7 minute read
Interviews
Studenten moeten de regie nemen over hun carrière, meent vicedecaan Jeroen Kuilman. Een gesprek over de kwaliteit van de opleiding, college geven tijdens corona en studeren in het buitenland. ‘Natuurlijk is het ook leuk om te reizen, nieuwe mensen te leren kennen en met hen te feesten.’
Tekst: Jim Jansen Beeld: Bob Bronshoff
Er heerst een serene rust als we eind mei de Universiteitslaan op lopen. Op deze zonovergoten dag ligt de campus er verlaten bij. De AH to go is dicht, de tafeltjes en stoeltjes van de Starbucks zijn voorzien van een dikke laag stof en studenten zijn er amper te bekennen. Ook vicedecaan Jeroen Kuilman heeft door corona zijn werkkamer in het Koopmans gebouw verruild voor een thuiswerkplek in Breda. Hij vindt het zichtbaar leuk om na een absentie van acht weken weer langs de gebouwen te lopen. ‘Hé, dat is nieuw’, zegt hij als hij ziet dat de trap over de Universiteitslaan in regenboogkleuren is geschilderd. Hoewel hij zijn werkzaamheden op een andere plek doet, is de inhoud van het werk deels hetzelfde gebleven, met corona als groot extra dossier. ‘Ik probeer de ochtend vrij te houden voor grote dingen die mijn aandacht nodig hebben,’ zegt hij. ‘Ik lees de urgente mails, schrijf stukken en vanaf half twaalf beginnen vergaderingen via Skype en Zoom. Het overgrote deel van mijn werk bestaat uit praten. Met mensen uit het onderwijs, andere vicedecanen, studenten, docenten en nog heel veel anderen met als uiteindelijk doel het onderwijs te verbeteren.’
Heb je nog tijd om onderzoek te doen of onderwijs te geven?
‘In mijn huidige functie is onderzoekstijd schaars en heel af en toe geef ik les. Aan mensen uit het bedrijfsleven geef ik het vak innovatiemanagement. En daar haal ik veel energie uit. Het is geweldig met studenten in de weer te zijn met onderwerpen die je na aan het hart liggen. Toen ik begon als onderzoeker hoorde het bij mijn functie om vakken te doceren; aan het begin was dat best spannend. Maar al snel ontdekte ik een passie voor het onderwijs.’
Hoe werkt goed lesgeven?
‘Een van de belangrijkste dingen is dat je als docent structuur moet bieden. Studenten willen weten waar ze aan toe zijn en wat er van hen verwacht wordt. Het is dodelijk om te gaan schuiven en halverwege een vak opeens de doelpalen te verplaatsen, bijvoorbeeld door de opzet van het tentamen te veranderen. Je neemt ze bij de hand, van a naar b. Vergelijk het met mensen op reis nemen. Dan is het ook niet handig om halverwege de bestemming te wijzigingen.’
Wat heb je geleerd van de coronacrisis?
‘Noodgedwongen zijn we uit onze bestaande manieren van denken gekomen. We praten al jaren over het online aanbieden van colleges, maar steeds weer stuitte dat op weerstand. Studenten wilden graag, maar voor docenten was die drempel lastig. Nu werden we gedwongen om het te doen. Dat geldt ook voor het online tentamens geven. Dat hebben we hiervoor nog nooit hoeven doen.’
Denk je dat er zaken blijvend veranderd zijn door het virus?
‘Ik hoop het. Ik vind ook dat we niet terug moeten naar de situatie van voor 1 maart 2020. We hadden om kwart voor negen in de ochtend hoorcolleges met vijfhonderd studenten. Sommige stonden daarvoor vroeg op om vanuit Zeeland of Limburg naar Tilburg te reizen. Is het niet beter als een dergelijk hoorcollege met beperkte interactie tussen student en docent gewoon online plaatsvindt? Aan de andere kant is het natuurlijk goed als ze soms hier zijn, met name voor kleinere interactievere bijeenkomsten. Door corona kijken we met een nieuwe blik naar onze onderwijsvormen en onderzoeken we wat we wel en niet op de campus plaats laten vinden. Natuurlijk blijft de binding tussen studenten en tussen student en universiteit van groot belang.’
Hoe staat het TiSEM ervoor?
‘Heel goed. Veel van onze opleidingen scoren goed in de Nationale Studenten
Enquête en de Keuzegids. Dit zijn ranglijsten die aangeven hoe opleidingen gewaardeerd worden ten opzichte van vergelijkbare opleidingen in Nederland. We krijgen veel waardering van studenten omdat de kwaliteit van het onderwijs hoog is en we hier veel goede docenten hebben rondlopen. Daarnaast is het onderwijs hier in Tilburg, vergeleken met de Randstad, net iets kleinschaliger. Bij alles wat we doen betrekken we studenten. Ze zijn heel actief in opleidingscommissies en de faculteitsraad en we vragen om feedback waar we ook daadwerkelijk wat mee doen. Als we bijvoorbeeld de vakken in een opleiding willen wijzigen doen wij dit niet zonder de input van studenten mee te nemen.’
‘Understanding society’ is de slogan waarmee je nieuwe studenten werft.
‘Zeker. Onze universiteit is zeer maatschappelijk georiënteerd. In ons vakkenpakket besteden we aandacht aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. We hebben hier ook een sustainability-centrum dat hier onderzoek naar doet en bij het Zero Hunger Lab proberen we oplossingen te vinden voor het wereld voedselprobleem.’
Deze slogan sluit naadloos aan bij de drie k’s: kennis, kunde en karakter.
‘We zijn van oudsher een onderzoeksuniversiteit; dat is de k van ‘kennis’. In ons onderwijsprogramma besteden we steeds meer aandacht aan vaardigheden om het goed te doen op de arbeidsmarkt. We leren studenten om samen te werken in teams en brengen ze sociale skills, ICT-kennis en onderhandelingsvaardigheden bij; dat is de k van ‘kunde’. Bij ‘karakter’ proberen we niet te belerend en te normatief te zijn. Het gaat over denken en doen; we willen studenten een kritische houding meegeven en hen
interview Jeroen Kuilman
leren onafhankelijk te denken. Studenten moeten de regie nemen over hun carrière. Eerst hier op de universiteit en later in een bedrijf of een eigen onderneming. Daarom gaat het niet alleen over feitelijke kennisoverdracht, maar is er ook aandacht voor zaken als filosofie en bedrijfsethiek.’
In jouw eigen carrière vormt ondernemerschap de rode draad. Wat is zo leuk aan ondernemen?
‘Je zet stappen om iets nieuws te creëren. Je wijkt af van de status quo en maakt iets dat niet eerder bestond. Dat vind ik geweldig. Het proces van denken, creëren en bijschaven is fantastisch. Uiteindelijk wordt een idee dat is ontstaan in je hoofd realiteit. Dat geeft heel veel voldoening.’
Diezelfde voldoening zal je ook hebben bij de nieuwe opleiding die september 2020 start.
‘De BSc Entrepreneurship and Business Innovation bestond wel op hbo-niveau maar
niet voor de universiteit. We willen studenten kennis laten maken met ondernemerschap en een opleiding aanbieden die hen voorbereidt op een baan in het mkb of bij het starten van een eigen onderneming. Met collega’s zoals James Small, directeur van het Tilburg Center of Entrepreneurship, hebben we jaren nagedacht over deze opleiding en het heeft langzaam vorm gekregen. Steeds meer mensen werden enthousiast, we kregen de steun van het College van Bestuur en ook de Gemeente Tilburg werd erbij betrokken. Tweehonderd studenten hebben zich inmiddels ingeschreven en ze hebben hier een eigen gebouw op de campus. Ze leren alles over zaken als bedrijfskunde, marketing, financiering, strategie en plannen. Daarnaast gaan ze aan de slag met projecten met het bedrijfsleven van Tilburg. Zaken die ze hier in de collegebanken leren, kunnen ze meteen met hun projecten in de praktijk brengen.’
Zelf heb je het Tilburgse meerdere malen verlaten om onder meer te doceren in Hong Kong en Moskou.
‘Hong Kong kwam op mijn pad en daar ben ik vier jaar gebleven. Een fascinerende regio. De ontmoetingsplek tussen Oost en West met veel Britse invloed. De mengelmoes vond ik interessant. En ook de tegenstellingen. Enerzijds heb je het zakencentrum met New Yorkse trekjes dat vierentwintig uur per dag doorgaat. Maar als je vandaar in de bus stapt ben je in twintig minuten in prachtige natuur met witte stranden en palmbomen. Moskou was anders. Ik werkte daar bij de staatsuniversiteit en ‘ondernemen’ is daar een vies woord. De studenten associeerden het vooral met corruptie. Het was best ingewikkeld om mijn theorieën over ondernemerschap uit te leggen.’
Raad je het studenten aan om een tijd naar het buitenland te gaan?
‘Zeer zeker. Het is goed dat ze kennismaken met een andere cultuur in een andere omgeving. Dat ze zien dat een land en een stad CV
Jeroen Kuilman
(Hoogezand-Sappemeer, 1979) is vicedecaan Onderwijs en Associate Professor of Management aan de Tilburg School of Economics and Management. Tussen 2006 en 2010 gaf hij les en deed onderzoek aan de Hong Kong University of Science and Technology en doceerde tevens aan de Staatsuniversiteit van Moskou en aan de Universidad de los Andes in Colombia. Hij is in 2005 gepromoveerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het proefschrift The Re-Emergence of Foreign Banks in Shanghai: An Ecological Analysis.
anders zijn ingericht, zowel maatschappelijk als economisch, en dat niet alles vanzelfsprekend is. Het is goed als ze buiten bestaande structuren gaan denken. En daarnaast is het gewoon leuk om te reizen, nieuwe mensen te leren kennen en met hen te feesten.’
Als vicedecaan heb je een drukke baan en sta je altijd ‘aan’. Hoe ontspan je?
‘Aan de Sloterplas in Amsterdam heb ik een bootje en op het water krijg ik een vakantiegevoel en kan ik alle stress vergeten. Ik kom uit een schippersfamilie, verschillende ooms en tantes voeren in de binnenvaart en water zit in mijn DNA. Het geeft me een ultiem gevoel van vrijheid.’