Het kunstenaarsboek H A N N E LO R E VA N D I J C K
Kunstenaars die boeken maken: dat leidt vaak tot boeken die kunstwerken op zich zijn en een bijzondere plaats innemen in het oeuvre van een artiest. Hoe vertalen kunstenaars hun artistieke praktijk naar een boek? Hannelore Van Dijck bracht net haar derde boek uit: ‘een vogel vliegt op’. We vroegen haar naar het hoe en waarom.
Hannelore Van Dijck is tekenaar. Ze is geïnteresseerd in de relatie tussen een beeld en de ruimte. Ze maakt met haar werk - vaak in situ en met houtskool - een interpretatie van een plaats. Die omschrijving is nog altijd correct, maar een residentie bij FLACC in Genk gaf haar de mogelijkheid haar eigen praktijk in vraag te stellen. Haar recent werk, waarvan ‘een vogel vliegt op’ een weergave is, geeft een nieuwe wending aan haar kunstenaarschap. Wat was de aanleiding om ‘een vogel vliegt op’ te maken? Hannelore: ‘Nadat ik mijn tweede kunstenaarsboek (‘The Lasting One, That Didn’t Last, That Still Lasts’, 2017) had afgerond, heb ik besloten even geen nieuw werk te tonen. Ik wilde de tijd nemen om nieuwe dingen uit te proberen en uit te zoeken: wat heb ik afgerond, waarmee ga ik verder? Die periode van heroriënteren viel samen met een residentie in het FLACC. Die werkplaats stimuleert kunstenaars om nieuwe pistes te onderzoeken en biedt daarvoor hun werkplaatsen en een budget aan. De residentie reikte een kader aan om nieuwe mogelijkheden binnen mijn werk te verkennen. Aan het begin van mijn residentie heb ik veel gewandeld. Vanuit dat wandelen werd ik mij bewust van een bepaalde manier van kijken: een kijken dat te maken heeft met beweging en vluchtigheid. Buiten heb ik nooit het idee alles gezien te hebben, er zal altijd iets zijn dat aan mijn aandacht ontsnapt. Ik ben deel van het landschap waar ik naar kijk. De titel ‘een vogel vliegt op’ is een beeld dat naar dat kijken verwijst. De residentieperiode was de aanzet om ander werk
Book, 2020, inkt op papier, 23,5 x 16 cm
12
H E T K U N ST E N A A R S B O E K