Urobel057

Page 8

DOSSIER

SEKSUALITEIT

Vulvodynie: als vrijen pijn doet

Prof. dr. Hans Verstraelen, gynaecoloog Vrouwenkliniek van het UZ Gent

Dyspareunie, gedefinieerd als chronische of terugkerende pijn bij seksuele activiteit, treft naar schatting van de Wereldgezondheidsorganisatie 8 tot 21.1% van alle vrouwen wereldwijd. Klinisch wordt daarbij doorgaans onderscheid gemaakt tussen diepe en oppervlakkige dyspareunie. Diepe dyspareunie wordt typisch hoog in het kleine bekken of zelfs lage abdomen gerefereerd bij diepe penetratie, terwijl bij oppervlakkige dyspareunie de pijn voor, tijdens, of na het vrijen veeleer oppervlakkig wordt gerefereerd t.h.v. de vulva en dit, niet zelden, t.h.v. het vestibulum (vaginae), de ruimte omgeven door niet-gekeratiniseerd epitheel, die reikt van de lijn van Hart over de binnenzijde van de labia minora tot bij de hymenale ring. Algemeen kan chronische vulvaire pijn – al dan niet zich klinisch manifesterend als dyspareunie – verband houden met een rits aan vulvovaginale aandoeningen, zoals opgelijst in de herziene classificatie (zie Tabel 1) van de International Society for the Study of Vulvovaginal Disease (ISSVD). Eerder dan geassocieerd aan een specifieke, aanwijsbare oorzaak – en dit des te meer voorafgaand aan de menopauze – is oppervlakkige dyspareunie echter het vaakst toe te schrijven aan vulvodynie, een aandoening

of veeleer een verzamelnaam voor de klinische presentatie waarbij chronische vulvaire pijn wordt gerapporteerd door de patiënte en wanneer de pijn niet kan toegeschreven worden aan een aanwijsbare oorzaak. In de herziene definitie van vulvodynie worden ook een aantal descriptoren voorzien, die toelaten de presentatie van vulvodynie bij een gegeven patiënt nauwer te omschrijven (zie Tabel 1). In de meeste klinische omgevingen, wordt één presentatie van vulvodynie met voorsprong het vaakst waargenomen, met name primair aanwezige of secundair opgetreden gelokaliseerde uitlokbare vulvodynie t.h.v. het vestibulum vaginae, ook wel vestibulodynie genoemd. Anders dan de ietwat vage en descriptieve nomenclatuur doet vermoeden, is de klinische presentatie veelal kenmerkend. De vaak jonge patiënte brengt een geïsoleerde klacht van vulvaire pijn in afwezigheid van andere vulvovaginale symptomen, en waarbij de pijn uitgelokt wordt door mechanische stimuli, meest typisch als oppervlakkige dyspareunie, niet zelden ook als pijn bij tampongebruik of pogingen daartoe. Soms kan de pijn bij vestibulodynie ook uitgelokt worden door

Vulvodynie: lorsque faire l’amour est douloureuxt

Prof. dr. Hans Verstraelen, gynaecoloog Vrouwenkliniek van het UZ Gent

La dyspareunie, définie comme une douleur chronique ou récurrente lors de l’activité sexuelle, touche, selon les estimations de l’Organisation mondiale de la santé (OMS), entre 8 et 21,1% des femmes dans le monde entier. D’un point de vue clinique, on distingue généralement la dyspareunie profonde de la dyspareunie superficielle. La dyspareunie profonde s’observe typiquement dans le haut du petit bassin, voire dans le bas de l’abdomen en cas de pénétration profonde. La dyspareunie superficielle renvoie à une douleur plutôt superficielle avant, pendant et après l’acte sexuel au niveau de la vulve et même fréquemment au niveau du vestibule (vagin), entouré d’un épithélium non kératinisé qui va de la ligne de Hart à l’anneau hyménal en passant par l’intérieur de la petite lèvre mineure. De manière générale, la douleur vulvaire chronique – qu’elle se manifeste ou non cliniquement sous forme de dyspareunie – peut être liée à une série d’affections vulvo-vaginales, telles qu’énumérées dans la classification revue (voir Tableau 1) de l’International Society for the Study of Vulvovaginal Disease (ISSVD). La

8

Urobel Magazine | 57 | mei • mai 2020

dyspareunie superficielle n’est pas tant associée à une cause spécifique manifeste – en particulier à l’approche de la ménopause – mais est le plus souvent attribuée à une vulvodynie, une affection, ou plutôt un terme générique, pour la présentation clinique où une douleur vulvaire chronique est rapportée par la patiente et où la douleur ne peut pas être attribuée à une cause manifeste. La définition revue de la vulvodynie prévoit aussi un certain nombre de descripteurs qui permettent de décrire avec davantage de précision la présentation de la vulvodynie chez une patiente donnée (voir Tableau 1). Dans la plupart des environnements cliniques, on observe le plus souvent une présentation de vulvodynie avec avance, à savoir une vulvodynie primaire ou secondaire localisée et inductible à hauteur du vestibule du vagin, appelée aussi vestibulodynie. Contrairement à ce que laisse supposer la nomenclature un peu vague et descriptive, la présentation clinique est souvent caractéristique. La patiente, souvent jeune, manifeste une plainte


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.