Personage-interview
© Clavis Uitgeverij, illustraties van Federico Van Lunter
Boeken krijgen kleur door hun personages. Daarom zetten we opvallende figuren graag in de kijker. Deze keer: Chip de boswachter, bekend uit Camping Cruel van Rik Peters en Federico Van Lunter.
Een boswachter is eigenlijk een soort bosmonster. Een trol of een gnoom of een kobold of een spook. Want zeg eens eerlijk: heb jij ooit echt een boswachter gezien? In het wild? En in het bos? Nee, dat dachten we al. Mensen praten vaak over boswachters. We kennen ze uit verhalen, films, boeken of tv-series. En iedereen heeft wel ongeveer een idee van wat ze doen en hoe ze eruitzien. Maar eigenlijk kom je ze nooit tegen. In het wild. En in het bos. Met boswachters is het precies zoals met vampiers, weerwolven, draken, aardige wiskundemeesters en andere sprookjesfiguren. We weten er alles van, maar niemand heeft ooit bewezen dat ze ook écht bestaan. Daar komt nu verandering in, door een diepte-interview met Chip de boswachter.
opruimen, en natuurlijk zoeken naar gekke veertjes voor óp die rare hoedjes.
serieus. Want ik ben dag en nacht in het bos, en ik ben altijd aan het wachten. Nee, grapje. Maar ik ben wel dag en nacht in het bos. En ik ben altijd bezig met belangrijke boswachterdingen.
Hoi Chip, vertel eens wat over je zelf. Chip de boswachter: Ik ben Chip de boswachter. Ik ben de beste boswachter van heel Hellevorst. Ik ben de énige boswachter van heel Hellevorst, maar dus ook de beste. En ik neem die taak heel
Belangrijke boswachterdingen? Chip de boswachter: Denk aan: rare hoedjes dragen, vleesetende eekhoorns voederen, botten uit de modder peuteren, zwerfafval oprapen, zieke bomen verzorgen, onkruid water geven, vogelhuisjes timmeren, plas van wildplassers
VOOR MIJ IS HET BEËLZEBOS NIET ZOMAAR EEN BOS … HET IS MIJN BOS
32
Waar doe je dat? Chip de boswachter: Ik werk in het Beëlzebos, het mooiste bos van Hellevorst. Het is een bijzondere plek. Natuurlijk staan er bomen en struiken, zoals in elk bos. En natuurlijk zijn er modderpaadjes en waterstroompjes, zoals in elk bos. Natuurlijk krioelt het er van het onkruid en het ongedierte, zoals in elk bos. En natuurlijk zijn er verhalen over gevaarlijke geesten die de zielen van verdwaalde kinderen opeten, zoals in elk bos. Maar toch heeft het Beëlzebos iets speciaals … Want in het Beëlzebos zijn de bomen altijd kaal. Kaal? Chip de boswachter: Ja! Geen groene blaadjes of rode bessen, geen lentebloesem of herfstnoot jes, geen levendige lianen of doodse stroppen. Niets van dat. In het Beëlzebos zijn er alleen maar takken, takken en nog eens takken. Ja, en ik dus. Chip de boswachter.