ZuivelZicht 2 2022

Page 1

Jaargang 114 | Nummer 2 | Februari 2022

ZuivelZicht

Ceo Lely: melk moet circulair en traceerbaar worden 11_Cover_01L.indd 1

ROU VEEN Zuivelcoöperatie werkt samen met onderwijsfarm Aeres

DUI T SE ZUI VEL Hoge prijzen, maar forse druk door corona en kosten

07-02-2022 13:05


Samen kleuren we de wereld van kaas Val in de smaak met uw kaas én kleur. Kies uit 35+ kleuren met een passende matte of glanzende afwerking. Hulp nodig in de keuze van viscositeit, een kleinere verpakking gewenst of zit u met een schimmelvraagstuk? Onze experts schuiven graag bij u aan tafel. Ervaar hoe dichtbij een kaascoatingpartner kan zijn.

115+ jaar

20+ jaar

150+ klanten

zuivelleverancier

kaascoatingspecialist

thuis in Nederland, wereldwijde levering

Graafsingel 18-22 | 6921 RT Duiven | Nederland +31 26 3186703 | info@in2food.nl | www.in2food.nl

22ZUI002_ADVERTENTIE.indd 2

03-02-2022 09:50


INHOUD

14

10

22 Visie 6

Circulair en traceerbaar Interview met topman André van Troost van Lely

8

Benedikt Sas Directeur van zowel DGZ als MCC streeft naar meer gezamenlijke onderzoeksprojecten

10 Indikken op de boerderij Nieuwe technologie haalt water uit melk met behoud van smaak De melkproductie in Nederland heeft een zonnige toekomst, mits de sector ruimte krijgt voor innovatie. Dat stelt ceo André van Troost van Lely. In zijn visie is het melkveebedrijf van de toekomst ‘fully robotized’ en circulair. En zuivel is traceerbaar tot op boerderijniveau.

12 Uelzena

Foto: Fotobureau Roel Dijkstra

14 Kennis verrijken

Bedrijf Tegenvallers slaan Duitse coöperatie niet uit het veld

Onderwijsinstelling Aeres en kaasmaker Rouveen werken samen

16 Franse coöperaties Sodiaal, Eurial en Laïta investeren in merkproducten

Markt 18 Duitse zuivelindustrie Corona, het hoge kostenniveau en maatschappelijke eisen hebben grote impact

21 Export én import groeit Eerste cijfers internationale handel in 2021 van CBS en WUR

22 Italië Analyse van de exporttoppers in de Italiaanse kaasproductie

25 Marktcijfers De internationale zuivelmarkt in één oogopslag

www.zuivelzicht.nl

ZuivelZicht februari 2022

11_Inhoud_01R.indd 3

3

07-02-2022 13:06


www.anugafoodtec.com

KEULEN, 26 T/M 29.04.2022

ONE FOR ALL. ALL IN ONE.

Food Processing | Food Packaging | Safety & Analytics | Intralogistics Digitalisation | Automation | Environment & Energy | Science & Pioneering

Special Edition! Be part of it À QG RXW PRUH KHUH

RS Vision Expo BV Excl. Vertegenwoordiging van Koelnmesse in Nederland Panoven 13, 3401 RA IJSSELSTEIN Tel. + 31 (0) 30 - 3036450 tickets@koelnmesse.nl

22ZUI002_ADVERTENTIE.indd 4 AFT_2022_Anzeige_ZuivelZicht_230x148mm_NL.indd 1

03-02-2022 09:50 21.01.22 17:52


ZuivelZicht

ZI JLI JN

ZuivelZicht is een uitgave van BDUvakmedia ISSN 0165-8573 Postbus 67, 3770 AB Barneveld www.bdumedia.nl

Redactie ZuivelZicht Postbus 93044 2509 AA Den Haag T: 070 2191707 E: redactie.zuivelzicht@bdu.nl I: zuivelzicht.nl Hoofdredactie Bert Kleiboer (waarnemend hoofdredacteur) E: b.kleiboer@bdu.nl Contentregie Albert Schuurman Medewerkers aan dit nummer Jeen Akkerman, Mathieu Geuskens, Yves De Groote, Hermann-Josef Martin, Bert Westenbrink

Ruimte voor innovatie De melkveehouderij in Nederland wacht een zonnige toekomst, mits de sector ruimte krijgt om te innoveren. Dat zegt topman André van Troost van Lely in het interview in dit nummer. Deze uitvinder en leverancier van robot- en datatechnologie voor de melkveehouderij gelooft in innovatieve oplossingen voor de grote vraagstukken van deze tijd. Inkrimpen van de veestapel is geen oplossing voor de milieu- of klimaatproblemen, maar slechts het verplaatsen ervan naar het buitenland.

Advertenties Hielke van der Werf T: 020 5736056, E: h.v.d.werf@bdu.nl Uitgeefteam BDUvakmedia Peter Vorstenbosch (uitgever vakmedia)

Het is spannend in hoeverre dit pleidooi weerklank vindt. Het nieuwe kabinet moet sowieso aan de slag met de stikstofcrisis en internationale klimaat-

Sonja Voois (adjunct-uitgever vakmedia) Martin ten Hoven (salescoördinator) Abonnementen Abonnementsprijzen (12 nummers): € 135,84 exclusief btw (studenten € 83,68 inclusief btw); België: € 150,95 exclusief btw, inclusief portokosten; Proefabonnement (3 edities): € 15,00, exclusief btw Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan

De mondiale vraag groeit harder dan de productie. Dat leidt tot tekorten

afspraken. Wat gaat betekenen voor de veestapel en de melkproductie is nog onzeker. De sector zit te springen om duidelijkheid en ontwikkelingsmogelijkheden. Aan de vraag naar melk en zuivel gaat het niet liggen. Wereldwijd hebben steeds meer consumenten behoefte aan gezonde en smakelijke zuivelproducten. In lijn met de verwachtingen is de Nederlandse export afgelopen jaar opnieuw gegroeid, blijkt uit de jaarlijkse cijfers over internationale handel van Wageningen University & Research en het CBS. De mondiale vraag groeit harder dan de productie. Dat leidt tot tekorten en daarmee gepaard gaande heftige prijsbewegingen. Het effect is zo sterk dat Duitse zuivelbedrijven die veel bulkproducten leveren, aan hun boeren een hogere melkprijs bieden dan branchegenoten die zich meer hebben toegelegd op bewerkte producten. De Duitse zuivelvoorman Peter Stahl vindt dit een ongezonde situatie.

en lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Zakelijke abonnementen worden niet tussentijds beëindigd. Abonnementenservice Abonnementenservice BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld E: service@bdu.nl, T: 0342 494882 Op werkdagen bereikbaar tussen 9.00 uur en 16.00 uur.

Een duurzame verdiencapaciteit kan niet alleen afhankelijk zijn van de spotmarkt. Op de lange termijn komt het aan op onderscheid, want het kostenniveau in Noordwest-Europa ligt hoog. Het komt ook aan op het vermogen om in te spelen op maatschappelijke vraagstukken, met meer diervriendelijke en klimaatvriendelijke productiesystemen.

Ontwerp: GiesbersRetail, Velp Druk: Vellendrukkerij BDU, Werkendam

Daarvoor heeft de sector ruimte nodig om te innoveren. Bert Kleiboer Waarnemend hoofdredacteur

ZuivelZicht februari 2022

11_Zijlijn_01Rnw.indd 5

5

07-02-2022 13:07


…V I S I E

Lely-ceo André van Troost: inkrimpen veestapel is niet duurzaam

‘De sector moet ruimte krijgen voor noodzakelijke innovatie’ De productie van melk heeft in Nederland een zonnige toekomst, mits de sector ruimte krijgt voor innovatie. Dat is de visie van ceo André van Troost van Lely. Het melkveebedrijf van de toekomst is volgens hem ‘fully robotized’ en circulair, zuivel is traceerbaar tot op boerderijniveau. Tekst: Bert Kleiboer

Innovatie op het boerenerf kan een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van de stikstofcrisis. Dat is de strekking van de open brief van technologiebedrijf Lely aan de nieuwe minister van Natuur en Stikstof, Christianne van der Wal. Deze stellingname, gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 15 januari, past in de actieve rol die Lely speelt in het publieke debat. Topman André van Troost laat regelmatig van zich horen via de pers en social media. Vaak onder het motto ‘niet halveren, maar innoveren’. Reden voor een vraaggesprek over zijn visie op de toekomst van de sector. De open brief spitst zich toe op de technologie die het bedrijf heeft ontwikkeld om melkveestallen emissiearm te maken.

bedrijf kun je een reductie realiseren van 70 tot 80 procent. Uitkopen begint met € 1 miljoen en dan schat ik het heel laag in. Dat is dus zes keer zo duur als innoveren. Als we bij de Natura 2000-gebieden investeren in innovatie, dan hebben we het probleem dat nu het land op slot zet, grotendeels opgelost.”

die je hier weghaalt, worden er elders in de wereld twee neergezet om dezelfde productie te halen. Er is markt voor zuivel. De vraag neemt wereldwijd met 2 tot 4 procent toe in de komende tien jaar. Daar kan de Nederlandse zuivel een mooie rol in spelen.” …

Stikstof is niet de enige uitdaging. Inkrimpen klinkt wel gemakkelijker. “Het inkrimpen van de Nederlandse veestapel is geen duurzame optie. Want klimaat houdt niet op bij de grens. Als internationaal bedrijf zien wij dat de Nederlandse melkveehouder, in vergelijking met boeren in andere landen, een fantastische job levert; met een hoog niveau van koegezondheid en welzijn en lagere emissies. Voor elke koe

“Er liggen zeker uitdagingen en het zal heel lastig worden voor een boer die niet meebeweegt. Het moet nóg duurzamer, met nóg meer aandacht voor dierenwelzijn en koegezondheid. Toch zie ik een zonnige toekomst. Want de Nederlandse melkveehouderij is ongelofelijk innovatief. De sector moet alleen wel de ruimte en tijd krijgen om te kunnen innoveren. Er is niets op tegen dat een aantal stoppende melkveehouders uitgekocht

Wat wil Lely bereiken met de brief? Van Troost: “Wij hebben een oplossing waarmee we in Nederland een enorme stap kunnen zetten in het grote stikstofvraagstuk. Dat willen we graag onder de aandacht brengen van de nieuwe minister.”

Jullie willen ook gewoon het systeem promoten. “Wat wij willen zeggen is: je kunt beter innoveren dan uitkopen. Dat hoeft echt niet per se met ons systeem, er zijn meer partijen in de markt die goede oplossingen hebben. Met € 180.000 per

6

22_Artikel_11L_0002.indd 6

Automatisering en robotica Lely is een wereldwijd opererend familiebedrijf dat is gevestigd in Maassluis. Het is een van de grootste producenten van melkrobots en ontwikkelt andere technologische toepassingen voor het melkveebedrijf, zoals automatische voersystemen en mestschuiven. Het bedrijf adviseert melkveehouders bij de bedrijfsinrichting en het gebruik van datamanagementsystemen. Afgelopen jaar introduceerde Lely de Sphere, een installatie die stallen emissiearm maakt en die ammoniakstikstof verwerkt tot een circulaire meststof. Lely introduceerde enkele jaren geleden de Orbiter, een installatie waarmee rauwe melk uit de melkrobot op de boerderij wordt verwerkt en verpakt tot consumptiemelk die traceerbaar is tot een individuele koe.

ZuivelZicht februari 2022

07-02-2022 13:07


André van Troost: “Het succes van ‘Mijn melk’ laat zien dat retailers op zoek zijn naar voedsel met een verhaal.” (Foto: Fotobureau Roel Dijkstra)

worden. Maar de degenen die door willen en die bereid zijn te innoveren, moeten we vooral steunen.” Lely heeft een uitgesproken beeld van de toekomstige ontwikkeling. Technologie speelt daarin een prominente rol, zowel robotica als datatechnologie. (Zie kader ‘Automatisering en robotica’.)

Hoe zien jullie als technologiebedrijf die toekomst? “De boerderij van de toekomst, in onze visie, is ten eerste fully robotized. Daardoor heeft een boer minder tijd nodig voor het melken en voeren en de handen vrij om andere dingen te doen. Dat is ook een oplossing voor het tekort aan arbeidskrachten. Dat is een wereldwijd groeiend probleem in de agrarische sector. Daarnaast wordt het benutten van data steeds belangrijker, met zelflerende datasystemen die boeren proactief adviseren. “Het grootste vraagstuk van de toekomst is: kunnen melkveehouders voldoen aan de duurzaamheidsdoelstellingen van overheden. Wij innoveren om bij te dragen aan een schonere, meer circu-

laire melkveehouderij. Dat doen we met emissiebeperking en mestbewerking, maar ook met bijvoorbeeld onze Exos, die autonoom vers gras van buiten naar binnen brengt waardoor je meer voer van eigen land benut. Dat past in de kringloopgedachte.” Ook aan het vermarkten van zuivel levert technologie op boerderijniveau een cruciale bijdrage, volgens Van Troost. Traceerbaarheid wordt nog belangrijker dan het nu al is. “Voor ons staat vast dat de consument van de toekomst precies wil weten waar zijn voedsel vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd. Wij zien een bevestiging in het succes van onze Orbiter, waarmee boeren op hun bedrijf volledig traceerbaar consumptiemelk met een verhaal produceren. De melk van de Orbiters is onder het label ‘Mijn Melk’ verkrijgbaar bij elke grote retailer in Nederland. Het volume is nog klein en we weten ook wel dat we niet het hele melkschap in de supermarkt zullen overnemen. Maar het zegt wél iets: ook retailers zijn op zoek naar voedsel met een verhaal. Ik zie zeker nog ruimte voor groei in Nederland en

we gaan er ook mee naar België en Duitsland dit jaar.”

Wat betekent die trend voor de zuivelindustrie? “Als je het mij persoonlijk vraagt: voor mij zit de grootste toegevoegde waarde in de traceerbaarheid; dat je kunt aantonen dat je met je product op een hoog niveau van dierenwelzijn en koegezondheid zit, dat de producent laag zit met emissies en bijdraagt aan de omgeving. Als je dat verhaal goed over de bühne kunt krijgen, dan zal de consument in de toekomst daarvoor betalen. Daar ben ik ervan overtuigd. “Als de industrie blijft bij het ophalen van melk op verschillende boerderijen en alles in één tank verwerkt, gaat het heel lastig worden. Dan heb je geen product. Want de ene veehouder zal het heel goed doen, terwijl zijn buurman weigert te vernieuwen.”

Gescheiden verwerken kan nu ook al, maar het blijft bij nichemarkten. “Ik denk persoonlijk dat dit mainstream wordt. Dan heb ik het niet over morgen of volgend jaar, maar dat is denk ik wel de trend waar we naartoe gaan.”

ZuivelZicht februari 2022

22_Artikel_11L_0002.indd 7

7

07-02-2022 13:07


VISIE

‘Zuivelsector presteert goed in kwaliteit, voedselveiligheid en duurzaamheid’

Bundeling diergezondheid en melkkwaliteit bewijst waarde De bundeling van expertise op het gebied van diergezondheid en melkkwaliteit in Vlaanderen draagt bij aan de maatschappelijke waardering van de sector en een faire verdeling van de waarde in de keten. Benedikt Sas, directeur van zowel DGZ als MCC, streeft naar meer gezamenlijke onderzoeksprojecten. Tekst: Yves De Groote

In Vlaanderen werken de organisaties voor diergezondheid en melkkwaliteit nauw samen. Dierengezondheidszorg Vlaanderen (kortweg DGZ) is actief in identificatie en registratie, laboratoriumonderzoeken en dierengezondheidszorg. Melkcontrolecentrum Vlaanderen (MCC) waarborgt de kwaliteit en de samenstelling van de boerderijmelk, ziet toe op de bemonstering, voert analyses uit en verzorgt de gegevensverwerking. De twee organisaties zonder winstoogmerk worden al jaren geleid door één directie. Sinds juli 2021 is Benedikt Sas directeur. De strategische rol van de nieuwe directeur is er voor zorgen dat de zuivelsector kan aantonen waartoe ze in staat is wat betreft kwaliteit en duurzaamheid en dat deze samen met de veehouders werkt aan een duurzamere keten. “Dankzij onze neutrale positie zijn MCC en DGZ ideaal gepositioneerd om de veehouders zo efficiënt mogelijk te ondersteunen bij hun duurzame, milieu- en dierlijkvriendelijke manier van werken”, benadrukt Sas.

Duurzaamheidsmonitor Een van de projecten is de verdere ontwikkeling van de duurzaamheidsmonitor in samenwerking met de brancheorganisatie MilkBE, die de duurzaamheidsmonitor en ook het lastenboek van IKM beheert. MCC, dat verantwoordelijk is voor de operationele

8

22_Artikel_11L.indd 8

MCC-DGZ-directeur Benedikt Sas zou graag bijdragen aan een eerlijkere prijs voor de veehouders. (Foto: MCC-DGZ)

ZuivelZicht februari 2022

07-02-2022 13:09


V I SI E

activiteit van IKM, zal deze monitor beheren. “De sector heeft al heel wat inspanningen geleverd op het vlak van duurzaamheid”, merkt Sas op. “Dankzij deze monitor, die ook aandacht heeft voor de zorg voor de dieren en de omgeving, kan de melkveehouderij de maatschappelijke waardering voor de sector verhogen.”

Toekomstige uitdagingen Dat laatste is nodig. Hoewel zuivelproducten bewezen gezond zijn en de zuivelketen steeds duurzamer is, betreurt Sas de negatieve aandacht in de media. Daarbij wordt niet altijd gewerkt met correcte gegevens, zegt hij. “De zuivelsector presteert goed in kwaliteit, voedselveiligheid en duurzaamheid.” Hij verwijst met name naar de MCCjaarverslagen en een recente studie van KU Leuven die aantoont dat sinds 2000 de CO2-emissie 30 procent is gedaald. “Er is een trend om flexitariër te worden, dat klopt. Het aantal veganisten blijft evenwel zeer beperkt, maar krijgen als kleine groep wel veel forum in de media. Maar de mens is een alleseter, dus wij hebben ook wel wat dierlijke producten nodig.” Ook kan volgens de directeur van DGZ-MCC niet voorbij gegaan worden aan de toename van de wereldbevolking en de stijgende welvaart. “Een studie van FAO uit 2021 stelt dat wereldwijd de consumptie van dierlijk eiwit tegen 2030 met liefst 14 procent zal toenemen.” Sas ziet hierin een kans. “In Vlaanderen

hebben we een ideaal klimaat voor landbouw. Kijkend naar de uitstoot van CO2 of de stikstof per liter melk, zijn we de beste leerlingen van de klas. Onze impact op milieu is in vergelijking met de meeste andere landen minimaal, omdat we zo efficiënt zijn.”

Betere prestaties en innovaties Maar daarmee is de zuivelketen er nog niet, erkent hij. “Er zijn uitdagingen op de genoemde fronten. De zuivelsector als geheel moet er door nog betere prestaties en innovaties voor zorgen dat we een goede landbouw behouden, waardoor we dus ook goede én lekkere zuivelproducten hebben om de mens te voeden. Met projecten zoals de duurzaamheidsmonitor kan MCC daar verder toe bijdragen.” Hij pleit tegelijk ook voor korte ketens in de landbouw. “Lokale productie en verwerking van melk is nog altijd duurzamer dan zuivel vanuit verre landen te importeren. Dit geldt trouwens voor alle producten, ook vlees.”

Lage melkprijs Aansluitend brengt Sas zijdelings de lage melkprijs voor de Vlaamse en Belgische melkveehouders onder de aandacht. “In de voedingsketen gaat het merendeel van de meerwaarde – tot 60 procent – van voedingsproducten naar de retailer en een kleiner deel – tot 40 procent – naar de verwerkers en de primaire sector. Spijtig genoeg krijgt de primaire productie maar een zeer klein

Prof. dr. Benedikt Sas Benedikt Sas haalde in 1996 zijn doctoraat behaald in de Wetenschappen aan de Universiteit Gent. Hij begon zijn carrière in 1998 als R&D-manager bij Kemin Europe en werd in 2001 vicepresident R&D en president van een businessunit bij het moederbedrijf. Sinds 2008 is hij professor Corporate & Innovation aan de faculteit biowetenschappen van UGent en was hij ook manager van Food2Know, een consortium dat meer dan vijfhonderd onderzoekers van zes faculteiten van drie universiteiten, een hogeschool en het Ilvo. Hij blijft verbonden aan UGent. “Ik geef heel graag les en vind het boeiend om jonge mensen iets bij te brengen en te motiveren, maar dan ook met veel praktijkgerichte voorbeelden gerelateerd aan mijn vakgebieden: ondernemerschap, intellectueel eigendom, innovatiemanagement et cetera.”

deel van wat de consument uiteindelijk betaalt voor zijn voedingsproducten. Hierbovenop komt ook nog eens dat de momenteel stijgende prijzen voor veevoeders en energie in de primaire sector niet doorberekenend worden in de rest van keten.” Sas zou ook graag met MCC en DGZ een steentje willen bijdragen om tot een faire verdeling van de waarde in de keten te komen om zo een eerlijkere prijs voor de veehouders te realiseren.

‘Lokale productie en verwerking van melk is nog altijd duurzamer dan importeren’ De kwaliteit van de melk begint met een gezond dier. En daar zit de directe link van MCC met DGZ. Naast identificatie en registratie van landbouwdieren richt DGZ zich op de gezondheid van landbouwdieren, waaronder het melkvee, en bij uitbreiding de melkkwaliteit. “Als de melkkoe in goede gezondheid verkeert, dan heeft dat effect op de kwaliteit van de melk”, zegt Sas. “Vandaar dat MCC en DGZ regelmatig overleg hebben met elkaar of met kennisinstellingen, of samenwerken in onderzoeksprojecten om de gezondheid van het dier te verbeteren. De projecten gaan bijvoorbeeld over mastitis en uiergezondheid en de impact op de melkkwaliteit.” Zoönosen krijgen uiteraard ook aandacht, vanuit de gezondheid van de mens. Er lopen bijvoorbeeld projecten rond alternatieve technologie voor het vervangen of verminderen van antibiotica en ook heel wat dataminingprojecten. Dankzij data-uitwisseling en vergaande digitalisering in de zuivelketen, en in het bijzonder bij MCC en DGZ en bij de Waalse tegenhangers CDL en Arsia, zijn door de jaren enorm veel kennis en data verzameld die ook dieper in de keten ingezet kunnen worden, bijvoorbeeld richting de korte keten en boerderijverkoop.

ZuivelZicht februari 2022

22_Artikel_11L.indd 9

9

07-02-2022 13:09


VISIE

Minder water transporteren, kansen voor nieuwe producten?

Melk indikken op de boerderij Dikke melk is een uitdrukking die sommige melkveehouders gebruiken om aan te geven dat hun koeien hoge gehalten vet en eiwit in de melk leveren. Fokkerij en vooral voeren worden ingezet om de gehalten hoger te krijgen. Er is een andere manier om melk nog veel ‘dikker’ te maken: door er op de boerderij water uit te halen. Tekst: Jeen Akkerman

Jos van Dalfsen (links) van Wafilin en Kees de Koning van Dairy Campus in de proefinstallatie voor het indikken van melk. (Foto: Jan BuwaIda)

10

22_Artikel_01L_0002.indd 10

ZuivelZicht februari 2022

07-02-2022 13:10


V I SI E

Jos van Dalfsen laat een stalen cilinder zien. De jonge ondernemer staat samen met manager Kees de Koning van Dairy Campus in de deuropening van een container naast de melkstal van de proefboerderij. Vanuit de melkstal lopen leidingen naar de container, waarin de installatie voor het indikken van melk staat opgesteld. Het is een demonstratieproject, dat Van Dalfsens onderneming Wafilin Systems samen met Dairy Campus en andere partijen uitvoert, met financiële steun van de Europese Unie. In de cilinder bevinden zich diverse membranen waar de melk doorheen stroomt. “We werken met luchtdruk in plaats van met mechanische pompen. Zo halen we water uit de melk zonder de inhoudsstoffen, zoals de vetbolletjes, te beschadigen”, aldus Van Dalfsen. Hiermee is de inmiddels praktijkrijpe vinding geschikter voor het indikken van melk dan de installaties die in afgelegen gebieden in Australië en de Verenigde Staten al langer worden gebruikt voor dit doel.

Water transporteren Aan de praktijkopstelling is veel onderzoek en testen voorafgegaan. Kees de Koning herinnert zich dat hij al in 2009 betrokken was bij een praktijknetwerk over het onderwerp. “Boeren vroegen ons toen al waarom we zoveel water in de melk transporteerden en of dat niet anders kon. We hebben toen gekeken wat er op dit terrein in de wereld gebeurde. Daar was bij de zuivelindustrie in Europa weinig interesse voor. We hebben een rapport gemaakt en geadviseerd om de techniek verder te ontwikkelen, om te kijken naar de wetgeving en naar het verdienmodel.” Het rapport belandde niet in de spreekwoordelijke lade, want enkele jaren later meldde Harry van Dalfsen – de vader van Jos – zich bij De Koning. Op basis van zijn ervaring in de drinkwater- en voedingssector kwam hij op het idee om het indikken van melk te koppelen aan de melkrobot. Onder het

Friese innovatieprogramma ‘Fryslân Fernijt’ (Friesland vernieuwt) werd een project opgestart om een kleinschalig prototype te ontwikkelen met focus op het behoud van de melkkwaliteit. Het trok de aandacht van zoon Jos, die inmiddels zijn vader is opgevolgd bij Wafilin en zelf veel tijd besteedde aan het vervolmaken van de installatie. Zijn onderneming heeft inmiddels patent op de essentie van de installatie: de specifieke procesvoering met bepaalde membranen.

Een andere weg om de nieuwe technologie tot waarde te brengen is het opzetten van aanvoerketens op basis van melkconcentraat. Samenwerking met de zuivelsector is voor dit traject essentieel, omdat de investering in de installatie fors kan zijn: enkele tonnen. “De melkveehouder moet deze investering terugverdienen”, zegt Van Dalfsen. “Dat kan alleen als hij de voordelen ontvangt die verderop in de keten worden gerealiseerd.”

Transport Koeienbier Melk indikken is het enige dat de installatie doet, in tegenstelling tot grootschalige projecten in de Verenigde Staten en Australië, waar de melk wordt gepasteuriseerd en gesepareerd alvorens in te dikken. “Dit past in de trend naar meer aandacht voor deelprocessen in de zuivelketen, ook op de boerderij”, aldus De Koning. Hij noemt als voorbeeld de Orbiter van

‘Je kunt ook het water dat je uit de melk haalt verwaarden’ Lely, een soort minizuivelfabriekje waarmee op de boerderij consumptiemelk wordt gemaakt. Zo zou de ingedikte melk op de boerderij verder kunnen worden verwerkt tot bijvoorbeeld speciaal ijs of yoghurt. “Omdat het drogestofpercentage na indikking twee keer zo hoog is, namelijk ongeveer 26 procent, krijg je zeer romige en smaakvolle producten”, legt De Koning uit. Hij wil nog wel een stap verdergaan: “Je kunt ook het water dat je uit de melk haalt verwaarden. Je zou het bijvoorbeeld op de markt kunnen brengen als milkwater of kunnen gebruiken om er een speciaal bier mee te maken.” Medewerkers van Wafilin hebben al een fust gebrouwen onder de naam ‘Suvelbierke’.

Het gaat dan allereerst om de transportkosten. De Wafilin-installatie verbruikt voor ongeveer 0,5 cent per liter melk aan operationele kosten (elektriciteit, onderhoud en chemie); het transport van melk per RMO kost in Nederland ongeveer 1,5 cent per liter (afhankelijk van de afstand). Als de melkplas door indikking met de helft daalt, blijft er 0,25 cent per liter melk over. Dat is, ook afhankelijk van de brandstofprijzen, te weinig om de investering goed te maken. Ook als er een beloning zou zijn voor de lagere uitstoot van CO2 als gevolg van minder transportkilometers. Maar er zijn ook in de zuivelfabriek voordelen: als je melk met minder water verpoedert, kost dat minder energie dan bij standaardmelk. Hoe dat exact uitpakt qua kosten en uitstoot van CO2 weet Van Dalfsen nog niet. In ieder geval wordt een deel van het voordeel hier tenietgedaan door de efficiency van de grotere schaal waarop de zuivelfabriek werkt – onder andere door ook membraantechnieken toe te passen. Waarschijnlijk is toepassing van de Wafilin-installatie vooral interessant als de melk over grote afstanden wordt vervoerd. Dus bijvoorbeeld in de Verenigde Staten of Australië. “Daar zijn we over in gesprek met zuivelondernemingen aldaar”, vertelt Jos van Dalfsen. En ook in Oost-Europa is er belangstelling – bij bedrijven die melk over de Alpen transporteren naar Italië – maar ook bij Nederlandse zuivelbedrijven die relatief veel melk uit het buitenland halen.

ZuivelZicht februari 2022

22_Artikel_01L_0002.indd 11

11

07-02-2022 13:10


B E D R I JF

Uelzena heeft op alle vier productielocaties maatregelen doorgevoerd om efficiënter te produceren en energie te besparen. (Foto: Uelzena Gruppe)

Corona maakte 2020 lastig voor Noord-Duitse coöperatie

Tegenvallers slaan Uelzena niet uit het veld Het ene jaar is het andere niet. Uelzena behaalde in 2019 een recordomzet, maar belandde daarna in de hoek waar de klappen vallen. Om het tij te keren heeft de coöperatie aantal nieuwe activiteiten in gang gezet met overnames, onder meer in de markt voor boter, ijs en zoetwaren. Tekst: Hermann-Josef Martin

Medio 2020 deelde Uelzena nog optimistisch persbericht: de omzet was gestegen naar € 705 miljoen, een absoluut record in het bijna zeventigjarige bestaan van de in Uelzen (Nedersaksen) gevestigde coöperatie. De cijfers over het boekjaar 2019 lieten ook een forse toename van het volume

12

22_Artikel_19L.indd 12

aangeleverde melk zien. Bestudering van de resultaten over 2020 leert dat Uelzena’s omzet inmiddels is teruggevallen naar € 679 miljoen, een daling van ongeveer 7 procent. Vier van de vijf belangrijkste productgroepen van het concern haalden hun jaardoelen niet en zagen hun verkoopvolumes teruglopen.

De Uelzena Group bestaat uit moedercoöperatie Uelzena plus vier dochterondernemingen: Hoche Butter, Altmark-Käserei Uelzena, Schoppe & Schultz en Warmsener Spezialitäten. Samen exploiteren ze in totaal vier fabrieken in Uelzen, Warmsen (beide Nedersaksen), Bismark (Saksen-Anhalt) en Ratzeburg (Sleeswijk-Holstein). De teleurstellende resultaten over 2020 betekenen niet dat het concern in de rode cijfers belandde. Uelzena genereerde in 2020 een nettowinst van bijna € 7,9 miljoen, 16,1 procent minder dan in 2019. Voor de aangesloten melkveehouders resulteerde dit in een melkprijs die 0,4 cent onder het Noord-Duitse jaargemiddelde voor standaardmelk kwam te liggen.

ZuivelZicht februari 2022

07-02-2022 13:12


B E D R I JF

Uelzena’s meest succesvolle onderdeel in 2020 was de melkpoederdivisie. Het omzetvolume steeg met 2 procent en de omzetwaarde groeide tot € 199,7 miljoen, ruim 16 procent meer dan in 2019. Daar houdt het succes al snel op. De divisie melkvetten bereikte een omzetwaarde van iets meer dan € 190 miljoen (-22,4 procent). De divisie ‘specials’ (onder meer dranken en gezondheidsproducten) bereikte een omzet van € 98,7 miljoen (-18 procent). Kaas deed het relatief gezien niet slecht met een teruggang ten opzichte van 2019 met 1,6 procent (omzet € 89,9 miljoen). Ook de verkoop van delicatessen en gecondenseerde zuivelproducten liep terug. De verkoopwaarde bleef steken op € 31,5 miljoen, bijna 5 procent minder dan in het voorafgaande jaar. De top van Uelzena wijt de tegenvallende prestaties vooral aan de ‘buitengewone omstandigheden’ van het coronajaar 2020. Moeilijke internationale marktomstandigheden en sterke schommelingen in de grondstofprijzen zouden aan de basis liggen van het tegenvallende eindresultaat. Naar eigen zeggen is Uelzena sterk afhankelijk van ontwikkelingen op de internationale zuivelmarkt, omdat men levert aan tal van grote, internationaal bekende fabrikanten van merkartikelen. Binnen Duitsland spelen de NoordDuitsers een toonaangevende rol op de markt voor boter en botervetten voor de detailhandel en de bakkerijsector. Dat Uelzena’s verkoop in dit segment met meer dan 20 procent terugliep, geldt dan ook als een gevoelig verlies. Om het tij te keren heeft de bedrijfstop in zowel 2020 als 2021 een aantal nieuwe activiteiten in gang gezet. Volgens analisten betreft het vooral overnames, gericht op het verbeteren van de verkooppositie.

IJs als groeimarkt Medio 2020 verwierf Uelzena een belang van 50 procent in het Duitse bedrijf Biohealth International. Al snel na de deal integreerde Uelzena zijn businessunit ‘Nutrineo-health food solutions’ in het gecombineerde bedrijf. Op basis van deze samenwerking probeert Biohealth

sindsdien steeds meer de groeimarkt voor voedingssupplementen, sportvoeding en dieetvoeding aan te boren. De beide partners hadden ten tijde van de fusie een jaaromzet van € 45 miljoen. In het najaar van 2021 nam Uelzenadochter Warmsener Spezialitäten het merk ‘Paradice’ over van het NoordDuitse bedrijf Elsdorfer Molkerei und Feinkost. Daarmee investeert Uelzena in de productie van vloeibare mengsels voor softijs en milkshakes. Het betekent een uitbreiding van het totale productassortiment. Naar verwachting start Uelsena in het voorjaar van 2022 met de productie en marketing van een brede range van vloeibare mixen voor softijs, klassiek spreadijs, frozen yoghurt, milkshakes en waterijs. De doelgroep is breed: de groothandel en gespecialiseerde handel, systeemgastronomie en ijssalons. Volgens Johannes Rother, directeur marketing & sales van Warmsener Spezialitäten, zijn de nieuwe producten een ‘optimale aanvulling op het bestaande assortiment voor de zoetwaren-, ijs- en voedingsindustrie’ waardoor zijn bedrijf zich beter in de markt kan zetten als ijsleverancier. Warmsener Spezialitäten maakt sinds 2006 deel uit van de Uelzena Group en is naar eigen zeggen een van de grootste producenten van gezoete gecondenseerde melk in Europa.

gebak en zoetwaren, snacks, yoghurt, dressings, dips, ijs, babyvoeding en dieetvoeding.

Ruimte om te investeren 2020 mag dan geen topjaar zijn, evengoed heeft de Uelzena Group nog voldoende ruimte om te investeren, zo blijkt. In 2020 werden in alle vier fabrieken maatregelen doorgevoerd om efficiënter te produceren en energie te besparen, meldt het bedrijf. In december 2020 startte de bouw van een nieuwe sproeidrooginstallatie in Uelzen die ‘maximaal energie-efficiënt en grondstofbesparend’ moet worden. Voor dit bouwproject én de gewenste capaciteitsuitbreiding en modernisering van de kaasfabriek van Uelzena-dochter Altmark-Käserei legt Uelzena al met al € 80 miljoen op tafel. Advertentie

Biolac Een derde in het oog springende actie van het Uelzena-management is de overname van 40 procent van de aandelen van het bedrijf Milchtrocknung Südhannover (MTS). Deze firma is sinds kort volledig eigenaar van Biolac, dat per jaar circa 1 miljoen ton weiconcentraat verwerkt tot lactose en wei-eiwitten. Via het stevige belang in MTS heeft Uelzena nu dus ook een vinger in de pap bij Biolac. Tot voor kort had Arla Foods International een belangrijke stem binnen Biolac, maar Arla heeft zich uit het bedrijf teruggetrokken. Biolac heeft een jaaromzet van zo’n € 70 miljoen. Het bedrijf produceert onder meer de merken ‘Ultravac’ en ‘Variolac’, melksuikers die wereldwijd worden gebruikt in eindproducten als

ZuivelZicht februari 2022

22_Artikel_19L.indd 13

13

07-02-2022 13:12


B E D R I JF

Samenwerking onderwijsinstelling Aeres en zuivelcoöperatie Rouveen

Kennis verrijken met plezier Onderwijsinstelling Aeres en kaasmaker Rouveen hebben de handen ineengeslagen. Studenten verdiepen zich in de productie en vermarkting van kaas en de leden/melkveehouders van Rouveen verrijken hun kennis over de biologische bedrijfsvoering.

Tekst: Bert Westenbrink

Melkveehouders die workshops over graslandbeheer gaan volgen op de hogeschool, studenten die in de fabriek zien hoe melk tot kaas wordt verwerkt, dat zijn concrete voorbeelden van de samenwerking die onderwijsinstelling Aeres en kaasmaker Rouveen Kaasspecialiteiten zijn aangegaan. De in december beklonken deal heeft ook nog een ander aspect: sinds 1 januari verwerkt Rouveen Kaasspecialiteiten de melk van het biologische weidebedrijf van Aeres in Dronten, 700 ton op jaarbasis.

De samenwerking is gericht op duurzaamheidsprojecten, onderzoek en kennisuitwisseling, internationale studieprojecten en stagemogelijkheden, aldus de officiële verklaring. Directeur Klaas Hokse van Rouveen Kaasspecialiteiten is enthousiast over de samenwerking, die zich wat hem betreft met name richt op uitwisseling en verrijking van kennis. Met de inbreng van de hogeschool kan de kaasmaker het eigen duurzaamheidsprogramma ‘Rouveen Gewoon Duurzaam’ op basis van praktijkervarin-

Jan Bloemert: “We willen studenten kennis laten maken met alles. Dus ook met de melkverwerking.” (Foto: Jelte Bergwerff)

14

22_Artikel_15L.indd 14

gen en onderzoek onderbouwd ontwikkelen en uitbouwen.

Kennis verrijken Maar wat minstens zo belangrijk is: op de hogeschool kunnen de leden-melkveehouders van Rouveen Kaasspecialiteiten zelf hun kennis verrijken over nieuwe ontwikkelingen en thema’s die spelen in de biologische bedrijfsvoering. Als je weet waaróm je iets doet, dan ben je beter gemotiveerd om het te doen, legt Hokse uit. Workshops op de hogeschool kunnen daaraan bijdragen. Als leden-melkveehouders van Rouveen Kaasspecialiteiten op het biologische weidebedrijf in Dronten rondlopen en op basis van onderzoek en praktijkervaring uitgelegd krijgen dat een saladebuffet in een kruidenrijk grasland qua opbrengst niet onderdoet voor een hoogproductieve grasmat, dan wordt het voor de melkveehouders makkelijker om het mengsel toe te passen in de eigen bedrijfsvoering. “Die kennisverrijking, daar zou ik graag naar toe willen”, zegt Hokse. Hij ziet meerwaarde in workshops die – gebaseerd op praktische ervaring en onderzoek – nieuwe, duurzame stappen in de bedrijfsvoering toelichten. “Met zo’n workshop krijgt een nieuwe stap smoel. Daarmee willen we schwung brengen in ons programma. Het is kennisverrijking met plezier. En als dat enthousiasme komt, krijg je meer resultaat.”

ZuivelZicht februari 2022

07-02-2022 13:13


B E D R I JF

Wat dat betreft heeft Aeres het nodige te bieden. Met Aeres Farms exploiteert de onderwijsinstelling (hbo en mbo) een praktijklocatie met diverse bedrijfstypen: een gangbaar en een biologisch melkveebedrijf, een akkerbouwbedrijf (gangbare en biologische kavels), een varkens-, schapen- en pluimveehouderijbedrijf en een paardenpensionstal. Die keur aan bedrijfstypen is met reden, in de bedrijfsvoering van Aeres Farms staat diversiteit centraal, zegt directielid Anne Dijk. “Boerendiversiteit is belangrijk voor de agrarische sector. Wij willen de studenten hier kennis mee laten maken. De samenwerking met Rouveen Kaasspecialiteiten geeft studenten en de bedrijven van Aeres Farms een flinke meerwaarde.” Voor de onderwijsinstelling is het waardevol dat studenten de mogelijkheid krijgen om bij Rouveen Kaasspecialiteiten te zien en te leren hoe kaas wordt gemaakt en hoe deze wordt afgezet op de markt. Jan Bloemert, manager Veehouderijbedrijven Aeres Farms in Dronten, schaart de kennismaking met het eindproduct onder de noemer bewustwording. “We willen studenten kennis laten maken met alles. Dus ook met de melkverwerking. Wat gebeurt er nou met de melk als die van het erf is afgevoerd? Je bent melkveehouder, je bent ondernemer, dan moet je ook goed naar de markt kijken. Je moet je als student ook bewust worden van het eindproduct en het belang van een goede afzet.”

Enthousiasme De studenten zijn van harte welkom in Rouveen, zegt directeur Hokse. Hij is onder de indruk van het enthousiasme dat hij onder de studenten aantrof, toen hij op de hogeschool in Dronten de samenwerkingsovereenkomst ondertekende. Met de nodige geestdrift leidden studenten hem rond op het biologische weidebedrijf. “Dat enthousiasme en het plichtbesef onder de studenten, daar word ik dan weer superenthousiast van”, vertelt Hokse. Ook hij vindt het waardevol dat studenten zien hoe ‘hun’ melk in Rouveen wordt verwerkt onder de vlag

Klaas Hokse: “Met workshops voor leden willen we meer schwung brengen in ons programma.” (Foto: Rouveen Kaasspecialiteiten)

van Bastiaanse Bio, de marktleider in biologische kaas. “Het gezicht achter de melk, daar was Aeres erg naar op zoek. Als je kennis hebt van het eindproduct is, dan ben je daar tijdens het melken al kwalitatief mee bezig.”

Gezamenlijk onderzoeksprojecten Hoewel kennisuitwisseling en kruisbestuiving centraal staan, behelst de samenwerking ook stage van studenten op de bedrijven van de leden-melkveehouders en de mogelijkheid om gezamenlijk onderzoeksprojecten op te pakken. Bloemert geeft aan dat de hogeschool praktijkgericht onderzoek doet, waarvan de ervaringen interessant kunnen zijn voor de leden-melkveehouders van Rouveen Kaasspecialiteiten. Zo kan in de bedrijfsvoering op het weidebedrijf in Dronten de basis worden gelegd voor nieuwe stappen in het duurzaamheidsprogramma van Rouveen Kaasspecialiteiten. Andersom kan de kaasmaker op verzoek van de hogeschool melk van het weidebedrijf een tijdje separaat gaan verwerken als er behoefte bestaat om effecten op bijvoorbeeld smaak, consistentie of melkvetsamenstelling te onderzoeken, vertelt Hokse. “Dat loopt nog niet, maar het is zeker wel de bedoeling in de toekomst.”

Sinds 1 januari verwerkt Rouveen Kaasspecialiteiten de biologische melk van het weidebedrijf, waar tachtig koeien jaarlijks zo’n 700 ton melk produceren. De verwerking van die melk is een mooie plus voor Rouveen Kaasspecialiteiten die in Flevoland al flink wat biologische melk ophaalt. Hokse: “We hebben een complete rit biologische melk in de polder. Het sluit naadloos aan.”

Aeres Farms praktijklocatie onderwijsinstellingen Aeres Farms is de praktijklocatie van Aeres Hogeschool Dronten en Aeres MBO Dronten Warmonderhof en Emmeloord. De locatie beschikt over circa 340 hectare grond en heeft de focus op melkveehouderij (gangbaar en biologisch), (biologische) akkerbouw, kleinschalige biologische tuinbouw, varkens, pluimvee, schapen en paarden. Het biologische weidebedrijf bestaat uit een huiskavel van 35 hectare, waarin de tachtig koeien “van de laatste week van maart tot diep in november worden geweid”, vertelt manager Jan Bloemert. Verder is er een maaikavel van 20 hectare die roteert met biologische akkerbouw.

ZuivelZicht februari 2022

22_Artikel_15L.indd 15

15

07-02-2022 13:13


B E D R I JF

Als onderdeel van zijn nieuwe merkenstrategie kocht Sodiaal het eerder verkochte belang in het merk Yoplait weer terug. Yoplait (Foto: Philippe Montigny / Shutterstock)

Sodiaal, Eurial en Laïta in 2020

Franse coöperaties investeren in merkproducten In het kielzog van de veel grotere zuivelverwerkers als Lactalis en Savencia bewegen zich nog enkele toonaangevende Franse concerns op de zuivelmarkt. Hoe vergaat het de coöperatieve bedrijven Sodiaal, Eurial en Laïta? Tekst: Hermann-Josef Martin

Ze hebben niet het formaat van de Franse branchegenoten Lactalis en Savencia. Evengoed zijn de coöperatief georganiseerde zuivelondernemingen Sodiaal, Eurial en Laïta grote bedrijven met een miljardenomzet en duizenden medewerkers. Ze hebben een sterke

16

22_Artikel_19L_0002.indd 16

positie binnen Frankrijk en richten zich ook op buitenlandse markten. In dit artikel nemen we de drie coöperaties onder de loep.

Sodiaal Het in Parijs gevestigde Sodiaal heeft 17.600 leden-melkveehouders, die samen goed zijn voor 20 procent van de Franse melkproductie. De omzet bedroeg in het boekjaar 2020 ruim € 4,8 miljard, 5,2 procent minder dan in 2019. De nettowinst bleef steken op € 1,3 miljoen, ruim 85 procent onder het niveau van het voorgaande jaar. Het management wijt de winstdaling grotendeels aan de uitzonderlijk hoge kosten van de coronapandemie. De winst en omzet werden ook gedrukt door de volledige integratie van de joint venture Compagnie des Fromages et RichesMonts (CF&R). Tot 1 mei 2020

had Sodiaal een beperkt belang. Naar verluid investeerde de Sodiaal Groep al met al zo’n € 100 miljoen in CF&R. Eind 2020 exploiteerde Sodiaal in totaal 71 fabrieken, en bood werk aan 8.539 mensen. Net als in het voorgaande jaar was de kaasdivisie, met een omzet rond de € 1,3 miljard, het belangrijkst. Sodiaal is de vierde leverancier van Franse kaas, na Lactalis, Savencia en Bel. De bekendste dochters in het kaassegment zijn Entremont, Monts&Terroirs en Les Fromageries Occitanes. Sodiaal bracht in 2020 ongeveer 232.000 ton kaas op de markt, geproduceerd in Franse en Duitse fabrieken. In het kader van het tot 2025 lopende strategieprogramma streeft Sodiaal naar de ontwikkeling en verkoop van meer producten met een hogere toegevoegde waarde, waaronder biologische producten. Volgens de coöperatie

ZuivelZicht februari 2022

07-02-2022 13:14


B E D R I JF

leverden zo’n 765 aangesloten Franse producenten in totaal 187 miljoen liter biologische melk aan Sodiaal. Binnen het grote geheel van het bedrijf is het kleine groep: 4,3 procent van de melkleveranciers en 4,1 procent van de melk.

Yoplait Eind 2021 maakte Sodiaal bekend dat het merk Yoplait weer geheel in eigen handen heeft. Het merk voor yoghurt, desserts en andere versproducten is niet alleen populair in Frankrijk, maar ook in tientallen andere landen. Tien jaar geleden verkocht Sodiaal 51 procent van de aandelen van Yoplait aan het Amerikaanse voedingsconcern General Mills. Maar inmiddels heef Sodiaal een nieuw merkenbeleid, waarvoor het een sterk, breed uit te rollen topmerk nodig had: Yoplait.

Eurial Zuivelcoöperatie Eurial maakt deel uit van de veel grotere landbouwcoöperatie Agrial, gevestigd in Saint-Lô, in het noordwesten van Frankrijk. De zuivelcooperatie sloot het boekjaar 2020 af met een omzet van € 2,4 miljard, een verlies van 4 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Ook hier een corona-effect, het instorten van horeca- en foodservicemarkt. Een andere strop was de brand in een kaasbedrijf in Luçon, in februari 2020. Pas in het najaar van 2020 was een deel van de fabriek weer inzetbaar. Eurial heeft inmiddels bekendgemaakt dat het € 40 miljoen wil investeren in de renovatie en uitbreiding. De uitbreiding

richt zich op de productie van mozzarella. Op basis van gunstige prognoses voor het mozzarellasegment wil men van 16.000 ton per jaar doorgroeien naar 24.000 ton.

Maestrella, Soignon en Grand Fermage Eurial heeft in Noordwest-Frankrijk 23 productielocaties. In 2020 waren 4.120 melkveehouders aangesloten bij de coöperatie. Ze leverden 2,14 miljard liter reguliere koemelk (-0,5 procent), 155 miljoen liter geitenmelk (+9,7 procent) en 111 miljoen liter biologische melk van koeien en geiten (+8,8 procent). Voor geitenmelk is Eurial de nummer een van Frankrijk. Een van de belangrijkste merknamen binnen Eurial is Maestrella: mozzarella voor de pizza-industrie en de horecasector. Andere belangrijke merken zijn Soignon, de marktleider in Europa voor geitenkaas, en Gran Fermage, marktleider in boterspecialiteiten die ook kazen en verschillende soorten crème fraîche de levert. Eurial exporteert naar 130 landen. Het assortiment varieert van melk, boter en roomproducten tot allerlei kaasvarianten en andere zuivelingrediënten. Eurial heeft eigen dochterondernemingen in Duitsland, België, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Italië en de Verenigde Staten. In die zes landen genereert het bedrijf momenteel 38 procent van zijn omzet. In vier ‘buitenlanden’ staat een eigen fabriek: Spanje (Fromandal), België (Capra), de Verenigde Staten (Hudson Valley Creamery) en Duitsland (Cheese Dairy Altenburger Land). In 2019 werd

Paysan Breton is een belangrijk merk voor Laïta. (Foto: Laïta)

bovendien in de Oost-Duitse deelstaat Thüringen de kaasfabriek RotkäppchenKäserei Altenburger Land overgenomen. De laatste jaren is Eurial via dochterondernemingen ook actief in Scandinavië, Italië, Polen, het Midden-Oosten en China.

Laïta Formeel is zuivelcoöperatie Laïta een dochteronderneming van z’n grootste aandeelhouder, het in Ploudaniel (Bretagne) gevestigde bedrijf Even. Tegelijk is Laïta een joint venture van drie coöperaties uit NoordwestFrankrijk: Even (51 procent van de aandelen), Terrena (31 procent) en Triskalia (18 procent). Laïta is gevestigd in Brest. In 2020 genereerde het bedrijf een omzet van € 1,37 miljard, een kleine stijging ten opzichte van 2019. In totaal 2.660 boeren leveren hun melk – circa 1,5 miljard liter – aan een van de zeven Laïta-fabrieken. De coöperatie heeft ruim 3.000 medewerkers. Topmerk is ‘Paysan Breton’, het op een na belangrijkste botermerk in de Franse supermarkten. Behalve op verse zuivel ligt Laïta’s focus de laatste jaren steeds meer op ingrediënten en specialiteiten, zoals speciale voeding voor zuigelingen, kinderen, sporters, ouderen en mensen met een kwetsbare gezondheid.

Verkooprechten Qua zuivelspecialiteiten verdient Laïta steeds vaker geld met populaire merken waarvan het de rechten heeft verworven. Een recent voorbeeld is de Cypriotische gegrilde kaasspecialiteit Halloumi. In het eerste kwartaal van 2021 wist Laïta via een overnameconstructie de verkooprechten voor Halloumi te verwerven, evenals de rechten op populaire mediterrane producten als Feta, Parmigiano Reggiano en Manchego. De export van Laïta heeft een waarde van € 475 miljoen. Belangrijkste bestemmingen zijn buurlanden Italië, Spanje, België en het Verenigd Koninkrijk. Maar de verkoop gaat inmiddels al veel verder, van Rusland, China en Vietnam tot en met de Franse eilanden in de Stille Oceaan.

ZuivelZicht februari 2022

22_Artikel_19L_0002.indd 17

17

07-02-2022 13:14


MARK T

‘Ongezonde situatie: grondstoffen zijn duurder dan bewerkt product’

Duitsland: grote impact van corona en kostenontwikkeling Hoge prijzen door goede vraag op de wereldmarkt, de coronapandemie en hoge kosten hebben grote impact op de zuivelmarkten. Dat beeld blijft zo de komende maanden, met melkprijzen van meer dan 40 cent en extra uitdagingen op het gebied van dierenwelzijn. Dat verwacht de organisatie van de Duitse zuivelindustrie MIV. Tekst: Bert Kleiboer

De coronapandemie heeft de melkmarkt de afgelopen paar jaar beïnvloed en heeft begin 2022 nog steeds stevige greep. De markt is volatieler dan ooit. Waar in 2020 een deel van de productprijzen bleef steken op interventieni-

veau, zijn er momenteel recordniveaus voor mager melkpoeder, volmelkpoeder en boter. Dat zegt Peter Stahl, voorzitter van de Duitse zuivelorganisatie Milchindustrie-Verband (MIV), eind januari tijdens een onlinepersgesprek

vanuit Berlijn. Ondanks de hoge opbrengstprijzen schat Stahl, naast – MIV-voorzitter ook ceo van zuivelconcern Hochland – de situatie allerminst rooskleurig in. De kosten zijn ook uitzonderlijk. Hij noemt

‘Race om hoogste standaard dierenwelzijn is begonnen’ Het thema dierenwelzijn is nog belangrijker geworden in Duitsland, nu de grote supermarkten hun viertrapsetikettering Haltungsform.de gaan toepassen voor zuivel. Dat stelt voorzitter Peter Stahl van de Duitse zuivelindustrie-organisatie Milchindustrie-Verband (MIV). De Haltungsform-aanduiding wordt al langer gehanteerd voor vlees. Voor zuivel gaat het van start met consumptiemelk. De eerste producten met een Haltungsform-label liggen al in de winkels.

Haltungsform is opgezet om voor dierenwelzijn duidelijkheid te bieden in de grote verscheidenheid aan labels en keurmerken. (Afbeelding: Hhaltungsform.de)

18

22_Artikel_14L.indd 18

De systematiek is opgezet om het niveau van dierenwelzijn te typeren, net als het Nederlandse Beter Leven keurmerk. Het Duitse systeem heeft vier niveaus. Daarbij is niveau 1 het wettelijk minimum en niveau 4 de hoogste standaard. Voor melkveehouderij is weidegang onderdeel van niveau 2, bij niveau 3 hoort jaarrond toegang tot het buitenklimaat. Haltungsform is opgezet om duidelijkheid te bieden in de grote verscheidenheid aan labels en keurmerken. De grote supermarktconcerns zijn aangesloten: Aldi, Aldi Süd, Kaufland, Lidl, Netto, Penny, Rewe en Bünting. MIV verwacht dat de retail in korte tijd zoveel mogelijk melk van de hogere niveaus 3 en 4 wil inkopen en de lagere niveaus uitsluiten. “Een race voor de hoogste standaard en de gunst van de consument is begonnen”, stelt MIV in een persbericht. De MIV onderschrijft het belang van dierenwelzijn. Maar het moet volgens voorzitter Stahl ook duidelijk zijn dat een hoge mate van dierenwelzijn niet tegen “een nultarief” geleverd kan worden. “We verwachten dan ook dat de levensmiddelenhandel en daarmee de consument bijdragen in de hogere productiekosten voor melkproducenten en zuivel”, zegt Stahl. De zuivelsector staat in dit verband voor twee uitdagingen. Enerzijds brengen gescheiden productstromen extra kosten met zich mee. Aan de andere kant levert niet alle melk van gecertificeerde melkveehouders de meerprijs op.

ZuivelZicht februari 2022

07-02-2022 13:15


MARK T

Industriële koeling Highcare Kaasrijping Cleanrooms Airconditioning Maatwerk

MIV-voorzitter Peter Stahl: “We kunnen de lage consumentenprijzen niet volhouden.” (Foto: Hochland)

onder meer energie, maar ook uitgaven en investeringen voor nieuwe duurzaamheidseisen voor verpakkingen, zoals het gebruik van gerecyclede materialen en de statiegeldverplichting voor plastic flessen vanaf 2024. Ook loonkosten is een punt van zorg. Daarbij komt dat het in de bedrijven momenteel kraakt door de gevolgen van de coronapandemie: ziekteverzuim van personeel en langere levertijden voor verpakkingsmaterialen en reserveonderdelen. Stahl voegt eraan toe dat niet alleen bij de melkverwerkers de productiekosten stijgen. Ook de producenten van melk, de veehouders, worden zwaar getroffen door hoge voer- of energieprijzen.

Melkprijs 40 cent Door de grote wereldwijde vraag naar zuivel komt de gemiddelde Duitse prijs voor boerderijmelk in 2021 volgens het Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (BLE) Bonn uit op ongeveer 36 cent/kg (4,0 procent vet). Dat is zo’n 10 procent hoger dan in het jaar ervoor. De motor van het succes in 2021 was opnieuw de kaasmarkt. Duitsland blijft de grootste kaasproducent van Europa. Bijna de helft van de Duitse melk stroomt naar de kaasproductie. De markt voor verse producten is de

laatste jaren wisselend. Aan het begin van de pandemie was de vraag van huishoudens naar houdbare consumptiemelk erg hoog, wat in de loop van 2021 afkoelde. Stahl noemt ook concurrentie door het verkoopsucces van veganistische dranken. De groeicijfers van de verkoop van dranken vlakken echter alweer af, zegt hij. Voor 2022 verwacht Stahl dat de melk duur blijft. “In januari betalen veel Duitse zuivelfabrieken 40 cent/kg, andere bedrijven zullen volgen. De uitbetalingsprestaties van de individuele zuivelfabrieken zijn echter afhankelijk van hun productportfolio en klantenbestand. De huidige tendens lijkt: hoe meer product in bulk worden aangeboden, hoe hoger de uitbetaalde melkprijzen. “Deze ontwikkeling kan niet gezond zijn: grondstoffen die meer toegevoegde waarde genereren dan een hoogwaardig verwerkt product”, waarschuwt de voorzitter. Hij voorziet dat de ontwikkelingen resulteren in een hoger prijsniveau voor afnemers en de consumenten. “Gezien de gestegen productie- en verwerkingskosten kunnen we de lage consumentenprijzen niet volhouden. De waarde van de producten en de waardering moeten tot uiting komen in de prijs”, vindt Stahl.

Voets & Donkers ontwikkelt met grote precisie luchtbehandelingssystemen die exact de juiste condities creëren voor kaasrijping.

www.voetsdonkers.nl

22_Artikel_14L.indd 19

07-02-2022 13:15


22ZUI002_ADVERTENTIE.indd 20

03-02-2022 09:50


MARK T

De Nederlandse agrarische sector in internationaal verband

Export zuivel groeit in 2021, invoer ook De waarde van de landbouwexport in 2021 wordt geraamd op € 104,7 miljard, een record. Voor zuivelproducten is de waarde ruim € 8 miljard. Dat melden Wageningen University & Research (WUR) en het CBS op basis van gezamenlijk onderzoek in ‘De Nederlandse agrarische sector in internationaal verband – editie 2022’ Tekst: Bert Kleiboer

Traditioneel presenteert de minister van LNV de handelsprestaties van het voorgaande jaar in januari tijdens de Grüne Woche. Deze internationale voedingsbeurs is wegens corona gecanceld, maar de uitvoer- en invoerresultaten zijn evengoed weer op een rij gezet door de economen en statistici van WUR en het CBS. Volgens deze publicatie is de gehele landbouwexport in 2021 met € 9 miljard (+9,4 procent) toegenomen ten opzichte van 2020. Dat is te danken aan zowel de hogere prijzen als aan een groei van het volume. De prijsstijging is groter dan de volumegroei. De expertcijfers omvatten ook wederuitvoer van geïmporteerde goederen. Ongeveer driekwart (€ 75,7 miljard, +10,7 procent) betreft goederen van Nederlandse makelij, de rest (€ 29,0 miljard, +6,1 procent) is wederuitvoer. De Nederlandse economie verdient in 2021 naar schatting € 46,1 miljard aan de export van landbouwproducten. Dit betreft de uitvoerwaarde minus de

waarde van de invoer die nodig was in de hele Nederlandse productieketen om deze uitvoer te produceren.

Zuivel op twee na grootst Net als in eerdere jaren vormen zuivelproducten de op twee na grootste categorie, na sierteeltproducten en vlees In 2021 bedroeg de export van zuivel en eieren – voor de statistieken van het CBS is dat één categorie – € 8,7 miljard, 5 procent meer dan in 2020 (zie tabel). De importwaarde was in 2021 ongeveer half zo groot als de exportwaarde, namelijk € 4,3 miljard. De groei van de import bedroeg ruim 9 procent; relatief gezien steeg de import dus harder dan de export.

Kaasexport naar Duitsland groeit iets Duitsland is, zoals altijd, de belangrijkste exportbestemming. De kaasexport naar dit land groeide relatief bescheiden, met minder dan 2 procent. De hoeveelheid Gouda-kaas nam toe, het volume Edammer nam af. Van andere

producten, zoals boter, room, wei en yoghurt, steeg de exportwaarde met zo’n 6 procent. Per saldo was er een toename van 4 procent. De waarde van export naar België groeide met 8 procent. Dit kwam met name door een toename in de uitvoerwaarde van boter, room, wei en yoghurt met 16 procent. De kaasexport bleef op hetzelfde niveau. De groei naar Frankrijk was even groot bij kaas als bij de groep boter, room, wei en yoghurt. Ook voor de invoer van zuivel is Duitsland de grootste handelspartner: 38 procent van de import. België en Ierland zijn de nummers 2 en 3. Samen zijn deze drie landen goed voor twee derde van de totale import in 2021. De import uit Duitsland groeide vooral door room, wei en boter (+12 procent). Kaas nam met 5 procent toe. De groei van de import uit Ierland is opvallend: een plus van 24 procent. Belangrijke importproducten zijn boter en kaas, met name cheddar. Het rapport is beschikbaar op de website van het CBS.

Nederlandse handel in zuivel en eieren op basis van data tot en met oktober 2021 en ramingen voor november-december 2021. (Bron: WUR en CBS)

ZuivelZicht februari 2022

11_Artikel_13R.indd 21

21

07-02-2022 13:15


MARK T

Stijgende productie niet afdoende om vraag te dekken

Parmigiano en Grana Padano exporttoppers Italië A-Insights gelooft dat het gebruik van data in toenemende mate van belang is om de juiste strategische beslissingen te kunnen nemen. Deze maanden nemen we twee van de bekendste Italiaanse kazen, Parmigiano Reggiano en Grana Padano, onder de loep. Tekst: Mathieu Geuskens

Parmigiano Reggiano en Grana Padano zijn qua volume de belangrijkste van de Italiaanse kazen met een beschermde oorsprong (DOP, Denominazione d’Origine Protetta). In 2020 was waar liefst 61 procent van alle DOP-kaas die in Italië geproduceerd werd Grana Padano of Parmigiano Reggiano. In de totale kaasproductie van Italië bedraagt het aandeel van de twee kazen 26,8 procent,

wat redelijk constant is gebleven in de afgelopen vijf jaar.

de afgelopen jaren meer vraag is geweest naar de relatief duurdere Parmigiano Reggiano.

Productie De productie van de kazen neemt echter jaarlijks toe, tussen 2015 en 2021 gemiddeld met circa 2,5 procent per jaar. Het valt op dat de productie van Parmigiano Reggiano sterker toeneemt dan die van Grana Padano, wat impliceert dat er in

Aanzienlijk deel voor export Een aanzienlijk deel (ongeveer 27 procent) van de geproduceerde Parmigiano en Grana Padano wordt onbewerkt geëxporteerd, wat in 2020 neerkwam op 96.400 ton onbewerkte kaas. Er wordt vermoedelijk een aanzienlijk deel van de geproduceerde Parmigiano Reggiano en Grana Padano als verwerkt product geëxporteerd, want het consortium van Parmigianoproducenten geeft aan dat in 2020 44 procent van alle geproduceerde Parmigiano – wat neerkomt op 69.300 ton – over de grens verdwijnt. Dit verklaart de relatief hoge prijs voor bijvoorbeeld geraspte kaas (€ 8,66/kg in 2020) die Italië exporteert. Van alle kaas die Italië exporteert is 46 procent aangemerkt als Parmigiano Reggiano, Grana Padano of geraspte kaas, waarmee het de gezamenlijk belangrijker is voor de export dan de andere bekende Italiaanse kaas mozzarella. Die is goed voor 33 procent van de totale kaasexport van Italië in 2020.

Vraag stijgt

Door de beschermde oorsprong vindt de productie van Parmigiano en Grana Padano uitsluitend plaats in Italië. (Foto: Augusto Colombo / Alamy Stock Photo)

22

22_Artikel_18L.indd 22

Omdat Italië door de beschermde oorsprong de enige producent van Grana Padano en Parmigiano Reggiano is, wordt de kaas de hele wereld over verscheept. De top 5 afnemers

ZuivelZicht februari 2022

07-02-2022 13:16


MARK T

Tabel 1. Productie Parmigiano Reggiano en Grana Padano, in tonnen.

Great things happen! Tabel 2. Kaasexport Italië, in tonnen en als percentage van totaal.

Gecertificeerd voedselveilig!

Wij produceren al 30 jaar kaasplanken van formaat uit het beste Noord Europese vuren.

Tabel 3. Top 5 importeurs van Parmigiano Reggiano, Grana Padano en geraspte kaas uit Italië, in tonnen.

zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor 60 procent van het exportvolume van Grana Padano, Parmigiano Reggiano en geraspte kaas uit Italië. Het valt op dat het exportvolume naar vrijwel alle grote afzetmarkten jaarlijks toeneemt, afgezien van de Verenigde Staten. De Amerikanen importeren vooral in coronajaar 2020 beduidend minder van de Italiaanse kazen, wat impliceert dat een Parmigiano en Grana Padano in de Verenigde Staten nog vaker in restaurants wordt geconsumeerd dan in de Europese afzetmarkten.

22_Artikel_18L.indd 23

Verschillen in prijsniveaus worden voornamelijk bepaald door de verhouding tussen de onbewerkte kazen en de doorgaans goedkopere geraspte varianten, waardoor Duitsland met gemiddeld € 9,30/kg de laagste importprijs kent. De gemiddelde prijsniveaus geven aan dat de toegenomen productie vooralsnog niet voldoet aan de stijgende vraag: in vijf jaar tijd is de prijs van Grana Padano, Parmigiano Reggiano en geraspte kaas uit Italië met € 1,04/kg (12 procent) gestegen.

Prime Quality Cheese Board Panels

LAMICO B.V. Papierbaan 16-22 9672 BH Winschoten Tel: +31 (0) 597 - 47 17 40 info@lamico.nl

www.lamico.nl

07-02-2022 13:16


TOELEVERING / NEDERLAND

De Nr.1 specialist in gereviseerde zuivelmachines ‘SPECIALIST HOMOGENISATOREN EN HOGEDRUKPOMPEN’

Melk Yoghurt

MACHINEBOUW Bos MG-serie. Capaciteiten van 20 tot 44.000 liter per uur en druk tot 1400 bar.

Boter Margarine Smeltkaas

SPAREPARTS Ruim assortiment aan onderdelen en cilinderblokken direct beschikbaar voor diverse merken en fabrikanten.

Kaas 2.000 machines in voorraad

REVISIE Complete revisies om uw oude homogenisator of hogedrukpomp een tweede leven te geven.

Garantie bij levering Snelle levertijden

SERVICE Een gespecialiseerd service team voor onderhoud, training en ingebruikstelling van uw homogenisator of hogedrukpomp.

Lage investering Complete projecten

Vraag naar onze mogelijkheden. Ons team van professionals staat voor u klaar om de beste oplossing te bieden.

+31(0)348-558080 info@lekkerkerker.nl

BOS Homogenisers BV | Oscar Romerolaan 18, Hilversum Telefoon: +31 (0) 35 62 13 190 | www.boshomogenisers.com Email: sales@boshomogenisers.com

www.lekkerkerker.nl

120 1

27-09-21 13:01

Wanneer kennis en

kwaliteit telt

De beste plank voor kwaliteitskaas

engineered wood products

22ZUI002_ADVERTENTIE.indd 24

Meer informatie: www.vidarwood.nl of tel. 0031 (58) 251 87 57.

03-02-2022 09:51


MARK TCIJFERS

WZK h d/ DĞůŬĂĂŶǀŽĞƌ ŵŽŶĚŝĂĂů (jan’ 21 - nov ’21, % t.o.v. ’20) EU-27

ƵŝǀĞůƉƌŽĚƵĐƚŝĞ h (jan’ 21 - nov ’21, % t.o.v. ’20)

-0,3%

Duitsland ǁĂĂƌǀĂŶ͗ ƵŝƚƐůĂŶĚ

x 1.000 ton 10.000

-2,0%

&ƌĂŶŬƌŝũŬ Frankrijk

+2,1%

-1,4%

EĞĚĞƌůĂŶĚ Nederland

-2,5%

8.000

Verenigde Staten

+1,5%

Nieuw-Zeeland

+0,8%

Verenigd Koninkrijk

6.000

+0,2%

Argentinië

+4,0%

Australië

-0,9%

Wit-Rusland

+1,1%

Uruguay

4.000 -2,2%

+1,9% 0

2.000 30

60

90

-5,7%

120 150 x miljard kg

-10,7% 0

Totaalvolume in de periode januari-november 2021: 288,2 miljard kg (+0,6%).

Kaas

Boter

NMMP

MMP

WZ/: E 'ĞŵŝĚĚĞůĚĞ h ŵĞůŬƉƌŝũƐ (dec ’21 t.o.v. nov ’21, in %)

EĞĚĞƌůĂŶĚƐĞ ŶŽƚĞƌŝŶŐĞŶ ;ƚŽƚ ĞŶ ŵĞƚ ǁĞĞŬ ϱ ϮϬϮϮͿ

euro per 100 kg

euro per 100 kg

45 700 42

+1,7%

MMP

Boter

600 500

39

400 36

300 200

33 2019

2020

2021

100 jan-22

jul-21

jan-21

jul-20

jan-20

jul-19

jan-19

jul-18

jan-18

dec

jul-17

jan

jan-17

30

yWKZd tĞƌĞůĚŚĂŶĚĞů (jan’ 21 - okt ‘21, % t.o.v. ’20)

EĞĚĞƌůĂŶĚƐĞ ĞdžƉŽƌƚ Melkequivalenten

Waarde

x 1.000 ton NMMP

7.500

12.500

+3%

10.000 MMP Kaas

3.452

3.563

-0%

1.990

2.024

3.000

5.000 7.738

7.114

4.654

4.233 1.500

2.500 Boter en -olie

6.000 4.500

7.500 +3%

x miljoen euro

-4% 0

0 0

Bron: ZuivelNL

500

1.000

1.500

2.000 2.500 x 1.000 ton

jan-okt '20 EU

jan-okt '21

Derde landen

jan-okt '20 EU

jan-okt '21

Derde landen

www.zuivelnl.org

ZuivelZicht februari 2022

11_Marktcijfers_02R.indd 25

25

07-02-2022 13:17


BELRUBRIEK KAASPROMOTIE

KAASBEWERKINGSMACHINES

INDUSTRIËLE AUTOMATISERING

Jouw partner in procesautomatisering Zorgt voor: hoogwaardige automatiseringsoplossingen op maat

veilig en verantwoord werken business continuÏteit en betere traceerbaarheid

Actemium adviseert, ontwerpt, bouwt en onderhoudt industriële processen. Door onze marktgerichte kennis en gedreven aanpak maken wij van veelomvattende projecten een groot succes.

Meer weten? Neem contact op met Sebastian Taken: sebastian.taken@actemium.com - 31 (0)88 83 18 200

jouw verpakking onze trots

Zijdevloei kaasetiketten Zelfklevende etiketten Banderollen

Kijk op actemium.nl

IN- EN VERKOOP TANKS Ook online te bestellen!

0529 - 438 100

LUCHTBEHANDELING

| www.eshuis.nl

KAASVERWERKINGSMACHINES RVS TANK- EN APPARATENBOUW

22ZUI002_ADVERTENTIE.indd 26

03-02-2022 09:51


Samen kleuren we de wereld van kaas 115+ jaar

20+ jaar

150+ klanten

zuivelleverancier

kaascoatingspecialist

thuis in Nederland, wereldwijde levering

Graafsingel 18-22 | 6921 RT Duiven | Nederland +31 26 3186703 | info@in2food.nl | www.in2food.nl

22ZUI002_ADVERTENTIE.indd 27

03-02-2022 09:52


Tel 0522-463684

info@koster-nl.com

www.koster-nl.com

Duurzaam hergebruik van uw overtollige tanks en machines

Wij zijn doorlopend op zoek naar: - RVS tanks - Warmtewisselaars - Pompen - Poedermengers - Zeefmachines - Indampers - Losse roerwerken

We zetten onze expertise dagelijks in voor hergebruik van duurzame materialen

22ZUI002_ADVERTENTIE.indd 28

03-02-2022 09:52


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.