2 minute read

Biologisch nauwelijks terug te vinden, plant-based is tegenwoordig de norm

Vakbeurzen - Terwijl de huismerken bij de supermarkten het beter doen dan ooit, viel er op de private labelbeurs PLMA in de Amsterdamse RAI weinig nieuws te ontdekken. Of het enorme aanbod plant-based-producten moet gezien worden als innovaties, want dat is tegenwoordig de norm. Maar over het algemeen was het veel van hetzelfde. Opmerkelijk, want juist de PLMA vormde meestal het podium voor nieuwe creatieve producten.

Huismerken doen het momenteel goed. De reden? De hoge inflatie. Het feit dat 37 procent van de Europeanen moeite heeft rond te komen zorgt er voor dat mensen vaker het A-merk laten staan, aldus de deskundigen. In Nederland groeide het marktaandeel van huismerken vorig jaar met 2,2 procentpunt tot een aandeel van 42 procent. En volgens Servé Muijres van marktonderzoeker GfK zal ook dit jaar het A-merk onder druk blijven staan. Alle reden dus om te verwachten dat op de private labelbeurs PLMA een jubelstemming heerst bij de aanbieders van huismerken. Maar niets was minder waar.

Oplopende kosten

Men maakt zich zorgen over de verkrijgbaarheid van de juiste ingrediënten, de oplopende kosten van arbeid, de druk op de energiemarkt en de schaarste van grondstoffen. Ook de beschikbaarheid van arbeid en de juiste en betaalbare verpakkingsmaterialen waren onderwerp van gesprek. Alle problemen kwamen voorbij tijdens een rondgang langs de toeleveranciers, maar op de vraag hoe gaat het in de handel, viel opvallend vaak te horen: retail heeft het moeilijk, maar in foodservice gaat het goed. En dat geeft de burger moed voor wie in de foodservicesector actief is. Vrijwel iedereen had het over de goede volumes, die er worden afgezet in de foodservicesector. Daar waar men over de retail duidelijk voorzichtiger was. Enige twee kritische puntjes die werden genoemd waren; de angst voor hoe lang de consument het huidige bestedingspatroon buitenhuis vasthoudt. Ook de kwetsbaarheid in de productie is een aandachtspunt.

Bezetting Het feit dat productielijnen vragen om een bepaalde bezetting aan gekwalificeerde mensen betekent in de praktijk nog wel eens dat lijnen noodgedwongen moesten worden stilgelegd, omdat er onvoldoende mensen aanwezig waren. En dan niet alleen omdat mensen de ervaring en kennis misten, maar ook vanwege het feit dat er simpelweg onvoldoende personeel beschikbaar was. En een lijn waar niet alle posten zijn bezet, kun je in principe ook niet laten draaien. Met alle leveringsproblemen als gevolg. Wat inzet van arbeid betreft lopen de parallellen in productie en bij de eindklanten synchroon. Ook in de catering, bij de tankstations en de cafetaria’s moeten mensen van het hoofdkantoor, of de eigenaren van bedrijven, vaker zelf bijspringen om de gaten in werkschema’s dicht te lopen.

Ongekend

Terug naar de PLMA. Veel aandacht op de beurs voor plantaardige variaties. Wie het aanbod op de beurs bekeek, vroeg zich af waar het allemaal moet blijven. Zelfs al worden plantaardige producten soms ‘stilletjes’ als regulier aangeboden. Dat de vraag toeneemt, dat is een feit, maar de mate waarin het nu wordt geïntroduceerd, is ongekend. Geen fabrikant kan onder plantaardig uit, zo lijkt het. Plant-based heeft zelfs eerdere usp’s als biologisch bij vrijwel alle leveranciers volledig naar de achtergrond verdrongen. Wat dat betreft kom je alleen op de Parijse levensmiddelenbeurs SIAL nog een fors biologisch aanbod tegen, voornamelijk door de grote aanwezigheid van regionale Franse aanbieders op die beurs. Maar voor het overige is alles wat de horecabeurzen laten zien vegetarisch of vegan, wat commercieel aantrekkelijker wordt aangeboden als plant-based. Want als er al een duidelijke ontwik- keling moet worden gesignaleerd, dan is het dat vegan of vegetarisch meer en meer naar de achtergrond verschuift en vervangen wordt door plant-based. Een benaming die beter wordt geaccepteerd door een brede groep consumenten dan vegan of vegetarisch. Wel iets om rekening mee te houden op de menukaart.

This article is from: