3 minute read
Het laatste grote avontuur
Goudkoorts in Klondike
ChRistiaan velzeBoeR - Wanneer mensen massaal stoppen met wat ze op dat moment aan het doen zijn kan dit verschillende dingen betekenen. Het kan zijn dat hun land de WK-finale heeft bereikt en deze op het punt staat te beginnen. Wanneer diezelfde mensen zich niet naar een scherm, maar naar een onherbergzaam gebied begeven, betekent dit vaak maar één ding: er ligt daar goud op hen te wachten! Dit is het verhaal van de Klondike Gold Rush, het laatste grote avontuur van de negentiende eeuw.
Advertisement
Op de rand van de wereld in Noordwest-Canada, tegen Alaska aan, ligt het territorium Yukon. Van oudsher wordt deze regio bevolkt door verschillende inheemse volkeren en vanaf de vroege negentiende eeuw trekken ook Europeanen het gebied in. Eerst zijn het voornamelijk bonthandelaren, later komen hier missionarissen bij en vanaf de jaren 1860 en 1870 komen de eerste goudzoekers hun geluk beproeven. Deze bevolkingsgroei wordt door de regering aangegrepen de politie uit te breiden naar de regio. Achteraf had men geen beter moment kunnen kiezen. In augustus 1896 dobbert Robert Henderson stroomafwaarts op de Indian River om voorraad en andere benodigdheden te halen in het nabijgelegen dorpje Forty Miles. Het water staat laag en om zijn boot te sparen besluit Henderson de Thron-diuckrivier (deze inheemse naam is later verengelst tot ‘Klondike’) te nemen. Een noodlottige beslissing, want daar kruist zijn pad met die van de Amerikaan George Carmack en diens zwager Skookum Jim. Naar de ongeschreven goudzoekerscode, waarvan vrije informatie-uitwisseling een belangrijke pijler is, vertelt Henderson dit tweetal over de door hem ontdekte ‘Gold Bottom’ verderop en adviseert hen daar ook een claim te doen. Op 17 augustus 1896 stuit Skookum Jim in Rabbit Creek (nu Bonanza Creek) op een goudklomp die de wereld op zijn kant zou zetten. Wanneer niet veel later in de El Dorado Creek een nog grotere exemplaar wordt gevonden weet iedereen in Yukon genoeg. Met het binnenvallen van de winter bleef het nieuws nog even geheim voor de rest van de wereld. Hier kwam verandering in toen in juli 1897 de eerste scheepslading met Yukon-goud Seattle bereikte. En er volgden er meer.
In een Amerika dat economisch aan de grond zat ging het nieuws dan ook als een lopend vuurtje rond en daarmee
was de goudkoorts geboren. Klondike leek de oplossing voor alle problemen: van de wereldwijde vraag naar goud tot felbegeerd werk en de mogelijkheid financieel onafhankelijk te worden. Hierop vertrokken duizenden gelukszoekers naar Canada met in hun kielzog handelaren, journalisten, schrijvers en fotografen. Onder de gelukszoekers zaten vanzelfsprekend veel werklozen, maar ook berucht zijn de verhalen waarin mensen massaal ontslag namen om goud te gaan zoeken. Naar verluidt zou in Seattle een deel van de politie zijn vertrokken, lieten taxichauffeurs hun auto’s op straat achter en zou zelfs de burgemeester zijn ambtsketting hebben ingeruild voor een pikhouweel. Geschat wordt dat zo’n honderdduizend mensen naar het noorden trokken. Dit kon over land, maar de meeste van hen kozen voor de route over zee. Uiteindelijk zouden ergens tussen de 30.000 en 40.000 mensen de goudvelden van Klondike weten te bereiken. Als gevolg van de massamigratie ontstonden er langs de verschillende routes kleine stadjes om in de meest uiteenlopende behoeften te voorzien. De bekendste hiervan is Dawson City. Tegenwoordig een slaperig stadje, maar in de tijd van de Klondike Gold Rush
een bruisende plaats met circa 17.000 inwoners en vele passanten. ‘Het Parijs van het Noorden’ staat symbool voor de tijdelijke gekte die Klondike trof. Bij de meest extreme leegloop vertrokken zo’n 8000 mensen in een week uit Dawson City. Het is tevens de plek waar Dagobert Duck voor het eerst en voor het laatst zijn hart verloor aan een vrouw. Het romantische beeld dat de vele goudzoekers hadden van Klondike viel vanzelfsprekend tegen. De meeste van hen waren in de eerste plaats niet getraind in het mijnen van goud, maar daarbij ook niet berekend op de huiveringwekkende Canadese winters. De meeste goudzoekers kwamen dus van een koude kermis thuis. Ook de vooraf geromantiseerde enscenering van Klondike bleek inwisselbaar. Nadat de goudvoorraad uitgeput raakte kwam er in 1899 vanuit Nome, Alaska het nieuws dat ook daar goud was gevonden. Zij die niet al gedecimeerd naar huis waren teruggekeerd pakten hun biezen en lieten zich door de goudkoorts leiden naar de volgende plek. Het laatste grote avontuur van de negentiende eeuw zat erop. d