229 SEPTEMBER - OKTOBER - NOVEMBER 2022 THE LARGEST PROFESSIONAL COMMUNITY IN INDUSTRIAL11.000AUTOMATIONSUBSCRIBERS DOSSIER CIRCULAIRE ECONOMIE EN AFVALVERWERKINGp26–KimAertsoverdesteilegroeivanhaarbedrijfKoMotionp30–Festo:‘Hetisdeplichtvanelkbedrijfomduurzaamtezijn.’p32–FANUCopentnieuwBeneluxhoofdkwartierinMechelenjaargang52e–vzwInduMotionvantijdschriftDriemaandelijks P309959–TurnhoutAfgiftekantoor2022.November-Oktober-September
Scan nologieaandrijftechoverontdekenallescompacte
Compacte aandrijftechnologie: directe integratie van alle conventionele aandrijftechnologieën in het I/O systeem van Beckhoff extra laag spanningsbereik tot 48 V Portfolio met hoge schaalbaarheid: compacte designs voor iedere applicatie universele varianten in IP20 en IP65/67: voor gebruik in schakel- en aansluitkasten of voor toepassingen zonder schakelkast compatibel met een breed gamma aan motoren en gearboxes Eenvoudige engineering met TwinCAT Uitgebreide keuze aan accessoires: van voorgemonteerde aansluitkabels tot ventilatorcartridges voor nog betere prestaties
Compacte aandrijftechnologie: compact maar krachtig
systematisch worden afgebroken, waarna materialen als steen, hout en ijzer voor nieuwe projecten worden gebruikt. Om urban mining nog werkzamer te maken, is het verstandig om bij nieuwbouw er reeds op te letten dat het later gemakkelijk is om materialen terug te winnen. Net zoals bij het ontwerpen en bouwen van productiemachines, zodat onderdelen later kunnen worden gerecupereerd.
AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 3
Wij hopen dat dit nummer van Automation Magazine iedereen inspireert om na te denken hoe je uw eigen bedrijfs- en werkingsmodel (nog) meer circulair en duurzaam kan maken.
AFVAL BESTAAT NIET
‘Een stadsgebied of industrieterrein wordt alsbeschouwd.’grondstofvoorraad
‘Afval bestaat niet’, is de slagzin van Renewi. Het bekende waste-to-productbedrijf maakt zich sterk dat liefst 97 procent van het afval dat ze ophalen een tweede leven krijgt. Internationaal is dat cijfer minder rooskleurig, want slechts 13% van al het wereldwijde afval wordt gerecycled.
Een circulaire economie is méér dan recyclen alleen. Bij een circulaire economie staat het sluiten van materiaalkringlopen centraal. Op die manier kan je grondstoffen zo lang mogelijk in de economie houden. Je gaat een product – of voor onze industrie een machine – zo ontwerpen en produceren dat je het op het einde van de cyclus terug kan gebruiken als een grondstof voor een volgende generatie producten/machines. Een samenwerking met de verschillende spelers in die keten – met name leveranciers en klanten/eindgebruikers – is in dit systeem heel belangrijk. Houd materialen zo lang mogelijk in gebruik door holistisch materiaalbeheer te integreren met de product-levenscyclus. De levensduur van een product probeer je te verlengen met oplossingen voor voorspellend onderhoud, retrofit, modernisering en recycling.
Een circulaire economie is een manier voor fabrikanten om een groenere, duurzamere toekomst te bereiken. Vanaf het ontwerp van een product/machine moeten factoren als duurzaamheid, productiekosten, prestaties en kwaliteit worden beoordeeld. Zo kan bijvoorbeeld het ene materiaal worden gekozen boven het andere vanwege een superieure sterkte-gewicht verhouding voor productprestaties. Een materiaal kan worden vermeden vanwege de geschatte CO2-emissiekosten van extractie ten opzichte van de recycleerbaarheid van een ander materiaal, en componenten kunnen worden ontworpen voor een specifiek productieproces zoals 3D-printen om materiaalverspilling te Voortsbeperken.kan
‘urban mining’ van een vuilnisbelt een potentiële goudmijn maken. Een stadsgebied of industrieterrein wordt als grondstofvoorraad beschouwd, waaruit materialen voor nieuwe projecten worden gewonnen. Zo kunnen bijvoorbeeld gebouwen of fabrieken die moeten worden gesloopt,
Grondstoffen stijgen in prijs en energieprijzen pieken. Twee factoren om als bedrijf nog bewuster om te gaan met (machine)productie. Van een klassieke lineaire economie in rechte lijn, evolueren we naar een circulaire economie met een duurzame cirkel. Samengevat: we moeten niet verbruiken, maar gebruiken.
Voor veel industrieën betekent de overstap naar producten die zijn ontworpen om langer te worden gebruikt en hergebruikt, een verstoring van hun bedrijfsmodel. Want als oude producten op nieuwe manieren worden (her)gebruikt, neemt de vraag naar gloednieuwe producten af. Hoeveel schoenfabrikanten zijn er niet die schoenen maken die slechts één seizoen meegaan om daarna nieuwe schoenen te kunnen verkopen aan consumenten die gretig de nieuwe modetrends willen volgen? In veel sectoren worden producten op de markt gebracht die er op gericht zijn om binnen een redelijke (gebruiks)termijn stuk te gaan. Hoewel elke branche zijn eigen oplossing voor dit probleem moet vinden, kan voor sommigen de volgende stap een overgang naar een servicegebaseerd model zijn. Ook naar analogie in de industrie, waar machines dan worden geleasd. Later gaan ze terug naar de machinebouwer die zoveel mogelijk onderdelen of grondstoffen zal recupereren om nieuwe machines te bouwen. Zo is de cirkel rond.
DOOR HUGUES MAES / VOORZITTER INDUMOTION EDITO
Multi-protocol Servodrive CMMT-AS-MP Overstappen naar de nieuwste generatie servoaandrijvingen zonder risico of complexiteit Deze multiprotocol servodrive kan zowel via Profinet, EtherCat, EthernetIP en Modbus met uw PLC communiceren, en ondersteunt de motion- en driveprofielen Profidrive & CiA402. Intelligente softwareMechanischBesturingsarchitectuur www.festo.be/CMMT 4847068_Q-FESTO-B_Adv210x140_AM_MultiProtocol-Servodrive_BLG_v2.indd 1 29-07-2022 11:30 EUCHNER (BENELUX) BV I POSTBUS 119 I NL-3350 AC PAPENDRECHT I +31 (0)78 615 47 66 I INFO@EUCHNER.BE www.euchner.beVeiligheidstechniek voor de Machinebouw MGB2 Modular Multifunctional Gate Box Veiligheidssysteem met vergrendeling Modulair ontwerp, flexibel Busmodulecombineerbaarmet ProfiNet / ProfiSafe Tot 6 deuren op één busmodule Uitbreidingsmodule MCM voor nog meer Categoriefuncties4/ PLe conform ISO 13849-1 4
P3 EDITO Afval bestaat niet
Ludo De Groef, Marcel De Winter, Claudia Liedl, Hugues Maes, Guy Mertens, Patrick Polspoel, Roger Stas, Maxime Vansichen, Filip Vanwynsberghe.
Vincent De Cooman (WITTENSTEIN): Bestuurder
P44 Vansichen Linear Technology breidt gamma verder uit
SECRETARIAAT
InduMotion op bezoek in Robotland.
AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 5
Jean-Marc Orban (Festo): Bestuurder
P5 INHOUD
REDACTIECOMITE
REALISATIE Magenta info@magenta-uitgeverij.be2060LangeDesigncenterUitgeverijDeWinkelhaakWinkelhaakstraat26Antwerpen
RAAD VAN BESTUUR
P20 Taart voor Europese vakorganisatie CETOP P23 Nieuw bestuur bij InduMotion
P6 DOSSIER ‘Circulair denken vergt een integrale benadering.’
Provinciesteenweg 9 – 3150 Haacht
© InduMotion 2022 Coverfoto © Ingimage
P35 AGORIA Barometer technologische industrie daalt verder
Lid van het Europees comité CETOP.
P46 PRODUCTEN
INDUMOTION
Adriaan De Potter (Protec)
INHOUD
P50 AFSLUITER een driemaandelijkse uitgave van de beroepsfederatie InduMotion vzw. Het verschijnt in maart, juni, september en december.
Maciej Szygowski (Doedijns Fluid Industry)
P32 FANUC opent nieuw Benelux hoofdkwartier in Mechelen
vzw InduMotion
InduMotion vzw is de beroepsfederatie voor bedrijven gespecialiseerd in industriële automatisering en aandrijftechnieken (elektrisch, hydraulisch, mechanisch en pneumatisch), die als producent, officiële invoerder of verdeler op de Belgische markt actief zijn.
OPLAGE 8.300 ex. NL + 2.700 ex. FR
LAY-OUT Hans www.brontosaurus-graphics.beBungeneers
BTW BE0431 258 733
ADVERTEREN Jean-Charles Verwaest, tel. +32 475 44 57 publiservice@automation-magazine.be91
P30 Festo: ‘Het is de plicht van elk bedrijf om duurzaam te zijn.’
De advertenties en artikelen in Automation Magazine worden ter goedkeuring voorgelegd aan het Alleredactiecomité.advertenties die betrekking hebben op technieken en producten voor industriële automatisering komen in aanmerking voor publicatie.
Secretariaat: Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 info@indumotion.begerda.vankeer@indumotion.be
AUTOMATION MAGAZINE Automation Magazine is
P49 TECHTELEX
Bart Vanhaverbeke (Voith Turbo) : Ondervoorzitter
Marcel De Winter (Service-Hydro): Secretaris-generaal
P38 Calculatiemodel voor CO₂-uitstoot helpt klanten MGH
P26 INTERVIEW: Kim Aerts over de steile groei van haar bedrijf KoMotion
Luc Roelandt (Stromag): Bestuurder
TOEZICHTHOUDERS
Guy Mertens (Act in Time): Penningmeester
REDACTIE www.automation-magazine.beredactie@automation-magazine.be
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Hugues Maes vzw ProvinciesteenwegInduMotion 9 – 3150 Haacht www.indumotion.beinfo@indumotion.be
P40 Nieuwe CEO bij Robovision: ’Het tijdperk van ’proof-of-concepts’ is voorbij.’
De artikelen en nieuwsberichten zijn door de redactie geselecteerd. Zij verschijnen gratis en bevatten geen publiciteit. De auteurs zijn verantwoordelijk voor hun Automationteksten.Magazine wordt uitgegeven door InduMotion vzw. Een abonnement op dit vaktijdschrift is gratis en u kan dit aanvragen via het InduMotion secretariaat: gerda.vankeer@indumotion.be. Conform de Europese GDPR-wetgeving stellen wij u in kennis dat Automation Magazine hiervoor uw naam, bedrijf (optioneel) en adres bewaart. Deze informatie wordt nooit met derden gedeeld. U kan uw gegevens altijd via Gerda Van Keer opvragen en laten aanpassen of Automationverwijderen.Magazine paraît aussi en français.
Hugues Maes (SMC Belgium): Voorzitter
P36 Beckhoff: Innovatieve laserapplicaties –van labo tot industriële automatisering
P41 Siemens: Motor van een duurzame toekomst
Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 info@automation-magazine.begerda.vankeer@indumotion.be
Recycleren, de ecologische voetafdruk, circulariteit, cradle-to-cradle, ... het zijn termen die de afgelopen jaren een sterke opmars kenden. Recycleren is één zaak, maar om een echt circulaire economie te creëren moeten àlle puzzelstukjes in elkaar passen, vanaf de ontwikkeling van een product tot het creëren van afzetmarkten. Technologie is daarbij de facilitator. VERGTDENKENEEN
6 CIRCULAIR
INTEGRALE BENADERING
SAMMY SOETAERT
factoren zoals het design van externe producten en systemen, een duidelijke wetgeving en vooral businessmodellen die aangepast zijn aan deze circulaire insteek. Per slot van rekening willen bedrijven de eigen concurrentiepositie niet ondermijnen door circulair te gaan werken.
Om van een echt circulair model te spreken, is een optimale combinatie van drie aspecten vereist, en dat legt meteen de vinger op de wonde: als bedrijf écht circulair willen zijn is één zaak, het effectief ook kunnen hangt vaak af van externe
In wat volgt lichten we eerst de ‘heilige drievuldigheid’ ‘Vertragen – Ontwerpen – Sluiten’ toe, gestoffeerd met enkele markante voorbeelden over hoe technologie daar bij helpt.
SKF heeft een programma om de levensduur van lagers te verlengen via remanufacturing.
DOSSIER
AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 7
Wie als leek aan circulariteit denkt, denkt vooral aan het hergebruiken van afval. Maar om van een echt circulaire benadering te spreken, moeten we meerdere paden bewandelen. De stromen vertragen (= producten blijven langer in de waardeketting) of de stromen versmallen (= er komt minder product in omloop) zijn zeker even belangrijk.
DOOR
1 VERTRAGEN VAN DE CIRKEL: IN ELKE GELEDING VAN EEN BEDRIJF
Repair (Is maintenance of herstelling toepasbaar op een defect component?);
Reuse (Is een tweede markt mogelijk voor een afgedankt product?);
Repurpose (Is een compleet nieuw doel mogelijk voor (een deel van) een product?);
Voorheen werden afgedankte lagers verwerkt in toepassingen met lagere kwaliteitseisen. De winst die behaald kan worden is groot: naast het minder verbruik van staal, vraagt remanufacturing veel minder energie dan de productie van een nieuw lager.
Een product dat langer meegaat, vermijdt vroegtijdige vervanging. Dat bespaart niet alleen op grondstof die niet gebruikt moet worden, maar ook op de benodigde energie voor het proces en de bijhorende kosten. Een product langer laten meegaan kan op diverse manieren. Er wordt in dat opzicht wel eens gesproken over de 9 R’en:
We zien dat ook fabrikanten stilaan deze nieuwe wegen inslaan. Zo beschikt SKF al enkele jaren over een remanufacturing programma voor bepaalde types lagers. Gemiddeld gaan die componenten 3 jaar mee maar via remanufacturing - klanten sturen ze terug, SKF maakt ze gebruiksklaar - kan die termijn verlengd worden tot 9 jaar. Bovendien: als lagers na die tijd dan toch gerecycleerd moeten worden, worden ze voortaan herwerkt in nieuwe toepassingen met hoogwaardig staal.
Remanufacture (Hergebruik of regeneratie product mogelijk in dezelfde functie?);
Reduce (Is een betere efficiëntie mogelijk?);
Refuse (Heroverweeg doel en middel – is er geen andere manier van werken mogelijk?);
De levensduurverlenging leidt tot minder grondstof- en energieverbruik.
Rethink (Kan ik weinig gebruikt gereedschap niet beter huren of delen?)
Refurbish (Opknappen voor herverkoop);
Recycle (Terugwinning van de grondstoffen in al dan niet vergelijkbare toepassingen).
8
• Hoe kan men de levensduur van een stuk optimaliseren en verlengen?
