Stadswerk
MAGAZINE VOOR PROFESSIONALS OP HET GEBIED VAN DE LEEFOMGEVING
09| 2019
EXTRA VERKEER, INFRA EN MOBILITEIT
Duurzame mobiliteit
12
Fietsparkeren
Het fietspad van de 15 toekomst
3D-Ordening in 34 Zuid-Holland
Valkuilen voor 38 bodemenergie
Druk met de uitgifte van kavels?
Het hele proces van uitgifte van kavels kunt u vanaf nu eenvoudig en efficiĂŤnt met KavelverkoopOnline uitvoeren. Van optie tot levering, realtime inzicht en overzicht
www.metafoorvastgoed.nl
T 088 - 00 66 100
INHOUD
t
19 SPECIAL VERKEER, INFRA EN MOBILITEIT
THEMA: DUURZAME MOBILITEIT
• Welkom in Wolvega
06
Mobiliteit in beweging
08
Het hoe en wat van duurzame mobiliteit
• De vereenvoudiging van een lastige funderingskeuze voor de St. Sebastiaansbrug
Van de bestuurstafel - Gerdo van Grootheest
• Slimme ring voor Twentse logistieke hotspot • Uitdagingen voor bereikbaar Den Haag • CO2-reductie bij gebruik van veegmachines • De openbare ruimte staat in steden steeds meer onder druk
Interview met mobiliteitsprofessor Bert van Wee
• Herinrichting Thomas van Aquinostraat voorbeeld voor de
Michiel G.J. Smit
10
toekomst
Duurzame mobiliteit: Nederland bereikbaar en toegankelijk Beheer doet er toe! - Marcelle Verhoeven
12
Fietsparkeren: werk aan de winkel voor ontwerpers Simone Jorink
15
Het fietspad van de toekomst Notitie in voorbereiding; alvast een tipje van de sluier Robert Hulshof
ARTIKELEN 30
Katten tegen ratten Van de straat - Gert-Jan Hospers
31
De Hollandsche kaasschaaf Column - Bas Boonstra
34
Verdiepend omgevingsbeleid Over 3D-Ordening in de Zuid-Hollandse praktijk Werncke Husslage en Erik Kuik
8
37
Buitenlandse studiereis levert veel op Column - Maarten Loeffen
38
Bodemenergiebeleid werkt averechts Ronald Schilt en Bas van de Griendt
EN VERDER 04 Nieuws et cetera 41 Aan het Stadswerk
12
42 Stadswerk.nieuws
09/2019 Stadswerk magazine 3
NIEUWS
FOTO: MICHIEL G.J. SMIT
Amsterdamse ‘Puccinimethode’ wint Dutch Design Award De Puccinimethode is een ontwerpmethode om
De Puccinimethode werd tijdens de Dutch Designweek, die on-
de openbare ruimte in Amsterdam een uniforme,
langs in Eindhoven plaatsvond, bekroond met een Dutch Design
rustige en kwalitatief hoogwaardige uitstraling te
Award. Uit het juryrapport: ‘Het laat vooral zien hoe de publieke
geven. Profielen en bijbehorende inrichtingsprinci-
sector zelf de regie kan pakken binnen complexe aanbestedings-
pes zijn ontwikkeld voor diverse soorten straten.
procedures en hoe je strategisch designmanagement op een
De materiaalkeuze voor het soort tegel, klinker en
dienstbare manier kunt inzetten. Zo maak je prioriteit van kwali-
straatkolk is bijvoorbeeld bepaald, maar er is ook
teit en stel je de juiste kaders voor een adequate uitvoering.’
ruimte voor verbijzondering en maatwerk.
bron: www.dutchdesignawards.nl
Leidraad aardgasvrije wijken voor gemeenten
Oplossingen gezocht voor ‘PFAS-grond’ Sinds de ‘stikstofcrisis’, waardoor veel bouwpro-
laboratoria spelen daar op in. De wachttijd is naar
jecten stilliggen, heeft de bouwsector er nog een
verluidt momenteel een a twee weken.
groot probleem bij gekregen: grond die is verontOp 15 oktober jongstleden is de Lei-
reinigd met PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen).
De overheid werkt naar eigen zeggen ‘met man
draad aardgasvrije wijken beschikbaar
Dit is een verzamelnaam voor ongeveer 6.000
en macht’ om knelpunten op te lossen die veel
gesteld voor gemeenten. Gemeenten
chemische stoffen die schadelijk of zelfs giftig
bouwbedrijven, grondverzetters en baggeraars
kunnen de Leidraad als een hulpmiddel
kunnen zijn voor mens en milieu. Bedrijven moe-
ondervinden. Een woordvoerder van het Ministe-
gebruiken bij het opstellen van de Tran-
ten aan strenge normen voldoen wanneer ze
rie van Infrastructuur en Waterstaat stelt dat op
sitievisie Warmte. Het hulpmiddel be-
PFAS-grond verplaatsen.
basis van tijdelijke regels die onlangs zijn inge-
staat uit een Startanalyse van het Plan-
voerd ook ‘heel veel wel kan’.
bureau voor de Leefomgeving (PBL) en
Een van de problemen is dat gemeenten en pro-
een Handreiking voor lokale analyse van
vincies nog niet goed in beeld hebben in hoeverre
het Expertisecentrum Warmte (ECW).
hun grondgebied met PFAS is vervuild. Het RIVM
PS: inmiddels heeft het kabinet bekend gemaakt
De Startanalyse is een technisch-econo-
doet landelijk onderzoek. Bedrijven laten ook zelf
te werken aan een verruiming van de norm voor
mische analyse op basis van landelijke
metingen verrichten. De vraag is groot, maar
PFAS in de grond.
bron: Binnenlands Bestuur
data die door het PBL is gemaakt. Deze biedt op buurtniveau een eerste beeld van de technisch-economische en duurzaamheidsgevolgen voor vijf aardgasvrije warmtestrategieën. De analyse moet nog worden aangevuld met lokale
Zeven woonwijken Panorama Nederland geselecteerd
data. De Leidraad geeft tips en richtlijnen hoe de Startanalyse kan worden aangevuld met een eigen analyse op basis van lokale data. Daarmee doet de gemeente recht aan de lokale situatie; dat kan helpen bij het uitstippelen van het tijdpad waarop wijken van het aardgas af gaan. bron: www.vng.nl
4 Stadswerk magazine 09/2019
Bargeres in Emmen, Haarlem Schalkwijk, Julianadorp in Den Helder, Rotterdam Beverwaard, Tilburg Noord, Westwijk in Vlaardingen en Mosterdhof in Westervoort. In deze zeven wijken zal de ontwerpprijsvraag Panorama Lokaal worden uitgeschreven. Dat maakte het College van Rijksadviseurs (CRa) onlangs bekend tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven. De zeven wijken dateren uit de jaren ‘60, ‘70 en ‘80, liggen op de rand van stad en groen en zijn toe aan een flinke opknapbeurt. Met de prijsvraag Panorama Lokaal wil het CRa samen met lokale betrokkenen een nieuwe impuls geven aan de stadsranden. Eind november en begin december worden de zeven prijsvragen uitgeschreven. bron: Architectuur Lokaal
Vernieuwing Coolsingel, Rotterdam op de nieuwe Coolsingel met een
dam’, wordt ingrijpend vernieuwd. Verande-
brede wandelpromenade en een twee-
rende mobiliteit, en veranderende inzich-
richting fietspad aan de Lijnbaanzijde.
ten daarover, waren een belangrijke
Het autoverkeer is minder aanwezig
overweging bij dit besluit. Zowel steden-
en wordt gecentreerd aan de kant van
bouwkundig als historisch is de straat
het Stadhuis door een tweerichting
beeldbepalend voor de binnenstad. De
rijbaan. Voor afslaand verkeer zijn
nieuwe inrichting geeft de Coolsingel zijn
extra rijstroken aangelegd. De tram en
uitstraling en allure terug. En zelfs meer
metro blijven ongewijzigd. Daarnaast
realiseren. Dit alles om bij te dragen aan
dan dat: de Coolsingel wordt weer de trots
onderzoekt de gemeente de mogelijkheden
een makkelijker en comfortabeler per fiets
van alle Rotterdammers.
om langs de Coolsingel ondergrondse en/
te bereiken binnenstad.
Fietsers en voetgangers krijgen ruim baan
of inpandige collectieve fietsenstallingen te
bron: www.coolsingel.nl/het-project
BRON: WWW.COOLSINGEL.NL
De Coolsingel, ‘dé boulevard van Rotter-
Advertentie
Moerdijk bijvriendelijkste gemeente FOTO: IVN
Gemeente Moerdijk is door Nederland
organisatie
Zoemt verkozen tot bijvriendelijkste gemeente van Nederland. Dit werd bekend
beleid & beheer
gemaakt op de Natuurwerkdag op 2 no-
geld & kwaliteit
vember jongstleden. Moerdijk is een van de 67 bijvriendelijke gemeenten in Nederland. Een bijvriendelijke gemeente voldoet aan de criteria voor bijvriendelijk beheer, door onder andere te zorgen voor jaarrond bloeiende planten, bijvriendelijk bermbeheer en nestgelegenheid voor wilde bijen. De gemeente neemt haar inwoners hierin mee en legt uit wat mensen zelf kunnen doen om de leefomstandigheden van wilde bijen te verbeteren. In de gemeente werd het afgelopen jaar tienduizenden vierkante meter leefgebied voor wilde bijen aangelegd: vaste planten, inheemse kruidenmengsels, verwilderende bloembollen, bij-
Cyber Adviseurs voor buitenruimte maakt zichtbaar hoe uw organisatie ervoor staat en ondersteunt met glasheldere instrumenten.
vriendelijke bomen en bloemrijke bermen. Bewoners zijn hierbij betrokken en geïnformeerd over wat ze zelf kunnen doen. Ook is de jury erg te spreken over het scholenproject dat de gemeente met IVN Etten-Leur, Stichting BEI, lokale imkers en
Benieuwd hoe? Bel (0172) 63 17 20 of mail naar info@cyber-adviseurs.nl
Stichting Behoud Buitengebied Moerdijk startte. Al meer dan duizend kinderen zijn via dit project warmgemaakt voor bijen en bijvriendelijk beheer. Kortom: een terechte winnaar van de verkiezing!
www.cyber-adviseurs.nl
bron: IVN natuureducatie adv_cyber_stadswerk_100x143.indd 1
14-03-12 12:01
09/2019 Stadswerk magazine 5
t COLOFON
VAN DE BESTUURSTAFEL TEKST GERDO VAN GROOTHEEST Voorzitter Vereniging Stadswerk Nederland
Stadwerk magazine wordt tien keer per jaar uitgegeven door de Vereniging Stadswerk Nederland, de beroepsvereniging voor professionals die werkzaam zijn in de fysieke leefomgeving, in samenwerking met Virtùmedia. Stadswerk is aangesloten bij IFME (International Federation Municipal Engineers) WUP (World Urban Parks Association) Secretariaat Vereniging Stadswerk Nederland Bezoekadres Kantorencomplex Bouwstede Galvanistraat 1 6716 AE Ede (Gelderland) Postadres Postbus 416 6710 BK Ede T 0318 69 27 21 F 0318 43 76 53 E info@stadswerk.nl www.stadswerk.nl Leden ontvangen het tijdschrift gratis. Aanmeldingen, wijzigingen en opzeggingen van het lidmaatschap dienen schriftelijk te geschieden bij het secretariaat van de vereniging. Redactie Stadswerk magazine Michiel Smit, hoofdredacteur (michiel.smit@stadswerk.nl) Philip Fokker (Product & Materiaal) Marc de Jong (Antea Group) Marika Kerstens (Hoogheemraadschap Rijnland) Louise Kok (Stadswerk) Pim Quist (gemeente Den Haag) Gert Visser (Movares) Uitgever Virtùmedia Pepijn Dobbelaer Postbus 595 3700 AN Zeist T 030 692 06 77 E pdobbelaer@virtumedia.nl Losse abonnementen Deze kunnen schriftelijk tot uiterlijk 30 november van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd. Bij niet-tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch een jaar velengd. Abonnementsprijs €94,50 ex. btw. Losse nummers € 9,25 Basisontwerp en vormgeving Twin Media bv Druk Veldhuis Media, Raalte Advertenties Virtùmedia Albert van Kuijk en Rob van der Linden Postbus 595 3700 AN Zeist T 030 692 0677 F 030 691 3312 E avankuijk@virtumedia.nl rvanderlinden@virtumedia.nl www.virtumedia.nl Coverfoto foto: Michiel G.J. Smit Klein beeld rechtsonder op cover: anders-verwarmen.nl © Copyright 2019 Niets uit deze uitgave mag woden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 0927-7641
Mobiliteit in beweging
M
obiliteit gaat in essentie over beweging die nodig is om een afstand te overbruggen. De manier waarop we die afstand overbruggen, verandert echter voortdurend en is een reactie op technische mogelijkheden en opvattingen over hoe we de samenleving willen organiseren. De opkomst van de auto heeft de vorige eeuw onze samenleving op ongekende wijze veranderd. Dat is niet in de laatste plaats terug te zien in de openbare ruimte: snelwegen, verkeerslichten, parkeerplaatsen en ga zo maar door. Ook op dit moment zien we grote veranderingen in het mobiliteitsgedrag en ook die hebben grote gevolgen voor de inrichting en het beheer van onze ruimte. De auto doet, in geëlektrificeerde vorm, een stap terug ten faveure van openbaar vervoer, fiets, voetgangers en innovatieve voertuigen, vooral in stedelijke gebieden. Dat zien we steeds meer terug in het straatbeeld: rijbanen en parkeerplaatsen worden teruggeschroefd, stations worden ‘overstapmachines’, het fietsnetwerk wordt uitgebreid en er komen steeds meer parkeerplekken voor fietsen bij op drukbezochte plekken. Voor professionals in de openbare ruimte betekent dit volop werk aan de winkel. Over uitdagingen hadden we toch al niet te klagen met thema’s als klimaatadaptatie en energietransitie; daar komt dit nog bovenop. Het goede nieuws is dat deze opgaven zich goed laten combineren. Maar daar zijn wel slimme oplossingen en integraal denken voor nodig. We snakken als vakgemeenschap naar goede voorbeelden en praktijken, en gelukkig zijn die er. Zo zet Amsterdam vaart achter de Agenda Amsterdam Autoluw, die concrete maatregelen en doelstelling bevat. Daarnaast zien we dat ontwerpers scherp nadenken over de vraag waar een fietsenstalling op een bepaalde plek aan moet voldoen. En kennisplatform CROW heeft het Fietsberaad bijeen geroepen om met nieuwe ontwerpregels voor fietspaden te komen, want het verkeer wordt daar snel drukker en diverser. Onder de noemer ‘duurzame mobiliteit’ belichten we in dit nummer van Stadswerk magazine enkele aansprekende praktijken en verliezen we tegelijkertijd niet het grotere plaatje uit het oog. Want de ‘mobiliteitsreis’ die we momenteel doormaken, moet uiteindelijk wel op de bedoelde bestemming aankomen: prettige openbare ruimte die optimaal is ingericht op de wensen en eisen van de toekomst. Reist u met ons mee?
schoolplein, Houten Zuid
tlulandschapsarchitecten.nl
VIER JAARGETIJDEN, EEN HOLDER 365 dagen vegen, maaien, opzuigen en schuiven. De voertuigen van Holder zijn veelzijdig en kunnen op verschillende manieren gecombineerd worden. Meer weten over maximale efficiĂŤntie? Kijk op www.mechancultuurtechniek.nl of bel +31 (0)342 45 95 41
Interview met mobiliteitsprofessor Bert van Wee
Het hoe en wat van duurzame mobiliteit Duurzame mobiliteit, wie wil dat niet? Maar wat is het precies, hoe kom je van conceptueel denken naar praktische toepassingen, vooral rond fietsgebruik, en wat is de rol van de openbare ruimte daarbij? 'Mobiliteitsprofessor' Bert van Wee (TU Delft) laat zijn licht erover schijnen. Wanneer kun je spreken van 'duurzame mobiliteit'? Duurzaamheid is een breed begrip, met vele definities. Dus ook duurzame mobiliteit. Ik zou zeggen: mobiliteit die goed scoort op People (de sociale kant), Planet (milieu) en Profit (de economische kant). Welke strategieën voor duurzame mobiliteit zijn er zoal? In steden is de grote uitdaging het vinden van de juiste balans tussen bereikbaarheid en leefbaarheid. De fiets is een uitstekende manier om de stad bereikbaar en leefbaar te houden. Ook het openbaar vervoer is van groot belang. Een stad waarin de auto dominant is, is minder leefbaar, zelfs als auto’s geheel schoon, stil en energieneutraal zijn. Denk aan hinder van rijdende en geparkeerde voertuigen. Liever mooie autovrije pleinen met terrasjes dan een autoparkeerplaats. Door verdichting en het mengen van functies kan je veel bestemmingen waar mensen naar toe willen bereikbaar maken met de fiets. Dan is er nog
WEBSITE www.connekt.nl/initiatief/mobility-as-a-service
8 Stadswerk magazine 09/2019
minder ruimte nodig voor de auto. Deelauto’s kunnen drempelverlagend werken om zelf geen auto te bezitten. Voor uitzonderingen heb je dan toch een auto beschikbaar. Voor interstedelijke verplaatsingen is de rol van de trein van groot belang. En ook de elektrische auto. Het is in principe niet nodig daarbij segmentatie in doelgroepen aan te brengen. Op enkele uitzonderingen na is bijvoorbeeld het mobiliteitsgedrag van allochtonen (vooral tweede en verdere generaties) niet sterk verschillend van dat van autochtonen, maar bijvoorbeeld speciale fietscursussen kunnen mensen wel degelijk over de streep helpen. Op welke manieren kan inrichting en beheer van de openbare ruimte bijdragen aan duurzame mobiliteit? Goede fietsvoorzieningen (voor rijden en stallen) zijn van groot belang. Nederland doet het wat dat betreft internationaal gezien overigens erg goed. Denk daarbij aan een prettige, leefbare omgeving waar mensen zich ook sociaal veilig voelen. Als er meer mensen op straat zijn, voelen mensen zich veiliger. Functiemenging voorkomt monofunctionele gebieden, zoals kantoorgebieden waar het ’s avonds en ’s nachts uitgestorven is. Dan wil je, zeker als vrouw, niet laat overwerken en nog met de fiets naar huis door uitgestorven gebied. Zijn er bijvoorbeeld ook woningen (appartementen wellicht), restau-
TEKST MICHIEL G.J. SMIT, Redactie Stadswerk magazine
VOORBEELD: AMSTERDAMSE PLANNEN VOOR EEN AUTOLUWE STAD Amsterdam is door haar omvang, dichte bebouwing en aantrekkingskracht voor toeristen en dagjesmensen, een stad waar (auto)mobiliteit al gauw schuurt met leefbaarheid. Mede daarom heeft de gemeente de Agenda Amsterdam Autoluw gepresenteerd. In de agenda staan in totaal 27 maatregelen om de stad autoluwer te maken en aantrekkelijker voor FOTO: MICHIEL G.J. SMIT
alternatief vervoer. Daar is flinke winst te behalen, want ruim de helft van de bezoekers van buiten de stad komt momenteel met de auto. En 58 procent van de Amsterdammers kiest voor de auto bij verplaatsingen in de regio. Een greep uit de maatregelen: ● spoorboekloos rijden voor stedelijk openbaar vervoer
rants en cafés, dan zijn er wel mensen op straat, wat de beleving van veiligheid ten goede komt.
● nachtmetro's in het weekend ● kinderen tot en met elf jaar krijgen op woensdagmiddag en in het weekend gratis openbaar ver-
Hoe kunnen we het beste omgaan met de wildgroei aan (deels) nieuwe, al dan niet toegelaten voertuigen op de fietspaden? Nederland heeft een ‘nee-tenzij’ beleid: eerst aannemelijk maken dat er geen belangrijke nadelen zijn, dan pas toestaan. Sommige andere landen draaien het om: alles mag, tenzij aannemelijk is dat er belangrijke nadelen zijn. Voor het Nederlandse beleid valt veel te zeggen. De ervaringen met de Stint zullen het beleid voorlopig wel zo houden. Als er een wildgroei aan allerlei nieuwe vervoermiddelen komt, wordt het er niet veiliger op, zeker niet in drukke delen van de stad.
voer ● de top-15 van stadsstraten met voetgangersknelpunten wordt aangepakt ● deelfietsen bij metrostations ● nieuwe fietsroutes ● op diverse plekken verlaging van de maximum snelheid naar 30 kilometer per uur ● meer deelauto's en P+R-terreinen ● minder parkeervergunningen ● efficiëntere stadslogistiek, onder meer door uitbouw van de 'hubstrategie' (onder meer overlaadknooppunten zodat er minder zware vrachtwagens de stad in komen)
Bert van Wee: 'Het overgrote deel van onze verplaatsingen bestaat uit telkens terugkerende verplaatsingen.'
Hoe kijkt u aan tegen deel- en 'as-a-service'concepten zoals MaaS (Mobility as a Service)? De verwachtingen zijn hoog gespannen, maar ik ben voorzichtiger. Het overgrote deel van onze verplaatsingen bestaat uit telkens terugkerende verplaatsingen. Mensen weten hoe ze die moeten maken en ze hebben daarvoor wellicht nauwelijks behoefte aan MaaS-diensten. Voor incidentele complexere verplaatsingen is MaaS wellicht een zegen, maar dat aandeel is erg klein. Zelfs als het aandeel door Maas bijvoorbeeld verdrievoudigt, blijkt de invloed beperkt.
Na een adviesronde wordt de definitieve Agenda begin 2020 in de gemeenteraad behandeld. Bij de concrete uitwerking van projecten wil de gemeente met veel verschillende mensen in gesprek blijven. De manier waarop dat gebeurt en welke invloed dat heeft, zal per maatregel verschillen. (bronnen: www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/ volg-beleid/ambities/fijne-buurten/ruimte-autoluwe-stad en www.verkeersnet.nl)
09/2019 Stadswerk magazine 9
Inclusieve samenleving
Mobiliteit en toegankelijkheid Verstedelijking en krimp
Gezondheid
Circulaire economie
Biodiversiteit
Participatie en zelfbeheer
Veiligheid
Klimaatadaptatie
Energietransitie
Beheer doet er toe!
Duurzame mobiliteit: Nederland bereikbaar en toegankelijk Welke bijdrage
Stadswerk en branchevereniging NVRD hebben de handen ineen geslagen in kan beheer het programma ‘Beheer doet er toe’. Hiermee laten we de waarde en hetvan belang zien van slim beheer en leggen we verbindingen tussen de openbare ruimte maatschappelijke vraagstukken. Zo ook in een reeks artikelen in Stadswerk leveren aan de grote magazine. In dit artikel staat het thema mobiliteit en toegankelijkheid centraal.
Beheer doet er toe! maatschappelijke
ontwerp en illustraties: Het Lab ontwerp + advies
D
e openbare ruimte vormt de basis voor het openbare leven. Het is de plek waar mensen elkaar ontmoeten, naar hun werk gaan, spelen, sporten en ontspannen. De openbare ruimte verbindt. Het ontwikkelen en beheren ervan is dan ook een van de belangrijkste taken voor gemeenten. Slim beheer van de openbare ruimte kan ingezet worden als middel om maatschappelijke uitdagingen op te pakken. In ‘Beheer doet er toe’ onderscheiden we: energietransitie, klimaatadaptatie, veiligheid, participatie en zelfbeheer, biodiversiteit, circulaire economie, gezondheid, verstedelijking en krimp, mobiliteit en toegankelijkheid en inclusieve samenleving.
uitdagingen van
VOORBEELD: PROEFTUIN WEESPERZIJDE, AMSTERDAM
dit moment?
Met het verlagen van het aantal parkeervergunningen in de stad wil de
gemeente Amsterdam de komende jaren de druk op de openbare ruimte verminderen. Vergunningen die om welke reden dan ook vrijkomen, komen niet meer ter beschikking. Hierdoor kunnen tot 2025 ruim 10.000 parkeerplekken geschrapt worden, zo meldt het Parool. Dat betekent
extra ruimte voor fietsen, groen, stoepen en speelplaatsen. In Amsterdam Oost kregen tijdens een pilot vijftig autobezitters de mogelijkheid hun
auto in een nabije garage te stallen. De vrijgekomen parkeervakken werden opgevuld met bakken voor groen en een aantal werd gereserveerd
werden elektrische te Sla open om te zien waarvoorjeextra alsfietsparkeerplekken. beheerderOok waarde kunt(bak-)fietsen toevoegen. huur aangeboden om deelmobiliteit te stimuleren. Bewoners waren over het algemeen erg enthousiast. Zij vonden het aanzicht prettiger en een groen straatbeeld nodigt uit om naar buiten te komen en een praatje te
Mobiliteit en toegankelijkheid Mobiliteit is een centraal begrip in de huidige tijds10 Stadswerk magazine 09/2019
maken met de buren.
TEKST MARCELLE VERHOEVEN, Vereniging Stadswerk Nederland
VOORBEELD: REIS-APP MOBILITY AS A SERVICE In het samenwerkingsverband Goedopweg werken de provincie Utrecht,
gen naar hubs ofwel verbindingspunten, ontstaat ketenmobiliteit wat de rol van traditioneel openbaar vervoer gedeeltelijk kan overnemen.
de gemeenten Utrecht en Amersfoort, Rijkswaterstaat en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat samen op het gebied van mobiliteit, bereikbaarheid en leefbaarheid. Deze - sterk groeiende - regio is de eerste van de zeven deelnemende regio’s om te starten met een pilot voor de ontwikkeling van een nieuwe reis-app om de toenemende druk op de openbare ruimte te reguleren. Innovactory heeft de aanbesteding gewonnen en zal de app TRIPPS ontwikkelen. Alle vervoersmethoden worden geïntegreerd en kunnen bovendien betaald worden via de app, met als doel alternatieven voor de auto verder te stimuleren. Daarnaast worden knelpunten in kaart gebracht die ontstaan bij een toename aan gebruikers. Door de druk op de openbare ruimte te verminderen wordt de veiligheid en leefbaarheid van de regio bevorderd.
geest. De invulling van dit begrip is echter, met name binnen (groot)stedelijk gebied, enorm aan het veranderen. De auto heeft niet langer vanzelfsprekend een centrale positie als vervoersmiddel. Er wordt meer ruimte gecreëerd voor fietsers en voetgangers en het belang van een goed functionerend openbaarvervoerstelsel groeit. Daarbij krijgt de verbinding tussen verschillende vervoersmiddelen extra aandacht, om zo toegankelijkheid te bevorderen. Dat leidt tot uitdagingen in de openbare ruimte, maar biedt ook kansen voor slim beheer. Met milieuzones en hogere parkeertarieven wordt op een aantal plekken toegewerkt naar zogenoemde autoluwe binnensteden. Door de druk op de openbare ruimte te verminderen, ontstaat tegelijkertijd ruimte voor nieuwe projecten en initiatieven. Er komt ruimte vrij voor andere vervoersvormen, maar ook voor andere vormen van inrichting en beheer. De auto blijft onderdeel van het straatbeeld, maar is niet langer het uitgangspunt. Waar bij grote steden de vermindering van verkeersdruk centraal staat, is op het platteland met name goede bereikbaarheid en leefbaarheid van belang. Goede verbindingen binnen en tussen steden vinden ook daar doorwerking. Door krimp in deze gebieden kan het uitkomst bieden om mobiliteit op afroep te organiseren, ook wel Mobility as a Service (MaaS) genoemd. In het noorden van Nederland is hier al volop mee geëxperimenteerd. Door de focus te verleg-
Gevolgen voor ontwerp, inrichting én beheer Het is een enorme uitdaging om met ontwerp, inrichting en beheer een openbare ruimte te creëren die geschikt is voor andere gebruiksvormen. Voor het slagen van lokale initiatieven op het vlak van duurzame mobiliteit zijn de mate van participatie en mogelijkheid tot meedenken bepalend voor succes. Bewustwording en het bevorderen van het gevoel van eigenaarschap van gedeelde ruimte en groen kan het gedrag van gebruikers positief beïnvloeden. Zo wordt draagvlak gecreëerd, maar kan het werk van de beheerder ook slimmer georganiseerd worden. Steden kunnen als het ware 'in ere hersteld' worden als auto’s moeten wijken en er ruimte ontstaat. Mooie voorbeelden waar dit aan de orde is, zijn de grootschalige vervangingsopgave op de Coolsingel in Rotterdam en de herstelwerkzaamheden van de kademuren in Amsterdam. De Noorse hoofdstad Oslo gaat nog een stapje verder met het Car-free Livability Programme voor het stadscentrum. Door gebruikers van de openbare ruimte centraal te stellen willen zij een beweging maken van 'car city' naar 'city life'. Zo kunnen verschillende inrichtings- en beheersopgaven slim met elkaar gecombineerd worden. De beheerder van de toekomst denkt vooruit op het gebied van ruimtegebruik, veiligheid, gezondheid en sociale cohesie, in samenhang met mobiliteit en toegankelijkheid.
Verder lezen www.trouw.nl (artikelen - Amsterdam wil 11.200 parkeerplaatsen opheffen. In Oost probeerden ze het een maand uit. ‘Je ruikt de bloemen’) www.parool.nl (artikelen - Ruim 10.000 parkeerplaatsen verdwijnen voor 2025)
WEBSITES www.goedopweg.nl/projecten/mobility-as-a-service www.innovactory.com www.nvrd.nl (dossiers - het belang van beheer) www.stadswerk.nl (thema’s - beheer doet er toe)
09/2019 Stadswerk magazine 11
Fietsparkeren: werk aan de winkel voor ontwerpers We fietsen meer, sneller en met meer verschillende soorten fietsen dan ooit tevoren. Het gebruik van de fiets is de afgelopen jaren veel meer toegenomen dan verwacht en zal waarschijnlijk verder blijven groeien. En één ding is zeker: aan het begin en einde van die vele fietsritten heb je ruimte nodig om de fiets te parkeren.
D
e route begint vaak voor onze eigen deur, met onze eigen fiets. Bij overstappen of op een drukke bestemming is de benodigde ruimte voor het parkeren van de fiets vaak schaars. We kennen allemaal het beeld van een zee van fietsen bij populaire bestemmingen als stations, winkelcentra en andere stedelijke hotspots. Het stallen van fietsen op maaiveld is een directe
Diversiteit binnen het fietsparkeren is groot: iedere type en omgeving is uniek. Acht typologieën door ontwerpbureau studioSK.
inbreuk op de ruimtelijke kwaliteit en capaciteit van de openbare ruimte voor die andere belangrijke gebruiker, de voetganger. Beide zijn aan elkaar gerelateerd; zodra je van je fiets stapt ben je voetganger en wil je ook je bestemming comfortabel bereiken. Als ontwerper zie je nu de urgentie en de noodzaak om ruimte intensief te stallen in hoogwaardige voorzieningen.
De ene stalling is de andere niet Het ontwerpen van hoogwaardige parkeervoorzieningen voor de fiets vereist specifieke expertise. Vaak wordt gedacht dat een fietsenstalling een soort bibliotheek is: je zet kasten neer, gesorteerd op alfabet of thema, en die vul je. Maar de logistiek en wayfinding zijn in een stalling en per locatie bijvoorbeeld compleet anders en gerelateerd aan de menselijke psychologie van, in veel gevallen, gehaast keuzes maken. Er bestaan een aantal standaardrichtlijnen die momenteel gehanteerd worden bij het ontwerpen van stallingen. Deze zijn echter vaak al weer achterhaald door de realiteit waarin de verschillende situaties helemaal niet meer zo standaard zijn en locaties vragen om een custom made aanpak. Een stalling bij een station, waar bijna iedereen tegelijk rond 8 uur ’s ochtend naar binnen wil, zal er bijvoorbeeld heel anders uit kunnen of zelfs moeten zien dan een stalling bij een winkelcentrum, waar verspreid over de dag mensen gebruik van maken.
12 Stadswerk magazine 09/2019
ONTWERP: MOVARES, BEELD: JOHN VERBRUGGEN
TEKST SIMONE JORINK, Movares
Ruimte voor fiets én voetganger.
De basis van een goede stalling ligt in het bieden van voldoende plek en aanvullende faciliteiten, gelegen op de juiste locatie en passend bij de huidige en toekomstige vraag op die plek. Dat klinkt misschien logisch, maar ga maar eens na bij de stallingen waar je zelf komt of ontwerpt, of deze daar wel aan voldoen.
Het verhogen van de norm, qua aantal fietsplaatsen, is de eerste stap om de fietser een goede plek te geven binnen woon- en stedelijke gebieden. De tweede stap zou moeten gaan over het verhogen van de norm, niet alleen wat aantallen, maar ook wat kwaliteit betreft.
Locatie, locatie, locatie Voldoende capaciteit bieden Fietsparkeren gaat in de basis over het vinden van een parkeerplek en het correct kunnen stallen van je fiets. Voor stations wordt door middel van reizigersaantallen en -prognoses de toekomstige capaciteitsvraag bepaald, zodat de uitbreidingen zoveel als mogelijk vooruit lopen op die vraag. Binnen de woningbouw zie je de recente ontwikkeling dat veel gemeenten hogere parkeernormen voor de fiets hanteren; een prima trend. Ontwikkelaars werden eerder ‘verplicht’ om dure autoparkeerplaatsen te realiseren, die ze in hoogstedelijk gebied soms moeilijk kwijtraakten. Zo kwam onlangs in het nieuws dat je bij een woningbouwproject in Utrecht nabij het station voorrang zou krijgen, als je je inschreef voor een woning mét autoparkeerplaats. Vanuit de ontwikkelaar die uit zijn (verplicht gemaakte) kosten probeert te komen begrijpelijk, maar terecht zorgde dit voor verontwaardigde reacties; een mooi voorbeeld van de huidige trends.
De reguliere fietser fietst niet om, maar plaatst zijn fiets zo dicht mogelijk bij zijn bestemming. Stallingen die direct bereikbaar zijn vanaf het fietsnetwerk, zichtbaar zijn en aansluiten op de bestemming hebben de grootste kans om goed te worden gebruikt. Mensen gedragen zich als fietser anders dan wanneer zij voetganger zijn. En bij aankomst ook weer anders dan bij vertrek. Het is belangrijk om beide gedragingen te begrijpen bij het verkennen van mogelijke plekken voor een stalling, maar ook bij de layout ervan. Een onvindbare in- of uitgang, steile trap, donkere hoeken, doodlopende paden, steile hellingbanen, deuren die je met een sleutel moet openen: dit alles ontmoedigt om de stalling te gebruiken. Zorg voor gemak en comfort en
WEBSITES www.movares.nl www.studiosk.nl
09/2019 Stadswerk magazine 13
ONTWERP STUDIOSK, BEELD LIESBETH DINGEMANS
Stalling Mahlerplein, Amsterdam, biedt plaats aan experiment met 'wisselfiets'.
voorkom ‘gedoe’ en natuurlijk: hanteer in alle gevallen het sociale veiligheidsprincipe ‘zien en gezien worden’.
Transformeerbaar Flexibiliteit is enorm belangrijk bij het ontwerp van fietsenstallingen. Kijk naar de snelle opkomst van ebikes, maar ook de blijvende trend van de bakfietsen en fietsen met een krat voorop, die moeilijk passen in veel van de huidige rekken. Je weet eigenlijk niet wat er over vijftien jaar nodig is. De ontwerpen moeten transformeerbaar zijn. Vanuit circulariteit streef je naar levensduurverlenging of mogelijk hergebruik. Dus demontabel waar mogelijk of flexibel in te richten bij meer permanente ondergrondse bouw in de vorm van intensief ruimtegebruik. De bouwkundige constructie moet mogelijk worden aangepast aan nieuw gebruik.
Bouw voor de rijdende fiets Kansen en innovaties zijn op dit moment veelal samen te vatten onder de thema’s ‘Fietsen moeten Fietsen’ en ‘van Bezit naar Gebruik’. Het efficiënt gebruiken van de gerealiseerde capaciteit is een voorwaarde, maar is lang niet altijd onderdeel van de opgave die ontwerpers krijgen. Veel innovaties worden pas getest na realisatie, zoals bijvoorbeeld verschillende deelfietsconcepten. Op zich een hele goede trend, want op dit moment wordt een groot deel van de capaciteit bezet door de stilstaande tweede fiets, die men als natransportmiddel gebruikt. Maar vaak wordt dus te lang gewacht met implementatie: een voorwaarde tot succes is om ze meteen in de opgave te integreren.
14 Stadswerk magazine 09/2019
Misschien zouden ontwerpers een andere vraag moeten beantwoorden. Een van de eisen van een stalling zou misschien wel kunnen worden 'realiseer een stalling waar 500 mensen per dag gebruik van kunnen maken' in plaats van de huidige, traditionele vraag 'realiseer een stalling met 300 plaatsen'. Dat inspireert en stimuleert ontwerpers om ingenieus te zijn en waar nodig partijen aan te haken die slimme toepassingen hiervoor hebben ontwikkeld.
Combineer het met andere functies In de ontwikkeling van aanvullend programma ligt nog een enorme potentie, in beleving maar ook functioneel. Denk aan een combinatie van stallen met een servicepunt voor fietsen, een ophaalpunt voor pakketten, postboxen in een woongebouw, kleinschalige winkels of een afleverservice van winkels elders, die je boodschappen afleveren: offline shoppen, met het comfort van online gemak. Of combineer de vraag naar auto- en fietsparkeren, bijvoorbeeld door parkeergarages te transformeren voor fietsgebruik; inmiddels ook een heel actuele ontwerpopgave. Tenslotte dit: een fietsenstalling kan en moet een mooi en prettig ontwerp zijn; voor vele mensen is het de ontvangstlobby van hun bestemming. Die ruimte moet dus veel kwaliteit hebben en natuurlijk sociaal veilig en publieksvriendelijk zijn. Kortom, fietsparkeren heeft de toekomst en draagt bij aan een beleving van gemak, comfort en een attractieve, gezonde en veilige omgeving.
TEKST ROBERT HULSHOF, CROW
Notitie in voorbereiding; alvast een tipje van de sluier
Het fietspad van de toekomst Het wordt steeds drukker op de fietspaden en er komen innovatieve voertuigen bij. Dat heeft gevolgen voor de ontwerprichtlijnen van fietspaden. Reden voor het CROW Fietsberaad om hier een notitie over op te stellen. Die komt dit najaar uit. In dit artikel alvast een voorproefje met enkele uitwerkingen.
D
FOTO: HILLIE TALENS, CROW
it najaar verschijnt een nieuwe CROW-Fietsberaadnotitie met conceptaanbevelingen voor het fietspad van de toekomst. De conceptaanbevelingen zijn zoveel mogelijk gebaseerd op bestaande onderzoeken en praktijkervaringen van wegbeheerders en adviseurs. Daarbij is dankbaar gebruik gemaakt van de reacties en suggesties van een begeleidingscommissie bestaande uit vertegenwoordigers van overheden, belangenverenigingen en marktpartijen. De notitie richt zich vooral op de hoofdfietsroutes en focust daarin op de wegvakken. Kruispunten kennen een andere dynamiek en zullen in een vervolgproject naar toekomstbestendige fietspaden aan de orde komen. Het ontwerp van fietspaden is een directe afgeleide van het (toegestane) gebruik van het fietspad. Dit raakt ook aan de brede, langetermijndiscussie over wet- en regelgeving. De notitie gaat daar niet op in maar levert er wel input voor.
De gebruiker centraal
Het wordt steeds drukker op de Nederlandse fietspaden.
Voor ontwerp van de fietspaden staat de gebruiker centraal, maar ‘dé fietser’ bestaat niet. De persoonskenmerken van fietsers zijn net zo divers als de Nederlandse bevolking. Om de grenzen van het speelveld 09/2019 Stadswerk magazine 15
FOTO: FIETSBERAAD
FOTO: CROW
'Voldoende breedte' is het ontwerpelement waarmee alles begint bij het fietspad van de toekomst.
Op sommige punten is 'extra coderen' nuttig en nodig.
voor de ontwerper enigszins af te bakenen, gaan we in de aanbevelingen uit van twee uitersten: de meest kwetsbare gebruiker en de gebruiker in de kracht van zijn of haar leven. Onder de kwetsbare gebruikers moet men denken aan senioren of jonge kinderen die begeleid worden door een volwassene. De andere uiterste doelgroep zijn de zelfbewuste en sterke fietsers, die meer belang hechten aan doorstroming en snelheid. In het ontwerp en de inrichting van fietspaden moet de ontwerper altijd de specifieke kenmerken van de fiets als evenwichtsvoertuig en de dynamiek op het fietspad (de interactie tussen gebruikers met verschillende snelheden, richting, massa en omvang) in acht nemen. Dat vertaalt zich in ieder geval naar een aantal basistaken (gewenst gedrag) die de fietser moet kunnen uitvoeren op het fietspad. Denk aan: balans houden, een geschikte snelheid kiezen, koers houden, een eventuele afwijking kunnen corrigeren, etc.
BESEFT U WEL DAT... Het is goed om te beseffen dat er ook naast het fietspad van alles aan de hand is waar een beleidsmaker of ontwerper mee moet dealen. Denk hierbij aan opgaven rond de stedelijke verdichting, de toenemende verkeers-
De heilige driehoek van vorm-functie-gebruik De ontwerper staat steeds weer voor de uitdaging om de traditionele driehoek ‘vorm-functie-gebruik’ met elkaar in evenwicht te brengen. Dat geldt ook voor fietspaden. De ontwerpelementen waarmee de ontwerper aan de slag kan om dit evenwicht te bereiken, zijn: 1. Voldoende fietspadbreedte 2. Profielindeling 3. Randen van het fietspad 4. De berm 5. Verharding 6. Bebording, symbolen en bewegwijzering 7. Voetgangersvoorzieningen 8. Verlichting 9. Boogstralen en hellingen 10. Palen en snelheidsremmers Op het fietspad van de toekomst zijn alle ontwerpelementen perfect uitgevoerd. Met de volgorde van de elementen wordt het fietspad stapsgewijs opgebouwd om het gewenste gedrag van de gebruikers te realiseren vanuit de basisfuncties van het fietspad. In de aankomende notitie wordt uitgebreid ingegaan op deze tien elementen. We geven hier alvast een voorproefje en bespreken enkele van deze elementen.
onveiligheid, vraagstukken rond klimaatadaptatie en de vergrijzing van de bevolking. Ook krijgen de voetgangers (terecht) meer aandacht in de
Profielindeling
openbare ruimte en ook zij vragen om een comfortabele en veilige plek op
Een belangrijk ontwerpprincipe betreft het optimaliseren van de visuele geleiding. Het wegverloop en obstakels in de periferie van het gezichtsveld moeten waar-
de weg. En dat terwijl de beschikbare ruimte vaak niet mee beweegt.
16 Stadswerk magazine 09/2019
FOTO: MICHIEL G.J. SMIT
FOTO: ROYALHASKONINGDHV
'Vergevingsgezinde' bermverharding.
genomen kunnen worden. Een kantmarkering en een asmarkering ('de stippellijn in het midden') zijn daarom in veel situaties een must. Het is goed om te vernemen dat er steeds meer markering wordt aangebracht op fietspaden, maar er zijn nog genoeg kilometers fietspad over waar de visuele geleiding verbeterd kan worden.
mogelijk, zonder hoogteverschil en met alleen een visuele scheiding. Bij een rechte trottoirband ben je immers al 10 centimeter kwijt aan schrikafstand en deze is moeilijk overrijdbaar en niet vergevingsgezind. Ook hier geldt dat de band voldoende contrasterend en zichtbaar moet zijn.
Ontwikkelingen zetten door Innovatief is de ontwikkeling waarbij aan de randen van het fietspad materialen worden aangebracht die anders voelen of klinken ter attentie van fietspadgebruikers die van het fietspad dreigen af te geraken. We kennen dit al van de provinciale wegen, maar op fietspaden wordt dit nog maar sporadisch toegepast. Een andere ontwikkeling is de dubbele asmarkering die in pilots op verschillende provinciale fietspaden zijn toegepast. De resultaten hiervan zijn veelbelovend, maar er zijn nog wel vragen te beantwoorden voordat er een landelijke richtlijn voor komt. Dit soort aanvullende markeringen zijn ingestoken vanwege verkeersveiligheid en comfort, maar we beseffen ons ook dat dit in het stedelijk gebied kan leiden tot felle discussies met stedenbouwkundigen, die het vaak maar een doorn in het oog vinden.
Randen van het fietspad Met name in het stedelijk gebied is de overgang van fietspad naar voetpad een actuele discussie. De traditionele rechte en hoge opsluitband heeft het momenteel zwaar gezien de risico’s op enkelvoudige fietsongevallen. Binnen de bebouwde kom is er vaak sprake van een kantopsluiting. De aanbeveling is dan een schuine opsluitband van 5 centimeter te plaatsen of, indien
Hoe toekomstbestendig deze richtlijnen zijn is nog maar de vraag. In ieder geval kunnen de professionals in de openbare ruimte voorlopig met deze aanbevelingen aan de slag. Ik verwacht echter wel de komende jaren genoeg ontwikkelingen waar we vanuit CROW tijdig op moeten anticiperen en onze richtlijnen vroegtijdig daarop aanpassen. Snelheidsverschillen zijn bijvoorbeeld vandaag de dag een van de belangrijkste argumenten om voertuigen te weren, of om het ontwerp daar op aan te passen. Experts zijn echter van mening dat iets als ISA (Intelligente SnelheidsAdaptatie) binnen enkele decennia wordt doorgevoerd, ook in de voertuigen uit de fietsfamilie. De techniek is er al en dit houdt in dat de snelheid van het voertuig automatisch wordt aangepast naar de geldende snelheidslimiet. Een maximum snelheid op fietspaden kennen we nog niet, maar als dat er van komt, geeft dat weer voldoende stof tot nadenken over het ontwerp van de fietsinfrastructuur.
WEBSITES www.crow.nl www.fietsberaad.nl
09/2019 Stadswerk magazine 17
ADVERTORIAL
Veilig, duurzaam en goedkoop: niet ondanks, maar dankzij maatwerk
Tijdelijke bruggen en trappen bij werkzaamheden lijke constructies in de openbare ruimte. De kern daarvan is een mecano-achtig bouwsysteem dat letterlijk voor iedere situatie een constructie op maat kan maken. Alles is volledig demontabel dus als de constructie niet meer nodig is, kan alles worden afgebroken en weer opnieuw worden ingezet.
De openbare ruimte is nooit af. Belangrijke opgaven als klimaatadaptatie, de energietransitie en de vervangingsopgave zorgen ervoor dat er, zeker de komende jaren, veel dingen op de schop moeten om klaar te zijn voor de toekomst. Een optimaal eindresultaat is daarbij belangrijk, maar ook zorgen dat mensen veilig en comfortabel van A naar B kunnen tijdens werkzaamheden, is een punt van aandacht. Het bedrijf Gigant International B.V. levert als sinds 35 jaar constructies voor evenementen, maar biedt daarnaast ook oplossingen voor tijdelijke constructies bij werkzaamheden, denk hierbij onder andere aan trappen en bruggen voor voetgangers en fietsers. Door de uitgebreide ervaring met publieksevenementen is inmiddels een uitgekiende methode ontstaan die ook zeer geschikt blijkt voor tijde-
WEBSITE www.gigantinfra.com
Door deze methode is er vrijwel geen materiaalverlies als de constructie niet meer nodig is. Dat heeft een scherpe prijszetting tot gevolg. En minstens zo interessant: de methode scoort zeer goed op duurzame aspecten. Raymond van Noort, sales- en marketingmanager bij Gigant legt uit: 'Het overgrote deel van ons materiaal bestaat uit Layher Allround geproduceerd uit hoogwaardig staal met een zeer lange levensduur. De milieubelasting is daardoor minimaal want het kan tot in lengte van dagen worden hergebruikt bij nieuwe constructies. Voor het kleine beetje hout dat we gebruiken, streven we, in nauwe samenwerking met de leverancier, ook maximale levensduur na. Daarnaast hebben we, mede dankzij onze ervaring met publieksevenementen, veel aandacht voor veiligheid. Bijvoorbeeld dat de vloerdelen en treden voorzien zijn van antislipstructuur om uitglijden te voorkomen, en door "kindveilige" trap- en brugleuningen te maken. Onze tekenaars en constructeurs dragen hier doordachte oplossingen voor aan en nemen de opdrachtgever daarmee veel werk uit handen.' Van Noort zou graag zien dat Gigant vaker in beeld komt bij tijdelijke constructies. 'Veel gemeenten kennen ons al van festivals, maar de link met tijdelijke constructies bij werkzaamheden wordt nog niet altijd gelegd. Ik zou zeggen: ga met ons in gesprek en ontdek zelf dat het echt kan: een veilige, goedkope ĂŠn zeer duurzame oplossing die volledig op maat is gemaakt!'
FOTOGRAFIE: KUIPERCOMPAGNONS
SPECIAL
Verkeer, infra en mobiliteit In deze dynamische special van Stadswerk magazine gunnen wij u een kijkje in de dagelijkse praktijk van de mensen die ons land in beweging houden. Goudappel Coffeng ging de uitdaging aan om, in samenspraak met bewoners, ondernemers en de gemeente, het stationsplein van Wolvega toegankelijker te maken. Het vervangen van de St. Sebastiaansbrug te Delft was een precaire klus voor A. P. Van den Berg Geo Technology. Om de historische panden te ontzien werd gekozen om niet te heien maar een inventieve indrukmethode te gebruiken.
Kort geleden spraken verschillende Haagse ondernemers met hun wethouder mobiliteit Robert van Asten. Wij publiceren in deze special een verslag van dit rondetafelgesprek dat als thema de bereikbaarheid van de hofstad heeft. Aebi Schmidt helpt gemeenten met het reduceren van CO2-uitstoot door de inzet en het monitoren van (elektrische) veegmachines. En bent u binnenkort in de gemeente Tilburg? Neem dan vooral een kijkje op de Thomas van Aquinostraat. Want de stedelijke nieuwe groene zone aldaar is een mooi voorbeeld van een veilige, klimaatadaptieve verblijfsruimte.
09/2019  Stadswerk magazine 19
SPECIAL
Welkom in Wolvega
W
olvega kent een markant en historisch stationsgebouw. De bewoners zijn hier trots op. In de oude situatie kwam dit karakteristieke stationsgebouw helaas niet goed tot zijn recht. Het werd matig gepresenteerd, mede door het doorgaande karakter van de Stationsweg.
Automobilist te gast Een ander aandachtspunt was de positie van de fiets en voetganger. De omgeving werd gedomineerd door de auto. Om het station sterker te positioneren en meer onderdeel te laten vormen van het stedelijke weefsel, is Goudappel Coffeng op zoek gegaan naar verbinding. Het station en het nieuwe voorplein vormen de verbinding tussen trein en dorp, tussen autoparkeren, fietsparkeren en bushaltes en tussen het stationsgebouw en het water. Het nieuwe voorplein wordt als gedeelde ruimte ingericht, zodat de doorgaande automobilist hier even te gast is. Het plein en de loper naar de ‘Kei van Wolvega’ zorgen voor een verbinding tussen station en de trappartij aan het water bij de fontein. Het gebied wordt zo een aantrekkelijke verblijfsomgeving, waar het aangenaam is om over te stappen of om te wachten tot je wordt opgehaald.
Samenwerking Het ontwerp is in workshopverband tot stand gekomen, samen met verschillende belanghebbenden. Het team bestond uit uiteenlopende disciplines vanuit de
20 Stadswerk magazine 09/2019
gemeente, ondernemers en bewoners van Wolvega. Het proces omvatte drie workshops. De eerste bijeenkomt bestond uit een terreinbezoek (kijken en luisteren) en het benoemen van knelpunten en wensen. Daarna zijn er verschillende varianten van de plannen besproken en is een keuze gemaakt. De derde bijeenkomst stond in het teken van het verfijnen van het gepresenteerde schetsontwerp.
Feestelijke opening De stationsomgeving is op feestelijke wijze geopend in de zomer van 2019. Door het gezamenlijke proces is men in het dorp tot een gedragen en passend ontwerp voor deze plek gekomen. Het resultaat is een stationsomgeving die een waardige dorpsentree is, kortom: welkom in Wolvega! Meer info: www.goudappel.nll
De vereenvoudiging van een lastige funderingskeuze voor de St. Sebastiaansbrug
B
egin dit jaar zijn de werkzaamheden gestart voor het vervangen van de Sint Sebastiaansbrug in Delft. Deze basculebrug over het Rijn-Schiekanaal, tussen de oude binnenstad van Delft en de TU-wijk, wordt onder andere geschikt gemaakt voor de geplande aanleg van een trambaan naast asfaltweg, fiets- en voetpaden.
Rekening houden met de omgeving Voor de aanbruggen aan de Noord- en Zuidzijde van de brug was een kwalitatief hoogstaande paalfundering (paalmatras) noodzakelijk. De hoofdaannemer van het project had daarom de voorkeur voor het toepassen van prefab betonpalen, omdat deze kwalitatief hoger gewaardeerd worden ten opzichte van in de grond gevormde funderingspalen. Het heien van deze prefab betonpalen was echter geen optie in de universiteitswijk met haar historische gebouwen. Trillingen en geluidshinder voor de omwonenden moest tot een minimum beperkt worden. Een flinke uitdaging, maar het funderingsbedrijf Drukpaal.nl bood uitkomst, met een inbrengmethode van prefab palen die volledig rekening houdt met deze omgevingsfactoren.
Indrukmethode in plaats van heien Men kreeg de opdracht om de paalfundering met hun indrukmethode aan te leggen. De fundeermachine, geleverd door A.P. van den Berg Geo- Technology uit
Heerenveen, heeft de palen niet geheid maar trillingvrij en nagenoeg geruisloos de grond ingedrukt. De kwaliteit van deze indrukmethode wordt geborgd door het aanwezige meetsysteem waarmee van elke paal continu de diepte, de indruksnelheid en de totaal benodigde drukkracht gemeten en geregistreerd wordt. Elke paal wordt dus als het ware proef belast, zodat het gerealiseerde draagvermogen berekend kan worden. In totaal zijn op het project in Delft in ongeveer 35 dagen de 420 prefab betonpalen met een diameter van 290 millimeter en een lengte van 22 meter de grond in gedrukt.
Bijdrage aan duurzaam bouwen Naast dit project zijn in Nederland met deze fundeermachine twintig andere projecten uitgevoerd in de infra-, woningbouw- en utiliteitssector. In totaal spreken we dan over 3.000 palen met een totale lengte van 50.000 strekkende meter. De voordelen van de fundeermachine hebben zich inmiddels bewezen. Daarnaast levert het indrukken met, normaal gesproken, 300 tot 500 strekkende meter ingedrukte paallengte een substantiĂŤle dagproductie. De fundeermachine kan dan ook een slimme investering worden genoemd, die bijdraagt aan een duurzaam bouwproject: geluidsarm, trillingvrij en optioneel volledig elektrisch te bedrijven. Meer info: www.apvandenberg.com 09/2019  Stadswerk magazine 21
ADVERTORIAL
Almelo maakt zich klaar voor mobiliteit van de toekomst
Slimme ring voor Twentse logistieke hotspot
D
e verkeerslichten van maar liefst 27 kruispunten zo ombouwen en programmeren dat ze het verkeer slim gaan aansturen. Met als doel: betere doorstroming en daardoor minder uitstoot van schadelijke stoffen. En het moet klaar zijn voor het einde van dit jaar. “Dat gaat lukken”, zeggen Leander Hepp van Sweco en Robin van Haasteren van Vialis.
“Door kruispunten slim aan te sturen, win je niet alleen tijd, maar zorgt het ook voor een flinke reductie van CO2-uitstoot en fijnstof. Als bijvoorbeeld een beladen vrachtauto vanuit stilstand optrekt naar 80 km p/u, kost dit een liter diesel. Je kunt je dus voorstellen wat de besparing zal zijn als vrachtauto’s bij een vlotte doorstroming een constante snelheid kunnen blijven rijden, of in ieder geval niet hoeven te stoppen.”
Vlotter en schoner We hebben het over de kruispunten op de ring van Almelo, een gemeente die graag innoveert en de mogelijkheden van slimme mobiliteit omarmt. De projectleider bij de gemeente Almelo is verkeerskundige Rob Hulleman: ‘Almelo heeft een heel gunstige logistieke ligging, daarom kiezen steeds meer grote bedrijven ervoor om zich hier te vestigen. Het XL Business Park Twente aan de zuidkant van de stad is de afgelopen jaren flink gegroeid en de verkeersdrukte op de omliggende wegen is toegenomen. Het lag daarom voor de hand om de verkeersregelinstallaties (VRI’s) op de kruispunten slimmer te gaan aansturen.’ Rob licht toe waarom vlotte verkeersstromen op meerdere vlakken een stap vooruit zijn.
Verkeerslichten met 4G De realisatie is in handen van twee partijen. Solution provider Vialis zorgt voor de hardware, ingenieursadviesbureau Sweco voor de software. Robin van Haasteren, commercieel directeur bij Vialis: “De verandering vindt vooral plaats aan de binnenkant van de verkeersregelautomaten. Je kent ze wel, die kasten langs de weg. Begin oktober zijn we gestart om deze allemaal aan te passen. Hier zijn geen wegafzettingen of graafwerkzaamheden voor nodig. De VRI’s zijn hooguit een paar uur buiten werking, maar verder draait alles gewoon door. Vergelijk het maar met een update van je smartphone. De VRI’s staan met elkaar in verbinding via een 4G netwerk.” Rob vult aan: “De installaties voldoen aan de certificeringen, dus de beveiliging is goed. Mocht er een keer een storing in het 4G netwerk zijn, dan blijven de VRI’s gewoon functioneren op een back-up programma.” Volgende stap is de software. De VRI’s worden aangesloten op de Smart Traffic oplossing van Sweco. “Wij zorgen ervoor dat de VRI’s niet alleen met elkaar, maar ook met al het verkeer op de weg gaan communiceren”, vertelt Leander Hepp, adviseur Smart Mobility bij Sweco. Op basis van diverse databronnen, waaronder detectielussen in het wegdek en signalen van smartphones en navigatiesystemen in voertuigen voorspelt Smart Traffic het gedrag van het verkeer en
Leander Hepp van Sweco bij kruispunt in Almelo
SCHOON EN SLIM VERKEER VAN DE TOEKOMST De vraag naar mobiliteit neemt toe. Maar de behoefte verandert ook. De oplossing is niet langer meer alleen het voertuig of de weg waar je op rijdt. Mobiliteit als vraagstuk omvat veel meer dan dat: CO2 emissies moeten omlaag, we willen zorgen voor een betere luchtkwaliteit, vermindering van files en een betere verkeersveiligheid. Met onze moderne technologie levert Sweco een bijdrage aan zowel duurzame en schone, als veilige mobiliteit. Hierbij maken we maximaal gebruik van openbare data, maar we verzamelen ook zelf veel data die we vertalen naar praktische Algemeen beeld kruispunt Almelo
anticipeert hierop. “We zetten niet alle 27 kruispunten in één keer om. Voor zowel de ombouw van de apparatuur, als de aansluiting op Smart Traffic, werken we in strengen. Per streng gaan we testen, meten en aanpassen. Hoe meer data we binnenkrijgen en hoe meer kruispunten zijn aangesloten, hoe slimmer de aansturing.”
inzichten. We gaan graag met je in gesprek om te kijken hoe we jouw gemeente of provincie mobieler kunnen maken op een slimme en duurzame manier. We helpen je verder om je duurzaamheidsdoelstellingen te behalen, je stad of gemeente bereikbaar te houden en om het mobiliteitssysteem in je gemeente klaar te maken voor de toekomst!
Beter anticiperen Meerdere Nederlandse gemeenten passen Smart Traffic al toe, maar dit is het grootste project tot nu toe. Leander: “Geweldig dat we in Almelo de kans krijgen om Smart Traffic op zo’n grote schaal te kunnen implementeren. Maar ook om nieuwe toepassingen te kunnen toevoegen. Als Heracles bijvoorbeeld een thuiswedstrijd speelt, kunnen de supporters van de bezoekende club vanaf de snelweg in één keer doorrij-
den naar het stadion. Fijn voor de supporters, maar ook voor de andere weggebruikers in Almelo en de veiligheid rondom een voetbalwedstrijd. De extra toevoer van verkeer leidt tot beperkte extra verkeersdrukte en voorkomt ontregeld verkeer.” Rob geeft een ander voorbeeld: “Wat dacht je van de weg vrijmaken voor hulpdiensten?” Het mes snijdt hierbij aan twee kanten. Ook de andere weggebruikers hebben hier baat bij. “Doordat de VRI’s ook in verbinding staan met jouw auto, krijg jij melding op je navigatiescherm of smartphone dat er een ambulance aankomt. Zo kun je dus anticiperen, door bijvoorbeeld alvast een baan naar rechts te gaan of je snelheid aan te passen. De volgende stap is dat jouw zelfrijdende auto dit voor je doet!” Benieuwd naar Sweco’s kijk op schoon en slim verkeer van de toekomst? Kijk op https://www.sweco.nl/schoon-en-slimverkeer-van-de-toekomst/
Rob Hulleman van de gemeente Almelo bij kruispunt in Almelo
SPECIAL
Uitdagingen voor bereikbaar
Zes doelstellingen Als de genodigden hebben plaatsgenomen, steekt Van Asten direct van wal: ‘Als College hebben wij zes doelstellingen opgesteld om te voorkomen dat Den Haag dichtslibt: mobiliteit moet veilig, efficiënt, schoon, op maat, betaalbaar en verbonden zijn. Omdat Den Haag geen ring(snel)weg heeft, kunnen automobilisten niet buitenom rijden. Wij willen automobilisten dus gaan verleiden om de juiste “inprikker” te nemen als zij de stad inrijden. Zo worden het Hubertusviaduct en -tunnel nu nog te weinig gebruikt. Bij het opleveren van de Rotterdamse baan wordt dit al gemakkelijker. Voor veel punten uit de mobiliteitstransitie ligt de horizon vrij ver in de toekomst, zoals de schaalsprong met het OV voor de zogenaamde Konings- en Leyenburgcorridor. Die aanpak van het OV kost het meeste tijd en geld.’
Zorgen van ondernemers Jeroen Steenbergen: ‘Ik ben wel geschrokken van de urgentie die uit de berichtgeving vanuit de gemeente
FOTOGRAFIE BAS KIJZERS
D
en Haag is de stad met de grootste autodichtheid van Nederland en slibt in rap tempo dicht. Wethouder Mobiliteit, Cultuur en Strategie, Robert van Asten, presenteerde kortgeleden zijn Hoofdlijnenbrief Mobiliteitstransitie. In het zojuist opgeleverde NIBC-verzamelgebouw The Zone, schoof Van Asten aan om Jeroen Steenbergen en Faye van der Kroft (Nadorp Bedrijfsmakelaars), Jolanda van Nooten (Cushman & Wakefield), Saskia Hovers en Marco Hofman (NIBC) bij te praten over de mobiliteitsplannen voor de stad.
en de media spreken. Als makelaar heb ik samen met Jolanda van Nooten tijdens de plannen voor The Zone nadrukkelijk rekening gehouden met alle nieuwe vormen en trends in mobiliteit. Extra elektrische oplaadpunten, veel groen in de binnentuinen voor een aantrekkelijk werkklimaat maar ook de OV-verbindingen voor de deur zijn essentieel voor het zo goed mogelijk faciliteren van de gebruikers van het verzamelgebouw. En dat geldt ook voor andere locaties in de regio. Maar als de stad niet meer bereikbaar is, dan houdt het toch op. Hoe snel kun je dus als gemeente doorpakken en het proces van doorstroming en bereikbaarheid nóg meer versnellen?’ Van Asten begrijpt de zorgen van de ondernemers in de regio: ‘Op dit moment zijn we bezig met de realisatie van een sterfietsroute (met zo min mogelijk stoplichten - red.) naar Wateringseveld. Ook zetten wij volop in op deelmobiliteit, zoals elektrische scooters, fietsen en deelauto’s. Hiervoor zijn wij met verschillende partijen in gesprek, zoals bijvoorbeeld met verschillende wooncorporaties. Ook gaan we het op korte termijn lastiger maken in bepaalde wijken om een tweede parkeervergunning te krijgen. Al moet je ook oppassen dat parkeren niet onbetaalbaar wordt.’
FOTOGRAFIE ELISA1880
Aan plannen geen gebrek...
24 Stadswerk magazine 09/2019
Maar het Rijk zou volgens de wethouder ook meer geld mogen vrijmaken voor infrastructuur in Nederland, Van Asten: ‘Met Metropoolregio Rotterdam Den Haag doen we echt wat we kunnen. Maar naar mijn mening zou het Rijk meer moeten investeren in de Nederlandse infrastructuur. Vanuit de verkoop van
TEKST: Philip Fokker, Redacteur Stadswerk Magazine
Eneco krijgen wij in 2020 wel een mooi bedrag binnen (2,5 á 3 miljard euro - red.). Ook wil ik met bouwers gaan kijken naar het geld dat zij nu vrijmaken voor parkeergelegenheid. Ik zou graag zien dat zij dat, in plaats van in een parkeergarage, in een pot voor bredere mobiliteitsoplossingen stoppen. Dan kan er specifiek gekeken worden naar de beste mobiliteitsoplossing voor een locatie.’ Marco Hofman vraagt Van Asten hoe hij de uitdaging die parkeergelegenheid in de Binckhorst gaat worden aan gaat pakken, Van Asten: ‘Op dit moment zijn daar nog geen concrete plannen voor. Daar moeten we dus goed naar kijken en dan ook de mogelijkheden voor zelfrijdend vervoer afwegen.’ Volgens Saskia Hovers is het lastig voor NIBC om getalenteerde jonge mensen aan de bank te binden en bereikbaarheid is hiervan een van de belangrijkste redenen. Jolanda van Nooten haakt hierop in: ‘Ik zie bij veel jonge mensen al de trend dat ze eigenlijk niet per se een leaseauto willen, als zij een contract tekenen. Zo hebben wij The Zone ook ingericht, zoals eerder gezegd: met veel laadpunten, ruimte voor fietsen en dichtbij haltes van het OV. Dat omdenken, wat vervoersmiddelen betreft, daar kan de oude garde wel iets van leren wat mij betreft.’
FOTOGRAFIE ALBERT KOCH
Den Haag
hun licht op te doen, al moet je volgens Van Asten wel goed opletten dat je naar een stad afreist die op Den Haag lijkt: ‘Düsseldorf is een interessante stad om bepaalde oplossingen bij af te kijken. Maar ik zou ook willen dat de bouwers, en niet alleen de makelaars, op een werkbezoek aanschuiven. Want particuliere initiatieven, bijvoorbeeld in de OV-sector, waarbij de RET en HTM aan een maximaal aantal, door het Rijk vastgestelde, kilometers vastzitten, kunnen erg goed bijdragen aan oplossingen voor de nabije toekomst.’ Of zoals Jeroen Steenbergen het gesprek mooi afsluit: ‘Eigenlijk willen we uiteindelijk allemaal hetzelfde: een beetje prettig leven en bewegen in de stad.’ Dit artikel verscheen eerder in Business Haaglanden #3, 2019.
Wat in het gesprek erg duidelijk wordt, is dat de uitdagingen voor de stad - leest u de Hoofdlijnenbrief Mobiliteitstransitie er maar op na - groot zijn. Van Asten: ‘Ik heb kortgeleden gekeken naar de grootste particuliere werkgevers in de regio en wat zij aan initiatieven positief bijdragen aan het mobiliteitsvraagstuk. Ik moet zeggen dat zij al heel veel doen, binnen hun eigen mogelijkheden.’ Jolanda van Nooten: ‘Ik merk in mijn vak dat kantoorgebruikers er ook aan moeten wennen dat zij zelf aanzienlijke stappen moeten nemen om in aanmerking te komen voor bepaalde MVO-certificeringen, dat is ook voor hen een nieuw speelveld.’ Tijdens werkbezoeken schuiven zowel ondernemers als gemeenteambtenaren aan om in andere steden
FOTOGRAFIE EDWIN VAN BUURINGEN
Krachten nog meer bundelen
09/2019 Stadswerk magazine 25
SPECIAL
CO2-reductie bij gebruik van veegmachines
C
O2-reductie is een actueel thema bij iedere gemeente. Ook binnen straatreiniging wordt daarom gekeken naar mogelijkheden om CO2-uitstoot en brandstofverbruik te reduceren bij het gebruik van veegmachines. Het gebruik van data bij de inzet van veegmachines en het elektrificeren van veegmachines bieden hiervoor kansen.
Werk voor gemeenten Aebi Schmidt werkt samen met gemeenten om te kijken hoe zij hun reductiedoelstellingen kunnen realiseren. Het optimaal inzetten van veegmachines bestaat uit twee aspecten, namelijk het mobiel meten van de kwaliteit van de openbare ruimte en het optimaal inzetten van de veegmachines op basis van de gemeten informatie. Op basis van bijvoorbeeld CROW-meetwaarden wordt met regelmaat de beeldkwaliteit van de openbare ruimte in kaart gebracht. Deze data zijn in overzichtelijke (grafische) rapportages weer te geven, zodat een gemeentereiniging de inzet van de veegmachines kan bepalen. Op basis hiervan kan bepaald worden of een wijk meer of minder aandacht nodig heeft en het afgeleverde werk van de contractor worden beoordeelt.
Secure meetmethode De werkzaamheden van veegmachines zijn met hedendaagse telematica oplossingen zeer goed te monitoren. Naast een overzicht waar een veegmachine is geweest kan er ook tot op borstelniveau worden gemeten of een borstel wel of niet actief is geweest of dat een zuig- of
waterinstallatie werkzaam is geweest. Deze data kunnen worden gebruikt voor rapportages over de inzet en prestaties van de veegmachines. Wordt er bijvoorbeeld niet te veel gereden en te weinig geveegd? Op de middellange termijn is het reduceren van CO2 door efficiënter gebruik van diesel machines niet de enige oplossing. De eerste gemeenten hebben via de Green Deal Zero Emission Stadslogistiek al aangekondigd in 2025 enkel nog emissievrije machines in te zetten.
Elektrische veegmachine Aebi Schmidt heeft in september 2019 haar eerste 100 procent elektrische veegmachine gepresenteerd in Nederland en merkt dat er animo voor is. ‘De eerste machines worden inmiddels geleverd en meer bestellingen zijn onderweg. Een machinepark wordt niet in één keer vervangen, daar gaat minimaal zes jaar overheen. Om in 2025 emissievrij te zijn maken veel gemeenten nu de keuze om geen dieselmachines meer te bestellen', stelt Arjan Ester, CEO van Aebi Schmidt. Een elektrische veegmachine stoot geen CO2 meer uit. Bij een machine met een gemiddeld gebruik van 1.500 uur per jaar, betekent dit een CO2-reductie van 22.500 kilo CO2. Dit staat gelijk aan een compensatie van 1.800 bomen ten opzichte van een dieselmachine. Om de CO2-reductie maximaal te maken dient gebruikt gemaakt te worden van duurzaam opgewerkte elektriciteit, bijvoorbeeld via zonnepanelen of windenergie. Meer info: www.aebi-schmidt.com
26 Stadswerk magazine 09/2019
ADVERTORIAL
Mobiliteit als ruimtemaker, hubs als 'hart van de buurt'
D
e openbare ruimte staat in steden steeds meer onder druk. De binnenstedelijke bouwopgave is groot en meervoudige ruimteclaims vanuit energie, klimaat, economie, groen, veiligheid, leefbaarheid en recreatie vragen letterlijk om ruimte. Waar bereikbaarheid altijd het grootste doel was van mobiliteit, zit de uitdaging van vandaag in efficiënt ruimtegebruik: mobiliteit als ruimteschepper in plaats van ruimtevreter. Daarom pleiten wij voor een andere denkwijze over mobiliteit: re-thinking mobility.
Mobiliteitshubs: meer ruimte op straat Een voorbeeld van ‘re-thinking mobility’ is het concept ‘mobiliteitshubs’. Vooral in gebiedsontwikkelingen, maar ook in bestaand stedelijk gebied liggen hiervoor veel kansen. Kortgezegd: iedereen heeft op loopafstand (ca. 300 meter) van zijn/haar woning alle vormen van deelmobiliteit tot beschikking. Een omslag van bezit naar gebruik. Eén deelauto kan tot vier privé-auto’s vervangen. De bouw van dure (ondergrondse) parkeerplaatsen (à €30.000) is niet meer nodig. Deze besparing kan worden ingezet om de hubs te financieren. Het resultaat is meer ruimte op straat. Ruimte voor groen (waterberging en reductie hittestress), spelen, fietsen en lopen. Oftewel: de ‘quality of life’.
Hart van de buurt Hubs kunnen méér zijn dan concentraties van deelvervoer. Omdat buurtbewoners hun reis starten en eindigen Concept voor een integrale hub, ‘hart voor de buurt’
in de hub, is het een ideale plek voor dagelijkse (buurt)voorzieningen. Van pakketpunt tot apotheek, van supermarkt tot kinderopvang. Zo koppelen we nieuwe, gedeelde en schone mobiliteit aan andere functies. De hub wordt het hart van de buurt.
Verbinding met energienetwerk Ook liggen er kansen in het verbinden van mobiliteitshubs met energienetwerken. De grote hoeveelheid elektrische voertuigen in de hub kan bijvoorbeeld als ‘batterij’ voor de buurt dienen en piekbelastingen in energievraag opvangen. Daarnaast kan het hub-gebouw energie opwekken met zonnepanelen en aardwarmte. Kortom: een nieuw stedenbouwkundig ‘ingrediënt’ dat positieve effecten kan hebben op ruimtebesparing in mobiliteit, sociale voorzieningen én energietransitie.
&Morgen Niet gisteren of vandaag, maar morgen en de dagen daarna: daar start ‘re-thinking mobility’. Het adviesbureau &Morgen redeneert vanuit de toekomst en maakt dat concreet voor de dag van morgen. &Morgen stelt mens en ruimte centraal in hun visies en oplossingen en slaat daarmee de brug tussen mobiliteit, gedrag en stedenbouw. Lees meer over hun projecten, ideeën en werkwijze op www.enmorgen.nl.
Gebiedsvisie voor 2040 met hubs voor Assendorp, Zwolle
Herinrichting Thomas van Aquinostraat voorbeeld voor de toekomst
E
en veilige, klimaatadaptieve verblijfsruimte, die de sociale verbinding in de wijk stimuleert. Dat was de gedachte achter een nieuwe groene zone in de Thomas van Aquinostraat in Tilburg.
Inrichting groene zone In de straat en de directe omgeving werd Aannemingsmaatschappij Van Gelder door de gemeente Tilburg gevraagd om, na de aanbestedingsfase, de groene zone in te richten. Daarnaast waren zij verantwoordelijk voor het ontwerp en de uitvoering van groot onderhoud aan de verhardingen en de aanleg van een hemelwatersysteem. De groene zone ontstond door het aanbrengen van een verkeerskundige knip voor het verhogen van de verkeersveiligheid.
den kleine mozaïeksteentjes,’ aldus Van de Pol. Naast de twee social sofa’s is tevens veel ruimte voor groen gecreëerd en zijn er bijvoorbeeld ook boomstammen neergelegd die als bank kunnen fungeren, maar ook als speelstoel voor kinderen. Doordat het regenwater van de omliggende huizen direct in de groenvoorziening terechtkomt, blijft het groen ook voldoende bewaterd. Ook is er een drinkwatertappunt van Join the Pipe te vinden in het park waarmee schoondrinkwaterprojecten in ontwikkelingslanden worden ondersteund. Om de gebruikers te stimuleren om ook te gaan bewegen, ontmoeten en meedoen zijn er tevens diverse outdoor fitnesstoestellen geplaatst.
Blij met het resultaat Burgerparticipatie Om tot een goed ontwerp en inrichting van onder andere de ‘nieuwe voortuin’ te komen, werden de bewoners van de wijk veelvuldig betrokken bij het proces. ‘Niet alleen aan de voorkant, maar ook tijdens de uitvoering,’ vertelt bedrijfsleider Ruud van de Pol van Van Gelder. ‘Zo hebben er, vanuit de dagbesteding van de Tongerlose Hoef, mensen met een beperking meegeholpen aan het ontwerpen en beplakken van de social sofa’s die in het parkje te vinden zijn. Deze twee banken zijn beplakt met duizen-
28 Stadswerk magazine 09/2019
Kortom, de herinrichting van de Thomas van Aquinostraat is een goed voorbeeld van klimaatadaptie, burgerparticipatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen in het binnenstedelijk gebied. ‘Tijdens de opening spraken veel enthousiaste buurtbewoners ons aan. En ook van de gemeente hebben wij vernomen dat zij blij zijn met het behaalde resultaat. En daar doe je het als ondernemer natuurlijk allemaal voor. Meer info: www.vangelder.com
ZEKERHEID
IN KWALITEIT EN VEILIGHEID BIJ UW INFRA-PROJECTEN
Kwaliteit door werken met de BRL Door het beheer van de KOMO BRL-en n 9101: toepassen verkeersmaatregelen bij WiU
en evenementen n 9141: wegmarkeringsmaterialen n 9142: appliceren van wegmarkeringsmaterialen n 9161: aanbrengen van afschermings-
voorzieningen (geleiderail) langs wegen
Plesmanstraat 5 Veenendaal | info@buroboot.nl | 0318-527 600 | buroboot.nl
DRAINVOEG • straatwerk duurzaam waterpasserend • onderhoudsarm & kostenbesparend • geheel vlakke aanleg • hoge waterdoorlatendheid • geen speciale stenen nodig • hergebruik uitkomend materiaal
DRAINSTOP® verborgen kolk • geen onderhoud• rustig straatbeeld • geschikt voor infiltratie in kleibodems •
®
DRAINBRICK
• put op steenformaat • snelle oplossing wateroverlast bij spoorvorming • RVS BKK en rond voor in asfalt
076 - 78 502 72 w w w .d r a i nv a s t . nl - i nf o @ d r a i nv a s t . nl
Door het examineren van de mensen die de KOMO BRL-en uitvoeren De Infra Kwaliteit KOMO BRL-en n
hebben een meerwaarde voor de markt
n
zijn passend in de huidige marktsituatie
n
werken met externe kwaliteitscontrole door
n
leveren gegarandeerde kwaliteit
n
geven zekerheid voor de opdrachtgever
n
zorgen voor een goed product tegen een
een geaccrediteerde CBI
passende prijs n
zorgen voor transparante marktwerking
www.infrakwaliteit.nl info@infrakwaliteit.nl
Katten tegen ratten I
n Zuid-Europese steden kom je regelmatig straatkatten tegen. Soms zijn ze een ware toeristische attractie. Zo staat Largo di Torre Argentina, een archeologische vindplaats in hartje Rome, bekend als het ‘kattenforum’: tussen de restanten van antieke tempels leven ongeveer 150 katten die door vrijwilligers liefdevol worden verzorgd. Barcelona heeft ook zo’n opvangplek, in de wijk Raval, de Jardinet dels Gats (kattentuin). En in Istanbul hebben Bengü, Deniz en vijf andere zwerfkatten intussen filmsterrenstatus. In de prijswinnende documentaire Kedi (2016) laten ze je vanuit kattenperspectief kennismaken met de bruisende Turkse metropool. Ook in Lissabon komen kattenliefhebbers aan hun trekken. De Portugese hoofdstad heeft duizenden straatkatten die vaak in groepjes samenleven. Je vindt ze meestal op verlaten plekken, zoals kerkhoven en ruïnecomplexen, maar ook in woonwijken. Niet
alle inwoners zijn daar blij mee. Maar met het project ‘Patrulha Gato’ (kattenpatrouille) heeft het stadsbestuur van de nood een deugd gemaakt. Want het aantal zwerfkatten in Lissabon valt in het niet bij de meer dan zes miljoen ratten die de stad onveilig maken. De knaagdieren houden zich echter koest als ze ruiken dat er katten in de buurt zijn. Daarom spant de gemeente zich in om kattenkolonies te verhuizen naar locaties waar de overlast van ratten het hoogst is. Het vangen van de verwilderde katten is niet eenvoudig. Maar als de verhuizing slaagt, is succes verzekerd. Dat is bijvoorbeeld te zien op een school: eerst werd het gebouw geteisterd door ratten, maar dankzij de kattenpatrouille is dat nu verleden tijd.
TEKST GERT-JAN HOSPERS, Stichting Stad en Regio www.stad-en-regio.nl | hospers@stad-en-regio.nl
FOTO: FLICKR.COM - NAN PALMERO
VAN DE STRAAT
COLUMN TEKST BAS BOONSTRA, Antea Group en Bestuurslid Stadswerk
De Hollandsche kaasschaaf Gaan we voor dat hardstenen keukenblad of kan het ietsje
Wat gaan we straks doen? Bruggen en tunnels op slot omdat
minder? Schrappen we het verhogen van alle deuren? Dilem-
er geen geld is voor onderhoud? Duiken we qua beheer en
ma’s waar we thuis volop inzitten. Want we gaan verbouwen.
onderhoud onder het basisniveau? Ik denk aan de gemeente
De plannen zijn gemaakt. Nu is de fase van offertes aanvragen
die nu al aftandse afvalbakken niet overal kon vervangen om-
en beoordelen aangebroken. En dit valt dan toch weer tegen.
dat er geen budget was. En het zal in veel gemeenten niet bij alleen die paar prullenbakken blijven ben ik bang.
Want we hebben hoge ambities, maar ook een plafond aan ons budget. Dat zorgt voor een interessante puzzel. We moeten realistisch plannen. Wat is ‘need to have’ en wat ‘nice to have’? Zonder afbreuk te doen aan toekomstbestendigheid en woongenot. En dit is eigenlijk in miniatuur de opgave waarvoor veel gemeenten momenteel ook staan. Het gaat goed in Nederland. We zitten in een hoogconjunctuur. We hebben ambities, visie. We willen als land vergroenen, verduurzamen, energieneutraal worden, meer biodiversiteit. En tegelijkertijd hebben we te dealen met de vervangingsopgave, groeiende zorgvraag, klimaatverandering. Wie naar de langere
‘Het gaat goed met Nederland, maar gemeenten moeten bezuinigingen: onverkoopbaar’
termijn kijkt, ziet dat er onderhand een fors verlanglijstje ligt.
‘Het gaat goed met Nederland, maar gemeenten moeten
Dit lijstje wordt voor een groot deel bij de gemeenten neerge-
bezuinigingen: onverkoopbaar’, stelde Paul Depla, burgemees-
legd.
ter van Breda, in de Volkskrant. Een ruimere bijdrage voor gemeenten ligt dan ook voor de hand. Anderzijds is er een taak
Want dat is er aan de hand. Het takenpakket van gemeenten
voor gemeenten en beheerders om nu al realistisch te kijken
groeit, maar de gemeentelijke portemonnee groeit niet mee.
naar de toekomst: wat hebben we écht nodig? Om voor deze
Grote en middelgrote steden in Nederland dreigen de komen-
opgaven in elk geval voldoende (nood)budgetten en kapitaal te
de vier jaar een half miljard euro tekort te komen. Onder meer
reserveren.
omdat gemeenten zich geconfronteerd zien met forse overschrijdingen in de zorguitgaven. En die zorgvraag gaat de ko-
En wellicht moeten we als land nog eens kritisch naar ons ver-
mende jaren alleen nog maar toenemen.
langlijstje kijken. Om de oer-Hollandsche kaasschaaf over onze ambities te halen. Niet het leukste werk, weet ik uit ervaring.
Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte lijkt het
Maar wel ontzettend nodig om als land niet op slot te raken.
kind van de rekening. Hoewel veel gemeenten vier jaar geleden al zijn gestart met bezuinigen op beheer, lijkt het einde hier
Bas Boonstra is Bestuurslid van Stadswerk Nederland en mana-
niet in zicht. Terwijl in veel gemeenten het beheer al naar basis-
ger van de adviesgroep Beheer van Antea Group. Samen met zijn
niveau is gegaan, dreigen gemeenten nog meer te moeten
collega’s geeft hij onder andere vorm aan de slimme en gezonde
beknibbelen. Daar maak ik me zorgen over. Want we hebben
stad. In deze vaste column geeft Boonstra zijn visie op de leef-
ontzettend veel te doen in Nederland. Wateroverlast, woning-
baarheid, kwaliteit, duurzaamheid en toekomst van de openba-
bouw, energietransitie. En de vervangingsopgave moet nog
re ruimte in Nederland. Wilt u reageren op deze column? Mail
losbarsten.
dan naar Bas.Boonstra@stadswerk.nl.
09/2019 Stadswerk magazine 31
ADVERTORIAL
Een toegankelijke openbare
E
en goede ingerichte openbare ruimte is toegankelijk voor elke gebruiker zodat hij of zij zich zelfstandig kan voortbewegen zonder hulp van derden”, aldus de richtlijn toegankelijkheid van het CROW. We denken dan vaak aan gebruikers met een mobiliteitsbeperking, maar ook wij zelf worden door het ouder worden steeds minder mobiel. We moeten daarom stoppen om de openbare ruimte te zien als het domein voor dertigers en beseffen dat ook niet direct voor de hand liggende zaken bijdragen aan gebruiksgemak voor iedereen. Tot slot wil ik in dit artikel extra aandacht vragen voor de gebruikers met een visuele beperking.
Zorg voor rustmogelijkheden Gebruikers met een beperkt uithoudingsvermogen of die slecht ter been zijn, zijn gebaat bij voldoende zitgelegenheid zoals banken en zitranden. Deze zorgen voor korte loopafstanden en meer gebruiksgemak in bijvoorbeeld winkelcentra en parken. Met name in winkelstraten willen mensen kunnen uitrusten waardoor de kans dat een bank bezet is, toeneemt. Extra zitgelegenheid kan makkelijk gecreëerd worden met poefjes en krukjes, uiteraard buiten de looproute geplaatst. Comfort mag ook niet uit het oog worden verloren; hout of bamboe is aangenaam om op te zitten en een rugleuning zorgt ervoor dat iemand echt kan uitrusten. Hellingen zijn ook obstakels die met een beperking of verminderde conditie lastig te nemen zijn. Naarmate
het hoogteverschil groter is, dient een helling daarom langer en dus minder steil te zijn. Hellingbanen zijn een uitkomst bij hoogteverschillen tussen de 0,50 en 1,00 m waar de helling niet steiler dan 1:20 mag zijn. Bij deze lange hellingen vergroten rustpunten de toegankelijkheid ervan. Deze zogeheten bordessen moeten minimaal 1,50 m lang zijn; dit geldt ook voor het begin en einde van de hellingbaan zodat mensen ook hier even kunnen uitrusten.
Meer tijd bij oversteekplaatsen Voor langzamere gebruikers moet een oversteek zo kort mogelijk worden gemaakt. Als de oversteek langer is dan 7,00 m of als er sprake is van gebiedontsluitingsweg met verkeer in twee richtingen moét een middengeleider worden toegepast. Vanuit de voetganger gezien is deze tenminste 2,00 m lang en 1,80 m breed. Een andere mogelijkheid is om een oversteekplaats met een wegversmalling aan te brengen. In de ASVV worden voor specifieke situaties maatvoeringen aangegeven. Een ideale oplossing in verblijfsgebieden zijn verhoogde kruis-
TEKST FRANK KOLDERIE, productmanager Verkeer en Milieu
ruimte is voor iedereen punten, ook wel verkeersplateaus genoemd. De hoogte van de rijbaan komt als het ware naar het trottoir toe, zodat er geen hoogteverschil meer is. Tegelijkertijd wordt de snelheid van het verkeer op de rijbaan afgeremd. Een aandachtspunt is dat zowel de bestrating van het trottoir als de rijbaan gelijk liggen met de bovenzijde van de trottoirband.
heid van het gebruikte materiaal. De textuur is fijn of grof afhankelijk van de gebruikte natuursteenfracties en een eventueel toegepaste nabewerking zoals wassen of stralen. De hardheid van de gebruikte natuursteenfracties moet dusdanig zijn dat deze niet kunnen polijsten door verkeersbelastingen of weersinvloeden. Al deze zaken zijn gewaarborgd in de NEN-EN 1339 voor betontegels.
Een vlakke, stroeve bestrating Een comfortabel loopoppervlak is belangrijk voor alle gebruikers. Een zachte of losse ondergrond is snel beperkend voor mensen met minder uithoudingsvermogen, rolstoelgebruikers of mensen die een rollator of stok gebruiken. Een looproute door een park met zand of steenslag is eigenlijk niet geschikt. Hier kan beter voor asfalt of een elementenverharding worden gekozen. In het geval van elementenverharding wordt de vlakheid van het loopoppervlak hoofdzakelijk bepaalt door de grote van de voeg, de afmeting en de maatafwijkingen van het materiaal. Goed aangelegd zijn deze uitermate geschikt voor trottoirs en pleinen. Zogeheten parkstenen hebben vijf hoeken en kunnen door hun vorm ook meanderend door parken gelegd worden zonder opsluiting.
In betonnen bestrating is er ruime keuze uit grote formaten met kleine voegen (vellingkanten van 1 mm) die ook nog eens strak gelegd kunnen worden dankzij de maatvastheid. De stroefheid van betonnen bestrating wordt bepaald door de textuur en de hard-
Aandacht voor geleidelijnen De richting van de looproute voor visueel beperkte gebruikers wordt aangeven door geribbelde tegels (geleidelijnen), waarin met de witte stok kan worden gevoeld dat men rechtdoor loopt. Een oversteekplaats wordt over de volle breedte van de afrit voorzien van noppentegels die dienen als waarschuwingsmarkering. De markeringen in de geleideroute zonder noppen of ribbels duiden op een wijziging van richting of kruispunt. Of geven aan dat er een informatie of instappunt in de buurt is die verderop wordt aangeven door een informatiemarkering van rubbertegels zonder noppen. Voor slechtzienden (het merendeel van de visueel beperkte gebruikers) is een goed contrasterende geleidelijn van belang, dat wil zeggen: goed te onderscheiden van de overige bestrating.
WEBSITE www.struykverwoinfra.nl
09/2019  Stadswerk magazine 33
Figuur 1. Themakaart 'warmtekoudeopslag' uit www. signaleringskaarten.nl Bodem en Ondergrond - Zuid-Holland.
Over 3D-Ordening in de Zuid-Hollandse praktijk
Verdiepend omgevingsbeleid Provincie Zuid-Holland wil dat een duurzaam, veilig en efficiënt gebruik van bodem en ondergrond integraal onderdeel is van alle planprocessen in omgevingsbeleid, vanaf het moment dat de Omgevingswet in werking treedt. De onder- en bovengrond zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vragen één aanpak: 3D-Ordening.
P
raktische uitwerking van de ‘lagenbenadering’ op basis van 3D-Ordening heeft de wind mee. Grote maatschappelijke opgaven als de energietransitie en klimaatadaptatie zoeken naar ‘oplossingsruimte’. Voor een aanzienlijk deel ligt die ruimte in de ondergrond. Om te bereiken dat 3D-Ordening gemeengoed wordt in de praktijk van omgevingsbeleid werkt de provincie langs drie lijnen: netwerken bouwen en versterken, communicatie en praktijken.
Netwerken bouwen en versterken Omgevingsbeleid krijgt vorm en inhoud op gemeentelijk niveau. Bij implementatie van 3D-Ordening heeft de provincie ervoor gekozen om de omgevingsdiensten een belangrijke rol te geven in de relatie met
haar 52 gemeenten. De provincie stimuleert en faciliteert de omgevingsdiensten, die in opdracht van gemeenten aan bodemtaken werken, zich te ontwikkelen tot adviseurs 3D-Ordening. Middelen zijn beschikbaar voor de opbouw van regionale 3D-netwerken om praktijkervaring met 3D-Ordening te delen. De omgevingsdiensten organiseren in hun regio drie tot vier bijeenkomsten per jaar. Deelnemers zijn de gemeenten, de provincie, de waterschappen, de netbeheerders en de drinkwatermaatschappijen. Praktijkprojecten over een actueel thema (bijvoorbeeld geothermie) of opgave (bijvoorbeeld klimaatbestendige inrichting) staan centraal. De terugkerende vraag is: Hoe kan een 3D-Ordeningsaanpak helpen om maatschappelijke opgaven te realiseren?
Communicatie WEBSITE www.zuid-holland.nl/onderwerpen/ruimte/ bodem-ondergrond/3D-Ordening
34 Stadswerk magazine 09/2019
Omgevingsdiensten wilden graag ondersteuning van de provincie in de vorm van een eenvoudig communicatiemiddel, dat de ondergronddeskundige of -coördinator helpt om eerder en beter betrokken te worden bij de opstelling van omgevingsbeleid. In samenwer-
TEKST WERNCKE HUSSLAGE en ERIK KUIK Provincie Zuid-Holland
king tussen omgevingsdiensten, gemeenten en provincie is daarom de ‘Praatplaat 3D-Ordening’ ontwikkeld (zie figuur 2). Dit hulpmiddel structureert het gesprek tussen ondergrondcoördinator en de projectleider van visies, plannen en projecten in het omgevingsbeleid. De praatplaat stuurt op een duidelijke uitkomst in het gesprek over een integrale benadering van onder- en bovengrond.
VOORBEELD: OMGEVINGSVISIE HILLEGOM Hillegom was een van de eerste gemeenten in ZuidHolland die een omgevingsvisie heeft opgesteld. 'Al doende leert men' is karakteristiek voor de aanpak. Een sessie van het regionale netwerk in de Leidse regio is gewijd aan de vraag wat er over de ondergrond moet worden opgenomen in een omgevingsvisie, vertrekkend
Een ander communicatiemiddel, dat de provincie samen met regionale partners ontwikkelt, zijn de Signaleringskaarten Bodem en Ondergrond (zie figuur 1).1 Deze kaarten, over onderwerpen zoals bodemdaling, energie en ondergrondse infrastructuur, vormen het resultaat van een vertaling van technische kaarten (met name uit Bodematlas Zuid-Holland 2) naar goed leesbare kaarten met een bijbehorend verhaal. Ze zijn direct toepasbaar in de praktijk van het omgevingsbeleid.
bij de opgaven waar Hillegom voor staat. Deze sessie leverde diverse agendapunten op, zoals: ● wijze waarop archeologie en aardkundige bijdragen aan de identiteit van de gemeente ● het groeiende belang van ondergrondse infrastructuur (telecommunicatie en energietransitie) ● de toenemende noodzaak van ordening van de ondergrond, want ook daar wordt het steeds drukker ● de combinatie van drinkwaterwinning en natuur ter versterking het Hollands duinlandschap ● de draagkracht en stabiliteit van de bodem (bodem-
Praktijken De provincie helpt omgevingsdiensten en gemeenten om de ondergrond via een 3D-aanpak in te brengen in plannen en projecten. Ervaringen worden geagendeerd in netwerkbijeenkomsten. Deze kunnen gaan over inhoud (bijvoorbeeld energietransitie en klimaatadaptatie slim combineren bij een herstructureringswijk), methoden (bijvoorbeeld hoe voer je een goede quick scan ondergrond uit?) of proces (hoe kom je en blijf je aan tafel bij planprocessen in het omgevingsbeleid?). Deze bijeenkomsten resulteren in een 3D-advies over de ingebrachte praktijken. Voorbeelden zijn de omgevingsvisie van Hillegom (zie kader), de herstructurering van de naoorlogse woonwijk Zeeburg in Noordwijkerhout en Klapwijk in Pijnacker waar bodemdaling speelt. Ook een inpassingsplan in Schipluiden (waar bescherming van archeologie en warmtekoudeopslag slim gecombineerd moet worden), verdichting rond station Barendrecht en de ondergrondinbreng voor de omgevingsvisie van Papendrecht zijn voorbeelden van behandelde casussen.
daling) in relatie tot geschiktheid om te bouwen ● de sponswerking van de bodem in het kader van klimaatadaptatie ● de kansen voor bodemenergie en een gezonde bodem voor een duurzame bollenteelt Voor de gemeente en het ingehuurde adviesbureau bleef het lastige materie om hier zelfstandig een vervolg aan te geven. Het gevolg was dat er in de conceptversie van de omgevingsvisie beperkt aandacht voor een duurzame omgang met de ondergrond was. De provincie heeft in haar zienswijze op de omgevingsvisie geconstateerd dat er hierdoor kansen gemist of waarden bedreigend kunnen worden. De provincie heeft in de zienswijze hulp aangeboden om in samenwerking met de omgevingsdienst de conceptvisie op het punt van 3D-Ordening een verdiepingsslag te geven. Dit heeft geleid tot een inhoudelijke verbetering van de omgevingsvisie door bij grote opgaven als duurzame energie, klimaatadaptatie en ruimtedruk in bebouwd gebied nadrukkelijk de verbinding met de ondergrond
De opbrengst
te leggen. Aansluitend volgde een uitnodiging aan pro-
De ontwikkeling van de deelnemers aan het netwerk heeft de stadia doorlopen van bewustwording naar oefening in de praktijk naar structurele toepassing in het eigen werk. Veel mensen hebben kennis gemaakt met een 3D-Ordeningsaanpak. Ze zijn zich meer bewust van
vincie en omgevingsdienst om vroeg in het proces mee te denken bij het opstellen van een omgevingsplan. Over een snelle leerling gesproken!
09/2019 Stadswerk magazine 35
Figuur 2. In co-creatie ontwikkelde praatplaat '3D-Ordening' met een deel van de bijbehorende '3D-Template'.
de waarde van een duurzame omgang met de ondergrond in directe verbinding met de bovengrond. De praktische insteek van de netwerkbijeenkomsten levert de eigenaar van de ingebrachte praktijk winst op in de vorm van adviezen voor vervolg en antwoord op lastige kwesties. Veel casussen zijn representatief voor andere praktijken. Deelnemers kunnen de lessen in de eigen praktijk toepassen en via de kennissen uit het netwerk informatie en kennis ontsluiten. De aanwezigheid van diverse partijen in de netwerken benadrukt het belang van ‘kennissen’ naast ‘kennis’. Er zijn ook lastige kwesties. Ondergrond is niet een onderwerp waar bestuurders, strategen op het gebied van ruimtelijke ordening en omgevingsbeleid bij gemeenten en door gemeenten ingehuurde adviesbureaus veel ervaring mee hebben. Werken aan bewustwording over de kansen die de ondergrond biedt bij de realisatie van maatschappelijke opgaven is zinvol. Een flinke inzet is nodig om ervoor te zorgen dat de gemeenten de omgevingsdienst meer en meer gaat zien als adviseur 3D-
36 Stadswerk magazine 09/2019
Ordening. Van de omgevingsdiensten vraagt dit voldoende capaciteit met de juiste kwaliteit.
Op weg naar 2021 Niet alleen de ruimtedruk op de bovengrond zal toenemen, ook in de ondergrond zal die druk toenemen. In de geest van de Omgevingswet past een onlosmakelijke verbinding van onder- en bovengrond. Nu de invoeringsdatum van de Omgevingswet dichtbij komt, wint de vraag ‘Wat regel je over 3D-Ordening in de omgevingsvisie, het omgevingsplan en in omgevingsprogramma’s?‘ aan belang. De regionale netwerken stellen deze - steeds bredere - 3D-vraag komende periode centraal, resulterend in - steeds diepgaandere - 3D-antwoorden. Daarmee krijgt 3D-ordening in Zuid-Holland steeds meer de plek die het verdient.
Noten 1. Zie www.signaleringskaarten.nl. 2. Zie www.zuid-holland.nl/overons/feiten-cijfers/ interactieve voor een indruk van de Bodematlas Zuid-Holland.
COLUMN TEKST MAARTEN LOEFFEN, Vereniging Stadswerk Nederland
Buitenlandse studiereis levert veel op Stadswerk organiseert sinds 2017 studiereizen. Na Kopen-
landse praktijk en vooral dat we het eigenlijk heel goed
hagen en Nantes was recentelijk Zürich aan de beurt. De
doen samen en onze basis nog steeds goed op orde heb-
drie reizen leverden bij terugkomst tevreden gezichten op.
ben.'
Waar is die tevredenheid op gebaseerd? Wat leveren studiereizen op? Wat zijn redenen om mee te gaan?
Door de reis te organiseren met partnerorganisaties, verbinden we bovendien Nederlandse netwerken en verschil-
Om te beginnen moet de reisbestemming natuurlijk inte-
lende disciplines. Zo wordt de reis zelf een even belangrijke
ressant zijn, met een duidelijk werk gerelateerde aanlei-
kennisbron als de beschikbare kennis op de reisbestem-
ding. Hierbij hebben onze leden in 2016 bovendien een
ming. Zeker omdat we, met de klimaatopgaven in het ach-
voorkeur uitgesproken voor breed opgezette, multidiscipli-
terhoofd, een met de trein bereikbare bestemming kiezen.
naire studiereizen. Vervolgens is het dan de kunst een
De trein biedt een comfortabele omgeving om met elkaar
programma op te stellen dat ons in contact brengt met
in gesprek te gaan. Drie dagen onderweg met een groep
lokale partners die ons kunnen vertellen over de werkelijke
biedt - meer dan mogelijk is bij een studiedag of congres -
'lokale praktijk'. We willen per slot van rekening meer te
de gelegenheid om de ander te leren kennen. Deelnemers
weten komen dan doorgaans door een stadsgids wordt
aan de studiereizen geven aan dat deze netwerkcontacten
verteld. Goede presentaties, praktijkbezoeken maar ook
ook na terugkomst meerwaarde opleveren in het werk.
tijd en aanleiding om met lokale partners op informele wijze met elkaar in gesprek te gaan. Pieter Wiekeraad, provincie Groningen en treasurer van onze internationale koepelorganisatie IFME: 'Als ik met een groep vakgenoten een studiereis naar het buitenland maak, dan ben ik blij verrast over de passie en het enthousiasme, hoe collega's met hun werk bezig zijn en hoe vergelijkbaar onze problematiek is. De gesprekken die ik met buitenlandse vakgeno-
Netwerkcontacten leveren ook na terugkomst meerwaarde op in het werk
ten voer, in de marge van een bezoek of uitwisseling, sterken me in het blijven zoeken naar gemeenschappelijke
In 2016 hebben we via een kleine ledenraadpleging vastge-
oplossingen voor problemen die ze ook in andere landen
steld dat een driedaagse studiereis binnen Europa de voor-
hebben.'
keur geniet. Daarbij zijn destijds ook voorkeursbestemmingen aangegeven. Daarvan hebben we er nu drie bezocht.
Om vervolgens die praktijkkennis optimaal met elkaar te
Kopenhagen vanwege het Cloudburstprogramma, Nantes
bespreken, hebben we in de studiereizen naar Nantes en
in de wetenschap dat ons toekomstige klimaat daar nu al
Zurich de 'wrap-ups' geïntroduceerd. Aan het eind van elk
is te bewonderen, en tot slot Zürich als een van 's werelds
dagdeel bespreken we plenair welke opvallende zaken we
meest duurzame steden. Voor 2020 gaan we weer op zoek
hebben gehoord en gezien en wat dit ons leert over onze
naar een inspirerende bestemming: goed bereikbaar per
eigen Nederlandse praktijk. Dat levert winst op. Want wat
trein met een multidisciplinair samengestelde groep. Heeft
blijkt? Alle deelnemers horen en zien verschillende dingen,
u ideeën of wensen? Aarzel niet ze aan ons door te geven.
zodat het inzicht van je buurvrouw of -man jouw eigen
En reserveer alvast tijd in uw agenda: in de tweede helft
observaties verrijkt. En dat inzicht kan ook een reflectie op
van september 2020 gaan we weer. Zorg dat u er bij bent!
onze eigen praktijk zijn. Pieter Wiekeraad: 'Als ik buiten-
Een mogelijke reisbestemming doorgeven kan via mail:
landse voorbeelden zie, geeft mij dat inzicht in mijn Neder-
info@stadswerk.nl.
09/2019 Stadswerk magazine 37
Bodemenergiebeleid werkt averechts Bij de energietransitie voor de gebouwde omgeving is een grote rol weggelegd voor bodemenergie. Maar er is ook een bodembeschermingsopgave. In de praktijk lijkt die de energieopgave meer en meer in de weg te zitten. Goedbedoelde eisen die gemeenten stellen aan vooral gesloten bodemsystemen werken veelal averechts.
O
m aantasting van bodem en ondergrond en het gevaar van bodemverontreiniging door de aanleg van bodemenergiesystemen zoveel mogelijk te voorkomen, komen we in de praktijk meer en meer onderstaande voorwaarden tegen die gemeenten stellen aan met name gesloten bodemwarmtewisselaars. Die hebben vaak een averechts of onbedoeld effect, zo blijkt.
Collectief in plaats van individueel energiesysteem, complexe systemen en hoger energiegebruik Voorwaarde: Energiesystemen moeten bij voorkeur collectief worden aangelegd, waardoor het aantal bodemlussen kan worden gereduceerd en de onderlinge uitwisseling van energie wordt bevorderd. Effect: Hoger energiegebruik door langere leidingen in de grond. Technisch complexe systemen vragen om meer organisatie en administratie, wat leidt tot extra kosten voor bewoners.
Voorbeelden van verschillende systemen. Links een aardwarmtekorf, midden een horizontaal systeem en rechts een verticaal systeem
38  Stadswerk magazine 09/2019
BRON: WIKIBODEMENERGIE.NL
Minimale onttrekkingscapaciteit leidt tot groter milieurisico en hoger energiegebruik Voorwaarde: Een onttrekkingscapaciteit van tenminste 50 kWh per meter bodemwarmtewisselaar wordt gevraagd om per aansluiting het aantal meters bodemwarmtewisselaar te beperken. Effect: Een verhoogde kans op bodemverontreiniging door de noodzakelijke toepassing van antivries (glycol) in plaats van water en een hoger energiegebruik van de warmtepomp.
Energiebalans minder duurzame alternatieven Voorwaarde: Om schade aan bodem- en grondwatersysteem door extreme opwarming en afkoeling te voorkomen, wordt een energiebodembalans vereist die verder gaat dan landelijke wet- en regelgeving. Maar bij bodemwarmtewisselaars is er nauwelijks sprake van zulke effecten. Effect: Bodemenergiesysteem wordt te duur, ontwikkelaars en bouwers kiezen voor luchtwarmtepompen in plaats van bodemenergie, met een aanzienlijk lager rendement en dus minder duurzaam. Bovendien vragen ze meer ruimte en aandacht voor geluid en beeldkwaliteit. Berekening van de energiebalans minder duurzame alternatieven Voorwaarde: Voor iedere individuele woning met een bodemlus moet een melding worden gemaakt bij de
TEKST BAS VAN DE GRIENDT, Stratego Advies en RONALD SCHILT, Merosch
UISVESTING.NL BRON: PLATFORMDUURZAMEH
Schematische weergave van een systeem voor winning van bodemenergie.
gemeente inclusief bijbehorende energiebalansberekening en de vereiste wachttijd na melding. Effect: Projectontwikkelaars geven de voorkeur aan minder duurzame luchtwarmtepompen boven bodemenergie vanwege extra kosten en proceduretijd.
Word strenger Voorkom potentiële bodemverontreiniging en onnodig hoog energiegebruik door gebruik van chemische middelen zoals antivries (glycol) in bodemwarmtewisselaars uit te sluiten.
Adviezen en aandachtspunten
Innoveer Een veel gehoord geluid is dat bodemwarmtewisselaars niet uit de bodem verwijderd kunnen worden met verwijzing naar het gegeven dat hier geen voorbeelden van zijn. Er zijn echter verschillende technieken denkbaar waarmee zonder verontreiniging van bodem en grondwater bodemwarmtewisselaars uit de bodem getrokken of geboord kunnen worden. Dit vraagt echter om productontwikkeling. De transitie waar we voor staan, eist dat we buiten de kaders denken en zoeken naar nieuwe mogelijkheden. Dit is zo’n opgave die interessant zou zijn om als innovatietender uit te schrijven.
Benader opgave integraal Wat we waarnemen, is dat gemeenten geadviseerd worden door deskundige bodemexperts, met veel kennis van bodem en ondergrond, maar vaak onvoldoende van het grotere verhaal. Denk aan vastgoed- en gebiedsontwikkeling, wat nodig is om een goede integrale afwegingen te maken. Differentieer De voorwaarden waarbij gestuurd wordt op collectieve systemen vragen om een meer genuanceerde afweging, waarbij de vraag is wat het meest geschikte systeem is voor een bepaald plan. De oplossing ligt bij differentiatie in het stellen van randvoorwaarden ten aanzien van bouwdichtheid, bouwsnelheid en schaalgrootte. Nuanceer Een meer onderbouwde en genuanceerde benadering is hier wenselijk om systemen niet nodeloos duur en complex te maken. Energiebalansberekeningen, voor gesloten systemen bijvoorbeeld, hebben vaak helemaal geen toegevoegde waarde, waar ze dat wel hebben voor open systemen. Vereenvoudig Handhaaf voor grondgebonden woningen de reeds ingevoerde uitvoerings- en kwaliteitseisen, maar laat onnodige uitgebreide meldingen en berekeningen achterwege.
Wat we met deze analyse en vooral ook alternatieven willen bereiken, is een constructieve dialoog op te starten tussen vaak gescheiden werelden. Die van beleid en praktijk, tussen vertegenwoordigers van de bodem- en energiesector en van ontwikkelingen in de onder- en bovengrond. Want, alleen als we daar in slagen, kunnen we én bodem en grondwater beschermen én de ondergrond optimaal aanwenden voor de energie- en klimaatopgave waar we voor staan. Dat is belangrijk, omdat de vaak gekozen alternatieven dikwijls een veel minder duurzame oplossing zijn. Een uitgebreidere versie van dit artikel is te lezen op www. merosch.nl/publicaties/blogs/bodemenergiebeleid-werktaverechts.
09/2019 Stadswerk magazine 39
VIRTUAL REALITY
TOEPASSINGEN VOOR DE OPENBARE RUIMTE Virtual Reality (VR) is een door een computer gesimuleerde techniek waarbij het lijkt alsof je in een andere werkelijkheid duikt. Dankzij de 3D effecten en volledige 360 graden beelden, geeft het je een gevoel alsof je er midden in zit.
DE VOORDELEN Productervaring: Klanten hebben meer interesse als ze een product/dienst eerst kunnen zien en ervaren, VR versterkt dit. Emoties: VR brengt empathie onder de kijkers, doordat ze zich midden in een situatie bevinden die ze nu levensecht kunnen ervaren. Toegankelijkheid: VR video’s zijn gemakkelijk te delen via social media, de meeste smartphones ondersteunen VR. Informatief: De kijker bepaalt zelf wat ze zien, zo kan men bepaalde handelingen en competenties snel en efficiënt overnemen, leren en toepassen.
“De mogelijkheden zijn eindeloos. Overtuig uw klant met een zeer prikkelende, dynamische en innovatieve ervaring!” Correspondentieadres:
TEKST EELCO VISSER, Vereniging Stadswerk Nederland
Marieke Teunissen is… Aan het Stadswerk
'Vakkennis maakt dat samenspel goed uit de verf komt!' Marieke Teunissen werkt als projectleider en adviseur bij Eco-Consult. Het mooiste aan haar werk is dat ze beleids- en beheerprocessen voor de buitenruimte van begin tot eind en op alle niveaus begeleidt.
B
ieder vakgebied. De vakkennis maakt dat samenspel goed uit de verf komt.’
ij groen en de buitenruimte ligt haar passie. ‘Mijn vader was tuinman en ik ging altijd met hem mee. Na een beroepentest trad ik in zijn voetsporen. Maar ‘‘het tuintje‘‘ vond ik te klein, daarom deed ik de kaderopleiding ‘‘Groen, landschap en recreatie’’. Dat was een echte eye-opener: groen betekende dus veel meer dan het tuintje.’
Werkbare gedragscode
Best mogelijke keuzes De grootste uitdaging in het groene werkveld is volgens Marieke de integratie van klimaatadaptieve maatregelen in buitenruimte en beheer. ‘Dat vraagt veel specifieke vakkennis. Terwijl de beweging, met de komst van de Omgevingswet, is dat alles integraal moet. Binnen participatieprojecten moeten veel meningen een plek krijgen. Het gevaar is dat we simplificeren, alles te algemeen en oppervlakkig blijft en we niet de best mogelijke keuzes maken. Dit geluid voor behoud en ontwikkeling van vakkennis binnen overheden en bedrijven moet de sector blijven delen. Daar ligt ook een rol voor Stadswerk. Het geldt niet alleen voor groen, maar ook voor water, gebouwen, riolering, eigenlijk voor
Marieke Teunissen: 'Het gevaar bestaat dat we simplificeren.'
Voor Stadswerk werkt Marieke aan de verlenging van de Gedragscodes Wet natuurbescherming en integratie van de gedragscodes Bestendig beheer en Ruimtelijke ontwikkeling. Voor het eerst met de provincie in de rol van bevoegd gezag. ‘De kracht van de oorspronkelijke gedragscode was dat het zorgvuldig handelen centraal stond en iedereen er gemakkelijk mee kon werken. Het fungeerde daarmee ook als houvast om te kijken wat we voor flora en fauna zouden kunnen doen. In de discussies met overheden ligt nu het accent meer op de juridische aspecten waardoor gebruikers het al snel moeilijk vinden, de kennis niet gebruiken en dan schieten we ons doel voorbij. De provincies hebben dit ook niet eerder bij de hand gehad en willen er ook toezicht mee kunnen houden. Dus het was in het proces ook echt zoeken. Maar het lijkt nu goed te komen en iets werkbaars op te leveren. Streven is dat het in maart 2020 voor elkaar is!’ 09/2019 Stadswerk magazine 41
STADSWERK.NIEUWS
Zet Internet of Things de
14.30 tot 15.30 uur de halfjaarlijkse
ruimtelijk gebied. Deze worden op
openbare ruimte op zijn
Algemene Ledenvergadering (ALV)
28 november gepresenteerd na het
plaats waarin de begroting 2020 wordt
collegetour interview met Walter
besproken.
Dresscher. Vanuit De Natuurlijke Stad
kop? 27 november Utrecht
ontwikkelt hij een mobiliteitsalterna-
Op 27 november aanstaande vindt om
Bezoek de Future Green
tief voor steden. Met stille doorgaande
werk key note lezing ‘Zet het Internet
City collegetourbijeen-
gen, schone lucht en kleinere straten,
of Things de openbare ruimte op zijn
komsten
door bewoners ingericht met tuinen,
Journaliste Evanne Nowak voelt vier
minder ruimte nodig om dezelfde
prominente gasten aan de tand over
hoeveelheid mensen door de stad te
verschillende onderwerpen rondom de
laten bewegen. Op naar Mobility as a
openbare ruimte. Boeiende gesprek-
Commons (MaaC)!
15.30 uur in het Movares auditorium, Daalseplein 100 in Utrecht een Stads-
kop?’ Op onze website vindt u biografi-
FOTO: ANTENNEBUREAU.NL
sche informatie over de inleider.
wegen, kleine geruisloze deelvoertui-
speelruimtes en zitplekken. Daarmee
ken, maar minstens even belangrijk is de mogelijkheid tot contact met de
3 december Velp: Kim van der Leest,
studenten. We zijn allemaal op zoek
Het Levende Gebouw
naar nieuw talent en verfrissende ideeën. Tijdens de collegetoursessies presenteren studenten hun frisse, toede openbare ruimte en onze fysieke leefomgeving. 20 november Maastricht: Anders
FOTO: ROOFTOP REVOLUTION
komstgerichte ideeën hebben rondom
’Hoe slim wordt Internet of Things?
werken aan stad, dorp en land
Onze openbare ruimte én de gebrui-
In Maastricht richt Hogeschool Zuyd
kers zijn steeds slimmer met elkaar
zich op de wijken Mariaberg en Rand-
verbonden. Steeds meer sensoren
wijck. Onderzocht wordt de rol en be-
zijn met elkaar gelinkt - al dan niet
tekenis van de openbare ruimte. Hoe
via het LoRa netwerk - en produceren
kan die worden benut als katalysator
Van Hall Larenstein focust op ge-
data en sturingsinformatie. Hoe slim
voor sociale cohesie, gezonde leefstijl
dragsbeïnvloeding van bewoners op
wordt het Internet of Things (IoT) in
en welzijn? 'Inclusiviteit is hierbij een
het gebied van klimaat. Kim van der
de openbare ruimte? En wat betekent
van de sleutelwoorden.
Leest ontwikkelde Het levende Ge-
dit voor ontwerp, inrichting en beheer
bouw, een handboek om gebouwen te
van de openbare ruimte? En voor u als
Op onze website vind u informatie
vergroenen. Noodzakelijk voor betere,
professional bij gemeente of ingeni-
over onze hoofdgast. Bij het ter perse
klimaatbestendige leefomgevingen.
eursbureau? Hoe ingrijpend gaat uw
gaan van dit magazine waren we nog
Wat zijn de mogelijkheden om er voor
werk veranderen?
in gesprek met het Stimuleringsfonds
te zorgen dat een beter klimaat en een
Creatieve Industrie over een verte-
prettige, gezonde en veilige omgeving
Presentatie special magazine
genwoordiger vanuit het programma
hand in hand gaan.
Als deelnemer krijgt u het special ma-
Anders werken aan stad, dorp en land. 28 januari Almere: Harry Boescho-
gazine Connectiviteit! Wilt u er zeker bij zijn, meld u dan snel aan via www.
28 november Den Bosch: Walter
ten, Programmadirecteur Groene
stadswerk.nl/bijeenkomsten.
Dresscher, De Natuurlijke Stad
Metropool Staatsbosbeheer
Has hogeschool werkt aan vier ca-
Aeres Hogeschool Almere vraagt zich
sussen rondom de ontwikkeling van
af hoe we groen buiten de stad kun-
Voorafgaand aan de lezing vindt van
42 Stadswerk magazine 09/2019
FOTO: MICHIEL G.J. SMIT
STADSWERK.NIEUWS
AGENDA 13|11 Regio Zuidoost: Samen op weg naar de klimaatadaptieve stad De klimaatverandering stelt ons voor grote maatschappelijke opgaven. Tijd voor actie dus. Maar hoe zorgt u ervoor dat inwoners en bedrijven samen bewegen en bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering? Neuromarketing onderzoeker Walter Limpens, Tjerron Boxem (Klimaatkrachtig Delfland) en Linda Blaauboer (Movares) vertellen het u. Eindhoven
20|11 Future Green City collegetour Zuyd Hogeschool Thema is de openbare ruimte als katalysator voor sociale cohesie, Anders werken aan stad, dorp en land. Maastricht
27|11 Stadswerk keynote Internet of Things. nen verbinden met de mensen in de stad. En hoe kunnen we de inrichting van de stad veranderen in een beweeglandschap? Harry Boeschoten programmadirecteur Groene Metropool, Staatsbosbeheer is geknipt als hoofdgast. Staatsbosbeheer zet zich in voor de ontwikkeling van de groene
Hoe slim wordt het Internet of Things (IOT) in de openbare ruimte? En wat betekent dit voor ontwerp, inrichting en beheer van de openbare ruimte? En voor u als professional bij gemeente of ingenieursbureau? Als bezoeker ontvangt u ook het Stadswerk special magazine over connectiviteit dat deze middag wordt gepresenteerd. Utrecht
28|11 Future Green City collegetour HAS Hogeschool Thema is Mobiliteit, interviewgast is Walter Dresscher van De Natuurlijke Stad. Den Bosch
metropool, een groen (natuur) en
03|12 Future Green City collegetour Van Hall Larenstein
blauw (water) netwerk dat vanuit de
Thema is Klimaatadaptatie, interviewgast is Kim van der Leest, conceptontwikkelaar en onder andere opsteller van het Handboek Levende Gebouw. Velp
binnensteden het land dooradert tot in de natuurgebieden. Hoe krijgen we inwoners in beweging?
Enquete Nationale Groencompetitie Bas van ’t Hull (Heerhugowaard) wint Garmin GPS! Stadswerk onderzocht met een enquête de behoefte aan een Nationale Groencompetitie. 132 respondenten hebben gereageerd. Het representatieve resultaat wordt in november aangeboden aan Stichting Steenbreek. Invuller nummer 33 was de gelukkige winnaar van de Garmin GPS. 'Dat zijn nog eens leuke berichten! Daar ga ik een hoop plezier aan beleven!' Aldus winnaar Bas van ’t Hull van de gemeente Heerhugowaard.
12|12 Biodiversiteit vergroten in dorpen en wijken Hoe vergroten we biodiversiteit in dorpen en wijken? Eddy Schabbink, IPC Groene Ruimte, bepleit waarom het niet alleen moet gaan over behoud, maar juist ook over herstel. En hoe u hiermee in uw werk aan de slag kunt. Rutger de Vries van Landschapsbeheer Drenthe vertelt over biodiversiteit en de praktische invulling in de publieke ruimte. De Wijk
15|01 Praktijkexcursie Beheer doet er toe! Stadssafari NoordZuidlijn Tijdens deze Stadssafari bezoekt u per Noord/Zuidlijn praktijkvoorbeelden van ‘slim’ beheer. Voor deze unieke Stadssafari zijn honderd plaatsen beschikbaar. Het programma komt op de website. Voorinschrijving is mogelijk. Amsterdam
28|01 Future Green City collegetour Aeres Hogeschool Thema is Groen in de stad, interviewgast is Harry Boeschoten die binnen Staatsbosbeheer verantwoordelijk is voor het programma De Groene Metropool. Almere
30|01 Feestelijke aftrap 100 jarig bestaan, Utrecht Bekijk de meest actuele agenda op www.stadswerk.nl/bijeenkomsten of volg ons op Twitter en/of LinkedIn voor het laatste nieuws.
09/2019 Stadswerk magazine 43
STICHTING OPENBARE VERLICHTING NEDERLAND BUNDELT KRACHTEN. OVLNL geeft impulsen, denkt mee en deelt. Om de sector openbare verlichting verder te laten ontwikkelen en in de spotlights te houden.
OVERHEDEN OVERHEDEN OVERHEDEN OVERHEDEN OVERHEDEN OVERHEDEN
MARKTPARTIJEN MARKTPARTIJEN MARKTPARTIJEN MARKTPARTIJEN MARKTPARTIJEN MARKTPARTIJEN
NETWERK NETWERK
NETWERK NETWERK ‘SMART ‘SMART LIGHTING’ LIGHTING’ NETWERK NETWERK ‘SMART ‘SMART LIGHTING’ LIGHTING’ ‘SMART ‘SMARTLIGHTING’ LIGHTING’
NETWERK NETWERK NETWERK NETWERK
‘MAATSCHAPPIJ’ ‘MAATSCHAPPIJ’ NETWERK NETWERK ‘MAATSCHAPPIJ’ ‘MAATSCHAPPIJ’ ‘MAATSCHAPPIJ’ ‘MAATSCHAPPIJ’
EVENEMENTEN EVENEMENTEN EVENEMENTEN EVENEMENTEN EVENEMENTEN EVENEMENTEN
NETWERK NETWERK
NETWERK NETWERK ‘LICHT ‘LICHT EN EN NETWERK NETWERK ‘LICHT ‘LICHT EN EN OMGEVING’ OMGEVING’ ‘LICHT ‘LICHTEN EN OMGEVING’ OMGEVING’ OMGEVING’ OMGEVING’
NETWERK NETWERK NETWERK NETWERK ‘KENNIS’ ‘KENNIS’ NETWERK NETWERK
‘KENNIS’ ‘KENNIS’ ‘KENNIS’ ‘KENNIS’
Een organisatie van en voor de openbare verlichting. Die midden in de samenleving staat, gevoel heeft voor ontwikkelingen en veranderingen, daarop anticipeert en ontwikkelingen initieert. Brengt overheid, ondernemers, onderwijs, onderzoek en omgeving samen.
Meedoen? Schrijf in op www.ovlnl.nl Hét Openbare Verlichting Kennisplatform van Nederland
OVL MONITOR
HANDBOEK OPENBARE
VISIE
VERLICHTING
OVL 2030