![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/aec84140fa15c63746955cc582cb812c.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
9 minute read
7.5 Netwerken-en-verbinden
c. Op welke manier wordt het begrip sociale kaart hier ingevuld? Wat is het nut van een dergelijke sociale kaart?
Opdracht 16 Drie stappen (theorieopdracht) Bron - Belangrijke organisaties in kaart brengen Het in kaart brengen van de omgeving van een organisatie doe je in drie stappen: 1. Je maakt een inventarisatie van organisaties die mogelijk relevant zijn voor de organisatie. 2. Je inventariseert de hoofdactiviteiten van deze organisaties. 3. Je bekijkt per organisatie de aard en het belang van een mogelijke samenwerking. Welke werkzaamheden moet je in deze drie stappen verrichten om uiteindelijk de omgeving van een organisatie in kaart te brengen? Opdracht 17 Omgeving in kaart brengen (groepsopdracht) Bron - Belangrijke organisaties in kaart brengen Deze opdracht kun je het beste in een groepje maken. Het in kaart brengen van de omgeving van een organisatie doe je in drie stappen. Kies samen een SB-organisatie. Vul de stappen in voor de gekozen SB-organisatie. 7.5 Netwerken en verbinden Netwerken Het begrip netwerken kun je heel breed oppakken en dan heeft het te maken met het leggen en onderhouden van contacten die jou verder kunnen helpen in je werk, hobby of je privéleven. De essentie van netwerken is dat het mes aan twee kanten snijdt. Het netwerk moet jou én de ander wat opleveren. Zo kun jij mensen uit jouw netwerk benaderen om een lezing over COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) blessurepreventie te geven of een clinic American football te verzorgen.
Anderzijds maak jij deel uit van het netwerk van anderen en kunnen ze een beroep op jou doen. Zo help je elkaar verder. De basis van een goed netwerk is vertrouwen. Het doel is het delen van kennis, informatie en contacten.
Inzicht hebben in relevante organisaties is belangrijk voor het opbouwen, uitbreiden en onderhouden van je professionele netwerk. Zo is het handig om een netwerk op te bouwen en te onderhouden dat bestaat uit mensen uit de volgende organisaties: • organisaties van belang voor de doelgroep of klanten • overheidsinstanties (gemeente) • overkoepelende organisaties (sportbonden, brancheorganisaties) • organisaties van belang voor de financiën • sportaanbieders in de regio.
Kansen om te netwerken
Tegenwoordig speelt internet een belangrijke rol bij je netwerk. Facebook en vooral LinkedIn vormen een belangrijk hulpmiddel voor het opbouwen, uitbreiden en onderhouden van je netwerk. Daarnaast zijn ook officiële gelegenheden als de opening van een sporthal of het 25-jarig jubileum van een sportvereniging goede gelegenheden om aan je netwerk te bouwen. Dat geldt ook voor studiebijeenkomsten, seminars en symposia. Deze bieden een goede gelegenheid om allerlei vakbroeders en zusters te ontmoeten. Tot slot bieden informele bijeenkomsten, zoals een uitgaansgelegenheid of een borrel, aanknopingspunten voor je netwerkactiviteiten. Natuurlijk kun je ook zonder een dergelijke aanleiding op iemand afstappen of iemand bellen of mailen.
Tien tips voor het goed gebruiken van je netwerk 1. Netwerk het liefst met mensen met wie je het goed kunt vinden. Dit zorgt er ook voor dat je elkaar begrijpt in wat je nodig hebt. Bovendien is een goede netwerkrelatie gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Wees dan ook open en oprecht in je interesse in anderen: mensen prikken er meteen doorheen als je een praatje komt maken met een verborgen agenda. 2. Verzamel visitekaartjes en berg ze gesystematiseerd op. Schrijf bij het kaartje waar je diegene hebt ontmoet, en wat jullie eventueel voor elkaar kunnen betekenen. 3. Als je weet wat je wilt en daar met anderen over praat, komen informatie COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) en contacten van je netwerkpartner vaak als vanzelf naar boven.
4. Houd er ook tijdens een gesprek op jouw verzoek rekening mee dat netwerken altijd wederzijds is. Netwerken begint vaak met het meedenken met een ander, oftewel: je begint meestal met geven voordat je gaat nemen. 5. Zorg ervoor dat je een goede naam hebt en houdt. Verwijs bijvoorbeeld geen mensen door naar jouw contacten als je twijfelt aan hun motieven. 6. Denk bij netwerken ook aan de lange termijn. Misschien kun je nu nog niets met een contact, over een half jaar blijk je ineens een vraag te hebben waar dit contact je mee kan helpen. 7. Bedank mensen die iets voor je hebben gedaan de volgende dag nog even met een mailtje, en vertel wat je eraan gehad hebt. 8. Krijg je een uitnodiging waarop je niet kunt ingaan, laat dat even weten. Zo houd je je contacten warm. 9. Waardeer het als je van iemand een tip krijgt, ook al kun je er zelf niets mee. Misschien kun je een ander er blij mee maken. Vertel dat ook aan de tipgever.‘Het sloot niet aan bij mijn ervaring, maar ik denk dat een vriendin daarvoor uitermate geschikt zou zijn. Is het goed als ik dit aan haar doorgeef?’ 10. Ben je met iemand op goede voet, stuur een kaartje met verjaardagen en laat ook eens iets van je horen als je hem of haar niet nodig hebt. Bron: www.carrieretijger.nl. Netwerken en sport Binnen de sport is samenwerking belangrijk. Om deze samenwerking soepel tot stand te brengen zijn netwerken van groot belang. Steeds vaker worden sport en bewegen ingezet als middel om maatschappelijke problemen aan te pakken. Je kunt hierbij denken aan de bijdrage die sport kan leveren aan een gezonde, vitale samenleving. Dit betreft onder andere complexe doelgroepen, zoals chronisch zieken, die om een integrale aanpak vragen. In dergelijke gevallen wordt er samenwerking verwacht tussen de zorg en sport en bewegen. Hiervoor heeft Kenniscentrum Sport & Bewegen de netwerkwijzer zorg-sport-bewegen opgesteld. Met behulp van deze netwerkwijzer kunnen relevante organisaties eenvoudig bij elkaar gebracht worden. Je kunt hierbij denken aan een samenwerking van een zorginstelling met een COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) fysiotherapiepraktijk en een atletiekvereniging, die alle drie een bepaald deel van de integrale aanpak verzorgen.
Binnen de sport bestaan al verschillende netwerken waarvan je gebruik kunt maken. Een voorbeeld hiervan is Sport Lokaal Samen. Dit is een netwerk van de sport, bewegen en het onderwijs. Hierin werken lokale overheden, sportverenigingen en het onderwijs samen. Dit netwerk is een initiatief van de Vereniging Sport en Gemeenten. Soepele doorstroom van zorg naar sport en bewegen Een belangrijk doel van de netwerken is dat deelnemers doorstromen naar regulier sport- en beweegaanbod in de wijk. Zorgverleners en sport- en beweegleiders kunnen die overstap voor deelnemers makkelijker maken, door te zorgen voor een warme overdracht. Dat wil zeggen aansluiten bij wensen en behoeften van de deelnemer, sport-en beweegmogelijkheden in de buurt inzichtelijk maken en mensen hiermee laten kennismaken. Als de professionals de deelnemers al ervaring op kunnen laten doen, ervaren ze geen drempel meer om zelfstandig te bewegen. Bron: Kenniscentrum Sport & Bewegen (netwerkwijzer zorg-sport-bewegen). (www.kennisbanksportenbewegen.nl/?file=4137&m=1427277914&action=file.download) COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
https://www.anpfoto.nl/search.pp?pictureid=414790445&page=1&pos=1&title=Pilates-in-het-park Pilates in het Kronenburgerpark. Verdiepingsstof - Sportnetwerk Verbinden Om het sportbeleid van de overheid te realiseren, is samenwerking tussen verschillende partijen van groot belang. Deze samenwerking is niet langer beperkt tot de zogenaamde BOS-driehoek, waarin buurt, onderwijs en sport samenwerken. Tegenwoordig moet de sport- en bewegingsleider verbindingen kunnen leggen met sectoren als Zorg en Welzijn, het bedrijfsleven en commerciële sportaanbieders. Met al deze belanghebbenden, ook wel stakeholders genoemd, moet constructief samengewerkt worden. De sporten bewegingsleider en zeker de coördinator buurt, onderwijs en sport moet in staat zijn om dergelijke verbindingen tot stand te brengen. Loketfunctie Verbinden heeft ook te maken met het vervullen van een loketfunctie. Een groot gedeelte van de mensen heeft wel behoefte aan sport en bewegen, maar kan op de een of andere manier niet het juiste aanbod vinden. Één loket waar iedereen met zijn (hulp)vragen terechtkan, kan uitkomst bieden. De sportleider COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) moet in staat zijn om de gevraagde verbindingen tot stand te brengen. Het
kan zijn dat er contact wordt gezocht met een fitnesscentrum, met een wandelgroep van de plaatselijke atletiekvereniging of met een zorginstelling in de buurt. Het opgebouwde netwerk komt in dit geval goed van pas. Verbinden als sleutelwoord Gehandicaptensport Brabant richt zich in eerste instantie op revalidatiecentra en instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking. Verbinden is het sleutelwoord in de manier van werken van Gehandicaptensport Brabant. Met een intake wordt de hulpvraag concreet gemaakt. Aan de hand hiervan wordt bepaald via welke weg we een oplossing op maat kunnen bieden. Hierbij is het mogelijk dat Gehandicaptensport Brabant zelf werkt naar de oplossing of dit samen doet met relevante partijen. Onder relevante partijen verstaat Gehandicaptensport Brabant gehandicaptenplatforms, patiëntenverenigingen en ouders van het gehandicapte kind. Samen met de organisatie of instelling kan bijvoorbeeld de afweging worden gemaakt om mensen geïntegreerd te laten bewegen. Dit is afhankelijk van het beleid van de instelling of van het persoonlijk zorgplan van de potentiële sporter. Zo kan Gehandicaptensport Brabant mensen met een beperking buiten de instelling verbinden met een sport- of beweegaanbieder. Daarnaast is het mogelijk een sport- of beweegaanbieder binnen de instelling te halen zodat de mensen meer gaan bewegen. Hierdoor kunnen drempels, zoals vervoer, worden weggenomen. Zo nodig wordt voor deze trajecten samenwerking gezocht met de lokale sportcoach. Bron: https://www.brabant.nl/onderwerpen/vrije-tijd-cultuur-en-sport/sport/uniek-sporten Opdracht 18 Woordspin netwerken (groepsopdracht) Bron - Netwerken en verbinden COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) Deze opdracht kun je het beste in een groepje maken.
a. Maak een woordspin met in het midden het woord ‘netwerken’. Om de beurt bedenken jullie woorden die met netwerken te maken hebben. Zet deze woorden rondom het woord Netwerken en trek lijnen tussen Netwerken en de andere woorden. Als je niets meer weet, mag je passen en gaat je beurt over naar de volgende. b. Bespreek de termen in de woordspin en kom tot een lijstje met onderwerpen die met netwerken te maken hebben. c. Vergelijk dit lijstje met de lijstjes van je medestudenten. Opdracht 19 Mogelijke netwerkorganisaties (theorieopdracht) Bron - Netwerken en verbinden Vanuit het oogpunt van een SB-organisatie is het handig om een netwerk op te bouwen en te onderhouden, bestaande uit mensen van de volgende organisaties: 1. organisaties van belang voor de doelgroep of klanten 2. overheidsinstanties (gemeente) 3. overkoepelende organisaties (sportbonden, brancheorganisaties) 4. organisaties van belang voor de financiën 5. sportaanbieders in de regio. Ga uit van een bestaande SB-organisatie. Bedenk voor alle categorieën mensen een relevante partner voor het netwerk bij deze SB-organisatie. Opdracht 20 Kansen om te netwerken (theorieopdracht) Bron - Netwerken en verbinden Je wilt een professioneel netwerk opbouwen en onderhouden voor de SB-organisatie waar je werkzaam bent. Wat zijn kansrijke mogelijkheden om aan een dergelijk netwerk te bouwen? COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Opdracht 21 Netwerken en sport (theorieopdracht)
Bron - Netwerken en verbinden a. Zoek op internet naar een voorbeeld van een netwerk in de sport. b. Geef een beschrijving van dit netwerk. c. Wat is het doel van dit netwerk? Opdracht 22 Verbinden (theorieopdracht) Bron - Netwerken en verbinden a. Verbinden is een belangrijke vaardigheid voor de sport- en bewegingsleider. Wat betekent verbinden in dit geval? b. Geef een voorbeeld uit de praktijk waaruit blijkt dat verbinden inderdaad een belangrijke vaardigheid is. Opdracht 23 Verbinden binnen de sport (theorieopdracht) Bron - Netwerken en verbinden a. Zoek op internet een voorbeeld waarbij verbinden een belangrijke rol speelt in de sport. b. Waarom is verbinden in dit voorbeeld zo belangrijk? Opdracht 24 Leerdoelen (reflectieopdracht) a. Kijk naar de leerdoelen van dit thema. Beschrijf kort of je de leerdoelen bereikt hebt. Als je niet alle leerdoelen volledig bereikt hebt, geef dan aan op welke manier je dit alsnog kunt doen. b. Vul de beoordeling in. Je kunt een agenda voor een vergadering opstellen.1. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) 2. Je kunt correct argumenteren.