Jaargang 112 | Nummer 9 | September 2020
ZuivelZicht
Analisten zien wereldzuivelmarkt ink doorgroeien 11_Cover_01L.indd 1
BUISM A N Van opslagbedrijf naar specialist in zuigelingenvoeding
G R A N A RO L O Noord-Italiaans zuivelbedrijf hard geraakt door corona
04-09-20 14:32
20ZUI009_ADVERTENTIE.indd 2
04-09-20 14:33
INHOUD
8
10
16 Visie 6
Carola Schouten ‘De agrifoodsector moet weerbaarder worden om beter bestand te zijn tegen crises’
8
Alexander Claeys ‘Bio- en gangbare landbouw moeten niet tegen over elkaar staan’
19 Vreugdenhil Melkpoederproducent boekt progressie in verduurzaming
20 Ammerland Een Duitse zuivelreus die nog volop in de groei zit
23 Granarolo Coronacrisis treft Italiaanse zuivelonderneming hard
10 Prognose De wereldwijde productie van melk zal de komende jaren flink toenemen, is de verwachting van de OECD en de FAO. Foto: Shutterstock
Marktanalisten voorzien verdere groei van de melkproductie in de wereld
14 Terugblik Duitse zuivelexporteurs niet ontevreden over eerste helft 2020
Bedrijf
Markt 24 Annual Insight Nader inzicht in de toegevoegde waarde van zuivelondernemingen
29 Marktcijfers De internationale zuivelmarkt in één oogopslag
16 Buisman www.zuivelzicht.nl
Familiebedrijf gespecialiseerd in zuigelingenvoeding
ZuivelZicht september 2020
11_Inhoud_01R.indd 3
3
04-09-20 14:32
UIN ? T N IE IJF KO E B E D R IN
• Nieuw en gereviseerde zuivelapparatuur
• RVS (proces) tanks • Ontwerp en realisatie van zuivellijnen
SA
,XFMEBNXFH B 2973 -" Molenaarsgraaf The Netherlands T +31 184 64 1266 E info@heuvelzuivelmachines.nl www.heuvelzuivelmachines.nl
GA NAAR WWW.ZUIVELZICHT.NL VOOR ZUIVELNIEUWS UIT DE EERSTE HAND!
Sijtsma N oord bv
EMS SYST TY E F
F OO D
P HACC
Specialisten in betonrenovatie, stralen, vloer- & wandcoating
IED
CERTIF
• Ruim 35 jaar dé specialist binnen de zuivel- en voedingsmiddelenindustrie • HACCP coating systemen voor vloeren, wanden, plafonds en pekelbaden • Werkzaamheden kunnen tijdens productieproces worden uitgevoerd 9&$ HQ +$&&3 JHFHUWLÀFHHUG
+31(0)517 23 22 00
20ZUI009_ADVERTENTIE.indd 4
info@sijtsma-noord.nl
www.sijtsma-noord.nl
04-09-20 14:34
ZuivelZicht
ZI JLI JN
ZuivelZicht is een uitgave van BDUvakmedia ISSN 0165-8573 Postbus 67, 3770 AB Barneveld www.bdumedia.nl
vakmedia Hoofd content Peter Vorstenbosch Redactie ZuivelZicht Postbus 93044 2509 AA Den Haag T: 070 2191707 E: redactie.zuivelzicht@bdu.nl I: zuivelzicht.nl Hoofdredactie René van Buitenen E: r.v.buitenen@bdu.nl Contentregie Albert Schuurman E: redactie.vakmedia@bdu.nl Medewerkers aan dit nummer Jeen Akkerman, Yves De Groote, Robert den Hertog, Hermann-Josef Martin Advertenties Hielke van der Werf
Tussen boer en beleid De agrarische sector moet weerbaarder worden. Dan is zij beter bestand tegen een crisis, vindt minister Schouten. Zij stelde dat onlangs in een terugblik op de afgelopen coronaperiode. De omslag naar andere, duurzamere productiemethoden moet volgens haar het wapen zijn tegen dergelijke crises. Ter ondersteuning van Schoutens pleidooi voor kringlooplandbouw publiceerde het ministerie deze maand een uitgebreid overzicht van alle initiatieven die deze kabinetsperiode zijn genomen, op weg naar een andere wijze van landbouw. Het laat zien hoever de minister is met de realisatie van haar visie. Uit het overzicht spreekt daadkracht. De takenlijst bevat al 37 vinkjes. De gerealiseerde opgaven variëren van het openstellen van een jongeboerenfonds tot de vorming van een Agroloket voor knellende regels
T: 020 5736056, E: h.v.d.werf@bdu.nl Abonnementen Abonnementsprijzen (12 nummers): € 134,30 (studenten € 75,90); buitenland: € 177,49 Proefabonnement (3 edities): € 12,41 Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Zakelijke abonnementen worden niet tussentijds beëindigd. Abonnementenservice Abonnementenservice BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld E: service@bdu.nl, T: 0342 494882 Op werkdagen bereikbaar tussen 8.00 uur en 16.30 uur. Ontwerp: GiesbersRetail, Duiven Druk: Vellendrukkerij BDU, Barneveld
Kringlooplandbouw? Vooral melkveehouders zijn er negatiever over
rond kringlooplandbouw. Nog 43 opgaven wachten op voltooiing. De minister is dus bijna halverwege. Des te wranger is het dat agrarische ondernemers er weinig van merken. Er rest geen andere conclusie na het lezen van de uitkomsten van een onderzoek dat het ministerie liet uitvoeren naar hoe de boeren en tuinders de omslag naar kringlooplandbouw beleven. Motivaction en Geelen Consultancy peilden de mening van de agrarische gemeenschap. Dat deden zij ook al in het voorjaar van 2019. Sindsdien zijn boeren en tuinders veel negatiever geworden over kringlooplandbouw. Het gros ziet er niks in. De cijfers spreken boekdelen. Nog maar een kwart van alle agrarische ondernemers vindt de omslag naar een andere vorm van landbouw onvermijdelijk. Een jaar geleden was dat nog een derde. Meer dan de helft van alle ondervraagden (51 procent) vindt dat de omslag alleen maar geld kost en niks oplevert. Een jaar terug dacht 37 procent er zo over. De bijgeleverde kritiek is niet mals. Er heerst niet alleen onvrede en onzekerheid over het beleid, de boeren vinden ook dat het ministerie weinig snapt van wat er in hun sector speelt. Vooral melkveehouders zijn negatiever geworden over kringlooplandbouw. Ze zien vaker dan hun collega’s de financiele nadelen en ze vrezen dat de omslag hen veel geld zal kosten. De coronacrisis speelt slechts bescheiden rol. De meerderheid van de boeren vindt de coronacrisis geen reden om het over een andere boeg te gooien. Waarschijnlijker zijn het de boerenprotesten en de stikstofcrisis die de kloof tussen boer en beleid hebben vergroot – alle initiatieven van de minister en bereikte resultaten ten spijt. René van Buitenen Hoofdredacteur
ZuivelZicht september 2020
11_Zijlijn_01R.indd 5
5
04-09-20 15:01
VISIE
Minister Schouten in Kamerbrief:
‘Agrifoodsector moet weerbaarder worden’ In een brief aan de Tweede Kamer schetste minister Schouten vorige maand de gevolgen van de coronacrisis. Haar voornaamste conclusie: de agrifoodsector moet weerbaarder worden. Tekst: René van Buitenen
De agrarische sector in Nederland moet zich beter wapenen tegen crises. Dat is de mening van landbouwminister Carola Schouten. In een brief aan de Tweede Kamer trok zij vorige maand de conclusie dat de coronacrisis heeft laten zien hoe kwetsbaar de landbouwsector is. Aanleiding voor de brief was de informele landbouwraad van 1 september. Daar had het Duitse voorzitterschap de voedselvoorziening in Europese Unie geagendeerd. Voor de minister reden om te analyseren hoe de agrarische sector de coronacrisis tot dusver heeft doorstaan. Voor Schouten is duidelijk geworden dat de bedrijfstak kwetsbaar is voor crises van de omvang als de coronacrisis. Dat is volgens haar een gevolg van de sterke mate van specialisatie van de agrifoodsector, zowel voor wat betreft de producten, de afzetkanalen (bijvoorbeeld horeca/food service industrie) als de afzetmarkten.
– zowel voor afzetmarkten als voor import van bijvoorbeeld sojaschroot voor de veevoederindustrie – maakt de Nederlandse agrofoodsector kwetsbaar. Daarnaast speelt ook in ons land onmiskenbaar de grote afhankelijkheid van arbeidsmigranten”, aldus Schouten in haar brief aan de Tweede Kamer. De minister houdt er rekening mee dat crises van het formaat covid-19 met grote mondiale gevolgen vaker zullen voorkomen – bijvoorbeeld als gevolg van geopolitieke spanningen, natuur- of klimaatrampen. Om die het hoofd te bieden zal de voedselketen sterker moeten worden. In de woorden van Schouten zijn dat “duurzame landbouwproductiesystemen die produceren in balans met wat de aarde kan dragen en met oog voor mens en dier”. Ze verwijst in dit verband in de Kamerbrief naar haar twee jaar geleden uitgebrachte nota ‘Waardevol en Verbonden’ waarin ze haar visie op kringlooplandbouw beschrijft.
Extra gevoelig Ook het feit dat de Nederlandse landbouw sterk op het buitenland leunt, maakt de sector in haar ogen extra gevoelig voor grote tegenslagen. “De grote afhankelijkheid van het buitenland
Risico’s spreiden Schouten vraagt aandacht voor vier punten die de agrifoodsector robuuster zouden kunnen maken Allereerst is het zaak dat de sector risico’s gaat spreiden.
‘De grote afhankelijkheid van het buitenland maakt de Nederlandse agrofoodsector kwetsbaar’ 6
22_Artikel_11L.indd 6
“Denk aan meer diversificatie in producten, maar ook in meer lokale, nationale en regionale c.q. Europese toeleveranciers van inputs of afnemers van landbouw- en voedselproducten.” De coronacrisis toont volgens Schouten aan dat bewegingen van mensen, transport van agrofoodproducten min of meer gewoon doorgang heeft kunnen vinden binnen Europa, ondanks de noodzakelijke beperkingen. “Dit onderstreept de meerwaarde van de interne markt. Door meer samenwerking op Europees niveau kan de afhankelijkheid voor import uit en export naar derde landen verminderd worden. Dit draagt niet alleen bij aan de versterking van de weerbaarheid van de Nederlandse en, in bredere zin, ook de Europese agrofoodsector, maar ook aan de gewenste verduurzaming van het voedselsysteem.” Om de sector robuuster te maken is het volgens de minister daarnaast belangrijk dat partijen nauwer gaan samenwerken. “Het stimuleren en versterken van samenwerking draagt bij aan het vergroten van de weerbaarheid. Het kan gaan om horizontale of verticale samenwerking tussen ondernemers c.q. ketenpartijen, maar ook om samenwerking tussen overheden.” Verder is het volgens Schouten relevant de sector minder afhankelijk wordt van menselijke arbeid. Ze bepleit een grote rol in de sector voor technologie en innovatie. Ook ziet zij mogelijk om de
ZuivelZicht september 2020
04-09-20 11:24
V I SI E
Minister Carola Schouten: “Het stimuleren en versterken van samenwerking draagt bij aan het vergroten van de weerbaarheid.” (Foto: LNV)
duurzame productie dichter bij huis te vergroten of om de distributie en afzet van voedingsproducten te faciliteren.
Ondernemersinstinct Tot slot zegt Schouten te geloven in het versterken van het ondernemerschap
van boeren. Daarmee bedoelt ze het versterken van de vaardigheden die ondernemers nodig hebben om kansen te zien, te benutten en waarde te creëren in balans met mens, dier en milieu. “De crisis heeft mooie voorbeelden laten zien van boeren en tuinders
Landbouwanalyse van coronacrisis Tijdens de informele landbouwraad in Koblenz gaven de landbouwministers de Europese Commissie de opdracht een gestructureerde analyse van de coronacrisis op te stellen: wat waren de zwakke punten, waar ontstonden de grootste tekorten, welke oplossingen zijn er? Met name de rol die onderzoek en innovatie – en vooral nieuwe veredelingstechnieken – kunnen spelen, moet in de analyse worden meegenomen. “De landbouw heeft een grote bijdrage geleverd aan het feit dat we de pandemie in ons gebied tot nu toe goed hebben kunnen beheersen”, stelde de Duitse minister van landbouw Julia Klöckner na afloop. “Maar een van de belangrijkste lessen van de crisis is dat we op sommige gebieden nog onafhankelijker worden van invoer uit derde landen – bijvoorbeeld in het geval van diervoeder of actieve ingrediënten in diergeneesmiddelen. We hebben afgesproken om Europese bedrijven concurrerender te maken op deze gebieden. Tegelijkertijd is het verheugend dat het bewustzijn en de waardering voor regionale productie en onze boeren tijdens de crisis is gegroeid. Dat willen we consolideren! Maar dat betekent niet isolement of consumentennationalisme. Op regels gebaseerde internationale handel, een efficiënte interne markt en regionale cycli zijn kanten van dezelfde medaille, geen tegenpolen.”
die met ondernemersinstinct alternatieve afzetmogelijkheden hebben weten te creëren voor hun productie.” Overigens stelt de minister dat tijdens de crisis in Nederland er geen moment sprake is geweest van voedselonzekerheid of van serieuze haperingen in de voedselvoorziening. In tegenstelling tot andere, meestal ontwikkelingslanden waar de toegang tot voedsel wel degelijk een probleem is gebleken. Schouten: “Voedselnationalisme/soevereiniteit is hierbij niet het antwoord, integendeel, het vergroot de kwetsbaarheid. Ook hier geldt mijns inziens dat diversificatie, innovatie en samenwerking belangrijke sleutels zijn tot voedselzekerheid. Diversificatie betekent in mijn ogen dat je je voor voedselzekerheid niet afhankelijk maakt van één land of regio. Dit vraagt om een open, op regels gebaseerd en duurzaam handelssysteem. Het vraagt tegelijkertijd ook om internationale samenwerking tussen kennisinstellingen, de private sector – inclusief boeren – maatschappelijke organisaties en overheden om de weerbaarheid van mondiale voedselsystemen te vergroten.“
ZuivelZicht september 2020
22_Artikel_11L.indd 7
7
04-09-20 11:24
VISIE
Alexander Claeys, nieuwe voorzitter Bioforum:
‘Communicatie tussen bio- en gangbare wereld is de sleutel’ Alexander Claeys, de nieuwe voorzitter van Bioforum in Vlaanderen, wil de biologische en de gangbare landbouw en voeding, en daarmee ook de zuivel, verder naar elkaar laten toegroeien. Communicatie tussen de bioen gangbare wereld is de sleutel voor succes. “De tijd is er rijp voor”, zegt de medeoprichter van kaasmakerij Het Hinkelspel. Tekst: Yves De Groote
Vanwege zijn ruime ervaring als melkverwerker is Alexander Claeys, gekozen tot de nieuwe voorzitter van Bioforum in Vlaanderen. Hij volgt veehouder Kurt Sannen op. Als lid van de werkgroep kaas van Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (Vlam) kent Alexander Claeys de zuivelindustrie in België. Samen met twee vrienden richtte hij in 1983 de coöperatieve kaasmakerij Het
Hinkelspel op. Economische crisis en werkloosheid heersten. “We zaten samen rond de tafel en wilden kaas maken. Geen fabriekskaas, nee, die was er al in overvloed. We waren op zoek naar smaak en authenticiteit en dus vertrokken we van rauwe verse melk, zonder toevoegingen.” Eerst was de melk niet biologisch. “Bio was en is nog steeds een extra element binnen onze visie over goed voedsel te
maken”, zegt Claeys. “We zijn pas in 1994 overgeschakeld naar biologische melk nadat we boeren hadden gevonden die hoge kwaliteit biologische melk konden leveren.” De biologische landbouw stond begin jaren tachtig nog in de kinderschoenen. Het Hinkelspel slaagde erin zijn leveranciers aan zich te binden doordat de veehouders hun melk leveren voor een zuivelproduct waar ze 100 procent achter staan. “Maar waar ze ook goed voor worden betaald, tot 10 cent meer per liter ten opzichte van gangbaar met als basis de reële kostprijs van hun melk”, voegt Claeys toe. “Dat is een belangrijk aspect binnen de biologische sector, waar de ganse keten regelmatig samenzit. Dankzij deze ketenwerking tussen boeren, verwerkers en verkopers komen we tot een faire prijs voor alle partijen en kunnen we kwaliteitsvolle producten leveren.”
Twee marktsegmenten
Een succesvolle groei van bio moet door de volledige keten gedragen te worden. (Foto: Joachim De Wilde)
8
22_Artikel_02L.indd 8
Van meet af aan slaagde Claeys met Het Hinkelspel twee sterk verschillende, marktsegmenten te bereiken: de biologische winkels en de kaasspeciaalzaken. “Voor kaasspecialisten is vooral de kwaliteit van de rauwe melk van belang, terwijl voor biowinkels uiteraard het bioaspect primeert. Door die twee te combineren hadden we makkelijk toegang tot beide verkoopkanalen, wat
ZuivelZicht september 2020
04-09-20 11:25
V I SI E
Biogarantie Belgisch
Alexander Claeys:“Praktijken die normaal zijn in biolandbouw worden nu ook meer en meer toegepast in de gangbare landbouw.” (Foto: Astrid Agemans)
hun specifieke visies ook heeft verruimd.” Volgens het meest recente marktoverzicht van Bioforum (maart 2020) maakten de aankopen aan biozuivel 21 procent van de Belgische biobesteding uit. Het marktaandeel biozuivel binnen het totale zuivelsegment bedroeg 4 procent. Binnen het zuivelsegment groeien zowel kazen, yoghurts, boter en desserten. Bioforum zien ook het aanbod aan biologische zuivel in de verkoopkanalen toenemen. Conventionele kaasmakerijen starten met de productie van biologische kazen. Biologische zuivel is ook te koop in de supermarkten.
een duurzaam landbouwmodel”, zegt Clayes. De Green Deal (routekaart om de economie van de EU duurzaam te maken, red.) ziet hij als een opportuniteit voor de verdere groei van bio in België. “Europa wil volgens de Green Deal tegen 2030 30 procent biolandbouw. Dat is ontzettend veel en betekent een omwenteling. Voor sommige landen is dat geen probleem, zoals Oostenrijk met 24 procent. De meeste landen zitten op 10, 11 procent. België rond 8 procent.” Persoonlijk ben ik niet zo voor het vooropstellen van streefcijfers; het belangrijkste is dat we onvermijdelijk en gestaag in die richting aan het evolueren zijn.”
Green Deal “Communicatie tussen de bio- en de gangbare wereld is voor mij als voorzitter een heel belangrijk aandachtspunt”, zegt de voorzitter van Bioforum. Door de klimaatverandering dringen zich andere landbouwmethoden op om droogte te bestrijden door een betere grondbewerking, zoals het inzaaien van robuustere grassoorten gemengd met klaversoorten voor natuurlijke stikstofverrijking en op die manier een gevarieerder rantsoen voor onze koeien, wat dan weer de smaak van het eindproduct verrijkt en inwerken van groenbemesters. “Praktijken die normaal zijn in biolandbouw worden nu ook meer en meer toegepast in de gangbare landbouw. Op die manier groeien de twee naar elkaar toe en komen we dichter bij
Biologo Om meer melkveebedrijven – en ook andere landbouwbedrijven – achter het biologo te krijgen, is een optie het aanpassen van de specificaties voor het biologo. “De Europese uitgangspunten van bio moeten uiteraard behouden blijven. Voor Bioforum is dit Europees biolabel het startpunt, namelijk een stevige, wettelijke basis die je nog kunt uitbreiden met specifiekere regels.” Biologische bedrijven die nog verder willen gaan, kunnen bijkomend ook aansluiten bij het nationale biogarantielabel in België.
Omschakelen Rekening houdend met de omschakeltijd (drie jaar maximaal) van gangbare
Bioforum en de Waalse biologische organisatie Unab en Probila willen sinds 2019 nog sterker inzetten op lokale origine en eerlijke prijs door middel van de lancering van een Biogarantie Belgisch-label. Een voedingsmiddel dat het ‘Biogarantie Belgisch’-logo draagt, is geproduceerd in België en ook het primaire ingrediënt moet er geteeld of gekweekt zijn. Er wordt een systeem ontwikkeld om de producenten een kostendekkende en faire prijs te garanderen. Eerlijke handel is volgens de initiatiefnemers meer dan alleen een eerlijke prijs. Eerlijke handelsvoorwaarden zijn gebaseerd op dialoog, transparantie en respect. Er moet dan ook minstens één overleg per jaar plaatsvinden tussen de producent en zijn afnemer over volumes, prijsbeleid en kwaliteitsvoorwaarden met het doel om afspraken te maken voor minstens één jaar. Verder is ook een korte betalingstermijn de basis van een duurzame handelsrelatie. De betaling aan de landbouwer dient binnen de dertig dagen na levering te gebeuren.
naar biologische landbouw is het belangrijk dat zuivelondernemers beseffen dat alleen een succesvolle groei van bio door de volledige keten dient gedragen te worden. “Natuurlijk begint de groei van bio bij de vraag van de consument – en die stijgt, onder andere door de coronacrisis – maar de boer moet die omschakeling wel realiseren door voldoende kwaliteitsvolle biologische producten te leveren”, onderstreept Claeys. “Boeren zullen gemotiveerd worden tot omschakelen door bindende afspraken met de retail en een correcte prijszetting. Dit vereist communicatie in de keten op regelmatige basis om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Op die manier kan er vertrouwen ontstaan om boeren de stap te doen zetten naar bio.”
ZuivelZicht september 2020
22_Artikel_02L.indd 9
9
04-09-20 11:25
VISIE
Nieuwe prognose OECD/FAO over zuivel:
Aanhoudende vraag drijft mondiale productie snel op De wereldwijde vraag naar zuivel blijft de komende jaren toenemen. Analisten van de FAO en de OECD voorzien vooral een toename van de vraag naar verse producten. Tekst: RenĂŠ van Buitenen
De vraag naar verse zuivelproducten is volgens de FAO de grote drijver achter de te verwachte toename van de zuivelproductie de komende tien jaar. (Foto: Shutterstock)
10
33_Artikel_03L.indd 10
ZuivelZicht september 2020
04-09-20 11:26
V I SI E
Er is geen enkel landbouwproduct in de wereld waarvan de productie de komende tien jaren zo snel zal toenemen dan melk. Die constatering komst van de OECD en FAO. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en de wereldvoedselorganisatie stellen elk jaar een uitgebreid rapport samen over de internationale voedselmarkt. Daarin kijken zij steevast tien jaar vooruit. De analisten van OECD en FAO verwachten dat de melkproductie in de wereld tot en met 2029 elk jaar met 1,6 procent toeneemt. Dat komt door de aanhoudende, wereldwijde vraag naar zuivel. Vooral de behoefte aan verse zuivel groeit. OECD en FAO ramen de groei van verse zuivelproducten op 1,0 procent per jaar. Dat is per hoofd van de (op zich al groeiende) wereldbevolking. De motor achter de oplopende vraag is de grotere welvaart in opkomende landen, zoals onder andere India en Pakistan. De verwachting is dat deze landen meer dan helft van de productietoename voor hun rekening zullen nemen. De melkproductie in de Europese Unie (na India de grootste producent) zal naar verwachting langzamer toenemen dan het wereldgemiddelde. Volgens OECD/FAO komt dat door de milieubeperkingen en beperkte groei van de vraag op de Europese markt. Niet alleen de afzet van verse zuivelproducten in wereld zal toenemen, ook de kaasverkoop gaat de komende tien jaar verder omhoog, vooral als ingrediënt van verwerkt voedsel op de Europese en Noord-Amerikaanse markt. Dat geldt ook voor melkpoeder. Met name daar waar de vraag naar dierlijke eiwitten sneller toeneemt dan de productie, zoals bij voorbeeld in Afrika. De sterkste groei van de vraag naar boter wordt verwacht in Azië.
Prijseffect Welk effect heeft dat op de zuivelprijzen de komende tien jaar? Daarvoor kijken de marktvorsers van FAO/OECD naar de prijsontwikkeling van mageremelkpoeder en boter in Oceanië en Europa, de voornaamste zuivelexporteurs. Sinds
2015 is de prijs van boter aanzienlijk meer gestegen dan de mageremelkpoederprijs, voornamelijk als gevolg van de sterkere vraag naar melkvet in de wereld. Die trend houdt aan is de verwachting. Al zal het onderlinge prijsverschil tussen beide productgroepen de komende tien jaar geringer worden in vergelijking met de afgelopen vijf jaar. De boterprijzen bereikten in 2017 een historisch hoogtepunt en zijn sindsdien aan het dalen. De prijzen zullen naar verwachting redelijk stabiel blijven of licht blijven dalen, in lijn met de meeste andere agrarische grondstoffen, is de verwachting.
Handel In de zuivelhandel verwachten de analisten weinig grote verschuivingen. De Chinese import van consumptiemelk-
De melkproductie in de EU zal naar verwachting langzamer toenemen dan het wereldgemiddelde
producten uit de Europese Unie en Nieuw-Zeeland zal vermoedelijk verder toenemen. De groei wordt geraamd op 3,6 procent per jaar. De EU, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten blijven de grote spelers op de wereldmarkt. Zij zullen naar verwachting samen goed zijn voor ongeveer 65 procent van de kaashandel, 68 procent van de handel in vol poeder, 76 procentvan de boterhandel en 77 procent van de mondiale handel in mageremelkpoeder.
Corona-effect Zoals gebruikelijk zijn de prognoses van OECD/FAO opgesteld met een flink aantal slagen om de arm. Deze keer is dat helemaal het geval vanwege coronacrisis. De pandemie heeft weliswaar wereldwijd het dagelijkse leven beïnvloed, maar de analisten gaan er van uit dat de voedselketens er minder door worden geraakt. Uitgezonderd de zuivelproducten die vaak buitenshuis worden geconsumeerd zoals kaas dat veelal in het fastfoodkanaal terechtkomt. De kaasafzet zou daarom vanwege corona weleens een tik kunnen krijgen, vermoedt de FAO. Op langere termijn zullen de effecten van de coronacrisis vooral afhangen
ZuivelZicht september 2020
33_Artikel_03L.indd 11
11
04-09-20 11:26
VISIE
van de duur van de beperkingen waarmee de consument wordt geconfronteerd én van de snelheid waarmee de wereldeconomie zich van de crisis herstelt. Tot de slagen om de arm behoren uiteraard ook onvoorziene weersomstandigheden, met name in de regio’s waar de melkproductie is gebaseerd op weidegang (mondiaal de meest dominante productiemethode in de melkveehouderij). Droogte, overstromingen en veeziekten kunnen alle ramingen over prijzen, melkopbrengsten en rantsoenvoorraden in één klap waardeloos maken.
Ook de milieuwetgeving gaat meer en meer een rol spelen bij de melkproductie Maar ook de milieuwetgeving gaat meer en meer een rol spelen bij de melkproductie, constateren OECD en FAO en zal dus ook de prognoses sneller kunnen verstoren. Dat geldt overigens ook voor beleidswijzigingen op gebied van
12
33_Artikel_03L.indd 12
water- en mestbeheer in relevante zuivellanden. Over het effect van plantaardige alternatieven op de zuivelmarkt zijn beide instituten minder uitgesproken. Zij constateren dat de consumptie van soja-, amandel-, rijst- en haverdranken toeneemt in Noord-Amerika, Europa en Oost-Azië. “De groeisnelheden van plantaardige zuivelvervangers zijn sterk,
zij het van een lage basis, maar er zijn tegenstrijdige meningen met betrekking tot hun milieu-impact en relatieve gezondheidsvoordelen. Als gevolg hiervan is er onzekerheid over de impact op de lange termijn op de vraag naar zuivelproducten.”
