alleen maar zou verplaatsen. (foto: Boomkwekerij Ebben- Het Levende Gebouw)


Voor Voor overzicht overzicht enen inzicht inzicht in in uwuw projecten projecten enen planning planning rond rond Beheer Beheer Openbare Openbare Ruimte. Ruimte. STAND 4 .6 .2 5

BOR-Vision BOR-Vision is deiscomplete de complete ge誰ntegreerde ge誰ntegreerde

VAKBEURS OPENBARE RUIMTE

automatiseringsoplossing automatiseringsoplossing voor voor uw projecten uw projecten in het inBOR-domein het BOR-domein voor voor de aanleg de aanleg en het en het onderhoud onderhoud van groen van groen en grijs. en grijs. BOR-Vision BOR-Vision omvat omvat modules modules voor voor uw totale uw totale werkproces: werkproces: van calculatie van calculatie en offertes en offertes tot en tot en met planning, met planning, nacalculatie, nacalculatie, facturatie facturatie en en rapportages. rapportages. BOR-Vision BOR-Vision helpthelpt u omuin om dein de dynamiek dynamiek van alledag van alledag overzicht overzicht te houden te houden

BOR-Vision BOR-Vision ge誰ntegreerd ge誰ntegreerd in in uw uw ICT-landschap ICT-landschap activiteiten activiteiten in het in BOR-domein. het BOR-domein. op uw oplopende uw lopende projecten projecten en planning en planning en en

inzicht inzicht te krijgen te krijgen in deinperformance de performance van uw van uw

VERKEERD FORMAAT

Centraal Centraal financieel financieel / HRM/ HRM

BOR-Vision BOR-Vision

Afval inzameling Afval inzameling

Beheersoftware Beheersoftware

Grafisch Grafisch taakgestuurd taakgestuurd werken werken

Digitale Digitale kaart kaart / GIS / GIS

MeerMeer informatie: informatie: T +31 T(0)172 +31 (0)172 23 54 2344 54 44

www.bor-vision.nl www.bor-vision.nl info@infogroen.com info@infogroen.com


Future Green City Ideeëntheater

Slim groen warmte­net in Ede In 2050 dient de bebouwde omgeving in Nederland aardgasvrij te zijn. Naar verwachting zullen warmtenetten hierin een belangrijke rol gaan spelen. In Ede ligt het duurzaamste warmtenet van Nederland. Hoe werkt dit slimme groene warmtenet, en hoe kan het dat aansluiters op dit Warmtenet tot wel 85% C02 besparen? Een van de bio-energieinstallaties in Ede.

D

ochterbedrijf van MPD Groene Energie ‘Warmtebedrijf Ede’ realiseert het Edese slimme groene warmtenet. Directeur Valentijn Kleijnen legt uit: ‘Op deze ruim 30 kilometer lange, toekomstbestendige warmte-infrastructuur zijn op dit moment drie bioenergie-installaties aangesloten. Hiermee worden inmiddels 18.500 woningen en bedrijven van groene warmte voorzien. Op deze manier werken wij mee aan een fossielvrij Ede’. Als samenleving staan we samen voor de energietransitie, waarbij we van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare gaan. Warmtebedrijf Ede versnelt de energietransitie en staat ervoor dat duurzame oplossingen naast elkaar gerealiseerd moeten worden. Duurzaamheid bevindt zich namelijk in de mix van alle duurzame maatregelen samen. Op het slimme toekomstbestendige warmtenet in Ede zijn dan ook diverse bronnen zoals restwarmte, aardwarmte, zonnewarmte, evenals toekomstige innovaties als groene waterstof, te gebruiken. Deze bronnen kunnen voor de basis-warmtevraag worden ingezet en biomassa is dan alleen nodig tijdens piekvraag en als back-up.

Voordelen Valentijn Kleijnen: ‘Een duurzaam warmtenet zorgt na12 Stadswerk magazine 07/2019

tuurlijk voor een verminderde CO₂-uitstoot: in Ede wordt circa 50.000 ton CO₂ per jaar bespaard. Alle soorten panden zijn eenvoudig aan te sluiten, waarbij lokale warmte ook lokale werkgelegenheid betekent. Belangrijk voor het succes is dat de gemeente Ede faciliteert en Warmtebedrijf Ede ontzorgt.’ Maar er zijn meer voordelen: • Een warmtenet is de duurzaamste oplossing voor aardgas tegen de laagste maatschappelijke kosten • Veiliger en comfortabeler: de woning zonder vuur, gas en koolmonoxide, lawaai of capaciteitsbeperking • Nieuwbouw: Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) 0 met mogelijkheid groene hypotheek • Vrije keuze in plaats van aansluitverplichting Kleijnen: ‘De maximumtarieven voor particuliere klanten zijn gereguleerd in de Nederlandse Warmtewet. De klant wordt volledig ontzorgd: service, reparatie en vervanging zijn bij het voorschotbedrag inbegrepen. Particuliere klanten worden gecompenseerd bij storing en de continuïteit van warmtelevering is gewaarborgd door de Nederlandse overheid.’ Het Edese warmtenet is gecertificeerd met een EMGkwaliteitsverklaring: van alle getoetste Nederlandse warmtenetten is dat van Ede het duurzaamst. Concreet betekent dit dat met het aansluiten op het groene warm-


TEKST LOTTE WANDER, MPD Groene Energie BEELD MPD Groene Energie

tenet in Ede, met 85 procent de hoogste CO₂-besparing in Nederland valt te realiseren. Kleijnen: ‘Met additioneel enkele vierkante meters zonnepanelen op het dak is de woning zelfs eenvoudig klimaatneutraal te maken.’

De Edese bio-energie-installaties Op dit moment zorgen drie bio-energie-installaties in Ede ervoor dat het water in het slimme warmtenet verwarmd wordt. Aangesloten panden ontvangen hun ruimteverwarming via radiatoren en vloerverwarming, en warm tapwater in de badkamer en keuken. De drie installaties zijn gekoppeld op een warmte-ringleiding in Ede, zodat ze elkaar (indien nodig) duurzaam kunnen vervangen. Het is een slim warmtenet omdat de energieproductie van de bio-energie-installatie continu computergestuurd op voorspellende basis wordt aangepast aan de vraag. Efficiënte warmtelevering dus!

risch groenbeheer benut. Van de gemeente Ede ontvangt Warmtebedrijf Ede uit de gemeentelijke bossen vrijwel uitsluitend houtsnippers afkomstig van de bestrijding van de Amerikaanse Vogelkers (Prunus). Valentijn Kleijnen: ‘Er worden geen bomen gekapt voor onze biomassa. Juist het mooie hout zoals stamhout krijgt een hoogwaardiger bestemming. Alleen het tak- en tophout is geschikt om te gebruiken voor biomassa’. Bosbeheer in Nederland is vanuit de Wet Natuurbescherming verplicht gekapte bomen te herplanten. Ook zorgt zij ervoor dat er voldoende dood hout blijft liggen op de mogelijk schrale bosgronden.

KLIMAATPLANTSOENEN Warmtebedrijf Ede wil lege openbare ruimte opvullen met ‘klimaatplantsoenen’. Niet vanwege een vermeend tekort aan

Een Edese bio-energie-installatie bestaat globaal voor de helft uit filters, en voor de andere helft uit warmte-terugwininstallaties. Dit laatste zorgt ervoor dat er geen warmte verspild wordt: het totale rendement van deze installaties behoort tot de hoogste ter wereld (meer dan 90 procent rendement). De filters in de fabriek filteren de uitstoot. Wat uit de schoorsteen komt is voornamelijk waterdamp en CO₂, afkomstig uit de houtsnippers. De uitstoot van CO₂ is gelijk aan de opname ervan, waardoor deze direct weer wordt opgenomen in de korte-koolstof-kringloop. Dit maakt biomassa een CO₂-neutrale brandstof. Door de aanwezige filters wordt de uitstoot van fijnstof dusdanig beperkt dat deze per verbrandingsunit gelijkstaat aan de uitstoot van circa drie reguliere woning-openhaarden bij gemiddeld jaarlijks gebruik. Een bio-energie-installatie heeft twee units. Met de uitstoot van zes openhaarden worden nu dus niet zes, maar circa 7.000 woningen en bedrijven (woning-equivalenten) duurzaam verwarmd.

biomassa maar omdat bomen helpen tegen klimaatverandering. Ze vangen CO2 en fijnstof af, maken de omgeving groener, zorgen voor afwatering bij hevige regenval, meer bio­diversiteit en voorkomen hittestress. Het snoeisel kan bovendien benut worden voor groene warmte; het plantsoen groeit daarna weer aan.

Een goede samenwerking In Ede is rond het warmtenet een succesvolle publiekprivate samenwerking ontstaan. Particuliere warmtebedrijven zijn de specialist met warmteleveringsvergunning, met de gemeente in een katalyserende rol. Valentijn Kleijnen: ‘Bovendien is er keuzevrijheid in het aansluiten; er blijft dus ruimte voor andere (burger)initiatieven en het betreft een open netwerk waarop ook derden restwarmte kunnen invoeden.’  U kunt op donderdag 3 oktober tijdens Vakbeurs Open-

Duurzame lokale en regionale biomassa Het merendeel van de houtsnippers is afkomstig uit de tuinen van Ede en omliggende gemeenten. Aanvullend wordt lokaal resthout afkomstig uit openbaar stedelijk en agra-

bare Ruimte een presentatie bijwonen over het warmte­ AANLEG VAN

NET.

HET WARMTE

net in Ede. Deze vindt plaats in het Future Green City Ideeëntheater van 11.00-11.30 uur. Zie www.openbareruimte.nl voor details en de meest actuele informatie.

WEBSITE www.warmtebedrijfede.nl

07/2019 Stadswerk magazine 13




Future Green City Ideeëntheater - Green Deal Duurzaam GWW 2.0

Cementloos beton met geopolymeren Beton wordt gemaakt met het bindmiddel cement. Algemeen bekend is dat cement als bindmiddel voor een belangrijk deel de CO2-belasting van beton bepaalt. Voor een duurzame en circulaire economie is het dus van belang dat de betonketen inspanningen doet om deze uitstoot te reduceren.

O

m CO2-reductie te realiseren, kunnen verschillende technieken en strategieën worden ingezet. Een daarvan is de inzet van alternatieve bindmiddelen. Een innovatie waarover de laatste jaren in Nederland veel wordt gesproken, is het bindmiddel cement volledig te vervangen door een bindmiddel op basis van geopolymeren. Dit is voor Nederland betrekkelijk nieuw. In andere landen is al veel meer ervaring opgedaan met geopolymeren. Het heeft een potentie om, afhankelijk van de referentie, een substantiële CO2-reductie te behalen, waarmee de klimaatdoelen dichterbij komen. Geopolymeren is (volgens het Betonlexicon) een verzamelnaam voor aluminiumsilicaten die door alkali worden geactiveerd. Het zijn anorganische bindmiddelen die meestal bestaan uit twee basis­ componenten: • Reactieve aluminium- en siliciumhoudende hoofdbestanddelen (bijvoorbeeld vliegas, hoogovenslak of metakaoline) • Een sterke alkalische activator (bijvoorbeeld natriumsilicaat (‘waterglas’) of natriumhydroxide) De afgelopen jaren zijn verschillende projecten uitgevoerd waarbij gebruik gemaakt is van geopolymeren als bindmiddel voor beton. Ook zien we dat door organisaties de technologie verder wordt uitgewerkt

16 Stadswerk magazine 07/2019

Gemiddeld CO2-aandeel per m3 bij betonproductie, opgesplitst naar categorie. (bron: duur­zaam­heidsverslag Betonhuis Betonmortel 2012-2017)

DEELNEMERS PROEFTUIN GEOPOLYMEREN Betrokken opdrachtgevers zijn de gemeenten Alphen aan den Rijn, Amersfoort, Amsterdam, Dordrecht, Leeuwarden, Rotterdam, Utrecht, Veenendaal en de provincies Groningen en Gelderland.

en geprofessionaliseerd. Verschillende toeleveranciers van prefab producten en betonmortel investeren in deze technologie en bieden producten aan.


TEKST DAAF DE KOK, BouwCirculair

Uniforme monitoring OVER BOUWCIRCULAIR BouwCirculair is hét platform voor circulair denken en doen in de infrasector en op termijn ook in andere sectoren. Via onze netwerkactiviteiten brengen we kennis(sen) bij elkaar en werken we gericht aan het formuleren en realiseren van CO2-doelstellingen. Op dit moment gebeurt dat binnen veertien ‘betonketens’ en vijf ‘asfaltketens’.

Pilotprojecten Over de techniek en haar toepassingen is over het algemeen nog weinig bekend bij opdrachtgevers. Bovendien is er nog te weinig informatie beschikbaar om een afgewogen maatschappelijk oordeel te kunnen vellen. Vragen gaan vooral over de effecten in relatie tot risico’s, kwaliteit (ook in tijd), kosten en de potentiële winst voor de duurzaamheid en CO2-reductie. BouwCirculair heeft samen met TNO het initiatief genomen om nader onderzoek te doen naar de maatschappelijke en technische effecten. In 2018 zijn twee goed bezochte informatiebijeenkomsten (Tilburg, Zwolle) georganiseerd. Hierin werd door experts vanuit verschillende invalshoeken het onderwerp belicht, om vervolgens met elkaar in gesprek te gaan over de kansen en de mogelijkheden. Na de bijeenkomsten zijn door BouwCirculair en TNO tien opdrachtgevers gevraagd om een pilotproject in te brengen om zo een proeftuin te starten. Dit met het doel meer kennis te verwerven en antwoord te kunnen geven op de vragen die er leven.

Met alle betrokkenen is vanuit TNO een monitoringsprotocol opgesteld. Alle projecten worden volgens dat protocol uitgevoerd. TNO voert daarover de regie en rapporteert. De uitvoering wordt mede gefinancierd door de rijksoverheid vanuit de Klimaatenvelop. De kernvraag is op welke wijze en in welke mate de projecten (en haar toepassingen van geopolymeerbeton) anders zijn dan reguliere projecten. Vanuit de theorie is daarover al veel bekend. Ook zijn er al vele toepassingen gerealiseerd, zowel van elementen als van betonmortel met geopolymeren. In verschillende landen wordt al veel langer gewerkt met beton met geopolymeren, ook voor toepassingen van constructieve bouwdelen. In Nederland zetten we nu een eerste stap met deze toepassingen. Ervaringen met gerealiseerde projecten met geopolymeren lijken potentie te hebben voor de bijdrage die zij kunnen leveren aan de doelstellingen van de circulaire economie. Met het monitoren van de projecten kan het worden geobjectiveerd. Bij een positief resultaat levert de toepassing een bijdrage aan de klimaatdoelstellingen, maar het is zeker niet een totaaloplossing. Daarvoor moeten meerdere paden worden bewandeld en is meer innovatie en onderzoek nodig. Alle deelnemers van BouwCirculair weten dat en zetten zich ook daarvoor in.

Betonmortelcentrale in Diemen. (foto: Wikimedia/ Marion Golsteijn)

Wilt u meer weten over het project? Dan kunt u contact opnemen met: TNO, Jeroen Kruithof, jeroen.kruithof@tno.nl of BouwCirculair, Daaf de Kok, ddkok@bouwcirculair.nl. U kunt op donderdag 3 oktober tijdens Vakbeurs Openbare

De tien projecten betreffen allemaal niet-constructieve toepassingen in de GWW-sector (Grond-, Weg- en Waterbouw) en zijn verschillend van aard. Voor een deel toepassingen van elementen en elementverhardingen en voor een deel beton dat in het werk wordt gestort. Bij de uitvoering zijn verschillende, veelal regionale, bedrijven betrokken die de uitvoering en realisatie op zich nemen. Alle projecten worden in 2019 uitgevoerd. Hierdoor is het mogelijk om in 2020 al de eerste resultaten te communiceren.

Ruimte een presentatie bijwonen over cementloos beton. Deze vindt plaats in het Future Green City Ideeëntheater van 15.0015.30 uur. Zie www.openbareruimte.nl voor details en de meest actuele informatie.

WEBSITES www.bouwcirculair.nl www.duurzaamgww.nl

07/2019 Stadswerk magazine 17


Future Green City Ideeëntheater

De Energie- en Grondstoffenfabriek De Energie- en Grondstoffenfabriek (EFGF) is een samenwerkingsverband van de 21 waterschappen in Nederland en richt zich op het verduurzamen van de afvalwaterketen door uit het afvalwater energie en grondstoffen terug te winnen.

H

et idee om de afvalwaterketen te verduurzamen is tot stand gekomen door op een andere manier naar afval te kijken. Niet: ‘Wat moeten we ermee?’ Maar: ‘Wat kunnen we ermee?’ Zo wordt onder meer fosfaat, cellulose, bioplastics, alginaat en schoon water uit afvalwater gewonnen, waarna bedrijven dit kunnen hergebruiken. Zo dragen de waterschappen bij aan een circulaire economie. Om deze energie en grondstoffen zo efficiënt mogelijk te winnen, verwerken en afzetten, werken de waterschappen samen in de EFGF. In geen ander land bestaat een dergelijk concept. Het heeft verschillende verschijningsvormen. Er zijn twintig fysieke ‘fabrieken’, waar de winning van energie en grondstoffen plaatsvindt. Daarnaast bestaat de EFGF uit een overkoepelend platform waar kennis en kunde over energie- en grondstoffenterugwinning, verwerking en afzet is gebundeld en wordt gedeeld. Waterschappers kunnen hun ideeën en innovatieve en onorthodoxe werkwijzen uitproberen door te doen. Zo is in 2015 de eerste kilo bioplastic uit afvalwater gemaakt met een techniek die nooit eerder gebruikt is. Door de samenwerking in de EFGF creëren de waterschappen volume en communiceren met één gezicht naar de buitenwereld. In samenwerking met medeoverheden, kennisinstituten, bedrijven en de maatschappij streven de schappen naar een circulaire economie en een duurzame leefomgeving. Het doel is om in 2050 Ne18 Stadswerk magazine 07/2019

derlands afvalwater voor 100 procent om te kunnen zetten in waardevolle producten.

Innovatie De Energie- en Grondstoffenfabriek kijkt met andere ogen naar het traditionele afvalwaterzuiveringsproces. Op het niveau van de fysieke fabrieken is sprake van technische innovatie. Nooit eerder gebruikte methodes en technieken worden bedacht, ontwikkeld

Zuiveringsinstallatie in de Beemster, Noord-Holland waar nieuwe technieken van de EFGF worden toegepast.


TEKST SHANE KLEYHORST, EFGF BEELD EFGF

en toegepast. Op het niveau van de netwerkorganisatie wordt getracht buiten de gebaande paden te treden. De grens van wat mogelijk is op juridisch gebied, maar ook qua taakstelling, wordt constant opgezocht. Zo was het in eerste instantie de vraag of energie- en grondstoffenlevering wel past binnen de taken van een waterschap. In 2013 heeft de minister bij brief de Tweede Kamer bericht dat de bestaande wetgeving de waterschappen de nodige ruimte biedt om dergelijke activiteiten op te pakken.

Opbrengsten tot nu toe Energie Via vergisting van rioolslib wordt biogas opgewekt en omgezet in groene stroom. Op twaalf plekken zijn energiefabrieken gerealiseerd, elf zijn in voorbereiding en op twee plekken worden de mogelijkheden onderzocht. De waterschappen zijn hiermee een van de grootste biogasproducenten van Nederland. Op dit moment produceert de sector jaarlijks 120 miljoen kuub biogas. Voldoende om alle inwoners van een stad als Nijmegen een jaar lang van stroom te voorzien. De verwachting is dat dit volume in enkele jaren zal stijgen naar 140 miljoen kuub.

geldt dat er nu demonstratiefabrieken nodig zijn voor opschaling.

Opschaling Om de afzetmogelijkheden van deze grondstoffen te vergroten is in 2017 een top 5 grondstoffen vastgesteld. Per grondstof zijn zogenaamde kopgroepen geformeerd waarin bestuurders en directieleden van waterschappen nauw samenwerken om de grondstoffen op de markt te krijgen. Voor bioplastics en Kaumera werken vijf waterschappen samen die zich inzetten voor de realisatie van de demonstratiefabrieken. Voor Kaumera is in oktober 2019 een grondstoffenfabriek in Zutphen geopend.

Waterfabriek Nieuw is hergebruik van water. Door toepassing van verdergaande zuiveringstechnieken produceren waterschappen effluent van steeds hogere kwaliteit. Hierdoor komen toepassingen voor de industrie en landbouw in beeld.

Noot 1.

Voor uitleg over het Nereda zuiveringsproces kunt u op internet zoeken op ‘hoe werkt Nereda youtube’.

Grondstoffen

U kunt op donderdag 3 oktober tijdens Vakbeurs Openbare

De waterschappen winnen tal van grondstoffen terug uit afvalwater. Met name fosfaat, cellulose, alginaat (merknaam Kaumera), bioplastics en biomassa springen in het oog. Er zijn op dit moment tien fosfaatfabrieken en nog eens vijf in voorbereiding. De fosfaatverbinding struviet wordt als bestanddeel van kunstmest gebruikt. Cellulose wordt op vijf zuiveringen teruggewonnen en bij evenzoveel is dit in onderzoek. De cellulose van de locatie in Friesland is als afdruipremmer in asfalt toegepast in een aantal wegen in Friesland en Noord-Holland. Op de zuivering Geestmerambacht wordt hoogwaardige cellulose geproduceerd en worden verschillende toepassingen onderzocht. Veelbelovend zijn bioplastics en Kaumera (alginaat). Met behulp van bacteriën kunnen waterschappen de biologisch afbreekbare polymeer PHA produceren. En vanuit het zogeheten Nereda zuiveringsproces1 is alginaat terug te winnen dat tal van toepassingen kent. Onder meer kan het de levensduur verlengen van beton en is het te gebruiken als coating voor papier, karton en zaden. Voor beide grondstoffen

Ruimte een presentatie bijwonen over de Energie- en Grondstoffenfabriek. Deze vindt plaats in het Future Green City Ideeëntheater van 14.30-15.00 uur. Zie

Isolatiemateriaal aangevuld met biocomposiet: een van de toepassingen van de EFGF.

www.openbareruimte.nl voor details en de meest actuele informatie. De EFGF organiseert een symposium over de waterfabriek op 31 oktober aanstaande. Aanmelden kan via waterfabriek@efgf.nl.

WEBSITE www.efgf.nl

07/2019 Stadswerk magazine 19


ADVERTORIAL

Alternatief voor wit ledlicht komt uit Haarlem

W

anneer in 2004 de gloeilampen worden uitgefaseerd naar aanleiding van nieuwe wetgeving, besluit Marco Post op zolder zelf een spaarlamp te ontwikkelen. Vijftien jaar later levert hij armaturen met zijn bedrijf Maxibel aan verschillende klanten zoals KLM en Nedtrain. De volgende uitdaging biedt zich al snel aan: ledverlichting ontwikkelen met het effect van natuurlijk licht.

Kwaliteit en maatwerk Met veel plezier vertelt Maxibel oprichter Marco Post over de historie van zijn bedrijf: ‘Ik ben altijd in de verlichting- en armaturenbranche werkzaam geweest. Vooral bij werkgevers die de producten produceerden voor tijdelijke verlichtingsinstallaties. Toen ik in 2004 berichten zag dat de gloeilamp uitgefaseerd zou worden wist ik dat de spaarlamp de toekomst van verlichting zou gaan worden. Het eerste spaarlamparmatuur dat ik bedacht was bestemd voor de scheepsbouw, een niche markt waar goede verlichting noodzakelijk is. De internationale scheepswerf Damen heeft voor verschillende bouwprojecten mijn eerste lampen afgenomen. Hiermee gingen wij van start en tussen 2004 en 2011 hebben wij vanuit onze fabriek in Haarlem een aantal mooie internationale scheepswerven van verlichting mogen voorzien.’

Van spaarlamp naar ledlamp De ledlampen werden destijds in rap tempo ook van steeds betere kwaliteit, een reden voor Post om hier


op door te ontwikkelen en in 2011 zelfs al helemaal op over te stappen. Post: ‘Natuurlijk kan men op de Chinese markt goedkopere ledlampen aanschaffen. Maar door het maatwerk dat wij bij Maxibel kunnen leveren haken deze concurrenten af. Maatwerk en kwaliteit zijn de pijlers van ons bedrijf, vooral dat eerste is erg belangrijk voor de klanten die wij inmiddels bedienen.’ Bijvoorbeeld de medewerkers van Nedtrain, die werken in treinstellen met een vrij laag plafond. Hiervoor heeft men bij Maxibel een speciaal, laag armatuur ontwikkeld die als werkverlichting wordt gebruikt. Ook KLM werkt voor het onderhoud van haar vloot met armaturen die speciaal voor hen zijn ontwikkeld, net als Shell. Voor die laatste multinational worden alvorens het reinigen van een olietank van start gaat eerst 580 op maat gemaakte armaturen in de tank opgehangen die de werkzaamheden vergemakkelijken.

Van industriële klanten naar gemeenten De ervaring van Maxibel is met de oprichting van Amberled overgeheveld van de zakelijke- naar de publieke sector. In de gemeente Purmerend draait inmiddels een eerste proef met Amberled verlichting. Met dit product gaat Post de strijd aan met witte ledarmaturen in de openbare ruimte. ‘Tijdens reizen in Europa verbaasde het mij te zien dat de oude gasontladingslampen in steden werden vervangen door kille, witte ledarmaturen. De reden hiervoor is dat je weliswaar producenten in China een opdracht kunt verstrekken, maar dat je die vervolgens ook aan de hand moet nemen om het juiste product te ontwikkelen. Dit is iets wat gemeenteambtenaren en hun onderaannemers niet doen. Hierdoor krijgen zij standaard witte ledarmatuuren geleverd.’ Dit zorgde ervoor dat de uitvinder en ontwikkelaar in Post werd gestimuleerd. Het resultaat is de Amberled, de door Post zelf ontwikkelde verlichtingsarma-

tuur, die een amber licht verspreiden, of om met Post te spreken: ‘met Amberled heb ik het natuurlijk licht nagemaakt.’

Stand op Vakbeurs Openbare Ruimte in Utrecht Zoals gezegd draait er vanaf april een pilot met de verlichting in Purmerend. Maar Post heeft ook veel hoop gevestigd op de Vakbeurs Openbare Ruimte in Utrecht, waar hij met zijn bedrijf zal staan. Post: ‘Ik hoop op de beurs heel veel informatie te kunnen inwinnen van Rijksen gemeenteambtenaren over de wensen en prioriteiten die zij hebben als het gaat om verlichting voor de openbare ruimte. Voor buitengebieden met weinig bebouwing en voor in de natuur is de Amberled een erg mooie oplossing. Het is ook vleermuis- en vogelvriendelijk, want wit ledlicht is eigenlijk hetzelfde als een vogelverschrikker. Zo gaat de firma Heijmans binnenkort werken met vleermuisvriendelijke verlichting, die door ons voor werkterreinen in de natuur zijn ontwikkeld. Maar ook gebouwen kunnen worden aangelicht met Amberled, vertelt Post: ‘Als volgende stap zie ik het gebruik van Amberled in retroverlichting, parkverlichting en langs voetpaden. De ontwikkeling van de ‘nostalgische’ armaturen die hiervoor nodig is, dat is een proces waar ik nu al naar uit zie!’ Kortom: Kom vooral even langs bij Stand 3.4.43 op de Vakbeurs Openbare Ruimte op 2 en 3 oktober in Jaarbeurs Utrecht! Meer info: www.amberled.nl


Future Green City Ideeëntheater

Invasieve exoten: van lokale bedreiging naar landelijke aanpak Exotische flora en fauna kunnen een bedreiging vormen voor inheemse soorten en berokkenen bovendien schade aan de openbare ruimte. Stadswerk, Wageningen UR, Probos en Christel! slaan de handen ineen voor een effectieve en efficiënte aanpak.

De Japanse duizend­knoop. (foto: WUR)

Z

owel in stedelijk als ruraal gebied krijgt de Japanse duizendknoop steeds meer aandacht. Ook de eikenprocessierups was afgelopen zomer niet te missen in het nieuws én op de politieke agenda. Invasieve exoten zijn planten of dieren die van nature niet voorkomen in een bepaald gebied en schade aanbrengen aan de biodiversiteit, maar ook voor economische schade kunnen zorgen. Denk bij duizendknoop bijvoorbeeld aan schade aan taluds en overwoekerde bouwplaatsen. De reuzenberenklauw kan bovendien tot ernstige brandwonden leiden. Ook reuzenbalsemien, Amerikaanse rivierkreeft, watercrassula en tal van andere exoten leiden op meerdere plaatsen tot overlast.

den met dicht bij elkaar staande metershoge stengels met een groot bladoppervlak. De duizendknoopstengels zijn opgebouwd uit compartimenten met daartussen de zogenaamde knopen, van waaruit stengeldelen weer kunnen uitgroeien tot een nieuwe plant. De Japanse duizendknoop is rond 1830 als tuinplant vanuit Japan naar Nederland gehaald. Vanaf het midden van de twintigste eeuw hebben duizendknopen zich geleidelijk over Nederland verspreid. De laatste jaren is de verspreiding explosief toegenomen door onder meer verspreiding van stengeldelen bij maaiwerkzaamheden, dumpen van tuinafval en toepassing van grond met duizendknoopresten.

De duizendknoop uitgelicht

Aziatische duizendknopen verdringen inheemse planten en tasten daarmee de biodiversiteit aan. De sterke wortelstokken zijn in staat om schade te veroorzaken aan bouwwerken, leidingen en infrastructuur. Oevers en taluds worden instabieler en erosiegevoeliger door verdringing van de ondergroei, vooral in de winterperi-

In Nederland komen drie soorten Aziatische duizendknopen voor die zich invasief gedragen: de Japanse, Sachalinse en Boheemse duizendknoop. Deze hebben lange en sterk vertakte ondergrondse wortelstokken. Vanuit deze wortelstokken groeit de plant in het voorjaar uit tot haar22 Stadswerk magazine 07/2019


TEKST MARTIJN BOOSTEN, Probos & MARCELLE VERHOEVEN, Vereniging Stadswerk Nederland

ode als de duizendknoop bovengronds afsterft en daarmee de bodem onbedekt is. Langs wegen zorgt de duizendknoop voor overlast omdat ze over de weg hangen of het zicht ontnemen op kruisingen en verkeersborden. De aanwezigheid van duizendknoop kan ook leiden tot extra kosten in beheer en bestrijding. Aziatische duizendknopen blijken in de praktijk extreem lastig te bestrijden. Jonge, net gevestigde planten zijn relatief eenvoudig te verwijderen. Echter oudere, grote duizendknoophaarden zijn maar moeilijk of tegen zeer hoge kosten weg te krijgen. Probos heeft in de periode 2013-2017 met 32 terreineigenaren op 120 locaties proeven gedaan met verschillende bestrijdingsmethoden, zoals maaien, begrazen, chemische bestrijding en afdekken. Hierbij is veel inzicht vergaard in de effectiviteit en kosten van methoden, maar is dé oplossing niet gevonden. Maaien en begrazen blijken bijvoorbeeld vooral geschikt om haarden te beheersen. Ook chemische bestrijding vergt een lange adem en is niet overal even succesvol. Momenteel lopen er nog tal van nieuwe onderzoeken en experimenten met onder meer heet water, elektrificeren en biologische bestrijding.

kend wordt over de omvang van deze problematiek, wordt de informatievoorziening - voor overheden en particulieren - en de aanpak op verschillende schaalniveaus opgepakt.

Landelijk kennis- en praktijknetwerk De resultaten van de enquête vormden voor de werkgroep invasieve exoten van Stadswerk de aanleiding om samen met Wageningen UR, Probos en Christel! een plan te maken voor een Landelijk Kennis- en Praktijknetwerk Invasieve Exoten. Doel is om te komen tot een realistische en haalbare aanpak van exoten. Specifiek gaat het om kennisvergroting en kennisdeling, best practices en voorlichting richting burgers. Het kennisen praktijknetwerk zal bestaan uit een digitaal platform voor kennisdeling en communicatie en wetenschappelijke ondersteuning voor de ontwikkeling en onderbouwing van methoden en technieken. Er wordt gestart met de invulling voor duizendknoop omdat daar momenteel veel aandacht voor is. Vervolgens wordt er gekeken naar verdere opschaling van het netwerk richting andere invasieve planten- en diersoorten. Doel is om te komen tot een bundeling van krachten en kennis om op een kostenefficiënte manier invasieve exoten aan te pakken. Momenteel wordt er gezocht naar financiering om het netwerk op te zetten en de komende drie jaar te kunnen draaien. Dit najaar hopen de partijen een start te kunnen maken!  U kunt op woensdag 2 oktober tijdens Vakbeurs Openbare Ruimte een presentatie bijwonen over invasieve exoten. Deze vindt plaats in het Future Green City Ideeëntheater van 15.0015.30 uur. Zie www.openbareruimte.nl voor details en de meest

Injecteren met heet water in de bodem: een van de bestrijdingsmethoden tegen de duizendknoop. (foto: www.hortipoint.nl)

actuele informatie.

Enquête In 2018 heeft Stadswerk een enquête uitgezet onder haar leden. Hieruit is naar voren gekomen dat met name bewustwording en gebrek aan kennis op het vlak van beleid, invulling van een plan van aanpak en monitoring als grootste zorgen worden gezien. ‘Ergens moet er een uitwisselingsplatform zijn voor praktische en beleidsmatige ervaringen’, zo stelde een van de respondenten. Een aanpak beperkt zich namelijk niet tot gemeente- of provinciegrenzen, daarom is onderlinge afstemming des te belangrijker. Nu er steeds meer be-

Wilt u meer informatie of bijdragen aan het netwerk, dan kunt u contact opnemen met Marcelle Verhoeven (Marcelle.Verhoeven@stadswerk.nl).

WEBSITES www.christeltijhuis.nl www.probos.nl www.stadswerk.nl

07/2019 Stadswerk magazine 23


Future Green City Ideeëntheater

De energietransitie als ruimtelijk vraagstuk Bij initiatieven rond de energietransitie zijn vaak veel partijen en belangen in het geding die niet vanzelf op elkaar aansluiten. Hoe leid je dat in goede banen? De methode Strategisch Omgevingsmanagement geeft diverse handvatten en tips.

Warmtenetten vragen veel meer ruimte dan conventionele aardgasnetten. (foto: Michiel G.J. Smit)

W

e zaten in een zaaltje met een heleboel verschillende kaarten op tafel. Het doel was om input op te halen over hoe in de omgevingsvisie over het ‘buitengebied’ gedacht zou worden. Aan mijn tafeltje ging het vrijwel meteen over de energietransitie. Daarbij was van eensgezindheid weinig sprake: de agrariër tekende zonder problemen enkele windturbines op de kaart, maar gruwelt van zonneparken want ‘dat is toch zonde van die mooie landbouwgrond’. Zijn buurman, voorzitter van de dorpsvereniging, was bang dat teveel windturbines het eeuwenoude aangezicht van het gebied zouden veranderen. Daarnaast is het voor omwonenden veel makkelijker om in zonneparken te investeren, waar ook de leefbaarheid van het dorp van zou profiteren.

24 Stadswerk magazine 07/2019

Gaat het dan enkel om de overbekende voorbeelden van zon en wind waar de energietransitie haar ruimtelijke impact laat zien? De vraag stellen is hem beantwoorden: de vraag naar ruimte speelt zelfs zozeer dat volgens een energiegoeroe als Vaclav Smil de ‘energiedichtheid’ van bronnen, opslag en transport het belangrijkste criterium is om beleidskeuzes te maken. Zo ook in de ondergrond en op straatniveau.

Ruimteclaims Dit zal ook duidelijk worden als de schop in de grond gaat in alle wijken die van het aardgas afgekoppeld gaan worden. Warmtenetten vragen met hun toeleveren retourleidingen veel meer ruimte dan conventionele aardgasnetten. De toename van zonnepanelen op daken en de capaciteit van het laagspanningsnet zorgt


TEKST RUBEN VAN DE BELT, Adviestalent/ Twynstra Gudde

bovendien voor meer transformatorhuisjes in de wijk en op buurt- of huisniveau de aanleg van batterijen. Of denk aan het aanleggen van gesloten WKO-systemen (warmte-koudeopslag) waarbij interferentiekaarten ervoor moeten zorgen dat de WKO van de ene woning geen effect heeft op die van de buren. Elke techniek heeft zo zijn eigen ruimteclaims door de fysieke afmetingen en zonering. De beroemde schrijver Mark Twain heeft het naar verluid al gezegd: ‘Koop land, dat maken ze tegenwoordig niet meer’. Grond en ruimte is schaars. De grote vraag is dan ook: hoe kom je hierin verder? Zonder uitputtend te zijn, en natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan, volgen hier drie tips die helpen in het zoeken naar de volgende stap.

Tip 1: gezamenlijk op zoek naar feiten Overeenstemming ontstaat niet zomaar, daar moet je aan werken. Een grote bron van discussies heeft vaak te maken met de feitelijke situatie. Bij verschillende betrokkenen zijn verschillende kaarten, gegevens en data in omloop. Maar ook verschillende ervaringen met en herinneringen aan het gebied. Bewoners die er al decennia wonen, hebben al veel werkzaamheden meegemaakt, zowel wat er gebeurde als de manier waarop. Grondroerders hebben kaarten van de leefomgeving van inwoners die zij vaak nog nooit gezien hebben. De eerste stap om er samen uit te komen is om al deze gegevens en kennis op tafel te leggen, te vergelijken en tegenstrijdigheden op te lossen. Pas als iedereen hetzelfde feitelijke vloertje heeft, kan je het over de toekomst gaan hebben.

Tip 3: de energietransitie moet geen ‘space race’ worden Als de belangen van alle betrokkenen helder zijn, of het nou om grote organisaties, zoals de grondroerende partijen, of buurtbewoners gaat, is het de kunst om te zien waar die mogelijk botsen. In de stap van standpunt naar belang zal een deel zich oplossen, maar omdat grond en ruimte schaars zijn, zullen er conflicterende belangen blijven. De kunst is dan vooral om er geen ‘space race’ van te maken, geen wedstrijdje armpje drukken. Want de energietransitie is niet in één dag geregeld en ook bij andere kwesties zullen de betrokkenen elkaar nog tegenkomen. Al was het maar bij de buurtbarbecue, of een vergelijkbaar project in een andere gemeente. Er is altijd een volgende keer. Het is veel kansrijker om te zien hoe de taart groter gemaakt kan worden. Samen te zoeken naar welke creatieve en out-of-the-box opties er zijn om toch tegemoet te komen aan de belangen. Of dat in ieder geval zoveel mogelijk te doen.  U kunt op donderdag 3 oktober tijdens Vakbeurs Openbare Ruimte een presentatie bijwonen over de Energie- en Grondstoffenfabriek. Deze vindt plaats in het Future Green City Ideeëntheater van 10.30-11.00 uur. Zie www.openbareruimte.nl voor details en de meest actuele informatie. De drie tips zijn ontleend aan het gedachtengoed van Strategisch Omgevingsmanagement. Adviestalent en Twynstra Gudde passen deze methode toe om in complexe projecten en vraagstukken goed om te gaan met de omgeving. Daarmee wordt de kans groter dat oplossingen stand houden en dat besluitvorming breed gedragen is.

Tip 2: van standpunt naar belang Zodra het gesprek over die toekomst begint, worden er vaak eerst standpunten uitgewisseld: ‘ik ben tegen zus,’ of: ‘ik ben voor zo’. Vaak emotioneel geladen en in ieder geval al langer overpeinsd. Dat vraagt om een onafhankelijk gespreksleider die helpt te zoeken naar het verdiepen van die standpunten. Waarom vind je dat? Wat maakt dat je dat vindt? Vaak kom je dan terecht bij wat die persoon of organisatie echt belangrijk vindt in het proces. Dat biedt vaak veel meer aanknopingspunten voor een succesvol vervolg dan het blijven hangen in standpunten. Zo kan een standpunt tegen een extra transformatorhuisje omvormen naar het belang dat groen, en dan met name bomen en speelgelegenheid, ten minste behouden blijft in de wijk zodat deze ook kindvriendelijk blijft.

WEBSITE www.adviestalent.nl/diensten/ omgevingsmanagement

07/2019 Stadswerk magazine 25


ADVERTORIAL

Op 9 en 10 oktober 2019 is het zover‌...Het NSTT No-Dig Event

V

oor iedereen die te maken heeft met de ondergrondse infra de plek voor inspiratie, kennisvergaring en netwerken. Het belooft weer grootser te worden dan de voorgaande edities. Zo is het kennisprogramma geĂŻntensiveerd. Het lezingenaanbod richt zich op twee doelgroepen: degenen die de technieken willen laten toepassen (wat kan, welke voorwaarden) zoals gemeenten en netbeheerders. En op degenen die de technieken in de praktijk brengen (de nieuwste technieken). Daarmee is het aanbod toegesneden op het brede publiek van het Event. Ook op het buitenterrein is het nodige veranderd. De live-demonstraties zijn uitgebreid en er zijn mogelijkheden om ook zelf aan de knoppen te zitten. Tot slot is de beursvloer vergroot zodat ook binnen de nieuwste concepten en ontwikkelingen zijn te volgen. Het event is daarmee aantrekkelijk voor iedereen die met de ondergrondse infra te maken heeft.

Opdrachtgeversplein No-Dig projecten worden pas echt een succes als opdrachtgevers, adviseurs en uitvoerders met elkaar samenwerken. Kennis van elkaars uitdagingen is daarvan de basis. En die zijn er legio: ruimtegebrek ondergronds en bovengronds, de opgave van de energietransitie, vergroening van de binnensteden, een grote onderhoudsopgave. Het zijn allemaal zaken die opdrachtgevers en beheerders bezig houden en waar no-dig een bijdrage kan leveren.

Op het aparte Opdrachtgeversplein bespreken opdrachtgevers en beheerders hun uitdagingen met de gehele keten en leggen daarmee de kiem voor nieuwe oplossingen.

Kennisprogramma No-Dig doe je niet zomaar, daar is kennis voor nodig. Deze kennis wordt continu verder ontwikkeld. Om u daarvan op de hoogte te houden, kent het Event een intensief kennisprogramma. Dit bestaat uit lezingen en opleidingen. Tijdens de lezingen zal o.a. ingegaan worden de nieuwe RWS-Richtlijn Boortechnieken en de nieuwe Inspectienorm rioleringen. Ook zullen de kansen voor no-dig binnen de energietransitie worden besproken. Daarnaast is er veel aandacht voor nieuwe technische ontwikkelen, zoals renovatie van inspectieputten, ontwikkelingen rond E-pipe en direct-pipe en gyro-meetsystemen. Naast de lezingen zal Deltares een apart opleidingstraject voor boormeesters aanbieden. Dit wordt alleen op 9 oktober aangeboden. U komt toch ook naar dit gratis Event? Wij ontmoeten u graag! Hart van Holland, Nijkerk


ADVERTORIAL

Biodiversiteitsindex biedt inzicht in natuur(effecten) in de openbare ruimte

I

n de openbare ruimte worden verschillende initiatieven opgepakt om de huidige achteruitgang van biodiversiteit tegen te gaan. En terecht! Al dit natuurlijk leven vervult tal van ecosysteemdiensten zoals bestuiving van gewassen en natuurlijke plaagbestrijding. Door de groeiende maatschappelijke aandacht voor ecosysteemdiensten wordt ook de meerwaarde van een biodiverse leefomgeving steeds meer onderkend. Om natuurontwikkeling te kunnen volgen, en de timing en effectiviteit van inrichtings- en beheermaatregelen op biodiversiteit te verbeteren, ontwikkelde BTL Advies een meetmethode voor de openbare ruimte. “Voordat we ons nieuwe groenstructuurplan vaststelde, wilden we onze huidige natuurwaarden kwalificeren. Op basis van harde natuurdata kunnen we nu gericht bijsturen”, aldus Bart Huckriede, specialist groen, natuur en landschap van Gemeente Sint Anthonis. “Aangenaam verrast waren we door de zeldzame kattenkruidbij. We weten nu zeker dat deze soort profiteert van de door ons ingezaaide bloemrijke bermen”. Via een vaste monitoringswijze zijn insecten (o.a. bijen en zweefvliegen) en flora in groenstructuren geinventariseerd in de gemeente. Jeffrey Willems, ecoloog bij BTL Advies, legt uit: “deze gestandaardiseerde methode is in Sint Anthonis, maar ook in andere gemeenten, succesvol toegepast bij het verwerken van natuurdata tot een unieke biodiversiteitsindex. De mix van kwantitatieve en kwalitatieve data helpt ons uitspraken te doen over de effecten van inrichtings- of beheermaatregelen.” Per regio en/of stad zijn de (natuurlijke) omstandigheden bepalend voor een succesvolle ecologische ontwikkeling. Bovendien spelen in de openbare ruimte ook andere belangen, zoals verkeersveiligheid en toegankelijkheid. Ook deze omstandigheden beïnvloeden de haalbaarheid en effectiviteit van biodiversiteitsmaatregelen. “We meten de natuurwaarden om doelgericht te werk te gaan met passende biodiversiteitsambities voor iedere

STAND 2 .3 .2 7 2 .4 .2 6 VAKBEURS OPENBARE RUIMTE

Slechte berm (jarenlang geklepeld).

Superberm (ingezaaid).

specifieke locatie. Daarmee worden tevens de effectiviteit van de maatregelen aangetoond en het maatschappelijk draagvlak vergroot.” Wilt u meer weten over de toepassing van de biodiversiteitsindex of discussiëren over de ontwikkeling van biodiversiteit in uw gemeente? Kom dan langs op de Vakbeurs Openbare Ruimte, op 2 en 3 oktober in de Jaarbeurs in Utrecht. Wij begroeten u graag in de stand van BTL Advies (2.3.27) waar u ook BTL Bomendienst vindt (2.4.26). Samen kunnen we u meer vertellen over de toepassing van slimme meetmethoden in de groene openbare ruimte, zoals de belevingsschouw, picus meting, i-Tree en eDNA. Neem vooraf een kijkje op onze site (www.btl.nl) en hopelijk zien we u daar! Fotograaf: Jeffrey Willems, foto’s zijn gemaakt in de gemeente Coevorden


(foto: Michiel G.J. Smit)

Woningcorporaties als partner bij klimaatadaptatie Woningcorporaties zijn een belangrijke partner in het klimaatbestendig maken van onze wijken. Veel geld wordt door hen uitgegeven aan het herstel van waterschade. Steeds meer wordt men zich bewust van de noodzaak te werken aan het voorkomen van schade en overlast. De eerste stappen worden gezet, samen met gemeenten en huurders.

D

e woningcorporaties zijn eigenaar van een derde van de totale woningvoorraad (2,4 miljoen huurwoningen). Het bezit is vaak geclusterd en gelegen in dichtbevolkte delen. Er gaan grote bedragen in om: in 2016 werd 1,4 miljard euro geïnvesteerd in de bestaande woningen. 2,2 miljard euro werd uitgegeven aan nieuwbouw. De komende jaren zal extra worden ingezet op nieuwbouw om de woningtekorten te kunnen aanpakken en op de duurzaamheidsagenda. Er is een groeiend bewustzijn binnen de corporatiewereld dat ook zij probleemeigenaar zijn, maar men voelt zich onbekwaam en wacht nog dikwijls af. Wie neemt het initiatief? Wie gaat wat betalen? Maar ook technische vragen als waar moet wat wanneer gebeuren? Wat betekent een bepaalde bodemsoort, zijn er kansen voor het koppelen van grondwaterbeheer? En

28 Stadswerk magazine 07/2019

hoe zorg je ervoor dat iedereen in de organisatie is aangehaakt? Zijn de ketenpartners (aannemers) al voldoende adequaat? Er worden ad hoc eerste stappen gezet, vaak afhankelijk van individuele medewerkers of een extern verzoek (gemeente, waterschap, ministerie).

Er worden ad hoc eerste stappen gezet, vaak afhankelijk van individuele medewerkers of een extern verzoek


TEKST ANNEKE VAN VEEN, Zelfstandig adviseur

Eerste ervaringen Het beeld is dat de corporaties die zijn gestart dit alle op een andere manier doen: van het opnemen van klimaatadaptatie in de prestatieafspraken tot het omvormen van tuinen wanneer een nieuwe huurovereenkomst wordt gesloten. Of de aanleg van groene daken in het meerjarenonderhoudsplan, het vergroenen van binnentuinen samen met de bewoners, opname in renovatie- en in sloop/ nieuwbouwprojecten. Bij verschillende corporaties heeft de medewerker duurzaamheid kortgeleden ook klimaatadaptatie in de portefeuille gekregen.

Het Lakenplein tijdens de opening in juni 2018; de buitenruimte wordt nog verder vormgegeven. (foto: www.ruimtelijkeadaptatie.nl)

LAKENPARK, LEIDEN Woningcorporatie Portaal was eind 2013 bereid om een verkenning uit te voeren bij een sloop/nieuwbouwproject in de oude binnenstad van Leiden. Wat zou het implementeren van de klimaatadaptatieopgave betekenen? Gesteund door het (toenmalige) Ministerie van Infrastructuur en Milieu werden partijen bijeengebracht en ondersteund. Er werd inzicht

Klimaatadaptief is in veel gevallen: voorzien van meer groen. Het koelende en watervasthoudende effect van groen leidt tot een aangenamere woonomgeving. Daarnaast biedt het leefruimte aan plant en dier (biodiversiteit). Bijzonder is dat het ook in het sociaal domein van belang is. Het biedt meer kansen voor ontmoeting en gaat zo eenzaamheid tegen. Er zijn daarnaast kansen om banen te creëren en mensen raken meer betrokken bij hun fysieke en sociale omgeving. In een groene omgeving zijn mensen bovendien gezonder en is er minder vandalisme. Voor de corporaties biedt het ook mogelijk­heden om te werken aan een betere relatie met de huurders.

verkregen in het hoe en wat, maar ook inzicht in elkaars opgaven. Duidelijk werd dat de kwaliteit van

De huurders

de leefomgeving sterk werd verbeterd wanneer

Betrokkenheid van de huurders is essentieel. De huurdersorganisaties nemen deel aan zowel de ontwikkeling van visies en de bepaling van de prestatieafspraken als in de aanpak van complexen en (binnen)tuinen. Voor renovatieplannen is instemming van 70 procent van de bewoners nodig voordat gestart kan worden met de uitvoering. Het gesprek gaat over een aantrekkelijke woon­omgeving en niet over technische praat met vakjargon. Ook de individuele tuinen zijn belangrijk.

klimaatadaptatie werd geïntegreerd. Er kwam een inspiratieboekje uit dat meeging bij de uitvraag naar bouwers en architecten. Dit heeft geleid tot het winnend ontwerp met de naam Lakenpark. Van een volledig stenen plein werd voorgesteld het gebied te transformeren naar een park en de parkeeropgave in een half-verdiepte bak onder het pand te brengen. Dit werd vier jaar later gerealiseerd. Gemeente, Portaal en de huurders werken aan een nadere uitwerking van de groene buitenruimte. Een aantal zaken is niet doorgevoerd: het is nog geen rapportcijfer 10. Voor een eerste proeve is de realisatie van meer groen in de binnenstad echter wel van grote waarde. Het project heeft er bovendien toe geleid dat in Leiden het onderwerp ook bij de andere corporaties is geagendeerd.

Voor de huurders telt ook het voorkomen van hittestress. Veel geld wordt door de bewoners uitgegeven aan slecht functionerende airconditionings met bijbehorend hoog stroomverbruik. Groene daken, meer groen (bomen), gevelgroen en minder steen helpen ook voor dit probleem. Ook zijn er mogelijkheden in de prestaties van het gebouw. Groene 07/2019 Stadswerk magazine 29


DE SPETTERFLAT, ROTTERDAM In Rotterdam zagen medewerkers van Havensteder en de gemeente Rotterdam dat er een stevige actie nodig was om het onderwerp samen te kunnen agenderen. Het is gelukt om een eerste aanzet in de prestatieafspraken te krijgen (de afspraken tussen gemeente, corporatie en huurders). Zowel strategisch als op uitvoeringsgebied werkt men samen. Het leren kennen van elkaars opgaven en cultuur maakt de samenwerking makkelijker. Een gemeenteambtenaar is daarom twee dagen per week aan het werk bij de corporaties. Samen werken ze aan een gezamenlijke wijkaanpak en aan concrete projecten zoals het Spetterflat-project. Daarbij is een binnentuin van een renovatieproject met inzet van een externe partij samen met de bewoners omgevormd tot een groene oase. Koelend en water-

Vergroening met bewoners, onder meer om de Spetterflat meer klimaatadaptief te maken. (foto: Fien Dekker/#spetterflat)

bergend, maar vooral ook aantrekkelijk voor jong en oud.

daken hebben effect op het energieverbruik en daarmee op de bepaling van het energielabel.

Kansrijke samenwerking met corporaties Het is belangrijk dat partijen die klimaatadaptatie agenderen de corporaties betrekken. Van Klimaattafels tot en met de lokale wijk- en tuinenaanpak. Op dit moment starten de gemeenten met het maken van uitvoeringsplannen volgend op de stresstesten. Het blijkt goed mogelijk om de klimaatadaptatiemaatregelen in te vlechten in de strategische en uitvoeringsagenda. De directe betrokkenheid van de corporaties zal bij aanvang mogelijk tijd kosten maar in de uitvoering zal deze vertraging ongetwijfeld te niet worden gedaan. De corporaties hebben overigens zelf ook zicht op wateroverlastsituaties. Er is samen een wereld te winnen. Wanneer een goede afstemming kan worden gemaakt met de gemeente, onder andere in de planning en uitvoeringsplannen en met betrokken huurders, kunnen snel grote stappen worden gezet. Het doel moet zijn met de laagste maatschappelijke lasten het hoogste maatschappelijk rendement te verkrijgen. De partijen moeten eruit kunnen komen om een redelijke kostenverdeling te maken. Dat zijn ze aan de huurders verplicht. 30 Stadswerk magazine 07/2019

Last but not least In vergelijking met de energietransitie blijkt klimaatadaptatie voor de corporaties technisch eenvoudig en in de uitvoering niet duur. Wel is er zeker in de startfase budget nodig voor uren van de medewerkers en moet extern kennis worden ingehuurd. Gemeenten, waterschappen en ministeries doen er goed aan de corporaties hierin te ondersteunen. Voor de corporaties is veel meer te behalen dan alleen het voorkomen van overlast en schade door regen en hitte of droogte. Klimaatadaptatie leidt tot een aantrekkelijke, groene en gezonde woon­ omgeving en blijkt behalve een doel ook een middel om andere opgaven aan te pakken. De bestuurder van woningcorporatie Mitros, betrokken bij de pilot Kanaleneiland, sprak na afronding van het verkenningstraject uit dat klimaatadaptatie geen nieuwe opgave is. Wel anders werken en vooral samenwerken.  Anneke van Veen is auteur van de publicatie ‘Woning­ corporaties en klimaatadaptatie: Samen werken aan goed wonen’. Deze is te vinden www.ruimtelijkeadaptatie.nl.


ADVERTORIAL

Een klimaatneutrale, circulaire én slimme samenleving op Vakbeurs Openbare Ruimte

O

p woensdag 2 en donderdag 3 oktober 2019 staat Jaarbeurs Utrecht weer volledig in het teken van de openbare ruimte. Vakbeurs Openbare Ruimte is het grootste evenement voor ontwerp, inrichting, onderhoud en beheer van onze leefomgeving. Ruim 600 exposanten tonen hier hun nieuwste producten en diensten aan zo’n 6.500 beursbezoekers. Op de beursvloer treft u diverse bijzondere initiatieven aan die actuele thema’s vanuit nieuwe perspectieven bekijken. Hieronder leest u meer over drie uitgelichte beursbelevingen: de Klimaattuin, Cirkelstadsessies en het Future Green City theater.

Klimaattuin Op zoek naar een ontmoetingsplek waar u allerlei klimaatonderwerpen kunt aansnijden? Dan kunt u terecht in de Klimaattuin, waar u tijdens de KlimaatGesprekken in contact komt met klimaatadviseurs. Hieromheen staan bedrijven die klimaat centraal hebben staan in hun missie en visie. Het delen van kennis en ervaringen over klimaatthema’s voeren de boventoon. Per beursdag vinden er in de ochtend twee KlimaatGesprekken en in de middag twee WoonGesprekken plaats. Tijdens de KlimaatGesprekken wordt het klimaatbestendig maken van de samenleving behandeld. In de WoonGesprekken gaan gemeenten, het Energieloket en bewoners in co-creatie aan de slag met dit onderwerp.

Cirkelstadsessies De Cirkelstad gaat over het borgen van kansen en belangen in een circulaire stad. Hoe verbinden we circulariteit aan de energieopgave, de klimaatopgave

en aan gezondheid? In de kennissessies krijgt u volop de gelegenheid om vragen te stellen over circulariteit en de toekomstbestendige leefomgeving. Initiatiefnemer Cirkelstad deelt de stand van zaken over producten, aanbestedingen, meetbaarheid van circulariteit en circulair opdrachtgeverschap. Kom in contact met diverse sprekers, neem deel aan een interactieve workshop of loop mee in de rondleiding over de beursvloer langs pioniers binnen de circulaire economie.

Future Green City theater Het Future Green City Theater biedt iedere beursbezoeker in een doorlopende programmering de gelegenheid de laatste kennis te vergaren over metropool Nederland van 2040. Volg lezingen over grote thema’s als de energietransitie, klimaatadaptatie, circulaire economie en connectiviteit in ‘smart cities’ of op het gebied van biodiversiteit, nieuwe vormen van mobiliteit, gezondheid en water. Meer beursbelevingen ontdekken? Bezoek www.openbareruimte.nl en stippel alvast uw beursroute uit.


Projecten rond klimaatadaptatie en energietransitie onderzocht

Hoe een nieuw vraagstuk onze toekomst bepaalt Overal in het land ontstaan initiatieven rond klimaatadaptatie en energietransitie. Wat zijn ingrediënten voor succes? Om hierachter te komen, onderzochten studenten van Saxion Hogeschool Deventer/ Urban Studies in opdracht van Vereniging Stadswerk drie projecten en trokken belangwekkende conclusies.

K De auteurs.

limaatadaptatie en energietransitie zijn inmiddels bekende thema’s. In veel situaties worden deze vaak nog los van elkaar behandeld, terwijl er juist kansen zijn om deze thema’s te koppelen. Het op de agenda brengen van dit onderwerp is niet nodig, vele initiatiefnemers en ontwikkelaars zijn al bezig maar komen vaak niet verder dan een ambitie of toekomstplan. Het is dus zaak de concrete mogelijkheden duidelijk te krijgen. Wat zijn hierbij succes- en faalfactoren zodat het niet bij een toekomstplan blijft?

Solarpark de Kwekerij Solarpark de Kwekerij in Hengelo (Gelderland) is het eerste zonnepark in Nederland waarbij niet alleen duurzame energie wordt opgewekt. Het is een voor iedereen toegankelijk groen park. Het park 32 Stadswerk magazine 07/2019

heeft een schaapskudde, er is veel aandacht voor biodiversiteit, ruimte voor educatie en de stichting verzorgt rondleidingen. Ook heeft het zonnepark verschillende wadi’s die deel uitmaken van een wadisysteem. De wadi’s zijn onderling met elkaar verbonden en aangesloten op de wijk. In de Achterhoek heerst naar verluidt een sterk ‘wijgevoel’ en er is veel betrokkenheid. Dit heeft naar onze indruk geholpen bij het tot stand brengen van het zonnepark. Bij projecten als zonneparken heb je vaak te maken met maatschappelijke weerstand. Door andere functies aan een zonnepark te koppelen, vermindert die weerstand. In het begin was het project te idealistisch en daardoor niet financieel haalbaar. Hierdoor heeft de stichting verschillende wensen moeten schrappen. In eerste instantie wilden de initiatiefnemers namelijk een duurzaam uitziende floriade realiseren. Het eerste plan was te veel losgezongen van de realiteit, ze wilden bijvoorbeeld de zonnepanelen als zwevende elementen in het park


TEKST AXEL KOOIMAN, JELMER NAS, MINKE VAN ASPEREN EN NIELS KOK, Saxion Hogeschool Deventer/ Urban Studies

Wat is TEO? Het oppervlaktewater kan gebruikt worden om warmte te winnen en is hierbij een duurzame bron. In de zomer kan het warme oppervlaktewater opgeslagen worden in een warmte- en koudeopslag (WKO-installatie). Dit heeft meerdere voordelen: hittestress wordt bestreden door warmte van het oppervlaktewater af te nemen. Daardoor groeien bijvoorbeeld blauwalgen slechter. Het koude water kan in hetzelfde WKO-systeem opgeslagen worden en in de zomer gebruikt worden om te koelen.

Solarpark de Kwekerij in Hengelo (Gelderland).

verwerken. Het plan was uiteindelijk niet financieel haalbaar, daarom is het voor soortgelijke projecten verstandig om eerst naar de (financiële) haalbaarheid te kijken en om de buurt vroeg bij het project te betrekken om weerstand te voorkomen. Een andere succesfactor is het onderhouden van het Solarpark, dit wordt onder andere gedaan door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Al met al heeft het ongeveer zes jaar geduurd voordat het park is gerealiseerd, omdat de planfase (te) veel tijd in beslag nam. Eigenlijk is het project nooit afgerond, er worden steeds weer nieuwe dingen bedacht die het park verfraaien en dat is juist het leuke!

TEO (thermische energie oppervlaktewater) Houten In de regio Utrecht hebben de waterschappen en de provincie de ambitie om thermische energie uit oppervlaktewater (TEO) te halen. Deze ambitie heeft de naam ‘Project Hitte koelen en benutten’. Dit project is uitgewerkt voor de nieuwbouwwijk De Mossen in Houten aan het recreatiewater de Oosterlaakplas. Dit project is uitgevoerd om te laten zien dat deze methode mogelijk is, dat het mag en dat het een positieve businesscase heeft.

Ondanks de gunstige businesscase is dit nog geen garantie dat er een private ontwikkelaar zoals een woningcorporatie wil investeren in TEO. Ontwikkelaars hebben immers een andere afweging dan waterschappen of gemeenten. Daarnaast is het aansluiten op een al bestaand warmtenet op kleine schaal erg duur en ingewikkeld. Tevens zijn de woningen vaak niet van de gemeente of waterschappen waardoor de beslissing voor verandering van energiebron niet bij de gemeente ligt. Tot slot is het niet altijd duidelijk bij wie de kosten en baten terecht komen. Maar TEO heeft veel potentie en kansen.

Het moet normaal worden om verschillende doelstellingen te combi­ neren in dit soort projecten Nieuwbouwwijk Steenbrugge, Deventer Steenbrugge is een van de eerste nieuwbouwwijken waar de koppeling tussen energietransitie en klimaatadaptatie is gemaakt. De wijk in Deventer moet een organisch groeiend dorp voorstellen. Het plan is begonnen als park om de biodiversiteit te bevorderen. Het groene uiterlijk van de wijk draagt bij aan doelstellingen omtrent klimaatadaptatie. Ook wordt regenwater niet meer in het riool opgevangen, dit wordt geïnfiltreerd op de eigen kavel of in het openbaar groen en wordt door wadi’s afgevoerd. De woningen zijn nul-op-de-meter; de koopwoningen hebben een warmtepomp, de huurwoningen zijn aangesloten op het warmtenet. Tevens zijn alle woningen voorzien 07/2019 Stadswerk magazine 33


van zonnepanelen. Het proces, van ontwerp tot uitwerking, heeft lang geduurd. Toen de economische crisis uitbrak is het plan in eerste instantie stilgelegd. Een aantal ontwikkelaars heeft destijds het plan weer uit de kast gehaald. Op dit moment wordt de eerste fase gerealiseerd. Het succes van de wijk is dat er vanaf het begin is gewerkt aan sociale duurzaamheid. Dit houdt in dat de bewoners zelf zorgen dat de wijk groen blijft, door de tuin te vergroenen. De organisatie Groei en Bloei probeert bewoners te stimuleren bij te dragen aan de klimaatadaptatie. Er is echter een discutabel punt; het warmtenet, waar de huurwoningen op zijn aangesloten, is niet volledig duurzaam omdat het op gas gestookt wordt. Er wordt momenteel gekeken naar mogelijkheden dit te veranderen. Onderdeel hiervan is de exploitatie van een biomassacentrale aan de Zandwetering. Dit is echter nog in de verkennende fase.1

Conclusie: het kan wél Waar vaak de koppeling nog niet gelegd is en waar ambities je om de oren vliegen, zijn de drie beschreven projecten voor ons koploper op het gebied van de nieuwe koppeling tussen klimaatadaptatie en energietransitie. Deze projecten kunnen als inspiratie dienen en zijn een goed voorbeeld van hoe het wel kan. Ook hopen we duidelijk te maken dat het normaal moet worden om verschillende doelstellingen te combineren in dit soort projecten. Uit deze projecten is een aantal duidelijke leerpunten en aanbevelingen naar voren gekomen. Deze zijn weergeven op de infographic die in figuur 1 is afgebeeld.

Noot 1.

Noot van de redactie: deze zomer werd bekend dat de biomassacentrale in Deventer niet doorgaat. Volgens energiewethouder Carlo Verhaar moet gezocht worden naar een alternatieve oplossing voor het verduurzamen van het warmtenet in Steenbrugge.

Figuur 1. Leerpunten en aanbevelingen voor projecten rond klimaatadaptatie en energietransitie.

34 Stadswerk magazine 07/2019


ADVERTORIAL

De toekomst van de openbare ruimte volgens Cyber adviseurs

Denk groot, doe klein

D

e vakwereld verandert voortdurend. Nieuwe technieken, nieuwe opgaven en nieuwe opvattingen in de maatschappij zorgen ervoor dat een goed ingerichte en beheerde openbare ruimte op een andere manier tot stand komt dan voorheen. Zeker, veranderingen zijn van alle tijden, maar het tempo is momenteel zó hoog en de diepgang zó groot dat we als vakwereld onze rol fundamenteel moeten herdefiniëren.

Game changers Klimaatadaptatie is bijvoorbeeld een echte ‘game changer’. Hetzelfde geldt voor de sterk toegenomen betrokkenheid van bewoners en politiek bij de openbare ruimte. En ook de energietransitie grijpt diep in op onze werkprocessen. Als adviesbureau in de fysieke leefomgeving zien we dit om ons heen gebeuren. Behalve voor onze opdrachtgevers, zoals gemeenten en woningcorporaties, geeft het ook voor onszelf aanleiding tot een andere manier van werken. Vroeger was het zaak om als adviesbureau de kennis van de fysieke leefomgeving in huis te hebben die nodig was voor het uitvoeren van opdrachten, die vaak enkelvoudig van karakter waren. Vandaag de dag is de vraagstelling doorgaans een stuk breder. Er zijn meer sociaal-maatschappelijke aspecten in het geding. Bovendien spelen technologische ontwikkelingen en nieuwe thema’s als klimaatadaptatie steeds nadrukkelijker een rol. Je kunt onmogelijk alle kennis panklaar in huis hebben, dus je moet per opgave de benodigde kennis om je heen verzamelen, en je eigen

inzichten maximaal verrijken met wat je van eerdere opdrachten hebt opgestoken.

STAND 2 .3 .1 0 VAKBEURS OPENBARE RUIMTE

De nieuwe tijd vraagt ook om een ander type professional: vakkennis blijft van belang, maar het verbinden van kennis en vakdisciplines is inmiddels een onmisbare vaardigheid geworden. Binnen ons bureau zorgen we ervoor dat medewerkers zich dit eigen maken en verbreden we onze expertise. Kennis van de fysieke leefomgeving blijft voor ons de kern, maar we nemen steeds vaker mensen aan met bijvoorbeeld een achtergrond in de circulaire economie, of mensen die gewend zijn te denken vanuit ‘People, Planet, Prosperity’.

Scrumsessies Wat voor nieuwe werkpraktijken levert dit op? Je kunt bijvoorbeeld denken aan zogeheten ‘scrumsessies’: professionals van diverse pluimage worden bij elkaar gezet om aan een concrete opgave te werken, laten we zeggen het klimaatadaptief maken van een wijk. In telkens wisselende samenstellingen wordt dezelfde opgave benaderd tijdens strak afgebakende sessies. De uitkomsten leveren bij elkaar een compleet beeld op wie waaraan kan bijdragen, hoe zich dat tot elkaar verhoudt, waar spanningen liggen, et cetera. Op die manier krijg je goed in beeld wat de meest effectieve aanpak is. Dan kan toevoeging van groen bijvoorbeeld naar voren komen als oplossing omdat het water afvangt, bijdraagt aan biodiversiteit en gezondheid en de leefbaarheid vergroot. De nieuwe tijd vraagt kortom om meer integratie van vakdisciplines. Maar daarmee zijn we er niet. We moeten namelijk ook concreet aan de slag! We kunnen daarmee niet wachten tot we de perfecte samenwerking hebben uitgevonden. Dat duurt veel te lang en klimaatverandering wacht niet tot we er samen uit zijn. Dat neemt niet weg dat we in ons dagelijks handelen altijd het grotere plaatje op ons netvlies moeten hebben. Zoals we bij Cyber adviseurs zeggen: denk groot, doe klein! Meer info: www.cyber-adviseurs.nl


‘Staat van je Straat’ geeft inzicht op straatniveau

Klimaatlabel voor een goede dialoog met bewoners Klimaatadaptatie vraagt om actie en draagvlak bij inwoners en bedrijven. Een groot deel van het stedelijk gebied is immers particulier terrein. Maar voordat inwoners en bedrijven in actie komen, hebben ze inzicht nodig in hun situatie. Een klimaatlabel op straatniveau voorziet hierin.

O

m de schade van de klimaatverandering zoals meer hitte, droogte en wateroverlast in de stad te beperken, zetten overheden actief in op klimaatadaptatie. Veel gemeenten voeren al stresstesten uit, passen beleid aan en zoeken actief binnen projecten naar kansen om klimaatmaatregelen toe te passen. Echter, omdat een groot deel van het stedelijk gebied particulier terrein is, vragen klimaatadaptieve maatregelen op straatniveau om actie en draagvlak bij bewoners en bedrijven.

Bewoners kunnen het verschil maken Bewoners kunnen het verschil maken. Het vergroenen van tuinen en bedrijventerreinen draagt bij aan een betere waterafvoer bij hevige regenbuien. Bomen 36 Stadswerk magazine 07/2019

plaatsen zorgt voor meer schaduw tijdens hete zomerdagen. De aanleg van groene daken zorgt voor meer wateropvang bij hevige regenbuien en voor een demping van het stedelijk hitte-eilandeffect. In een grote stad lijken deze ogenschijnlijk simpele maatregelen slechts druppels op een gloeiende plaat, maar ze dragen onmiddellijk bij aan de leefbaarheid in de eigen straat of wijk.


TEKST JEROEN VAN EEKELEN, Sweco BEELD Sweco

Om bewoners en bedrijven te motiveren deze maatregelen te nemen op eigen terrein hebben ze inzicht in hun situatie nodig. Is er genoeg schaduw in de wijk als het een week lang boven de 30 graden is? Wat gebeurt er in de straat als het langdurig hard regent? Kan het water weg of stroomt het de gebouwen in? Veel informatie met betrekking tot klimaatverandering is technisch van aard, moeilijk bereikbaar en vraagt om interpretatie. Dat maakt het voor inwoners en bedrijven soms lastig voor te stellen hoe urgent de situatie in hun straat is en voor gemeenten om de dialoog hierover aan te gaan. De bereidheid om zelf iets te veranderen op eigen grond óf om aanpassingen in de wijk te steunen, is dan meestal niet zo hoog. Het klimaatlabel ‘Staat van je Straat’ brengt hier verandering in door gegevens voor inwoners te presenteren op het schaalniveau dat hen aanspreekt: een klimaatlabel voor hun eigen straat.

Voor elke straat een label Het klimaatlabel maakt bewoners en bedrijven in één oogopslag duidelijk hoeveel risico hun straat loopt op overstromingen, wateroverlast, droogte en hitte. De labels lopen van A (erg klimaatadaptief) tot en met E (weinig klimaatadaptief). Iedereen zal begrijpen dat er in een straat met bijvoorbeeld label D nog wel wat kan verbeteren. Voor Staat van je Straat worden straten getoetst op de klimaatthema’s met behulp van indicatoren. In de basis worden deze indicatoren bepaald op grond van openbare gegevens. Een gemeente kan er echter ook voor kiezen om een inhoudelijke verdiepingsslag te maken door een gedetailleerde analyse te laten uitvoeren voor hitte, droogte of wateroverlast. De labels zullen dan gebaseerd worden op de resultaten hiervan. De gemeente Woerden heeft dit bijvoorbeeld gedaan. Voor deze gemeente is een gedetailleerde paalrotkaart opgesteld waarvan de gegevens vervolgens zijn gebruikt als indicator voor het thema droogte. Daarnaast is een gedetailleerde hittekaart van de gemeente gemaakt waarop zeer lokale temperatuurverschillen zichtbaar zijn. Hittelabels zijn vervolgens gebaseerd op deze kaart. In de gemeente Zeist

brengt Sweco de droogteproblematiek in relatie tot stedelijk groen in kaart als extra indicator voor het droogtelabel.

In de praktijk Staat van je Straat wordt nu al toegepast om de dialoog met bewoners en bedrijven te ondersteunen. Bijvoorbeeld in Oldenzaal, waar op basis van de klimaatlabels een voor iedereen toegankelijke webpagina is ontwikkeld over klimaatadaptatie, in Zwartewaterland waar een folder voor inwoners is gemaakt en in Zwolle waar de labels via een storymap gedeeld worden met bedrijven.

Het klimaatlabel kan ook goed werken bij het bepalen van de gemeentelijke ambities De informatie uit het klimaatlabel kan ook goed werken bij het bepalen van gemeentelijke ambities. De gemeente Boxmeer is hiermee bezig. De klimaatlabels zijn voor deze gemeente gekoppeld aan mogelijke klimaatadaptatiemaatregelen en bijkomende kosten. In een interactief dashboard ziet de gemeente de kosten die bepaalde maatregelen met zich meebrengen en hoeveel deze maatregel bijdraagt aan een hoger label. Op deze manier kan de gemeente per wijk een gewenst en realistisch ambitieniveau bepalen. Staat van je Straat brengt het abstracte thema klimaatadaptatie dichterbij de bewoners van de stad. Zo wordt de urgentie tot klimaatadaptatie duidelijk en kunnen gemeente, bewoners en bedrijven met elkaar in dialoog samen bepalen hoe steden worden ingericht.

WEBSITES www.sweco.nl/innovaties/staatvan-je-straat-geeft-inzicht-inde-kwaliteit-van-je-straat

07/2019 Stadswerk magazine 37


ADVERTORIAL

STAND 2 .4 .2 2 Dankzij combinatie met elektrovoertuig Spijkstaal 1000

VAKBEURS OPENBARE RUIMTE

BioMant onkruidbestrijdingsmachine nu nóg milieuvriendelijker

G

oed nieuws voor professionals in milieuvriendelijke onkruidbestrijding: de BioMant onkruidbestrijdingsmachine is nu ook geschikt voor opbouw op de Spijkstaal 1000. Dit is het elektrovoertuig van Spijkstaal International, onderdeel van de Peinemann Mobilift Groep. Resultaat: géén chemische middelen en géén uitstoot van schadelijke stoffen als roet en CO2. De combinatie komt als geroepen. Want steeds meer gemeenten verbieden in hun bestekken het gebruik van dieselmotoren. Mede daarom kiezen steeds meer professionals voor de BioMant-ONE (15 liter/min) met lpg-brander. Dit systeem vermindert de CO2uitstoot tot liefst 70% en zorgt voor een roetemissie van bijna 0. Om de emissies ook tijdens het vervoer laag te houden, zijn de BioMant-ONE machines nu aangepast voor opbouw op de Spijkstaal 1000. Dit elektrovoertuig, mét RDW-toelating, heeft het hoogste draagvermogen in zijn categorie. De lithium-accu’s van de Spijkstaal sluiten perfect aan op de ONE. Daardoor is maar één accupakket nodig voor de aandrijving van zowel het voertuig als de BioMant.

Hoge werkcapaciteit De voorop gemonteerde spuitbalk zorgt voor een hoge werkcapaciteit. Vanuit de cabine kan de spuitbalk aan en uitgezet worden of van kant gewisseld (L/R). Wordt de spuitbalk niet gebruikt, dan kan deze omhoog worden gebracht. De haspel met 30 meter lange slang is opgebouwd op een uitschuifbare slede aan de achterzijde van de machine. Er is

voldoende ruimte voor het opbergen van accessoires zoals lansen en spuitkar.

BioMant-Compact De aanbouwspuitbalk is ook inzetbaar in combinatie met de kleinere BioMant-Compact machine (9 liter/ min). Ideaal voor het behandelen van kleinere oppervlakten, zoals begraafplaatsen. U kunt de Compact uitbreiden met tankmodule, 3-punts tractorophanging of onderstel met wielen. Er zijn twee uitvoeringen. Het Compact-EL-model heeft een externe stroomtoevoer nodig. Het nieuwe Compact-BEmodel (met geïntegreerde Honda GX-benzinemotor) heeft een pompaandrijving.

Bezoek ons op de Vakbeurs Openbare Ruimte Heeft u interesse in de BioMant-machine in combinatie met de Spijkstaal 1000? Bezoek dan de stand van Mantis ULV op de Vakbeurs Openbare Ruimte, 2 en 3 oktober a.s. in Utrecht, wij hebben al meer dan 40 jaar ervaring in onkruidbestrijding. Bij ons vindt u verschillende machines voor onkruidbestrijding met heetwater, bio-herbiciden alsmede de MANKAR® ULV-spuitsystemen.


ADVERTORIAL

Tuytel Weed Control: verhuurspecialist in machines voor milieuvriendelijke onkruidbestrijding

B

ij Tuytel Weed Control huurt u eenvoudig een professionele spuitmachine voor milieuvriendelijke onkruidbestrijding. We verhuren een breed assortiment BioMant spuitmachines voor onkruidbestrijding met heet water. De heetwatertechniek is geschikt voor alle ondergronden in de conventionele tuinbouw, de biologische landbouw en de groenvoorziening. Ook voor gemeenten zijn de BioMant-machines een ideale oplossing voor onkruidbestrijding.

Hoe werkt het? De BioMant compact en de BioMant One en Two besproeien de planten met heet water (99,5 °C). Hierdoor wordt de celstructuur van de plant vernietigd tot diep in de wortels. Dit maakt van het water een zeer effectief onkruidbestrijdingsmiddel, zonder chemische toevoegingen. Door deze behandeling 3 á 4 keer te herhalen, verzwakt de plant zodanig dat deze volledig afsterft. Met de spuitmachines van Tuytel Weed Control verdwijnen paardenbloemen, mos, algen en ander onkruid als sneeuw voor de zon!

Onkruidbestrijding en reiniging in één De BioMant One en de BioMant Two zijn 2-in-1 spuitmachines. Naast onkruidbestrijding, reinigen ze alle oppervlakken zeer intensief. De temperatuur van het water verschilt flink in vergelijking met een hogedrukreiniger. Hierdoor worden bacteriën gedood en verwijderen de BioMant machines het onkruid op een milieuvriendelijk manier en op alle ondergronden.

Milieuvriendelijk Heet water (99,5 °C), zonder chemische bestrijdingsmiddelen. De machines zijn beschikbaar op LPG voor waterverwarming.

Efficiënt Onkruidbestrijding met heet water is effectiever, kostenefficiënter en tijdbesparend in tegenstelling tot andere niet-chemische methoden zoals branden, hete lucht of mechanische methoden.

Lange werkzaamheid Met een lage behandelfrequentie een uitstekend resultaat in onkruidbestrijding. Slechts 3 á 4 behandelingen in plaats van 8 behandelingen bij hete lucht of branden.

Werkt veilig Mechanische schade aan behandelde oppervlakken of schade aan de ondergrond is uitgesloten. De methode is niet brandgevaarlijk en veroorzaakt geen stofoverlast.

Huur vandaag nog! Wilt u ook aan de slag met onkruidbestrijding? Huur vandaag nog een machine van Tuytel Weed Control. Ga naar tuytelweedcontrol.nl of bel 0184 – 694 947. We zijn 6 dagen per week telefonisch bereikbaar. Of bekijk onze machines op de Vakbeurs Openbare Ruimte op 2 en 3 oktober in Utrecht.


Toe aan een uitdaging in groen? Onze VHG branche-opleidingen starten weer in september. Kijk voor meer informatie over al onze avondopleidingen in groen en bloem op wellant.nl/cursussen-trainingen


FOTOGRAFIE: JEAN-PIERRE DALBÉRA

SPECIAL

Duurzaamheid & Innovatie Op 20 juni presenteerde minister Ollongren de Nationale Omgevingsvisie. Het koppelt vraagstukken zoals verstedelijking, bereikbaarheid, duurzaamheid en natuurbehoud aan elkaar, wat het effectief uitvoeren van deze uitdagingen moet bevorderen. Het thema van deze special is dan ook breed ingestoken, want hierdoor kunnen wij u een ruime selectie producten voorschotelen die duurzaamheid en innovatie koppelen aan het werkveld van de openbare ruimte. Het gebruik van producten en diensten, zonder dat deze in bezit zijn, is een van de innovaties die bijdragen aan duurzaam gebruik. Display-as-a-Service biedt op deze wijze gemeenten het gebruik van informatieborden aan.

Circulaire projecten zijn ook een manier om innovatief en duurzaam werk te leveren, kunt u in het stuk van Insert lezen. KZ werkt aan oplossingen die gemeenten moeten helpen om in 2050 niet meer afhankelijk te zijn van gas voor het verwarmen van woningen. Stichting Stimular helpt ondernemers, die altijd in tijdnood verkeren, om duurzamer te ondernemen, zoals op bedrijventerrein ‘t Woud in Brielle. Tuytel Weed Control biedt men gemeenten de mogelijkheid om de nieuwe Mantis Biomant ONE en TWO te huren, bemand of onbemand, en voor variabele perioden. Inderdaad, innovatief én duurzaam. 07/2019 Stadswerk magazine 41


SPECIAL

Verhuur biedt uitkomst voor milieuvriendelijk onkruidbeheer

S

inds kort biedt Tuytel Weed Control gemeenten de mogelijkheid voor gemeenten om milieuvriendelijk onkruidbeheer te laten uitvoeren met gehuurde machines, zoals de ONE en TWO uit de BioMant-lijn van Mantis.

Nieuwe generatie De BioMant ONE en TWO machines werden ontwikkeld door Mantis, dat zich al sinds 1975 richt op de ontwikkeling en verkoop van ULV-Spuitsystemen (Ultra Laag Volume). De stroom voor het gebruik wordt geleverd door accu’s. Volgens mede-eigenaar van Tuytel Weed Control, Erik Bretveld, zorgt deze combinatie ervoor dat de BioMant de schoonste en stilste machine in zijn soort is.

afsterven. De toepassingen van de machines zijn legio: een medewerker kan er mee uit de voeten in de openbare ruimte, rondom biologische gewassen in de landbouw, op gravel en verharde oppervlakten en bij de bestrijding van invasieve exoten.

Onkruidbestrijding én reiniging De werktuigdrager van de ONE en TWO modellen is speciaal ontwikkeld door de firma Spijkstaal, al meer dan tachtig jaar producent van elektrisch aangedreven vervoersmiddelen. Bijzonder aan deze drager is dat zij geheel wordt gevoed door de lithium batterij die in het voertuig zelf aanwezig is. Bretveld: ‘Dit resulteert in een extra hoog vermogen waardoor het geheel duurzaam, stil en qua verbruik tot 50 procent efficiënter is dan andere spelers op de markt.’ Met de BioMant ONE en TWO wordt onkruid met heet water besproeid, waardoor de celstructuur in de wortels praktisch wordt vernietigd. Door de behandeling te herhalen raakt de plant zo verzwakt dat deze volledig zal

42 Stadswerk magazine 07/2019

Behalve op de Spijkstaal werktuigdrager, is de BioMantlijn ook te huur in een compacte uitvoering en op een aanhanger. Daarnaast kan de machine worden gebruikt om met heet water te reinigen.

Bemand of onbemand huren Bij Tuytel Weed Control is het voor aannemers en gemeenten mogelijk om de BioMant ONE en TWO, bemand of onbemand, te huren. De huurperiode is variabel, zowel voor een dag, een aantal weken of maanden kunnen gemeenten, groenvoorzieningsbedrijven en hoveniers bij de firma terecht.  Meer info: www.tuytelweedcontrol.nl


Nieuw: Display-as-a-Service

S

teeds vaker kiezen we ervoor om producten en diensten te gebruiken zonder ze te bezitten, denk aan een leaseauto of Spotify. Display-as-a-Service past in deze tendens.

bijdrage leveren aan de door hen beloofde jarenlange werking en optimale beschikbaarheid van het displaysysteem.

Wat is het?

In het straatbeeld verandert er niets zichtbaars. De trend van bezit naar gebruik is vooral een stimulans voor Ledyears om de levensduur van producten te verlengen en materialen op een circulaire manier te gebruiken.

Het ‘Display-as-a-Service’ concept is relatief nieuw in de markt voor digitale displays. Maar wat is het? De gemeente wordt geen eigenaar, maar betaalt alleen een vast bedrag per maand voor het gebruik van de oplossing. Op deze manier kunnen de producten en grondstoffen optimaal hergebruikt worden en verliezen de systemen niet hun waarde. Naast de hardware worden uiteraard ook alle services geboden die horen bij een as-a-service aanpak, zoals installatie, onderhoud, monitoring, service, demontage. Voorbeelden van deze toepassing in de openbare ruimte zijn digitale reclameobjecten zoals reclame­ vitrines en billboards, maar ook reisinformatie­ systemen bij haltes.

Geen zichtbare veranderingen

Voordelen voor gemeenten Het voordeel voor een gemeente is dat deze direct beschikt over informatiesystemen zonder grote investeringen te hoeven doen. Tevens beschikt zij voor een vast bedrag per maand over een up-to-date systeem dat altijd werkt. Een voorbeeld van Display-as-a-Service is DRIS-as-a-Service: actuele reisinformatie, voor een vast bedrag per maand op de halte.  Meer info: www.ledyears.nl

Innovatief en duurzaam Doordat Ledyears met dit concept eigenaar blijft van het display, is er voor het bedrijf de prikkel om meer te streven naar productoptimalisatie en duurzaamheid. Er wordt gekeken naar hoogwaardige componenten, zodat de prestaties van de displays ook na tien jaar nog optimaal zijn. Vanzelfsprekend let Ledyears ook op kwaliteit en levensduur van een component. Want elke component moet een positieve 07/2019 Stadswerk magazine 43


SPECIAL

Combineren van functies helpt toekomst­bestendige stad

O

nze steden staan voor grote en deels nieuwe uitdagingen: klimaatverandering waardoor de stad steeds warmer wordt, toenemend gebruik van de openbare ruimte, (fiets)parkeerproblemen en online winkelen waardoor winkels het moeilijk hebben en bezorgbusjes de stad verstoppen.

Pilot met kluizenkast in Spijkenisse. Daar wordt een OV-knooppunt uitgebreid met fietsparkeren, afhalen online aankopen, opladen elektrische auto, etc. Doel: Minder CO2-uitstoot, betere service, meer mensen op de fiets, minder bestelbusjes in de straten.

Oplossingen

vanuit het perspectief van de stad als totaal, valt er veel te winnen.

Het oplossen van deze problemen kost tijd, energie en geld. Vaak worden deze onderwerpen los van elkaar aangepakt, ook omdat ze binnen de gemeente onder verschillende afdelingen vallen. In het Ontwerp Nationale Omgevingsvisie, van 20 juni 2019, wordt een lans gebroken voor het combineren van functies boven enkelvoudig ruimtegebruik. Om de openbare ruimte in steden toekomstbestendig te maken moeten gemeenten ook dáár de verschillende uitdagingen meer in hun onderlinge samenhang zien. Foto Maaspoorthal appelleert aan de opmerkingen in het concept Plan voor de Leefomgeving, waarin is aangegeven dat we minder zonnepanelen in de groene ruimte moeten zetten maar de beschikbare daken beter moeten benutten. Waar dat vanwege een lichte constructie niet kan zijn tegenwoordig ook prima oplossingen als de getoonde beschikbaar.

Enkele voorbeelden Onderzoek wijst uit dat de stad als geheel in de zomer ongeveer twee graden koeler wordt als alle platte daken zouden worden voorzien van witte dakbedekking. Als gemeenten hun maatschappelijk vastgoed voorzien van witte dakbedekking met zonnepanelen of dunne film, dan verdient dat zichzelf duurzaam terug. De besparing kan worden ingezet voor het vergroenen van de stad. Als de investering niet per gebouw wordt bekeken maar

44 Stadswerk magazine 07/2019

Combinaties Het combineren van functies kan duurzamer gedrag prikkelen. Zoals bijvoorbeeld hoogwaardig inpandig fietsparkeren combineren met pakketservice en onlineafhaalpunt, paskamer, uitleen van buggy’s en openbaar toilet. Zo wordt het aantrekkelijk om met de fiets naar de stad te komen, uitgespaard parkeergeld op een terras te besteden en meteen een online bestelling af te halen. Dat kan ook met mini-hubs bij OV-knooppunten, als onderdeel van de reclameconcessie. Voordelen: meer mensen op de fiets naar de stad, minder infrastructuur, minder fietsen op straat, minder leegstaande winkelpanden, goed voor de horeca, banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (die al betaald werden door dezelfde gemeente, zij het vanuit een ander ‘loket’), minder vervuilende busjes in de stad. Een pilot met het laatste voorbeeld is in Utrecht al succesvol. Als gemeenten meer integraal kijken naar de samenhang tussen oplossingen en de interne muren binnen hun instituties slechten, kunnen ook financieringsstromen gekoppeld worden en voor hetzelfde geld meer waarde worden gerealiseerd voor een toekomstbestendige stad.  Meer info: www.rijksoverheid.nl/actueel/ nieuws/2019/06/20/nationale-omgevingsvisiesamen-de-inrichting-van-ons-land-bepalen


Naar een circulair project in de openbare ruimte realiseerbaar is. Met deze kijk is elk project, dus ook in de openbare ruimte, een bron van herbruikbare materialen en niet langer een bron van afval.

Stappen circulair project Mogelijk is het dus. Maar hoe? Om te beginnen is voor een circulair project tijd nodig. Materialen, bomen en struiken moeten door een materialen- en grondstoffeninventarisatie in kaart worden gebracht. Hiermee wordt duidelijk wat er bij een project vrijkomt en welke materialen waar circulair kunnen worden toegepast. Daarnaast is het belangrijk om te gaan samenwerken. Door bijvoorbeeld een civiele aannemer, een hovenier en de opdrachtgever samen aan tafel te zetten kan herbruikbaarheid een praktische invulling krijgen. Zo kan worden toegewerkt naar een co-creatie. Niet elke speler met een belang op zich, maar in een gezamenlijke inspanning voor circulaire ambitie.

V

eel gemaakte opmerkingen over circulair bouwen zijn: ‘Hoe pak ik een circulair project aan?’ en ‘Hoe vertaal ik mooie circulaire ambities dan naar een haalbaar project?’ In circulariteit is nog een wereld te ontdekken.

Reuse & Refurbish Circulair bouwen is het hergebruik van bestaande materialen en grondstoffen op een zo hoogwaardig mogelijk niveau. Daarnaast wordt bij circulariteit op een wijze ontworpen waardoor materialen in de toekomst weer gedemonteerd kunnen worden. Stichting Insert biedt ondersteuning om dit in de bouw-, civiele en groensector te bereiken. De ene keer betekent circulariteit dat een boom één-op-één hergebruikt kan worden (reuse). De andere keer betekent het dat er een handeling nodig is voordat een materiaal opnieuw ingezet kan worden (refurbish). Het belangrijkste is dat circulariteit in bijna alle projecten

Insert 12R model Zoals gezegd is circulariteit onder andere het hergebruiken op zo hoogwaardig mogelijk niveau. Om dit inzichtelijk te maken, heeft Insert op basis van het reeds bestaande 7- en 10R model, het 12R model ontwikkeld. In het totaal van mogelijkheden om circulair te werken, moet steeds een afweging worden gemaakt welke op dat moment het meest hoogwaardig is. Door dit consequent te doen, werken we samen aan een circulaire wereld. Er zijn tenslotte legio mogelijkheden om de cirkel rond te maken.  Meer info: www.insert.nl 07/2019 Stadswerk magazine 45


De machine met een schone toekomst ALLTREC 4810T 

Hoge capaciteit tot 30 kWh

Lange actieradius

 

Eenvoudige bediening

Weinig onderhoudskosten

100% elektrisch

Geen CO2 uitstoot

 

Fluisterstil

Prettige leefomgeving

Schonere wereld

komst

bestrijder met een toe

uid AIR E-Variator dé onkr

Energieweg 9-11 5145 NW Waalwijk www.weedcontrol.nl

speelstrook, De Bilt

tlulandschapsarchitecten.nl

WeedControl Specialist in gifvrij onkruidbeheer


Collectieve warmte: het alternatief voor gas grondslag. Alleen een gemeente die deze zorgen serieus neemt, kan inwoners van gedachten doen veranderen.

N

ederlandse gemeenten staan voor een grote opgave: het gasloos maken van alle Nederlandse huishoudens voor 2050. Voor het gasvrij maken van wijken zijn verschillende oplossingen te bedenken, maar er is er maar één die collectief kan worden uitgevoerd: stadsverwarming.

Vanaf de tekentafel Nieuwbouw kan vanaf de tekentafel geschikt worden gemaakt voor de aanleg van collectieve warmte, maar bestaande bouw vormt bij de aanleg een puzzel met talloze haken en ogen. Er is geen gemeente die zich niet buigt over het vraagstuk hoe straten met slecht geïsoleerde arbeiderswoningen en tochtige doorzonwoningen van energie en warmte kunnen worden voorzien. Gelukkig kunnen decennia oude woningen prima worden aangesloten op een warmtenet van midden of hoge temperatuur. Dit kan zonder extra aanpassingen aan de woning.

Het is daarom noodzakelijk om inwoners vanaf het begin bij het proces te betrekken. Daarnaast is het van belang om de impact voor de bewoner zo klein mogelijk te houden. De keuze voor een afleverset maakt hier deel van uit. KZ GreenWater ontwikkelt een afleverset met het uitgangspunt om de impact voor de bewoner tot een minimum te beperken. Dit betekent: zo min mogelijk hak- en breekwerk, de regie over de eigen woning blijft bij de bewoner en een huiseigenaar wordt niet verplicht om vooraf te investeren in isolerende maatregelen. Een deel van de zorgen kan op deze wijze worden weggenomen, een goede stap in de richting van meer draagkracht. Kortom, collectieve warmte maakt het mogelijk om bestaande woonwijken op een efficiënte wijze van het gas te halen. Een gemeente die bij het opstellen van een warmtevisie rekening houdt met de bewoner, zet een goede eerste stap in de richting van een gasloze gemeente.  Meer info: www.kz.nl

Steun van bewoners noodzakelijk Een van de factoren waarmee rekening moet worden gehouden bij bestaande bouw, is de bewoner. De steun van de wijkbewoners is onontbeerlijk om een goede overstap te kunnen maken naar collectieve warmte. Onlangs was het nog landelijk nieuws dat Nederlanders aardgas willen behouden. Angst voor hoge kosten en onwetendheid over de veranderingen liggen hieraan ten 07/2019 Stadswerk magazine 47


SPECIAL TEKST STEFAN ROMIJN, adviseur duurzaam ondernemen bij Stichting Stimular

Bedrijventerreinen Voorne-Putten op weg naar klimaatneutraal

D

e bedrijventerreinen op Voorne-Putten zijn op weg om klimaatneutraal te worden. Daarnaast wordt ook gewerkt aan het klimaatbestendig maken van de terreinen, het versterken van de biodiversiteit en circulair ondernemen. De succes­ factor is het actief betrekken van ondernemers in de voorafgaande onderzoeken.

In gesprek Stichting Stimular ging in gesprek met ondernemers en stelde plannen op om de bedrijven én het terrein te verduurzamen. Een van die bedrijventerreinen is ’t Woud, in Brielle. Hier zijn vooral kleinere bedrijven gevestigd die weinig tijd hebben om na te denken over klimaatneutraal ondernemen. Desondanks ging ongeveer 75 procent van hen het gesprek met Stimular aan. Met succes, want de gesprekken brachten de ondernemers in beweging. Zij gingen direct aan de slag met het vervangen van verlichting, het isoleren van hun pand en het plaatsen van zonnepanelen. Een duurzaamheidscoach hielp hen door offertes te beoordelen en subsidies aan te vragen.

Genoeg dak voor duurzame energieopwekking De daken op ‘t Woud bieden genoeg ruimte voor zonnepanelen. Er kan meer elektriciteit worden opgewekt dan er wordt verbruikt op het terrein. Ook bij

48 Stadswerk magazine 07/2019

toenemend elektriciteitsverbruik, door elektrisch rijden en verwarmen, is er genoeg dakoppervlak beschikbaar. Sommige bedrijven hebben onvoldoende dak om het eigen verbruik op te wekken. Aangezien andere bedrijven juist ruimte over hebben, kan met slimme constructies voor ieder bedrijf duurzame elektriciteit worden opgewekt. Hierbij is ook energieopslag belangrijk, om elektriciteit op de juiste momenten en plekken beschikbaar te krijgen. Hier wordt de komende jaren dan ook aan gewerkt.

Duurzame warmte Er is ook onderzocht hoe de panden duurzamer verwarmd kunnen worden. Warmte die je niet nodig hebt, hoef je ook niet duurzaam op te wekken. Daarom is de eerste stap het verder isoleren van panden. Ook na betere isolatie lenen niet alle panden zich voor een individuele warmtepomp of is er (vooralsnog) geen rendabele businesscase mogelijk. Daarom wordt onderzoek gedaan naar een biovergister op ’t Woud, waarmee bedrijven voorzien kunnen worden van biogas. De biovergister kan worden gevoed met afvalstromen van de horeca uit de binnenstad van Brielle.  Meer info: www.stimular.nl

Johan van Oudenaarden (rechts) op het dak van Profile fietsspecialist met Ferdi Vollebregt van Ewell, die de zonnepanelen plaatste.

Start van onderzoek Stimular op bedrijventerrein Zuidland met initiatiefnemers Arianne van der Wal (Van der Wal Bedrijfshuisvesting), Kevin Visser (Buitenleven Hoveniers) en Igor Bal (wethouder gemeente Nissewaard). En twee kippen.


Bezoek ons tijdens Vakbeurs Openbare Ruimte en ontdek de meerwaarde van Vandersanden. Stand 4.4.57

Linge® formaat Dé grote steen voor mooie ambities Uw idealen op het gebied van authenticiteit, variatie, duurzaamheid, kostenefficiency en een rustig straatbeeld komen met het Linge® formaat perfect samen. Een duurzame openbare ruimte die mensen een bijzonder gevoel geeft doordat straten, pleinen en paden iets oorspronkelijks hebben, rust en authenticiteit uitstralen. Dit soort mooie ambities leent zich bij uitstek voor het unieke Linge® assortiment van Vandersanden. Deze grootformaat straatbakstenen resulteren in een rustig straatbeeld. En met 76 varianten kunt u volop variëren. Bekijk alle voordelen van de Linge® op www.linge.vandersanden.com Linge® 60/80: grotere variant op het waalformaat Linge® 80/60: krachtig met minder grondstoffen Linge® 80/70: met verjonging tegen afsplinteren Linge® 80/80: robuust, ultiem hergebruik


‘ De kernkwaliteiten van beton beter benutten’ In de historische binnenstad van Leiden verwacht je geen hoogstandjes in beton. En toch zijn die te vinden. Twee projecten hebben de kijk van de stedenbouwkundige Remko Slavenburg op het materiaal veranderd: de Catharinabrug en de parkeergarage Lammermarkt. ‘Beton heeft een aantal kernkwaliteiten, die moet je meer benutten’, aldus Slavenburg.

D

e Lammermarkt is een belangrijke plek voor Leiden. ‘De 3 oktoberkermis vindt er plaats, een Leidse traditie.’ Het plein met Rijksmonument molen De Valk en het parkachtige groen is een prima plek om te vertoeven op een zomerse dag. Dat wordt dan ook volop gedaan: toeristen gaan op de foto met de molen; aan het water en de voet van de molen zitten Leidenaren van de zon te genieten. Een aantal kinderen speelt in de fontein op het plein. Ze zijn zich niet bewust van de parkeergarage die zich onder hun voeten bevindt.

den gehouden met de belasting: de constructie moest sterk genoeg zijn om de kermisattracties te kunnen dragen. En tot slot de plek: midden in de binnenstad, bij een monumentale molen, die zich tijdens de bouw naast de bouwput bevond. ‘Natuurlijk was dat in eerste instantie een beetje spannend, helemaal met de verzakkingen van de Noord/Zuidlijn in het achterhoofd,’ aldus Slavenburg. ‘Maar tijdens de bouw is alles goed gegaan. Dat is te danken aan een goede voorbereiding: vooraf zijn alle mogelijke risico’s goed in kaart gebracht.’

Bijzondere parkeergarage

Duurzame uitvoering: efficiënt omgaan met transport

De parkeergarage is om een aantal redenen bijzonder. Allereerst de diepte: met 22 meter is het een van de diepste ondergrondse garages ter wereld. Ook de vorm is bijzonder: de garage is gebouwd in de vorm van een cilinder om de overlast tijdens de bouw te beperken. In het ontwerp moest tevens rekening wor-

50 Stadswerk magazine 07/2019

Het consortium Combinatie Parkeergarages Leiden Dura Vermeer-BESIX was verantwoordelijk voor de bouw van de garage onder de Lammermarkt. Het consortium is nu bezig met de tweede parkeergarage, de Garenmarkt. Bouwen in de binnenstad met monumentale panden en weinig ruimte op de bouwplaats betekent gebruik maken van een weloverwogen aan-


TEKST NAOMI HEIDINGA i.o.v. Betonhuis

pak. ‘In het geval van de Lammermarkt moest veel aarde worden afgevoerd. Door de aarde met water te vermengen kon dit worden weggepompt. Dat scheelde aanmerkelijk wat betreft het transport: daardoor waren per dag zo’n vijftig minder vrachtwagens nodig. In de binnenstad is de infrastructuur zodanig dat het voor vrachtverkeer lastig is om te manoeuvreren. Het is daarom niet alleen in het belang van de inwoners van de stad om zo efficiënt mogelijk om te gaan met transport, maar ook voor de aannemer zelf.’

BETONHUIS Betonhuis is de branchevereniging van de cement -en betonindustrie. Deze industrie is de grootste toeleverancier voor de bouw. Door kennis te delen en de eigenschappen van beton te promoten speelt Betonhuis in op actuele zaken zoals circulair bouwen, klimaatadaptatie en duurzaam bouwen.

Betonprijs 2017 categorie Uitvoering

Duurzaam bouwen

De constructie van de parkeergarage met zes lagen voor 525 auto’s bestaat uit een diepwandconstructie van 24 panelen die bij elkaar worden gehouden door de ringbalk en verdiepingsvloeren. De bodem bestaat uit een onderwaterbetonvloer die is versterkt met vezels. Het gehalte aan staalvezels grensde aan het maximum wat nog verpompt kon worden. De vloer is met 584 ankers vastgezet. De binnenschil is opgebouwd uit prefab elementen. Na 2,5 jaar was het project voltooid. In 2017 kon voor het eerst gebruik worden gemaakt van de garage. In datzelfde jaar won het project de Betonprijs in de categorie ‘Uitvoering’.

Duurzaamheid is als vanzelfsprekend een thema bij deze projecten. ‘Maar dat is het eigenlijk altijd geweest. De historische binnenstad, met panden van driehonderd jaar of ouder, is het toonbeeld van duurzaamheid. Voor wat de duurzaamheidseisen die nu op ons afkomen, zoals klimaatadaptie en de energie-

Na de voltooiing van de Garenmarkt moet de stad jaren vooruit kunnen wat betreft parkeren. ‘Vooraf hebben we bepaald dat er twee parkeergarages moesten komen, meer ruimte hebben we niet in de binnenstad.’ Dat betekent niet dat er niet meer wordt gebouwd in het centrum. ‘In verhouding wordt hier misschien nog wel meer gebouwd dan in de wijken daarbuiten.’

transitie: je zult in de binnenstad niet alles kunnen realiseren. De oplossingen moeten passen binnen de context van de stad. In geval van nieuwbouw is dit simpeler: het gebruik van WKO (Warmte- en Koudeopslag) is volgens mij de toekomst. Zeker wanneer je meerdere woningblokken hierop kunt aansluiten. Wie dit gaat financieren is nog de vraag. Ligt hier een rol voor de overheid? De komende tien jaar zal hierover meer duidelijk worden.’ Wat betreft bouwmethoden moet gekozen worden voor duurzame materialen, die het best passen bij de toepassing. In het geval van de Catharinabrug is dat ultrahogesterktebeton. ‘Niet de goedkoopste oplossing, maar wel de enige manier om deze prachtige brug te maken. Net als parkeergarage Lammermarkt. Door de kernkwaliteiten van materialen beter te benutten, voeg je waarde toe aan de stad.’

Met beton bouwen we aan de toekomst

MEER WETEN? Betonhuis.nl

07/2019 Stadswerk magazine 51


Een nieuwe, behulpzame blik op de openbare ruimte

Connectiviteit Voor de Future Green City is connectiviteit een sleutelbegrip. Hoe kunnen slim verbonden systemen inrichting en gebruik van de fysieke leefomgeving verbeteren? En hoe blijven we de ‘systeemwereld’ van de (overheids)professional verbinden met de belevingswereld van inwoners? In dit artikel een aantal in het oog springende aspecten.

D

e openbare ruimte is van oudsher een verbindende ruimte waarbinnen we ons verplaatsen naar werk, school, vrienden of familie. De laatste jaren voegen we daar steeds vaker nieuwe functies als ontmoeting, recreatie en (ongeorganiseerde) sport aan toe - de openbare ruimte als verlengstuk van ons privédomein. Het intensievere gebruik stelt hogere eisen aan de kwaliteit en betekent ook een grote uitdaging voor beheer en onderhoud. Hoe houd je een en ander op orde als de ruimte soms 24/7 wordt gebruikt? En dan willen we ook nog dat de openbare ruimte bijdraagt aan behoud van biodiversiteit en klimaatadaptief is ingericht. Hoe pakken we dit aan, ook met krappe beheerbudgetten?

Slimmer, sneller, duurzaam en goedkoper Gelukkig zijn we in dit druk bewoonde land al gewend slim om te gaan met schaarse ruimte. Dus ‘the future is bright’. Bewoners, huizen, auto’s en telefoons, de overheid, objecten en systemen - alles is in toenemende mate digitaal verbonden. Met een technische bril op zien we de Smart City ontstaan. Verbreden we dat perspectief, dan gloort de Smart Society. Met citizen science leveren bewoners zelf relevante sturingsdata aan waar steeds slimmer wordende technische oplossingen aan zijn verbonden. Hierdoor ontstaan bijvoorbeeld slimmere vormen van mobiliteit en logistiek. ‘Datasturing’ kan verkeersbewegin52 Stadswerk magazine 07/2019

gen afremmen of juist stimuleren. Denk aan langer groen licht voor de fietser bij regenachtig weer. Dit levert een gezonder leefklimaat op, meer ruimte voor ontmoetingsplaatsen en een prachtige groene/blauwe infrastructuur. En datasturing maakt effectief en efficiënt gebruik en beheer mogelijk. Dat is dan weer van belang voor minder stedelijke gemeenten, waar de openbare ruimte misschien niet het verlengstuk van de huiskamer is, maar budgettaire uitdagingen niet minder groot zijn.

De mens centraal in zijn groene, gezonde leefomgeving Zeker voor de meer technisch georiënteerde vakman is deze eerste doelstelling van de Future Green City een hele uitdaging. Die wil - zowel in ontwerp, inrichting als in beheer - mooie, functionele projecten realiseren en beheren. Bewoners hebben soms heel andere ideeën of zijn niet, of moeilijk, te overtuigen van nut en noodzaak. Wat helpt? Om te beginnen luisteren.

Onderzoek bijvoor­beeld eens wat de verzamelde ‘bel- en herstel’meldingen vertellen


TEKST MAARTEN LOEFFEN, Vereniging Stadswerk Nederland

Maak gebruik van de wijsheid en gebiedskennis van inwoners. En onderzoek bijvoorbeeld eens wat de verzamelde ‘bel- en herstel’-meldingen of andere soortgelijke dataverzamelingen vertellen. Die geven inzicht in gebruik en problemen bij gebruik van de openbare ruimte. Misschien levert het wel andere inzichten op dan het geluid vanuit de geijkte inspraakkanalen. Combineer deze informatie met uw eigen vakkennis en die van (lokale) marktpartijen om de beste oplossing te creëren.

Overtuig als hoeder van het algemeen belang Welke oplossing u ook kiest, u zult niet iedereen tevreden kunnen stellen. Als hoeder van het algemeen belang moet u soms pijnlijke keuzes toch overtuigend weten te presenteren. Beleidstaal, plantekeningen, technische ontwerpen, ze zijn moeilijk te

lezen door inwoners en lang niet altijd overtuigend. Maak daarom gebruik van andere hulpmiddelen. Ingenieursbureau Antea Group is bijvoorbeeld warm pleitbezorger van ‘storytelling’. Een goed verteld verhaal heeft meer impact dan de presentatie van onderzoeksresultaten. Augmented reality helpt hierbij. U weet wel, de apps waarmee het beeld van de bestaande situatie wordt aangevuld met elementen uit de nieuwe situatie. Bewoners zien dan met eigen ogen hoe een herinrichting eruit gaat zien. Placemaking kan ook helpen; een tijdelijke herinrichting vooruitlopend op een definitief plan. Zo kunnen bewoners de mogelijkheden ervaren en kunt u tijdens deze periode het gesprek met bewoners open aangaan.

MENSEN BEREIKEN DOOR DE OPENBARE RUIMTE Pepijn Verpaalen (Urbanos) heeft, samen met Camila Pinzon Cortes, met een project de buurt overtuigd. ‘In de wijk Bezuidenhout in Den Haag wilde de gemeente een plein realiseren. Terwijl slechts 20

In de Haagse wijk Bezuidenhout is een tijdelijk plein aangelegd en ‘uitgeprobeerd’ met de buurt. Met succes: 80 procent van de bewoners steunt het ontwerp, waar aanvankelijk slechts 20 procent überhaupt iets wilde veranderen. (foto’s: Urbanos.nl)

procent van de buurt op die plek iets wilde veranderen. Als experiment hebben we een tijdelijk plein aangelegd. Na drie maanden uitproberen en de buurt betrekken, hebben wij 80 procent kunnen overtuigen en is er uiteindelijk positief gestemd voor dit nieuwe stukje openbare ruimte.’

Meer verdieping? Samenvattend: maak slim gebruik van beschikbare kennis uit data en systemen en presenteer uw plannen overtuigend met state-of-the art techniek of bewezen methodieken. Maar vergeet vooral niet de bewoners als (digitale) kennisbron. Er is nog veel meer te zeggen over connectiviteit. Denk bijvoorbeeld aan cyberveiligheid of privacyaspecten. U heeft daar vast zelf ook nog ideeën over. Deel ze met Stadswerk en wij bekijken of we er aandacht aan kunnen besteden in onze bijeenkomsten en in het special magazine Connectiviteit dat we in het najaar uitbrengen. Mail ons via info@stadswerk.nl.

07/2019 Stadswerk magazine 53


BRON: SIKKPUPPI, WIKIMEDIA COMMONS, CC-BY-SA-4.0

VAN DE STRAAT

Bieb onder de bomen D

e Sloveense hoofdstad Ljubljana staat voor een mix van Slavisch erfgoed en Mediterrane schwung. Vanaf de middeleeuwse burcht heb je een prachtig uitzicht over stad en ommeland. Meteen valt op hoe groen de omgeving is. Maar dat was niet de reden waarom Ljubljana zich in 2016 een jaar lang ‘European Green Capital’ mocht noemen. Die titel had ze te danken aan de grote stappen die de stad sinds de eeuwwisseling heeft gezet op het gebied van duurzaamheid. Lange tijd domineerde de auto in Ljubljana het straatbeeld, maar nu is het een echte fiets- en loopstad. Ook maakt de gemeente veel werk van afval- en waterrecycling, ecotoerisme en openbaar groen. Ljubljana is niet alleen duurzaam, de stad heeft ook iets met boeken. Zo riep de UNESCO Ljubljana eerder uit tot ‘World Book Capital’ (2010) en ‘City of Literature’ (2015). De band van de stad met het ge-

54 Stadswerk magazine 07/2019

schreven woord zie je ’s zomers overal terug. Dan zorgen vrijwilligers van de non-profitorganisatie Library under the Treetops namelijk voor bibliotheekjes in de buitenruimte, inclusief strandstoelen waar bezoekers relaxed kunnen lezen. Oorspronkelijk plaatste men de minibiebs op centrale plekken, maar nu vind je ze ook op locaties die de gemeente wil upgraden. De boeken worden onder meer gesponsord door uitgeverijen en instanties die zich inzetten voor leesbevordering. Behalve Sloveense lectuur staan er in de houten stellages steeds meer Engelstalige boeken om de toeristen een plezier te doen. Wel goed om te weten: als het regent, zijn de bibliotheekjes gesloten.

TEKST GERT-JAN HOSPERS, Stichting Stad en Regio www.stad-en-regio.nl | hospers@stad-en-regio.nl


ADVERTORIAL

Interview met Stefan Reijers van de gemeente Beuningen

STAND 4 .2 .1 9

Geef het door: speeltoestellen Beuningen

VAKBEURS OPENBARE RUIMTE

De veiling zelf was nog best spannend voor de gemeente Beuningen. Zou het een succes worden? Een succes werd het. De opbrengst was zelfs vele malen hoger dan verwacht. “Maar wat ik vooral fijn vind, is dat er geen restpartijen zijn en dat we niets hoefden af te voeren. Alle 118 speeltoestellen zijn verkocht”, vertelt Stefan. “Daarnaast is een groot deel van de toestellen in de omgeving van Beuningen gebleven. Daar zijn we heel blij mee.”

A

ls er binnen een gemeente 118 speeltoestellen overtollig worden door een groot project, kun je wachten op vragen van de samenleving. Wat gaat er met die toestellen gebeuren? In de gemeente Beuningen in Gelderland speelde deze kwestie. Voetbalverenigingen, scholen en particulieren toonden hun interesse, maar hoe geef je hen allen een eerlijke kans op het overtollig materieel? Buitendienstmedewerker Stefan Reijers vond de oplossing. Het was voor de gemeente van groot belang dat het proces van herbestemming eerlijk en transparant zou verlopen. “De eerste gedachte was om lokale partijen voorrang te geven, maar dan volgt als vanzelf de vraag: waar trek je de grens?” legt Reijers uit.

Maak nu alvast een afspraak met onze adviseur Frans Damminga en ontmoet ons op de Vakbeurs Openbare Ruimte op 2 en 3 oktober bij de Jaarbeurs Utrecht. Kijk voor meer informatie op: www.ovmgroup.eu/geefhetdoor

ARJEN DAMMINGA, OPRICHTER VAN OVM | GROUP “Een online overheidsveiling is meestentijds niet de eerste optie die overheidsinstanties in overweging nemen. Jammer, want het is juist zo’n mooie manier om overtollig materieel niet ‘even snel van de hand te doen’,

“In een blad zag ik regelmatig aankondigingen van veilingen staan en ik vroeg me af of dat voor de gemeente niet uitkomst kon bieden.” Na een bezoek aan een veiling georganiseerd door OVM | Group, waren Reijers en zijn collega’s overtuigd. “Wat we daar zagen, beviel ons wel.”

maar op transparante wijze door te geven. Met de overheidsveilingen van OVM | Group geven overheden materiaal een tweede leven. Wat ze daarvoor terugkrijgen? Een mooie opbrengst. Bovendien is het ook nog eens hartstikke duurzaam. Als we ook onze aarde willen doorgeven, is dat van levensbelang. We hebben

“Met een online overheidsveiling stel je iedereen gelijk en geef je iedereen een kans. Dat was doorslaggevend”, vertelt Reijer. “Bij OVM | Group hadden we een goed gevoel, mede door hun ervaring met overheidszaken en gemeenten. We nodigden de adviseurs van OVM | Group uit voor een gesprek en besloten er samen voor te gaan.”

de afgelopen zes jaar ruim vijftig veilingen georganiseerd voor diverse gemeentes, provincies, waterschappen en Staatsbosbeheer. De opgedane kennis nemen we mee naar nieuwe opdrachten en maakt ons een ervaren partner voor overheden.


Klimaatadaptatie en gezondheid in gezamenlijk perspectief

Beheer doet er toe! Stadswerk en branchevereniging NVRD hebben de handen ineen geslagen in het programma ‘Beheer doet er toe’. Hiermee laten we de waarde en het belang zien van slim beheer en leggen we verbindingen tussen maatschappelijke vraagstukken. Zo ook in een reeks artikelen in Stadswerk magazine. In dit artikel staat de verbinding tussen klimaatadaptatie en gezondheid centraal.

D

e openbare ruimte vormt de basis voor het openbare leven. Het is de plek waar mensen elkaar ontmoeten, naar hun werk gaan, spelen, sporten en ontspannen. De openbare ruimte verbindt. Het ontwikkelen en beheren ervan is dan ook een van de belangrijkste taken voor gemeenten. Ook kunnen gemeenten er andere maatschappelijke uitdagingen mee oppakken. In ‘beheer doet er toe’ onderscheiden we: energietransitie, klimaatadaptatie, veiligheid, participatie en zelfbeheer, biodiversiteit, circulaire economie, gezondheid, verstedelijking en krimp, mobiliteit en toegankelijkheid en inclusieve samenleving.

56 Stadswerk magazine 07/2019

VOORBEELD: VAN REGENWATER TOT DRINKWATER IN ANTWERPEN Onze zuiderburen gaan nog net een stapje verder. Op de Groenplaats en de Gedempte Zuiderdokken in Antwerpen start waterproducent WaterLink een proefproject om regenwater lokaal op te vangen, te zuiveren en geschikt te maken als drinkwater. Zo wil het bedrijf water upcyclen en daarmee bijdragen aan duurzaam waterbeheer. Dit betekent eerst een grootschalige vervangingsopgave van het riool, om te voorkomen dat het water direct wegloopt en daardoor extra gezuiverd moet worden. Antwerpen broedt daarnaast ook op kleinere initiatieven als tuinstraten waar het in 2020 mee start. Daar gaan geveltuinen en groentetuintjes water opvangen dat hergebruikt kan worden voor onder meer bewatering.


TEKST MARCELLE VERHOEVEN, Vereniging Stadswerk Nederland

Gezondheid VOORBEELD: SLIMDAK010 Op 1 juli 2018 ging deze testcase in Rotterdam van start. Meerdere partijen, waaronder het desbetreffende waterschap, aannemers en groenbedrijven, bundelden de krachten om het initiatief van de grond te krijgen. Door gebruik te maken van smartflowcontrol kan het dak slim water opslaan of (langzaam) afgeven als er een grote hoosbui aankomt. Op 120 vierkante meter kan tot wel 9.000 liter regenwater opgeslagen worden. Water dat bijvoorbeeld goed gebruikt kan worden voor ‘daklandbouw’ of vele andere doeleinden. Er zijn inmiddels al 22 aan­ vragen voor smartflowcontrol in binnen- en buitenland, waaronder een aantal in de Verenigde Staten, we kunnen dus wel spreken van een groot succes!

Er is wereldwijd sprake van een toenemend tekort aan zoet (drink)water. Dit geldt ook voor Europa, zo blijkt uit de toekomstvisie Drinkwater 2020-2050 van Waternet. We zijn afhankelijk van een krimpend aantal bronnen en deze staan bovendien onder hoge druk. Er is echter nóg een bron die nog niet (volledig) benut wordt en vaak over het hoofd gezien wordt, namelijk hemel- of regenwater. Er valt evenveel of zelfs meer neerslag, maar de natuur kan dit niet allemaal opslaan vanwege het korte tijdsbestek. Zo verliezen we veel water via het riool, dat bovendien te weinig capaciteit heeft voor deze piekmomenten. Bij een gebrek aan oneindige toevoer van schoon water uit de bergen, zoals in gebieden als Noord-Italië, en met het oog op de verzilting in West-Nederland, moeten we zelf slimme ecosystemen ontwerpen en beheren. Zo kan de gezondheid van de bevolking ook in de toekomst gewaarborgd worden.

Waar klimaatadaptatie en gezondheid samenkomen

ERDAM) (BRON: MILIEUCENTRUM ROTT

Klimaatadaptatie Het klimaat verandert en weersomstandigheden worden extremer. Voor Nederland betekent dat langere perioden van droogte, afgewisseld met grote buien waarbij veel water valt in korte tijd. Ook steken door mildere winters ziekten en plagen onder flora en fauna de kop op. Om de openbare ruimte minder kwetsbaar te maken, is het van belang slim na te denken over toekomstbestendig ontwerp en beheer. Klimaateffectief ‘groen’ en ‘grijs’ biedt kansen voor verkoeling en opslag van water (‘blauw’) voor later gebruik. Alleen door deze drie aspecten van de openbare ruimte te combineren, kunnen we bovenstaande uitdagingen veranderen in kansen en mogelijkheden.

Kunnen we de natuur én de bebouwde omgeving een handje helpen om daar vervolgens zelf de vruchten van te plukken? Een aantal gemeenten biedt bewoners reeds de mogelijkheid zelfvoorzienend te zijn door initiatieven zoals een regenton (gedeeltelijk) te financieren. Bewustwording is er dus wel degelijk en alle kleine beetjes helpen. Toch moeten we groter durven denken. Bijvoorbeeld door zowel bij nieuwe projecten, als renovatie- en vervangingsopgaven in de openbare ruimte, de opslag en langzame afgifte van water op slimme wijze te integreren. Irrigatie, drinkwater en verkoeling zijn van belang voor elke gemeente, des te meer vanuit het oogpunt van klimaatverandering. Laat deze kans dus niet liggen!

WEBSITES www.hln.be/in-de-buurt/antwerpen (artikelen - Regenwater Groenplaats en Zuiderdokken wordt drinkwater) www.citylab010.nl/initiatieven/slimdak www.nvrd.nl (dossiers - het belang van beheer) www.stadswerk.nl (thema’s - beheer doet er toe)

07/2019 Stadswerk magazine 57


ADVERTORIAL

Undercover daken gebruiken de stadse m2 optimaal

G

ebruiksdaken herken je meestal niet direct. Wanneer als je erop loopt, fiets of rijdt, zal je waarschijnlijk niet beseffen dat je je op een dak bevindt. In je beleving is het gewoon een plein of een park. En daar ligt nu juist de kracht van het gebruiksdak. Het bestaande omgevingsbeeld rond een gebouw kan worden doorgetrokken op het dak van de (ondergrondse) constructie. Zo zijn gebruiksdaken letterlijk undercover. Een gebruiksdak is anders dan het typische sedumdak. Daken van het laatst genoemde type zien er mooi uit en hebben een positieve invloed op het stedelijk leefklimaat. Je kunt er echter geen gebruik van maken. Ze creĂŤren wel een groene ruimte, maar geen nieuwe leefruimte. Dat doen gebuiksdaken daarentegen wel. Het dak gaat naadloos over in de omgeving en er ontstaan nieuwe gebruiksmogelijkheden van het dak, waardoor de beschikbare ruimte optimaal wordt benut. Bij het ontwerp van een gebruiksdak zijn de onderliggende dakconstructie, de aan te brengen dakbedekkingsconstructie en de bescherming daarvan van groot belang voor het succes van een project. Daar ligt de specialiteit van Nophadrain. Naast het leveren

STAND 3 .5 .3 2 VAKBEURS

en produceren van hoogwaarOPENBARE RUIMTE dige groen- en gebruiksdaksystemen, geven onze specialisten bouwkundig advies dat rekening houdt met alle facetten van het bouwproces. Van informatie over richtlijnen en normeringen tot advies over de juiste vegetatie of verharding. Zo slaan wij met onze expertise een brug tussen iedereen die bij de aanleg van een groendak of gebruiksdak betrokken is: ontwikkelaars, architecten, constructeurs, dakdekkers, hoveniers, groenvoorzieners en landschapsarchitecten.

ND WSM-50 Waterreservoirplaat

ND 620hd Drainagesysteem

ND TSF-100 Glij- en Beschermfolie


Nophadrain’s krachtpatsers zorgen voor duurzame gebruiksdaken Water is van levensbelang voor vegetatie, maar teveel water verzuipt de planten. Een duurzame en goede drainage is daarom van groot belang. Maar ook bij daken waar (alleen) verharding wordt toegepast is een duurzame en goede drainage noodzakelijk. Wanneer de funderingslaag of de straatlaag verzadigd raakt met water, kan de bestrating verzakken. In de winter kan het opgestuwde water opvriezen, waardoor de verharding zelfs kan breken. Het mooie strakke plaatje dat de ontwerper en opdrachtgever ooit een keer voor ogen hadden, komt zo ten einde. Daarnaast liggen lekkages aan het dak op de loer. Opstuwing van water zorgt voor hydrostatische druk, wat het dakbedekkingssysteem op den duur niet ten goede zal komen. Dat een goede en duurzame drainage bij daken met bestrating belangrijk is, moge daarmee duidelijk zijn. Maar hoe bereik je een goede drainage? Nophadrain biedt voor daken met een berijdbare toepassing (en dus met verharding) de ND 600 serie Drainagesystemen aan (bijv. ND 620hd Drainagesysteem). Deze serie drainagesystemen kenmerkt zich door een noppenfolie met extreem hoge druksterkte (900 en 1.200 kPa, afhankelijk van het product) en een speciaal monofilament filterweefsel. Het zijn de krachtpatsers onder de drainagesystemen. Het drainagesysteem zorgt voor vrije ruimte onder de berijdbare opbouw om zo het water drukloos af te voeren.

Al 10 jaar duurzame drainage bij de Zomertuinen In 2009 werd het dak van de ondergrondse parkeergarage van het woonzorgcomplex Zomertuinen als berijdbare en groene openbare ruimte ingericht. Hierbij werd het ND 620hd Drainagesysteem toegepast. Het drainagesysteem transporteert het water horizontaal van het dak af. In combinatie met de ND TSF-100 Glij- en Beschermfolie zorgt de glijfolie van

het ND 620 Drainagesysteem ervoor dat de dynamische belastingen die veroorzaakt worden door het rijden en remmen van auto’s en vrachtverkeer de onderliggende dakbedekking niet beschadigen. En met succes. Na 10 jaar ligt de verharding er nog steeds strak bij. In de meeste gevallen worden berijdbare daken gecombineerd met vegetatie. Zo ook bij dit project. Op diverse plekken zijn er plantvakken gecreëerd. Aan de ene kant is het belangrijk dat overtollig water hier ook wegstroomt, maar aan de andere kant heeft de vegetatie ook water nodig. Om in drogere tijden de begroeiing in de plantvakken tegen uitdroging te beschermen zijn de ND WSM-50 Waterreservoirplaten van Nophadrain toegepast. Deze minerale steenwolplaten zijn bij de plantvakken bovenop het drainagesysteem geïnstalleerd. Overtollig water wordt afgevoerd door het drainagesysteem, en het noodzakelijke water voor de vegetatie wordt vastgehouden in het substraat en de minerale steenwolplaten. Via capillaire werking wordt het opgeslagen water aan de vegetatie afgegeven wanneer deze het nodig heeft. Zo blijft niet alleen de verharding in goede staat, maar ook de vegetatie. Onze filosofie: “Gebruik de ruimte”. Steden verstenen steeds meer en de groene leefruimte wordt steeds geringer. Met haar groen- en gebruiksdaksystemen brengt Nophadrain de esthetische waarde van groen terug naar de stad en geeft de ruimte die is ingenomen door gebouwen weer terug aan de inwoners. Bezoek ons op stand 3.5.32


Rotterdam voortvarend aan de slag

Wijken van het aardgas Dat heel Nederland in 2050 van het gas af moet, daar is iedereen zo langzamerhand wel van doordrongen. Maar hóe dit gerealiseerd moet worden, roept nog veel vragen op. In Rotterdam proberen ze die vragen te beantwoorden door in vijf wijken praktijkervaring op te doen.

Woningen in de Rotterdamse wijk Pendrecht. (foto: G.Lanting Wikimedia Commons/ G. Lanting)

I

n Rotterdam gaat het om maar liefst 263.000 gasaan­ sluitingen die vóór 2050 vervangen moeten worden. Om het overzicht te houden bij die enorme operatie, ontwikkelde de gemeente in 2018 een zogenaamde WAT-kaart. ‘Hierin hebben we voor alle wijken in Rotterdam in kaart gebracht wat het goedkoopste alternatief is voor aardgas’, vertelt Karen Jakschtow, projectleider bij gemeente Rotterdam. ‘Vanwege de aanwezigheid van de Rotterdamse haven en de restwarmte die we van de industrie kunnen benutten, is het goedkoopste alternatief meestal een warmtenet. Uiteindelijk hebben we vijf wijken uitgekozen waar we een businesscase en gebiedsaanpak voor ontwikkelen. Met de brede ervaring die we in de eerste wijken opdoen, willen we een standaardaanpak ontwikkelen. Die kunnen we, met ruimte voor maatwerk, in alle wijken van Rotterdam toepassen.’

Groter denken Een van de vijf geselecteerde wijken is Pendrecht; ongeveer 50 procent van het vastgoed is daar in bezit van woningcorporatie Woonstad Rotterdam. De keuze van Rotterdam om een aanpak per gebied te bepalen, past helemaal bij de strategie van Woonstad, vertelt programmamanager Duurzaamheid Pim Dumans. ‘Om tot een volledig gasvrije voorraad te komen, zijn wij in eerste instantie gestart met een aantal kleinschalige projecten. 60 Stadswerk magazine 07/2019


TEKST TON VAN LEEUWEN, Leene Communicatie

Dat ging bijvoorbeeld om een blok met honderd woningen. Maar al snel bleven we daarbij hangen in technische discussies en rekensommetjes. Een probleem groter maken leidt verrassend genoeg vaak tot nieuwe oplossingen. Dan komen er gesprekspartners aan tafel met meer mandaat en ruimte om buiten de gebaande paden te denken. In gesprek met energie­

Een probleem groter maken leidt verrassend genoeg vaak tot nieuwe oplossingen bedrijven betekent dit dat je los kunt komen van bestaande tariefstructuren. Dan kun je nieuwe contract­vormen gaan bespreken, ervaring opdoen en kunnen organisaties zichzelf opnieuw uitvinden. Want dat is echt nodig bij zo’n grote opgave.’ In Pendrecht is Nuon-Vattenfall concessiehouder; in principe sluit die de gebouwen aan op warmte. ‘De aan-

besteding heeft ruim tien jaar geleden plaatsgevonden en de concessie geldt tot 2043. Het aanbestedingscontract is niet per se optimaal ingericht voor de huidige energietransitie’, weet Jakschtow. ‘Daar voeren we goede gesprekken over, want ook Nuon-Vattenfall ziet in dat we nu in een heel andere tijd zitten.’ Die andere tijd bestaat bijvoorbeeld uit slim variëren met vaste en variabele tarieven, iets dat volgens Dumans bij telefoonabonnementen al heel gangbaar is. ‘Bij de aanleg van een warmtenet heb je te maken met drie soorten kosten: investeringskosten, een vastrecht en de variabele gebruikskosten. Om het warmtenet betaalbaar te houden, moeten we opnieuw aan die knoppen draaien. Ons uitgangspunt hierbij is dat bestaande huurders er niet op achteruit gaan.’

Technische vragen Hoe de kostenverdeling er precies komt uit te zien is nog niet duidelijk. Ook op technisch vlak moet er nog veel worden uitgezocht, weet Jakschtow. ‘We komen er nu bijvoorbeeld achter dat een aansluiting op een warmtenet soms ook flinke aanpassingen vergt ín de woningen. Om daar een goed beeld van te krijgen, zal elke woning van binnen moeten worden geïnspecteerd.’

Voor een rechtvaardig en efficiënt systeem moet iedereen mee doen met de omschakeling naar aardgasvrij in een wijk. Communicatie met bewoners over de mogelijkheden en voornemens is daarom cruciaal.

07/2019 Stadswerk magazine 61


‘KEN JE WIJK’ In een deel van Hordijkerveld-Noord in Groot-IJsselmonde is de gemeente vanaf eind 2017 al met inwoners in gesprek over de transitie naar aardgasvrij. ‘Hiermee hebben we al wat meer ervaring dan in andere gebiedsaanpakken’, vertelt projectmanager Lydia Hameeteman. ‘Mijn belangrijkste tip is: zorg dat je je wijk kent! In Hordijkerveld-Noord hebben we bijvoorbeeld een doelgroepenonderzoek uitgevoerd en een serie interviews gehouden. Hieruit bleek niet alleen dat er veel vragen zijn over de kosten, maar ook dat veel mensen opzien tegen het “gedoe” dat bij zo’n transitie komt kijken. Duidelijkheid, snelheid en ontzorgen zijn dan ook belangrijke begrippen.’ Het voeren van interviews biedt ook de kans om ‘actieve’ bewoners te identificeren, vervolgt Hameeteman. ‘Die kunnen we bijvoorbeeld een rol geven bij de inloopbijeenkomsten, maar ook bij het testen van een brief. Of de keuzekaart; die hebben we recent ontwikkeld om bewoners duidelijk te maken dat zij daadwerkelijk een keuze hebben. Mensen die net een CV-ketel hebben aangeschaft, zullen bijvoorbeeld minder snel open staan voor een nieuwe ingreep. En sommige mensen willen misschien wél al hun huis duurzaam verwarmen, maar nog niet elektrisch koken. We hebben daarom twee aansluitmomenten bepaald, in 2021/2022 en 2027. Dit najaar zijn we van plan de huizen langs te gaan en mogen mensen hun keuze aangeven.’ Het lastige van deze transitie blijft volgens Hameeteman dat mensen er gevoelsmatig niets mee ‘winnen’. Concreet: er komt nu warm water uit de kraan, en dat komt er straks nog steeds. ‘Daarom kijken we ook naar meekoppelkansen’, vertelt Hameeteman. ‘In Hordijkerveld-Noord grijpen we de transitie ook aan om de buitenruimte op te knappen. Voor het warmtenet moet de straat straks toch open. Door de straat meteen breder open te breken kunnen we ook verbeteringen in de wijk doorvoeren die wél zichtbaar zijn.’

Terwijl Rotterdam dus al volop ervaring opdoet met gebiedsaanpakken, gaat de gemeente ook actief het gesprek aan met de rijksoverheid. Ook op landelijk niveau bestaan immers nog veel onzekerheden. ‘Het gaat dan niet alleen om het beschikbaar stellen van subsidies, maar ook om het borgen van het publieke belang bij aanleg en onderhoud van warmtenetten’, legt Jakschtow uit. ‘Verder is er veel discussie over de koppeling van stadswarmte aan de gasprijs. Deze wordt op den duur losgelaten. Maar wat komt daarvoor terug? De nieuwe tariefstructuur moet aantrekkelijk zijn voor bewoners én voor energiebedrijven.’

Iedereen moet mee Een ding is zeker: om de energietransitie voor iedereen haalbaar en betaalbaar te maken, moet de hele wijk meedoen. Dus niet alleen woningcorporaties, maar ook particuliere woningbezitters. Alleen dan kun je de kos-

WEBSITE www.rotterdam.nl/wonen-leven/ energietransitie

62 Stadswerk magazine 07/2019

ten eerlijk verdelen. Maar energiebedrijven zullen pas investeren in nieuwe aansluitingen wanneer zij ook contracten kunnen sluiten. ‘Wanneer een kleine groep bewoners niet meedoet, gaat dat ten koste van de efficiëntie van de infrastructuur. Dan loop je het risico dat de mensen die later aansluiten meer moeten betalen; dat kan de voortgang van de transitie uiteindelijk vertragen’, vertelt Jakschtow, die niet voor niets veel aandacht besteedt aan communicatie. Deels is dit natuurlijk een verantwoordelijkheid van de energiebedrijven, maar als gemeente heb je toch een andere positie. We organiseren bijvoorbeeld ook kookworkshops, waarin mensen zelf kunnen ervaren hoe het is om elektrisch te koken.’

Stap voor stap De gemeente wil dat Pendrecht in 2030 aardgasvrij is. Maar voor 100 procent duurzame verwarming is aansluiting op het warmtenet nog niet voldoende, benadrukt Dumans. ‘Gebruik van restwarmte is een goede stap, maar uiteindelijk moeten we naar een duurzame bron.’ Ook Jakschtow houdt dat einddoel scherp op het netvlies. ‘We werken stap voor stap. We laten de Erasmus Universiteit onderzoek doen naar onze manier van werken bij de gebiedsaanpak, zodat we ook het proces kunnen blijven verbeteren.’


STAND 2 .3 .3 5 VAKBEURS OPENBARE RUIMTE

OP HET BEURSPLEIN DE GROENE STAD


ADVERTORIAL

Tijdelijke infrastructuren tijdens werkzaamheden aan (snel)wegen en spoorwegen

G

edurende werkzaamheden aan (snel)wegen en spoorwegen staat steeds vaker centraal dat het publiek zo min mogelijk hinder ondervind van deze werkzaamheden. Vaak zijn afsluitingen en omleidingen het gevolg waardoor het publiek gedwongen wordt om te rijden, fietsen of lopen waardoor er vaak ergernissen ontstaan. Gigant Temporary Infrastructuur speelt hierop in met de bouw en verhuur van o.a. tijdelijke trapconstructies, tijdelijke bruggen maar ook een tijdelijke bushalte of metro- of trein perron. Gigant heeft ruim 35 jaar ervaring in het bouwen van tijdelijke constructies veelal toegespitst op publieke doeleinde. Waar zijn oorsprong ligt in de bouw van podia en publieke constructies op festivals en evenement neemt Gigant deze kennis mee naar de bouw en infra branche. Met zijn productengamma is Gigant een specialist in het bouwen van een tijdelijke infrastructuur om voetgangers en (brom)fietsers rondom werkzaamheden op een veilig manier om of over de werkzaamheden te leiden. In het assortiment zijn o.a. trappen en brugconstructies welke op elke locatie gebouwd kunnen worden. Door het flexibele bouwsysteem wat een combinatie van Layher Allround is met diverse specials is er op elke locatie een passende oplossing te bieden. Een voetgangers- of fietsbrug over een opgebroken weg of over de spoorwegen, een tijdelijke vloerstructuur als perron of een trap of hellingbaan tegen een talud gebouwd, Gigant maakt op elke locatie een passende oplossing en functionele toepassing. Bij iedere opdracht staat de veiligheid van de constructie, de gebruiker en de omstanders centraal. Gigant heeft alle specialisten in huis, van kundige bouwers tot technisch tekenaars en constructeurs. Zo worden alle constructie vooraf in bouwkundige tekeningen en 3Dmodellen uitgewerkt en levert Gigant een pakket samen met statisch calculaties voor de gemeentelijke keuring aan. Gigant is de totaalaanbieder voor tijdelijke infrastructuren voor de overheid en aannemerij.

Gigant Temporary Infrastructures Eersel NL www.gigantinfra.com info@gigantinfra.com 0497 517 771


COLUMN TEKST BAS BOONSTRA, Antea Group en Bestuurslid Stadswerk

Binnenstebuiten Het is wat mij betreft een van de sympathiekste marketingacties van de afgelopen tijd: die van Bever Sport. De buitensportwinkel stelt hierin dat ‘niemand een binnen-mens is’. Dat we buiten pas écht tot ons recht komen. Als vader van drie jongens die maar al te graag achter het scherm kruipen, draag ik die boodschap een warm hart toe. En het inspireert mezelf ook om die stap wat vaker te maken. Onlangs ontdekte ik dat achter deze campagne een onderzoek schuilgaat. Hieruit blijkt dat twee derde van de Nederlanders het liefste buiten is, maar dat we 90 procent van onze tijd gewoon nog binnen doorbrengen. We willen dus meer naar buiten, maar we hebben hierbij wel een zetje nodig. Die drang naar buiten past in de trend die we in de openbare ruimte zien. Neem het aantal festivals en evenementen in de openlucht. Dat is in de afgelopen jaren explosief gegroeid. En wat te denken van buitensporten? Bootcamp, freerunning, buiten-yoga. In de weekenden is het soms gewoon druk op straat met al die hardlopers en wielrenners. Met de komst van de Omgevingswet neemt de aandacht voor buiten alleen maar toe. Zo liet minister Ollongren van Binnenlandse Zaken onlangs weten dat ze toejuicht dat gemeenten de gezondheid van inwoners gaan bevorderen via de openbare ruimte. ‘Denk aan het stimuleren van beweging door een goede fietsinfrastructuur of meer groen in de stad om in te bewegen, ontmoeten, ontspannen.’ Gezondheid bevorderen via de openbare ruimte is één aspect. We kunnen onze gezondheid ook beschermen via onze leefomgeving. Zo draagt een slimme inrichting van de openbare ruimte (‘soundscaping’) bij aan de vermindering van geluidsoverlast. Maar ook wateroverlast en hittestress kunnen via de openbare ruimte (lees: meer groen) worden aangepakt. Kortom, de komende jaren gaat het buiten gebeuren. Dit brengt nieuwe vragen met zich mee. De allergrootste is wat we eigenlijk verstaan onder een ‘gezonde leefomgeving’. Dit gaat wat mij betreft verder dan medische gezondheid. Ook zingeving, welbevinden, ontmoeting en beleving

Hoe combineer je ‘zachte aspecten’ als veiligheid, leefbaarheid en gezondheid met technische op­lossingen tot een sluitende business­case? vormen hier onderdeel van. En de vraag die meteen daarna komt: hoe combineer je ‘zachte aspecten’ als veiligheid, leefbaarheid en gezondheid met technische oplossingen tot een sluitende businesscase? Verder dienen zich door onze drang naar buiten nu al tal van vragen aan. Want in hoeverre zijn onze parken en pleinen berekend op de toename van evenementen? We zien in steden nu al schades op kwetsbare plekken ontstaan omdat we meer buiten zijn. Hoe zorgen we voor een grotere belevingswaarde van groen? En hoe gaan we slim om met nieuwe ‘buiten-bedreigingen’ zoals de eikenprocessierups, de reuzenberenklauw of onweersbuien die steeds heftiger worden? Niemand is een binnen-mens. Dit geldt de komende jaren zeker voor de beleidsmakers, gezondheidsdiensten, ontwerpers, planologen, ondernemers en beheerders in ons land. Om tot pragmatische oplossingen te komen moeten zij meer dan ooit met elkaar gaan samenwerken. Dit betekent verder kijken dan je eigen straatje, nieuwe werelden verkennen en samen het avontuur aangaan. En laat dit nu volgens het onderzoek van Bever Sport exact dé reden zijn waarom we zo graag naar buiten gaan!

07/2019 Stadswerk magazine 65


ADVERTORIAL

TEKST RICKY VAN LINGEN VAN KRAGTEN

STAND 4 .4 .3 9 VAKBEURS OPENBARE RUIMTE

Onze kijk op een optimistisch en aantrekkelijk toekomstig Nederland

Panorama Kragten Van grote woorden Ieder jaar lijken het er meer te worden. Van participatie naar het veranderende klimaat, afslaand richting gezondheid om via biodiversiteit de route tot aan de omgevingswet te bepalen en zo aan te haken bij de energietransitie en ons te kunnen vergapen aan de mogelijkheden die circulariteit biedt. Die veelheid roept bij menig beleidsadviseur een gevoel op uit een liedje van Herman van Veen “Ik moet rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Ik kan nu niet blijven, ik kan nu niet langer blijven staan.” Nederland is zich aan het bewegen richting een “Nieuw Nederland” en dat merken we met zijn allen, ook in de openbare ruimte. We moeten bewegen, de druk neemt toe. Maar hoe houden we het tijdens het bewegen ook leuk en spannend? Hoe zorgen we dat we dezelfde kant op bewegen? Het

liefst, zonder uitgeput te raken, ‘transitie’moe te worden of compleet stil te vallen door de vele veranderingen en onzekerheden die op ons pad komen?

Naar lokale en concrete acties Dit doen wij door juist deze grote vragen naar lokale en concrete acties te vertalen. Op het lokale en concrete schaalniveau van projecten is het mogelijk om de complexiteit van deze grote opgaves vast te pakken en zo tot antwoorden te komen die aansluiten en werken in de praktijk. Wij merken dat het werkt en dat mensen op dat schaalniveau deze grote vragen goed met elkaar kunnen verbinden én met enthousiasme aan de slag kunnen gaan. Dan hoor je ook ineens: “weet je wat mij nu gaaf lijkt….”

De toekomst verbeeld in een panorama Dat is ook de houding en het enthousiasme dat de Rijksbouwmeesters met hun

“Panorama Nederland” willen op roepen. Zij tonen op het Schaalniveau van Nederland een optimistisch en aantrekkelijk beeld van een “Nieuw Nederland” waarin grote thema’s een plek krijgen en geven daarmee ook de ruimtelijke kwaliteit een impuls. Voor ons is het “Panorama Nederland” een inspiratiebron, ook om ons eigen “Panorama Kragten” te ontwikkelen.

De puzzelstukjes richting “Nieuw Nederland” In het “Panorama Kragten” laten we zien hoe we vol enthousiasme met onze projecten uit verschillende regio’s en type gebieden steeds nieuwe puzzelstukjes vormgeven. Puzzelstukjes op een lokaler en concreter schaalniveau die samen (en met projecten van anderen) invulling geven aan de grote thema’s en bewegen richting het “Nieuw Nederland” van de Rijksbouwmeesters, of beter gezegd, het “Nieuw Nederland” van ons allemaal.


VIJF PROJECTEN UIT HET PANORAMA KRAGTEN Het gulden land (Waterschap Aa en Maas, gemeente Helmond en gemeente Laarbeek) Een gebiedsontwikkeling voor een versnipperd en te droog beekdal waar we met water als verbindend element nu steviger inzetten op klimaatadaptatie, biodiversiteit, circulariteit en het bevorderen van gezond leven.

Centrum plan Didam (Gemeente Montferland) Hier ontwikkelen we met de gemeente en betrokkenen een versteend en door de auto gedomineerd centrum naar een centrum met veel groen en verblijfskwaliteit voor de mensen uit het dorp. Hierbij hebben we aandacht voor de thema’s klimaatadaptatie, biodiversiteit, gezond leven en participatie.

Skills Garden Almere Haven (Gemeente Almere) De ontwikkeling van de Skills Garden in de openbare ruimte van Almere Haven nodigt verschillende doelgroepen op hun eigen tempo en niveau uit om veelzijdige bewegers te worden. Hiermee dragen we bij aan de thema’s gezond leven en participatie.

Een open en samenwerkende houding Met het panorama laten we ook zien dat als we deze grote thema’s goed willen oppakken we juist elkaar moeten op zoeken, in dialoog gaan, onzekerheden uitspreken en samenwerken.

Visie op duurzame energie voor het buitengebied van Best (Gemeente Best) De gemeente Best wil haar energiebehoefte verduurzamen passend bij andere waarden en in samenspraak met inwoners stelde ze daarvoor een visie op die aangeeft waar windmolens en zonnepanelen passen. Aansluitend op de energietransitie,

Dat is volgens ons dé houding die ons verder gaat brengen en helpt om deze puzzelstukjes van het panorama vorm te geven. We moeten met elkaar voorkomen dat we in de Herman-van-Veen-modus raken waarbij we enkel handelen vanuit onze eigen (sectorale) opgaves met een houding die naar anderen uitstraalt: “Opzij, opzij, opzij, want ik ben haast te laat. Ik heb maar een paar minuten tijd.”

omgevingswet, participatie en klimaatadaptatie.

De tuinman van Sittard-Geleen inspireert en faciliteert (Gemeente Sittard-Geleen)

t

WIST JE DAT....

Bomen meer doen dan "enkel" zuurstof produceren.

Grote bomen zijn niet alleen belangrijk om de zuurstof die ze produceren, ze hebben nog veel meer voordelen. Rekening houdend met het veranderende klimaat worden deze voordelen alleen maar belangrijker. Daarom ben ik zuinig op grote bomen en hoop ik dat onze jonge bomen ook de kans krijgen om in de toekomst uit te groeien tot zulke waardevolle bomen. Dat lukt niet overal, maar daar waar het kan geef ik ze graag de ruimte.

Met de tuinman van Sittard-Geleen verkent de

Bron: www.vng.nl De baten van Bomen. Resultaten van i-tree Eco in Nederland

gemeente haar rol om samen met inwoners vorm te geven aan de openbare ruimte. De tuinman zoekt de dialoog op, inspireert en faciliteert. Zijn

Ook in je eigen tuin kunnen bomen zorgen voor verkoeling. Dat is best lekker in je hangmat.

Ook vogels en insecten genieten mee 20190710_Inspiratiegids_Concept_V10_rvl.indd

28

praktische instrument “de inspiratiegids” geeft ruimte aan participatie, omgevingswet, klimaatadaptatie, circulariteit, energietransitie en gezond leven.

28 21-08-19 22:37


DRAINVOEG • straatwerk duurzaam waterpasserend • onderhoudsarm & kostenbesparend • geheel vlakke aanleg • hoge waterdoorlatendheid • geen speciale stenen nodig • hergebruik uitkomend materiaal

Op weg naar Betere Toegankelijkheid Een goede bewegwijzering is voor ieder mens prettig. Brailleplan ontwikkelt en vervaardigt braillebordjes in diverse materialen. Wilt u meer informatie? Vraag vrijblijvend naar de mogelijkheden.

DRAINSTOP® verborgen kolk • geen onderhoud• rustig straatbeeld • geschikt voor infiltratie in kleibodems •

DRAINBRICK® • put op steenformaat • snelle oplossing wateroverlast bij spoorvorming • RVS BKK en rond voor in asfalt

Brailleplan.nl | Eckertstraat 23 | 8263 CB Kampen | sales@brailleplan.nl 076 - 78 502 72 www.drai nvast.nl - i nfo@drai nvast.nl

BEZOEK ONS TIJDENS DE VAKBEURS OPENBARE RUIMTE IN JAARBEURS UTRECHT 2 EN 3 OKTOBER 2019 bodem|infra|omgeving|archeologie|geluid|water|ecologie

T 0318 654 124 | www.greenengineers.nl

S TA N D

2.2.2 8


COLUMN TEKST GABBY VAN MEER, Compris Consulting

Duurzaam ontwerpen Ontwerpen, in welke vorm dan ook, begint met een wens die vertaald wordt naar een set eisen. De ontwerper gaat met de eisen aan de slag om een ‘functionele decompositie’ te maken die hij of zij vertaalt naar een globaal technisch ontwerp met ‘functievervullers’. Dat klinkt tamelijk abstract, laten we het daarom wat concreter maken. Stel, we willen een emmer (1) aan een touw (2) op een as (3) met een zwengel (4), die op twee bokjes (5, 6) staat, omhoog kunnen halen en weer laten zakken om water uit een put te halen. Om het geheel te laten werken, moeten alle onderdelen goed functioneren. Als er één onderdeel niet functioneert, functioneert ook de constructie als geheel niet. Dus als we willen dat de hele constructie 75 procent betrouwbaar is, weten we bijvoorbeeld dat alle componenten 95 procent betrouwbaar moeten zijn. Duurzaamheid wordt, zeker bij ontwerp in de openbare ruimte, een steeds belangrijkere eis. Hoe geef je daar invulling aan als ontwerper? Vroeger was dat niet meer dan ‘voldoe aan alle wet- en regelgeving’. Omdat wetgeving vaak achterloopt op maatschappelijke ontwikkelingen, biedt deze onvoldoende bescherming van alles wat op onze aarde leeft. Gelukkig zijn er wel andere kaders ontwikkeld zoals het Raamwerk voor Strategische Duurzame Ontwikkeling. Net als bij een ontwerp moet je begrijpen hoe een systeem werkt en hoe het kapot kan gaan. Als uitgangspunt namen de opstellers de drie hoofdsystemen waardoor de aarde kan functioneren. Eén open systeem voor energie: er valt energie van de zon op de aarde, er blijft wat hangen en de rest kan weerkaatsen op het aardoppervlak. Eén snelle cyclus waarbij organisch materiaal wordt gemaakt met behulp van fotosynthese. Dit materiaal wordt opgegeten door de dieren, dieren ontlasten, dieren vergaan en zo komt de materie weer terug in vormen waaruit het is ontstaan. Tot slot een hele trage cyclus waarbij stoffen uit de aardkorst in omloop komen, gebruikt worden en via het grondwater, de regen en de rivieren weer terug gegeven worden aan de aarde.

Maar... we vernietigen de natuur sneller dan die kan groeien. We halen stoffen sneller uit de aardkorst dan de natuur ze af kan breken (zware metalen en fossiele brandstoffen).

We vernietigen de natuur sneller dan die kan groeien We maken nieuwe stoffen waarvoor de aarde geen afbreukmechanisme kent (plastics en medicijnen). Nu we weten hoe de constructie ‘aarde’ stuk gaat, weten we ook welke eisen we moeten stellen om te zorgen dat de aarde wel kan blijven functioneren. Het zijn er in hoofdzaak vier. 1. We moeten de natuur niet sneller afbreken dan de natuur zich kan herstellen. 2. We moeten geen stoffen uit de aardkorst in omloop brengen en de aarde uitputten zolang we grondstoffen storten die hergebruikt kunnen worden. 3. We moeten geen nieuwe stoffen in omloop brengen die de natuur niet af kan breken of die we zelf niet kunnen recyclen. 4. We moeten geen dingen doen die andere mensen belemmeren om in hun levensbehoefte te voorzien. Terug naar het voorbeeld van de emmer voor onze waterput. We maken die emmer dan niet meer van ijzer, maar bijvoorbeeld van een gerecyclede kunststof. Het touw is niet van nylon dat uit aardolie is geproduceerd, maar van een biobased materiaal. Ook zijn de grondstoffen niet bewerkt of vervoerd met machines die op fossiele brandstoffen werken. Tot slot hebben alle mensen die de realisatie mogelijk hebben gemaakt een eerlijke vergoeding gekregen voor hun bijdrage. We zijn in staat om alle ontwerpen beter en duurzamer te maken als we deze vier top-eisen voortaan meenemen in het eisenpakket.

07/2019 Stadswerk magazine 69


Overtollig overheids– materieel?

Een online overheidsveiling via OVM | Group is een duurzame, transparante ĂŠn effectieve oplossing voor overtollig overheidsmaterieel. Dat levert niet alleen een mooie opbrengst op, maar ook een gelukkige nieuwe eigenaar voor overtollig materieel. Geef het door!

Ontmoet ons bij Jaarbeurs Utrecht! Bespreek de mogelijkheden op 2 en 3 oktober tijdens de vakbeurs Openbare Ruimte. Maak een afspraak via ovmgroup.eu/geefhetdoor.


TEKST EELCO VISSER, Vereniging Stadswerk Nederland

Niek Daamen is… Aan het Stadswerk

‘Duurzame keuzes zijn steeds vaker ook de logische’ Niek Daamen is duurzaamheidsadviseur bij de gemeente Breda. En wel binnen twee afdelingen. Voor het ingenieursbureau verweeft hij thema’s als circulariteit en duurzaam GWW (Grond-, Weg- en Waterbouw) in de projecten en voor de beleidsafdeling Milieu stimuleert en bewaakt hij duurzaamheid binnen de eigen organisatie.

N

iek vindt het een interessante combinatie. ‘Je maakt verbinding tussen projecten in de buitenruimte en de voortrekkersrol die je als gemeente op deze thema’s kunt nemen.’

Afvalkring Hij voelt de meeste verantwoordelijkheid voor de opgave rondom circulaire economie. ‘Dat is, naast klimaatmitigatie en -adaptatie en de energietransitie, de derde grote landelijke transitieopgave. In 2050 willen we alles circulair doen. Met klimaatadaptatie maken we grote sprongen, terwijl ook veel mensen met de energietransitie bezig zijn. Circulariteit blijkt lastiger te vangen. In de openbare ruimte kijken we goed welke materialen er nodig zijn en vrijkomen. We werken steeds meer vanuit een ketenbenadering: op welke procesmatige manier kunnen we beter afstemming vinden in het hergebruik van materialen, bijvoorbeeld voor asfalt en beton? Er komt van alles op gang, maar we kunnen het niet alleen. Dat is meer een regionale of misschien wel landelijke opgave. De afvalkring moet ergens gesloten worden, dat hoeft niet per se in Breda.’

Motiverend ‘We werken hard aan een duurzamer Breda, we weten daar steeds beter de juiste keuzes in te maken en merken dat het een lerend proces is waarbij inspiratie van andere partijen een belangrijke rol speelt. Daarom is het goed rondom de transitieopgaven samen te werken. Samenwerking is niet voor niets Sustainable Development Goal 17.’ Breda is met reden aangehaakt bij de Green Deal Duurzaam GWW en de Community of Practice die Stadswerk begeleidt. ‘Deze bijeenkomsten zijn altijd motiverend. Je ziet hoe collega-gemeenten hun stad verduurzamen en binnen welke organisatorische constellatie ze dat doen. Want dat heeft impact op de stappen die worden gezet. Een mooi voorbeeld is aanbesteden: in diverse gemeenten wordt geëxperimenteerd met nieuwe manieren van aanbesteden. Door deze ervaringen te delen kunnen we hier allemaal van leren.’

Niek Daamen: ‘Circulariteit blijkt lastiger te vangen dan klimaatadaptatie en energietransitie.’

07/2019 Stadswerk magazine 71


ZEKERHEID

IN KWALITEIT EN VEILIGHEID BIJ UW INFRA-PROJECTEN

Kwaliteit door werken met de BRL Door het beheer van de KOMO BRL-en n 9101: toepassen verkeersmaatregelen bij WiU

en evenementen n 9141: wegmarkeringsmaterialen

ACO. creating the future of drainage Vakbeurs Openbare Ruimte standnummer. 3.2.62

foto M. Christenhusz Heijmans Infra

n 9142: appliceren van wegmarkeringsmaterialen n 9161: aanbrengen van afschermings-

voorzieningen (geleiderail) langs wegen

Door het examineren van de mensen die de KOMO BRL-en uitvoeren De Infra Kwaliteit KOMO BRL-en

Lijnafwatering is dé corebusiness van ACO wereld-

n

hebben een meerwaarde voor de markt

n

zijn passend in de huidige marktsituatie

n

werken met externe kwaliteitscontrole door

wijd. Meer dan een halve eeuw zijn wij koploper

een geaccrediteerde CBI

op dit specifieke gebied van afwateringstechniek.

n

leveren gegarandeerde kwaliteit

Ondanks de schijnbare eenvoud van het product is

n

geven zekerheid voor de opdrachtgever

innovatie onze grootste kracht. Uw idee is de basis

n

zorgen voor een goed product tegen een

voor ons werk. Hiermee gaan wij aan de slag. Aan alles wordt gedacht, tot in het kleinste detail. Door

passende prijs n

zorgen voor transparante marktwerking

een complete begeleiding van uw project, van begin tot eind, bent u zeker van het eindresultaat! Wij leveren u een “maatpak” van alleen de beste kwaliteit. Daar staan wij voor!

www.aco.nl

www.infrakwaliteit.nl info@infrakwaliteit.nl


ADVERTORIAL

Buitenverlichting in een natuurlijk jasje

V

erlichting in buiten- en natuurgebieden moeten aan andere eisen voldoen dan in bewoond gebied. TimberLab gaat de uitdaging aan om houten buitenverlichting te ontwikkelen die aansluit bij uw specifieke wensen. Buitenverlichting in houten masten en geplaatst op bijzondere locaties? Het is allemaal mogelijk. De specials van TimberLab gaan op in hun natuurlijke omgeving.

Specials uitgelicht De bollard verlichtingsarmaturen zijn zeer geschikt voor plaatsing langs wandelpaden maar kunnen ook worden verwerkt langs houten brugleuningen. De slanke houten armaturen kunnen worden vervaardigd van diverse houtsoorten zodat deze aansluiten bij hun natuurlijke omgeving. De verlichting wordt naar beneden gericht ontworpen waardoor een minimale lichtvervuiling ontstaat. De Accoya design serie bestaat uit houten masten opgebouwd uit verschillende lagen hoogwaardig Accoya hout. Het is een van de duurzaamste Nederlandse houtsoorten. De houten lagen worden in de fabriek duurzaam verlijmd en zullen na verloop tijd verder vergrijzen. In principe zijn alle armaturen eenvoudig te installeren en zijn zeer energiezuinig.

STAND 3 .3 .5 6 VAKBEURS OPENBARE RUIMTE

Missie en visie “Wij werken aan een leefomgeving waar duurzaamheid, veiligheid en beleving centraal staan. In onze ontwerpen proberen we het idee of ontwerp van de klant om te zetten naar een milieubewuste en maatschappelijk verantwoorde oplossing. Innovatie en technologie worden omgezet in design en functionaliteit. Dat komt tot uitdrukking in onze standaardlichtoplossingen, maar komt nog beter tot zijn recht in onze maatwerk lichtarmaturen. Onze producten worden vervaardigd met respect voor de natuur en zijn kenmerkend door de professionele uitstraling, creativiteit en innovatie. Daarnaast werken wij graag samen met vaste partners zoals landschapsarchitecten, adviesbureaus, de groothandel en installateurs”, vertelt Gerben van Dorland.

TIMBERLAB Harskamperweg 32 6731 AB Otterlo T. 0318 – 843 617 E. info@timberlab.nl I. www.timberlab.nl


STADSWERK.NIEUWS

Stadswerknetwerk

Eerste data tweede editie

Maak kennis met

groeit door!

Future Green City College

Stadswerk via ons

Sinds januari 2017 zetten we extra

tour bekend

proeflidmaatschap

persoonlijke leden binnen werkge-

In 2019|2020 organiseren we de

We bieden gemeenten en hun

verslidmaatschappen. We vinden het

tweede editie van de Future Green

medewerkers graag de mogelijkheid

belangrijk dat ieder lid weet dat al hun

City College tour. Tussen 1 november

om een half jaar lang kosteloos de

werknemers gebruik kunnen maken

2019 en 1 maart 2020 toeren we

voordelen van het Stadswerklidmaat-

van de voordelen van het lidmaat-

langs zeven hogescholen, zodat jonge

schap te verkennen. Dat kan

schap. Zoals het gratis bezoeken van

generaties kennis kunnen

nu via het proeflidmaatschap.

Stadswerk-activiteiten, het ontvangen

maken met hun toekomstig

van Stadswerk magazine en themati-

werkveld en onze vereniging.

sche specials en (grote) kortingen op

En u, andersom, de kans hebt

buitenlandse studiereizen, evenemen-

nieuwe talenten te ontdek-

ten en publicaties.

ken en te interesseren voor

in op het vergroten van het aantal

uw organisatie of bedrijf. In 900 nieuwe leden

het Future Green City Idee-

Die impuls is zeer succesvol gebleken.

ëntheater op de Vakbeurs

Het aantal persoonlijke leden was

Openbare Ruimte doen we

januari 2017 2.653 en is per 1 juli 2019

in een ‘sneak preview’ het programma

gegroeid naar 3.553; een stijging van

uit de doeken.

jaar tijd! Daar zijn we niet alleen trots

Kosteloos deelnemen aan bijeenkomsten

precies 900 individuele leden in 2,5 • 12 november Hogeschool Zuyd

Een van de voordelen van het (proef)

op, maar ook blij mee. Het betekent

Heerlen, Toekomstbestendige

lidmaatschap is dat alle medewerkers

dat het Stadswerk-netwerk, waarbin-

wijken

een half jaar lang kosteloos (normaal

nen informatie en ervaringen worden uitgewisseld over ontwerp, beheer en inrichting van de openbare ruimte, aan kracht, breedte en diepgang heeft

• 19 november Van Hall Larenstein Velp, Klimaatadaptatie • 28 november HAS Den Bosch, Mobiliteit

295 euro per persoon, per bijeenkomst) kunnen deelnemen aan onze bijeenkomsten gericht op actuele thema’s in de openbare ruimte. Hoe

gewonnen. En dat leden nog

kunnen we die optimaal ontwerpen,

meer informatie en inspiratie

inrichten en beheren? Met grote

kunnen halen en brengen, zodat

uitdagingen als de energietransitie,

hun werk (nog meer) aan kwali-

klimaatadaptatie en het werken aan

teit kan winnen.

een meer circulaire economie in het achterhoofd? En met als stip op de

Meer informatie, lid worden

horizon de Future Green City; de

of een proeflidmaatschap

openbare ruimte met toekomst die in

afsluiten?

alle opzichten duurzaam is?

Op onze website www.stadswerk. nl ziet u welke gemeenten, organisaties en bedrijven al lid zijn. Wilt u meer weten over onze vereniging? Belt of mailt u dan met Louise Kok: 0318-692721 of louise.kok@stadswerk.nl.

74 Stadswerk magazine 07/2019


STADSWERK.NIEUWS

AGENDA 02|10 & 03|10 Future Green City Ideeëntheater op Vakbeurs Openbare Ruimte

Stadswerk en branchevereniging VHG zetten stevig het licht op de groene, duurzame en gezonde metropool met toekomst met dit Ideeëntheater. Het programma (zie www.openbareruimte.nl) bestaat uit de thematische blokken energietransitie, circulaire economie, klimaatadaptatie, connectiviteit, mobiliteit en gezondheid. Utrecht

09|10 Regio Overijssel: Slim aan de slag met invasieve planten Stadswerkmagazine op het werk of thuis Gemeenten die een proeflidmaatschap afsluiten krijgen bovendien een aantal abonnementen op Stadswerk magazine (normaal 95 euro per abonnement). Hier is geen maximum aan verbonden. Mochten medewerkers ons blad op hun huisadres willen ontvangen, dan kan dat ook. Ook hier zijn geen extra kosten aan verbonden. Na een half jaar beëindigen we automatisch uw proeflidmaatschap. Meer informatie? Ons netwerk bestaat momenteel uit ruim 3.500 professionals die actief zijn in of rondom de openbare ruimte. Daar kunt u van alles hálen, maar u heeft ons netwerk ook van alles te bíeden. Bij Stadswerk leren leden van elkaar hoe het kan! Bent u geïnteresseerd in een proeflidmaatschap? Neemt u dan contact op met Louise Kok: louise.kok@stadswerk.nl. Dan komen we graag kennis met u maken.

Invasieve exoten stellen ons voor steeds grotere vraagstukken in de openbare ruimte. Neem de Japanse Duizendknoop. Welke acties worden ondernomen als het gaat om bestrijding en beheersing? Met welk resultaat? En wat kunnen we ervan leren? Deventer

16|10 Regio Noord: kansen van de krimp

Wat betekent krimp in een regio voor het ontwerp en de inrichting van de openbare ruimte? Voor welke uitdagingen staan gemeenten in krimpgebieden? Biedt de krimp ook kansen? Hoe benut je deze samen met bewoners? Tijdens deze bijeenkomst leert u van elkaar hoe het kan! Locatie nnb

17|10 Regio Randstad: gebiedsontwikkeling Binckhorst

De Binckhorst is een moderne, creatieve en innovatieve stadswijk in aanbouw in Den Haag. De ontwikkeling gebeurt in nauw overleg met alle betrokken partijen. Hoe geef je als gemeente invulling aan dit proces? Wat zijn de consequenties in de openbare ruimte, bijvoorbeeld voor klimaatadaptatie en energietransitie? En hoe kan het omgevingsplan worden ingezet als instrument voor de leefomgeving? Den Haag

30|10 Regio Zuidwest: klimaatadaptatie en invasieve exoten

Ons klimaat verandert waardoor invasieve exoten hun weg in onze openbare ruimte vinden. Wat zijn effectieve strategieën om het beheersbaar te houden? U krijgt voorbeelden uit de praktijk tijdens deze bijeenkomst. Locatie nnb

12|11 Future Green City collegetour, Hogeschool Zuyd Heerlen, Toekomstbestendige wijken

19|11 Future Green City collegetour, Van Hall Larenstein Velp, Klimaatadaptatie

27|11 Stadswerkdebat Connectiviteit, locatie nnb 28|11 Future Green City collegetour, HAS Den Bosch, Mobiliteit

Bekijk de meest actuele agenda op www.stadswerk.nl/bijeenkomsten of volg ons op Twitter en/of LinkedIn voor het laatste nieuws.

07/2019 Stadswerk magazine 75


STICHTING OPENBARE VERLICHTING NEDERLAND BUNDELT KRACHTEN. OVLNL geeft impulsen, denkt mee en deelt. Om de sector openbare verlichting verder te laten ontwikkelen en in de spotlights te houden.

OVERHEDEN OVERHEDEN OVERHEDEN OVERHEDEN OVERHEDEN OVERHEDEN

MARKTPARTIJEN MARKTPARTIJEN MARKTPARTIJEN MARKTPARTIJEN MARKTPARTIJEN MARKTPARTIJEN

NETWERK NETWERK

NETWERK NETWERK ‘SMART ‘SMART LIGHTING’ LIGHTING’ NETWERK NETWERK ‘SMART ‘SMART LIGHTING’ LIGHTING’ ‘SMART ‘SMARTLIGHTING’ LIGHTING’

NETWERK NETWERK NETWERK NETWERK

‘MAATSCHAPPIJ’ ‘MAATSCHAPPIJ’ NETWERK NETWERK ‘MAATSCHAPPIJ’ ‘MAATSCHAPPIJ’ ‘MAATSCHAPPIJ’ ‘MAATSCHAPPIJ’

EVENEMENTEN EVENEMENTEN EVENEMENTEN EVENEMENTEN EVENEMENTEN EVENEMENTEN

NETWERK NETWERK

NETWERK NETWERK ‘LICHT ‘LICHT EN EN NETWERK NETWERK ‘LICHT ‘LICHT EN EN OMGEVING’ OMGEVING’ ‘LICHT ‘LICHTEN EN OMGEVING’ OMGEVING’ OMGEVING’ OMGEVING’

NETWERK NETWERK NETWERK NETWERK ‘KENNIS’ ‘KENNIS’ NETWERK NETWERK

‘KENNIS’ ‘KENNIS’ ‘KENNIS’ ‘KENNIS’

Een organisatie van en voor de openbare verlichting. Die midden in de samenleving staat, gevoel heeft voor ontwikkelingen en veranderingen, daarop anticipeert en ontwikkelingen initieert. Brengt overheid, ondernemers, onderwijs, onderzoek en omgeving samen.

Meedoen? Schrijf in op www.ovlnl.nl Hét Openbare Verlichting Kennisplatform van Nederland

OVL MONITOR

HANDBOEK OPENBARE

VISIE

VERLICHTING

OVL 2030


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.