13 minute read

Sluit als zelfstandige zeker een (sociaal) VAPZ af.

Met een gemiddeld wettelijk pensioen van 787,49 euro bengelen zelfstandigen troosteloos onderaan. Willen ze een waardig appeltje voor de dorst als ze de deur van hun zaak achter zich dichttrekken, dan zullen ze daar zelf voor moeten zorgen. Dat kan fiscaal voordelig met een aanvullend pensioensysteem. Maar kiest u nu het best voor een (sociaal) VAPZ, een IPT of een POZ?

Tekst: Sonja Verschueren

Advertisement

emiddelden zeggen uiteraard niet alles.

GHet bedrag hierboven is het gemiddelde brutomaandbedrag voor een zelfstandige die zijn hele carrière een eigen zaak heeft gerund en in 2020 met pensioen ging. Bovendien is er een groot verschil tussen mannen (gemiddeld 1.093,56 euro) en vrouwen (gemiddeld 381,97 euro), én zi en er ook mensen met een zeer korte loopbaan in dat bedrag vervat, wat het gemiddelde uiteraard omlaaghaalt.

Dat neemt niet weg dat het we elijk pensioen van een zelfstandige doorgaans geen vetpot is. Waardoor die er alle belang bij heeft om ook zelf te sparen voor later. Net zoals iedereen kan een zelfstandige jaarlijks storten in het systeem van het langetermijnsparen of pensioensparen (zie blz. 37), maar hij heeft ook opties die fiscaal nog aantrekkelijker zijn. Die systemen behoren tot de zogenaamde tweede pensioenpijler, net zoals de groepsverzekering waarmee werknemers een aanvullend pensioen kunnen opbouwen (zie blz. 24). Ze zijn terug te brengen tot deze drie le erwoorden: VAPZ, IPT en POZ. Ze staan voor ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’, ‘individuele pensioentoezegging’ en ‘pensioenovereenkomst voor zelfstandigen’.

Simpel gesteld: het basissysteem is het VAPZ, dat eventueel kan worden aangevuld met een IPT of een POZ. ‘In de tweede pijler wordt er voor zelfstandigen een onderscheid gemaakt tussen zelfstandigen mét een vennootschap en zelfstandigen zonder een vennootschap’, weet Jannick Beyens, expert bij dienstverlener Liantis, die zelfstandigen begeleidt. Voor het VAPZ maakt het niet uit of u al dan niet een vennootschap hebt - dat systeem is er voor beiden. De IPT is er alleen voor zelfstandigen met een vennootschap, de POZ alleen voor zelfstandigen zonder vennootschap (eenmanszaak).

Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ)

Er bestaan twee vormen VAPZ: een gewoon en een sociaal VAPZ. Met dat laatste bouwt u niet alleen een pensioenspaarpotje op, u geniet ook een aanvullende sociale bescherming, bijvoorbeeld als u arbeidsongeschikt bent.

OPTIE 1: GEWOON VAPZ

Het VAPZ is een zeer flexibele formule. Als zelfstandige kiest u zelf hoeveel u stort - u moet wel rekening houden met een limiet (zie verder) - en wanneer u dat doet. De betaalde bedragen zijn fiscaal aftrekbaar: u kunt ze inbrengen als beroepskosten, waardoor u minder belastingen en sociale bijdragen betaalt (zie verder). ‘Let wel: zodra u één kwartaal geen sociale bijdragen betaalt, omdat u een vrijstelling kreeg, geldt er geen fiscale aftrek’, zegt Valérie Schreurs van Acerta. Wees u daarvan bewust als u een vrijstelling van sociale bijdragen vraagt - wat tijdens de coronacrisis niet ongewoon was.

‘Het belastingvoordeel bij het VAPZ hangt af van het inkomen. Hoe hoger dat inkomen, hoe meer de zelfstandige in het VAPZ kan storten, dus hoe meer voordeel’, weet Nicolas Pevenage van Acerta. Stortingen in het VAPZ hebben ook een gunstig eff ect op de sociale bijdragen. Want het inkomen waarop die bijdragen worden berekend, gaat naar beneden omdat de premie voor het VAPZ er eerst van wordt afgetrokken.

In tegenstelling tot de premies van een groepsverzekering (4,4%) of levensverzekering (2%) betaalt u op de premies van een (sociaal) VAPZ geen premietaks.