Handelsconflicten Wat dat betreft zullen handelsovereenkomsten of handelsconflicten tussen landen meer impact hebben. De FAO wijst in dat verband onder meer op de handel in kaas tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten. Die ligt onder vuur vanwege het geschil dat de Verenigde Staten en de Europese Unie uitvechten over de staatsteun voor de vliegtuigbouwers Airbus en Boeing. Ook de impact van de brexit is nog ongewis, net als de mogelijkheden voor de uitvoer van Westerse zuivelproducten naar Rusland. “Het embargo van de Russische Federatie op verschillende zuivelproducten uit grote exporterende landen zal naar verwachting eindigen in 2020 en de invoer ook zal naar verwachting licht stijgen, hoewel ze waarschijnlijk niet de niveaus van vóór de ban zullen bereiken.”
ZuivelZicht september 2020
04-09-20 11:26
C. van ‘t Riet Zuiveltechnologie b.v.
t. 0172- 57 1304 m. info@rietdairy.nl i. www.rietdairy.nl
U se w pa rvi ce rtner ,o nd voo erh r p ou om d e pe n o n, a nd dvi erd es ele , n.
Uw voordelen: V Beste reinigbaarheid: CIP/SIP V EC1935/2004, FDA, 3A, EHEDG, ATEX V Low shear: geen productbeschadigingen V Lage Total Cost of Ownership (TCO)
VERDER HYGIËNISCHE POMPEN Om de perfecte zuivelproducten mee te maken
VERDER BV Leningradweg 5
TEL +31 (0)50 549 59 00
9723 TP Groningen
MAIL info@verder.nl
The Netherlands
WEB www.verder.nl
20ZUI009_ADVERTENTIE.indd 13
07-09-20 09:26
De forse lagere afzet van zuivel aan het foodservicekanaal heeft zijn sporen nagelaten in de Duitse zuivelsector. (Foto DMK)
Zuivelbranchevereniging niet ontevreden over eerste halfjaar
Duitse exporteurs houden zich staande ondanks coronacrisis De Duitse zuivelexporteurs hebben een tussenbalans van boekjaar 2020 opgesteld. Tot dusver zijn zij het coronajaar redelijk doorgekomen, is de voorzichtige conclusie. Tekst: René van Buitenen
De Duitse zuivelexporteurs hebben zich het afgelopen halfjaar redelijk staande weten te houden ondanks de coronacrisis. Uit cijfers die de Export-Union für Milchprodukte onlangs naar buiten bracht, blijkt dat de export door de bank genomen gelijk bleef. Sommige producten gingen in grotere volumes dan vorig jaar de grens over; bij andere
14
22_Artikel_04L.indd 14
producten viel de export flink terug. De brancheorganisatie is al met al niet ontevreden. “De internationale handel in zuivelproducten is ondanks de enorme negatieve economische effecten grotendeels stabiel gebleven en de zuivelbedrijven hebben bijgedragen aan de voorzieningszekerheid van mensen met hoogwaardig voedsel.”
Wel lagen de prijzen lager. “Door het wegvallen van foodserviceklanten in binnen- en buitenland moesten producten goedkoper worden verkocht dan een jaar geleden. De concurrentie tussen melkveebedrijven is en blijft zelfs in de coronacrisis hevig. Het komt erop neer dat de melkvolumes uit Duitsland over het algemeen goed
ZuivelZicht september 2020
04-09-20 11:27
B E D R I JF
konden worden verwerkt dankzij de sterke verkoop in derde landen.” Het lagere prijspeil resulteerde in lagere uitbetalingsprijzen aan de melkveehouders.
Kaasexport Verheugd is de exportorganisatie over de toegenomen export van kaas. Die steeg met 2,4 procent naar bijna 650.000 ton. Vooral de afzet naar derde landen nam behoorlijk toe: bijna 10 procent. Het afgelopen halfjaar verliet 112.400 ton kaas vanuit Duitsland de Europese Unie. Positieve uitschieters in de export waren Algerije (2.000 ton) en Libië (2.800 ton), maar de export naar Zuid-Afrika (49 procent minder) en Chili (10 procent minder) viel behoorlijk terug. Ook de boterexport verliep voorspoedig, met een plus van 20 procent. Het totale volume van 76.000 ton komt nagenoeg overeenkomt met de uitvoer tijdens de goede boterjaren 2015 en 2016. Vooral de EU-partners importeerden meer Duitse boter. Ook Saoedi-Arabië en Zuid-Korea kochten het afgelopen halfjaar meer boter uit Duitsland in vergelijking met de eerste zes maanden van 2019. Ook de export van weipoeder en weiconcentraat verloopt dit jaar tot dusver beter dan vorig jaar.
Consumptiemelk Minder goed gaat het in andere productgroepen. Zoals de export van melk en room in kleinverpakkingen naar andere lidstaten in de EU. Die nam met liefst 30 procent af. Dat is volgens directeur Björn Börgermann van de exportorganisatie niet direct een gevolg van de coronacrisis. Hij ziet de export van Duitse consumptiemelk binnen de EU al
‘De pandemie is niet voorbij en zal de wereldwijde goederenstroom blijven beïnvloeden’
22_Artikel_04L.indd 15
langere tijd teruglopen. “De hoeveelheden dalen al jaren sterk, vooral naar Frankrijk, Nederland en Italië. Deze trend heeft zich dit jaar voortgezet. De oorsprongsbenaming speelt hier zeker een rol, die door sommige lidstaten patriottisch wordt gehanteerd, terwijl Duitsland blijft vertrouwen op EU-oorsprong.” Daarentegen kochten derde landen juist meer Duitse melk en room. Opvallend is de 22 procent stijging van de export van consumptiemelk naar China (157.800 ton), al verliep die uitvoer met grote logistieke problemen vanwege de coronacrisis. Ook de export van Duitse gecondenseerde melk verliep moeizaam. Het verkoopvolume in de EU daalde 5 procent en de export naar derde landen verminderde met 37 procent. Portugal was een positieve uitzondering: met 32.000 ton kocht het zo’n 20 procent meer dan in de eerste helft van 2019. Aanvankelijk viel ook de export van condens naar Azië slecht, maar gaandeweg het eerste semester herstelde de uitvoer zich. Al bleef de export naar deze regio per saldo nog 4 procent achter bij vorig jaar. Een flinke tik kreeg de Duitse export van mageremelkpoeder. Hoewel de export de laatste maanden wat beter verloopt noteerde de brancheorganisatie toch een verlies van zo’n 30.000 ton. Met een totale export van circa 190.000 ton werd ternauwernood het halfjaarresultaat van 2015 (187.000 ton) behaald. In de afgelopen drie jaar slaagden de Duitsers er in altijd meer mageremelkpoeder te exporteren.
Vooruitzichten Ondanks het positieve resultaten van het afgelopen halfjaar waakt de Duitse zuivelexportorganisatie voor te veel optimisme voor de rest van dit jaar. “De pandemie is niet voorbij en zal de wereldwijde goederenstroom blijven beïnvloeden”, beseft Börgermann. Gezien de lastige economie situatie, de ongunstige ontwikkeling van valutakoersen en de lage olieprijzen verwacht hij dat de Duitse zuivelindustrie nog een aantal lastige maanden voor de boeg heeft.
04-09-20 11:27
B E D R I JF
Een eeuw ontwikkeling bij Buisman in Zwolle
Van opslagbedrijf naar specialist in zuigelingenvoeding De ondernemende familie Buisman bouwde in een eeuw een florerende onderneming op met een unieke dienstverlenende positie in zuigelingenvoeding. Naast het mengen en verpakken van diverse melkpoeders is dat het specifieke marktsegment waarin het bedrijf zich onderscheidt. Tekst: Jeen Akkerman
Stel: je ziet kansen om babymelkpoeder te verkopen in een Aziatisch land. Uit marktonderzoek blijkt dat er goede kansen zijn voor een product met een specifieke samenstelling in een bijzondere verpakking, mits het voldoet aan de vergaande kwaliteits- en controle-eisen van de betreffende overheid. Waar ga je dan naartoe om jouw specifieke product te laten samenstellen? Goede kans dat je uitkomt aan de noordkant van Zwolle. Daar, op het bedrijventerrein Hessenpoort, is Buisman gevestigd. Je wordt er vriendelijk ontvangen door eigenaar André Buisman, de derde generatie die de onderneming bestiert. Hij is niet verbaasd over je wensenlijstje, want zijn bedrijf is een van de weinige die dit soort vragen aankunnen. “Wij hebben veel tijd en geld geïnvesteerd om zuigelingenvoeding in elke gewenste specificatie en verpakking te kunnen leveren – van louter product in bigbag tot consumentenverpakkingen in bijvoorbeeld blik of sachets. In feite is dit een niche van een niche.”
de zuivelsector zal de naam Buisman niet alleen worden geassocieerd met het mengen en verpakken van melkpoederproducten, maar ook met de boterproducent VIV Buisman. Ook dit is geen familie. André Buisman gaat niet gebukt onder de relatief geringe bekendheid van zijn onderneming. De partijen in de wereld van zuigelingenvoeding en melkpoeders weten hem te vinden, daar draait het om. In 2022 hoopt hij het honderdjarig bestaan van de onderneming te vieren, die naar alle waarschijnlijkheid in de familie blijft. Zoon Almar (28 jaar) is al werkzaam in de zaak. Diens overgrootvader Andries was schipper op het Zwarte Water in de Kop van Overijssel. Hij exploiteerde meerdere schepen die onder andere agrarische producten vervoerden, zoals kunstmest en granen. Zijn klanten, handelaren in bulk- en zakgoed, hadden behoefte aan een opslaglocatie; Buisman speelde hierop in en startte in 1922 een veembedrijf. Dit inmiddels wat verouderde woord is nog steeds onderdeel van de juridische naam van de firma.
Bedrijfsnaam Bij het grote publiek is de naam Buisman vooral bekend van de vroeger veel gebruikte surrogaatkoffie van gebrande glucosestroop. Die onderneming bestaat nog steeds en maakt allerlei toevoegingen voor de voedselindustrie op basis van caramel. Geen familie van André. In
16
22_Artikel_01L.indd 16
Denatureren De volgende generatie, onder wie André’s vader, profiteerde in de jaren zestig en zeventig van de sterk groeiende melkproductie in Nederland en Europa. Die ging al snel de Europese humane consumptie te boven, waarop ‘Brussel’
besloot om het zogenoemde ‘denatureren’ van melkpoeder te ondersteunen met subsidie. Aan poeder voor menselijke consumptie werden bestanddelen toegevoegd, bijvoorbeeld visolie, die het product alleen nog geschikt maakten voor veevoer. Deze regeling had tot doel om de melkprijs te ondersteunen. Diverse Nederlandse melkpoederhandelaren maakten er gebruik van en hadden behoefte aan steeds meer opslagruimte en menginstallaties om het denatureren uit te voeren.
Val van de muur Buisman groeide in die tijd uit tot een steeds groter bedrijf, vooral als dienstverlener bij het denatureren. Dat ging geweldig, totdat in 1983 de melkquotering werd ingevoerd. De mengapparatuur ging de mottenballen in, Buisman moest op zoek naar andere bezigheden om zijn mensen aan het werk te houden. Die werden gevonden in het opnieuw uitbreiden van de opslagfaciliteiten. “We hadden in die tijd al zuivelproducten voor alle Nederlandse producenten in opslag”, vertelt André Buisman. “Dat is destijds uitgebreid naar andere sectoren, zoals opslag van specerijen en zeepproducten. Ik herinner me dat we een tijd lang ook allerlei spellen zoals Rummikub in opslag hadden.” Buisman kwam zelf in 1987 aan het roer van het familiebedrijf. Al snel deed zich een kans voor om het mengen van
ZuivelZicht september 2020
04-09-20 11:29
B E D R I JF
André Buisman (rechts) met zijn zoon Almar: “We hadden in de jaren tachtig al zuivelproducten voor alle Nederlandse producenten in opslag.”
melkpoeders toch weer op te pakken. Na de val van de muur in 1989 kwam er namelijk veel melkpoeder uit OostEuropese landen naar Nederland. Die poeder, uit bijvoorbeeld Polen, WitRusland en de Baltische staten, was lang niet altijd van de juiste kwaliteit en vaak was ook de verpakking niet optimaal. Buisman ging, opnieuw in opdracht van diverse poederhandelaren, weer mengen en verpakken. Enkele oude machines werden uit de mottenballen gehaald en de onderneming investeerde flink in nieuwe apparatuur. Gaandeweg werd dienstverlening in melkpoeder zo weer de hoofdactiviteit van Buisman. In het eerste decennium van deze eeuw werd afscheid genomen van de opslagactiviteiten van alle niet-zuivelproducten. Ook de spellen gingen de deur uit. Het bedrijf verhuisde in die tijd naar de huidige locatie en Buisman besloot zich verder te specialiseren. Ook het mengen van melkpoeders voor de veevoerindustrie werd afgestoten. Sindsdien levert Buisman alleen diensten aan de zuivelindustrie en -handel op het terrein van melkpoeders voor humane consumptie.
Zuigelingenvoeding Geheel in lijn met deze ontwikkeling startte Buisman in 2006 met het mengen
en verpakken van zuigelingenvoeding op basis van melkpoeder. Daarbij zijn niet alleen de samenstelling en de juiste machines van belang, maar vooral ook kennis van de soms vergaande en lastig te doorgronden regelgeving op internationale markten. China is wat dit betreft een bekend voorbeeld met zeer strenge regelgeving waaraan Buisman weet te voldoen. Hiervoor is een aantal Chinese medewerkers aangetrokken. Om de unieke positie in deze markt verder te versterken, vernieuwde de onderneming vijf jaar geleden de gehele productie-installatie voor het mengen en verpakken van zuigelingenvoeding. “Het is een interessant marktsegment, dat ook hoge investeringen vergt”, vat Buisman de situatie samen. Tot nu toe werpen die investeringen vruchten af, ook omdat er niet snel concurrenten toetreden die de kennis, het geld en het geduld hebben om een vergelijkbare positie op te bouwen.
‘We kunnen alles aanbieden behalve de productie van de zuigelingenvoeding zelf’
Voor Buisman is dat enerzijds een geruststelling, maar de geschiedenis van het familiebedrijf leert dat je je steeds moet aanpassen aan nieuwe marktomstandigheden en dito klantwensen. Daarom verbreedt Buisman zijn dienstverlening op het terrein van zuigelingenvoeding, bijvoorbeeld naar meer kennis over samenstelling en functionaliteit, inkoop van grondstoffen en het exportwaardig verpakken van het product. “We kunnen inmiddels alles aanbieden behalve de productie van het poeder zelf. Zo ontzorgen we onze klanten steeds meer, ze betalen dan in feite een vast bedrag per blik babymelkpoeder voor onze diensten.” Het continu zoeken naar en verzilveren van marktkansen heeft geresulteerd in een mooi, sterk en onafhankelijk bedrijf, waar een familie trots op mag zijn. Jaarlijks mengt en verpakt Buisman meer dan 100.000 ton aan (melk)poeder en realiseert daarmee een omzet van ruim € 20 miljoen. Dit alles met een team van ruim zeventig vaste medewerkers. Het kost enige moeite om de getallen aan de directeur-eigenaar te ontfutselen. Buisman is er de man niet naar om het van de daken te schreeuwen; hij vindt het veel belangrijker om een partner te zijn voor zijn klanten, die de weg naar zijn bedrijf in Zwolle weten te vinden.
ZuivelZicht september 2020
22_Artikel_01L.indd 17
17
04-09-20 11:29
Aankomende veilingen Surplus voorraad Kasi Food B.V.
Surplus voorraad PG-Kaas GmbH
Veiling
Veiling
09-09-2020 23-09-2020
14-10-2020 28-10-2020
Fermentatie pilot plant
Automatische snijmachine
Your auction partner in Dairy & Food equipment
dfm-auctions.com
20ZUI009_ADVERTENTIE.indd 18
04-09-20 14:34
B E D R I JF
Vreugdenhil Dairy Foods boekt progressie in verduurzaming Melkpoederproducent Vreugdenhil Dairy Foods publiceerde onlangs zijn duurzaamheidsjaarverslag. De onderneming heeft een inke stap gezet in de richting van haar doelstellingen. Tekst: RenÊ van Buitenen
Het huidige vijfjarenplan van Vreugdenhil Dairy Foods is erop gericht meer mensen te bereiken met het goede van melk. Onderdeel van het strategisch plan is een duurzamere bedrijfsvoering. Daarvoor heeft de onderneming zich een groot aantal doelen gesteld. Die worden jaarlijks getoetst; het resultaat wordt elk jaar gerapporteerd. Uit de rapportage over 2019 blijkt dat de melkpoederproducent halverwege de termijn een aantal wezenlijke stappen heeft gezet op weg naar 2022, als het huidige vijfjarenplan ten einde loopt. Een van de belangrijke pijlers onder het duurzaamheidsprogramma is namelijk de deelnamegraad van de aangesloten melkveebedrijven. Want hoe meer melkveehouders hun bedrijfsvoering verduurzamen, hoe beter de onderneming haar productieketen kan verduurzamen. Het aantal melkveehouders dat aan het duurzaamheidsprogramma van Vreugdenhil deelneemt groeit gestaag. Bij de aankondiging van de huidige koers in 2017 deed 76 procent van de veehouders mee. Een jaar later was dat al opgelopen tot 84,7 procent en vorig jaar bleek de participatiegraad onder de melkveehouders de grens van 90 procent te zijn gepasseerd. Inmiddels doet 90,2 procent van de melkveebedrijven mee. Ook het percentage melkveebedrijven dat een vorm van weidegang toepast nam in 2019 verder toe. Dat ligt bij Vreugdenhil Dairy Foods inmiddels op 88,7 procent. Dat is net als voorgaande
Vreugdenhil Dairy Foods realiseerde vorig jaar een flinke reductie van de uitstoot van broeikasgassen bij het melktransport. (Foto: NZO)
jaren boven het landelijk gemiddelde. Volgens opgave van de Duurzame Zuivelketen ligt het landelijk percentage bedrijven met weidegang op 83 procent. Vreugdenhil Dairy Foods streeft ernaar dat in 2022 op 91 procent van de aangesloten melkveebedrijven de koeien buiten komen.
Klimaatneutraal Vreugdenhil wil klimaatneutraal worden. Het bedrijf heeft zich ten doel gesteld om uiterlijk in 2029 alleen nog maar groene stroom te gebruiken. De melkveebedrijven hebben daarvoor vorig jaar een flinke stap gezet: meer dan 15 procent wekt namelijk al meer dan de helft van zijn stroomgebruik zelf duurzaam op. Dat percentage ligt hoger dan het doel dat Vreugdenhil voor 2019 had gesteld (10 procent). Ook de energie-efficiency op de melkveebedrijven van Vreugdenhil verbeterde in 2019.
71,6 procent van de melkveehouders heeft niet meer dan 70kWh nodig om 1.000 liter melk te kunnen produceren. In 2018 lag dit kengetal op 69 procent. De onderneming zette vorig jaar ook een stap in de gewenste richting. Per kilo melk daalde de CO2-uitstoot veroorzaakt door het melktransport met 20,4 procent ten opzichte van het 2013. Daarmee bereikte Vreugdenhil al het doel dat zij zich had gesteld voor 2022 (20 procent reductie). In 2018 lag de emissie van broeikasgassen bij het melktransport 13 procent onder het niveau van 2013. Het energieverbruik door de fabrieken kwam per ton eindproduct vorig jaar 21,3 procent lager uit dan 2005, het jaar dat voor dit kengetal als uitgangspunt wordt gehanteerd. Ook dat was een verbetering ten opzichte van 2018. Toen bedroeg de reductie per ton 19,5 procent. In 2022 wil Vreugdenhil dat deze reductie 34 procent bedraagt.
ZuivelZicht september 2020
11_Artikel_02R.indd 19
19
04-09-20 11:29
B E D R I JF
Ammerland wordt almaar breder, groter en winstgevender Het nietige Dringenburg, een gehucht onder de rook van de Noord-Duitse stad Oldenburg, herbergt een bedrijf van reusachtig formaat: Molkerei Ammerland. Het zuivelconcern exporteert inmiddels naar meer dan zestig landen. En de reus zit nog volop in de groei, zo blijkt uit de jaarcijfers over 2019. Tekst: Hermann-Josef Martin
Ammerlands omzet steeg in 2019 met liefst 8,9 procent naar recordhoogte: bijna € 1 miljard. Een belangrijk deel van die omzet betreft de binnenlandse markt. Een kleine 62 procent van de omzet is te danken aan de verkoop in Duitsland. Het concern slaagde er in om in eigen land met ruim 7 procent te groeien. Niet alleen steeg de verkoop aan de detailhandel, ook de groothandel en de binnenlandse voedingsindustrie wisten Ammerland goed te vinden. Tot de grote afnemers behoren onder meer
pizzafabrikanten en cateringbedrijven. Populaire producten binnen dit afzetkanaal zijn onder andere geraspte Goudse kaas in zakken van 1 of 2 kilo en kaasblokken van 15 kilo.
Exportstijging De binnenlandse groeicijfers mogen mooi zijn, maar wat nog meer in het oog springt zijn de exportprestaties van het inmiddels 135 jaar oude bedrijf. Vorig jaar schreven we al dat Ammerland in vijf jaar tijd de export met 75 procent zag
De aanvoer van melk is de afgelopen jaren flink toegenomen. (Foto: Siemens)
20
22_Artikel_19L.indd 20
groeien en uitgroeit tot een van de grootste zuivelexporteurs van Duitsland. Die groei zette in 2019 onverminderd door. De exportopbrengst steeg met 12 procent tot circa € 384 miljoen. Binnen de EU werd 6 procent meer afgezet, terwijl de exportwaarde buiten de EU met niet minder dan een kwart groeide.
Internationalisering De klinkende resultaten zijn te danken aan de internationaliseringsstrategie die het concern jaren geleden ontwikkelde en sindsdien trouw volgt. Waar voorheen alle export vanuit Duitsland werd georganiseerd en gepromoot, heeft Ammerland tegenwoordig verkoopkantoren en dochterondernemingen in Europa, Azië en Amerika. Naast vestigingen in Hongarije en Spanje openden de afgelopen jaren ook Ammerland-verkoopbedrijven in Singapore, Miami en Beijing. In de Chinese hoofdstad organiseert en ondersteunt men vooral de verkoop van wei en melkpoeder in China. Het verkoopkantoor in Miami bestrijkt niet alleen de Verenigde Staten maar richt zich op heel Zuid-, Midden- en Noord-Amerika. Aanvullend aan deze buitenlandse ‘bruggenhoofden’ is er ook nog Ammerland Trading, een dochteronderneming die vanuit Duitsland een compleet assortiment aan buitenlandse afnemers verkoopt. Niet alleen de
ZuivelZicht september 2020
04-09-20 11:30
B E D R I JF
2.104 melkveehouders lid van de zuivelcoöperatie, ruim 1 procent meer dan in het voorgaande jaar. De melkprijs die Ammerland uitbetaalt, ligt consequent hoger dan het gemiddelde in de deelstaat Nedersaksen. De melkveehouders die lid zijn van de coöperatie delen ook in de goede bedrijfsresultaten, doordat hun vermogen dat in het bedrijf zit in waarde stijgt. Eind 2019 was het gemiddelde tegoed per lid iets meer dan € 25.000 waard. De afgelopen jaren investeerde Ammerland voor meer dan € 160 miljoen in uitbreiding en modernisering van productie en logistiek. In afwachting van de effecten van de corona-epidemie maakt het bedrijf een pas op de plaats. De strategie richting 2025 blijft voorlopig gericht op verdere groei en internationalisering van de bedrijfsactiviteiten. eigen Ammerland-producten, maar ook elders ingekochte zuivel, zoals mozzarella.
Trends Het exportsucces is ongetwijfeld ook te danken aan het scherp volgen van marktontwikkelingen. In China en de bredere Aziatische regio nam zoals bekend de vraag naar melkpoeder toe. Ammerland levert er vooral zoete weipoeder en melkpoeder, in zakken van 25 kilo of los in partijen van 500 of 1.000 kilo. In de Verenigde Staten verkoopt het bedrijf vooral Maasdammer kaas, terwijl in Zuid- en MiddenAmerika de nadruk ligt op het vermarkten van Goudse kazen. In deze regio’s concurreert Ammerland nadrukkelijk ook met Nederlandse leveranciers. Omdat de grote winkelketens in de Verenigde Staten een groot deel van hun kaasassortiment aanbieden in de vorm van boven (gekoelde) schappen hangende verpakkingen, paste Ammerland een aantal verpakkingen hierop aan. Ook gaat het bedrijf met nieuwe trends mee door nieuwe smaken aan het assortiment toe te voegen. Een voorbeeld is een nieuwe paprikakaas die door de Hongaarse dochteronderne-
ming in de markt is gezet, in samenwerking met een externe kaasmakerij. Meer dan driekwart van de melk die Ammerland in 2019 verwerkte, werd omgezet in kaas. Kaas is ook echt de ‘gele groeimotor’ achter het succes van het bedrijf. In het boekjaar 2019 steeg de kaasverkoop opnieuw, tot 12,2 procent. De verkoop van boter liet juist een daling zien van 11,9 procent. Die tegenvaller werd gecompenseerd met de verkoop van verse zuivel (plus 21,8 procent) en de afzet van wei- en melkpoeder die met liefst 29,5 procent toenam. Indrukwekkende cijfers, maar zoals gezegd blijft kaas toch de stabiele factor. Ammerland hoort bij de top 5 van Duitse kaasproducenten. Het produceerde in 2019 ruim 164 ton kaas, 13,1 procent meer dan in het voorgaande jaar. De belangrijkste kaassoorten die uit de fabriek in Dringenburg rollen zijn Gouda, Edammer en Maasdammer. Mede dankzij de kazen rapporteert het concern een groei van het eigen vermogen met 5,8 procent, tot ruim € 136 miljoen.
Advertentie
Toeleveranciers tevreden Er is weinig verloop wat betreft de melkveehouders waarvan Ammerland de melk betrekt. Eind 2019 waren
ZuivelZicht september 2020
22_Artikel_19L.indd 21
21
04-09-20 11:30
B E D R I JF
Pandemie raakt Granarolo hard, maar er zijn lichtpuntjes Granarolo is de op een na grootste zuivelonderneming van Italië. Het bedrijf heeft zijn basis in Bologna, Noord-Italië, dit voorjaar een van de Europese hotspots wat betreft covid-19. De economische gevolgen van de epidemie waren en zijn enorm. Hoe nu verder? Tekst: Hermann-Josef Martin
Het is onmogelijk om een artikel over Granarolo anno 2020 te schrijven zonder ook het leed te benoemen dat Bologna en de omringende gebieden overkwam. Menselijk leed, maar natuurlijk ook economisch leed. Voor een groot deel van de voedingsindustrie in Noord-Italië gold dat de plannen en berekeningen voor 2020 al vroeg in het jaar linea recta
de prullenbak in konden. De strikte lockdown, langdurige quarantainemaatregelen, sluiting van alle restaurants en andere plekken waar gegeten en gedronken wordt, wegvallende export vanwege gesloten grenzen, dalende koopkracht bij de consument: hoe overleeft een bedrijf dat? Het antwoord is tweeledig. Allereerst
maakt Granarolo gebruik van door de Italiaanse overheid ontwikkelde hulpprogramma’s. Op de tweede plaats is het concern nationaal en internationaal dusdanig groot dat het, zeker in de tweede helft van 2020, naar manieren kan zoeken om verloren gegane marktaandelen zo snel mogelijk weer terug te winnen.
Productiebedrijf van Granarolo bij Bologna. (Foto Granarolo)
22
22_Artikel_03L.indd 22
ZuivelZicht september 2020
04-09-20 11:31
B E D R I JF
Italiaanse voedselexporteurs kunnen al jaren aansluiten bij het door de centrale overheid initiatief ‘Made in Italy’. Onder die noemer valt een breed scala aan activiteiten om Italiaanse producten buiten de landsgrenzen te promoten. In maart 2020 koppelde de overheid een coronahulpprogramma ter waarde van honderden miljoenen euro’s aan dit initiatief. Voedselexporteurs en ook de toerismebranche konden op die manier aan overheidskredieten komen. Het hulpprogramma stelt de bedrijven in staat om zichzelf met campagnes zichtbaar te maken in het buitenland. Ook regelt de overheid handelscontacten met grote buitenlandse winkelketens en andere stakeholders. De vertrouwde beurzen en tentoonstellingen zijn geannuleerd, maar de bedrijven worden gestimuleerd om deel te nemen aan de virtuele beurzen die er gaandeweg voor in de plaats kwamen. Granarolo doet van harte mee aan de Made in Italycampagne. Cijfers over 2020 ontbreken nog, maar in 2019 zorgde deze campagne voor de verkoop van € 3,2 miljard aan Italiaanse zuivelproducten.
76 landen Een andere reddingsboei voor Granarolo is het gegeven dat het bedrijf weliswaar Noord-Italië als thuisbasis heeft, maar actief is in zes Italiaanse regio’s en daarnaast wereldwijd in maar liefst 76 landen. De multinational verstevigde zijn positie op de Europese markt de afgelopen jaren vooral via overnames en
Boter, kaas en... ham De belangrijkste productgroep van Granarolo is de kaasdivisie. De kaasomzet was in 2019 goed voor zo’n € 560 miljoen, circa 42 procent van de totale bedrijfsomzet. Het betreft een zeer breed kaasassortiment, van Italiaanse roomkazen als mozzarella (van koe- of buffelmelk) tot ricotta en mascarpone. Ook de traditionele – en beschermde – harde kaasspecialiteiten zoals Parmigiano Reggiano en Grana Padano ontbreken natuurlijk niet. In het segment ‘melk, room en ingrediënten’ zette Granarolo vorig jaar voor € 427 miljoen om. Daarnaast kent het bedrijf nog een ‘verzamelsegment’ met daarin ook andere producten dan zuivel. Bijvoorbeeld Parmaham, pasta, balsamicoazijn en veganistische productlijnen. Dit bonte segment leverde in 2019 zo’n € 227 miljoen op, 17 procent van de totale omzet. æ
samenwerkingsverbanden. Tegelijk werkte het aan exportgroei, onder meer via het EU-programma ‘Milk & Dairy’ dat Europese zuivel op tal van wereldmarkten promoot. Granarolo zag vooral kansen in China, Zuid-Korea, Libië (als voormalige Italiaanse kolonie) en Nieuw-Zeeland. Het was een van de vele initiatieven die het bedrijf benutte om de gewenste exportgroei aan te jagen.
2019: doelen niet gehaald Volgens de jaarcijfers over 2019 steeg de omzet van Granarolo met 1,2 procent tot ruim € 1,3 miljard. Een positief resultaat, maar het bedrijf had zich ten doel gesteld om de omzetwaarde te vergroten tot € 1,6 miljard. Dat bleek geen haalbare kaart, ondanks enkele waardevolle overnames. Granarolo kocht zich onder meer in bij enkele roomkaasproducenten, waardoor het de toch al goede positie op de markt voor roomkazen verder ver-
Opmars in Amerika Europa is en blijft de belangrijkste afzetmarkt voor Granarolo-producten, maar de Groep ziet kansen om te groeien op andere continenten. Zuid-Amerika voorop: daar realiseerde Granarolo in 2019 een omzet van circa € 73 miljoen. Twee dochterondernemingen in Brazilië en één in Chili spelen hierbij een hoofdrol. De omzet in Noord-Amerika betreft vooralsnog alleen de Verenigde Staten. Daar werd voor € 43 miljoen omgezet. Sinds 2016 zorgt dochter Granarolo USA hier voor de opmars. De omzet in Azië (€ 26 miljoen) en Oceanië (€ 17 miljoen) is relatief klein. Dat geldt nog meer voor het Midden-Oosten en Afrika, waar ter waarde van € 13 miljoen werd omgezet. In deze twee grote groeiregio’s heeft Granarolo nog geen eigen verkoopkantoor.
Granarolo is nu de op een na grootste roomkaasproducent van Italië sterkte. Het concern is nu de op een na grootste roomkaasproducent van Italië. Dergelijke positieve feiten in de marge verhullen niet de dat de nettowinst van de Granarolo Groep over 2019 daalde met ruim 20 procent, tot € 13,3 miljoen. Het aantal medewerkers in vaste dienst liep terug met ruim 250.
Lichtpuntjes Buiten Italië beschikt de Granarolo Groep over acht grote productiefaciliteiten zoals zuivelfabrieken. Ze staan in Brazilië (drie), Frankrijk (twee), Duitsland, Nieuw-Zeeland en Noord-Ierland. Deze ondernemingen droegen vorig jaar in belangrijke mate bij aan een groei van de buitenlandse omzet van 4 procent. Naast de grote buitenlandse fabrieken beschikt Granarolo over zes Europese dochterondernemingen. Ze ondersteunen de exportstrategie van het moederbedrijf vanuit Spanje, Zweden (voor heel Scandinavië), Luxemburg (voor de Benelux), Zwitserland, Estland (voor de Baltische staten) en Griekenland. Het positieve exportresultaat is een van de lichtpuntjes van 2019, een jaar dat voor Granarolo niet al te succesvol verliep. Het is niet denkbeeldig dat men in Bologna eind 2019 het boekjaar met een zucht van teleurstelling afsloot, om daarna vol goede moed richting 2020 te kijken.
ZuivelZicht september 2020
22_Artikel_03L.indd 23
23
04-09-20 11:31
MARK T
Analyse Annual Insight
Melkprijzen en het belang van toegevoegde waarde Annual Insight analyseert maandelijks in ZuivelZicht de ontwikkelingen in de zuivelmarkt op basis van data. Het bedrijf gelooft dat het gebruik van data in toenemende mate van belang is om de juiste strategische beslissingen te kunnen nemen. Deze maand: waarom toegevoegde waarde van belang is en hoe deze kan worden bepaald. Tekst: Robert den Hertog
Met de afzet van producten met een hogere toegevoegde waarde zoals babyvoeding, kunnen zuivelbedrijven hun financiĂŤle positie sneller versterken en een concurrerende melkprijs uitkeren. (Foto: Shutterstock)
24
33_Artikel_02L.indd 24
ZuivelZicht september 2020
04-09-20 11:32
MARK T
Industriële koeling Highcare Kaasrijping Cleanrooms Airconditioning Maatwerk
Het vergroten van toegevoegde waarde wordt steeds relevanter; niet alleen binnen de zuivel, maar binnen hele de voedselketen. Het inkomen van de primaire producent staat onder grote druk en wordt sterk beïnvloed door onder meer Europese maatregelen en Nederlandse wetgeving. De recente boerenprotesten zijn daarvan een uiting. Daarmee is de vraag van belang hoe de waarde van zuivelproducten wordt bepaald. Uitgangspunt voor onze analyse is dat bij een goede verwaarding (lees: hoge opbrengstprijs) van het Nederlandse zuivelproduct de melkveehouder een hogere prijs ontvangt, wat weer de kwaliteit van de producten ten goede komt.
Competitieve melkprijs Nederlandse kaasproducenten, zoals Bel Leerdammer, Cono Kaasmakers, Royal FrieslandCampina, Rouveen Kaasspecialiteiten, De Graafstroom, Royal A-ware, en melkpoederproducent Vreugdenhil Dairy Foods betalen allemaal een zeer competitieve melkprijs vergeleken met de Europese melkprijzen. Tegelijkertijd behalen de meeste Nederlandse bedrijven een gezonde marge, gemiddeld zo tussen de 2 en 4 procent (gebaseerd op winst voor aftrek van rente en belastingen). Bedrijven die geen competitieve melkprijs kunnen uitbetalen verliezen leden en uiteindelijk hun bestaansrecht. Een belangrijke graadmeter voor de
waardering van een zuivelonderneming is de mate waarin bedrijven hun winst jaarlijks benutten voor de opbouw van vermogen én tegelijkertijd een concurrerende melkprijs kunnen uitkeren. Bedrijven met én een hoge melkprijs én een hoge marge hebben over het algemeen het meeste toekomstperspectief.
Coöperaties Een belangrijk verschil tussen de bedrijven zit ‘m in het feit dat de aandeelhouders in veel gevallen de leveranciers/melkveehouders zelf zijn, de coöperatie. Coöperatieve ondernemingen hebben geen winstoogmerk. Zij kunnen daardoor het resultaat zoveel mogelijk drukken om een goede maandelijkse melkprijs uit te betalen. De leden besluiten hoeveel er gereserveerd wordt voor toekomstige investeringen en hoe groot buffers zijn. Omdat er in Nederland coöperatieve en niet-coöperatieve zuivelondernemingen bestaan, levert een benchmark van de melkprijs en de marge van alle Nederlandse ondernemingen geen ‘schone’ analyse op van welke producenten het meeste waarde toevoegen. Om een zuivere vergelijking te kunnen maken harmoniseren we de melkprijs tussen alle bedrijven. Dit doen we met het door Annual Insight gecreëerde melkprijscorrectiesysteem. Het uitgangspunt is: elk bedrijf betaalt boeren dezelfde melkprijs. Hierdoor worden
Voets & Donkers ontwikkelt met grote precisie luchtbehandelingssystemen die exact de juiste condities creëren voor kaasrijping.
www.voetsdonkers.nl
33_Artikel_02L.indd 25
04-09-20 11:32
MARK T
bijvoorbeeld verhogingen van coöperatieve ondernemingen in de melkprijs gecorrigeerd. We maken een vergelijk tussen een bedrijf met focus op bulkproducten (bedrijf A) en een bedrijf dat zich richt op toegevoegde waarde producten (bedrijf B). Het verschil in toegevoegde waarde is terug te zien in opbrengst per liter (hoe hoger, hoe meer toegevoegde waarde), wat ook gerelateerd is aan de brutomarge, die vaak de toegevoegde waarde genoemd.
