Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta
Nr. 2 - 2023 www.petrochem.nl • losse verkoopprijs € 23,50
Kooldioxide straks onmisbaar als grondstof • Eemsdelta: alternatieve C’s en H’s in vijf beelden • Gedreven en volhardend naar klimaatneutraal • Topic: Procesoptimalisering
8
CO2 STRAKS ONMISBAAR ALS GRONDSTOF
Een Duitse moleculaire systeembioloog die zich sterk maakt voor kansen voor de Nederlandse chemische industrie. Dat ligt niet meteen voor de hand. Toch is professor Matthias
Heinemann een belangrijke pleitbezorger van CO2 als grondstof. Het is niet alleen een belangrijke optie als we van fossiele grondstoffen af willen, het biedt Nederland ook interessante kansen als het hierin wereldwijd de leiding neemt.
12
EEMSDELTA: ALTERNATIEVE C’S EN H’S
We willen af van fossiele grondstoffen. Maar hoe komen we straks aan de nodige koolstof en waterstof als chemische bouwstenen voor waardevolle materialen? In Noord-Nederland zijn de eerste stappen zichtbaar van de grondstoffentransitie. Denk aan de grote plannen voor de productie van groene waterstof en de verschillende initiatieven op het gebied van koolstof uit afval, biomassa en zelfs CO2. Vijf projecten in vijf beelden.
22 NA VIJFTIG JAAR VALT ER WAT TE VIEREN
De naoorlogse economische groei zorgde ervoor dat de industrie behoefte aan ruimte had. En de landbouwmechanisatie zorgde voor een groot overschot aan arbeidskrachten in NoordNederland. Beide ontwikkelingen lagen in 1968 ten grondslag aan het besluit van de Provinciale Staten van Groningen om twintig kilometer ten noorden van de bestaande haven in Delfzijl een nieuwe zeehaven te bouwen, de Eemshaven.
32 GEDREVEN NAAR KLIMAATNEUTRAAL
Naast de A7 in Friesland staan de fabrieken van BASF Heerenveen. Ver van de grote chemieclusters. Dat levert interessante uitdagingen op, vooral als je de ambitie hebt om wereldwijd als eerste binnen de BASF-groep klimaatneutraal te zijn. Sitemanager Sjoerd Visser stuit met zijn team op grote uitdagingen. Toch blijft zijn droom intact: neutraal in 2030.
38 AI VERSNELT PRODUCT-ONTWIKKELING
Grootschalige digitalisering, machine learning en artificial intelligence transformeren de chemische industrie. Snelheid, innovatie, efficiëntie, veiligheid en verduurzaming zijn belangrijke drijfveren achter deze ontwikkeling. Ook Lanxess sloeg in 2017 het pad in van de digitalisering van bedrijfsprocessen, de introductie van nieuwe technologieën en ontwikkeling en het gebruik van big data.
44 FINALISTEN PLANT MANAGER OF THE YEAR
De finalisten van de Plant Manager of the Year 2023 zijn bekend. Dit jaar strijden Anne Arkenbout (Nobian), John van Olffen (Sabic), Charles de Wolff, (Huntsman) en Henk Bijma (Holland Malt) om de gerenommeerde titel. Tijdens Eemsdeltavisie op 16 mei in Delfzijl wordt de opvolger van Roel Jolling (Polyscope) bekendgemaakt.
EN VERDER
IN DEZE EDITIE PETROCHEM 2 - 2023 3
Commentaar 5 Feiten en cijfers • Onyx wil waterstoffabriek op Maasvlakte • OCI wil methanol uit afval produceren in Delfzijl 6 Fotospread • Huntsman 30 Petrochem Platform 42 Column • Chris Aldewereld 46
Meer nieuws dan ooit
• Actuele berichtgeving over de chemische industrie
• Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar
• Volledig evenementenoverzicht
• Online catalogi met producten
• Multimediale bedrijfspresentaties
• Wekelijkse nieuwsbrief
• Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase
Petrochem-abonnees krijgen meer
• De nieuwste Petrochem staat een week voor verschijnen online
• Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen
• U kunt naar aanleiding van uw abonnement ook besluiten om bedrijfslid van het Petrochem platform te worden. Hierbij krijgt u onder andere voor twee personen toegang tot het jaarcongres Deltavisie. Meer weten? Kijk op www.petrochem.nl/bedrijfslidmaatschap
ADOPTEER EEN PUP
ADOPTEER EEN PUP
Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta
Nummer 2 - 2023
UITGAVE VAN: Industrielinqs pers en platform BV, Postbus 36420, 1020 MK Amsterdam redactie@industrielinqs.nl website: www.petrochem.nl
HOOFDREDACTIE: Wim Raaijen | wim@industrielinqs.nl
REDACTIE: Jacqueline van Gool, Monique Harmsen, Liesbeth Schipper, Breg Schoen redactie@industrielinqs.nl
VASTE MEDEWERKERS: Chris Aldewereld, Henk Leegwater, Wim Soetaert, Francis Voermans, Evi Husson
LAY-OUT: Bureau OMA, Doetinchem
OMSLAGFOTO: Wim Raaijen
ADVERTENTIEVERKOOP: Jetvertising BV, Robbin Hofman 070 3990 000 | robbin@jetvertising.nl
TRAFFIC: Breg Schoen | breg@industrielinqs.nl
COMMERCIEEL MANAGER: Janet Robben | 06 38 73 70 39 | janet@industrielinqs.nl
DRUKWERK: PreVision Graphic Solutions
ABONNEMENTEN (excl. 6% BTW)
Nederland/België € 186,- per jaar
Overig buitenland € 216,50 Losse verkoopprijs € 23,50
Meer informatie vindt u via www.petrochem.nl/abonneren
OPZEGGEN: Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen en wijzigen kan via abonnementen@industrielinqs.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door ons is ontvangen. Als u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Overige vragen kunt u stellen via abonnementen@industrielinqs.nl
EN HELP ’M BLINDENGELEIDEHOND WORDEN.
WWW.ADOPTEEREENPUP.NL
EN HELP ’M BLINDENGELEIDEHOND WORDEN.
WWW.ADOPTEEREENPUP.NL
ISSN: 1380-6386
Prijswijzigingen voorbehouden. © Industrielinqs pers en platform BV
Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.
Papier:
Petrochem
PET_kwart_staand.indd 1 13-12-17 12:45
Ga direct naar petrochem.nl/abonneren en blijf iedereen voor
geeft nog meer waarde voor uw geld
Wereldleider
Op het gebied van energie willen we decarboniseren, op het gebied van grondstoffen moeten we récarboniseren. Immers zonder koolstof kunnen we niet, als het gaat om voeding, materialen en nog veel meer waardevolle producten. Op deze plaats is het preaching to the converted, mag ik hopen. In de politiek, marketing en dus de samenleving is dat onderscheid vaak niet zo helder.
Dus nog maar een keer. Willen we de komende decennia van aardolie af, dan ligt het grootste potentieel bij het terugbrengen van de inzet ervan als brandstof. Décarbonisatie dus. Immers het overgrote deel van de olie gaat nog steeds richting directe verbranding. De snelweg naar CO2. Op dat vlak mogen we geen tijd verspillen. Grote klappers kunnen we maken met elektrificatie, hergebruik van warmte, warmtepompen en situationeel misschien ook emissievrije waterstof.
Verblauwen
Tegelijkertijd moeten we ook aan de slag met de grondstoffentransitie, récarbonisatie. En dan gaat het om alternatieve bronnen voor koolstof en waterstof. Heel veel discussies gaan momenteel over waterstof als energiedrager. Er ligt echter –zeker komend decennium – een veel groter potentieel voor emissievrije waterstof in de rol van grondstof. In de industrie wordt waterstof al grootschalig ingezet als chemische bouwsteen en hulpstof. Kunnen we die vraag zonder grote emissies vergroenen of voor mijn part een tijdje verblauwen, dan zetten we enorme stappen.
Dead dog
Maar terug naar koolstof, want waterstof krijgt al voldoende aandacht. Willen we af van fossiele koolstof, dan zijn er drie alternatieve bronnen: circulaire grondstoffen uit afval, biomassa en CO2/CO, oftewel carbon capture and utilization (CCU). Volgens professor Matthias Heinemann van de Rijksuniversiteit Groningen moeten alle zeilen worden bijgezet en zeker ook het laatste. ‘De verwachting is dat de wereldwijde vraag naar koolstof de komende decennia door groei van bevolking en welvaart nog beduidend zal toenemen’, stelt hij in deze Petrochem. ‘Dus met alleen recycling red je het sowieso niet. Biomassa uit de landbouw is zeker ook een interessante bron, maar willen we de landbouw nog meer intensiveren? Willen we echt van fossiel af, dan zullen we ook CO2 uit de schoorstenen en straks ook uit de lucht moeten halen en opnieuw inzetten.’
Heinemann is een belangrijk pleitbezorger van FuturecabonNL, een nieuw samenwerkingsverband van Nederlandse universiteiten, kennisinstellingen, industrie, MKB en startups. De ambitie is om Nederland wereldleider te laten zijn bij hergebruik van kooldioxide en koolmonoxide in nieuwe, duurzame materialen, brandstoffen en voedingsmiddelen.
Een zeer interessante ambitie, maar tegelijkertijd ook een van een lange adem. Veel onderzoek op dit vlak staat nog in de kinderschoenen en zal nog ruime tijd nodig hebben om tot industriële wasdom te komen. De grote uitdaging is om processen te ontwikkelen die met minder energie CO2, de dead dog van de chemie, weer tot leven kunnen wekken.
Het is de verwachting dat op de korte en middellange termijn stappen op het gebied van circulaire en biogebaseerde grondstoffen groter zijn. In de verschillende Nederlandse en Vlaamse clusters staan veel circulaire investeringsprojecten op stapel. Toch is ook het hergebruik van CO2 en CO niet per se verre toekomst. Covestro produceert al jarenlang extra polyurethaan uit CO2, in het Duitse Dormagen. En ook OCI kan in Delfzijl al e-methanol produceren uit CO2 en waterstof. Onlangs werd overigens bekend dat het bedrijf ook inzet op grootschalige productie van methanol uit afval in plaats van aardgas. En iets verder van huis: met onze Electro Trail Europe (Electe23) gaan we in juni onder andere op bezoek bij Övik in Zweden. Op het terrein van dit energiebedrijf is Ørsted dan net begonnen met de bouw van FlagshipOne, een fabriek voor de productie van e-methanol.
Landbouwgrond
Groot fan ben ik van Deep Branch, Solar Food en bijvoorbeeld Air Protein. Dit zijn starters die zelfs voedingsmiddelen produceren uit CO2 en waterstof, met behulp van bacteriën. Biotech dus. En geen verre toekomstmuziek. Deep Branch bijvoorbeeld, bouwt nu al een proeffabriek op Chemelot. De volgende stap is industriële schaal. Het bedrijf claimt dat onze voedselproductie straks veel efficiënter, effectiever, maar vooral ook veel duurzamer kan. Op deze manier zijn we in de toekomst in staat om veel landbouwgrond een andere bestemming te geven. Direct komen we hiermee ook in een heel andere – eveneens zeer actuele – discussie terecht. Wordt vervolgd dus…
Reageren? Via de mail: wim@industrielinqs.nl of via twitter : @wimraaijen
COMMENTAAR PETROCHEM 2 - 2023 5
Het overgrote deel van de olie gaat nog steeds richting directe verbranding. De snelweg naar CO2.
Dops Recycling Technologie werkt samen met InVesta en het Fieldlab Industrial Electrification (FLIE) om haar Direct Carbon Immobilization scheidingstechnologie op industriële schaal te valideren. Sinds de opstart van een reactor op laboratoriumschaal in maart zijn diverse tests uitgevoerd. Het is Dops gelukt om ruw syngas, bestaand uit H2, CO en onzuiverheden, en vast koolstof te produceren uit biogene grondstoffen. CO2 werd niet uitgestoten. Tijdens het tweede en derde kwartaal van 2023 plaatst Dops additionele apparatuur, waaronder een gas-scrubber en inline gasanalyser. Dit maakt het mogelijk om de technologie ook te testen met complexe afvalstromen die bijvoorbeeld PVC bevatten.
Neptune Energy laat digital twins maken van twee van haar offshore platforms in de Nederlandse Noordzee. Het gaat om D15-A en K12-C. In totaal heeft het bedrijf dan digitale kopieën van veertien van haar platforms. De digital twins zorgen ervoor dat werkzaamheden op de platforms gemakkelijker op het vasteland kunnen worden voorbereid. Eserv voert de digitalisering van de platforms uit. Deze onderneming maakte al eerder digital twins voor twaalf platforms van Neptune in de Nederlandse en Britse Noordzee.
Spie Nederland en C-Green werken samen aan een modulaire fabriek die rioolslib omzet in biobrandstof. De installatie – ontwikkeld door C-Green – zet natte biomassa (slib) op energiezuinige wijze om tot het droge product hydrochar. Bij het productieproces wordt van vijf kilo slib één kilo hydrochar gemaakt. Dit organische eindproduct is geschikt als biobrandstof en bodemverbeteraar. De compacte fabriek, bestaande uit kant en klare modules, kan bijvoorbeeld worden geplaatst bij een afvalwaterzuiveringsinstallatie of pulpfabriek en kan 25.000 ton slib per jaar omzetten. Opslag van het product en de verwerking van de afvalstroom gebeurt op locatie. De komende maanden test REYM Rotterdam een pilot-installatie.
OCI WIL METHANOL UIT AFVAL PRODUCEREN IN DELFZIJL
OCI heeft plannen om de BioMCN-fabriek in Delfzijl nieuw leven in te blazen. Het bedrijf wil er door vergassing van huishoudelijk afval en plantaardige afvalstromen duurzame methanol gaan produceren. Het doel is om in de eerste fase ruim 450.000 ton methanol per jaar te produceren.
Vorig jaar legde OCI de methanolproductie in Delfzijl stil. Het was vanwege de hoge gasprijs niet rendabel om door te gaan met de productie. Bij klassieke methanolproductie is aardgas de belangrijkste grondstof.
Het project dat OCI GasifHy heeft genoemd, voorziet in een proces waarbij afval in syngas wordt omgezet. Het syngas wordt samen met groen waterstof als grondstof voor de bestaande methanol-installatie gebruikt. OCI wil het waterstof afnemen van lokale offshore windparken in de Noordzee. Het bedrijf denkt meer dan 600 MW aan groene waterstof af te nemen voor deze productielocatie. OCI is al in gesprek met potentiële afnemers van de groene methanol.
OCI werkt al samen met het NortH2-consortium dat als doel heeft om grootschalige productie opslag en transport van groene waterstof mogelijk te maken. OCI wil een waardeketen voor groene ammoniak en methanol ontwikkelen. Via NortH2 zou het bedrijf 1GW groene waterstof kunnen afnemen. OCI is via het Djewels-project van Gasunie en HyCC ook al betrokken bij het aan elkaar knopen van een waardeketen met windenergie, waterstof- en methanolproductie. Bij Djewels gaat het om een 20 megawatt elektrolyser op Chemiepark Delfzijl die ongeveer 3.000 ton groene waterstof per jaar gaat maken. Ook is het bedrijf partner van het HyNL consortium. Hierin werkt het samen met Engie en EEW aan een 100 MW elektrolyser in de Eemshaven. Deze elektrolyser moet vanaf 2025 groene waterstof produceren voor de productie van groene methanol.
ONYX WIL WATERSTOFFABRIEK OP MAASVLAKTE
Het op de Maasvlakte gevestigde Onyx Power wil een fabriek bouwen voor de productie van zogenoemde blauwe waterstof. De waterstoffabriek krijgt een capaciteit van 1.200 MW en kan daarmee ongeveer 300 kiloton waterstof produceren. Het is de bedoeling dat de installatie tegen 2028 in bedrijf wordt genomen. Blauwe waterstof wordt geproduceerd uit aardgas. Hierbij wordt de CO2 afgevangen en opgeslagen in lege gasvelden onder de Noordzee. Onyx Power wil de installatie bouwen naast de bestaande energiecentrale op de Maasvlakte. Deze kolencentrale werd in 2015 in gebruik genomen. Onyx is in handen van Riverstone, dat de centrale in 2019 overnam van Engie. Engie bouwde de centrale destijds met de intentie om het geproduceerde CO2 af te vangen. Dit gebeurde echter nooit. In 2021 kwam Onyx Power met het kabinet overeen dat de centrale zou sluiten. Hiervoor zou de eigenaar een compensatie van ruim 200 miljoen euro krijgen. Vorig jaar besliste Riverstone echter dat de centrale in ieder geval nog een jaar in bedrijf zou blijven.
GASUNIE MAAKT AARDGASLEIDING EMMEN - OMMEN GESCHIKT VOOR GROEN GAS
Een zestig kilometer lange aardgasleiding tussen Emmen en Ommen wordt geschikt gemaakt voor het transport van regionaal groen gas naar het Gasunie-netwerk. De ombouw moet de toenemende congestie in de regionale netten voorkomen. De verwachting is dat het eerste groene gas er per augustus 2025 doorheen stroomt. Om de leiding geschikt te maken voor het transport van groen gas, is een aantal technische aanpassingen nodig op bestaande afsluiter-locaties van Gasunie en bij koppelingen met de regionale netten.
De toenemende hoeveelheid groen gas levert steeds vaker congestie op in de regionale leidingen waarop de diverse regionale producenten hun groen gas afzetten. Met het besluit om de aardgasleiding van Emmen naar Ommen om te bouwen naar een transportleiding voor groen gas, wordt één centrale afvoerleiding gerealiseerd voor de afzet van groen gas door producenten in deze regio.
FEITEN & CIJFERS PETROCHEM
6
2 - 2023
Blijf op de hoogte en schrijf u in voor de nieuwsbrief op www.petrochem.nl
N-SEA VERBINDT N05-A PLATFORM ELEKTRISCH MET RIFFGAT-WINDPARK
ONE-Dyas heeft een contract gegund aan N-Sea voor de installatie van een ondergrondse zeekabel tussen het Riffgat offshore windpark en het nieuw te bouwen N05-A gasproductieplatform. De kabel krijgt een totale lengte van ongeveer tien kilometer en zorgt ervoor dat het platform groene elektriciteit kan afnemen. In juni vorig jaar kreeg ONE-Dyas de vergunningen voor het nieuwe platform. In september nam het bedrijf de definitieve investeringsbeslissing. N-Sea zal haar deel van het werk op verschillende tijdstippen in de zomer van 2023 en 2024 uitvoeren. Het is de bedoeling dat het nieuwe platform vanaf augustus 2024 gas gaat produceren. De investering van ONE-Dyas is het grootste gasontwikkelingsproject op het Nederlandse continentale plat van de afgelopen vijftien jaar. De ontwikkeling van het N05-A gasveld maakt deel uit van het Gateway to the Ems (GEMS) project van ONE-Dyas, Hansa Hydrocarbons en EBN. De ondernemingen zoeken in dit project naar gasproductiemogelijkheden in de Noordzee, op zo’n twintig tot honderd kilometer ten noorden van de monding van de Ems. De partijen verwachten dat het N05-A veld tussen de 4,5 en 13 miljard kubieke meter gas kan opleveren. In totaal wordt geschat dat het GEMS-gebied goed is voor zo’n 50 miljard kubieke meter aardgas.
HAVENBEDRIJF RESERVEERT TERREIN MAASVLAKTE VOOR WATERSTOFFABRIEK
Het Havenbedrijf Rotterdam ontwikkelt op de Maasvlakte een terrein van elf hectare met de bedoeling dat daar een grote groene waterstoffabriek wordt gebouwd. Aanleiding is de aanbesteding van het windpark IJmuiden Ver later dit jaar. Het ministerie voor Klimaat en energie stimuleert in de aanbestedingsprocedure dat bedrijven de windenergie slim integreren in het energiesysteem. Productie van waterstof direct aan de kust is een logische keuze. Door de aan land gebrachte elektrische energie te gebruiken om waterstof te produceren, wordt het hoogspanningsnet aan land ontlast. Het is de bedoeling dat het windpark en de waterstoffabriek in 2028 worden opgeleverd. Het terrein biedt ruimte tot 1 GW elektrolyse en ligt naast het nieuw te bouwen hoogspanningsstation Amaliahaven (380 kV) van Tennet. Hier komt straks de 2 GW gelijkstroomkabel van het windpark IJmuiden Ver kavel Beta aan. Alle groene stroom die direct wordt omgezet in waterstof komt niet op het elektriciteitsnet en voorkomt daarmee extra belasting van het net.
Het Belgische Bekaert investeert in productie- en onderzoekscapaciteit op het gebied van elektrolysetechnologieën voor waterstofproductie Het bedrijf kondigt aan een nieuwe plant in Wetteren te bouwen voor de productie van poreuze transportlagen (PTL) voor elektrolysetechnologieën. Hiermee wordt de PTL-capaciteit verdubbelt tot meer dan 2 GW.
BioBTX gaat gebruik maken van technologie van het Noorse Agilyx in haar eerste commerciële fabriek voor de productie van hernieuwbare aromaten. Deze installatie moet in 2024 in Delfzijl in gebruik worden genomen. BioBTX gebruikt de pyrolysetechnologie van Agilyx om moeilijk te recyclen afvalplastics te verwerken. Deze technologie wordt gecombineerd met de katalytische technologie van BioBTX om pyrolyse-dampen om te zetten in aromatische chemicaliën.
Shell wil de CO2-uitstoot in haar fabrieken in Rotterdam en Moerdijk fors reduceren. In 2030 moet de CO2 met 3,9 megaton zijn gereduceerd. Dat is twintig procent van wat de Nederlandse industrie in totaal aan CO2 moet reduceren in 2030. Shell wil daarnaast de stikstofuitstoot met minstens tien procent verminderen. Shell heeft hiertoe in april een intentieverklaring ondertekend met de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Infrastructuur en Waterstaat en de Provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant. Shell is hiermee het vierde bedrijf na Dow, Nobian en OCI dat maatwerkafspraken maakt met het Rijk om haar uitstoot te reduceren.
Begin april hebben DSM Engineering Materials en Lanxess High Performance Materials hun joint venture Envalior gelanceerd. Envalior levert lichtgewicht materialen voor de automobielsector. Het gaat bijvoorbeeld om onderdelen die nu nog uit metaal zijn vervaardigd en die door polymeren kunnen worden vervangen. Het bedrijf bestaat uit drie wereldwijde divisies: Performance Materials, Specialty Materials en Intermediates.
PETROCHEM 2 - 2023 7
BRENT RUWE OLIEKOERS PRIJS PER VAT IN US DOLLARS 70 72 74 76 78 80 82 84 86 88 90 17 14 1312 11 654331302928272423222120 151716 14 1310 987632128272423222120 Maart 2023 Februari 2023 April 2023
Kooldioxide straks onmisbaar als grondstof
INTERVIEW PETROCHEM 2 - 2023 8
Een Duitse moleculaire systeembioloog die zich sterk maakt voor kansen voor de Nederlandse chemische industrie. Dat ligt niet meteen voor de hand. Toch is professor Matthias Heinemann een belangrijke pleitbezorger van CO2 als grondstof. Het is niet alleen een belangrijke optie als we van fossiele grondstoffen af willen, het biedt Nederland ook interessante kansen als het hierin wereldwijd de leiding neemt. Tijdens de opening van Eemsdeltavisie 2023 op 16 mei zal hij zijn pleidooi extra kracht bijzetten.
Nederland heeft interessante troeven in handen als het gaat om het hergebruiken van CO2 en CO als grondstof, stelt professor Matthias Heinemann van de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Er is al veel chemische industrie aanwezig, de wetenschap op dat gebied is hier ook sterk vertegenwoordigd én Nederlanders weten wat samenwerken is.’
Als Duitser van origine ziet hij het misschien nog wat scherper. ‘Ik werk hier nu twaalf jaar en voel me helemaal thuis bij de unieke manier van samenwerken in Nederland. Heel anders dan bijvoorbeeld in Duitsland. Dat is toch conservatiever.’ In Nederland hoor je nog wel eens zelfkritiek op het poldermodel, maar Heinemann ziet vooral voordelen. ‘Voor de grondstoffentransitie, en zeker voor ontwikkeling en toepassing van CO2 als grondstof is goede samenwerking tussen – grote en kleine –bedrijven, wetenschap en overheid echt nodig.’
Nationaal Groeifonds
Als een van de initiatiefnemers van het programmavoorstel FutureCarbonNL wil hij daarom heel verbindend zijn. En ook op voorhand weinig uitsluiten. Het innovatieprogramma moet de volle breedte bestrijken, van fundamenteel onderzoek tot nagenoeg marktrijpe technologie. De ambitie is om Nederland wereldleider te laten zijn bij hergebruik van kooldioxide en koolmonoxide in nieuwe, duurzame materialen, brandstoffen en voedingsmiddelen. Heinemann: ‘Dat kunnen we alleen bereiken als we de meest creatieve mensen erbij betrekken en de beste ideeën honoreren. Daarom willen we het programma
PETROCHEM 2 - 2023 9
Wim Raaijen
niet vooraf dichttimmeren, maar juist organiseren als een programma waarbinnen iedere onderzoeker en ieder bedrijf met een goed idee een voorstel kan indienen. En starters zijn bijvoorbeeld net zo belangrijk als grote bedrijven. Overheden neigen er al gauw naar om grote bedrijven te ondersteunen. Maar we hebben ook disruptieve veranderingen nodig. En dan de vraag: welke boten zijn wendbaarder? Tankers of zeiljachten? Uiteindelijk heb je alle partijen nodig. En natuurlijk ook de grote, want die moeten de innovatieve processen inpassen.’
De samenwerking van Nederlandse universiteiten, kennisinstellingen, industrie, MKB en startups heeft een voorstel ingediend bij het Nationaal Groeifonds. Het totale innovatieprogramma van FutureCarbonNL bedraagt 1,43 miljard euro. Uit het Groeifonds wordt een bijdrage van 663 miljoen euro gevraagd. Private partijen investeren 767 miljoen euro, en
publieke partijen dragen 4 miljoen euro bij. De verwachting is dat het Groeifonds nog voor de zomer uitsluitsel geeft over de aanvraag.
Iets bijzonders
De betrokkenheid van Heinemann bij het programmavoorstel ligt eigenlijk helemaal niet zo voor de hand. Hij is een gelauwerde hoogleraar moleculaire systeembiologie, een vakgebied dat slechts zijdelings te maken heeft met CCU. Heinemann, die het zelf liever over carbontech heeft, vindt de grondstoffentransitie een belangrijk thema en hij wil op deze manier ook iets terugdoen voor het land dat hem veel heeft gebracht. Het is immers niet alleen een bittere noodzaak om de komende decennia voldoende alternatieven voor fossiele koolstof te vinden, carbontech biedt Nederland volgens hem ook geweldige economische kansen. Hij verwacht zelfs dat CO2 als grondstof straks onmisbaar gaat worden.
‘Als Nederland hierin volop gaat investeren, dan hebben we als land straks ook iets bijzonders in handen. Daar ben ik echt van overtuigd!’
Direct air capture
Willen we af van fossiele koolstof, dan zullen we alle zeilen moeten bijzetten, stelt Heinemann. Er zijn drie alternatieve bronnen voor koolstof: ten eerste circulaire grondstoffen uit afval, via mechanische en chemische recycling. Ten tweede biomassa, en ten slotte dus CO2 en CO. ‘De verwachting is dat de wereldwijde vraag naar koolstof de komende decennia nog aanmerkelijk zal toenemen door groei van bevolking en welvaart. Natuurlijk wordt er veel gesproken over consuminderen. En uiteraard kunnen we in het Westen wel een stapje terug doen met onze consumptie, maar in de rest van de wereld zal de vraag naar materialen en andere koolstofhoudende producten nog sterk groeien. Dus met alleen recycling red je het sowieso niet. Biomassa uit de landbouw is zeker ook een interessante bron, maar willen we de landbouw nog meer intensiveren? Willen we echt van fossiel af, dan zullen we ook CO2 uit de schoorstenen en straks uit de lucht moeten halen en opnieuw inzetten.’
Dat laatste, direct air capture, staat nog helemaal in de kinderschoenen. Toch maken bedrijven als het Zwitserse Climeworks en ook het Nederlandse Carbyon volgens hem interessante vorderingen.
Voedingsmiddelen
Natuurlijk kent Heinemann ook de twijfels over kooldioxide als grondstof. Met koolmonoxide kan de chemische industrie nu al veel meer, maar CO2 heeft erg veel energie nodig om weer bruikbaar te worden als chemische bouwsteen. Vaak wordt het voorbeeld aangehaald van Covestro dat in het Duitse Dormagen polyurethaan produceert uit kooldioxide. Het voordeel in Dormagen is dat er uit een belendende exotherme fabriek heel veel energie beschikbaar is. Die energie is echter niet overal overvloedig beschikbaar, stelde ook Klaus Schäfer, CTO van Covestro, een paar jaar geleden in Petrochem magazine. Hij noemde CO2 de dead dog van de chemie en CO een levendige puppy.
INTERVIEW PETROCHEM 2 - 2023 10
Matthias Heinemann: ‘Overheden neigen er al gauw naar om grote bedrijven te ondersteunen. Maar we hebben ook disruptieve veranderingen nodig.’
Het is volgens Heinemann aan de onderzoekers en creatieve bedrijven om juist daarvoor oplossingen te vinden. Door bijvoorbeeld biotech- of katalytische processen te ontwikkelen die met minder energie materialen, brandstoffen en zelfs voedingsmiddelen kunnen produceren uit CO2. Om er vervolgens voor te zorgen dat er nieuwe industriële processen worden ontwikkeld die in de bestaande industrie zijn in te passen of die processen zelfs volledig kunnen vervangen.
Koolstofkringloop
En er worden inmiddels ook al hoopvolle stappen gezet, stelt Heinemann. Zo bouwde de starter Photanol al een demofabriek in Delfzijl waarin cyanobacteriën CO2 omzetten in melkzuur. Dat kan als grondstof dienen voor plas-
EEMSDELTAVISIE 2023
Matthias Heinemann: ‘Biomassa uit de landbouw is zeker ook een interessante bron, maar willen we de landbouw nog meer intensiveren?’
tics, verzorgingsproducten en brandstof. Avantium startte inmiddels met succes twee demonstratie-installaties op voor haar Volta-technologie, op industriële sites in Duitsland en Griekenland. Met deze technologie wordt CO2 afgevangen en omgezet in mierenzuur, oxaalzuur en glycolzuur. Dit zijn interessante bouwstenen voor de chemie.
Koolstofkringloop
Heel interessant vindt hij ook de ontwikkelingen op het gebied van voeding en diervoeder. Zo slaagt het Nederlands-
Professor Matthias Heinemann is de openingsspreker van Eemsdeltavisie 2023 op 16 mei in Delfzijl. Het congres gaat op zoek naar alternatieve bronnen voor koolstof en waterstof. Ook wordt tijdens het aansluitende jaardiner van Chemport Europe de Plant Manager of the Year 2023 bekendgemaakt. Meer informatie: www.industrielinqs.nl
Britse bedrijf Deep Branch er al in om met bacteriën hoogwaardige proteïnen te maken uit kooldioxide en waterstof. De directeur van dit bedrijf, Peter Rowe, stelt dat dit een veel efficiëntere en op termijn mogelijk ook goedkopere manier is om voedsel en diervoeder te produceren.
Heinemann kan deze redenering wel volgen. Efficiëntie kan volgens hem op den duur ook mee gaan spelen. Bovendien komt hier de stikstofproblematiek om de hoek kijken. Met deze ontwikkeling kun je zelfs op dat terrein winst boeken, stelt de pleitbezorger van FutureCarbonNL.
Als je op industriële schaal eiwitten kunt maken, dan is straks misschien minder land nodig voor intensieve landbouw en veeteelt. Toch waakt hij ervoor om de discussie nu al te breed te trekken. ‘Het belangrijkste doel van ons programma is vooralsnog het sluiten van de koolstofkringloop.’ ■
PETROCHEM 2 - 2023 11
FOTO’S: WIM RAAIJEN
Eemsdelta: alternatieve C’s en H’s in vijf beelden
We willen af van fossiele grondstoffen. Maar hoe komen we straks aan de nodige koolstof en waterstof als chemische bouwstenen voor waardevolle materialen? In Noord-Nederland zijn de eerste stappen zichtbaar van de grondstoffentransitie. Denk aan de grote plannen voor de productie van groene waterstof en de verschillende initiatieven op het gebied van koolstof uit afval, biomassa en zelfs CO2. Vijf projecten in vijf beelden.
Tijdens het congres Eemsdeltavisie 2023 op 16 mei in Delfzijl staan nieuwe bronnen voor koolstof en waterstof centraal. Weliswaar is de chemie in de Eemsdelta traditioneel vooral gebaseerd op zout en aardgas, de ligging aan diep water en de ruimte die het gebied nog heeft, bieden ook kansen voor alternatieven voor de petrochemie, de op aardolie gebaseerde industrie. Onlangs werd bovendien bekend dat zowel Delfzijl als de Eemshaven gunstig liggen, als het gaat om de stikstofproblematiek. Het meest recente stikstofvonnis van de Raad van State is goed nieuws voor de industrie in de Eemsdelta.
Grote impact
De Raad van State bepaalde begin april dat voor agrarische en andere bedrijfsactiviteiten op meer dan 25 kilometer afstand van beschermde Natura2000-gebieden geen stikstof-vergunning meer nodig is. De beschermingszones rond
die gebieden overlappen nog steeds een groot deel van Groningen, maar de industriegebieden rond de Eemshaven en Delfzijl vallen daar precies buiten. Groningen heeft voortaan alleen nog te maken met drie 25-kilometerzones rond beschermde natuurgebieden: het Liefstinghsbroek bij Vlagtwedde en buiten de provinciegrenzen het Drentsche Aa-gebied, Schiermonnikoog en de Noord-Friese kuststreek. Het is met name goed nieuws voor de vijftig bedrijven die investeringsplannen hebben, voor in totaal vijf miljard euro. Veel van die projecten hebben direct of indirect met de energie- en grondstoffentransitie te maken. Daarvan zijn verschillende de laatste jaren ook uitgebreid in het nieuws geweest. Denk aan Avantium en Photanol. In dit artikel kiezen we vijf andere – misschien iets onbekendere –ontwikkelingen die straks ook een grote impact kunnen hebben. We doen dat aan de hand van vijf beelden.
PETROCHEM 2 - 2023 12 REGIO NOORD-NEDERLAND
Wim Raaijen
FOTO: WIM RAAIJEN
Beeld 1: Groene waterstof niet alleen toekomstmuziek
De Eemsdelta moet het waterstofcluster van Nederland en misschien wel Noordwest-Europa worden. Verschillende partijen hebben al aankondigingen gedaan van de bouw van elektrolysefabrieken. Denk aan HyCC, Engie, Lhyfe en Shell. Energiegigant RWE lijkt het heel ambitieus aan te pakken. Doordat RWE een groot windpark mag bouwen op Hollandse Kust West, is de bouw van een grote waterstoffabriek in de Eemshaven een stuk dichterbij gekomen. Die moet een elektrisch vermogen van 350 tot 600 MW krijgen.
Wat al deze plannen gemeen hebben, is dat de investeringsbeslissingen nog moeten vallen. Terwijl er al wordt gesproken
over honderden megawatts en zelfs gigawatts in Nederland, is de grootste installatie – gebaseerd op de elektrolyse van water – nog steeds slechts één megawatt. Deze staat overigens ook in het Noorden, in Zuidwending. De enige Nederlandse grote investering die al in de bouwfase zit, is de 200 MW fabriek die Shell bouwt op de Maasvlakte.
Ook groen
Toch is groen geproduceerde waterstof niet alleen toekomstmuziek. Met enige fantasie mag je chemiebedrijf Nobian momenteel de grootste groene waterstofproducent van Nederland noemen. In de elektrolyse-installaties in Rotterdam en Delfzijl produceert het bedrijf niet alleen chloor en natronloog, maar ook serieuze
hoeveelheden waterstof. Sinds het bedrijf hiervoor honderd procent duurzaam geproduceerde stroom inkoopt, mag de waterstof ook groen heten. Het gaat om 180 megawatt opgesteld vermogen in Rotterdam en 32 megawatt in Delfzijl. Dus alvast meer dan de 200 megawatt die Shell op het moment op de Maasvlakte aan het bouwen is.
Het geeft wellicht meteen een interessant perspectief. Bij de productie van chloor werd waterstof nog niet zo lang geleden als een interessant restproduct gezien. Zijn er misschien ook andere interessante waardevolle chemicaliën die op elektrochemische wijze samen met waterstof zijn te produceren? Het zou de discussies over de kostbaarheid van elektrolyse wel in een ander daglicht kunnen zetten.
Een tweede verborgen schat in de Eemsdelta is het bedrijf Bollegraaf Recycling Solutions, wereldwijd marktleider in de bouw van machines voor het scheiden van afval. En ook nog eens in een booming markt, immers afval krijgt steeds meer waarde. En helemaal als je het afval nauwkeurig weet te scheiden.
Bedrijven als BioBTX en Clariter, die in de Eemsdelta nieuwe chemische fabrieken willen bouwen op grond van circulaire grondstoffen, zijn gebaat bij een goede voorscheiding van het afval. De kwaliteit van de ingevoerde grondstoffen is immers bepalend voor de effectiviteit van de processen. Het sorteren van afval gebeurt inmid-
dels met het neusje van de zalm van de moderne technologie. Een wereld van lasers, magneten, blaas- en schiettechnieken en inmiddels ook kunstmatige intelligentie. Van vuilnisman naar high tech!
Grondstof
En de meest ambitieuze investering voor Bollegraaf op dit gebied wordt de
PETROCHEM 2 - 2023 13
FOTO:
Beeld 2: Goed scheiden van afval een belangrijke high tech schakel
WIM RAAIJEN
MET CHEMPORT EUROPE JAARDINER EN VERKIEZING PLANT MANAGER OF THE YEAR
NIEUWE BRONNEN VOOR C EN H
We willen af van fossiele grondstoffen. Maar hoe komen we straks aan koolstof en waterstof als chemische bouwstenen voor waardevolle materialen?
In Noord-Nederland zijn de eerste stappen van de grondstoffentransitie zichtbaar. Groene waterstof krijgt al veel aandacht als energiedrager, maar is misschien nog wel belangrijker als bouwsteen voor materialen die wij allen dagelijks gebruiken.En er
INITIATIEFNEMERS:
zijn ook interessante initiatieven op het gebied van koolstof uit afval, biomassa en zelfs CO2
Tijdens Eemsdeltavisie 2023 lichten we ’s middags verschillende initiatieven uit en zetten we ze in een breder perspectief. Daarnaast staat de Plant Manager of the Year verkiezing op het programma en sluiten we ‘s avonds af met het Jaardiner Chemport Europe.
Mis het niet!
3 SCHRIJF NU IN OP WWW.INDUSTRIELINQS.NL/EEMSDELTAVISIE2023
DELFZIJL • 16 MEI
[Schrijf nu in]
komende jaren om de hoek gedaan. Samen met Clariter, BioBTX en N+P wil Bollegraaf in de Eemsdelta Europa’s grootste en meest geavanceerde installatie ontwikkelen voor het scheiden van plastic afval. De installatie krijgt een capaciteit van 350.000 ton plastic afval. In de installatie wordt laagwaardig plastic afval verwerkt dat anders verbrand of gestort zou worden. Dit nieuwe zogeheten Raw Material Preparation Center (RMPC) zet het plastic afval om in grondstof voor de processen van Clariter
Beeld
en BioBTX. Beide bedrijven zochten een mogelijkheid om producten uit chemisch gerecyclede plastics toe te passen in de nieuwe fabrieken die ze de komende jaren in Delfzijl gaan bouwen.
Eisen
In het RMPC wordt plastic afval gesorteerd, verkleind, gewassen en gedroogd. ‘De technologie die hier wordt toegepast is niet nieuw, maar de schaal waarop dit zal gebeuren wel’, stelt Jasper Munier, business development manager van
3: Vervangen van op aardolie gebaseerde bouwstenen
Clariter. Dat geldt voor het monitoren van zowel de plastic-instroom als de -uitstroom. ‘We zijn uitgegaan van een worst case instroom, met veel vervuiling en een lage olefine-concentratie. Terwijl het eindproduct zo zuiver mogelijk moet zijn.’ De specificaties van de uitstroom worden afgestemd op de eisen van de toekomstige fabrieken van Clariter en BioBTX. Het is mogelijk dat er in de toekomst ook andere partijen product zullen afnemen.
Bij Entrance in Groningen heeft BioBTX een pilot-installatie gebouwd om plastic om te zetten in aromaten als benzeen, tolueen en xyleen (BTX). Die aromaten zijn weer bruikbaar als chemische bouwstenen. De komende jaren wordt het echter serious business voor de starter. BioBTX gaat een fabriek op industriële schaal in Delfzijl bouwen voor de productie van de chemische bouwstenen uit kunststofafval en biomassa.
In 2027 moet de fabriek volledig kunnen draaien. Elk jaar zal er 50.000 ton plastic worden verwerkt, ongeveer tien procent
van de totale hoeveelheid plastic afval die Nederland jaarlijks produceert.
Alternatieven
Benzeen, tolueen en xylenen worden in onze huidige samenleving in enorme hoeveelheden gebruikt, meer dan 150 miljard ton per jaar. Ze worden gebruikt als bouwstenen voor een groot aantal producten, denk bijvoorbeeld aan hoogwaardige polymeren, farmaceutische producten, coatings, isolatiematerialen en PET-flessen.
De chemische bouwstenen worden momenteel geproduceerd uit aardolie. Het lukt niet ze te maken uit aardgas,
wat jarenlang als een schonere bron naar voren werd geschoven. Nu we de komende decennia van alle fossiele grondstoffen af willen, zijn er alternatieven nodig.
Strijd
Alternatieve bronnen zijn biomassa en afvalplastics. In eerste instantie werd gedacht aan biomassa, vandaar de naam BioBTX. Echter door de concurrentie met onder andere biomassaverbranding, onderzocht het bedrijf ook de mogelijkheden voor plastic afval. De nieuwe fabriek moet straks beide stromen aankunnen, want inmiddels is er ook een strijd ontstaan om afval.
PETROCHEM 2 - 2023 15 REGIO NOORD-NEDERLAND
FOTO: WIM RAAIJEN
VOOR GROTE OPLOSSINGEN
U zoekt een - tijdelijke - oplossing voor een waterzuivering, waterhergebruik of andere waterbehandeling? En u wilt liever niet investeren?
Europa’s grootste verhuurvloot biedt u complete full-scale installaties of losse componenten, zoals zandfilters, actiefkoolfilters, striptorens, pompen, bufferbakken, lamellenbezinkers, flotatie, beluchtingen, ionenwisselaars, omgekeerde osmose, ultrafiltratie en MBR.
Plug & Play opgeleverd, inclusief de benodigde certificaten. Bel of mail Logisticon Verhuur voor een áltijd passende huur- of lease-oplossing.
Kleine investeringen T +31 (0)184 60 82 60 E water@logisticon.com W www.logisticon.com Logisticon Water Treatment B.V. Logisticon Verhuur B.V. Energieweg 2 2964 LE Groot-Ammers, Nederland
Beeld 4: Zichzelf op den duur overbodig maken
‘Prima als we op termijn niet meer – op dezelfde manier – bestaan’, stelde directeur Wilfred de Jager onlangs bij een bezoek aan afvalverbrander EEW. De komende jaren gaat het bedrijf in Delfzijl steeds meer vooraf circulaire grondstoffen uit het aangeleverde bedrijfs- en huishoudelijk afval scheiden, waaronder plastics. Dat er uiteindelijk steeds minder wordt verbrand, vindt hij alleen maar een goed vooruitzicht.
EEMSDELTAVISIE 2023
Maar ook na verbranding blijven bruikbare materialen over. Waaronder metalen, maar ook substituten voor bouwmaterialen. En ook de CO2 uit de schoorsteen wordt straks afgevangen. Die kan dan weer als grondstof voor materialen, methanol en zelfs voedingsmiddelen dienen.
EEW is ook partner van het HyNL consortium. Hierin werkt het bedrijf samen met methanolproducent OCI en energiebedrijf Engie, in een eerste fase aan
Tijdens het congres Eemsdeltavisie 2023 staan verschillende van de beschreven projecten in het spotlicht. Samen met studenten en PhD’s van de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit Twente heeft de redactie van Industrielinqs een bezoek gebracht aan verschillende projecten, in samenwerking met Chemport Europe. Tijdens Eemsdeltavisie op 16 mei in Delfzijl worden vlogs getoond van deze bezoeken en zullen verschillende bedrijven hun innovatieve projecten pitchen. Meer informatie over Eemsdeltavisie: www.industrielinqs.nl
de bouw van een elektrolyse-installatie van 100 MW. Deze moet vanaf 2025 waterstof produceren voor de productie van e-methanol uit biogeen CO2, aangeleverd door EEW.
Scheidingsinstallatie
Er is inmiddels veel in aanbouw op het terrein van EEW. Zo staat een energiecentrale voor de verwerking van zuiveringsslib inmiddels in de steigers. Uit de as die overblijft gaat EEW fosfaat terugwinnen.
Daarnaast heeft het bedrijf dus plannen voor de bouw van een afvanginstallatie voor CO₂ en een scheidingsinstallatie voor het terugwinnen van grondstoffen uit restafval voor hergebruik en recycling. Ook wordt de toegang tot de locatie en de infrastructuur geheel vernieuwd en aangepast.
PETROCHEM 2 - 2023 17 REGIO NOORD-NEDERLAND
FOTO: WIM RAAIJEN
Beeld 5: Ook afval bron van groene waterstof
Begin dit jaar werd bekend dat HyCarb in Delfzijl een fabriek wil bouwen die groene waterstof kan maken uit afvalhout en bermgras. Samen met investeringsmaatschappij NOM werkt de onderneming aan plannen om hiervoor binnen enkele jaren een grootschalige productie-installatie te bouwen met een capaciteit van 15.000 ton waterstof per jaar.
Het jonge bedrijf HyCarb komt voort uit de Amsterdamse onderneming Torrgas, dat al meerdere van dergelijke projecten heeft ontwikkeld. Torrgas heeft ervaring in de productie van syngas, groen CO2, biochar en stoom uit afvalstromen. De onderneming ziet dat er
PROJECTEN IN NOORD-NEDERLAND
Opdrachtgever: Avantium
Waar: Delfzijl
Investering: onbekend
Afronding: eind 2023
Opdrachtgever: BioBTX
Waar: Delfzijl
Investering: 80 miljoen euro
Afronding: 2027
vanuit de industrie in Delfzijl een grote behoefte is aan groene waterstof en daar speelt het met de plannen van HyCarb op in.
Bewezen
Om groen waterstof te produceren, wordt biogas voorbehandeld. Daarna wordt het getorrificeerd, waarbij de afvalstroom in een zuurstofvrije omgeving wordt verhit. Tot slot wordt de stroom vergast tot syngas. Door het syngas met stoom te laten reageren, kan nog meer waterstof worden gemaakt. Het bijproduct is biochar. Het proces is al in meerdere demonstratieplants bewezen. Hiervoor werkte Torrgas samen met Gasunie. Nu is het tijd om op te schalen.
In eerste instantie zal HyCarb resthout en snoeiafval gebruiken als grondstoffen. Later denkt het bedrijf ook gemaaid bermgras te kunnen toepassen. Het torrefactie-proces zorgt ervoor dat de energie-inhoud van de grondstoffen hoger wordt.
Voorbereidingen
Momenteel werkt HyCarb aan de voorbereidingen voor de nieuwe installatie. Het gaat daarbij om het aanvragen van vergunningen, de engineering, de samenstelling van het team en het aankopen van een terrein waar het bedrijf de fabriek kan bouwen. NOM draagt bij aan de financiering hiervan.
Avantium bouwt in Delfzijl een demofabriek voor de productie van furaandicarbonzuur (FDCA), een grondstof voor plastics. De installatie gaat plantaardige grondstoffen omzetten in zo’n 5.000 ton groene FDCA per jaar. Naar verwachting zal de bouw van de demofabriek eind 2023 klaar zijn.
BioBTX bouwt in Delfzijl een fabriek die 50.000 ton hernieuwbare en afgedankte materialen, zoals afvalplastics en meertouwen, gaat omzetten in de grondstoffen benzeen, tolueen en xyleen. De fabriek – PETRA Circular Chemicals Plant – wordt gebouwd op Chemiepark Delfzijl en vergt een investering van tachtig miljoen euro.
PETROCHEM 2 - 2023 18 REGIO NOORD-NEDERLAND
FOTO: HYCARB
Opdrachtgever: Blue Cycle
Waar: Heerenveen
Investering: onbekend
Afronding: 2023
Opdrachtgever: o.a. Bollegraaf en N+P
Waar: Delfzijl
Investering: onbekend
Afronding: 2025
Opdrachtgever: Circtec
Waar: Delfzijl
Investering: 175 miljoen euro
Afronding: onbekend
Opdrachtgever: DBG BioEnergy
Waar: Delfzijl
Investering: > 100 miljoen euro
Afronding: 2023
Opdrachtgever: Gasunie, Perpetual Next
Waar: Delfzijl
Investering: 60 miljoen euro
Afronding: 2024
Opdrachtgever: Hycarb
Waar: Delfzijl
Investering: onbekend
Afronding: onbekend
Opdrachtgever: Paques Biomaterials
Waar: Emmen
Investering: 58 miljoen euro
Afronding: 2023
Opdrachtgever: Photanol en Nobian
Waar: Delfzijl
Investering: onbekend
Afronding: 2024
Opdrachtgever: SCW Systems/Gasunie
Waar: Delfzijl
Investering: 200 miljoen euro
Afronding: 2023
Opdrachtgever: o.a. SkyNRG
Waar: Delfzijl
Investering: onbekend
Afronding: 2026
Blue Cycle bouwt in Heerenveen een pyrolyse-installatie die vanaf 2023 zo’n 17,5 kiloton plastic gaat verwerken tot pyrolyse-olie. Het gaat om vijf ovens, die ieder 3.500 ton per jaar kunnen verwerken.