Er zit wel een limiet op hoeveel u in het VAPZ kunt storten. Het maximumbedrag is we elijk beperkt tot 8,17 procent van uw ne o belastbaar inkomen, met voor 2022 een maximum van 3.447,62 euro.

In principe kan elke zelfstandige in hoofdberoep een VAPZ afsluiten. Bent u zelfstandige in bijberoep, dan liggen de kaarten iets anders. U kunt dan alleen een VAPZ afsluiten als uw inkomen 3 jaar geleden minstens even hoog was als de minimumdrempel voor een starter in hoofdberoep (14.658,44 euro). Dat betekent dus dat u minstens 3 jaar als zelfstandige in bijberoep actief moet zijn. Een startende zelfstandige in bijberoep die nog voorlopige bijdragen betaalt, kan ook nog geen VAPZ afsluiten.

Het contract voor een vrij aanvullend pensioen kunt u afsluiten bij uw sociaal verzekeringsfonds (dat de sociale zekerheid van zelfstandigen regelt), bij een verzekeraar of bij een pensioenfonds. Via een VAPZ-contract belegt u altijd in een tak 21-product. Dat betekent dat u een

Met het sociaal VAPZ bouwt u niet alleen een (grotere) pensioenspaarpot op, u geniet ook een beperkte sociale bescherming.

Het belastingvoordeel bij het VAPZ hangt af van het inkomen: hoe hoger het inkomen, hoe meer u als zelfstandige in het VAPZ kunt storten, dus hoe meer voordeel.

ge garandeerde rente krijgt, eventueel aangevuld met een winstdeelname die afhankelijk is van de prestaties van de onderliggende beleggingsportefeuille van de instelling. ‘De rente is gegarandeerd voor huidige stortingen; voor nieuwe stortingen kan er een nieuwe rentevoet bepaald worden’, aldus Schreurs.

OPTIE 2: SOCIAAL VAPZ

Met het sociaal VAPZ bouwt u niet alleen een (grotere) pensioenspaarpot op, u geniet ook een beperkte sociale bescherming. Als u bijvoorbeeld arbeidsongeschikt of zwaar ziek wordt, zult u via het sociaal VAPZ een extra uitkering krijgen, boven op wat het ziekenfonds betaalt. ‘Mee door corona is het besef voor dat vangnet bij zelfstandigen gegroeid’, aldus Pevenage.

Die solidariteit wordt gefi nancierd met een stukje van de premie die u elk jaar in het sociaal VAPZ kunt storten. En dat is meer dan in een gewoon VAPZ. Al is er ook hier een limiet op hoeveel u kunt sparen. Het plafond ligt op 9,4 procent van uw beroepsinkomen, met een maximum in 2022 van 3.966,67 euro - of 15 procent meer dan in een gewoon VAPZ. Tien procent van de premie gaat naar de aanvullende sociale bescherming, de rest naar de opbouw van uw pensioenspaarpot.

Wat er allemaal vergoed wordt (zie kader, blz. 31), hangt af van aanbieder tot aanbieder. U kunt niet zelf bepalen welk deel van de premie naar welke bescherming gaat. Voordeel is wel dat wie aansluit geen medische vragenlijst hoeft in te vullen of een medisch a est moet kunnen voorleggen.

Omdat u meer kunt sparen in een sociaal VAPZ kunt u ook meer beroepskosten inbrengen, wat een extra fi scaal voordeel oplevert. Daarom dat experts het sociaal VAPZ naar voor schuiven als dé pensioenformule bij uitstek voor zelfstandigen. In de derde pijler (langetermijnsparen en pensioensparen) zijn de bedragen die u kunt sparen minder groot, en het fi scaal voordeel is beperkter.

787,49€

Het gemiddeld wettelijk brutopensioen van een zelfstandige die zijn hele carrière een eigen zaak heeft gerund.

VOORDELEN VAN EEN SOCIAAL VAPZ +

Ook pensioenfi nanciering bij arbeidsongeschiktheid: als een zelfstandige met een klassiek VAPZ arbeidsongeschikt wordt, valt zijn pensioenopbouw via het VAPZ stil. Met een sociaal VAPZ komt de pensioenopbouw niet in het gedrang. De verzekeraar zal de premie in de plaats van de zelfstandige doorbetalen voor de duur van de arbeidsongeschiktheid, eventueel tot aan de pensioenleeftijd.

+Vervangingsinkomen bij arbeidsongeschiktheid: een zelfstandige die ziek wordt of niet kan werken door een ongeval, valt zonder inkomen. Een sociaal VAPZ vangt dat inkomensverlies voor een deel op, want betaalt een maandelijkse rente. Let wel: die wordt per kwartaal uitgekeerd! Toch zal die uitkering niet volstaan om het volledige inkomensverlies te compenseren. Ook wie een sociaal VAPZ heeft, sluit dus maar beter een verzekering gewaarborgd inkomen af, zodat u niet op uw spaargeld moet teren. Om de maandelijkse rente te berekenen, wordt bij sommige aanbieders gekeken naar de gemiddelde VAPZ-bijdrage van de voorbije drie jaar. ‘Nemen we de maximale VAPZ-bijdragen van 2020 (3.786,81 euro), 2021 (3.800,01 euro) en 2022 (3.966,67 euro), dan komen we uit op een gemiddelde van 3.851,16 euro’, zegt Beyens (Liantis). ‘Daar moet u een solidariteitsbijdrage van 385,12 euro van aftrekken, waardoor het uiteindelijke bedrag 3.466,04 euro is. Tien procent van dat bedrag geeft u een maandelijkse rente van 346,60 euro, of per kwartaal: 1039,80 euro.’

Forfaitaire kostenvergoeding bij ernstige ziekte: sommige verzekeraars bieden een forfaitaire vergoeding aan om de kosten van een ernstige ziekte te dekken. Het gaat om ziekten die de minister van Sociale Zaken erkent, zoals kanker, leukemie, multiple sclerose, tuberculose, ziekte van Parkinson, ziekte van Hodgkin… De vergoeding is afhankelijk van de premie die u betaalt en wordt in één keer belastingvrij uitgekeerd. De berekening is gelijkaardig als die voor het vervangingsinkomen bij arbeidsongeschiktheid. Al wordt er op het einde geen 10 procent genomen, maar wordt het bedrag verdubbeld. Nemen we hetzelfde voorbeeld: 3.466,04 x 2 = 6.932,08 euro.

Geboortepremie: bepaalde verzekeraars betalen vrouwelijke zelfstandigen een geboortepremie. Die zal meestal in functie staan van de betaalde VAPZ-bijdrage in het jaar zelf of in de jaren ervoor. Hoe wordt uw (sociaal) VAPZ belast?

Het pensioenkapitaal dat u spaart met een (sociaal) VAPZ, wordt verplicht uitbetaald als u uw we elijk pensioen opneemt. Dan gebeurt ook de eindbelasting. Daarvoor wordt een fi ctieve rente gehanteerd, die schommelt tussen 3,5 en 5 procent, afhankelijk van uw pensioenleeftijd. Concreet bedraagt de eindbelasting: een RIZIV-bijdrage (-3,55%), een solidariteitsbijdrage (-0 tot 2%) en bedrijfsvoorheffi ng op de fi ctieve rente (-11,11%). U moet de fi ctieve rente nog 10 of 13 jaar lang (afhankelijk van uw pensioenleeftijd) aangeven in de personenbelasting.

Extraatje voor medische zorgverleners

Dokters, tandartsen, apothekers, kinesisten, logopedisten en zelfstandig verpleegkundigen in hoofdberoep krijgen jaarlijks een RIZIV-toelage als ze geconventioneerd zijn. Die kan oplopen tot iets meer dan 5.000 euro per jaar. Via die toelage, die in een speciaal sociaal VAPZ (RIZIV VAPZ) moet worden gestort, bouwen ze dus een extra aanvullend pensioen op, maar dan wel zonder fi scaal voordeel. Het bedrag telt ook mee voor de 80 procentregel (zie blz. 27).

Pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ)

Individuele pensioentoezegging (IPT)

Zelfstandigen zonder vennootschap of vrije beroepers kunnen sinds 2018 boven op het (sociaal) VAPZ extra sparen voor hun pensioen, door een pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ) af te sluiten. Het systeem is minder fiscaalvriendelijk dan het (sociaal) VAPZ en het pensioen- en langetermijnsparen (derde pijler). Daarom dat u het best eerst alle andere pensioenpotjes uit de tweede en derde pijler vult voordat u een POZ afsluit. Dat is een van de redenen waarom de POZ minder succes kent. In tegenstelling tot het (sociaal) VAPZ kunnen zelfstandigen zoveel storten in de POZ als ze zelf willen, zolang ze zich houden aan de 80 procentregel. Die bepaalt dat de som van het we elijk pensioen (de eerste pensioenpijler) en het opgebouwde kapitaal via het VAPZ én de POZ niet hoger mag zijn dan 80 procent van het gemiddelde inkomen van de afgelopen drie jaar (zie blz. 27).

De premies voor een POZ worden gestort in een tak 21-spaarverzekering of een tak 23-beleggingsverzekering. Ze leveren een belastingvermindering op van 30 procent. U betaalt wel een premietaks van 4,4 procent. ‘Die is er niet bij het VAPZ en het pensioensparen’, aldus Beyens.

De eindtaxatie op het pensioenkapitaal bestaat uit een RIZIV-bijdrage (-3,55%), een solidariteitsbelasting (-0 tot 2%) en een eindbelasting van 10 procent.

Ook zelfstandigen met een vennootschap - zaakvoerders en bedrijfsleiders van ondernemingen - kunnen boven op het (sociaal) VAPZ extra sparen voor hun pensioen, dankzij de individuele pensioentoezegging (IPT). In dat systeem betaalt de vennootschap de premies voor de zelfstandige.

De onderneming kan de premies voor 100 procent aftrekken in de vennootschapsbelasting. Maar om fiscaal interessant te zijn, moet het bedrag van de premie beperkt blijven tot de 80 procentregel (zie blz. 27). Interessant is dat u inhaalbijdragen kunt storten voor de jaren waarin u actief was vóór u een IPT afsloot, en dat tot tien jaar in het verleden. Dat kan niet met een (sociaal) VAPZ. ‘Elk jaar dat u daarin niet hebt gespaard, is niet meer in te halen’, aldus Schreurs.

Het rendement van een IPT hangt af van de gekozen formule: tak 21 (beleggingsverzekering) of tak 23 (fonds).

De eindtaxatie hangt af van uw pensioenleeftijd. Hoe jonger u stopt, hoe hoger de eindbelasting. Concreet is het kapitaal dat u ontvangt, onderworpen aan een RIZIV-bijdrage (-3,55%), een solidariteitsbijdrage (-0 tot -2%) en een belasting van 10 procent (actief tot 65 jaar), 16,5 procent (62-64 jaar), 18 procent (61 jaar) of 20 procent (60 jaar).

De pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ) is minder fiscaalvriendelijk dan het (sociaal) VAPZ en het pensioen- en langetermijnsparen (derde pijler).

Ook als u van uw werkgever maar een beperkte groepsverzekering krijgt, kunt u uw pensioen met een VAPW opkrikken. Tip! Vul eerst alle andere pensioenpotjes uit de tweede en derde pijler voordat u een POZ afsluit.

Met zijn innovatieve LifeCycle-strategieën maakt Allianz het mogelijk om een mooi spaarpotje op te bouwen voor het pensioen én daarbij de

Verzekeringsmaatschappij Allianz pioniert in ons land met een aanbod van pensioenspaarproducten met LifeCycle strategieën. Zo was Allianz de eerste maatschappij in België met een LifeCycle-aanbod dat enkel bestaat uit tak 23-beleggingsverzekeringen. ‘Daarmee bieden we een alternatief aan voor de traditionele spaarformules met tak 21-spaarverzekeringen, die wel een gegarandeerde rente bieden, maar waarvan het rendement niet eens voldoende is Bonroy, Head of Technical Life Individual Belgium & Netherlands bij Allianz Benelux.

