5 minute read
Datacenters als betrouwbaar, duur- zaam en wellicht noodzakelijk alternatief
ADVERTORIAL Gregory Pankert : “We verwachten komende jaren tien keer meer dataverkeer tussen bedrijven” — door Kris Van Steen
DATACENTERS ALS BETROUWBAAR, DUURZAAM EN WELLICHT NOODZAKELIJK ALTERNATIEF
Advertisement
Als u meent dat er vandaag al enorm veel data wordt geproduceerd, dan zal u het volgende decennium nog grote ogen opzetten. “Het dataverkeer tussen bedrijven en organisaties zou de komende tien jaar massaal toenemen.” Wellicht volstaan uw lokale, energieverslindende servers in het ‘bezemlokaal’ dan niet meer en moet u op zoek naar een betrouwbaar, duurzaam en passend alternatief.
In een indrukwekkende loods in de haven van Antwerpen, die heel binnenkort als extra dataruimte zal dienst doen voor de Antwerpse hub, organiseerde Friso Haringsma, managing director van Datacenter United, een panelgesprek met vier experten over de rol, de noodzaak en de toekomst van datacenters. Vertrouwen, duurzaamheid en cost-control zijn sleutelbegrippen.
Parkeergarage
Friso Haringa: “Bekijk een datacenter als een parkeergarage voor computers en data. Het is een plaats waar data gestockeerd wordt. Waar ‘The Cloud’ realiteit wordt. Een datacenter heeft in principe drie doelen. Opslag van data, verwerken van data en het connecteren van data.
Tot voor kort stonden veel van de servers waarop de kritische processen van bedrijven of organisaties draaien nog in een ‘bezemkast’ of een ‘serverlokaal’. Dat is goed tot er een probleem opduikt en dan blijkt dat die problemen veel investeringen vragen om performante ‘always-on-oplossingen’ te kunnen bieden voor de meest kritische processen van het bedrijf.”
Hans Witdouck: “Dat is een van de eerste redenen waarom partijen in een vroeg stadium naar datacenters zijn gegaan. Voor de ondersteuning, het always-on-principe. Het redundante aspect en het connectiviteitsprincipe. In een datacenter van enige omvang en kwaliteit vind je redundante connectiviteit en redundante elektriciteit en dat is heel belangrijk element in het comfort geven aan IT-spelers/gebruikers.”
Trust
Hans Witdouck: “We zien dat veel digitale transformatieprojecten gepaard gaan met de ontwikkeling van nieuwe applicaties. Als je die niet ontsluit met een goede redundante vezel-connectie waarop zo weinig mogelijk vertraging zit, dan krijg je een goede ‘experience’ en dan krijg je ‘trust’ van de gebruikers. Geen vertraging op je applicatie is daarbij één van de fundamenten. Zowel in het datacenter als in het connectiviteitsgebeuren. Je moet maar eens proberen om een always-on-24/24u, 7op7- omgeving te creëren voor uw kritische applicaties in huis. In een datacenter heb je mensen, back-up-systemen, alle tools om dat op te lossen. Wij krijgen vaak respons… na ‘disasters’ …”
Gregory Pankert: “Door toenemende digitalisering verwachten we de komende jaren, tien keer meer dataverkeer dan vandaag. 90 procent van het verkeer zal tussen bedrijven gaan. Dat is een totaal andere grootte orde dan wat de meeste bedrijven vandaag beleven. Je ziet ook dat meer en meer bedrijven, de haven is hier een perfect voorbeeld, gaan samenwerken. In de logistiek maar ook in het beheer en de uitwisseling van data. Dan
Het panel bestond uit:
Gregory Pankert: Partner van consultancybureau, Arthur D. Little. Voornamelijk gespecialiseerd in markt-toetredings- en groeistrategieën, contentstrategieën en regelgevende strategieën in alle segmenten van de TIME-sector (Telecommunicatie, Informatie, Media en Elektronica).
Stijn Grove: Managing Director van de Nederlandse Data Center Association, MD Digital Gateway to Europe, en voorzitter van de KickStart Europe conference.
Hans Witdouck: CEO van Eurofiber Belgium, B2B Fiberexpert, probeert mee de digitale samenleving mogelijk maken via Fiber Connectivity.
Friso Haringsma: Managing Director van Datacenter United / DC Star, gastheer en initiatiefnemer van het gesprek.
is een goede connectiviteit tot de datacenters heel belangrijk. Op een bepaald moment zal de trafiek, de verwerking, de uitwisseling zo groot worden dat het voor veel bedrijven en organisaties niet meer haalbaar wordt. Je merkt ook dat de ‘ontdekking’ en het vertrouwen groeit. Ook bij KMO’s en kleinere bedrijven.”
Stijn Grove: “Data zijn voor veel bedrijven één van de waardevolste zaken om uit handen te geven en dan krijg je toch vaak te maken met een zekere terughoudendheid. Nederland loopt op dat vlak een beetje voorop op België, maar als we naar Duitsland kijken dan staat heel veel data en IT nog lokaal. Als je naar de laatste twee jaar kijkt waarbij heel veel mensen van thuis uit werkten, dan is het heel duidelijk geworden dat decentralisatie niet meer weg te denken is. Redunantie en goeie connectiviteit is daarbij inderdaad heel belangrijk. Dat je weet dat wanneer iets zou wegvallen, het ergens anders wel doorgaat en je systemen en applicaties niet stilvallen. Die stabiele omgeving is essentieel in het datacenterverhaal.”
Duurzaam
Stijn Grove: “In de toekomst zullen datacenters 100% circulair zijn. Datacenters brengen sowieso al efficiëntie in energiegebruik. De meeste datacenters draaien inmiddels op groene stroom. Je ziet het ook in de rest-warmte van de draaiende servers. In deze tijden van energiecrisis is zo’n restwarmte heel erg waardevol. Men beseft nu dat er alternatief moet komen en dan kan datacenter restwarmte – wij noemen het ‘datathermie’ – een duurzaam alternatief zijn. Je ziet dat dat meer en meer op gang komt. Zo kijken we ook naar watergebruik en biodiversiteit op en rond het datacenter. Circulair is de enige toekomst.”
Friso Haringa: “Er zijn heel veel mogelijkheden op het vlak van duurzaamheid. Maar de regelgeving en normering moet ook wel mee opschuiven. Op dit moment mag de temperatuur in het datacenter tussen de 20 en 27 graden zijn. Om optimale valorisatie te creëren met restwarmte, zou die temperatuur naar boven moeten. Als we op 35 graden kunnen werken, dan zijn er veel meer mogelijkheden met die geproduceerde warme lucht. Een PC kan tot 45 graden draaien maar voor de IT mensen wordt dat een pak moeilijker. Maar als je de warmte kan gaan valoriseren, dan zou elke stad of gemeente blij zijn met een datacenter, want dan kan de warmte gebruikt worden om andere mensen van energie te voorzien. En dan krijg je een volledig circulair verhaal.”
Hans Witdouck: “Als het gaat over het netwerk dan heb je de oude netwerken (koper en COAX), dat zijn grootverbruikers van energie. Daar heb je versterkers nodig om data van punt A naar punt B te transporteren. Bij glasvezel, waarmee datacenter-omgevingen zijn uitgerust, heb je dan niet nodig en dat impliceert een veel kleinere voetafdruk. Een tweede deel sluit aan bij het verhaal van Stijn en Friso. Om zoiets te bewerkstelligen heb je heel veel technologiekennis nodig en moet je goed geplaatst zijn om die restwarmte te kunnen afgeven aan de omgeving. Dat is technologie, kennis, systemen… die je niet zomaar vindt in je eigen bedrijf. Dat is belangrijk volgens mij in de volgende ‘wave’ van migratie vanuit ‘het bezemlokaal’ naar ‘The Cloud’ toe. Mensen kunnen dat niet lokaal op een duurzame manier blijven doen. De enige manier is data en applicaties naar de ‘The Cloud’ brengen.”
Gregory Pankert: “Je ziet dat de facturen van energie omhoog gaan bij bedrijven. Ook als je met een datacenter werkt, maar ze gaan veel minder omhoog dan wanneer je het zelf blijft doen. Datacenters zijn veel beter geplaatst en uitgerust om het op de meest efficiënte manier aan te pakken.”
Gregory Pankert (1e van links): “We verwachten komende jaren tien keer meer dataverkeer tussen bedrijven”