Clariter, BioBTX, Bollegraaf en N+P bouwen in Delfzijl een installatie voor het scheiden van 350.000 ton plastic afval. De installatie sorteert, verkleint, wast en droogt het materiaal. De specificaties van de uitstroom worden afgestemd op de eisen van Clariter en BioBTX. De verwachting is dat in 2024 de bouw van de installatie kan beginnen.
Circtec wil in Delfzijl een fabriek bouwen die via pyrolyse maximaal 220.000 ton afgedankte banden per jaar kan omzetten in transportbrandstoffen, chemicaliën en carbon black. Het project vergt een investering van zo’n 175 miljoen euro.
DBG BioEnergy bouwt haar eerste fabriek in Delfzijl. Deze gaat cellulosehoudend industrieel afval omzetten in bioLNG, groene kunstmest en vloeibare CO2. De installatie krijgt een capaciteit van 15.000 ton bioLNG per jaar.
Gasunie en Perpetual Next willen in Delfzijl een fabriek bouwen die organische reststromen via torrefactie omzet in groengas en bio-char. De fabriek die naar verwachting in 2024 in gebruik wordt genomen, start met een groengasproductie van 12 miljoen kuub per jaar. Met het project is een investering gemoeid van circa zestig miljoen euro.
Hycarb wil in Delfzijl een fabriek bouwen die groene waterstof kan maken uit afvalhout en bermgras. In samenwerking met investeringsmaatschappij NOM werkt de onderneming aan plannen om hiervoor binnen enkele jaren een grootschalige productie-installatie te bouwen. De installatie moet een capaciteit van 15.000 ton waterstof per jaar krijgen.
Paques Biomaterials bouwt in Emmen een demo-installatie die met bacteriën het biologisch afbreekbare biopolymeer polyhydroxyalkanoaat produceert uit organisch materiaal in afvalstromen. De installatie moet operationeel zijn in 2023. Een commerciële fabriek met een capaciteit van 6 kiloton PHA per jaar staat gepland voor 2026.
In een demofabriek van Photanol en Nobian (voorheen Nouryon) in Delfzijl zetten bacteriën CO2 om in organische zuren. De twee partijen willen de fabriek in 2023 gaan opschalen naar 30.000 ton. Deze commerciële fabriek moet vervolgens in 2024 in productie gaan.
SCW Systems bouwt samen met partner Gasunie een fabriek in Delfzijl die jaarlijks 150 tot 200 miljoen kubieke meter groen gas produceert uit (natte) organische reststromen. Met de bouw van de fabriek is een investering gemoeid van 150 tot 200 miljoen euro. Naast groen gas wordt ook groene waterstof geproduceerd.
SkyNRG, KLM, SHV en Schiphol bouwen een productiefaciliteit voor duurzame vliegtuigbrandstof in Delfzijl. Groene waterstof zou worden gecombineerd met afval- en reststromen om 100.000 ton duurzame vliegtuigbrandstof en 15.000 ton bioLPG per jaar te produceren.
PETROCHEM 2 - 2023 19
Trinseo maakt voorraadinventarisatie SOX compliant
Om heel nauwkeurig te kunnen meten wat er in een silo zit en wat eruit gaat, heb je goede sensoren nodig. Trinseo had daar laserdetectoren op de silo’s in Terneuzen voor, maar die voldeden niet. Nieuwe radarsensoren leverden niet alleen nauwkeuriger metingen en bedieningsgemak op, maar ook een energiebesparing.
Trinseo is een wereldwijde leverancier en producent van kunststoffen en latexbindmiddelen. In Hoek in Terneuzen heeft het bedrijf een van de twee grootste productievestigingen. Hier worden met name latex en plastic gemaakt die dienen als halffabricaten voor een groot aantal toepassingen. In 2019 werd een nieuwe compounding-fabriek opgeleverd, waar gespecialiseerde kunststoffen worden gemaakt voor afnemers in de auto-, elektro- en medische industrie. Jan Piet Harms is improvement manager in deze fabriek. Hij managet de verbeterprojecten op het gebied van veiligheid, milieu, productie en automatisering. Vooral in de automatisering is er een enorme stap gemaakt, stelt Harms. ‘We hebben een van de hoogst geautomatiseerde compounding plants in Europa. De productie varieert van polypropyleen tot polycarbonaat, ABS, en specialties.’
Het beheer van de silo’s wordt gedaan door logistiek dienstverlener Katoen Natie. Ook daar is een verbeterslag gemaakt volgens Harms. ‘We hebben hier veertig silo’s van 180 ton met zowel inkomende grondstoffen als uitgaand eindproduct. Op deze silo’s zitten niveausensoren, zodat we precies weten hoeveel er in een silo zit. Dat waren laserdetectoren, maar die hadden moeite met ons granulaat. Wij maken granulaat van zwart tot naturel, en in de metingen zaten te veel afwijkingen. Bovendien vergt het meten met laser uiterste precisie. De laser op de klep van de silo die veertig meter hoog is, moet precies gericht worden op het diepste punt van de silo. Dat is bijna niet te doen. De lasers hadden ook last van stof, waardoor er een constante luchtstroom nodig was om de lens schoon te houden. Lucht die moet worden geproduceerd met onze compressoren.’
Niveaumeten met radar
VEGA heeft een nieuwe radarniveaumeter uitgebracht waarmee niveaumeting nog eenvoudiger wordt. De VEGAPULS 6X is een niveaumeter die voor alle applicaties inzetbaar is. Waar voorheen een sensor werd geselecteerd op specifieke proceseigenschappen, zoals medium, temperatuur en procesaansluitingen, is dat bij de 6X niet meer nodig. De VEGAPULS 6X is daarnaast nog intuïtiever geworden. Ingebruikname is een kwestie van een paar muisklikken. In veel gevallen kunnen de specifieke instellingen voor de klant al af-fabriek in het instrument worden ingevoerd. Daarna is het een kwestie van monteren en aansluiten.
‘We zijn ons gaan verdiepen in niveaumeten met radar’, vertelt Harms. Hij kwam terecht bij VEGA, specialist op het gebied van radartechnologie. ‘Niet alleen is hun nieuwe VEGAPULS 6X het meest geavanceerd, het gaat ons ook om het bedieningsgemak van de radarsensor, die heel eenvoudig is in te regelen via Bluetooth. Bovendien hebben we met radar geen luchtstroom meer nodig en dat levert een extra energiebesparing op.’
De sensor heeft het grootste dynamische bereik dat verkrijgbaar is op de markt en is hierdoor uiterst nauwkeurig. Hij kan eenvoudig worden uitgericht en stof of de kleur van het product hebben nauwelijks effect op de meetresultaten.
De E&I-technicus van het team is verantwoordelijk voor de silo’s. ‘Ik heb een tablet waar de veertig radarsensoren van VEGA op één display staan. Hiermee zie ik onmiddel-
PETROCHEM 2 - 2023 20 BRANDED CONTENT
lijk of en waar een mogelijk probleem is en wat er aan de hand is. Er kan bijvoorbeeld een storing ontstaan door een spanningsdip. Er zijn nu weinig storingen, maar bij de opstart van de fabriek zat er nog wel eens een draadje niet goed. Dan zie je direct, in één overzicht, wat er aan de hand is.’
Een nauwkeurige voorraadinventarisatie is volgens Harms belangrijk voor de SOX-compliance van Trinseo. ‘We willen heel nauwkeurig weten wat er in de silo zit en wat eruit gaat. Dat moet kloppen met ons SAP-systeem.’
Recycling
Harms werkt ook aan verbeteringen op het gebied van duurzaamheid. Trinseo zet serieuze stappen in het duurzaam produceren van plastic. Er is bij de productie van plastic een verschuiving gaande van virgin grondstoffen
chemisch recyclen van plastic. Harms: ‘Zij scheiden het plastic afval en granuleren dit. We doen nu testen om dit granulaat te verwerken in ons eindproduct. We hebben pas nog een test gedaan met gerecyclede waterflessen. Het probleem is dat de klant consistentie en kwaliteit eist en dat is met recyclen niet zo eenvoudig.’
Trinseo werkt aan een ISCC certificering (Sustainability and Carbon Certification). ‘Je moet dan kunnen aantonen dat je een bepaald percentage gerecyclede grondstoffen in je product gebruikt. Dat is voor ons een grote stap’, aldus Harms.
Energiebesparing
naar gerecyclede grondstoffen. Harms: ‘Trinseo is actief in het vermalen van plastic tot nieuwe grondstoffen, maar we kijken ook naar chemisch recyclen waarbij we het materiaal afbreken tot basiscomponenten die worden gebruikt om nieuw plastic te maken. Dat laatste gebeurt onder andere in een proeffabriek hier in Terneuzen.’
Een jaar geleden kocht Trinseo het Nederlandse bedrijf Heathland dat gespecialiseerd is in het mechanisch en
Om het energieverbruik terug te dringen, wordt gebruik gemaakt van warmte uit het afvalwater en de warmte van de vier extruders om te fabriek te verwarmen in plaats van met elektriciteit. Dit leverde vorig jaar een besparing op van 300 megawattuur en ook dit jaar loopt er een soortgelijk project. ‘Dat zijn mooie opstekers’, vindt Harms. ‘Aan een extruder zelf kunnen we niet zoveel doen, die moet gewoon draaien. Je kunt wel het granulaat voorverwarmen, dat scheelt een paar procent aan energie. En afgelopen winter is de hele fabriek verwarmd met restwarmte, we proberen nu ook de kantoren hiermee te verwarmen.’ De hoeveelheid afvalwater is gereduceerd dankzij een constante focus op het beter managen van lekkages.
De komende jaren zal de compounding fabriek steeds meer naar recyclen bewegen. Dat lukt voor de auto- en elektro-industrie maar Trinseo wil ook bij de productie van plastic voor de medische markt meer gerecyclede grondstoffen gebruiken. ‘Dat is een heel lastige markt’, aldus Harms. De focus zal in de toekomst vooral gericht zijn op specialties en minder op bulk.
PETROCHEM 2 - 2023 21 ■
VEGAPULS 6X radarsensoren op de bovenkant van de 180 ton silo’s.
Jan Piet Harms: ‘De lasers hadden ook last van stof, waardoor er een constante luchtstroom nodig was om de lens schoon te houden.’
FOTO: TRINSEO
Na vijftig jaar valt er wat te vieren in de Eemshaven
De naoorlogse economische groei zorgde ervoor dat de industrie behoefte aan ruimte had. En de landbouwmechanisatie zorgde voor een groot overschot aan arbeidskrachten in Noord-Nederland. Beide ontwikkelingen lagen in 1968 ten grondslag aan het besluit van de Provinciale Staten van Groningen om twintig kilometer ten noorden van de bestaande haven in Delfzijl een nieuwe zeehaven te bouwen, de Eemshaven. Deze haven zou petrochemische- en metallurgische bedrijven moeten aantrekken en zo zorgen voor werkgelegenheid.
Op 7 juni 1973 werd de Eemshaven feestelijk geopend door koningin Juliana in het bijzijn van de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat Tjerk Westerterp die sprak: ‘Het streven van de regering is erop gericht het welvaartspeil in het Noorden op te trekken en de werkloosheid, die een verontrustende omvang dreigde aan te nemen, terug te dringen.’
Weerbarstige werkelijkheid
De plannen voor de haven waren mooi op papier, maar de werkelijkheid bleek weerbarstiger. Want vier maanden na de opening brak de oliecrisis uit. De hogere energieprijzen leidden tot een diepe economische crisis. Die maakte een einde aan alle mooie plannen voor de haven. Er kwam geen naftakraker van DSM, geen petrochemie, geen kolenvergasser, geen scheidingsfabriek noch een energiehaven met activiteiten als LNG-opslag. Het enige wat wel kwam in 1976 was een passagiersdienst naar het Duitse eiland Borkum en er werd begonnen met de bouw van de Eemscentrale. In 1979
kwamen daar de butterfahrten van Rederij Kamstra bij die eerder vanuit Delfzijl vertrokken. Een andere bron van inkomsten waren de havengelden voor het tijdelijk aanleggen van (grote) schepen. De Eemshaven lag er verder leeg bij op wat kleinschalige activiteiten na. In 1996 zorgde cruiseschip Galaxy, dat op de Meyer Werft in Papenburg was gebouwd en in de Eemshaven werd afgebouwd, voor de nodige opwinding.
Kritieken
De tegenvallende ontwikkeling van de Eemshaven leidde tot kritieken die niet mals waren. Krantenkoppen uit die tijd luidden: ‘Eemshaven, mooi voorbeeld van verkeerde investeringen’, of ‘Planologische mislukking van de vorige eeuw’ en ‘De risee van de havens en de industrieontwikkeling van Nederland.’
Er werden verschillende oorzaken aangewezen voor de tegenvallende ontwikkeling van de Eemshaven. Naast de moeilijke start door de oliecrisis werd gewezen naar het beleid met betrekking tot de bescherming van de Waddenzee. Ook het gebrek aan een containerterminal, dit plan werd afgeschoten wegens onvoldoende achterland, werd als oorzaak gezien. De hiervoor benodigde investeringen zouden van de overheid moeten komen maar die zette, na de debacles met RSV, Fokker en DAF, een actieve industriepolitiek op een laag pitje.
Vliegwiel
Maar het kan verkeren. Terwijl de eerste energiecrisis zand in motor strooide, ontwikkelt de Eemshaven zich vanaf de eeuwwisseling gestaag tot de energiehaven van Nederland. En met de ontwikkeling van windenergie en stroomkabels uit Noorwegen en Denemarken tot het stopcontact van Europa. Op dit moment
PETROCHEM 2 - 2023 22
JUBILEUM EEMSHAVEN
Monique Harmsen
Koningin Juliana bij de opening van de Eemshaven in 1973.
komt ongeveer een derde van alle in Nederland geproduceerde energie uit de Eemshaven. Met een opgesteld vermogen van 8.000 MW is de Eemshaven dan ook een energiehaven van formaat. Een nieuwe energiecrisis die ontstaat na de Russische inval in Oekraïne is nu juist het vliegwiel voor een zeer snelle ontwikkeling van de Eemshaven en de haven van Delfzijl. Daarbij ligt de focus op innovatie, groene energie, circulaire ontwikkelingen en datacenters.
Energy Port
De eerste contouren van Eemshaven als Energy Port tekenen zich rond 2009 af met de bouw van nieuwe energiecentrales door RWE, Nuon en Advanced Power en de start van de productie van Westereems, het grootste Nederlandse
windmolenpark op land. Daarnaast komt sinds 2008 via de kabel van NorNed stroom van Noorse waterkrachtcentrales in de Eemshaven aan wal. In 2019 komt hier de COBRA kabel tussen Denemarken en Nederland bij. En het blijft niet bij windmolens op land. Met de opkomst van offshore
windenergie neemt ook de bedrijvigheid rond deze nieuwe tak van industrie toe. De Eemshaven ontpopt zich tot de basisen servicehaven voor de offshore industrie in het Nederlandse, Britse en vooral Duitse deel van de Noordzee. Om de bedrijvigheid en innovaties op het gebied van offshore windenergie te faciliteren, is bovendien het Offshore Wind Innovation Centre (OWIC) opgericht. Het OWIC onderhoudt contacten met bedrijven en kennisinstellingen die zich bezighouden met windenergie op zee. Tal van nieuwe innovatieve ondernemingen vestigen zich in het gebied. Zo startte kabelfabriek TKF een fabriek voor de productie van kabels voor offshore windturbines.
Waterstof
De sterke groei van windenergie zet ook de transitie naar waterstof in gang. Groningen Seaports wil zich samen met Amsterdam en Den Helder onder de naam Hydroports profileren tot het waterstofknooppunt van Europa. De uitgangspositie van Groningen, en de Eemshaven, is zeer gunstig. Voor de kust is ruimte voor grote windmolenparken en de haven biedt ruimte voor grote elektrolyzers om duurzame energie om te zetten in groene waterstof. Tel daarbij op het gasnet van Gasunie, dat geschikt
PETROCHEM 2 - 2023 23
FOTO’S: GRONINGEN SEAPORTS
De Eemshaven in 1976.
De Eemshaven in 1987.
Met de Lexstores van Lexrent, is de toekomst van verhuur, verkoop en uitgifte nog innovatiever en schaalbaarder geworden. Deze onbemande winkel biedt slimme oplossingen voor bedrijven aan die op zoek zijn naar verhuur- en verkoopdiensten, zonder de noodzaak van 24/7 personeel.
Met het cloudbased IT-platform en een ordersysteem gebaseerd op QR-codes en Airporttechnologie, is het mogelijk om 24/7 self-service beschikbaarheid te bieden. Het is schaalbaar naar oneindige mogelijkheden, waardoor het geschikt is voor zowel kleine, tot grote bedrijven.
Een klant van Lexrent, een grote speler in de petrochemie, ziet wel mogelijkheden in de Lexstores: “Op onze plant is het een komen en gaan van diverse contractors. Zij hebben dag en nacht allerhande equipment nodig en met deze stores kunnen wij volledig flexibel in hun behoeftes voorzien, zonder dat wij er omkijken naar hebben in de breedste zin van het woord”.
Lexstores biedt 3 varianten, Small, Medium en Large, die geschikt zijn voor verschillende sectoren zoals de petrochemie, bouw en infra, automotive en retail. Bedrijven kunnen hun ideale verkooppunt, popup-store, festival of verhuur outlet vinden en aanpassen aan hun specifieke behoeften.
“Lexstores biedt een laagdrempelige oplossing voor kleine tot grote ondernemingen. Om de onderneming schaalbaar en 24/7 beschikbaar te maken, zowel online als offline”, aldus Menno Molendijk, Commercieel Manager bij Lexrent. “Met onze onbemande verhuur- en verkoop locaties zijn we in staat om bedrijven te helpen bij het efficiënter en kostenbesparender inrichten van hun dienstverlening om zo sneller te kunnen groeien!”
De onbemande verhuur- en verkooplocaties zijn niet alleen efficiënt, maar ook zeer veilig. De Lexstores Large en Medium hebben een centraal bewakingssysteem dat zorgt voor de optimale veiligheid en beveiliging van de eigendommen.
Dit maakt Lexstores interessant om in de gaten te houden als een toekomstgerichte en kostenbesparende oplossing.
Of het nu gaat om een onbemand tankstation of een 24/7 verkooppunt in een winkelcentrum, Lexstores biedt een praktische en innovatieve oplossing voor bedrijven die willen verhuren, verkopen of uitgeven naar zakelijke klanten én consumenten.
“Lexrent wil continu voorop blijven lopen op het gebied van IT innovatie en smart-technology. Automatiseren op zich is geen doel; wij willen onze klanten de middelen ter beschikking kunnen stellen om hun processen 24/7 beter te beheersen om zo een toekomstbestendige groei mogelijk te maken”, aldus Sung van de Rijzen, Manager bij Lexrent.
Op lexstores.eu is te zien welk type Lexstore er momenteel beschikbaar zijn.
Voor maatwerk advies is de quick scan beschikbaar op: lexstores.eu/quickscan
Ontdek de toekomst van onbemande verhuur, verkoop en uitgifte: Lexrent presenteert Lexstores voor 24/7 self-service en eindeloze mogelijkheden! Advertorial Lexrent b.v. T 010 248 5816 E info@lexstores.eu I www.lexstores.eu
kan worden gemaakt voor het transport van deze waterstof naar het achterland. En de zoutcavernes in het gebied bieden opslagmogelijkheden voor waterstof. Bovendien zitten er tal van grote afnemers in de buurt.
Datacenters
Een andere belangrijke groeimarkt is die van datacenters. In de slipstream van de energiebedrijven kwam het eerste grote datacenter in 2008 naar de Eemsha-
ven. Dit werd gebruikt door Google. Aangetrokken door de ruimte, beschikbare duurzame energie en voldoende arbeidskrachten opende Google in 2016 haar eerste eigen Nederlandse mega datacenter. In 2018 en 2019 volgden nieuwe uitbreidingen. Ook de blikken van andere grote IT-bedrijven zijn op de Eemsdelta gericht. Het Eemshavengebied is een belangrijk knooppunt voor glasvezelkabels naar Scandinavië, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en
PLANNEN VOOR WATERSTOFPROJECTEN EEMSHAVEN
NorthH2
Een consortium van Gasunie, Equinor, RWE, Shell en Eneco wil onder de naam NortH2 10 GW aan offshore windparken realiseren voor de productie van groene waterstof. Doel is om in 2030 een elektrolyzer in de Eemshaven te hebben waarin 4 gigawatt aan offshore windenergie wordt omgezet.
Eemshydrogen
Eemshydrogen is een waterstofproject van RWE waarbij een elektrolyser van 50 megawatt wordt gebouwd op het terrein van de Eemshavencentrale. In 2023 wordt beslist over doorgang van het project dat in 2026 moet gaan draaien.
Lhyfe
Lhyfe bouwt een grote waterstoffabriek in Delfzijl. De fabriek krijgt een jaarlijkse capaciteit van 200 megawatt. Daarmee kan zo’n 20.000 ton groene waterstof worden geproduceerd.
Amsterdam. Volgens Cas König, CEO van Groningen Seaports zijn er oriënterende gesprekken gevoerd met Facebook (Meta), Google, Amazon, Apple en Microsoft.
LNG-terminal
Kort na de inval van Rusland in Oekraïne in maart 2022 kondigde minister Jetten van Klimaat en Energie aan dat het kabinet maatregelen ging nemen om de afhankelijkheid van Russisch gas zo snel mogelijk af te bouwen. Om de beschikbaarheid van voldoende gas voor de winter 2022/2023 veilig te stellen, moest op korte termijn de importcapaciteit van LNG zeker worden gesteld.
In een recordtempo werd een drijvende LNG-terminal, EemsEnergyTerminal, geïnstalleerd. ‘In maart van het afgelopen jaar zijn we begonnen met de voorbereidingen voor de LNG-installatie en begin september was de terminal operationeel.
HyNetherlands
Engie werkt met OCI, EEW en Gasunie aan de ontwikkeling van de eerste grootschalige groene waterstofketen. HyNetherlands combineert hernieuwbare energie en biogene CO₂ om e-methanol te produceren.
Nuon Magnum centrale
HyCC en Gasunie New Energy willen een 20 MW elektrolyser bouwen op het Chemie Park Delfzijl. Deze gaat maximaal 3.000 ton groene waterstof per jaar maken. BioMCN maakt er met CO2 uit haar proces e-methanol van. In een tweede stap wordt de installatie uitgebreid naar 60 megawatt voor SkyNRG.
VoltH2
VoltH2 wil een 50 MW elektrolyzer in Delfzijl bouwen. De fabriek vereist een investering van 80 tot 100 miljoen euro. Als alles volgens plan verloopt, begint de bouw in 2024.
PETROCHEM 2 - 2023 25
De Eemshaven in 2009.
JUBILEUM EEMSHAVEN
The collective KIVI membership
Your employees up to date
Good employership starts with happy employees, who are motivated, challenged and upto-date. In our present time with technological developments at top speed, innovations and transformations professional agility is paramount. Would you, as an employer like to make a structural contribution to the technical development of your employees? Consider a collective membership at the Royal Netherlands Society of Engineers (KIVI: Koninklijk Instituut Van Ingenieurs). Sign up ten (or more) of your top engineers and they can immediately benefit from all advantages the largest engineering platform in the Netherlands has to offer.
Nog nooit is er ergens ter wereld een project van deze omvang op het gebied van gas zo snel gerealiseerd’, stelt König in het jaarverslag van Groningen Seaports.
Uitbreiding
Er zijn zoveel bedrijven die zich willen vestigen in het gebied dat de haven uit zijn jasje groeit. Om de schaarste aan grond aan te pakken, ontwikkelden de provincie Groningen en de gemeente het Hogeland in 2021 een plan voor een nieuw bedrijventerrein van 600 hectare in de Oostpolder. De uitbreiding is vooral bedoeld voor bedrijven uit de sectoren waterstof, batterijen, datacenters, windenergie, automotive en ook nieuwe vormen van high tech bedrijven.
Bovendien gaf de Raad van State de Eemshaven onlangs een steun in de rug met een nieuw stikstofvonnis. Daarin is bepaald dat voor agrarische en andere bedrijfsactiviteiten op meer dan 25 kilometer afstand van beschermde Natu-
ra2000-gebieden geen stikstofvergunning nodig is. De beschermingszones rond die gebieden overlappen nog steeds een groot deel van Groningen, maar de industriegebieden rond de Eemshaven en Delfzijl vallen daar precies buiten. König reageerde blij en opgelucht na de uitspraak. In Delfzijl en de Eemshaven
hangt volgens hem voor vijf miljard euro aan investeringen boven de markt, van in totaal vijftig bedrijven. Het vonnis maakt de Eemsdelta bovendien aantrekkelijker voor nieuwe bedrijven, stelt hij. ‘Doordat er geen stikstofvergunningen nodig zijn, hebben we zelfs een unieke positie in Nederland.’
Profetische woorden
‘Eemshaven: het kan en het moet.’ Dat waren zestig jaar geleden de profetische woorden die de Delftse hoogleraar Prof. Ir. N. Nanninga sprak over een plan dat was bedacht door waterstaatsingenieur Johan van Veen. Samen met het Groningse statenlid Biewenga bracht Nanninga het proces in gang dat leidde tot de aanleg van de Eemshaven.
De hooggespannen verwachtingen werden de eerste jaren verre van waargemaakt. Lang was er twijfel over de toekomst, maar de tijd heeft deze twijfel ingehaald. Er kwamen geen olieraffinaderijen en grote chemische complexen, maar de haven richt zich nu op de energie van de toekomst, duurzame chemie en datacenters. Krijgen Biewenga en Nanninga zestig jaar na dato toch gelijk.
■
De Eemshaven in 2015.
De Eemshaven nu.
JUBILEUM EEMSHAVEN
Roadmap brengt alle facetten energiebesparing in kaart
Om de klimaatverandering tegen te gaan, staan industriële ondernemingen voor de uitdaging hun energieverbruik en CO2-uitstoot drastisch terug te brengen. Dit biedt bedrijven kansen maar het brengt ook onzekerheden met zich mee. Op basis van ervaring ontwikkelde advies- en ingenieursbureau Bilfinger Tebodin, onderdeel van de Bilfinger Group, een NetZero Roadmap om bedrijven te ondersteunen bij het opstellen en behalen van hun duurzaamheidsdoelstellingen.
In haar contacten met grote multinationals ziet Oksana Roman de belangstelling voor verduurzamingsprojecten wereldwijd toenemen. De global development director bij Bilfinger ziet dat op zowel strategisch als tactisch niveau. ‘Strategisch streven bedrijven ernaar om in de toekomst net zero te produceren. De termijn waarin dit doel moet worden gehaald – 2030, 2040 of 2050 – is sterk afhankelijk van de schaal en complexiteit van processen en productie. Het betreft hier vaak grote projecten op het gebied van waterstof, carbon capture, energieopslag en batterijfabrieken die meestal worden uitgevoerd door consortia van verschillende deelnemers.’
Tegelijkertijd signaleert Roman op tactisch of praktisch niveau dat bedrijven steeds meer maatregelen treffen voor energiebesparingen en het terugdringen van de CO2-uitstoot. ‘De bouw van waterstoffabrieken of carbon capture duurt jaren, maar energiebesparing is een directe maatregel die minder investeringen vraagt. In sommige gevallen hoef je niet te investeren maar moet je je gedrag of de processen aanpassen. Op deze manier brengen bedrijven de finishlijn van het streven naar net zero alvast een beetje dichterbij.’
Jordi Koes, business manager Industrial Sustainability bij Bilfinger Tebodin, begeleidt bedrijven in het terugdringen van hun energieverbruik en CO2-uitstoot. ‘Onze strategie is om eerst het energieverbruik bij bedrijven zoveel mogelijk te reduceren om vervolgens te kijken hoe je het resterende energieverbruik kunt verduurzamen. Voor het deel dat niet via duurzame opwekking kan worden ingevuld, kijken we naar een transitie naar bijvoorbeeld groene waterstof in de toekomst. Dat is er nu nog niet, maar ik ben ervan overtuigd dat het komt. In de beslissingen die je als bedrijf nu neemt, moet je rekening houden met beschikbaarheid van elektriciteit voor grootschalige toepassing van elektrische boilers of voor bijvoorbeeld het toekomstige gebruik van biogas en waterstofgas om de high heat processen in de industrie te verduurzamen.’
Holistisch aanpak
Bilfinger Tebodin is een internationaal opererend advies- en ingenieursbureau. Het bedrijf werkt samen met klanten en stimuleert innovatie met geïntegreerde consultancy- en engineeringsoplossingen, gecombineerd met professioneel project- en constructiemanagement. Bilfinger Tebodin kan een beroep doen op de ervaring, expertise en passie voor technologie van 1.350 professionele consultants en ingenieurs.
Roman en Koes bepleiten een holistische aanpak bij het verduurzamen van de industrie waarbij niet alleen wordt gekeken naar de huidige maar ook naar toekomstige ontwikkelingen. Bij het uitstippelen van een route wordt rekening gehouden met de specifieke kenmerken en processen van een site, lokale en regionale infrastructuur, technische opties, wet- en regelgeving en economische aspecten. Belangrijk is volgens Koes dat er ook wordt gekeken naar de onderlinge samenhang tussen water, het afval dat wordt gegenereerd en het gebruik van materialen. ‘Er ligt nu veel focus op CO2 maar je moet voorkomen dat je één probleem oplost terwijl deze oplossing nieuwe problemen oplevert op andere gebieden.’
Startpunt
De NetZero roadmap bestaat uit een aantal duidelijke stappen. De eerste stap is een grondige data-analyse.
PETROCHEM 2 - 2023 28 BRANDED CONTENT
‘We kijken welke data beschikbaar zijn en of er extra onderzoek nodig is om gaten in de informatie aan te vullen. Op basis van deze informatie doen we een base case analyse waarin we de CO2-footprint en de milieukosten van de bestaande fabriek berekenen. Dit is het startpunt om te definiëren welke maatregelen je kunt implementeren en wat die zullen doen voor de uitstoot van CO2 en de milieu-impact van de fabriek’, aldus Koes.
Als dit in kaart is gebracht, volgt een analyse naar procesoptimalisatie. ‘Hier definiëren we de technische maatregelen om energie te besparen en CO2-uitstoot terug te dringen. Dit resulteert in een longlist van maatregelen
Oksana Roman: ‘Bij het opschalen van energiebesparingsprojecten worstelen operators of eigenaren van meerdere industriële sites met de vraag welke fabriek of installatie ze gaan gebruiken voor een pilot.’
die we samen met de klant opstellen. Daarna kijken we naar de risico’s en kansen van iedere maatregel. Wat kost het? Zijn er barrières? Kun je het implementeren en is de infrastructuur aanwezig? Dat resulteert in een shortlist op basis waarvan je het doel kunt bereiken.’
Het opstellen van de roadmap duurt, als alle data beschikbaar zijn, ongeveer vier maanden volgens Koes. ‘Dan ligt er een kerndocument, een overzicht van maatregelen geprioriteerd naar type maatregel, kosten per ton CO2-reductie en uitvoeringsgemak. Het laat zien welke maatregelen welke effecten hebben, in welk tijdsbestek,
en welke investeringen nodig zijn. Wij adviseren onze opdrachtgevers altijd om geen lock-in beslissingen te nemen. Als je een CO2-afvang plant bouwt, zit je daar voor een groot aantal jaren aan vast. Maar het is mogelijk dat er binnen vijf jaar een nieuwe technologie komt waarbij je, door je processen aan te passen, geen CO2-afvang meer nodig hebt. Alleen voor zeer specifieke industrieën gebruik je carbon capture. Wij gebruiken het niet in ieder plan.’
Als de roadmap is vastgesteld kan Bilfinger verder helpen bij de uitvoering en engineering. ‘De kleinere maatregelen, het laaghangende fruit, kunnen bedrijven zelf doen. Voor grotere onderdelen, bijvoorbeeld een grote heatpumpsinstallatie, doen we de engineering, de constructie en het onderhoud. Wij zijn partner van grote ondernemingen voor de totale lifecycle van assets.’
Keuzes
Nederland en de Benelux bewegen zich volgens Roman aan het front van de ontwikkelingen. Grote multinationals kijken hoe ze de ervaringen die hier zijn opgedaan Europees of internationaal kunnen uitrollen. ‘Bij het opschalen van energiebesparingsprojecten worstelen operators of eigenaren van meerdere industriële sites met de vraag welke fabriek of installatie ze gaan gebruiken voor een pilot. Keuzes die hierbij aan de orde komen zijn: nemen we de oudste of de nieuwste fabriek? Gaan we voor de vestiging met de meeste processen of voor de fabriek met minder of eenvoudiger processen? Dit is een grote uitdaging voor grote corporates. We hebben deze vragen geadresseerd met een matrix voor corporate managers om vast te stellen op welke site welke informatie beschikbaar is en in hoeverre locaties bewust bezig zijn met CO2-uitstoot.’
PETROCHEM 2 - 2023 29 ■
FOTO: BILFINGER TEBODIN
PETROCHEM 2 - 2023 30
Het was druk op de site van Huntsman in het Rotterdamse havengebied. Vanaf half maart hadden MDI-2 en MDI-1 een onderhoudsstop en er was een stoomstop voor de gehele site. Bovendien waren er werkzaamheden voor een energiebesparingsproject in de DADPMfabriek van MDI-2. De stop duurde zo’n dertig dagen.
Voor de turnaround was tussen de twintig en vijfentwintigduizend vierkante meter steiger geplaatst. En er waren zeven vaste kranen aan het werk. Zestig tot zeventig procent van de tijd werd gebruikt voor wettelijke inspecties. ‘Dus er ging een boel open en er werd heel veel geïnspecteerd en gereinigd’, vertelt Wendy de Vos, coördinator interne communicatie bij Huntsman. ‘MDI is plakkerig spul en geeft best wat vervuiling. Des te beter je reinigt des te minder vervuiling er tijdens de productie blijft hangen.’ De turnaround draaide vooral om MDI-2, maar het team van Huntsman pakte deels MDI-1 ook mee.
Bijzonder aan de turnaround in dit voorjaar is dat er voor het eerst sinds 2013 een stoomstop was voor de hele site. Dit betekende dat naast de fabrieken van Huntsman ook co-siters tijdelijk geen stoom tot hun beschikking hadden. De Vos: ‘We hadden voor de stoomstop een week uitgetrokken, maar het werk was al met vijf dagen klaar. De hoofdstoomleiding kon dus snel weer terug in gebruik worden genomen.’
In de DADPM-fabriek van MDI-2 werd gewerkt aan een energiebesparingsproject. ‘Daardoor kunnen we straks stoom uit de DADPM-installatie hergebruiken binnen MDI-2.’
PETROCHEM 2 - 2023 31
FOTO: WIM RAAIJEN
FOTOSPREAD
PLANTMANAGER
Gedreven en volhardend naar klimaatneutraal
Naast de A7 in Friesland staan de fabrieken van BASF Heerenveen. Ver van de grote chemieclusters. Dat levert interessante uitdagingen op, vooral als je de ambitie hebt om wereldwijd als eerste binnen de BASF-groep klimaatneutraal te zijn. Sitemanager Sjoerd Visser stuit met zijn team op grote uitdagingen. Toch blijft zijn droom intact: neutraal in 2030.
Wim Raaijen
Al bijna 27 jaar werkt Sjoerd Visser bij BASF in Heerenveen en de vorige eigenaar Johnson Polymers. In verschillende functies, de laatste bijna negen jaar als sitemanager. Een hele tijd, maar saai is het nooit geweest, al is het omdat hij zelf altijd op zoek is geweest naar dynamiek en innovatie.
Niets vindt Visser motiverender dan met zijn team de prestaties van de BASF-fabrieken in Heerenveen te verbeteren. En vooral op het gebied van de energie- en grondstoffentransitie. Zo slaagde BASF Heerenveen er onder zijn leiding al eerder in om het energieverbruik structureel met een derde terug te brengen. Visser: ‘Dat kon met name door twee grote absorptiechillers – 1,25 megawatt elk – te vervangen door magneet-gelagerde elektrische chillers en de drie gasmotoren te verwijderen. Dit maakte een warmtekracht-installatie overbodig.’
Enorme stap
Een mooi resultaat waar het bedrijf indertijd ook de Northern Enlightenmentz award mee verdiende. Maar de ambitie reikt verder. Visser: ‘Eigenlijk willen we wereldwijd de eerste BASF-site worden die volledig klimaatneutraal is. En het liefst al in 2030.’ Eerder dan de BASF-site Antwerpen. De eerste Europese Verbund-site die volgens CTO Melanie Maas-Brunner klimaatneutraal kan worden. Antwerpen heeft immers geografische voordelen in Europa. Het ligt dicht bij de Noordzee en is daardoor
BASF HEERENVEEN
makkelijker open te stellen voor windenergie. En dat biedt op kortere termijn ook kansen voor carbon capture and storage als belangrijk onderdeel in de puzzel op weg naar klimaatneutraliteit. Heerenveen is natuurlijk geen grote Verbund-site, maar dat maakt de uitdaging niet per se eenvoudiger. Heerenveen ligt niet aan zee en is ook geen onderdeel van een groot cluster. Visser: ‘We hebben onze ambitie inmiddels uitgebreid onderzocht en daar ook een roadmap voor ontwikkeld.’ Tijdens het onderzoek stuitte hij met zijn team op een paar grote uitdagingen. ‘Allereerst kwamen we tot de conclusie dat maar een heel beperkt deel van de footprint van onze producten binnen onze hekken ligt. Slechts ongeveer vier procent, als je vanaf de gebruiksfase rekent. Verreweg het grootste deel van de impact zit in de grondstoffen. Een belangrijke beslissing ligt dus bij de inkoop daarvan. Kiezen we voor biogebaseerde grondstoffen, wat we ook van plan zijn, dan zetten we dus een enorme stap.’
Financieel
Toch blijft de ambitie om naar honderd procent klimaatneutraal te gaan. En dan moet BASF Heerenveen ook aan de slag met die vier procent op de eigen site. ‘We hebben daarvoor verschillende opties bekeken. De inzet van groen geproduceerde waterstof bijvoorbeeld, als vervanger van aardgas. Dat wordt echter een lastig verhaal, zeker als we vaart willen maken. Onze fabrieken staan niet in een van de vijf grote industriële clusters die straks als eerste aan het waterstofnet worden aangesloten. En het is de verwachting dat pas in 2027 de eerste waterstofleiding tussen grote chemieclusters gereed is. Dus we kunnen er niet van uitgaan dat er snel een klein aftakkinkje
PETROCHEM 2 - 2023 32
BASF Heerenveen ontwikkelt en produceert watergedragen harsen en dispersies voor de drukinkt- en coatingindustrie. Daarnaast maakt de Friese vestiging hoogwaardige additieven die worden toegepast in de drukinkt-, coating-, elektronica-, materials- en kunststoffenindustrie. Bij BASF Heerenveen werken 210 mensen.
naar onze site in Heerenveen komt. Dus waterstof is geen realistische optie voor ons.’
Verregaande elektrificatie bleek voor
BASF Heerenveen daarom de beste route, zeker binnen de ambitieus gestelde termijn. ‘Al snel werd duidelijk dat we op die manier zestig procent broeikasgasemissies kunnen besparen. Helaas geen honderd procent. Dus we moeten de overige veertig procent compenseren. Dat komt doordat we restgassen en
Sjoerd Visser: ‘Verreweg het grootste deel van de impact zit in de grondstoffen. Een belangrijke beslissing ligt dus bij de inkoop daarvan.’
-vloeistoffen in elektriciteit omzetten. Daar komt CO2 bij vrij. Wel kunnen we de restgassen en -vloeistoffen ook elders laten verbranden, maar dat maakt – als je er eerlijk naar kijkt - onder de streep niks uit.’
Vooral op financieel vlak is de uitdaging niet gering. ‘We zijn gaan rekenen met realistische prognoses van bijvoorbeeld de energieprijs en andere factoren. Gezien de geringe stappen die dan kunnen worden gezet, verkiest BASF zijn
PETROCHEM 2 - 2023 33
FOTO’S: WIM RAAIJEN
DEMONTAGE
PIPE SUPPORTS
PROCESS CONTROL
batenburg | magion
Wolga 5
2491 BK DEN HAAG
DDM Demontage B.V.
Demontage, Sloopwerken Industriële verhuizingen, Asbestsanering
3454 PW DE MEERN
Tel: +31 (0)30- 666 97 80
E-mail: info@ddm.eu
Website: www.ddm.eu
MANUFACTURING EXECUTION SYSTEMS (MES)
batenburg | magion
Wolga 5
2491 BK DEN HAAG
Tel: +31 (0)70- 444 27 70
Fax: +31 (0)70- 444 20 82
E-mail: info@magion.nl
Website: www.magion.nl
Dutramex B.V.
Energieweg 19
4143 HK LEERDAM
Tel: +31(0)345 - 61 40 11
E-mail: sales@dutramex.com
Website: www.dutramex.com
Veerhangers & -supports
Hydraulische Schokdempers
Trillingsdempers
Bewegingsbegrenzers
Pijpophangingen
Pijpondersteuningen
Klemsystemen
Glijplaten
Isolatiepakketten
Counter Weight Systemen
Staalconstructies
Indien u ook vermeld wilt worden in de Market Review van Petrochem, neemt u dan contact op met Jetvertising, Robbin Hofman, tel. 070 399 0000.
SPECIALIST IN HEAT TREATMENT
WARMTEBEHANDELING
Tel: +31 (0)70- 444 27 70
Fax: +31 (0)70- 444 20 82
E-mail: info@magion.nl
Website: www.magion.nl
STUDBOLTS
Elektrisch voorwarmen en gloeien / Inductie verwarmen / Stationaire en mobiele gloeiovens / Uitdrogen beton en coatings
Delta Heat Services B.V. Scheelhoekweg 2
3251 LZ STELLENDAM
Postbus 52
3250 AB STELLENDAM
Tel: +31 (0)187- 49 69 40
Fax: +31 (0)187- 49 68 40
E-mail: info@delta-heat-services.nl
Website: www.delta-heat-services.nl
BC Basco
MANUFACTURER OF HIGH INTEGRITY BOLTING
Vierschaarstraat 7A
9160 LOKEREN
Tel: +32 9 348 21 35
E-mail: sales@basco.be
Website: www.beck-industries.com
SMIT Heat Treatment PO Box 117 5430 AC Cuijk
Locatie Rotterdam: Scheepsbouwweg 45, Rotterdam +31 78 699 96 90 rotterdam@smit-industrial.com
Locatie Cuijk: Havenlaan 16, Katwijk NB cuijk@smit-industrial.com
www.smit-industrial.com
ADVERTENTIE-INDEX Abonnees 4 Bilfinger 28, 29 Comsol 36, 37 Delta Heat Services ......................................................... 34 DNV Business Assurance 2 Eemdeltavisie 2023 14 Equans ....................................................................... 40, 41 Koninklijk Instituut van Ingenieurs 26 Krohne Na 42 Lexrent 24 Logisticon Water Treatment ............................................ 16 Nsecure 47 Van der Linden & Veldhuis Isolatie 48 VEGA .......................................................................... 20, 21 +31(0)187 - 496940 | WWW.DELTA-HEAT-SERVICES.COM Vestigingen: Stellendam • Elsloo • Antwerpen
MARKET REVIEW
investeringsgelden eerst in te zetten bij duurzaamheidsvoorstellen met meer impact.’ Dus Visser kreeg zijn plannen er nog niet doorheen.
Middenspanningsnet
Is het echter niet een kwestie tijd totdat de rekensommen gunstiger worden? Om de haverklap wordt er bijvoorbeeld voor-
DE PLANTMANAGER
speld dat de prijs van CO2 door blijft gaan met stijgen. De prijs neemt met name de laatste jaren enorm toe, naar het huidige niveau van meer dan honderd euro per ton. Worden verschillende CO2-besparende maatregelen dan niet vanzelf aantrekkelijker?
Was het maar zo simpel, stelt Visser. ‘Een hogere CO2-prijs en ook andere
prijsverhogingen zorgen tegelijkertijd voor extra uitdagingen voor bedrijven. En we hebben het geld juist zo hard nodig om investeringen te doen in transitie en duurzamere processen.’
Liever wacht Visser helemaal niet en gaat hij aan de slag met wat er al wel kan. ‘We hebben de roadmap in stukjes gehakt. Zodat we met een aantal onderdelen die wel uit kunnen, snel kunnen beginnen. Zeker als we in sommige gevallen toch voor vervangingsinvesteringen staan.’ En hij blijft intussen ook intern de discussie aangaan. ‘We moeten niet te lang wachten met verregaande elektrificatie, omdat dan het momentum voorbij kan gaan. Bij elektrificatie is bijvoorbeeld de aansluiting op het elektriciteitsnet van belang. Er is hier inmiddels geen ruimte meer op het middenspanningsnet van 10 kilovolt. Er zijn nog wel mogelijkheden op het 20 kilovolt-net. Maar wie zegt dat dit over een
PETROCHEM 2 - 2023 35 ■
paar jaar ook nog zo is?’
PLANTMANAGER
Sjoerd Visser: ‘We moeten niet te lang wachten met verregaande elektrificatie, omdat dan het momentum voorbij kan gaan.’
In deze rubriek ‘De plantmanager’ laten wij elke keer een andere plantmanager aan het woord over zijn werk, visie en bedrijf. Hoe lukt het plantmanagers om succesvol te zijn en kunnen ze anderen daarin inspireren? Kent u interessante plantmanagers? Mail dan naar redactie@industrielinqs.nl
Software bespaart kosten met simulatie gasstromen
Om rookgassen te reinigen worden vaak sorbents in de gasstroom geïnjecteerd om schadelijke stoffen te binden. Het is echter niet eenvoudig deze sorbents optimaal te verspreiden in een snel bewegende gasstroom. Bovendien is voor elk rookgaskanaal en elke gasstroom de optimale oplossing weer anders. Lhoist gebruikt Computational Fluid Dynamics software van Comsol om te berekenen hoe de deeltjes zo effectief mogelijk in het gas kunnen worden verspreid.
Als specialist in kalk, dolomiet en mineralen biedt Lhoist oplossingen die dankzij hun chemische en fysische eigenschappen worden gebruikt in een breed scala aan toepassingen. Denk bijvoorbeeld aan op calcium en magnesium gebaseerde producten en mineralen. Deze worden als binders gebruikt in het productieproces van ijzer en staal om onder meer zwavel uit staal te halen en metaalslakken te vormen. Kalkproducten zijn dan weer essentieel bij de winning en extractie van non-ferrometalen en spelen een belangrijke rol bij het pyrometallurgisch raffineren en smelten van diverse niet-ferrometalen. Kalkadditieven kunnen ook worden gebruikt bij afvalwater- en residubehandeling en bij bezinking, ontwatering, filtratie, milieubescherming en mijnveiligheid. Kortom, kalk, dolomiet en mineralen hebben talrijke toepassingen in diverse sectoren.
Rookgassen
Olivier Nyssen, werkzaam in het Lhoist business Innovation Centre in België, is expert in toepassingen van rookgasbehandeling waarbij calciumhydroxide wordt
De missie van Comsol is om gebruiksvriendelijke softwareoplossingen te bieden voor technische problemen en om gebruikers te helpen het meeste uit deze software te halen. Het bedrijf ontwikkelt software voor numerieke modellering om productontwerpen en processen te begrijpen, te voorspellen, te innoveren en te optimaliseren. Comsol helpt gebruikers ook bij het zetten van grote stappen in simulatie door ze de tools te geven om hun eigen simulatie-apps te maken, gebaseerd op hun modellen.
gebruikt. ‘Rookgassen afkomstig van bijvoorbeeld afvalverbranding of andere industriële processen bevatten vaak verontreinigingen, zoals zwaveloxides, zoutzuur, fluorwaterstofzuur en dergelijke. Het is belangrijk dat rookgassen worden behandeld om deze onzuiverheden te verwijderen. Dit is mogelijk door toevoeging van onze producten, zogenoemde sorbents, in droge poedervorm.’
Uitdagingen
Een droge stof aan een gas toevoegen, is ingewikkelder dan het op het eerste gezicht lijkt. ‘Grote volumes rookgas worden vaak bijzonder snel getransporteerd via een kanaal. Bij de injectie van onze droge stof is het belangrijk dat het alle hoeken of uiteindes van het kanaal waar het gas doorheen stroomt bereikt, vóórdat het gas bij het filter komt. Dit om de effectiviteit te verhogen. Maar tegelijkertijd is het tegennatuurlijk dat een vaste stof zich in een snel bewegende gasstroom evenredig of gelijkmatig verspreidt. Vergelijk het met een hogedrukspuit die je richt op een specifiek doel. Wanneer je hiermee spuit, zullen de druppels zich door de lucht heen verspreiden in een specifieke stroom richting het doel. Doe je dit echter bij een windsnelheid van meer dan twintig kilometer per uur, dan zul je merken dat de deeltjes zich trager verplaatsen en mogelijk ook afbuigen van het doel waardoor het resultaat minder effectief is.’
Hetzelfde principe geldt voor een vaste stof die je injecteert in een snelle rookgasstroom. ‘Om toch zo effectief mogelijk de deeltjes in het gas te kunnen verspreiden, maken we gebruik van CFD oftewel Computational Fluid Dynamics. Aan de hand van software voeren we berekeningen uit om de stroming van het gas en de interactie met de droge stof te simuleren. Afhankelijk van de specifieke toepassing en omstandigheden – de structuur
PETROCHEM 2 - 2023 36 BRANDED CONTENT
van het kanaal, de snelheid en temperatuur van de gasstroom, het type vaste stof dat moet worden toegevoegd – zal de uiteindelijke oplossing er steeds anders uitzien.’
Computersimulaties
Nyssen gaat hier in meer detail op in. ‘Dankzij simulaties kijken we hoe we de verdeling van de sorbent in het rookgas kunnen optimaliseren en maximaliseren. Zo kan een aangepast ontwerp van de injector zorgen voor een betere verspreiding. Maar ook de hoeveelheid injecto-
Olivier Nyssen: ‘Bovendien is de thermische opbrengst van de ketel hoger, kan de levensduur van de ketel worden verlengd en is er minder emissie door een betere neutralisatie van zuur gas.’
ren die in de structuur wordt geplaatst, de positie van de injectoren en de richting waarin de vaste stof wordt geïnjecteerd kunnen invloed hebben op het eindresultaat. Al deze factoren zijn belangrijk en zonder CFD-software is het veel lastiger om de juiste berekeningen te kunnen maken.’
Lhoist gebruikt daarvoor software van Comsol. Nyssen: ‘Het is relatief betaalbare software als je bedenkt welke voordelen het ons biedt, terwijl de software regelmatig
wordt geüpdatet. Zo is de kracht en effectiviteit van de stromingsmodellen drastisch verbeterd. Hoe we hiermee werken? We genereren met de software diverse modellen waarbij we per model een nieuwe functie toevoegen of een parameter veranderen zoals bijvoorbeeld de positie van een injectiepunt. Op die manier kunnen we de verschillende configuraties met elkaar vergelijken en analyseren zodat we voor de klant de meest effectieve en optimale set-up kunnen bereiken om het doel te bereiken.’
Toepassing
Nyssen geeft een voorbeeld uit de praktijk. ‘Niet alleen in rookgaskanalen is injectie nodig, maar er zijn ook diverse andere toepassingen, zoals injectie van sorbents direct in een verbrandingsketel bij hoge temperaturen, rond de 1000 graden Celsius. Zo hebben we in een Nederlandse afvalverbrandingsinstallatie onlangs een industriële test uitgevoerd met een product op basis van dolomiet om SOx af te vangen en asafzetting op de warmtewisselaars van de ketel te voorkomen. Voor het ontwerp ervan gebruikten we CFD-techniek wat leidde tot een geoptimaliseerde dispersie met een betere impact.’
Dankzij deze aanpak zijn er lagere onderhoudskosten door minder ketelvervuiling. ‘Bovendien is de thermische opbrengst van de ketel hiermee hoger, kan de levensduur van de ketel worden verlengd en is er minder emissie door een betere neutralisatie van zuur gas. Het additief vermindert ook de kans op corrosievorming. Kortom, onze additieven in combinatie met computersimulatie en goede modellering leidt tot een hogere effectiviteit en kan bedrijven veel winst opleveren.’
PETROCHEM 2 - 2023 37 ■
BEELD: LHOIST
AI versnelt productontwikkeling bij Lanxess
Grootschalige digitalisering, machine learning en artificial intelligence transformeren de chemische industrie. Snelheid, innovatie, efficiëntie, veiligheid en verduurzaming zijn belangrijke drijfveren achter deze ontwikkeling. Ook Lanxess sloeg in 2017 het pad in van de digitalisering van bedrijfsprocessen, de introductie van nieuwe technologieën en ontwikkeling en het gebruik van big data.
Monique Harmsen
Sinsds 2019 doet Lanxess pilots waarbij artificial intelligence (AI) wordt gebruikt om de ontwikkeling van nieuwe producten te verbeteren en te versnellen. ‘Overal waar productontwikkeling complex, bewerkelijk en tijdrovend is, kan AI helpen’, stelt Waldemar Czaplik, hoofd Data Management en Analytics bij Lanxess. ‘Zo kunnen voorspellingsmodellen, die potentiële veelbelovende nieuwe formules aangeven, het aantal tests in het laboratorium verminderen. De meetresultaten van deze tests worden weer ingevoerd om tot een optimale formulering te komen en het model te verbeteren. Deze procedure maakt de productontwikkeling veel sneller dan de traditionele methoden.’
Eén van de pilots van Lanxess op het gebied van kunstmatige intelligentie werd in 2019 gestart in de fabriek in het Vlaamse Kallo waar glasvezel wordt gemaakt. Glasvezels die met kunststoffen worden gemengd om hun mechanische prestaties te vergroten, zijn omhuld met een coating. Daardoor kunnen de glasvezels zich beter aan de plastic matrix hechten. De optimalisering van glasve-
zelcoating was een complex, omslachtig en tijdrovend karwei met keuze uit meer dan vijfhonderd grondstoffen. Er waren in de traditionele productontwikkeling heel veel tests nodig om de juiste combinatie te vinden. Bovendien waren de resultaten daarvan soms moeilijk te voorspellen. Met kunstmatige intelligentie kan echter het maximale uit de beschikbare data worden gehaald.
Rol van chemici
Het gebruik van AI werpt volgens Czaplik duidelijk zijn vruchten af. ‘AI heeft ons geholpen om bestaande producten sneller te verbeteren, maar ook om nieuwe materialen en formuleringen te ontwikkelen. Zo kunnen we onze laboratoriummiddelen nu veel efficiënter gebruiken om producten te innoveren.’ Voorheen vertrouwden chemici grotendeels op hun specialistische expertise en jarenlange ervaring bij het onderzoek naar nieuwe formuleringen met gedefinieerde producteigenschappen, zoals hardheid, treksterkte en viscositeit. Met AI wordt hun kennis verbreed en zijn er aanzienlijk minder test nodig. Dit betekent volgens Czaplik niet dat AI de rol van chemici zal overnemen. ‘De domeinkennis van chemici blijft essentieel voor het succes van productontwikkeling. Door data en domeinkennis in onze modellen te brengen, is de kwaliteit van de voorspellingen echter aanzienlijk toegenomen. Het werkterrein van chemici is aan het veranderen. Een zeer belangrijk onderdeel van hun werk is nu het nadenken over hoe AI-modellen kunnen worden verbeterd in plaats van recepten.’
Maatwerk
Op basis van de pilots met AI zijn er verschillende nieuwe projecten. ‘Ik kan
PETROCHEM 2 - 2023 38
TOPIC PROCESOPTIMALISERING
er één noemen’, zegt Czaplik. ‘Lanxess gebruikt AI en machine learning bij de formuleringsoptimalisatie van multi-componentsystemen om de reikwijdte en mogelijkheden van een vlamvertrager te verbreden.’
Er is volgens hem geen plug-and-playoplossing mogelijk, alles is maatwerk en dat vergt tijd. Lanxess gebruikt AI overigens niet alleen voor productontwikkeling maar ook voor het optimaliseren van productie-
Waldemar Czaplik: ‘Onze datawetenschappers kunnen nooit in hun eentje een product optimaliseren. Ze zijn afhankelijk van de expertise van chemici.’
Het gebruik van AI in R&D ondersteunt ook de zoektocht naar duurzame materialen en processen. ‘Het verkrijgen van duurzamere producten is een van de meest gestelde vragen over het gebruik van AI in de chemie. Je kunt een AI-model opzetten om productformuleringen te optimaliseren in de richting van de laagst mogelijke carbon footprint.’ Czaplik wijst erop dat elk project speciaal is vanwege het benodigde hoge niveau van domeinkennis voor de chemische details.
processen, onderhoud en logistiek, meer efficiency en het modelleren van energie-efficiency. Op al deze gebieden boekt Lanxess volgens Czaplik aanzienlijke vooruitgang.
Data
De grootste uitdaging in het gebruik van AI-modellen is de afhankelijkheid van data. ‘Als het gaat om productontwikkeling in de chemie, heb je vaak maar een beperkte hoeveelheid gegevens. In deze
situaties wordt domeinkennis essentieel. Onze datawetenschappers kunnen nooit in hun eentje een product optimaliseren. Ze zijn afhankelijk van de expertise van chemici. Daarom werken we met gecombineerde teams aan productontwikkeling ondersteund door AI.’
Grote impact
Lanxess is niet het enige chemiebedrijf dat zich heeft gestort op kunstmatige intelligentie. Uit een onderzoek van IBM onder CEO’s in de chemische industrie stelt tachtig procent van de ondervraagden te verwachten dat AI in de nabije toekomst een zeer grote impact op hun bedrijf zal hebben. Zij verwachten dat nieuwe technologieën de industrie in staat zullen stellen hun operationele kosten te reduceren, winsten te verhogen en de kwaliteit van producten te verbeteren. De meeste toepassingen zullen liggen op het gebied van Research en Development (74 procent), productie (61 procent), vooruitblikken en plannen (47 procent) en risicomanagement (58 procent).
PETROCHEM 2 - 2023 39 ■
FOTO’S: LANXESS
Lanxess produceert in de vestiging Kallo in de Antwerpse haven glasvezels die worden gebruikt om hoogwaardige kunststoffen te versterken.
Technisch dienstverlener verzet bakens
Equans is sinds 2022 onderdeel van de Bouygues groep en verzet haar bakens. De technisch dienstverlener wordt in de markt vooral gezien als general contractor, maar Equans doet en biedt veel meer. Het bedrijf heeft de kennis en kunde in huis om opdrachtgevers te adviseren en projecten uit te voeren van ontwerp, innovatie, bouw en beheer, tot realisatie en onderhoud.
Tot 2022 was Equans onderdeel van Engie. ‘We zijn nu onderdeel van de Bouygues groep en onszelf aan het herontdekken’, vertelt Richard Willems, algemeen directeur Equans West Industrie. ‘We willen onze dienstverlening gerichter inzetten want ons bedrijf heeft met de aanwezige core competenties grote potentie. De focus komt te liggen op die activiteiten waarin we onderscheidend zijn en bijdragen aan de doelstellingen van onze klanten. We zijn geen ingenieursbureau maar een bouwtechnisch dienstverlener met ingenieursbureaucapaciteiten én hebben jarenlange kennis en kunde in huis. Voor bepaalde marktsegmenten hebben we alles in huis om hele trajecten te kunnen oppakken.’
Vakkennis borgen
Equans wil zich als industriepartner op de kaart zetten, met alle technologische en innovatieve kennis die binnen het (internationale) bedrijf beschikbaar is. ‘Zo willen we onze kennis en kunde vergroten op het gebied van waterstofapplicaties en -oplossingen. Ons zusterbedrijf Kraftanlagen bouwt in Delfzijl een HYCC-waterstoffabriek. Dit biedt kansen voor het aanbieden van advies en diensten voor andere waterstoffabrieken in Nederland.’
De focus op de drie transities – de energie-, digitale en industriële transitie – wordt centraal ondersteund.
‘Ons bedrijf heeft daarvoor geïnvesteerd in een centraal competentiecentrum in Lyon, waar vierhonderd engineers op verschillende deelgebieden de vakkennis borgen. Alle landenorganisaties kunnen van deze core competenties gebruikmaken.’
Ons moederbedrijf zet ook zwaar in op Equans Digital. ‘Via een internationaal netwerk van collega’s en gebruikmakend van intern en extern ontwikkelde applicaties, kunnen we onze klanten helpen bij het versnellen van hun digitale transitie.’ Daar zullen we nog vaak van horen in de toekomst, stelt Willems.
‘Onze organisatie focust zich ook op brede, complexe totaaloplossingen voor de industrie. Voor competenties die we nog niet in huis hebben, kunnen we de kennis van onze zusterbedrijven of ons moederbedrijf inzetten. Ook zullen we actief in de markt op zoek gaan om de juiste profielen aan ons te binden.’
Met innovatieve technische, duurzame en digitale oplossingen helpt Equans opdrachtgevers binnen de utiliteit, industrie en overheden. Constant verbeteren staat daarbij voorop. Zo helpt het bedrijf haar klanten bij te blijven met de nieuwste ontwikkelingen. En staat het hen bij in transities op het gebied van energie, digitaal en industrieel.
Jelle Vermunt, manager Commercie, merkt op dat er meer adviserende en uitvoerende opdrachten worden afgesloten zowel bij bestaande als nieuwe klanten. ‘Ons advies levert niet alleen een rapport met adviezen op, maar direct op te starten, bouwbare projecten. We kijken naar de besparingen die een bedrijf realiseert uit zijn project om daarmee zo snel mogelijk een budget te creëren voor de volgende stap.’
Deeldisciplines
Equans beschikt volgens Willems over veel specifieke competenties die menig ander bedrijf niet in huis heeft. ‘Vaak wordt er over drie assen in competenties gesproken: automatisering, werktuigbouwkunde en E&I (Electrical en Instrumentation, red.). Daaronder zitten allerlei
PETROCHEM 2 - 2023 40 BRANDED CONTENT
deeldisciplines, van hoogspanning tot glasvezel, en die hebben wij in huis. Met dit totaalpakket kunnen we de hele dienstverlening voor de klant perfect afdekken.’ De afgelopen jaren heeft Equans ook zwaar ingezet op Health, Safety, Environment & Quality. Willems: ‘We hebben een perfect trackrecord op veiligheid en kwaliteit. Onze Technical Inspections en Solutions Group, TIS, werkt over de volle breedte over alle typen projecten en industrieën. Voor buitenlandse, maar ook Nederlandse bedrijven die in ons land investeren is het lastig om een beeld te krijgen van alle Europese en Nederlandse regelgeving.
doen. ‘Dat is mogelijk’, aldus Willems. ‘Wij leveren de kennis en de teams voor de begeleiding van de roll-out van deze fabrieken en de uitvoering gebeurt door onze buitenlandse zusterbedrijven en partners.’
Asset management
Op het gebied van asset management is Equans volgens Willems als onderdeel van een grote internationale organisatie onderscheidend. ‘We hebben de kennis in huis om de investeringen van de klant optimaal te managen van applicaties tot verander- en verbetertrajecten. Als grote internationale organisatie kunnen we die kennis in het voortraject hergebruiken met designing for maintenance Daarnaast beschikken we over de lokale kennis van ongeveer zesduizend medewerkers in Nederland en van onze partners.’
Lokaal ondernemerschap
Onder de Bouygues groep leggen we alle wet- en regelgeving, normeringen en klantspecifieke regelingen vast. Sommige klanten hebben ook nog een eigen normering waaraan ze moeten voldoen. Dat proberen we allemaal te borgen zodat er niet iets wordt ontworpen in één land dat niet kan worden toegepast in een ander land. Dat nemen we mee in ons adviestraject.’
Het komt voor dat de Nederlandse organisatie wordt gevraagd een Nederlands project in het buitenland te
De komende jaren richt Equans zich op de markt voor EPC-contracten van tussen de vijf en vijftig miljoen euro. Willems: ‘We zoeken naar een sweetspot als full serviceprovider over alle discipline-assen heen, van conceptueel ontwerp tot het onderhouden van de installaties.’ Bij Equans is een belangrijke rol weggelegd voor lokaal ondernemerschap. ‘Ons moederbedrijf zet de grote lijnen uit en we delen alle kennis zodat we niet iedere keer opnieuw het wiel moeten uitvinden, maar de invulling gebeurt lokaal. Antwerpen is anders dan Rotterdam of Geleen. Onze opdracht is om een brede partner te zijn van onze klanten. Daar hebben we veel zin in.’
PETROCHEM 2 - 2023 41 ■
Richard Willems: ‘Ons moederbedrijf zet de grote lijnen uit en we delen alle kennis zodat we niet iedere keer opnieuw het wiel moeten uitvinden.’
FOTO: EQUANS
Aan Richard Willems, algemeen directeur Equans West Industrie, de taak om de potentie van het bedrijf tot bloei te brengen.
Het Petrochem platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond de olie- en chemische industrie. Het Petrochem platform bereikt zijn doelgroep via het vakblad Petrochem, de website www.petrochem.nl, de nieuwsbrief en events, zoals het jaarcongres Deltavisie.
PARTNERNIEUWS PARTNERS
In april hebben dertig bedrijven zich verenigd in Circulair Groningen. Dit is een actieve en open vereniging waarin bedrijfsleven, onderwijs, maatschappelijke organisaties en overheid hands-on aan de slag gaan met concrete circulaire acties. De Vereniging Circulair Groningen heet nieuwe leden die mee willen doen en gezamenlijk stappen willen zetten voor de circulaire economie in Groningen van harte welkom.
SGS, ADLC en BASF Antwerpen werken samen om (petro)chemische analysestalen per drone te transporteren in de haven van Antwerpen. Eind maart werden enkele testvluchten op de terreinen van BASF Antwerpen succesvol uitgevoerd. De analysestalen van een schip gaan momenteel via wegtransport naar laboratoria voor verdere analyse. Dit is zeer tijdsintensief en brengt een aanzienlijke CO2uitstoot met zich mee. Luchttransport met drones reduceert de CO2-uitstoot met maar liefst tachtig procent en is tot vier keer sneller dan transport via de weg. Het gaat om dronevluchten over grotere afstanden (tot 40 kilometer), volledig computergestuurd vanuit een controlekamer, buiten het gezichtsveld van de piloot.
De haven in Stein is belangrijk voor de verduurzaming van Chemelot. Daarom wordt de capaciteit er uitgebreid voor grondstoffen die nu ook al per schip in de haven aankomen en via ondergrondse buisleidingen naar de fabrieken op Chemelot gaan. In de haven wordt een constructie gerealiseerd om (bio)propeenschepen te kunnen verladen in de haven. Daarvoor brengt een aannemer ongeveer negentig stalen buispalen aan, waaraan een geleideconstructie wordt bevestigd. Dit is een stalen afscheiding tussen de scheepvaart op het Julianakanaal en de schepen die in de haven aan het lossen zijn. Zo wordt voorkomen dat de schepen aangevaren kunnen worden.
Bekijk de partnerfilmpjes op www.petrochem.nl/partners-en-leden
CONTENTPARTNERS
LEDEN VAN HET PETROCHEM PLATFORM
Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het Petrochem platform, kijk dan op www.petrochem.nl of neem contact op met Janet Robben: janet@industrielinqs.nl - 06 38 73 70 39
VAN HET PETROCHEM PLATFORM
LEADER IN HIGH TEMPERATURE SOLUTION
‘QU TES’
Ze is een beetje dwingend. Met een enorme glimlach kan ze je dingen vragen en dan kun je moeilijk nee zeggen.’
Cas König, directeur van Groningen Seaports, (grinnikend) in Het Financieele Dagblad over Nienke Homan die in mei de nieuwe voorzitter van de Koninlijke VNCI wordt.
Op mijn 33ste werd ik gedelegeerd bestuurder van Essenscia Vlaanderen, de federatie van de chemische industrie en lifesciences. Ik was er al enkele jaren aan de slag als woordvoerder, maar het was een enorme kick dat het management van de federatie en de CEO’s van zo veel grote bedrijven me die kans gaven, ondanks mijn jonge leeftijd. De grote verantwoordelijkheid maakte me niet nerveus, ik had hun vertrouwen gekregen.’
Natuurlijk wordt er veel gesproken over consuminderen. En uiteraard kunnen we in het Westen wel een stapje terug doen met onze consumptie, maar in de rest van de wereld zal de vraag naar materialen en andere koolstofhoudende producten nog sterk groeien. Dus met alleen recycling red je het sowieso niet.’
Professor Matthias Heinemann van de Rijksuniversiteit Groningen in deze editie.
Het antwoord van Frank Beckx, directeur van het kenniscentrum van werkgeversorganisatie VOKA, in De Tijd op de vraag wanneer hij wist dat hij het juiste carrièrepad aan het bewandelen was.
HET EXPERTPANEL VAN HET PETROCHEM PLATFORM BESTAAT UIT DE VOLGENDE SPECIALISTEN
Johan Alebregtse Manufacturing & Technology Executive Consultancy
Frank Beckx Kennis- en Lobbycentrum Voka, directeur
Jos Benders voormalig topman Lyondell
Sandra de Bont VOTOB Academy, directeur
Jan Bout Stichting HaskoningDHV, bestuurslid
Jan Van Doorslaer voormalig woordvoerder BASF Antwerpen
Niko van Gent voormalig woordvoerder Huntsman Holland
Michel Grijpink Hogeschool Utrecht, Learning & Development consultant
Ronald Hoenen Equans, regio directeur
Plant Manager of the Year
2015
Joris Hurenkamp Havenbedrijf Rotterdam, senior business manager
Emre Kaya Organik Kimya, global supply chain director Plant Manager of the Year
2017
Cor Kloet voormalig algemeen directeur SPIE Nederland
Tijs Koerts EPSC, operations director
Cas König Groningen Seaports, directeur
Enrico Lammers Pro6com en DWG Process & Safety managing director Henk Leegwater Lexxin, consultant
Bart Leenders Neste, vice president production
Frank de Leng ACTAD, operations manager
Michel Leyseele Pipelink, managing director
Marit van Lieshout Kenniscentrum Duurzame Havenstad, Iector Procesoptimalisatie en -intensificatie
Cor van de Linde iTanks, managing director
Michel Meertens DSM, vice president premix operations
Genserik Reniers TU Delft, professor Safety and Security Science Group
Elsbeth Roelofs MVO Nederland, sectormanager Chemie, Internationaal MVO programma
Egbert Schellenberg FNV, vakbondsbestuurder procesindustrie
Dik Schipper voormalig production leader Dow Benelux
Gerald Schotman Shell, senior vice president
Jaap Schouten TU Eindhoven, professor
Wim Soetaert Universiteit Gent, professor
Wouter Stam Flowid, managing director
Niek Stokman Bilfinger Tebodin West Nederland, sales manager oil & gas
Gabriel Tschin Plant One Rotterdam, managing director
Henk Veldink Hexion, senior director global strategic development
René Venendaal BTG Biomass Technology Group, algemeen directeur
Roelf Venhuizen voormalig voorzitter Profion en directeur NAM
Roelof van Wijk Teijin Aramid, plantmanager
Maaike de Wit Straatman Koster advocaten, advocaat
Jeroen van Woerden Jitink, managing director Plant Manager of the Year 2016 Cor Zijderveld voormalig voorzitter SBE
Finalisten Plant Manager of the Year 2023 bekend
De finalisten van de Plant Manager of the Year 2023 zijn bekend. Dit jaar strijden Anne Arkenbout (Nobian), John van Olffen (Sabic), Charles de Wolff, (Huntsman) en Henk Bijma (Holland Malt) om de gerenommeerde titel. Tijdens Eemsdeltavisie op 16 mei in Delfzijl wordt de opvolger van Roel Jolling (Polyscope) bekendgemaakt.
De verkiezing van de Plant Manager of the Year wordt jaarlijks georganiseerd en is een initiatief van Industrielinqs in samenwerking met de VNCI, Votob en het Petrochem platform. Kandidaten komen uit de procesindustrie. Denk daarbij aan de energiesector, raffinage en de staal-, papier- en voedingsmiddelenindustrie. En natuurlijk de chemie, waarin de huidige Plant Manager of the Year Roel Jolling werkzaam is. De verkiezing draagt bij aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspanning en prestaties van plantmanagers te benoemen en te waarderen. De focus ligt hierbij op veiligheid, gezondheid, milieu, productiviteit, maatschappelijke betrokkenheid en duurzaamheid. Om dit voor het voetlicht te brengen, verschijnen er interviews met de genomineerden en de
winnaar in Petrochem en Chemie Magazine. Ook wordt er van de finalisten een videoreportage gemaakt.
Teamprestatie
Een vakkundige jury beoordeelt de kandidaten onder andere op maatschappelijke betrokkenheid, leiderschap en communicatieve vaardigheden. Tijdens het congres Eemsdeltavisie 2023 op 16 mei presenteren de finalisten zich aan het publiek, dat ook mee kan stemmen in de zaal en via internet. Tijdens het evenement wordt ook de winnaar bekend gemaakt. In 2022 is Roel Jolling van Polyscope verkozen tot Plant Manager of the Year. De meeste finalisten en winnaars zien de nominatie en uitverkiezing als een teamprestatie. Daarom is er tijdens de verkiezing ook veel aandacht voor de medewerkers van de kandidaat.
Anne Arkenbout
De eerste uitdaging voor Anne Arkenbout als plantmanager bij Nobian in Delfzijl was het verder ontvlechten van
het productieteam van de chloorfabriek van Nobian en dat van de MCA-fabriek van Nouryon in Delfzijl. Komend jaar
kan ze zich met het team meer richten op innovatieve energieprojecten. ‘En daar heb je wel de juiste mensen voor nodig. Dat is misschien wel de grootste uitdaging.’
Arkenbout is sowieso erg trots op het team. ‘Als organisatie zijn we eigenlijk net weer opnieuw begonnen. En de organisatie is veel platter dan voorheen. Als ik zie hoe de medewerkers hun verantwoordelijkheden aanvaarden, dan kan ik daar alleen maar heel trots op zijn. En het geeft ook meteen een goede basis voor nieuwe projecten vanaf dit jaar.’
PETROCHEM 2 - 2023 44
PLANTMANAGER
Wim Raaijen
Henk Bijma
De mouterij van bierbrouwer Royal
Swinkels in de Eemshaven ondergaat een flinke upgrade. Swinkels sprak namelijk de ambitie uit de mouterij om te vormen tot de meest duurzame in zijn soort. Aan plantmanager Henk Bijma de taak om de grote verandering ook in de organisatie door te voeren.
Uiteindelijk profiteert de organisatie ervan als de verantwoordelijkheden lager in de organisatie liggen, stelt Bijma. ‘Zeker gezien de grote veranderingen waar we voor staan, zullen de teams nog
meer moeten excelleren. Maar dat moet vooral uit hun intrinsieke motivatie komen. Ik vraag dan ook regelmatig waar mensen nu echt trots op zijn. Op
die manier motiveer je mensen niet alleen om het beste uit zichzelf te halen, maar kan je ook zien waar ze het beste tot hun recht komen.’
strategieën waarin wij ons onderscheiden in de markt. Veel van de verbeteringen voor de grote fabrieken elders, beginnen hier.’
John van Olffen
Specialisatie en efficiëntie moeten de polyetheenfabrieken van Sabic in Geleen wereldwijd concurrerend houden. De
kunst is om altijd voorop te blijven lopen in innovatie. Plantmanager John van Olffen: ‘Dat is voor ons een van de
Toen John van Olffen vier jaar geleden de volledige productie van polyetheen (PE) onder zich kreeg, zag hij al snel mogelijkheden voor een grote efficiëntieslag, het integreren van de volledige PE-organisatie. ‘Het was belangrijk om iedereen mee te nemen in het proces, door zichtbaarheid, communicatie en vooral veel te luisteren. Allemaal om de bezetting aan het roer te zetten van hoe de nieuwe organisatie er uit kan zien.’
Charles de Wolff
De dynamiek en het eigenaarschap
haalden Charles de Wolff weer terug in de chemie, na een uitstapje naar de maakindustrie. Wel met nieuwe ervaring, onder andere op het gebied van standaardisering. Graag wil hij als area plantmanager bij Huntsman in de Rotterdamse haven nog meer uit de bestaande fabrieken halen. Digitalisering, de ‘skills van jonge gasten’ en de ‘drie L-en’ moeten hem daarbij helpen.
Ondanks alle mogelijkheden van de techniek blijven de mensen bij Charles
de Wolff centraal staan. Zij kunnen zich als team continu verbeteren, in wisselwerking met de installaties. ‘Daarbij gebruik ik vaak de drie L-en. We moeten
een leven lang blijven leren, het werk moet lonen en het mag vooral ook leuk zijn. En we moeten zeker onze successen vieren.’
PETROCHEM 2 - 2023 45 FOTO’S: WIM RAAIJEN
Is het wel reëel om van bedrijven te verlangen dat zij zelf streven naar nul uitstoot, terwijl er tegelijkertijd grenswaardes worden gesteld die acceptabel worden geacht?
Spagaat
Het Europees Parlement stemde recentelijk vóór een belangrijk klimaatwetgevingspakket. Daarin zit onder andere een wet voor de verdere aanscherping van het emissiehandelsysteem, oftewel de handel in CO2-rechten. De aanscherping gaat zorgen voor minder rechten op de markt, waardoor de prijs van CO2-uitstoot hoger zal worden. Het doel is dat bedrijven worden gestimuleerd duurzamer te gaan produceren. Het aantal emissierechten moet in 2040 helemaal op nul staan met als ultieme doel om uiteindelijk alle emissie van CO2 te stoppen. Een mooi initiatief, maar dit systeem heeft als grote nadeel dat het een Europees initiatief is, waardoor het door de industrie beoogde level playing field geweld wordt aangedaan. Europese producten worden duurder dan producten uit andere regionen, hetgeen maar ten dele kan worden gecompenseerd.
Grenswaarde
Toch is er een noodzaak voor dit soort overheidsdruk. De Onderzoeksraad voor Veiligheid benadrukte dit ook recentelijk in het rapport Industrie en Omwonenden. De Raad beschrijft heel helder de spagaat waarmee we te maken hebben: ‘Bedrijven zijn onderdeel van de samenleving. Zij dragen bij aan werkgelegenheid en produceren middelen die we dagelijks gebruiken. Bedrijven zijn aan regels gebonden voor de veiligheid van hun producten en de productie daarvan. Dit is vastgelegd in de wet en het stelsel van normering van de toegestane emissie, vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het doel van de wet- en regelgeving is de omwonenden te beschermen tegen de schadelijke effecten van de industrie. De Raad ziet dat de onderzochte bedrijven doorgaans zelf weinig initiatief nemen om hun uitstoot meer te beperken dan is toegestaan in de vergunning.’
Dat bedrijven focussen op de vergunde waardes is logisch. Een bedrijf is geen liefdadigheidsinstelling die voor producten en werkgelegenheid zorgt. Nee, het bestaansrecht van bedrijven is dat zij winst maken. Daarmee zijn zij ook de motor van de nationale economie, iets waar we allemaal van meeprofiteren. De focus op verlaging van de uitstoot verwatert dus zodra de
afgesproken grenswaarde is bereikt. Dat doet mij terugdenken aan de colleges over stromingsleer: er is een drijvende kracht nodig om beweging te doen ontstaan. Er is dus ook een drijvende kracht nodig om verdere verlaging van de uitstoot teweeg te brengen. En precies dat is wat de Europese Unie nu doet.
Drijvende kracht
Maar is het wel reëel om van bedrijven te verlangen dat zij zelf streven naar nul uitstoot, terwijl er tegelijkertijd grenswaardes worden gesteld die acceptabel worden geacht? Want welk voordeel heb je als bedrijf om verder te gaan dan je buurman, die misschien de afgesproken grens nauwelijks haalt?
Probleem is echter dat het effect van bepaalde emissies pas na langere tijd duidelijk wordt. Zo wisten we aan het begin van de industriële revolutie ook nog niet dat dit tot klimaateffecten zou gaan leiden. En daarom is een onderdeel van het spel dat de overheid de grenzen af en toe aanscherpt. En ook dat benadrukt de Raad. Zij concludeert dat de huidige werkwijze met vergunningswaardes niet altijd voldoende is om te zorgen dat de blootstelling van omwonenden aan schadelijke uitstoot laag genoeg blijft. Dit komt natuurlijk mede doordat er te weinig kennis is wat die uitstoot voor gevolgen heeft in de omgeving. De Raad pleit, mijns inziens dan ook terecht, dat vaker en meer systematisch moet worden vastgesteld waaraan omwonenden precies worden blootgesteld en welke gezondheidsrisico’s dat met zich meebrengt. En dit is dan weer reden voor een nieuwe drijvende kracht voor verdere reductie. Want uiteindelijk willen we voor ons nageslacht een gezonde leefomgeving hebben, toch? Maar ja, we willen ook dat ze kunnen werken, een bloeiende economie hebben, dezelfde luxe producten, etc…
Aldewereld@gmail.com
COLUMN PETROCHEM 2 - 2023 46
Chris Aldewereld is ingenieur Scheikundige Technologie en werkzaam als HSE Specialist.
altijd veilig, compliant en efficiënt aan het werk
altijd veilig, compliant en efficiënt aan het werk
Fully-integrated access management:
Fully-integrated access management:
No Surprises
No Surprises
Veilig, gastvrij en efficiënt toegang verlenen aan uw medewerkers, bezoekers en contractors. Het identity management platform YIM is ontwikkeld op basis van ruim 25 jaar kennis en ervaring opgedaan in de meest uiteenlopende branches; van petrochemie tot financiële dienstverlening. Modules zoals het vooraf aanmelden van personen, accreditatie, e-learning en documentatiebeheer, zorgen ervoor dat uw toegangsprocessen worden gestroomlijnd en geautomatiseerd. Klaar voor nu en de toekomst.
Veilig, gastvrij en efficiënt toegang verlenen aan uw medewerkers, bezoekers en contractors. Het identity management platform YIM is ontwikkeld op basis van ruim 25 jaar kennis en ervaring opgedaan in de meest uiteenlopende branches; van petrochemie tot financiële dienstverlening. Modules zoals het vooraf aanmelden van personen, accreditatie, e-learning en documentatiebeheer, zorgen ervoor dat uw toegangsprocessen worden gestroomlijnd en geautomatiseerd. Klaar voor nu en de toekomst.
Ontdek de mogelijkheden op yimaccess.nl
de mogelijkheden op yimaccess.nl
Ontdek