Jaargang 112 | Nummer 7 | Juli 2020
ZuivelZicht
De balans na vijf jaar exporteren zonder melkquota
AUSN U T R I A ‘Hier produceren en in China vermarkten, gaan goed samen’
A N A LY S E Stand van zaken op de mondiale melkpoedermarkt
De Nr.1 specialist in gereviseerde zuivelmachines Melk Yoghurt Boter Margarine Smeltkaas Kaas
2.000 machines in voorraad Garantie bij levering Snelle levertijden Lage investering Complete projecten
+31(0)348-558080 info@lekkerkerker.nl
www.lekkerkerker.nl
Wanneer kennis en
kwaliteit telt
De beste plank voor kwaliteitskaas
engineered wood products
Meer informatie: www.vidarwood.nl of tel. 0031 (58) 251 87 57.
INHOUD
12
6
24 Visie 6
Export Hoe staat het met de Nederlandse exportpositie vijf jaar na het afschaffen van de melkquota?
10 BelgiĂŤ Tevreden terugblik op 2019, maar vrees voor 2020
20 Karwendel Duits familiebedrijf scoort met lange-termijn-denken
22 Arla Foods Wereldwijde groeistrategie vooral buiten Europa succesvol
24 MOMA De melkboer is terug in Amsterdam
12 Nieuwe Wegen De strategie van Maurits Tepper Kaas is het belangrijkste exportproduct van de Nederlandse zuivelsector; bijna de helft ervan gaat naar de buurlanden. Foto: Shutterstock
Bedrijf 15 Ausnutria Interview met ceo Bart van der Meer
18 Dean Foods
Markt 26 Analyse De stand van zaken op de mondiale melkpoedermarkt
29 Marktcijfers De internationale zuivelmarkt in een oogopslag
Failliete boedel Amerikaanse zuivelgigant verdeeld
www.zuivelzicht.nl
ZuivelZicht juli 2020
3
• Nieuw en gereviseerde zuivelapparatuur
• RVS (proces) tanks • Ontwerp en realisatie van zuivellijnen ,XFMEBNXFH B 2973 -" Molenaarsgraaf The Netherlands T +31 184 64 1266 E info@heuvelzuivelmachines.nl www.heuvelzuivelmachines.nl
FT JS HEELKPRI EIKT? ME BER DE DEM BO DE
GA NAAR WWW.ZUIVELZICHT.NL VOOR ZUIVELNIEUWS UIT DE EERSTE HAND!
C. van ‘t Riet Zuiveltechnologie b.v.
t. 0172- 57 1304 m. info@rietdairy.nl i. www.rietdairy.nl
ZuivelZicht
ZI JLI JN
ZuivelZicht is een uitgave van BDUvakmedia ISSN 0165-8573 Postbus 67, 3770 AB Barneveld www.bdumedia.nl
vakmedia
Bouwstenen voor nieuw beleid
Hoofd content Peter Vorstenbosch Redactie ZuivelZicht Postbus 93044 2509 AA Den Haag T: 070 2191707 E: redactie.zuivelzicht@bdu.nl I: zuivelzicht.nl Hoofdredactie René van Buitenen E: r.v.buitenen@bdu.nl Contentregie Albert Schuurman E: redactie.vakmedia@bdu.nl Medewerkers aan dit nummer Jeen Akkerman, Sjaak van Hal, Robert den Hertog, Sjoerd Hofstee, Hermann-Josef Martin en Bert Westenbrink. Advertenties
Over 253 dagen is het zo ver. Dan weten we de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen en kan het formeren beginnen. De opmaat naar een nieuw kabinetsbeleid. De eerste aanzet daarvoor geven de schrijfcommissies van de politieke partijen. Zij leggen nu de laatste hand aan de verkiezingsprogramma’s. Wat zullen ze opschrijven? Je mag hopen dat ze zich niet beperken tot voor de hand liggende dossiers als het stikstofbeleid, de uitbreiding van Schiphol of de CO2-reductie. Het mag wel wat fundamenteler. Nederland heeft visie nodig. Bijvoorbeeld over de inrichting van ons land en hoe we de schaarse ruimte met elkaar verdelen. Over de gewenste wijze van voedselproductie. Of over de route naar economisch herstel.
Hielke van der Werf T: 020 5736056, E: h.v.d.werf@bdu.nl Abonnementen Abonnementsprijzen (12 nummers): € 134,30 (studenten € 75,90); buitenland: € 177,49 Proefabonnement (3 edities): € 12,41 Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Zakelijke abonnementen worden niet tussentijds beëindigd. Abonnementenservice Abonnementenservice BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld E: service@bdu.nl, T: 0342 494882 Op werkdagen bereikbaar tussen 8.00 uur en 16.30 uur. Ontwerp: GiesbersRetail, Duiven Druk: Vellendrukkerij BDU, Barneveld
Politici moeten verder kijken dan de hoofpijndossiers van nu
Van politici mag je een heldere visie op dergelijke thema’s verwachten. Zij moeten verder kijken dan de hoofdpijndossiers van nu. Want de uitbraak van het coronavirus duwt Nederland in een diepe crisis zoals het nu zich laat aanzien. Om er weer bovenop te komen is een visie voor de lange termijn noodzakelijk. Inclusief het besef dat een klein land als Nederland gebaat is bij internationale handel. Dat is cruciaal voor ons inkomen en onze welvaart. Het kan ons helpen uit de recessie te geraken. Afspraken tussen (groepen) landen zijn daarbij onontbeerlijk. Via handelsverdragen kunnen afspraken worden gemaakt, zodat alle spelers dezelfde regels hanteren en er een gelijk speelveld ontstaat. Daarin horen ook afspraken bij over voedselzekerheid en duurzame voedselsystemen. De Nederlandse agri-business en in het bijzonder de zuivelsector kunnen daarin een belangrijke rol spelen. Voorwaarde is wel dat bedrijven de ruimte krijgen om te ondernemen, vanzelfsprekend binnen de grenzen van het milieu én zelf ook hun verantwoordelijkheid nemen. Dat vergt van de overheid onderhoud van de infrastructuur, onder meer door te investeren in kennisontwikkeling en innovatie. Maar ook door bijvoorbeeld een eenduidig voedselbeleid te ontwikkelen. Dus niet én de Schijf van Vijf promoten én tegelijkertijd een afwijkend voedselkeuzelogo introduceren. Het zijn enkele bouwstenen die je verwacht in een schets voor toekomstig overheidsbeleid. René van Buitenen Hoofdredacteur
ZuivelZicht juli 2020
5
V I SI E
De zuivelexport na 2015
Het vergeten voordeel van de quotumafschaffing Vijf jaar geleden verdween de melkquotering. Sindsdien trok de melkveehouderij de aandacht met fosfaatellende en stikstofsores. Dat de zuivelsector tegelijkertijd honderden miljoenen euro’s extra het land binnen harkte, bleef buiten beeld. Daarom een overzicht van hoe het de zuivelexport de afgelopen jaren is vergaan. Tekst: RenÊ van Buitenen
6
ZuivelZicht juli 2020
V I SI E
De coronacrisis trok dit voorjaar alle aandacht weg voor het eerste lustrum van het quotumloze tijdperk. Begrijpelijk. Toch is er reden genoeg om terug te blikken op de eerste vijf jaren zonder productiebeperking. De Europese Commissie beëindigde in 2015 de melkquota omdat ze hun functie hadden verloren. De quota waren in 1984 ingesteld vanwege een groot overschot aan melk. Maar door de toenemende handel in de wereld en de groeiende vraag naar zuivelproducten, waren melkplassen en boterbergen al lang verdwenen. Daarmee was de melkquotering achterhaald. Per 1 april 2015 hief Brussel de productiebeperking na 31 jaar definitief op. Tot genoegen van de Europese zuivelindustrie. Die moest tot dan toe knarsetandend toezien hoe concurrenten uit Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten ongelimiteerd konden profiteren van de groeiende vraag naar zuivel op de wereld. Terwijl de melkproducenten in de EU aan de ketting lagen.
Kansen gegrepen?
Meer dan de helft van alle kaas die Nederland exporteert, gaat naar Duitsland en België. (Foto:NZO)
Nu, vijf jaar later is het de vraag of de Europese zuivelsector inderdaad heeft kunnen profiteren van de afschaffing van de melkquota. En zo ja, heeft Nederland ook zijn kansen gegrepen? Hebben we onze concurrentiepositie ten opzichte van andere lidstaten versterkt? Het antwoord op die vragen vinden we in de data van Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Commissie. Om maar met de deur in huis te vallen: de Europese Unie heeft flink geprofiteerd van de vrije zuivelmarkt. Natuurlijk kwam er vanaf 2015 veel meer melk in de EU. Maar de Europese zuivelproducenten exporteerden ook aanzienlijk meer naar de wereldmarkt. Dat heeft enkele miljarden euro’s extra opgeleverd. Die groei kwam niet opeens na afschaffing van de quota tot stand. Die was al eerder ingezet. Zoals de melkquota in de aanloop naar afschaffing in 2015 geleidelijk werden verruimd, zo nam ook de Europese zuivelexport al sinds 2010 stap voor stap toe. In tien jaar tijd groeide het exportvolume van bijvoor-
beeld kaas met 212 miljoen kilo (+31 procent). De exportgroei van mager poeder (+156 procent), wei (+50 procent) en boter (+38 procent) is ook indrukwekkend. Alle zuivelproducten die de 28 lidstaten van de EU vorig jaar aan de wereldmarkt verkochten, vertegenwoordigden bij elkaar opgeteld een waarde van € 11,9 miljard. In 2010 bedroeg de totale exportwaarde van de EU-zuivelsector nog € 7,2 miljard. Deze vergelijking op zich zegt weinig over een eventueel effect van de quotumafschaffing, halverwege het decennium. Om daar inzicht in te krijgen is de gemiddelde exportwaarde van de laatste vijf volle quotumjaren (dus 2010 tot en met 2014) afgezet tegen de gemiddelde exportwaarde in de eerste vijf quotumloze jaren (2015-2019). Dan blijkt dat de EU na 2015 elk jaar gemiddeld voor € 10,4 miljard aan zuivelproducten op de wereldmarkt verkoopt. In de vijf jaren vóór 2015 was dat € 8,9 miljard gemiddeld per jaar. Anders gezegd: sinds het einde van de melkquota exporteert de EU structureel voor € 1,5 miljard per jaar extra aan zuivelproducten.
De Europese Unie heeft flink geprofiteerd van de vrije zuivelmarkt Aandeel Nederland De grootste bijdrage aan de EU-zuivelexport levert Nederland. Dat was in 2010 al zo en ook in 2019 was Nederland nog de belangrijkste zuivelexporteur van de EU. Maar de voorsprong op de andere lidstaten loopt flink terug. Vooral de laatste jaren slinkt ons aandeel in de exportwaarde van de EU behoorlijk. Van elke € 100,00 die de EU met de zuivelexport naar de wereldmarkt verdient, was tien jaar geleden € 22,56 aan Nederland toe te schrijven. Vorig jaar was dat nog ‘slechts’ € 17,75. Als de
ZuivelZicht juli 2020
7
V I SI E
EU-zuivelexport in miljoenen euro's (bron: Eurostat) 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000
8,9 miljard gemiddeld p/j
10,4 miljard gemiddeld p/j
4.000 2.000 0 2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Nederlandse zuivelexport in miljoenen euro's (bron: Eurostat) 10.000 9.000 8.000
+ 11 % p/j
7.000 6.000 5.000 4.000 3.000
melkquota weg zijn is de Ierse uitvoer naar de wereldmarkt geëxplodeerd. Tussen 2015 en 2019 bedroeg de jaarlijkse groei van de exportwaarde 25 procent. Ierland is inmiddels de vijfde zuivelexporteur van de EU, na achtereenvolgens, Nederland, Frankrijk, Duitsland en Italië. Vergeleken met tien jaar geleden hebben de Ieren, zowel België als Denemarken achterhaald. De groei is niet los te zien van de inspanningen van de Ierse overheid. Die lanceerde tien jaar geleden Food Harvest 2020, een programma om de landbouwproductie op te voeren. De zuivelsector kreeg een productiegroei van 50 procent als opdracht mee; te realiseren door meer af te zetten op de wereldmarkt. Dat is gelukt. Vooral na 2015 is het hard gegaan met de melkproductie in Ierland. De laatste vijf jaar leverden de Ierse boeren elk jaar gemiddeld 5 procent meer melk aan de fabrieken. Nergens in de EU steeg de melkproductie zo hard. Ter vergelijking: Nederlandse boeren produceerden tussen 2015 en 2019 jaarlijks gemiddeld 0,7 procent meer melk. Ook dat is niet los te zien van overheidsbeleid. De invoering van fosfaatrechten heeft de groeiambitie van de Nederlandse melkveehouderij geremd.
2.000
Naar elke uithoek
1.000 0 2010
2011
2012
2013
2014
trend zich doorzet raakt Nederland deze koppositie dit jaar kwijt. Dan wordt Frankrijk de belangrijkste zuivelexporteur van de EU. De Fransen waren in 2019 al goed voor 17,06 procent van de EU-zuivelexport, wat waarde betreft. Is de Franse uitvoer naar de wereldmarkt dan zo sterk toegenomen, sinds de melkquota verdwenen? Dat valt wel mee. In aanloop naar 2015 groeide de Franse zuivelexport veel harder, dan er na. Dat verschijnsel zien we opvallend genoeg bij alle grote melk producerende landen. Ook in Duitsland, het Verenigd
8
ZuivelZicht juli 2020
2015
2016
2017
2018
2019
Koninkrijk, Nederland en Polen groeide de uitvoer naar de wereldmarkt na het einde van quotering beduidend trager dan daarvoor.
Ierse opmars Er zijn slechts enkele zuivellanden die de groei van de exportwaarde na het einde van de melkquotering wisten te versnellen: Ierland en in mindere mate België en Italië. Vooral de ontwikkeling in Ierland valt op. Tussen 2010 en 2014 groeide de Ierse zuivelexport elk jaar met gemiddeld 7 procent. Sinds de
Inclusief de uitvoer naar andere lidstaten van de EU exporteerde Nederland vorig jaar voor in totaal € 7,8 miljard aan zuivelproducten. In werkelijk elke uithoek van de wereld komen Nederlandse zuivelproducten terecht: van Japan (vorig jaar goed voor € 143 miljoen aan Nederlandse kaas,
Weinig landen wisten hun exportgroei te versnellen na afschaffing van de melkquota
VISIE
boter en melkpoeder) tot aan Mexico, dat voor € 45 miljoen Nederlandse zuivel importeerde. Of van Chili (dat voor € 13 miljoen kaas importeerde) tot in Djibouti (kocht vorig jaar voor € 3,6 miljoen ongezoete Nederlandse melkpoeder). De wereldwijde faam van het Nederlandse kwaliteitsproduct is hier zeker debet aan. In tien jaar tijd is vooral China een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse zuivelsector geworden. In 2010 importeerden de Chinezen (inclusief de aanvoer via Hongkong) voor € 73 miljoen Nederlandse zuivelproducten. Inmiddels is de exportwaarde verdrievoudigd tot € 223 miljoen vorig jaar. Toch vormt China nog geen stabiele afzetmarkt. De exportwaarde fluctueert nogal. 2015 en 2016 waren topjaren. Toen kochten de Chinezen voor circa € 400 miljoen aan Nederlandse zuivel. Maar sterk schommelende boter- en poederprijzen hebben sindsdien tot een fikse daling van de exportwaarde geleid. China staat op de zevende plaats in de top-10 van Nederlandse zuivelbestemmingen.
Top 10 zuivelexporteurs
Zuivelexport naar de wereldmarkt voor en na afschaffing melkquota
Exportwaarde 2019 naar de wereldmarkt per lidstaat in miljoenen euro’s en het procentuele aandeel in de EU-zuivelexport. Bron: Eurostat
Ontwikkeling zuivelexport naar de wereldmarkt door de tien grootste zuivellanden, vóór en na afschaffing melkquotering in 2015. Ingedrukt in gemiddelde jaarlijkse groei per periode. Bron: Eurostat
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Nederland Frankrijk Duitsland Italië Ierland Denemarken België Polen Verenigd Koninkrijk Spanje
2.108 2.026 1.685 971 909 871 740 581 489 414
18% 17% 14% 8% 8% 7% 6% 5% 4% 4%
Daar vinden we op de negende plaats nog een derde land: Japan dat sinds de afschaffing van de melkquota veel meer Nederlandse kaas is gaan kopen. De laatste vijf jaar verdrievoudigde de Nederlandse exportwaarde van kaas naar Japan.
Dicht bij huis
Waar gaat de Nederlandse zuivel naar toe? Belangrijkste afzetmarkten voor Nederlandse zuivelproducten in 2019, uitgedrukt in miljoenen euro's, inclusief het procentuele aandeel in de totale export. Bron: Eurostat
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Duitsland België Frankrijk Spanje Italië Verenigd Koninkrijk China Griekenland Japan Zweden Polen Zuid-Korea Saudi-Arabië Verenigde Staten Koeweit
1.960 1.218 813 282 265 236 223 164 143 143 131 119 115 105 81
25% 16% 10% 4% 3% 3% 2% 2% 2% 2% 2% 2% 1% 1% 1%
Hoe lucratief exotische bestemmingen soms ook zijn, verreweg het grootste deel van de omzet boekt de Nederlandse zuivelsector gewoon dicht bij huis. En wat opvalt: die export neemt niet alleen toe, die groei versnelt sinds de melkquota verdwenen. In de periode 2010-2014 nam de Nederlandse zuivelexport binnen de EU jaarlijks met 5,6 procent toe. In de tweede helft van het afgelopen decennium groeide de waarde van de Nederlandse zuivelexport naar andere EU-lidstaten jaarlijks met gemiddeld 7,8 procent. Die groeiversnelling onderstreept nog eens hoe belangrijk Europa voor Nederlandse zuivelsector is. Zowel wat betreft de exportwaarde als het geëxporteerde volume. Het gros van alle zuivelproducten dat Nederland exporteert blijft namelijk in de driehoek Londen-Parijs-Berlijn. Van alle kaas die vorig jaar Nederland verliet, kwam meer dan de helft (57
jaarlijkse groei periode 2010-2014 1 2 3 4 5 6 7
Ierland Spanje België Italië Polen Duitsland Denemarken Verenigd 8 Koninkrijk 9 Frankrijk 10 Nederland
jaarlijkse groei periode 2015-2019
7% 22% 4% 6% 28% 9% 4%
25% 13% 10% 8% 6% 5% 5%
18% 13% 7%
4% 3% 1%
procent) in Duitsland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk terecht. Bij melk en room was dat zelfs 91 procent, Ook het merendeel van alle uitgevoerde boter (72 procent), vol poeder (70 procent) en wei (54 procent) ging naar ons omringende landen. Ruw geschat komt dat er op neer dat ruim 70 procent van alle melk die de Nederlandse zuivelindustrie verwerkt, binnen een straal van ongeveer 500 kilometer blijft.
De meeste Nederlandse zuivel blijft in de driehoek Londen-Parijs-Berlijn Uit de cijfers blijkt dat met name Duitsland en Belgïë steeds meer zuivelproducten van ons afnemen. In 2014 kwam 36 procent van de totale zuivelexportwaarde op naam van Duitsland en België. Sindsdien is het aandeel van beide buurlanden gestaag opgelopen naar 41 procent in het afgelopen jaar. België haalt de laatste jaren vooral veel meer kaas, melk en room uit Nederland. De groei van de export naar Duitsland zit vooral in de sterke toename van de afzet van boter en van ingedikte melk en room.
ZuivelZicht juli 2020
9
V I SI E
Zuivelhandelsbalans voor eerst sinds 2014 weer positief
Corona tempert optimisme Belgische zuivelindustrie De Belgische zuivelindustrie bereikte het afgelopen jaar nieuwe mijlpalen. Dit jaar zullen de resultaten naar verwachting aanzienlijk minder positief zijn. Tekst: René van Buitenen
Hoewel verslagjaar 2019 de hoofdmoot was, ging de jaarvergadering van de Belgische zuivelorganisatie BCZ vooral over de coronacrisis. Centrale vraag van de onlinebijeenkomst was hoeveel impact de crisis zal hebben op de resultaten van de Belgische zuivelsector. “We zullen omzet gaan verliezen dit jaar. Dat is zeker, maar in welke mate is niet te zeggen”, meent Renaat Debergh,
Belgische zuivelondernemingen haalden vorig jaar voor het eerst in de historie meer dan 4 miljard liter op bij melkveehouders. (Foto: Milcobel)
10
ZuivelZicht juli 2020
afgevaardigd bestuurder van de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ). “De markt is fragiel. We weten niet welke kant het op gaat. Het is echt koffiedik kijken.”
Hectische periode Zoals overal in Europa hebben ook de Belgische zuivelbedrijven een hectische periode achter de rug. Het overeind
houden van de logistieke keten terwijl de melkaanvoer opliep was onder de coronabeperkingen een grote uitdaging. “De zuivelindustrie heeft bewezen over voldoende veerkracht te beschikken en heeft de coronatest met glans doorstaan”, stelt de brancheorganisatie. “Zuivelondernemingen werkten nauw samen om de melk zo goed mogelijk te verwerken. Alle melk is opgehaald en
V I SI E
verwerkt.” Debergh is trots op zijn leden. “Zij hebben in moeilijke tijden, met creativiteit, flexibiliteit en extra inzet de bevoorrading van de winkels met melk en zuivelproducten kunnen garanderen.” De ‘lockdown’ in België zorgde voor een toename van de afzet van consumptiemelkproducten. Die steeg met 15 procent. Dat is slechts een kleine pleister op de wonde die de zuivelindustrie dit jaar zal voelen. Want behalve de weggevallen verkoop aan de horeca, daalden ook de opbrengstprijzen van zuivelingrediënten. Het effect zal van bedrijf tot bedrijf verschillen, vermoedt Debergh, maar zeker de ondernemingen die sterk afhankelijk zijn van de horeca een grote terugval in omzet hebben gehad. “Dat poets je niet weg.” De economische cijfers zullen over 2020 dan ook aanzienlijk minder goed zijn dan het afgelopen jaar, verwacht de BCZ.
Groei export Voor het eerst sinds vijf jaar kon de Belgische zuivelindustrie in 2019 weer een positieve handelsbalans overleggen. Dan kwam deels door de verminderde invoer van melk. Tegelijkertijd werd er meer geëxporteerd. De exportwaarde was zo’n € 90 miljoen hoger dan de invoer en kwam uit op € 3.478 miljoen. De groei komt geheel op naam van de wereldmarkt. “De stijgende uitvoer naar derde landen kan een uiting zijn van de voorbereidingen op de aanstaande Brexit”, vermoedt de zuivelorganisatie. Voorbeelden van andere factoren die de wereldmarkt blijven beïnvloeden zijn volgens de BCZ de soms onvoorspelbare wijzigingen in de Chinese invoer, het Russische embargo en het handelsconflict tussen de EU en de VS.
Melkaanvoer Ondertussen neemt het aantal melkveehouders gestaag af in België. Dat daalde net als in 2018 met 3 procent. In april telde België 6.756 melkveehouders, waarvan 60 procent in Vlaanderen en 40 procent in Wallonië. Deze verhouding is al jarenlang constant. De melkaanvoer steeg iets minder hard
dan voorgaande jaren, maar wel werd de voor het eerst in de geschiedenis de grens van 4 miljard liter melk bereikt. In tien jaar tijd is de Belgische melkproductie met 31 procent toegenomen. Een doorsnee melkveebedrijf in België leverde vorig jaar bijna 6 ton melk. De gemiddelde omvang van de melkveebedrijven zal nog wel even doorgroeien, maar in een geringer tempo vermoedt Debergh. “Ik verwacht dat het aantal uittreders wat kleiner zal worden de komende jaren. Er zijn namelijk al veel bedrijven gestopt. De grote bedrijven die je dan overhoudt, zullen gematigd groeien.”
Kritische verwerkers Dat komt ook omdat de zuivelbedrijven in België kritischer zullen worden in de aanname van extra melk. Debergh ziet een toenemende behoefte onder zuivelbedrijven om de melkaanvoer meer in overeenstemming te brengen met de vraag uit de markt. Hij wijst als voorbeeld op FrieslandCampina dat haar melkprijssystematiek twee jaar geleden uitbreidde met een mechanisme voor ‘gebalanceerde groei’. Daarmee kan de onderneming beter inspelen op de rendabele afzet van zuivelproducten en kunnen melkveehouders hun bedrijf meer in balans brengen met de marktontwikkelingen. Debergh: “Nog altijd komt het voor dat onze leden ineens worden geconfronteerd met melkveehouders die hun bedrijf verdubbelen en dan moeten ze maar zien hoe ze de melk kwijt kunnen. Dat kan niet meer. De bomen groeien niet tot in de hemel.”
V I SI E
Maurits en Jessica Tepper: de natuur als uitgangspunt
‘Laten zien dat het kan’ Er liggen kansen voor melkveehouders die natuurinclusief willen boeren. Om dat succesvol te doen, werkt een integrale aanpak het beste: de bodem verzorgen, het meest geschikte koeienras, een gesloten kringloop en melk en vlees lokaal tot waarde brengen. Deze ingrediënten dragen bij aan succes, nu en in de toekomst. Het is belangrijk om dat te vertellen, maar vooral om te laten zien dat het kan. Tekst: Jeen Akkerman
“We kunnen in Nederland een landbouwsysteem ontwikkelen waarmee we hoogwaardig voedsel produceren zonder onnodige belasting van natuur en milieu. Dan moeten we stoppen met mensen te vullen en weer beginnen met mensen te voeden. De combinatie van natuurinclusief werken en toepassing van moderne technologie zorgt voor een economisch verdienmodel, met een gezonde boterham voor de boer. En we kunnen onze kennis op dit punt
‘We moeten stoppen met mensen te vullen en weer beginnen met mensen te voeden’ exporteren naar andere dichtbevolkte delen van de wereld, die met vergelijkbare uitdagingen worstelen.”
Bijzonder bedrijf Maurits Tepper (40) heeft een duidelijke visie. En de drang om die werkelijkheid te laten worden. Daarmee is hij – samen met zijn vrouw Jessica (35) die deelneemt in hun gezamenlijke onderneming – een flink stuk op streek. In de afgelopen jaren bouwden ze een
12
ZuivelZicht juli 2020
bijzonder melkveebedrijf op in de Drentse dorpjes Sandebuur en Leutingewolde. Op deze twee locaties is in totaal 180 hectare grond in gebruik, waarvan een derde gangbaar grasland, een derde kruidenrijk grasland en een derde natuur. Er lopen blaarkop-koeien op, waarvan een deel wordt gemolken. De ondernemers laten melk en vlees verwerken en verkopen dat rechtstreeks aan lokale consumenten. Eytemaheert is de naam van de onderneming, die ook een voorbeeld voor anderen wil zijn.
Blaarkop Maurits glimlacht als we hem in de vergaderruimte van de ligboxenstal in Leutingewolde vragen hoe dit zo gekomen is. Hij is afkomstig uit een boerengeslacht. Zijn grootvader was als melkveehouder overtuigd van de blaarkop, een oud Gronings en sterk koeienras dat met weinig tevreden is en dan ook nog vlees en melk produceert. Al in zijn jeugd weet Maurits dat hij de groene sector in wil; hij volgt onder andere een opleiding aan de middelbare tuinbouwschool. Maar meer nog dan boer, is hij ondernemer. Na een cursus internationale bedrijfskunde gaat hij aan de slag bij een onderneming die zich toelegt op het sealen van elektroni-
Melkveehouders krijgen te maken met nieuwe beperkingen en nieuwe kansen. Hoe spelen ze hierop in? In deze serie komen ondernemers aan het woord die ieder op hun eigen manier de toekomst van hun bedrijf vormgeven.
ca-componenten. Op 26-jarige leeftijd koopt hij dit bedrijf en bouwt het uit tot een succesvolle onderneming.
Alternatief In 2015 kopen hij en Jessica een woonboerderij in Sandebuur, een mooie plek om met het gezin – ze hebben twee dochters van 5 en 7 jaar – neer te strijken. Maar al snel begint het agrarische bloed van Maurits weer te stromen; hij koopt een paar blaarkop-kalfjes en maakt plannen om een veehouderij op te bouwen die in balans is met de natuur in het gebied. Hij weet Jessica te overtuigen om mee te doen. In eerste instantie stelt ze als voorwaarde dat er niet gemolken gaat worden. Inmiddels is dat station gepasseerd: de blaarkoppen worden niet meer alleen voor de vleesproductie ingezet, Maurits is dit jaar gestart met het melken van 40 van de 130 beesten; hij hoopt dit op korte termijn uit te breiden tot 70. “Alleen op die manier kunnen we echt laten zien dat dit een levensvatbaar alternatief is voor de gangbare intensieve melkveehouderij.”
Meer kaas De koeien geven gemiddeld 19,6 kilogram melk per dag, met 3,5 procent eiwit en 4,8 procent vet. Naast het hoge vetgehalte is de bijzondere eiwitsamenstelling kenmerkend voor melk van blaarkoppen. “De melk bevat meer dan gemiddeld caseïne; zo kunnen we tot 25 procent meer kaas maken uit een liter van onze melk.” De relatief lage melkproductie wordt namelijk goedgemaakt door zelf de melk tot kaas te verwerken. Deze taak besteedt de ondernemer uit aan een kaasmakerij in Veenhuizen. De verkoop van de kaas
V I SI E
Maurits Tepper, melkveehouder die natuurinclusief werken combineert met moderne technologie tot een economisch verdienmodel. (Foto’s: Ivo Hutten)
vindt, net als die van het blaarkop vlees, plaats via een netwerk van lokale verkooppunten. Dit ondersteunt Jessica met een website die informatie over de producten bevat – 100% grasgevoerd – en de mogelijkheid biedt om online te bestellen.
Kostprijs Een tweede belangrijke factor in de economie van Eytemaheert is de relatief
lage kostprijs van melk en vlees. Het bedrijf voert geen externe producten zoals kunstmest of krachtvoer aan. “Daar ontvangen we dus ook geen facturen voor en dat scheelt een slok op een borrel”, aldus Maurits. De aanpak moet ervoor zorgen dat de bodem zich herstelt. Jarenlang kunstmestgebruik heeft ook in deze regio het bodemleven aangetast en de eens zo rijke en humeuze esgronden veranderd in
steriele grond met weinig absorberend vermogen. In plaats van kunstmest gebruikt Tepper twee soorten bemesting. De eerste is de mest van de koeien. Die komt op het land tijdens de weidegang, maar ook stalmest is belangrijk. Die wint de veehouder in een potstal, waar de mest vermengd met maaisel uit gepacht natuurland rijpt tot vruchtbare droge mest die in het voorjaar over het productie-grasland wordt uitgereden.
ZuivelZicht juli 2020
13
V I SI E
“Ja, in feite zijn we bezig om opnieuw vruchtbare esgrond te maken.”
Loonwerk Een tweede methode die Tepper toepast is de zogenoemde bokashi. Hiervoor kuilt hij natuurgras met een lage voedingswaarde in samen met kleikorrels en bacteriën. In plastic balen fermenteert het materiaal tot een organische meststof. “Onze aanpak brengt de bodem weer in balans. Zodra dat het geval is, spuit het gras de grond uit.” Een derde element dat de economie van zijn bedrijf bepaalt is loonwerk. Tepper voert in opdracht van natuurorganisaties, waarvan hij een groot deel van zijn areaal pacht, onderhoudswerkzaamheden uit. “Ik heb een trekker en andere machines, die ik op deze manier beter kan benutten.” Dit onderdeel draagt voor ongeveer een kwart bij aan het bedrijfsresultaat, schat Tepper. De melk is goed voor de helft en het vlees voor nog eens 25 procent. Daarnaast ontvangt hij, zoals alle boeren, toeslagen uit Brussel en natuurpremies, bijvoorbeeld voor een plas-dras voorziening voor de weidevogels. Het bedrijf van Maurits Tepper is een proeflocatie voor onderzoek naar de mogelijkheden om de blaarkop breder in te zetten voor natuurinclusieve kringlooplandbouw.
Winst Alles bij elkaar is zijn bedrijf winstgevend, zo vertelt de ondernemer. “Ons huidige financiële resultaat is vergelijkbaar met dat van een standaard melkveebedrijf met 150 melkkoeien.” Waarmee Tepper ook aangeeft dat hij deels nog in een opbouwfase zit, bijvoorbeeld met de investeringen in een
Een bijzonder koeienras Hun naam danken blaarkop-koeien aan de specifieke rode/zwarte vlek rondom hun ogen. Verder zijn de dieren egaal rood of zwart, met een witte punt aan de staart. Het ras, dat al werd beschreven in de late middeleeuwen, is van het dubbeldoel-type, met een iets grotere nadruk op vlees (60 procent) dan op melk (40 procent). Ze kalven gemakkelijk af en zijn zeer geschikt voor het omzetten van gras in vlees en melk. De provincie Groningen is de bakermat, aan het begin van de vorige eeuw bestond hier 90 procent van de veestapel uit blaarkoppen. Tot 1980 nam hun aantal in Nederland toe tot ongeveer 24.000, het aandeel in de veestapel was toen al flink geslonken. Eind jaren negentig werd het dieptepunt bereikt, met minder dan 1.000 volwassen blaarkop koeien in Nederland. Sindsdien maakt het ras een bescheiden come-back naar een kleine 2.000 dieren op dit moment, zo is te lezen op de website van SZH, de Stichting Zeldzame Huisdierrassen. Eytemaheert is door deze organisatie benoemd tot ‘erkend fokcentrum’. Dit betekent dat het bedrijf wordt gezien als ambassadeur voor (de instandhouding van) het bijzondere ras.
betere bodemvruchtbaarheid. En naast het financiële aspect telt voor hem ook het natuur-resultaat: meer weidevogels, meer soortenrijkdom in de natuur die hij beheert en de opbouw van een duurzaam veebestand, zijn blaarkoppen. Er zijn natuurlijk mensen die zeggen dat hij gemakkelijk praten heeft met een succesvolle onderneming buiten de agrarische sector achter de hand. “Ik weet dat sommigen zo naar ons kijken en denken dat wij van iedereen subsidie krijgen en gunstig worden behandeld door de overheid. De werkelijkheid is dat we zelf 2,5 ton hebben geïnvesteerd en we hebben 3.000 kilogram fosfaatrechten gekocht om te kunnen gaan melken.”
Traditionele bestuurders Naast aanvankelijke scepsis bij boeren in de regio, merken Maurits en Jessica Tepper inmiddels groeiende belangstelling voor hun aanpak. Ze timmeren er ook mee aan de weg, bijvoorbeeld samen met Wageningen UR. Eytemaheert is een proeflocatie voor onderzoek naar de mogelijkheden om de blaarkop breder in te zetten voor natuurinclusieve kringlooplandbouw. “Dat onderzoek is volgens mij hard nodig om Nederlandse veehouders meer mogelijkheden te bieden om kringlooplandbouw in de praktijk te brengen. Helaas zijn we voor onderzoeksgelden afhankelijk van commissies waar ook traditionele landbouwbestuurders in zitten die het geld liever blijven besteden aan intensivering”, aldus een kritische Tepper. Met of zonder onderzoeksgelden, het ondernemende stel wil laten zien dat het kan: de natuur verantwoord gebruiken om gezond voedsel te maken voor mensen in de regio. Waar staat hun onderneming over vijf jaar? Maurits kijkt naar buiten, over het karakteristieke coulissen-landschap van Noord-Drenthe. “Meer weidevogels en meer biodiversiteit in dit gebied. Zodat we kunnen blijven oogsten om mensen te voeden. En daar een goede boterham aan verdienen.”
14
ZuivelZicht juli 2020
B E D R I JF
Bart van der Meer, ceo van Ausnutria Dairy. (Foto’s: Ausnutria)
Bart van der Meer, ceo Ausnutria Dairy
‘Hier produceren en vermarkten in China gaan uitstekend samen’ Voor internationale zuivelbedrijven is Nederland het ideale productieland door onze mentaliteit, kwaliteit, hoge organisatiegraad en voedselveiligheid, is de ervaring van Ausnutria Dairy. Tekst: Sjaak van Hal
ZuivelZicht juli 2020
15
B E D R I JF
De Ausnutria-fabriek in Heerenveen.
Als geboren Fries en voormalig bankier bij de Rabobank, heeft Bart van der Meer van huis uit grote affiniteit met de Nederlandse zuivelindustrie en -coöperaties. Toen hij eind 1993 koos voor het zelfstandig ondernemerschap met investeringsmaatschappij PMH Investments, was investeren in Hyproca – nu onderdeel van Ausnutria Dairy – dan ook een voor de hand liggende
‘Ik durf de stelling aan dat de Nederlandse zuivel bij elke Chinese enquête in de top drie eindigt’ keuze. “Ik zag een gezonde Nederlandse onderneming met potentie die door hoogwaardige productontwikkeling verder zou kunnen groeien en met het collecteren en bewerken van melk een werkelijke toegevoegde waarde zou realiseren.”
16
ZuivelZicht juli 2020
Baby en kindervoeding Met de jaren volgden een aantal overnames, waarvan er één in 2008 een belangrijke wending betekent. Naast het vervaardigen van koemelkproducten, wordt de Hyproca Groep ook actief in geitenmelk. Van der Meer: “Het overgenomen bedrijf had het moeilijk in die periode, dus gingen we op zoek naar nieuwe producten en afzetmogelijkheden. Op basis van onze kennis en ervaring met poedermelk van koeien, gingen we baby- en kindervoeding maken op basis van geitenmelkpoeder. Hiermee richtten we ons op de Aziatische markt, met name China. Het idee was dat wij in Nederland voor de producten zouden zorgen, dus het produceren van melkpoeder voor baby-en kindervoeding, en in China zochten we een partner voor de distributie en afzet. Er waren meerdere geïnteresseerde partijen, maar uiteindelijk gingen we een joint venture aan met Ausnutria Dairy, een beursgenoteerde onderneming in Hong Kong. Belangrijk voor ons was dat zij in China over een
groot distributieapparaat beschikken, met de bijbehorende expertise, ook op het gebied van marketing. De naam van ons bedrijf veranderde in Ausnutria Hyproca en in 2018 werd dit Ausnutria, voor een betere herkenbaarheid in de internationale markt van baby- en kindervoeding.”
Nederland productieland van zuivel Dat de productie van melkpoeder ook na de overname in Nederland bleef, was vanzelfsprekend volgens Van der Meer. “De wortels van ons bedrijf liggen in Ommen, waar in 1897 de eerste zuivelfabriek werd opgericht. In die zin is de productiefaciliteit van Ausnutria door de jaren historisch bepaald. Daarnaast is het belangrijk dat onze Chinese partners de kwaliteit en expertise van de Nederlandse zuivelindustrie ook onderkennen als een grote meerwaarde. De hoge organisatiegraad in Nederland, waardoor de zuivelsector als een hechte eenheid opereert, is een belangrijk motief hierbij. Dit laatste zie
B E D R I JF
je terug in de onderlinge sfeer binnen de Nederlandse Zuivel Organisatie en aan de manier waarop we gezamenlijk problemen in de sector aanpakken. Zoals bij de MKZ-crisis in 2001, waarbij alle melkveehouderijen en de zuivelindustrie samen optrokken om de problemen het hoofd te bieden. China heeft ook zijn problemen gekend wat betreft voedselveiligheid, zoals het schandaal met de met melamine vervuilde babymelkpoeder in 2008. Sindsdien is de controle op baby- en kindervoeding daar enorm aangescherpt. Er zijn kwaliteitsplatforms en de overheid voert regelmatig steekproeven uit. Uit alles blijkt dat in China het vertrouwen in de productiekwaliteit en voedselveiligheid in Nederland groot is. En terecht! Met de NZO werken we voortdurend aan kwaliteits- en duur-
Kabrita is een van de merken van Ausnutria Dairy; kindervoeding op basis van geitenmelk.
zaamheidsprogramma’s, gericht op welzijn en gezondheid van mens en dier en aan de kwaliteit en duurzaamheid van het Nederlandse zuivelproduct. Ik durf de stelling aan dat de Nederlandse zuivel bij elke Chinese enquête in de top drie eindigt.”
Voortreffelijke samenwerking Ausnutria zag de meerwaarde van de Nederlandse zuivelindustrie als productieland, omgekeerd zag Hyproca ook wat Ausnutria voor de afzet op de Aziatische markt kon betekenen. Van der Meer vervolgt: ”In China weten ze echt waar ze over praten. Het opleidingsniveau is er hoog en zij slagen er uitstekend in onze producten te vermarkten. Westerse bedrijven zijn nog wel eens huiverig om zaken te doen met China – men is soms bang om controle
en invloed te verliezen – maar wij werken al tien jaar lang voortreffelijk en succesvol samen met de Chinezen. Het bedrijf heeft een platte organisatie en zoekt voortdurend naar kansen voor het succes van morgen. Tweederde van de winst blijft in Nederland, wat ons de financiële middelen geeft om in het bedrijf te blijven investeren. Een goed voorbeeld is de forse uitbreiding van onze vestiging in Heerenveen de komende jaren. Als die gereed is, staat er een hypermodern expertisecentrum.”
Beste koe, beste melk Tot slot wil Van der Meer nog iets kwijt over wat Nederland-zuivelland bijzonder maakt ten opzichte van andere zuivelproducerende landen. “Wij zijn uiteraard niet het enige land dat naar China exporteert. Denemarken, Duitsland, Frankrijk, de Verenigde Staten: elke land heeft zijn eigen kenmerkende producten en kwaliteiten. Dat geldt ook voor landen uit Oceanië, zoals Australië en NieuwZeeland. Wat Nederland agrarisch sterk maakt, is onze mentaliteit. De zuivelindustrie komt voort uit coöperaties en die worden sterk geleid op kwaliteit. De Nederlandse boer wil altijd eersteklas melk leveren en de beste koe levert de beste melk. Die tegeltjeswijsheid ken ik nog wel uit mijn tijd bij de Rabobank. Dankzij het bewaken van die kwaliteit is de industrie erin geslaagd door te groeien tot de huidige omvang, vooral ook door forse investeringen en veel energie te steken in goed onderwijs. Kijk naar Wageningen, waar studenten uit de hele wereld worden opgeleid en waar veel wordt geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling. Ook bijzonder is dat de sector ondanks haar omvang een hecht samenwerkingsverband is gebleven. Er zitten grote zuivelpartijen in die elkaars concurrent zijn, maar ze werken samen aan een gedeeld belang. Die hechte eensgezindheid onderscheidt ons van ander zuivelproducerende landen en daar mag de Nederlandse zuivelindustrie heel trots op zijn.”
ZuivelZicht juli 2020
17
B E D R I JF
Tumultueuze tijden in Amerikaanse zuivelsector
Gevecht rond overname boedel Dean Foods ten einde Dean Foods rondde de verkoop van alle bedrijfsactiviteiten in mei af. Zoals aangekondigd nam Dairy Farmers of America het grootste deel van de activa over. Ook Prairie Farms Dairy sloot een deal voor de aankoop van acht fabrieken. De overname riep in Noord- en Zuid-Carolina bezwaren op, onder meer van een dochter van de Nederlands-Belgische retailreus Ahold Delhaize. Tekst: Bert Westenbrink
Dean Foods vroeg op 12 november vorig jaar het reorganisatiefaillissement ‘Chapter 11’ aan, op 5 mei van dit jaar werd de laatste overnametransactie getekend. De ontmanteling van Dean Foods, de grootste producent van verse zuivel van de VS, volgde op jaren van ondermaatse resultaten. Aanhoudende dalende melkconsumptie in de VS en toenemende concurrentie van private labels waren de belangrijkste oorzaken van de
neergang van het kwakkelende zuivelconcern dat voor twee derde van de omzet afhankelijk was van de afzet van consumptiemelk. Op 12 november viel het doek met de aanvraag van Chapter 11. Dean Foods bleef melk verwerken en zuivel produceren in de maanden dat er onderhandeld werd over de verkoop van melkverwerkingsfabrieken, distributielocaties en merken. De melkverwerker had tot taak om de waarde van de
activa te maximaliseren. In het proces van overnames was Dairy Farmers of America de belangrijkste partij waarmee de melkverwerker in gesprek was. Tijdens de onderhandelingen en het verkoopproces dienden zich geen andere partijen aan met concurrerende aanbiedingen.
$433 miljoen DFA tekende een overeenkomst (Asset Purchase Agreement), voor de over-
De zuivelfabriek van Berkeley Farms in Hayward, Californië sluit de poorten als gevolg van de ondergang van Dean Foods. De merknaam is verkocht aan Producers Dairy Foods. (Foto: Mercury)
18
ZuivelZicht juli 2020
B E D R I JF
name van 44 melkverwerkingsfabrieken en koelinstallaties. De partijen kwamen met instemming van de faillissementsrechtbank in Texas een bedrag van $433 miljoen overeen, waarvan $325 miljoen in contanten en $108 miljoen in de vorm van een kwijtschelding van schulden die Dean Foods nog had uitstaan bij DFA. Met het Amerikaanse ministerie van Justitie sprak DFA af om uit de overgenomen bedrijfsactiviteiten de fabrieken in De Pere, Franklin en Harvard door te verkopen. Met Prairie Farms Dairy sloot Dean Foods een deal voor de overname van acht fabrieken, twee distributietakken en de nodige andere activa voor $75 miljoen. Andere activa werden verkocht aan Producers Dairy Foods (productiefaciliteit in Reno en handelsmerk Berkeley Farms), Harmoni, Inc (activiteiten onder de vlag van Uncle Matt’s) en Mana Saves McArthur (productiefaciliteit in Miami). De overname van de Meadow Gold Hawaii door de Industrial Realty Group voor $25,5 miljoen ketste af. De verkoop van de bedrijfsactiviteiten van Dean Foods werd in minder dan een half jaar afgerond. “We hebben een competitief verkoopproces gevoerd en zijn blij dat we deze overeenkomsten hebben bereikt, die volgens ons de beste weg vooruit zijn voor onze belanghebbenden”, zei Eric Beringause, ceo van Dean Foods.
Bezwaren Beringause ging in zijn toelichting voorbij aan de bezwaren die werden gemaakt tegen de deal. Dat gebeurde in mei. Supermarktketen Food Lion, een dochteronderneming van de Nederlands Belgische retailer Ahold Delhaize, diende samen met Maryland and Virginia Milk Producers Cooperative Association (MDVA) een bezwaar in tegen de overname door Dairy Farmers of America. De retailer en de melkveehouders vreesden schadelijke gevolgen van de transactie en stelden dat DFA te veel marktmacht krijgt, in de hele VS maar met name in Noord- en Zuid-Carolina, waar DFA
Zuivel VS in crisis door corona Met twee grote melkverwerkers in faillissement beleeft de Amerikaanse zuivelsector tumultueuze tijden. De coronacrisis deed daar nog een schepje bovenop, de uitbraak van het virus trof de zuivelindustrie in de VS hard. Door sluiting van restaurants en scholen viel een flink deel van de melkconsumptie weg, de afzet in de detailhandel kon dat bij lange na niet compenseren. Door de afname zagen melkveehouders zich genoodzaakt de productie te verminderen, sommige dumpten melk of gaven deze weg. De instortende melkconsumptie leidde ook tot extreme volatiliteit in de prijzen die boeren voor hun melk kregen. Het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) maakte $2,9 miljard vrij voor directe steun aan alle Amerikaanse melkveehouders. Het geld kwam uit het Coronavirus Food Assistance Program (CFAP), onderdeel van Coronavirus Aid, Relief, and Economic Security (CARES) Act. Aanvankelijk was er sprake van een steunkrediet van maximaal $125.000 per bedrijf, maar dat bedrag werd na protesten uit de sector verhoogd naar $250.000. Ook het in zwaar weer verkerende Borden Dairy kreeg steun van het ministerie onder de vlag van coronasteunprogramma: het zuivelconcern tekenende een contract voor de levering van 700 miljoen porties verse melk aan nonprofitbedrijven.
drie fabrieken overneemt van Dean Foods en MDVA nog de enige concurrent is en Food Lion meer dan duizend winkels heeft. Beide partijen eisten dat DFA een van de drie overgenomen fabrieken zou afstoten. In hun motivatie schetsten de retailer en de melkveehouders dat de overname zal leiden tot een monopolie van DFA in de bevoorrading van de zuivelketen, het einde van familiebedrijven in de melkveehouderij en hogere prijzen voor consumenten. Het verzet op basis van de antitrustwetgeving vindt plaats tegen de achtergrond van een jarenlange afnemende melkconsumptie op de Amerikaanse markt. De krimp leidt tot grootschalige bedrijfsbeëindigingen onder melkveebedrijven en brengt naast Dean Foods andere melkverwerkers in de problemen, zoals Borden Dairy.
De ceo van Borden Dairy wil inspelen op het veranderende consumptiegedrag
Borden Dairy Ook Borden Dairy, evenals Dean Foods sterk gericht op consumptiemelk, heeft ‘Chapter 11’ aangevraagd. Dat gebeurde in januari van dit jaar. Het concern heeft te lijden onder ‘de stijgende kosten van rauwe melk en de marktuitdagingen waar de zuivelindustrie mee te maken heeft’, zoals ceo Tony Sarsam het zei bij de faillissementsaanvraag. Dat was nog voor de coronacrisis die het bedrijf voor nieuwe problemen stelde met de vraaguitval van melk in restaurants en op scholen (zie kader). Maar anders dan Dean Foods wil Borden Dairy, de op een na grootste melkverwerker van de VS met ‘Elsie the Cow’ als bekend uithangbord, de speciale Chapter 11-status gebruiken om te overleven. Het concern kampt met een forse schuldenlast. Als het lukt deze te saneren, heeft de melkverwerker perspectief, is Sarsams inzet. Daarbij wil de ceo inspelen op het veranderende consumptiegedrag met de ontwikkeling van gearomatiseerde melkproducten. Daarnaast zijn er kansen door het aanbod te verbreden, de yoghurt- en kaasconsumptie ziet al jaren in de lift in de VS.
ZuivelZicht juli 2020
19
B E D R I JF
Recordomzet voor Karwendel
Exquisa, Miree en Noa brengen oude Karwendel naar de top De Zuid-Duitse zuivelonderneming Karwendel bewijst nog maar weer eens dat je als relatief kleine speler op een markt toch succesvol kunt zijn. Na 94 jaar groeit en bloeit het familiebedrijf als nooit tevoren. Tekst: Hermann-Josef Martin
Het stadje Buchloe ligt ten westen van München, op een paar honderd kilometer afstand van het Karwendelgebergte dat Beieren met Oostenrijk verbindt. Er wonen zo’n 12.000 mensen en er staat een grote, hypermoderne zuivelfabriek. Die fabriek komt voort uit de kleine kaasmakerij die Franz Xaver Huber in 1909 oprichtte in het nabijgelegen Wessobrun. Zestig jaar lang richtte het traditionele bedrijfje zich op kaas: zachte, gesmolten en boerenkazen voor de lokale en regionale markten. Onder leiding van een nieuwe generatie van de familie Huber startte begin jaren negentig de productie van roomkaas en kwark, in verschillende smaken. Die bleken zo populair, dat het bedrijf sindsdien jaar na jaar groeide.
Recordomzet Inmiddels werken er 520 mensen in de zuivelfabriek in Buchloe, de enige productielocatie die het bedrijf rijk is. Sinds 2001 staat Wilfried Huber aan het roer, namens de derde generatie van zijn familie binnen het bedrijf. Eerder dit jaar kon hij met trots het jaarverslag over 2019 presenteren: Karwendel meldt een recordomzet ter waarde van 424 miljoen euro. Dat betekent ten opzichte van 2018 een omzetstijging van 6 procent en vergeleken met 2017 zelfs een groei van meer dan 16 procent. Zo is het concern inmiddels in de top tien van Duitse zuivelproducenten beland.
20
ZuivelZicht juli 2020
Export Zou oprichter Franz Xaver Huber kunnen zien hoe zijn kaasmakerij er anno 2020 uitziet, hij zou het waarschijnlijk niet geloven. En evenmin dat het bedrijf nu vestigingen in het buitenland heeft. Duitsland is weliswaar nog altijd de belangrijkste afzetmarkt voor Karwendel-zuivel, maar de inkomsten uit export stegen vorig jaar met 3 procent tot een waarde van 157 miljoen euro. Er wordt geleverd aan 25 Europese landen.
De belangrijkste exportmarkt voor Karwendel is Italië, waar het in het Noord-Italiaanse Bolzano inmiddels een dochteronderneming heeft. Vanuit dit verkoopbedrijf levert Karwendel vooral roomkaas en kwark aan de Italiaanse markt. In Oostenrijk heeft het concern een soortgelijk bruggenhoofd.
Duurzaam Gevraagd naar het succes van zijn bedrijf, geeft ceo Wilfried Huber aan dat zijn familie al generaties lang vaart op
B E D R I JF
‘lange-termijn-denken’ en vanuit dat kader kiest voor duurzaam bedrijfsbeheer, lang voordat ‘duurzaamheid’ in de mode kwam. Als voorbeeld noemt hij de expliciete aandacht voor energiebesparing bij de productieprocessen. Karwendel investeerde meer dan eens in milieuvriendelijke faciliteiten, gebruikmakend van de modernste technologieën. Door verbeterde efficiëntie en de bouw van een warmtekrachtinstallatie verminderde het bedrijf zijn CO2-uitstoot met ruim 5.000 ton. Ook werd in samenwerking met het gemeentebestuur geregeld dat het afvalwater van Karwendel naar een grote biogasinstallatie stroomt, waardoor dit afvalwater bijdraagt aan duurzame energieproductie voor de lokale gemeenschap.
Exquisa Een andere succesfactor is ongetwijfeld dat de Hubers niet bang zijn om te innoveren en daarbij een goede neus hebben voor wat goed in de markt ligt. Helmuth Huber, de vader van de huidige ceo, lanceerde in 1969 het merk ‘Exquisa’. De romige kaasproducten waren in de beginjaren nog niet erg bekend in de regio’s waar Karwendel leverde: het gold
als innovatief. Het product viel in de smaak. In de decennia die volgden, breidde het bedrijf het Exquisaassortiment steeds verder uit met nieuwe smaken. Ook de verpakkingen werden in vorm en uiterlijk steevast aangepast aan de veranderende voorkeur van de consument. Exquisa is in middels uitgegroeid tot een zeer bekend merk in Duitsland, Oostenrijk en delen van Italië.
Miree als groeimerk Een tweede succesvolle merknaam uit de Karwendel-stal is Miree. Het betreft Franse roomkaasbereidingen, verkrijgbaar in twaalf varianten. Miree geldt op dit moment in Duitsland als marktleider binnen het segment. Om die positie nog te verstevigen, werkt het bedrijf aan een restyling. De Miree-producten krijgen een moderne, meer in het oog springende verpakking. Marketing manager Gernot Döffinger van Karwendel meldt dat Miree ‘het hoogste percentage herhaalaankopen heeft binnen de groep van vergelijkbare producten’. Het bedrijf zal de vernieuwde Miree-lijn deze zomer lanceren met een reclamecampagne op ‘alle relevante tv-kanalen’, geeft Döffinger aan.
Noa voor de vegan-markt Sinds 2016 zet Karwendel een vegan-productlijn in de markt: Noa. Niet voor het eerst is het bedrijf er snel bij als het gaat om het vroegtijdig herkennen van een trend, gevolgd door concrete producten. Met als motto ‘geniet plantaardig’ zijn verschillende plantaardige melkvervangers ontwikkeld. Het gaat vooral om spreads en hummus. Nu de verkoop van dit soort artikelen in veel landen sterk stijgt,
De romige kaasproducten waren in de beginjaren nog niet erg bekend investeert Karwendel opnieuw. Sinds vorige maand liggen vier ewr nieuwe hummusversies en drie nieuwe vegan spreads in de winkels. Volgens het internationale marktonderzoeksbureau Nielsen steeg de Duitse verkoop van dit soort trendproducten in 2019 met maar liefst 36 procent. In Duitsland is Noa inmiddels het snelst groeiende merk voor dergelijke spreads.
De melkfabriek in het Zuid-Duitse Buchloe, vlak bij München is het enige productiebedrijf van Karwendel Milchwerke, dat vorig jaar 424 miljoen euro omzette. (Foto: Karwendel)
ZuivelZicht juli 2020
21
B E D R I JF
Arla Foods:
Wereldwijde groeistrategie vooral buiten Europa succesvol Arla Foods kreeg de laatste jaren vaste voet aan de grond in het Midden-Oosten. Ook in andere niet-Europese landen zoekt de Deense zuivelonderneming groei. De vraag is wat de coronacrisis met de ambities doet. Tekst: Hermann-Josef Martin
Arla Foods beleefde in 2019 een topjaar. Over het geheel genomen goede jaarcijfers, betere posities op een aantal belangrijke wereldmarkten en ook succes aan de kostenkant. Het kostenbesparingsprogramma ‘Calcium’ dat tussen 2018 en 2020 een bedrag tussen de 65 en 90 miljoen euro moest opleveren, blijkt al gehaald. Volgens Arla is inmiddels voor ruim 97 miljoen euro bespaard. Maar hoe vergaat het een wereldspeler
op de zuivelmarkt zodra er een pandemie uitbreekt? In een prognose voor 2020 maakt de Raad van bestuur van Arla Foods duidelijk dat men zich qua bedrijfsresultaten geen zorgen maakt. Het concern is dusdanig ‘breed’ en internationaal, dat positieve en negatieve effecten elkaar in evenwicht zullen houden, luidt de redenering. Daarom houdt men vast aan de prognose dat 2020 een winst van 2,8 tot 3,2 procent
oplevert. De niet-Europese bedijfsdivisies zullen daar meer dan ooit een belangrijke rol in spelen. Eind mei 2020 verklaarde de Raad van Bestuur van Arla tegenover een groep investeerders dat het concern de genoemde bedrijfsdoelstellingen voor 2020 zeker gaat halen. De belangrijkste markten van het concern liggen nog altijd binnen Europa. Vier landen zorgen voor bijna tweederde van de totaalomzet: het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Duitsland en de thuishaven Denemarken. Een overzicht.
De Britse eilanden
Smeerbare vetten van Arla Foods in een supermarkt in Maleisië. De bedrijfsactiviteiten buiten Europa worden steeds belangrijker voor het Scandinavische zuivelconcern. (Foto’s: Shutterstock)
22
ZuivelZicht juli 2020
Vorig jaar daalde Arla’s omzet in het Verenigd Koninkrijk met 0,3 procent tot bijna 1,8 miljard euro. De daling heeft alles te maken met de Brexit, die de positie van de pond ten opzichte van de euro verzwakte. De Britse dochteronderneming van Arla rapporteerde over 2019 een omzetgroei van 0,4 procent. Boter, gemengde vetten, kaas en yoghurt deden het goed en bepaalde submerken sprongen er echt uit: het op de foodservice-sector gerichte ‘Arla Pro’ groeide zelfs met liefst 45 procent. Ook de zachte vetten en boter van het merk Anchor, de Castello-kaas en de Starbuckskoffiedrankjes boekten aansprekende resultaten. De drinkmelkdivisie daarentegen had last van hevige concurrentie en zag de opbrengsten wat terugvallen. Al met al goede resultaten, maar door de koers van de pond betaalt zich dat niet navenant uit.
B E D R I JF
Arla Foods ziet de afzet van Skyr toenemen. Daarom investeert het bedrijf in extra capaciteit voor de producten onder dit merk.
Zweden In buurland Zweden zette Arla in 2019 voor circa 1.3 miljard euro om, 1,1 procent minder dan in 2018. Ondanks die lichte daling boekte Arla Sverige AB ook successen. De afzet van boter en kaas bereikte bijvoorbeeld een recordniveau. Verder lijkt de begin dit jaar geïntroduceerde haverdrank Jörd veelbelovend. De drank is er in drie smaken, met steeds een andere basis: haver, biologische gerst en biologische hennep. Jörd richt zich op de veganistische markt en is inmiddels ook verkrijgbaar in Denemarken en Engeland. Het Deense moederbedrijf investeerde vorig jaar naar eigen zeggen tientallen miljoenen in modernisering van verschillende Zweedse zuivelfabrieken. Ruim 6,5 miljoen euro betrof capaciteitsuitbreiding van een fabriek in Jönköping, gericht op extra productie van lactosevrije zuivelproducten.
Duitsland In Duitsland moest Arla duidelijk terrein prijsgeven: de omzet daalde vorig jaar met 7,2 procent tot 1,1 miljard euro. Dat is 88 miljoen euro minder dan in 2018. Momenteel is Arla Foods Germany de op drie na grootste melkverwerker van Duitsland. Het moet alleen de DMK
Group, de Theo Müller Group en Hochwald Foods voor zich dulden. In 2020 wil Arla zich weer laten gelden op de Duitse markt door fors te investeren in z’n belangrijkste merkartikelen. 2019 mag dan wat tegenvallen, maar het concern houdt onverminderd vast aan de ambitieuze doelstellingen die het ook voor de Duitse markt voor ogen heeft. De gewenste ommekeer moet vooral komen van trendgerichte, innovatieve productontwikkeling en extra investeringen in reclame en marketing.
Denemarken Thuisbasis Denemarken droeg vorig jaar voor circa 0,9 miljard euro bij aan Arla’s totaalomzet. De eigen merken ‘Arla’ en ‘Castello’ deden het goed (+ 4 procent) en verder zat de verkoop van biologische zuivel in de lift. Om aan de toegenomen binnenlandse vraag te voldoen, investeerde het bedrijf onlangs in extra
In 2020 wil Arla zich weer laten gelden op de Duitse markt door fors te investeren
productiecapaciteit voor biologische yoghurt en Skyr. Begin 2020 introduceerde Arla Danmark voor een deel van het assortiment een nieuw keurmerk: ‘Bedre Dyrevelf’. Dankzij een, twee of drie hartjes op de verpakkingen zien de consumenten hoe diervriendelijk het product is geproduceerd. Voor de extra kosten die melkveehouders maken om aan de hogere dierenwelzijnsnormen te voldoen, betaalt hen Arla per liter melk een bonus uit. Verder valt op dat Arla Danmark de verkoop van zijn lactosevrije zuivelproducten wist te verhogen met liefst 24 procent. Het zuivelbedrijf verwacht dat deze groei de komende jaren aanhoudt. Nederland was in 2019 goed voor een omzet van 507 miljoen euro. Merendeels betreft het verse zuivelproducten, maar de ‘dubbele groeicijfers’ kwamen uit een andere hoek: de koffiedrankjes van Starbucks, Arla Lactofree en Melkunie Protein.
China Na Nederland komt China met stip op plaats 6 in de rij van Arla’s belangrijkste afzetmarkten. In 2019 was het land goed voor een omzet van 292 miljoen euro, een stijging van bijna 20 procent vergeleken met 2018. Na Finland (plek 7, 1,2 procent groei) volgt een andere groeimarkt: Saudi-Arabië kocht voor ruim 250 miljoen euro aan Arlaproducten (+ 15,6 procent). Na de overname van Mondeléz wil het bedrijf doorgroeien in het Midden-Oosten en delen van Noord-Afrika. Ook de uitbreiding en modernisering van een grote zuivelfabriek in Bahrein past in dit plaatje. In België (plaats 9, omzetverlies 12,1 procent) leverde Arla in, maar de tiende plaats voor de Verenigde Staten (157 miljoen euro, een winst van bijna 3 procent) maakt veel goed. De stap voorwaarts op de grote, kapitaalkrachtige Amerikaanse markt zal Arla vertrouwen geven. De groei in de VS, het Midden-Oosten en China sluit sowieso naadloos aan bij ‘Good Growth 2020’, Arla’s in 2018 in gang gezette wereldwijde groeistrategie.
ZuivelZicht juli 2020
23
B E D R I JF
Moderne melkboer verovert Amsterdam De melkboer is terug in het Amsterdamse straatbeeld. Letterlijk en figuurlijk. We liepen een ochtend mee met dit initiatief om zuivel te verkopen én de dialoog tussen boer en burger echt te voeren. Tekst: Sjoerd Hofstee
Het is net 8.00 uur geweest deze vrijdag als Myrte Rischen aankomt bij biologische melkveebedrijf de Groene Griffioen in Weesp. Samen met een aantal van haar inmiddels twaalf parttime MOMAcollega’s verwerkte ze eerder die week vele liters melk tot onder andere karnemelk, hangop, yoghurt en chocolademelk. Ook gewone rauwe melk, louter gepasteuriseerd, wordt klaargezet in de tot zuivelbestelwagen verbouwde Renault 4. MOMA staat voor More than Milk Amsterdam en werd een paar jaar
geleden opgezet door Marten Verdenius, een jonge ondernemer die via melk de verbinding tussen stad en platteland wil herstellen. De zoon van twee huisartsen studeerde Milieukunde aan de Wageningen Universiteit en studeerde af in duurzaamheidsontwikkeling. Ruim een jaar geleden verwerkte hij samen met een aantal collega’s nog wekelijks 2.000 liter melk en andere zuivelproducten. Begin maart, net voor de coronacrisis, was dit al opgelopen tot meer dan 7.000 liter en was de weekproductie van de Groene Griffioen ontoereikend.
De coronacrisis gooide zeker even behoorlijk roet in het eten. Een paar dagen konden ze even helemaal niets, waarna de eerste creatieve klanten al belden die een Take a Way service hadden opgezet. “Ongeveer 3.000 liter, daar zit de verwerking en afzet inmiddels weer op”, vertelt Myrte begin juni terwijl ze de zuivelauto verder vol laadt. Het is de eerste keer sinds medio maart dat ze weer de straat opgaat om te venten. Een taak die zij en Marten tot voor kort samen afwisselden op vrijdags en zaterdags. Inmiddels breiden ze uit naar meerdere dagen met meerdere mensen en meerdere delen van de stad. “Het venten zorgt maar voor zo’n vijf procent van onze afzet en wellicht nog minder omzet”, licht ze toe. “Het zijn de Barista’s, horecazaken en de onlinekoffieverkopers die vooral melk via ons afnemen. Het verkrijgen van die klanten komt echter wel voort uit het letterlijk zichtbaar zijn op straat.” Melk uit de anonimiteit halen en vertellen wat voor verhaal er schuilgaat achter de productie van een flesje melk, plakje kaas en pakje boter. Dat is namelijk, naast een zo natuurlijk smakend product, de drijfveer van MOMA.
Links activistisch
MOMA ontmoet de eerste klanten na aankomst op de brug van de Jozef Israëlkade bij Amsterdam-Zuid. (Foto: Langs de Melkweg)
24
ZuivelZicht juli 2020
Denk daarbij niet dat Marten, Myrte en hun collega’s specifiek voor de boeren op de bres staan. “Ik kom zelf uit de links activistische hoek”, vertelt Myrthe met een glimlach. “Na mijn studie wilde ik echter graag onderzoeken hoe de verhoudingen tussen voedselproductie en de consument echt liggen. Daar is het verwerken van melk tot zuivel en dit vervolgens uitventen en prachtige manier voor. Met onze klanten op straat discussiëren we ook echt. Veel mensen vragen bijvoorbeeld of de kalfjes bij de
B E D R I JF
Groei MOMA dwingt Groene Griffioen tot keuzes MOMA huurt een ruimte voor de bereiding van zuivel en betrekt de melk van de Groene Griffioen in Weesp. Voor de melk betaalt MOMA 25 procent meer dan de biologische melkprijs die de melkveehouders anders ontvangen. De melk die verkocht wordt BusinessToBusiness levert € 1,30 liter op voor MOMA, bij BusinessToConsumer is dat € 1,60 per liter melk. De exponentiele groei die MOMA doormaakt, heeft ook voor de Groene Griffioen de nodige gevolgen, vertelt Jurre de Vos. Hij runt nu nog samen met zijn vrouw Hanna Hilhorst en het echtpaar Boy en Wendela Griffioen het bedrijf; In 2021 stappen zij over naar een eigen biologisch melkveebedrijf om dat zelfstandig te exploiteren. “De Groene Griffioen wordt dit jaar waarschijnlijk officieel zelfzuivelaars omdat we nu meer dan 50 procent van de melk verzuivelen”, vertelt De Vos. “Dat komt door de groei van MOMA. Dat is prachtig, maar heeft binnen de fosfaatwetging het negatieve bijeffect dat we minder koeien mogen houden op onze fosfaatrechten. Dit is omdat onze koeien minder melk geven dan de forfaitaire normen die voor zelfzuivelaars gelden. Voor dit bedrijf betekent dit dat we binnenkort een keuze moeten maken. Óf MOMA wordt een zuivelbedrijfje waar wij aanleveren óf zij moeten zo sterk groeien dat ze veel meer melk van verschillende boeren nodig zijn. In dat geval zijn wij ook minder kwetsbaar in tijden als die van Corona. Gelukkig konden we onze biologische melk nu nog aan FrieslandCampina leveren, die altijd al onze zuivelfabriek was, maar als MOMA langere tijd al onze melk afneemt, houdt die overeenkomst met FrieslandCampina ook een keertje op. Dit zijn de uitdagingen waar melkveebedrijven als deze, die alle melk direct afzetten naar de consument, ook mee hebben te dealen.”
koe blijven of dat zuivel consumeren niet slecht is voor het klimaat en milieu. Ik weet natuurlijk ook niet alles over het boerenbedrijf en heb daarom ook een boek mee met de titel ‘Vraag het de boer’. Klanten schrijven hun vraag op en ik vraag de boeren van de Groene Griffioen, om een antwoord erbij te schrijven. De volgende week komen de klanten dan vaak al direct op mij afrennen om het antwoord te bekijken.”
Diverse clientèle Het is 10.00 uur geweest en Myrte parkeert de Renault 4 vol met zuivel in de Rijnstraat op de brug van de Jozef Israëlkade, dicht tegen Amsterdam-Zuid aan. Ondanks dat het regent, komt de eerst klant meteen op haar af. Op gepaste afstand wacht de volgende belangstellende reeds op zijn beurt. De eerste klant koopt een paar flessen
wel, maar ik ben niet zo’n moraalridder. Als zij mijn flesjes elke week vult met die heerlijke romige melk ben ik al tevreden.”
Natuurherstel Myrte hoort het lachend aan terwijl ze haar auto weer inpakt. “Dit soort gesprekken voer ik elke vrijdag. Bij elke stop waar ik een uurtje sta te venten. Veel euro’s levert het venten trouwens niet op hoor. Zeker niet op dit soort regenachtige dagen. We zijn al blij dat we break-even draaien, maar het hoort bij ons totale concept. Samen met boeren, klanten en consumenten van de straat kijken we hoe we het geld het beste kunnen besteden aan projecten gericht op natuurherstel. Maar de volgende stop wacht, dus ik moet snel weer verder. Tot ziens!” Advertentie
karnemelk. De regen deze ochtend maakt dat ze niet blijft hangen voor een praatje. De wachtende jongeman meldt zich dan bij Myrte. Hij heeft een vrije dag en ziet de MOMA hier voor het eerst staan. Hij is bouwvakker, vertelt hij en erg geïnteresseerd in hoe de ‘echte’ melk zal smaken. “Zo zie je maar dat het een zeer divers gezelschap is dat echt geïnteresseerd is ons product”, zegt Myrte even later als de klant zijn weg vervolgt. Bellend op de fiets komt ras-Amsterdammer Marcel Herremans aan bij Myrte haar inmiddels handig in elkaar gezette ‘toonbank’. “Ik kom hier echt voor de smaak”, vertelt Herremans. “Als je één keer de smaak van deze melk hebt geproefd, wil je niet meer anders. En het gezellige praatje vind ik ook zo leuk hè”, vertelt hij breed lachend. “Het verhaal erachter ken ik
ZuivelZicht juli 2020
25
MARK T
Analyse Annual Insight
Mondiale melkpoedermarkt: een overzicht en vooruitkijken Maandelijks analyseert Annual Insight in ZuivelZicht de ontwikkelingen in de zuivelmarkt op basis van data. Het bedrijf gelooft dat het gebruik van data in toenemende mate van belang is om de juiste strategische beslissingen te kunnen nemen. Deze maand schetsen we een beeld van de mondiale melkpoedermarkt, en kijken we vooruit in het licht van het coronavirus. Tekst: Robert den Hertog
26
ZuivelZicht juli 2020
MARK T
Industriële koeling Highcare Kaasrijping Cleanrooms Airconditioning Maatwerk
Vorige maand concludeerden we dat de relatie tussen olie en (export)zuivel in het verleden vanuit de aanbodkant grotendeels is gestoeld op toeval. Daarnaast zijn de ‘commodity’s’ sinds 2015 minder sterk gecorreleerd, mede door de afnemende invloed van olie op de samenleving, die steeds meer gericht is op verduurzaming en elektrisch rijden. Wat zien we in 2020, wanneer de olieprijzen sterk dalen? En vanuit welk vertrekpunt kijken we, gezien de markt eind 2019? In onderstaande analyse gaan we in op deze vragen.
• Azië China is de driver wat betreft van de absolute omvang én groei van de import van melkpoeders van Azië. Recent maakte het Agrarische ministerie bekend dat we de komende jaren (tot 2030) nog zeer sterke zuivelconsumptie-, productie- en importgroei kunnen verwachten. Hiermee zal ook de melkpoedervraag onverminderd hoog blijven. Onderzoeksbureau Nielsen gaf onlangs aan dat ook de babymelkpoedermarkt zeer interessant blijft.
• Europa Wie regeren op de wereldmarkt? Uit de analyse van de wereldwijde melkpoedermarkt blijkt dat een beperkt aantal landen een zeer groot aandeel in de melkpoederhandel heeft. We analyseren de importvolumes en prijzen om hier de vinger op te leggen.
Nederland speelt een grote rol als het gaat om melkpoeder handel en is met 351.000 ton import verreweg de grootste importeur in Europa. Gekeken naar export moet Nederland, Duitsland, Frankrijk en België voor zich laten wat betreft volume. DE verwachting is dat
Voets & Donkers ontwikkelt met grote precisie luchtbehandelingssystemen die exact de juiste condities creëren voor kaasrijping.
www.voetsdonkers.nl
MARK T
de volumes van Nederland zullen toenemen in de toekomst, gezien de groei van de Nederlandse melkpoederhandelsbedrijven. China is voor Nederland een beperkte markt qua omvang (12.000 ton, ~1 procent), Nieuw-Zeeland heeft een van 83 procent aandeel in China, wat gelijk staat aan de export van 763.000 ton aan melkpoeders.
• Amerika Mexico importeert een groot volume aan melkpoeders, waarvan het meeste uit de Verenigde Staten komt. De Mexicaanse verwerkingsindustrie is niet in staat om tegen de juiste kwaliteit en prijs melk te ‘verpoederen’, waardoor het de voorkeur geeft aan import. Hierdoor zal de melkpoederimport met de ontwikkeling van de consumptie en industrie meebewegen.
• Afrika Net als Amerika een daling in het laatste jaar als we kijken naar het importvolume. Er zijn drie grote markten, die 72 procent van het volume importeren, en importprijzen zijn vergelijkbaar. In het laatste jaar is Nieuw-Zeeland het hardst geraakt door het lagere volume, terwijl Nederland en Argentinië het de export naar Afrika zelfs laten toenemen.
• Oceanië Qua import de kleinste markt, waar de meeste handel zelfs binnen Oceanië plaatsvindt. Nieuw-Zeeland is wel de nummer 1 als het gaat om melkpoeder export, met een 37 procent aandeel in het wereldvolume.
Wat gebeurt er dit jaar? Het importvolume in maart 2020
(exclusief export vanuit NieuwZeeland en naar Europese landen), is met 15.000 ton afgenomen ten opzichte van maart 2019. Prijzen zijn met gemiddeld 52 cent gestegen ten opzichte van een jaar eerder. De grootste dalingen vinden plaats in Amerika (Mexico) en Azië (Indonesië). Deze landen importeren respectievelijk 10,7 en 4,4 duizend ton minder dan een jaar eerder, wat gelijk staat aan dalingen van 15-30 procent. De afname vindt volledig plaats binnen mager poeder, terwijl vol poeder zelfs een stijging laat zien. China, het land met hoogste importvolume wereldwijd, laat een daling zien van bijna 1.000 ton, exclusief de export van Nieuw-Zeeland naar China. In februari was, inclusief Nieuw-Zeeland, nog een stijging te zien van 6.000 ton. Als we februari ook zonder NieuwZeeland analyseren, zien we ook in februari een afname in China. Op basis van berichten uit China kunnen we er vanuit gaan dat de import onverminderd hoog blijft.
Melkprijsontwikkeling Is er sprake van een crisis in de wereldwijde zuivelmarkt? Uiteraard moeten we in dit antwoord rekening houden met de verschillende regio’s in de wereld. Op basis van de conferenties van het IFCN Dairy Research Network, met experts uit meer dan zeventig landen, zien we twee epicentra waar grote melkprijsdalingen plaatsvinden: de Verenigde Staten en India (respectievelijk 29 procent en 19 procent daling ten opzichte van februari). Recent werden de Amerikaanse melkprijzen echter weer positief bijgesteld door het Amerikaanse ministerie van Landbouw. Zowel voor de korte als de langere (2021) termijn wordt een melkprijs van boven de 30 euro/100 liter geprognotiseerd. Naast de melkprijzen worden ook de prijzen voor kaas, boter en magere melkpoeder naar boven bijgesteld. Robert den Hertog is Industry Lead Zuivel bij Annual Insight.
28
ZuivelZicht juli 2020
MARK TCIJFERS
PRODUCTIE Melkaanvoer mondiaal (jan’20 - apr’20, % t.o.v. ’19) EU-27+VK waarvan: Duitsland Duitsland
Verwerking EU (jan’20 - apr’20, % t.o.v. ’19) Kaas
+1,7%
x 1.000 ton
3.500
+1,5%
Frankrijk Frankrijk
NMMP
x 1.000 ton 250
+1,6% 2.800
+3,4%
200
+16,4%
2.100
+0,7%
150
+0,8%
100
+18,3%
50
+11,9%
+3,2%
Nederland Nederland Verenigde Staten
+2,7%
Nieuw-Zeeland
-0,8%
Argentinië
+0,2% 1.400
+8,5%
+4,6%
+4,9%
+5,2%
Australië
700 Wit-Rusland
+0,9%
+5,6%
-4,2% Uruguay
+3,4% 0
0
15
30
45
60
0
Overig FR
75
x miljard kg
PL DE
Overig FR
IT
BE DE
DK NL
PRIJZEN Melkprijs (apr’20 t.o.v. mrt’20, in %)
Marktprijs (jun’20 t.o.v. mei’20, in %)
LTO melkprijsvergelijking 36
7.000
35
6.000
34
5.000
33 32
2018 2019 2020
-2,2%
31 jan
Mager melkpoeder ADPI
Boter 82%
€/100 kg
€/1.000 kg NL +13,4% WM -10,3%
3.000 2.500
4.000
2.000
3.000
1.500
2.000 jun-18
dec
3.500
jun-19
jun-20
€/1.000 kg
NL +10,6% WM -0,2%
1.000 jun-18
jun-19
jun-20
EXPORT Kaas (jan’20 - mrt’20, % t.o.v. ’19) Wereldhandel
Niet mager melkpoeder (jan’20 - mrt’20, % t.o.v. ’19)
Intrahandel EU
Wereldhandel
Intrahandel EU
x 1.000 ton 250 +11,0%
1.250
200
1.000
400
80
150
750
300
60
500
200
40
-5,4% -0,8%
100 +7,4%
50
x 1.000 ton +2,8%
250
0
500
NL*
VS
NZ
+7,3%
+6,5%
100
-6,8% +43,9%
0 EU
x 1.000 ton 100
-13,4%
0 EU*
x 1.000 ton
NL
-11,3%
20
-27,3%
0 NZ
EU*
NL*
VS
EU
NL
*Derde landen export
Bron: ZuivelNL
www.zuivelnl.org
ZuivelZicht juli 2020
29
BELRUBRIEK KAASPROMOTIE
KAASBEWERKINGSMACHINES
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Jouw partner in procesautomatisering Zorgt voor: hoogwaardige automatiseringsoplossingen op maat
veilig en verantwoord werken business continuÏteit en betere traceerbaarheid
Actemium adviseert, ontwerpt, bouwt en onderhoudt industriële processen. Door onze marktgerichte kennis en gedreven aanpak maken wij van veelomvattende projecten een groot succes.
Meer weten? Neem contact op met Sebastian Taken: sebastian.taken@actemium.com - 31 (0)88 83 18 200
Kijk op actemium.nl
IN- EN VERKOOP TANKS
LUCHTBEHANDELING
KAASVERWERKINGSMACHINES RVS TANK- EN APPARATENBOUW