Rekenvoorbeeld In het rekenvoorbeeld laten de financiele cijfers in eerste instantie weinig verschil zien: Bedrijf A betaalt een lagere melkprijs, € 4 per 100 liter lager. Ondanks dat de opbrengst per 100 liter € 10 lager is, gerelateerd aan het type product, kan het dit compenseren met lagere operationele en personeelskosten. De winst per 100 liter melk ligt hierdoor uiteindelijk op hetzelfde niveau als bedrijf B (€ 2). Dit bedrijf heeft een € 10 per 100 liter hogere omzet, maar betaalt meer aan boeren en aan de operatie om de hogere toegevoegde waarde producten te ondersteunen.
Trekken we echter melkprijzen gelijk, dan zien we verschillen ontstaan, in het voordeel van de toegevoegde waarde producten. Beide partijen betalen in geharmoniseerde situatie een melkprijs van € 33. Terwijl opbrengsten en kosten per 100 liter melk gelijk blijven, volgt uit een lagere uitbetaling aan leveranciers dat de winstmarge met hetzelfde bedrag stijgt. Dit betekent een verhoging van 200 procent van de winst per 100 liter melk, van € 2 naar € 6 voor bedrijf B. Het doel is echter niet om lagere melkprijzen uit te betalen. Integendeel: om competitief te blijven is het zaak om de waarde van de producten te verhogen door een hogere opbrengstprijs per product. Alleen op deze manier krijgt de boer de uiteindelijke beloning voor het continue verbeteren van de melkkwaliteit en duurzaamheid.
Valorisatie in de keten Nederlandse melk is bezig met een nieuwe race naar toegevoegde waarde. Introducties van nieuwe melkstromen (weidemelk, biologisch, andere duurzame soorten) worden zorgvuldig afgestemd tussen ketenpartijen, waardoor een hogere prijs voor de boer
Om competitief te blijven is het zaak om de waarde van de producten te verhogen door een hogere opbrengstprijs per product 26
33_Artikel_02L.indd 26
gerealiseerd kan worden (bijvoorbeeld de samenwerking tussen Albert Heijn en Royal A-ware). Europees gezien wordt in Nederland een competitieve melkprijs uitbetaald. Al blijkt uit onderstaande grafiek dat we moeite hebben om de klappen van de coronacrisis goed op te vangen, in vergelijking met bijvoorbeeld Denemarken dat de afgelopen maanden een hogere melkprijs kon uitbetalen. De strategische keuzes die zuivelondernemingen maken, moeten leiden tot een duidelijk verdienmodel voor de melkveehouder. Die moet de juiste aanpassingen op zijn bedrijf doen om de gevraagde kwaliteit te kunnen blijven leveren. Nederland zoekt naar een manier om te gaan met productiebeperkende maatregelen via het beter valoriseren van melkstromen. Voorspellingen wijzen op de mondiaal toenemende vraag voor meer premiumproducten, zoals producten in kleinverpakkingen, melkproducten in babyvoeding en voeding in opkomende markten. Daarnaast blijft China een enorme driver van algemene consumptiegroei als van de stap naar meer premiumproducten. Nederland is van oudsher een betrouwbaar land als het gaat om zuivelproductie. Nu is de tijd om de stap te zetten en de positie te versterken. Robert den Hertog is Industry Lead Zuivel bij Annual Insight
ZuivelZicht september 2020
04-09-20 11:32
Laten we samen de beste zuivel maken
DSM en CSK hebben hun krachten gebundeld Zoekt u naar de manier om de allerlekkerste zuivel te maken? Waar ook nog eens een gezonde dosis kennis en wetenschap achter schuilt? Dan heeft u aan ons een sterke partner in het zuivelsegment. De afgelopen maanden hebben wij van DSM en CSK onze expertise en producten samengevoegd. Daarmee heeft u een compleet portfolio, waar en wanneer u het nodig heeft. Wij blijven ons zoals altijd inzetten voor uw behoeften en die van uw klanten. Ontdekken hoe we samen de beste zuivelproducten op tafel kunnen zetten? info.food@dsm.com
20ZUI009_ADVERTENTIE.indd 27
04-09-20 14:35
De Nr.1 specialist in gereviseerde zuivelmachines Melk Yoghurt
Boter Margarine Smeltkaas Kaas
2.000 machines in voorraad Garantie bij levering Snelle levertijden Lage investering Complete projecten
+31(0)348-558080 info@lekkerkerker.nl
www.lekkerkerker.nl
Wanneer kennis en
kwaliteit telt
De beste plank voor kwaliteitskaas
engineered wood products
20ZUI009_ADVERTENTIE.indd 28
Meer informatie: www.vidarwood.nl of tel. 0031 (58) 251 87 57.
04-09-20 14:35
MARK TCIJFERS
PRODUCTIE Melkaanvoer mondiaal (jan’ 20 - juni ’20, % t.o.v. ’19) EU-27+VK waarvan: Duitsland Duitsland
Verwerking EU (jan’ 20 – jun ’20, % t.o.v. ’19) Kaas
+1,2% +1,0%
Frankrijk Frankrijk
NMMP
x 1.000 ton
x 1.000 ton
7.500
500
6.000
400
+0,7% +2,4%
Nederland Verenigde Staten
+1,8%
Nieuw-Zeeland
4.500
+12,4%
300
+3,4%
-0,2%
Argentinië
+9,3%
Australië
3.000
-0,5%
1.500
+0,1% +6,4% +4,7%
+5,4%
Wit-Rusland
+6,0%
Uruguay
-5,9% -2,1% +32,6%
100
+1,8%
+4,9% 0
+23,0% 200
-7,3% 0
0
20
40
60
80
Overig IT
100
x miljard kg
PL FR
Overig DE
NL DE
BE FR
DK NL
PRIJZEN Melkprijs (jul ’20 t.o.v. jun ’20, in %)
Marktprijs (aug ’20 t.o.v. jul ’20, in %)
LTO melkprijsvergelijking 36
Boter 82%
€/100 kg
7.000 2018 2020
35
2019
3.500
6.000
34 +0,7%
32 31 jan
2.500
4.000
2.000
3.000
1.500
2.000 aug-18
dec
aug-19
€/1.000 kg
3.000
NL +0,3% WM -8,5%
5.000
33
Mager melkpoeder ADPI
€/1.000 kg
aug-20
1.000 aug-18
NL -4,0% WM -1,3% aug-19
aug-20
EXPORT Kaas (jan’ 20 - mei ’20, % t.o.v. ’19) Wereldhandel
Intrahandel EU
x 1.000 ton 500
2.500
400 +8,1%
2.000
300 200
-5,2% -6,8%
100
Niet mager melkpoeder (jan’ 20 - mei ’20, % t.o.v. ’19)
+9,3%
x 1.000 ton
1.000
NL*
VS
NZ
x 1.000 ton
x 1.000 ton 150 120
-10,5%
1.500
600
90
1.000
400
60
-1,8%
+10,8% -4,8%+45,3%
200 0
0 EU*
Intrahandel EU
800
-3,0%
500
0
Wereldhandel
EU
NL
-15,1%
30
-15,6%
0 NZ
EU*
NL*
VS
EU
NL
*Derde landen export
Bron: ZuivelNL
www.zuivelnl.org
ZuivelZicht september 2020
11_Marktcijfers_02R.indd 29
29
04-09-20 11:32
BELRUBRIEK KAASPROMOTIE
KAASBEWERKINGSMACHINES
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Jouw partner in procesautomatisering Zorgt voor: hoogwaardige automatiseringsoplossingen op maat
veilig en verantwoord werken business continuÏteit en betere traceerbaarheid
Actemium adviseert, ontwerpt, bouwt en onderhoudt industriële processen. Door onze marktgerichte kennis en gedreven aanpak maken wij van veelomvattende projecten een groot succes.
Meer weten? Neem contact op met Sebastian Taken: sebastian.taken@actemium.com - 31 (0)88 83 18 200
Kijk op actemium.nl
IN- EN VERKOOP TANKS
LUCHTBEHANDELING
KAASVERWERKINGSMACHINES RVS TANK- EN APPARATENBOUW
20ZUI009_ADVERTENTIE.indd 30
04-09-20 14:36
20ZUI009_ADVERTENTIE.indd 31
04-09-20 14:36
Tel 0522-463684
info@koster-nl.com
www.koster-nl.com
Overtollige tanks of machines? Wij zijn doorlopend op zoek naar: - RVS tanks - Warmtewisselaars - Pompen - Poedermengers - Zeefmachines - Indampers - Losse roerwerken
www.koster-nl.com 20ZUI009_ADVERTENTIE.indd 32
04-09-20 14:36