KNMC Praathuis En toen beste KNMC-dieren, kwam onze grote roerganger en tevens wijze Uil het Braamstruikse Binnenwater ingevaren richting het Praathuis in Leerdam. “Wij gaan zorgen voor meer leden beste waterconsuls en hooggeplaatste kaderleden”, zei de grote roerganger resoluut. “Dat is helemaal niet zo moeilijk”, riep de toevallig overvliegende juffrouw Reiger terwijl ze ondertussen de boot van de grote roerganger tot openbaar toilet had uitgeroepen. “Sorry hoor, ik had plotseling 4 cm. ontsluiting”, krijste ze giechelend. “Ja, dat heb jij nou altijd smeerpijp! Volgens mij doe je dat expres”, zei Bor de Zeewolf. “Ik stel bij deze vergadering hier in het praathuis, samen met Lowieke de Zeevos het volgende voor: Doe allemaal je best om nog dit jaar één nieuw waterdier voor onze club te werven.” “Dat is al eens eerder geprobeerd hoor,” riep Isodora Paradijsvogel “maar het kan geen kwaad om nog eens zo’n poging te wagen. Nodig eens een leuk dier aan boord uit op de koffie of een drankje en geef ze onze prachtige nieuwe brochure.” “Hatsekidee wat een goed plan” kraaide Lowieke de Zeevos “en natuurlijk lekker smikkelen en smullen van de bijbehorende lekkere hapjes.” “De jeugd wil naar Ibiza?” roept Truus Lepelaar met een zuur gezicht. “Ho ho, tuut, tuut, tuut, tuut, dat is geen excuus Truus!” bracht juffrouw Mier te berde. “Kijk eens om je heen joh naar al die honderden mooie schepen die je onderweg tegenkomt en ook in alle havens. Dat aantal neemt ook nog drastisch toe. Als
5% daarvan lid zou worden hebben we zeker al een verdubbeling; echt potentie genoeg hoor!” Willem Bever, die toevallig net even boven water kwam na de reparatie aan een schroefblad, mengde zich in het gesprek. ”Ik werk dag en nacht aan prachtige nieuwe schepen samen met mijn broer, dus ik stel voor: kom eens hierheen en schrijf een verhaaltje over onze prachtige werf dan zorgen wij wel voor een paar extra leden voor jullie mooie gezellige club. Leuk voor ons en wij geven natuurlijk iedere bezoeker ook zo’n mooi clubblad en folder van jullie mee.” “Prima idee,” riep Zoef de Haas “ik ben al onderweg en neem onze paparazzi Lowieke de Zeevos mee als fotograaf.” Gerrit de Postduif steekt zijn vinger op: “Ik kom natuurlijk overal en zeker bij alle gerenommeerde jachthavens in den lande en het valt mij op dat ons blad nog lang niet op alle leestafels in de kantines ligt en dan meestal ook maar één exemplaar.“ “Ja, daar moet nog verandering in komen” mompelde Momfer de Mol, terwijl hij zich bijna verslikte in zijn sigaar. “En vergeet niet de havens en werven waar veel sloepen komen, want dat wordt toch een aparte afdeling van ene Ali B, oh excuus, Aad B?” “Ik wil nu ook dat alle verwende en een beetje luie dieren binnen onze club ook flink mee gaan werken aan dat ledental”, roept juffrouw ooievaar zelfverzekerd. “Dat gaat helemaal lukken,” krast meneer de Raaf “en laten we dan een commissie vormen waarbij elke afdeling een doelgroep voor zijn rekening neemt. Ik geef het voorbeeld en neem de zeilboten als de meest interessante groep in ons
snel vergrijzend dierenrijk; als ik over een zeilboot vlieg en ik zie een krasse grijze knar aan de helmstok zitten dan laat ik precies op het juiste moment een clubblad met inschrijfformulier vallen. ”Ik ga zorgen voor verjonging”, roept Juffrouw Ooievaar maar niemand begrijpt precies wat ze bedoelt, want de jeugd zit op Ibiza en die zesling die ze zojuist heeft afgeleverd gaat pas het water op als het al te laat is. “Genoeg gekletst nu,” roept onze grote roerganger de Uil, “handen uit de mouwen en snaveltjes open, want de tijd dingt, word allemaal enthousiast geachte praathuisdieren! Het speelkwartier is voorbij.” Bor de Zeewolf neemt het woord en verheft zijn stem: “Waarom doen we dit allemaal het komende vaarseizoen?” Alle dieren in koor: “Niet omdat het makkelijk is, maar omdat het moeilijk is!!!!” “Vertaal dat even voor onze buitenlandse dieren,” voegt Bor de Zeewolf er aan toe, “want daar zit ook een enorm potentieel toch? Mijn collega’s op het land hebben zich met grote tevredenheid hier te lande gevestigd en popelen om lid te worden (en niet alleen voor de schapen). Dus waarom doen we dit?” “Nicht weil es einfach ist, sondern weil es schwierig ist !!!!” Mijn vader zei vroeger altijd tegen mij, nadat ik zijn handtekening weer had vervalst op mijn schoolrapport van de 4e klas Mulo. “Jij wilt zeker zonder inspanning hogerop komen, dan moet je maar liftboy worden bij een fabriek voor zelfrijzend bakmeel.” Wat zegt u? Dat heb je al eens eerder verteld? Ja, dat klopt geloof ik, maar ik word ook een jaartje ouder en ik kan mijn pa niet genoeg citeren! Excuus, ik dwaal weer af als amateur-sprookjesschrijver die tegenwoordig niet eens meer zijn eigen vrouw wakker mag kussen zonder haar toestemming vooraf.
51