Voor de pensioenproducten van de tweede en derde pijler (zoals zelfstandigen en de groepsverzekering voor loontrekkenden) kunnen klanten van Allianz daarom ook kiezen voor formules met tak 23-beleggingsverzekeringen. Die bieden geen gegarandeerde rente, maar het potentieel rendement is wel hoger, want afhankelijk van de prestaties van de beleggingsfondsen. ‘Spaarders zijn meer dan vroeger be Bonroy. Daarom ontwikkelde de verzekeraar de LifeCycle-strategieën. ‘Het is een moderne oplossing voor pensioenopbouw. De belegging in een mix van fondsen laat toe om een hoger rendement te behalen. Tegelijkertijd kun je met een LifeCycle het risico beheersen in functie van je sleepte Allianz vorig jaar in London on Award in wacht, een award uitgereikt op Europees niveau.

Bij klanten die kiezen voor de LifeCycle, wordt de samenstelling van de beleggingsportefeuille aangepast in functie van de levensfase. De klant kiest in functie van zijn eigen rendementsverwachting en risicoappetijt defensief tot dynamisch. Maar voor elk van die beleggingsportefeuilles wordt de samenstelling vervolgens automatisch bijgestuurd naarmate de pensioenleeftijd dichterbij komt. Paul Bonroy, Head of Technical Life Individual Belgium & Netherlands bij Allianz Benelux

opgebouwde pensioenkapitaal de laatste jaren voor het pensioen verdampt door een beurscrisis. Het komt erop aan dergelijke ongelukken te vermijden en tegelijkertijd zo lang mogelijk te beleggen in risicovollere beleggingen met een Allianz België. mand is, en dus nog ver van zijn pensioen, hoe hoger het toegestane aandeel van rendementsgerichte beleggingen kan zijn. Want hoe langer de beleggingshorizon, hoe meer tijd er is om te herstellen van prijsschommelingen. Naarmate de pensioenleeftijd nadert, wordt de portefeuille steeds meer gericht op zekerheid: de belegging wordt defensiever volgens de levensfases. Deze informatie vindt u ook op mylifecycle.be.

De LifeCycles worden ontwikkeld in samenwerking met vermogensbe den Eynde: ‘Het is een perfect voorbeeld van hoe we als internationale maatschappij onze globale knowhow in lijn brengen met de kennis

Zo houden de verschillende LifeCycles bij de groepsverzekeringen rekening met het gewaarborgd rendement van minimaal 1,75% dat werkgevers moeten voorzien. ‘We passen onze globale knowhow toe, maar altijd in lijn met de lokale no dien kiezen we ook bewust voor duurzame fondsen. Als bedrijf willen bieden, maar ook positief bijdragen aan de maatschappij en aan een meer duurzame toekomst voor de

Voor de samenstelling van de onderliggende beleggingsportefeuilles kan Allianz rekenen op twee gereputeerde partners. Enerzijds Al bod aan actief beheerde fondsen Allianz-groep.

Bonroy: ‘De beleggingsportefeuilles worden beheerd door specialisten, die bijsturen wanneer dat nodig is. Wanneer de economische omstandigheden ingrijpend veranderen – zoals nu – kan de beleggingsstrategie worden gewijzigd binnen de vooraf bepaalde grenzen zonder dat de danks de gegarandeerde rente zet een tak 21-verzekering spaarders op verlies: het rendement is onvoldoen Bonroy.

Het voorbije jaar konden de tak 23-portfeuilles daarentegen mooie rendementen voorleggen. Voor iemand die meer dan 25 jaar van zijn pensioen verwijderd is, gaven de retail LifeCycles in 2021 een rendement van 6,4% voor het defensieve jaar van zijn pensioen is verwijderd, bedroegen de rendementen respectievelijk 2,8% tot 8,8%. Deze rendementen gaan uit van een eenmalige premie die werd gestort begin 2021. ‘Dit toont aan dat het toch mogelijk sen en tegelijkertijd ten volle te genieten van het potentieel rende

De producten van Allianz worden exclusief verdeeld via het professioneel makelaarsnetwerk in België. In 2018 werd de groepsverzekering met LifeCycle-strategieën gelanceerd als exclusieve oplossing voor werkgevers. Sinds 2020 worden de LifeCycle-strategieën ook aangeboden aan individuele klanten. En met succes. Meer dan 30% van de nieuwe dossiers worden opgesteld met een LifeCycle-Strategie. Van den Eynde: ‘De LifeCycle-strategie raakt een gevoelige snaar. Daarom willen we hier nog harder op inzetten, om zoveel mogelijk mensen de kans te geven een mooie spaarpot op te

This article is from: