3 minute read

2 Vreemde zaken

Next Article
13 De opvreters

13 De opvreters

Vreemde zaken

Ik ben een speurder. Samanta Schoffel is mijn naam. Zeg maar Sam. Heb je een probleem? Roep dan Sam Schoffel, de meesterspeurder. Ik ben niet duur. Voor twee repen chocola los ik je probleem op.

Oh ja, en dit is Huub. Hij is mijn trouwe maat.

Zorg ervoor dat je een goede speurhond hebt. Een meesterspeurder kan niet zonder.

Tip!

Laatst liep ik samen met Huub mijn kantoor uit. Het was een mooie zomerdag. Geen dag voor vreemde zaken, dacht ik. Toen klonk er een schreeuw van de buurvrouw. Ze stond met een boos gezicht in de tuin. ‘Wat is er, buurvrouw?’ vroeg ik. ‘Mijn mooie washandjes’, zei de buurvrouw. ‘Ze hingen aan de lijn. Maar nu niet meer. Iemand heeft ze gestolen.’

‘Raar! Wie steelt er nu washandjes?’ De buurvrouw haalde haar schouders op. ‘Ik weet het niet, Samanta. Maar ik vind het wel stom.’ Dit is een vreemde zaak, dacht ik. Een zaak voor Sam Schoffel. ‘Maakt u zich geen zorgen’, zei ik. ‘Huub en ik zoeken deze zaak tot op de bodem uit.’ ‘Hmmm, fijn, Samanta’, zei de buurvrouw. Ze liep haar huis in.

Even later stond Floor hijgend voor me. ‘Sam, ik zoek je al de hele dag’, zei ze. ‘Het is pas negen uur, Floor’, zei ik. ‘Ik ben net op.’

‘O’, zei Floor. ‘Maar ik zoek je al vanaf vijf voor negen. Er is een diefstal gepleegd bij ons. De armband van mijn moeder is weg. Hij lag op het aanrecht. Het is een heel dure, van echt goud.’ ‘Was het raam open?’ vroeg ik.

Tip!

Een speurder begint meteen met vragen stellen.

‘Welk raam?’ zei Floor. ‘Het raam van de keuken, sufkop.’ Floor dacht na. ‘Ik geloof van wel.’ ‘Stom’, zei ik. ‘Laat nooit het raam open. Boeven zijn dol op open ramen. Vooral als er een armband op het aanrecht ligt.’

‘Ik ga op zoek naar die armband. Dat kost je wel twee repen. Eén reep vooraf. En eentje als de zaak opgelost is.’ Floor liep naar huis.

‘Tjonge, wat een drukke dag, Huub’, zei ik. ‘Al twee vreemde zaken. Eerst de zaak van de witte washandjes. En nu de zaak van de armband. En het is pas vijf over negen.’

Achter mij klonken voetstappen. ‘Sam, wacht’, riep iemand. Het was mijn vriend Joost. Hij noemt zichzelf H2O. Dat betekent gewoon ‘water’. ‘Er is iets ergs gebeurd, Sam. Het vliegtuig van mijn vader is gestolen.’

Ik keek H2O met grote ogen aan. ‘Zeg dat nog eens, wat is er gestolen?’ ‘Mijn vaders vliegtuig’, zei H2O. ‘Wil jij het zoeken?’ Ik zuchtte en keek omhoog.

De lucht was strak blauw. Nergens een vliegtuig te zien. ‘Ben je gek, H2O?’ zei ik. ‘Waar moet ik een vliegtuig zoeken? Misschien vliegt het nu al boven China.’ ‘Uh, Sam’, zei H2O. ‘Het is geen echt vliegtuig, hoor. Het is een model, een kleintje. Mijn vader heeft het zelf gebouwd.’

‘Vooruit dan, H2O. Ik heb het heel erg druk. Maar een klein vliegtuig kan er nog wel bij. Het kost je twee repen.’ ‘Oké’, zei H2O.

Wat een dag. Nu had ik al drie vreemde zaken. De zaak van de witte washandjes. De zaak van de armband. En de zaak van het vliegtuig. Dat is meer dan genoeg, dacht ik.

Tip!

Een speurder zonder jas is als een kip zonder ei. Een detective heeft dus altijd een jas aan. Ook al is het superwarm.

Ik liep mijn kantoor in. Daar kreeg ik een grote schok. Mijn hoed was weg. Het raam stond wijd open. Woest was ik. Ik was bestolen. In mijn eigen kantoor nog wel.

Van woede at ik twee repen op. Toen trok ik mijn jas aan.

Tip!

Genoeg is genoeg, zelfs voor een meesterspeurder.

Zonder hoed op holde ik de deur uit. Er was geen kip te zien. De dief was al lang gevlucht. Wel zag ik de buurvrouw. Ze was haar bloemenperk aan het harken. Mijn scherpe oog zag iets.

Achter de buurvrouw stond een boom. En achter die boom stond iemand. Ik zag zijn schaduw. Iemand met een hoed. Die hoed leek erg op mijn hoed.

schrijver Paul van Loon tekenaar Ruth Van Wichelen

Tip!

Een speurder heeft ogen als een arend nodig.

This article is from: