6 minute read

Werkneemster vordert tevergeefs salarisverhoging

Een werkneemster is werkzaam bij een werkgever als CM Agent. De werkgever heeft een salarisverhoging toegekend aan CM Agents met wie andere arbeidsvoorwaarden zijn overeengekomen en die in een andere salarisschaal zijn ingedeeld. Deze salarisverhoging is echter niet aan de werkneemster toegekend. Zij vordert voor de kantonrechter aanspraak op dezelfde salarisverhoging als haar collega CM Agents. Zij doet hierbij een beroep op het beginsel dat gelijke arbeid in gelijke omstandigheden op gelijke wijze moet worden beloond. Op dit beginsel kan echter geen beroep gedaan worden als een objectieve rechtvaardigingsgrond een ongelijke beloning toelaat. De kantonrechter en ook het Gerechtshof oordelen dat hier sprake is van een dergelijke objectieve rechtvaardigingsgrond en wijzen de vorderingen van de werkneemster af.

Artikel 7:611 Burgerlijk Wetboek (BW) Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 29 maart 2022 ECLI:NL:GHSHE:2022:1026

Oordeel kantonrechter

Feiten

De werkneemster is sinds 1 juni 2000 werkzaam bij de werkgever als Customer Manager Agent (CM Agent). De werkgever heeft per 1 juli 2010 eenzijdig een wijziging in de arbeidsvoorwaarden van CM Agents doorgevoerd, waaronder een wijziging van de salarisschalen. Dit heeft geleid tot een procedure tussen de partijen. De kantonrechter heeft in een vonnis van 28 maart 2012 voor recht verklaard dat het de werkgever niet was toegestaan om de arbeidsvoorwaarden van de werkneemster per 1 juli 2010 eenzijdig te wijzigen.

In 2014 heeft de werkgever een nieuwe manier van functiewaardering ingevoerd. De werkneemster, die als CM Agent nog was ingeschaald in Corporate Functions VF3, werd niet in de functiefamilie Customer Management ingedeeld, maar in de functiefamilie Corporate Functions (C) en ingeschaald in schaal C5. De andere CM Agents werden ingeschaald in schaal CM, later CS genoemd.

In een e-mail van 10 oktober 2018 heeft de werkgever de werknemers laten weten dat er weer een salarisstijging wordt doorgevoerd. De wijziging gaat in met terugwerkende kracht per 1 oktober 2018. De werkgever heeft een salarisverhoging toegekend aan werknemers met wie andere arbeidsvoorwaarden zijn overeengekomen en die in een andere salarisschaal zijn ingeschaald dan de werkneemster heeft. De vraag is of de werkneemster aanspraak kan maken op dezelfde salarisverhoging als de andere CM Agents. De (gemachtigde van de) werkneemster heeft in een brief van 1 april 2019 aan de werkgever geschreven dat zij aanspraak maakt op een loonstijging van 1,71 euro per uur vanaf 1 oktober 2018. De werkgever is verzocht om deze salarisverhoging te voldoen. De werkgever is echter niet tegemoetgekomen aan dit verzoek, omdat de werkneemster in 2010 de keuze had gemaakt onder het oude arbeidsvoorwaardenpakket te blijven vallen en de indeling in de CS-salarisschalen in 2014 en de salarisverhoging in oktober 2018 onderdeel uitmaken van het arbeidsvoorwaardenpakket, dat zij in 2010 heeft afgewezen.

Vervolgens is de werkneemster opnieuw een procedure voor de kantonrechter gestart. Zij vordert onder meer een verklaring voor recht dat de werkgever verplicht is om het vanaf 1 oktober 2018 betaalde salaris met 1,71 euro per uur, plus salarisverhogingen, te verhogen en veroordeling van de werkgever tot betaling van het (achterstallig) salaris vanaf 1 oktober 2018.

De kantonrechter heeft de vorderingen van de werkneemster afgewezen. De kantonrechter heeft overwogen dat zij en de CM Agents die in 2010 de nieuwe arbeidsvoorwaarden hebben geaccepteerd gelijke arbeid verrichten, maar niet in gelijke omstandigheden. Zelfs indien er in het voordeel van de werkneemster vanuit wordt gegaan dat de omstandigheden gelijk zijn en er geen objectieve rechtvaardigingsgrond valt aan te wijzen, geldt dat de ongelijkheid niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De werkneemster heeft sinds 2010 gunstigere arbeidsvoorwaarden dan de CM Agents die de salarisverhoging hebben ontvangen, aldus de kantonrechter. De werkneemster is in hoger beroep gegaan.

Oordeel Gerechtshof

De werkneemster betoogt onder meer dat zij gelijke arbeid verricht in gelijke omstandigheden als de CM Agents die zijn ingeschaald in de schalen CS en dat geen objectieve rechtvaardigingsgrond aanwezig is om de salarisverhoging in de schalen CS niet aan haar toe te kennen. Door de salarisverhoging alleen aan de CM Agents in de schalen CS en niet aan haar toe te kennen, is sprake van een naar redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar resultaat.

Het Gerechtshof verwerpt deze grieven. Het gaat in dit geval immers niet om een onderscheid dat door de wet of een rechtstreeks werkende verdragsbepaling is verboden. De vraag of in dit geval sprake is van een ongeoorloofd onderscheid kan slechts worden beantwoord aan de hand van de eisen van goed werkgeverschap (artikel 7:611 BW). Ook wanneer moet worden aangenomen dat werknemers gelijke arbeid in gelijke omstandigheden verrichten, zonder

dat voor een verschil in beloning een objectieve rechtvaardigingsgrond valt aan te wijzen, kan dit nog niet zonder meer tot de slotsom leiden dat zij een gelijke beloning behoren te krijgen. Bij de beoordeling van de vraag of een overeengekomen ongelijkheid in beloning op grond van dit beginsel (dat gelijke arbeid in gelijke omstandigheden op gelijke wijze moet worden beloond) als ongeoorloofd moet worden beschouwd en dus ongedaan gemaakt moet worden, is een terughoudende toetsing op haar plaats. Deze vraag kan namelijk slechts bevestigend worden beantwoord indien de ongelijkheid in beloning naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

De werkneemster en de CM Agents die zijn ingeschaald in de schalen CS (hierna: de CM Agents) verrichten gelijke arbeid. Dat staat vast. Volgens de werkneemster is ook sprake van gelijke omstandigheden, maar de werkgever is het daar niet mee eens. Volgens de werkgever is er sprake van ongelijke omstandigheden, omdat op de werkneemster enerzijds en de CM Agents anderzijds een ander arbeidsvoorwaardenpakket van toepassing is en zij daardoor in verschillende functiefamilies zitten.

Deze verschillen hebben volgens de werkgever tot substantiële verschillen geleid. Zo verdient de werkneemster sinds 2010 aanzienlijk meer dan de gemiddelde CM Agent, kan zij verder doorgroeien in haar salaris en heeft zij recht op een hogere bonus. De werkneemster heeft vervolgens erkend dat zij meer verlof heeft dan de CM Agents, een bredere salarisschaal kent waardoor zij jaarlijks kan groeien en de CM Agents een minder brede salarisschaal kennen. Dit leidt tot de conclusie dat van gelijke omstandigheden geen sprake is.

De werkneemster heeft ook erkend dat de nominale salarisstijging niet wordt toegepast op haar salarisschaal. Volgens het Hof is het niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat de werkneemster geen recht heeft op de salarisverhoging van 1 oktober 2018. Zij verdiende al aanzienlijk meer dan de CM Agents in de schalen CS en ook na de verhoging verdient zij nog steeds meer dan (het overgrote deel van) de genoemde groep. De werkneemster heeft dit niet weersproken.

Het Hof oordeelt dat de werkgever niet in strijd met de eisen van goed werkgeverschap handelt door de werkneemster per 1 oktober 2018 geen salarisverhoging van 1,71 euro bruto per uur toe te kennen en bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter.

Aantekening

De werkgever was per 1 juli 2010 overgegaan tot harmonisatie van arbeidsvoorwaarden, omdat als gevolg van verschillende fusies een lappendeken aan arbeidsvoorwaarden was ontstaan. De werkneemster heeft toen, samen met nog één andere collega, de keuze gemaakt om de oorspronkelijke arbeidsvoorwaarden te behouden in plaats van onder de door de werkgever gewijzigde arbeidsvoorwaarden te vallen.

De partijen hebben vervolgens hierover geprocedeerd en de kantonrechter heeft voor recht verklaard dat het de werkgever niet was (en is) toegestaan om de arbeidsvoorwaarden van de werkneemster per 1 juli 2010 eenzijdig te wijzigen. De werkneemster valt dus nog steeds onder haar oorspronkelijke arbeidsvoorwaarden. Zij heeft tijdens de zitting in hoger beroep toegelicht dat zij deze arbeidsvoorwaarden wil behouden, met name vanwege het beoordelingssysteem en de verlofregeling en dat zij nog steeds niet akkoord gaat met de andere arbeidsvoorwaarden.

Hieruit volgt dat het voor haar destijds duidelijk was wat zowel haar oorspronkelijke (nu: C5), als de door de werkgever gewijzigde arbeidsvoorwaarden (nu: CS) inhielden en dat haar wil erop gericht was (en is) om haar oorspronkelijke arbeidsvoorwaarden te behouden. Deze feiten en omstandigheden vormen een objectieve rechtvaardigingsgrond voor het verschil in beloning.

Let op

De werkgever voerde destijds de salarisverhoging door, omdat zij de CM Agents een marktconform salaris wilde bieden. Verwezen werd naar een e-mail van 18 september 2018 van de werkgever aan haar ondernemingsraad. Hierin stond dat het door de krapte op de arbeidsmarkt steeds lastiger was om agents te werven, dat andere organisaties concurreren door een hoger basissalaris te bieden en dat de ontwikkeling van de lagere salarisschalen CS daarbij achter bleef. Van belang is dat de ondernemingsraad vervolgens heeft ingestemd met de voorgestelde salarisverhoging voor deze salarisschalen.

This article is from: