ZADKINE
in bruikleen
T
ijdens de tentoonstelling Zadkine aan Zee zijn onder meer twee bijzondere bruiklenen te zien. Het eerste, De centaur, is in bezit van Marc Udink, die ik ontmoet in zijn kantoor in Den Haag. Verblijfplaatsen De centaur is door Ossip Zadkine gemaakt in de periode 1950–1952. Blijkens een aantekening van de beeldhouwer werd het in 1952 als eerste uit een serie van vijf genummerde exemplaren gegoten door de beroemde Franse gieterij Susse. Het eerste exemplaar werd gekocht door de Schiedammer Piet Sanders (1912-2012), hoogleraar burgerlijk recht en kunstverzamelaar. Nummer 2 is in 2012 bij Christie’s in Londen geveild en nummer 3 bevindt zich in het Musée Zadkine in Parijs. De verblijfplaats van 4 en 5, evenals van drie épreuves d’artiste die vanaf 1950 het licht zagen, is niet bekend.
Brabantse kunstwereld Het is niet toevallig dat Sanders De centaur in zijn bezit kreeg. Zadkine had al sinds de jaren ’20 van de vorige eeuw vriendschappelijke banden met in Parijs verblijvende Nederlandse kunstenaars. Vanaf 1926 bezocht hij met enige regelmaat de schilder Otto van Rees en diens vrouw in hun Kleine Kasteel in Deurne. Daar ontmoette hij al spoedig een bont gezelschap van lokale notabelen en kunstverzamelaars om gezamenlijk de plekken van Vincent van Gogh in Brabant te bezoeken. Prominent aanwezig in deze bijeenkomsten was de Deurnse huisarts Hendrik Wiegersma, die het werk van Zadkine bewonderde en hiervan een groeiende verzameling in bezit had. Zo werd zijn oeuvre bekend bij lokale verzamelaars en kunstenaars en onderling verspreid. 18
|
Marc Udink
De Tweede Wereldoorlog maakte een eind aan de bijeenkomsten in het Kleine Kasteel. Daarna werden de betrekkingen met zijn Nederlandse vrienden weer opgepakt en zelfs uitgebreid. Hij ontmoette een aantal prominente Rotterdammers, onder wie prof. Piet Sanders, kunstverzamelaar, en Gerrit van der Wal, directeur van De Bijenkorf, die later Zadkines monument De verwoeste stad (1953) financieel mogelijk zou maken.
Rotterdamse notabelen ‘De eerste eigenaar van mijn Centaur is dus Piet Sanders,’ zo vertelt Marc. ‘Die had vele vrienden, onder wie mijn vader.’ (B. J. Udink, minister in de periode 1967-1973 met diverse portefeuilles, red.) En ook hij was een bekende in het circuit van Rotterdamse notabelen.
Ossip Zadkine (1888-1967), Centaur, 1950, brons
‘Ergens in 1980 schiet mijn vader professor Sanders aan met een vraag die over mij ging. Ik zou dat jaar 21 worden. Zou Sanders mogelijk in zijn ruime kunstverzameling een beeld bezitten dat een waardig cadeau zou zijn van mijn vader voor mij? En zou hij dat beeld dan van Sanders mogen overnemen?’ Dit vindt Sanders een aardig idee en zo wordt Marc in 1980 eigenaar van De centaur van Zadkine met de volledige documentatie die erbij hoort. Het beeld blijft geruime tijd, met een bruikleenovereenkomst, in het huis van de ouders van Marc. ‘Na het overlijden van mijn
vader in 2016 verhuist het naar het huis van mij en mijn vrouw.’ En nu dus voor de duur van de tentoonstelling naar Beelden aan Zee.
De verwoeste stad
Het tweede belangwekkende bruikleen is een kleine uitvoering van De verwoeste stad die in het bezit is van de Bijenkorf. Daarover en met name over de relatie tussen Zadkine, de gemeente en het luxe warenhuis spreek ik met Vincent Sturkenboom, Creative Director van de Bijenkorf, in het hoofdgebouw van het bedrijf in Amsterdam.