• Een richtinggevende demontage verlengt de levensduur en optimaliseert de “end-of-life” fase van het product door bij te dragen aan de activiteiten van reserveonderdelen, terugname, identificatie van onderdelen, demontage en recycling.
• Hoe kunnen we producten slimmer bouwen, met minder materiaal en met minder verschillende soorten materialen?
• Welke schadelijke/toxische stoffen moeten worden vermeden?
• Hoe optimaliseert u de gebruiksprestaties van een product op basis van de behoeften van de gebruiker?
• Wat zijn de belangrijkste redenen voor het einde van het gebruik?
2 VERSMALLEN: ONTWERPEN
Een goed voorbeeld van het potentieel van ecodesign is de ‘Clever Little Bag’ van schoenenfabrikant Puma (zie foto). Zij ontwierpen een schoenenverpakking met een herbruikbare draagzak uit polymeer en een doos uit licht karton. De resultaten waren impressionant. Tijdens het productieproces werd 60% minder water en energie verbruikt en werd 65% minder karton ingezet. Op jaarbasis werd 8.500 ton papier minder verbruikt. Het lichtere gewicht en compacte vorm zorgden ook voor een aanzienlijke reductie van de transportnood, waarbij omgerekend 500.000 liter diesel op een jaar uitgespaard werd.
• Welke materialen kunnen worden vervangen en wat zijn de geldige alternatieven?
De ‘Clever little bag’ van Puma is een prima voorbeeld van ecologisch design.
A. Optimalisatie van de productprestaties en het gekozen bedrijfsmodel
E. Optimalisatie van de levensduur van het product
Een duurzaam productiesysteem houdt rekening met alle fasen van de levenscyclus van een product, met inbegrip van de aankoop van materialen, de productie, het gebruik van het product en ten slotte het beheer van het einde van de levensduur van het product (recycling, verwerking, ...).
D. Optimalisatie van de logistieke ketting (opslag, transport, levering, herstel aan het einde van de levensduur)
Onderstaande leidraad met bijhorende vragen helpt om de diverse thema’s waarbij ecodesign een verbetering kan creëren te analyseren. We kunnen ze onderbrengen in 6 hoofdthema’s:
PIJLERS VAN ECODESIGN
• Hoe kan reparatie of hergebruik worden gestimuleerd om de gebruiksfase zo lang mogelijk te verlengen?
C. Materiaalefficiëntie: intelligent gebruik van materialen
F. Optimalisatie van het einde van de levensduur (door suggesties voor demontage)
Dat houdt ook in dat alles in het werk moet gesteld worden om het energieverbruik drastisch te verminderen. Ecodesign integreert ecologische criteria vanaf de ontwerpfase van een product of dienst via een globale en meervoudige aanpak.
• Welke interventies zijn mogelijk op het niveau van productontwerp en verpakking om de logistiek (voor en na de productie) beter te organiseren?
Bedrijf X produceert iets, klant Y koopt het. Die simpele benadering is vandaag niet meer houdbaar, noch wenselijk. Wie produceert wil dat zo efficiënt mogelijk doen om de winst te maximaliseren. Factoren als een eenvoudige recyclage na de levensduur kwamen daarbij weinig aan bod, want die kosten zijn veelal voor de klant (of voor de gemeenschap). Dit komt ook tot uiting in het productontwerp, waarbij meestal niet stilgestaan wordt bij de laatste levensfase. Gelukkig is dat vandaag steeds minder het geval.
DOSSIER AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 9
B. Strategische selectie van grondstoffen
• Welke materialen met een lage milieu-impact zijn het meest geschikt voor het product in functionele en economische termen?
• Hoeveel energie is er nodig om de geselecteerde materialen te verwerken?
Om het geheel te financieren betalen kopers een kleine bijdrage per zonnepaneel bij de aankoop. In ruil kunnen zij hun panelen na hun levensduur inleveren bij het containerpark (particulieren) of via een ophaalcircuit (professionelen). In deze sector wordt de komende jaren een enorme volumetoename verwacht door de fikse groei in het aantal nieuwe installaties het afgelopen decennium. Deze panelen zullen nu geleidelijk in het afvalcircuit terechtkomen. Wat gebeurt daar vandaag mee?
10
Het wordt vaak over het hoofd gezien, maar het is niet omdat iets kàn gerecycleerd worden, dat het ook gedaan wordt. Het beste voorbeeld vormt de zonnepanelensector, waar de panelen in principe bijna volledig gerecycleerd kunnen worden. ‘In principe’, want in de praktijk gebeurt dat nog niet. Als groene sector bij uitstek wou men natuurlijk het goede voorbeeld geven. Daarom werd al in 2007 PV Cycle opgericht, een organisatie die de verwerking van afgedankte zonnepanelen in milieuvriendelijke banen moet leiden.
PV Cycle: ‘Bijna 95% van het gewicht van de aangevoerde standaard silicium zonnepanelen kan vandaag in principe gerecycleerd worden. In België draait dat cijfer rond de 85%. Dat is een zeer mooi resultaat, te wijten aan de aard van de producten en bestanddelen van een zonnepaneel: fracties als aluminium, glas, plastiek, koper, zilver en silicium laten zich relatief makkelijk recycleren en bovendien is er ook een markt voor het gerecycleerde product. Dat wordt wel eens vergeten: er moet ook een afzetmarkt zijn voor de
Een zonnepaneel laat zich in principe makkelijk recycleren. Onder meer aluminium uit panelen zal snel een weg terugvinden richting nieuwe toepassingen.
3 SLUITEN VAN DE KETTING: ZONNEPANELEN ALS VOORBEELD
gerecycleerde stoffen én ze moeten betaalbaar blijven. Een voorbeeld is de backsheet. Die bestaat veelal uit EVA (ethyl vinyl acetaat) of tedlar. Die stof is wel degelijk recycleerbaar en zou in principe als bestanddeel in verfstoffen kunnen dienen, maar daarvoor zou het eerst gezuiverd moeten worden. Maar omdat daar enorme hoeveelheden water voor nodig zijn, is het milieuvriendelijker om die stof te verbranden en de vrijgekomen lucht achteraf te filteren. Daarom moeten we ons ook niet blindstaren op percentages, we moeten altijd het complete plaatje bekijken. Stel bijvoorbeeld dat we in plaats van 85% in België, 95% zouden kunnen bereiken in een ander recyclagebedrijf in pakweg Polen, dan moeten we ook het extra transport meenemen in de berekening van de totale ‘Hetmilieubelasting.’ismetandere woorden een voortdurende afweging en berekening van de te nemen weg en we zijn ons zeker bewust van de hiaten. Wat hierboven staat geldt bijvoorbeeld voor de standaard silicium zonnepanelen die we overal op onze daken zien. BIPV (building integrated photo voltaics) en de flexibele panelen vallen daarentegen niet onder ons ophaalsysteem, maar onder het gewone stelsel van bouwafval. Die zaken vallen moeilijker te recycleren, de flexibele panelen bevatten bijvoorbeeld niks anders dan plastic en zonnecellen. De enige oplossing daarvoor is vaak ze te verbranden en de warmte te gebruiken als energiebron voor elektriciteitsproductie. Voor andere types panelen zoals CdTe (Cadmium Telleride) moeten we samenwerken met een gespecialiseerde Duitse afvalverwerker, omdat in België er geen oplossing voor is. Gelukkig maken die types slechts een zeer miniem deel van de markt uit.’’
Voorts worden alle herbruikbare wisselstukken zoals spiegels en glas gedemonteerd. Deze onderdelen komen weer op de markt als tweedehandsonderdelen. In de derde stap komen de ‘grote kanonnen’ in actie, want wat overblijft van de wagen moet worden gecompacteerd en geschredderd. Als laatste stap wordt het resulterende product dan op diverse manieren gesorteerd en verwerkt.’
Het belang van een afzetmarkt en een integrale benadering kunnen we niet beter illustreren dan aan de hand van een wagen. Als we even oplijsten welke materialen er allemaal gebruikt worden bij een standaard personenwagen, dan blijkt meteen de enorme opgave die een circulaire benadering vraagt.
DOSSIER
AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 11
HOE RECYCLEER IK EEN WAGEN?
Minimaal 95% gerecycleerd
Ook rubber vinden we veelvuldig terug. Niet alleen in de banden, maar ook in onder meer de afdichtingen, matten, beschermingsflappen en ruitenwissers. Verder vermelden we nog onder meer printplaten, textiel, elektronische componenten, gassen, schuimrubber, glas en batterijen. Door deze diversiteit is het niet verwonderlijk dat het recycleren van een wagen om een zeer uitgebreid ecosysteem vraagt, met gespecialiseerde nichebedrijven in zowel de verwerkings- als afzetsector.
Het recyclageproces bestaat uit een getrapt proces om de diverse stoffen stap voor stap te scheiden. Febelauto - de federatie die het recyclageproces in ons land regelt - geeft
In de autorecyclage vormt een getrapt proces de basis voor een nuttige recyclage tot 95% en meer.
Als we de vloeistoffen alleen al bekijken, dan zien we de brandstof, diverse smeerolies, aircovloeistof, ruitenwisservloeistof, remvloeistof,... . Bij de metalen vinden we onder andere aluminium, staal, koper, zink, lood en zelfs goud. Kunststoffen zijn aan een opmars bezig en vinden we onder meer in en rond het dashboard, bij de ruitenwissers, in diverse motor- en airco-onderdelen. Het gaat daarbij om zeer diverse stoffen: PVC, PE,PP, ABS en in de vorm van thermoharders, thermoplasten en elastomeren.
ons de introductie: ‘Het einddoel voor de verwerking van afgedankte voertuigen is een hergebruiks- en nuttig toepassingpercentage van 95%. De eerste stap bestaat uit het zorgvuldig verwijderen van alle vloeistoffen en onderdelen die schadelijk kunnen zijn voor het recyclageproces, de zogenaamde depollutie. Dat gaat niet alleen om chemische stoffen en banden, ook airbags worden bijvoorbeeld verwijderd omdat zij kunnen ontploffen in de schredder. In deze stap worden verder ook de elektrische kabels eruit gehaald om apart te verwerken. Zij worden fijn vermaald tot kleine korrels die toelaten om de metalen en het mantelmateriaal - meestal is dat PVC - te scheiden.
Compacteren en richting shredderinstallatie
dat praktisch in zijn werk gaat, horen we bij Ad Rem, een bedrijf dat in 2008 onder de vleugels van autorecyclagebedrijf Galloo en Valtech opereert. Ad Rem is gespecialiseerd in machines die in het recyclageproces van wagens ingezet Jelleworden.Saint Germain is sales ingenieur van het bedrijf en licht toe: ‘Galloo deed tot 2008 beroep op een extern bedrijf voor de ontwikkeling van haar machines, maar dat bedrijf hield ermee op. Galloo wilde in eerste instantie de opgedane kennis en patenten in eigen huis houden, om de technologie later ook internationaal te commercialiseren. Daarom werd in een joint venture van Valtech en Galloo het nieuwe bedrijf Ad Rem opgericht. Vandaag zijn we overal ter wereld actief, recente projecten van onze hand vind je onder meer in Zweden, Verenigd Koninkrijk en Japan. Er zijn diverse manieren om fracties van elkaar te scheiden, maar onze kerntechnologie is de zogenaamde flotatietechniek, waarmee we plastiek en metalen op een performante manier kunnen scheiden. Maar voor ik dat werkingsprincipe toelicht, loont het de moeite om enkele processtappen en fractietypes even toe te lichten want dat heeft een invloed op het verdere proces.’
12Hoe
In deze stap wordt het voertuig in stukken geknipt of samengedrukt met een balenpers (foto) De bedoeling is eenvoudig: het wrak zo compact mogelijk maken om het transport naar de shredderinstallatie te vergemakkelijken. De specifieke uitvoering kan wat variëren, maar over het algemeen beschikt een balenpers over een grote trechter of container waarin de auto geplaatst wordt. Vervolgens wordt via één of twee (meestal hydraulisch aangedreven) bewegende Hardox persplaten het voertuig van boven naar beneden samengedrukt, dat gebeurt afhankelijk van de fabrikant met een drukkracht van enkele honderden ton. Daarna comprimeren horizontaal inschuifbare hydraulische
• ASR (Automotive Schredder Residu) is tot slot het materiaal dat uit de schredders in de autorecyclage komt, een mengeling van diverse metalen, plastieken, autozetels,... .
• IBA (Incinerated Bottom Ash) is wat overschiet van de verbrandingsprocessen in de verbrandingsovens voor huishoudelijk afval. In dat asresidu bevinden zich nog waardevolle metalen, die er via de Eddy Current- en flotatiemethodes (zie verder) uitgefilterd worden.
Met alle Ad Rem technologie worden 3 types fracties verwerkt: • WEEE (Waste of electric & electronic equipment), dit is onder meer alles wat consumenten binnenbrengen bij het containerpark: stofzuigers, elektronica, IT-toestellen, noem maar op.
Er kunnen diverse paden bewandeld worden om materialen van elkaar te scheiden. Na de depollutie volgt meestal het compacteren en shredderen.
Bij een bedrijf als Galloo worden deze drie hoofdtypes verwerkt. Deze fracties hebben verder nog diverse onderverdelingen, vaak gaat het ook over mengelingen van pakweg ASR met industrieel en/of bouwafval.
DOSSIER
de flotatieprocessen te veel op. Een voorbeeld hiervan is het schuimrubber uit de zetels. Bovendien zijn deze schuimrubbers niet recycleerbaar, ze moeten na afloop toch verbrand worden. De kost van verbranding wordt verrekend per kilogram, je zou in dit geval met andere woorden vooral betalen voor het verbranden van het opgenomen water.‘
‘Na de schredder volgt een fijne zogenaamde voorbehandeling, waarbij de afvalfracties kleiner dan 4 mm er uitgefilterd worden, als dat niet gebeurt dreigen zij de pompen te verstoppen’, weet ingenieur Jelle Saint Germain. ‘Te licht materiaal wordt er in deze stap eveneens uitgehaald via afzuiging, want dat materiaal zuigt het medium uit
AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 13
De voorbehandelingsinstallatie maakt de fracties klaar voor verdere verwerking in de flotatie.
‘Metalen zijn zo goed als 100% recycleerbaar via dit proces. Bij ASR-plastics is dat niet het geval door de kleine verschillen in dichtheid, terwijl groepen als thermoharders zich moeilijker laten verwerken. De verdeling bij de plastics is 1/3de dat gerecycleerd kan worden, 1/3de waarvan we het chloorgehalte zodanig naar beneden kunnen halen zodat het verbrand kan worden voor energietoepassingen en het resterende derde moet gestort worden. Bij WEEE-materiaal kan 50% gerecycleerd worden. Let wel dat deze cijfers louter over dit proces gaan. Als we een wagen in zijn totaliteit bekijken, dan scoort een bedrijf als Galloo daar rond de 98,5% nuttig materiaal. Daarmee halen ze vlot de norm van 95% die door Febelauto opgelegd wordt. Bovendien is minder dan 10% daarvan thermisch gevaloriseerd, dus voor verbranding bedoeld.’
Om het wrak te kunnen recycleren, wordt het vervolgens vermalen in een shredder. De bedoeling is om de diverse materialen zoveel als mogelijk los te maken. De rotoren van deze machine bevinden zich in een trechter en zijn uitgerust is met een dubbele reeks hamers uit mangaan of een legering met vergelijkbare sterkte, die zich naast elkaar bewegen en het wrak tegen het aambeeld duwen. Zo wordt het autowrak in enkele tientallen seconden versnipperd in kleinere fracties. Het eindresultaat van de recyclage is in belangrijke mate afhankelijk van de kwaliteit van dit schredderproces.
armen het voertuig in de langsrichting. Het eindresultaat is een rechthoekige baal die verwerkt kan worden in de schredder. Een performante compacteerinstallatie of baler kan makkelijk 40 wagens en meer verwerken per werkuur. De geproduceerde schrootblokken hebben een gemiddelde dichtheid tussen 400 à 500 kg/m³, al kan dat oplopen tot 1.500 kg/m³.
Vermalen in de schredder
Flotatietechniek: filteren door gewicht Jelle Saint Germain: ‘De basis van onze techniek vormt flotatie, waarbij fracties in functie van hun soortgelijk gewicht gefilterd worden door ze letterlijk boven te laten drijven. We werken
Sorteren in afvalfracties
SMC, de kennispartner voor duurzaamheid in de industrie.
SMC geeft duurzaamheid serieus aandacht. Wij dragen bij om de schadelijke gevolgen voor het milieu te beperken. Daarom zijn wij altijd op zoek naar duurzamere oplossingen, met CO2-reductie als Productentopprioriteit.ontwikkelen
SMC-adv duurzaamheid (nagemaakt van versie NL).indd 2 2/08/2022 15:46 14
die compact en licht zijn – daar ligt onze passie. Ze vereisen minder grondstoffen om te produceren en minder tijd om te verwerken. En sommige verbruiken ook minder energie.
Producten ontwikkelen met aandacht voor het milieu
A AND ACHTRESPECTDIENSTBAARHEID DESKUNDIGHEID CONTINUÏTEIT EERGEVOEL Expertise – Passion – Automation www.smc.be
‘Het type residu is belangrijk om de processtappen te bepalen. WEEE bevat bijvoorbeeld hoogwaardiger plastiek dan ASR. De meeste fracties WEEE bevatten ook heel weinig metalen, en worden rechtstreeks naar de plastiekflotatie gebracht. ASR bevat ook meer extra materiaal zoals rubber en textiel van de autozetels. In dat geval zijn er wat bijkomende stappen nodig om die zaken eruit te filteren, die je bij WEEE veelal niet moet uitvoeren.’
‘Deze suspensie is immers stabieler en moet niet in beweging gehouden worden’, weet Jelle Saint Germain. ‘De werking is uiteraard ook wat afhankelijk van de noden van de applicatie. Zo leverden we onlangs een installatie op voor een klant in Engeland. Het geschredde materiaal wordt er eerst afgezeefd, vervolgens brengt een wasschroef ze naar de separator. We scheiden vervolgens eerst op een medium met densiteit 1,09 om de recycleerbare en niet-recycleerbare materialen te separeren. De ‘zinkers’ vormen de niet-recycleerbare plastics, zij worden uitgeschroefd en gespoeld en vormen één output. In de tweede fase worden de drijvers via een rol naar de uitgang geduwd. Het medium wordt daar eerste afgezeefd, vervolgens worden de plastics gespoeld en belanden ze in een tweede separator op basis van water. Hier zullen de polyolefinen (PE en PP) bovendrijven, terwijl de polystyrenen (PS en ABS) zinken. Zo krijgen we enerzijds het eindproduct PE/PP en het andere product wordt extern nog gescheiden om het PS en ABS te separeren. Na afloop wordt het water onder meer gefilterd via een lamelladecanter en beltfilters. Voor ons was dit Engelse project relatief eenvoudig, maar we hebben in Japan net een project afgewerkt waarvoor we meer dan 100 zeecontainers verscheepten. Een project in de recyclagesector is meestal maatwerk.’
‘Bij de plastics werken we noodgedwongen op een iets andere manier. Het verschil in densiteit tussen diverse plasticsoorten is veel kleiner dan deze tussen metalen onderling, waardoor we niet met een bewegend medium kunnen werken. Stel dat we instellen op densiteit 1,09 dan zouden de stukken met 1,10 in theorie moeten zakken, terwijl die van 1,08 zouden moeten bovendrijven. Door de turbulentie in een bewegend medium wordt dat proces echter grondig verstoord. Daarom werken we met een ander mengsel - water en calciumcarbonaat - in een statische tank.’
met 2 verschillende flotatieprocessen, een lijn voor het plastiek en een voor de metalen. De metalen fracties wordt eerst in een grote trommel gebracht waarin zich een medium bevindt, een mengeling van ferrosilicium met water. Op zich is dat een zeer onstabiele suspensie: mocht de vloeistof stilstaan, dan zou het ferrosilicium meteen naar de bodem van de tank zinken en wordt het systeem onbruikbaar.’
‘Bij metalen werken we bijvoorbeeld met een densiteit van 3 kg/l. Metalen als aluminium zitten op ongeveer 2,7 kg/l en zullen dus drijven en er uitgeschroefd worden. Eventuele plastics worden naar de plasticflotatie gebracht. Zwaardere metalen als RVS, zink, koper, brons en lood zitten allemaal rond 7 a 8 kg en zinken meteen naar de bodem.’
Een deel van de plastic scheidingsinstallatie die Ad Rem plaatste in Japan.
‘Door te werken met een bewegende trommel waarin de vloeistof voortdurend wordt ingepompt, verhinderen we dat. Je kan flotatieprocessen in principe ook uitvoeren met zout in plaats van ferrosilicium, maar zout lost in tegenstelling tot deze laatste wel op. Bovendien is zout corrosief, met alle gevolgen van dien voor je processen.’
AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 15 DOSSIER
‘Het eindresultaat van de plastiekflotatie is een zogenaamde flake die zo puur en hoogwaardig is, dat hij terug verkocht wordt aan autofabrikanten voor nieuwe onderdelen. De cirkel wordt dus echt gesloten, met een hergebruik in een vergelijkbare toepassing. Al ligt daar nog veel potentieel, want mocht men in het begin meer opteren voor materialen zoals PP, PS, PE en ABS dan zouden we nog meer kunnen recycleren.’
16 Een ‘dense medium separation’ systeem voor het scheiden van metalen. 16
Bij de tweede stap wordt gebruik gemaakt van een trommelmagneet en/of een koprolmagneet. De werking van beide is wat vergelijkbaar. Een trommelmagneet wordt op het einde van een transportband geplaatst en zal de ijzerhoudende stukken eruit halen voor de fractie gestort wordt. Een koprolmagneet wordt als aandrijfrol in de kop van een transportband gebouwd. De fracties worden via de band aangevoerd en zodra de ijzerhoudende deeltjes in het magnetisch veld komen, worden ze door de magneet
aangetrokken en rond de koprolmagneet meegebogen en uit het circuit gehaald. Het restmateriaal vervolgt gewoon zijn weg. Hierdoor krijgen we op een eenvoudige manier een zeer goede scheiding tussen ijzerhoudend en nietijzerhoudend materiaal.
Tot slot volgt dan de eigenlijke Eddy Current-zuivering, die zoals de naam het weggeeft gebruik maakt van het fenomeen wervelstroom. Het materiaal wordt over de gehele breedte van de transportband door de Eddy Current installatie gevoed. In de kopse zijde van de band is een pooltrommel ingebouwd.
EDDY CURRENT (= WERVELSTROOM) METHODE VOOR SCHEIDING PLASTIEK EN METALEN
Er zijn wel meerdere manieren om plastiek en metalen te scheiden, dit zijn meestal geen concurrende maar aanvullende systemen. Zo is de ‘Eddy Current’- methode eveneens populair. In dit systeem scheiden en sorteren achtereenvolgens een boven- en overbandmagneet, een magnetische koprolmagneet en/of een trommelmagneet het ijzer in de eerste fase. De Eddy Current scheider zal vervolgens de waardevolle non-ferro metalen zoals aluminium, koper en zink eruit halen.
Deze pooltrommel bestaat uit een combinatie van meerdere noord-zuid magneten. Deze pooltrommel draait aan hoge snelheid en induceert wervelstromen in de geleidende deeltjes die er voorbij komen. Dit effect zorgt voor een afstotende kracht van geleidende non-ferro metalen waardoor deze zich automatisch richting een separate materiaalstroom begeven en de scheiding een feit wordt.
‘In de toekomst zal de komst van de elektrische voertuigen op zich niet zoveel veranderingen teweegbrengen. Bij de depollutie wordt de batterij eruitgehaald en verder blijft het proces hetzelfde. Wel wordt het boeiend om de evolutie van de afzetmarkten te bekijken. Eén van de grootste focussen ligt vandaag op aluminium, omdat daar veel vraag naar is. Vandaag wordt veel van dat gerecupereerde aluminium hergebruikt in de motorblokken voor verbrandingsmotoren. Maar wat zal er gebeuren als die afzetmarkt sterk krimpt en de bijhorende vraag naar aluminium daalt?’
Bij de eerste stap met de overbandmagneet wordt op een eenvoudige wijze - een magneet boven de transpotband - het ijzerhoudend materiaal uit het aangevoerde afval verwijderd. Er kan geopteerd worden voor 2 hoofdtypes: een permanent- of elektromagneet. Die laatste zijn iets duurder en ingewikkelder, maar hebben het voordeel dat ze makkelijk uit te schakelen zijn voor onderhoud. Over het algemeen is een elektro-uitvoering meer geschikt voor het verwijderen van grote fracties, maar in de keuze spelen meerdere factoren een rol, zoals type puin, bandbreedte, opstellingshoogte en gewenste instellingsmogelijkheden.
AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 17
Om ook bij de kleinste korrelgroottes metaal uit een mix van restmaterialen te halen, kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van inductiesortering in combinatie met de eerdere vermelde methodes zoals magnetische sortering en de Eddy Current methode.
elektromagnetisch veld gecreëerd wordt. Telkens er een geleidend voorwerp door dat gebied passeert, heeft dit een invloed op het magnetisch veld.
Door die verandering op te nemen via een inductiesensor, kan exact - tot op 1 mm nauwkeurig volgens de producenten - de locatie bepaald worden van een stuk, een gerichte persluchtstoot doet de rest. Afhankelijk van de eisen van de toepassing zijn er sensoren beschikbaar met een grove of fijne resolutie door aanpassing van de spoeldiameter. Dit soort technologie komt tegemoet aan de toenemende vraag naar scheidingssystemen voor metalen in partikelgroottes tot minder dan 10 mm. Shredderfracties in deze korrelgroottes bevatten meestal grote hoeveelheden fijne koperdraden die moeilijker te scheiden zijn met de Eddy Current methode.
R&D draait ook in de recyclagesector op volle toeren. Zo zien we dat de combinatie van meerdere technieken vaak leidt tot een prima resultaat.
INDUCTIE IN COMBINATIE MET SENSOREN
www.redwave.comwww.lybover.bewww.steinertglobal.comwww.valtechgroup.eu
www.galloo.comwww.adremcyclingmachines.comwww.pvcycle.orgwww.skf.com
Een plastic scheidingsinstallatie van Ad Rem in de UK
Materialen uit composiet zoals printplaten kunnen zo omgeturnd worden in een bron van herbruikbare metaalconcentraten zoals zurik (een combinatie van RVS met aluminium, koper, lood, magnesium of nikkel) of enkel RVS. Bij deze inductiesorteersystemen passeert de transportband door een inductieve lus, waar een
DOSSIER
.be/chainflex● 49 robotkabels uit voorraad leverbaar ● Met 3.800 m2 het grootste testlab in de industrie ● Aansluitklaar geconfectioneerd of per meter ● Al vanaf 1 meter zonder snijkosten ● Levensduur online berekenbaar ● Met 36 maanden garantie motion plastics® Tel. 03-330 13 60 info@igus.be Nieuwe buskabel met dubbele torsiehoek (± 360 °/m) en gegarandeerde levensduur Is er een fabrikant die mij een garantie op robotkabels geeft? miljoen cycli getest15 Test 4888 Ethernet CAT5e-Kabel Bezoek ons: igus.be/news B(NL)-1245-CFROBOT8+ 190x60M_CC.indd 1 10.08.22 08:23 18
Duurzame grondstofcyclus – met 28% minder CO2
Cradle-to-cradle: dit is het principe van de circulaire economie, die uitgaat van de natuur. Het doel: consumptiegoederen terugbrengen in de biologische of technische kringloop om zo waardevolle hulpbronnen en grondstoffen te behouden. De motion plastics specialist igus streeft dit doel ook na en heeft nu 's werelds eerste kabelrups van gerecycled materiaal ontwikkeld op basis van haar eigen "chainge" kabelrups recyclingprogramma.
Meer duurzaamheid met constante kwaliteit: de nieuwe cradle-kabelrups van gerecycled materiaal spaart hulpbronnen en stuwt de circulaire economie vooruit. als industrieel afval. Deze service wordt aangeboden voor zowel igus kabelrupsen als kabelrupsen van andere fabrikanten. Tot dusver is in 13 landen meer dan 32 ton materiaal ingezameld. Voor 2022 heeft igus zichzelf het doel gesteld om dit totaal te verhogen tot 500 ton. Afvalmateriaal wordt per soort gesorteerd, gereinigd en verwerkt tot nieuwe kwaliteit. Dit is mogelijk met behulp van een chemische analyse en formule-tuning - een proces waarbij het materiaal wordt geoptimaliseerd voor de gewenste eigenschappen en daardoor een constante productkwaliteit mogelijk maakt. Het post-consumer materiaal igumid CG wordt vervolgens gebruikt om de gerecyclede kabelrups te produceren, zonder verlies van kwaliteit wat betreft slijtagegedrag, stabiliteit of buigmoeheid.
IGUS BEVORDERT DE CIRCULAIRE ECONOMIE MET 'S WERELDS EERSTE KABELRUPS VOLLEDIG UIT GERECYCLED MATERIAAL
Van afgedankte kabelrups tot gerecycled materiaal De cradle-to-cradle-kabelrups maakt onder meer gebruik van gerecycled materiaal uit het "chainge"-recyclingprogramma. In het kader van dit programma zamelt igus sinds 2019 gebruikte kabelrupsen van klanten in, zodat ze niet eindigen
Van extreme weersomstandigheden en natuurrampen tot vervuiling van de zee: de klimaatcrisis wordt steeds erger en steeds meer mensen worden zich ervan bewust. ‘Zelfs de aankoopbeslissingen van onze klanten worden steeds meer bepaald door ecologische overwegingen. Daarom hebben we veel energie gestoken in productontwikkeling om efficiënter met hulpbronnen te kunnen produceren - zonder aan productkwaliteit in te boeten’, legt Jörg Ottersbach, hoofd van de igus kabelrupsen Business Unit uit.
Met het nieuwe kabelrups productassortiment van gerecycled materiaal levert igus een verdere bijdrage aan het behoud van hulpbronnen en het bevorderen van de circulaire economie. Volgens de milieuproductverklaring vermindert deze duurzame grondstofcyclus ook de CO2-uitstoot met 28%.
Het resultaat: de E2.1.CG cradle-kabelrups - een complete reeks kabelrupsen gemaakt van het nieuwe igumid CG materiaal. Talrijke tests in ons eigen testlaboratorium tonen aan dat de nieuwe kabelrups bijna dezelfde technische eigenschappen en belastingsgrenzen heeft als een kabelrups gemaakt van het standaard igumid G materiaal. Een ander voordeel is dat de cradel-kabelrups beschikbaar is tegen dezelfde prijs als kabelrupsen gemaakt van het standaard materiaal. Het nieuwe gamma is uit voorraad leverbaar in vijf series en 28 kabelrupstypes.
Jörg Ottersbach zegt hierover: ‘De nadruk moet niet alleen liggen op het eerste gebruik van producten, maar ook op het hergebruik van grondstoffen. Wij zien veel 'cradle-to-cradle'potentieel en streven ernaar zoveel mogelijk grondstoffen en afgedankte producten opnieuw te verwerken, zodat kostbare grondstoffen geen afval worden, maar zo lang mogelijk op een verstandige manier worden gebruikt.’
Maar er zit nog meer achter het igus:bike concept: met de lancering staan de deuren open voor verdere partnerschappen. ‘Met het igus:bike platform willen we de knowhow over kunststoffen in de wereldwijde fietsindustrie bevorderen’, legt Alexander Welcker, Bicycle Industry Manager bij igus, uit. ‘Dit stelt ons in staat om het concept te implementeren en verder te ontwikkelen met vele andere fiets- en onderdelenfabrikanten. Onze visie is om van plastic een waardevolle en duurzame grondstof te maken en de circulaire economie internationaal te promoten. De omgang met kunststof kan dan ook op veel andere gebieden positief veranderen.’
DE FIETS DIE NIET ROEST
Het pleidooi voor een schone toekomst is een zorg die ook de in Keulen gevestigde onderneming igus deelt. Het bedrijf streeft ernaar om de levenscyclus van producten te verlengen en zo waardevolle hulpbronnen te sparen, bijvoorbeeld door het recyclen van niet meer gebruikte kabelrupsen. Uit deze motivatie is onder andere het igus:bike project ontstaan: het concept van een smeer- en onderhoudsvrije, volledig uit kunststof vervaardigde fiets, die ook van gerecycled kunststofafval kan worden gemaakt. igus presenteert nu het eerste model en het duurzame concept achter het project.
Voor de productie gebruikt mtrl speciaal gebouwde machines met smeermiddelvrije en duurzame iguscomponenten. De kunststof wordt gevormd door rotomoulding of roterend gieten met lage druk en hoge temperatuur, waarbij warmte en tweeassige rotatie worden gecombineerd. De fiets is gemaakt van zachte kunststoffen, zoals bijvoorbeeld polyethyleen (PE). Het is de bedoeling om in de toekomst overal ter wereld lokale productielocaties te bouwen in de buurt van vuilnisbelten en op die manier een duurzame en transparante toeleveringsketen tot stand te brengen. De firma mtrl zal de productie van de mtrl.bike tegen het einde van dit jaar starten. De marktintroductie in Duitsland is gepland voor begin 2023.
IGUS AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 19
www.igus.be
Duurzaamheid - het productieproces telt ook mee De start-up mtrl kiest ook voor een duurzame aanpak van het productieproces, aangezien de kunststof op de locatie kan worden gerecycled en met weinig energie opnieuw kan worden gevormd. Om dit te bereiken, vertrouwt mtrl in zijn eigen laboratorium in Nijkerk volledig op hernieuwbare energiebronnen, bijvoorbeeld via zonnecellen op het dak, om de CO2-footprint zo laag mogelijk te houden.
Bij de start van de Olympische herdenkingsrally presenteerden de burgemeester van Kiel Dr. Ulf Kämpfer (links) en Alexander Welcker, Bicycle Industry Manager bij igus (rechts), samen het eerste model van een fiets die voor meer dan 90 procent uit kunststof bestaat.
‘Van plastic uit de oceaan naar motion plastics’, is het doel dat wordt nagestreefd met het igus:bike project - het concept van een fiets die voor meer dan 90 procent uit kunststof bestaat. Het hoogtepunt van het project is dat de fiets in theorie kan worden gemaakt van gerecycled kunststofafval, zoals afgedankte visnetten. Zo kan het plastic uit de zee van gisteren de mobiliteit van morgen creëren. Voor de gezamenlijke ontwikkeling van een eerste fietsmodel heeft igus geïnvesteerd in de Nederlandse start-up mtrl.
De igus motion plastics worden al tientallen jaren met succes gebruikt in de mobiliteitssector - of het nu gaat om de automotive-, scheepvaart-, vliegtuig- of fietsindustrie. Met het igus:bike project streeft igus naar een oplossing voor de moderne mobiliteit en de milieuvervuiling door plastic afval. Het concept: een volledig kunststof fiets die volledig smeer-, roest- en onderhoudsvrij is en dus in alle weersomstandigheden buiten kan staan en bedoeld is om generaties lang aan mensen vervoer te bieden. Als de fiets op een bepaald moment het einde van zijn levensduur bereikt of als een nieuwe framemaat nodig is, kan het plastic worden gegranuleerd en kan er een nieuwe fiets van worden gemaakt. Het eerste model werd samen met de Nederlandse start-up mtrl ontwikkeld, die al een aantal jaren fietsen met kunststof frames en wielen maakt.
Eén van de allereerste taken die CETOP in de beginjaren op zich nam was de standaardisering van componenten, dat deed ze onder meer voor kleppen en ventielen, waarvan sommigen tot op vandaag nog steeds aangeduid worden als CETOP kleppen of -ventielen. De organisatie was opgericht om de belangen van haar leden te verdedigen, en deed dat met verve. Geleidelijk werden ook andere belangrijke pijlers toegevoegd aan de dienstverlening, met opleiding,
TAART VOOR EUROPESE BEROEPSFEDERATIE CETOP
De Europese federatie CETOP vierde in Antwerpen het zestigjarige bestaan van de organisatie. De bestuursleden van de diverse nationale beroepsverenigingen die deel uitmaken van CETOP verzamelden voor een diner, inclusief grote verjaardagstaart, in het nieuwe vijfsterren Antwerp Botanic Sanctuary Hotel.
CETOP waakt op Europees niveau over de belangen van iedereen die actief is in de ‘fluid power’, met name hydraulica en pneumatica. In ons land maakt InduMotion – de uitgever van Automation Magazine – deel uit van moederfederatie CETOP. De Belgische beroepsorganisatie was dit jaar in Antwerpen gastheer voor het congres. De Europese vakorganisatie groeide inmiddels uit tot de overkoepelende entiteit van 19 nationale federaties, goed voor een vertegenwoordiging van meer dan 1.000 bedrijven die actief zijn in fluid power, met in totaal 70.000 werknemers en een omzet van ongeveer 13 miljard euro.
De CETOP-leden verzamelden in Antwerpen voor het 60-jarige bestaan.
marktonderzoek en impact op de wetgeving en normeringen als voornaamste activiteiten.
De oprichting van CETOP kwam er onder impuls van Franse, Duitse en Britse brancheverenigingen die in 1959 de eerste zaadjes van een overkoepelende organisatie plantten. Dat zou drie jaar later in het Zweedse Stockholm uitmonden in de oprichting van het ‘Comité Européen des Transmissions Oléohydrauliques et Pneumatiques’, kortweg CETOP.
Tijdens het congres verkozen de CETOP-leden de Nederlander Arjan Coppens als nieuwe voorzitter voor de periode van 20222025. Arjan Coppens is actief bij FEDA Nederland en Managing Director bij Bosch Rexroth Nederland. Hij volgt nu Stefan König op, die CETOP leidde sedert 2016. Naast Coppens werden ook vier nieuwe bestuursleden gekozen: Vice-President Economics Carlo Vergano (ASSOFLUID-Italië), Vice-President Education Nik Watson (BFPA-Verenigd Koninkrijk), Vice-President Marketing
20
Dirk Decker (VDMA) hield als Secretaris-Generaal van EUROTRANS een toespraak en feliciteerde het jarige CETOP.
Econoom Etienne de Callataÿ gaf als gastspreker een uiteenzetting over macro-economische tendensen.
Drie leden van het nieuwe CETOP-bestuur (foto vlnr): Carlo Vergano, voorzitter Arjan Coppens en Christian H. Kienzle. Bestuursleden Nik Watson en Eric Vives konden wegens professionele activiteiten niet in Antwerpen zijn.
& Communication Christian H. Kienzle (VDMA-Duitsland) en Vice-President Technics Eric Vives (ARTEMA-Frankrijk). Zetelen eveneens in de raad van bestuur: de vorige Voorzitter Stefan König (VDMA-Duitsland) en Ere-Voorzitter Amadio Bolzani (ASSOFLUID-Italië). De Zweed Sten-Ove Claesson die 9 jaar als ‘Mister Education’ fungeerde als Vice-President, werd gehuldigd voor zijn inzet voor CETOP.
60 JAAR CETOP AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 21
Econoom Etienne de Callataÿ gaf voor de genodigden een analyse over de gevolgen van een mogelijke stagflatie en schetste enkele economische korte termijn vooruitzichten. De organisatie besprak vervolgens de omzetcijfers in de fluid power sector.
Een grote verjaardagstaart mocht op het feest niet ontbreken.
Het tweedaagse congres vond plaats in het historische Botanic Sanctuary Hotel in Antwerpen.
www.indumotion.bewww.cetop.org
‘In 1969, creëerde de Europese aandrijftechnologie industrie een netwerk genaamd EUROTRANS en er was vanaf het begin een vriendschapsband met CETOP. Beide industrieën hebben immers een vergelijkbare klantenstructuur en vergelijkbare uitdagingen. Het motto van dit informele netwerk was: ‘laten we profiteren van de kansen die Europa biedt.’ CETOP is ontstaan uit het besef om samen een stem en identiteit te creëren voor de Europese Fluid Power-industrie. Destijds enigszins gedreven in concurrentie met de VS – vandaag zijn er de uitdagingen door Azië en de snelle wereldwijde technologische veranderingen. Onze netwerken doen dit samen altijd in een eerlijke dialoog, met als opzet de branche in het juiste licht te zetten en gemeenschappelijke doelen te definiëren. Bijvoorbeeld: de werving van jonge talenten, de mogelijkheden van digitalisering, de noodzaak van duurzaamheid, de stabiliteit van waardeketens en energie, de uitwisseling van statistieken en marktgegevens, de bevordering van onze Europese identiteit, … Om al die veranderingen succesvol te managen zijn er informele netwerken nodig en EUROTRANS hoopt nog lang een partner van CETOP te zijn’, aldus Dirk Decker.
Vlnr: Sylvia Grohmann-Mundschenk (VDMA Fluid Power), Voorzitter Arjan Coppens, Stefanie Inoue (CETOP) en Dirk Decker (EUROTRANS).
22
Later verkocht hij deze activiteit aan VINCI. Naast Robotland zet Van Thillo zijn schouders nog onder andere technische activiteiten, zo investeert hij volop in de ontwikkeling van exo-skeletons.
Essenaar Luc Van Thillo werkte een tijdlang als programmeur voor Siemens en in 2001 startte hij met zijn bedrijf Automatiseringen Van Thillo (AVT), voor de automatisering van de productie bij KMO’s. Later nam hij de Europese afdeling van Aerogo over. Daar werden machines gebouwd voor het verplaatsen van zware onderdelen, zoals vliegtuigen en treinen. Dat gebeurde met speciale luchtkussens.
De Automation Magazine Award is een jaarlijkse onderscheiding uitgereikt door de beroepsfederatie InduMotion vzw en de redactieraad van het vakblad Automation Magazine aan een persoon, bedrijf, kennisinstelling of organisatie die zich inzet voor techniek en wetenschap in het algemeen, en/of zich verdienstelijk maakt in de sector van de aandrijftechnieken (hydraulisch, pneumatisch, mechanisch en elektrisch) en de industriële automatisering in het bijzonder.
Robotland heeft onderdak gevonden in een gerestaureerde douaneloods aan het station van Essen.
Er is ook een groot buitenpark met technische attracties.
NIEUW BESTUUR VOOR INDUMOTION
Bekroond met Automation Magazine Award 2021
Een oude spoorweghangar aan het station in Essen is er omgebouwd tot een belevingspark waar jongeren diverse facetten van de wereld van techniek kunnen ontdekken. ‘Hier kunnen jongeren op een speelse en open manier in contact komen met techniek. Onze industrie heeft nood aan technisch geschoold personeel en Robotland is een open showroom waar ze kunnen zien waarvoor techniek allemaal wordt gebruikt’, aldus Luc Van Thillo.
Het nieuwe technologiepark Robotland in Essen zette exclusief de deuren open voor de leden van InduMotion. Tijdens de Algemene Ledenvergadering werd ook een nieuw bestuur voor de vakorganisatie gekozen.
De jaarlijkse algemene vergadering van InduMotion werd op woensdag 22 juni gehouden in Robotland in Essen. Een dertigtal leden werden daar verwelkomd door Luc Van Thillo, de eigenaar en bezieler van Robotland, dat 100 procent een privé-initiatief is.
INDUMOTION AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 23
InduMotion vzw – de uitgever van Automation Magazine –is de beroepsvereniging voor bedrijven gespecialiseerd in industriële automatisering en aandrijftechnieken (elektrisch, hydraulisch, mechanisch en pneumatisch), die als producent, officiële invoerder of verdeler op de Belgische markt actief zijn. De organisatie is ook lid van het Europees comité CETOP.
Voor dit initiatief ontving de gedreven ondernemer eerder al de Automation Magazine Award 2021. Hij volgde daarmee hightech fashion designer Jasna Rokegem op, die de Award in
2020 won, en wetenschapsjournalist en televisiemaker Lieven Scheire die in 2019 met de Automation Magazine Award naar huis ging.
Vervolgens is voor de volgende twee jaar een nieuw InduMotion bestuur gekozen dat zal bestaan uit Pieter Vansichen (Cobotracks), Guy Mertens (Act In Time), Marcel De Winter (erelid / Service-Hydro), Jean-Marc Orban (Festo), Bart Vanhaverbeke (Voith Turbo), Vincent De Cooman (WITTENSTEIN), Luc Roelandt (Stromag) en voorzitter Hugues Maes (SMC Belgium).
De algemene vergadering werd afgesloten met een gezellige BBQ.
Het nieuwe InduMotion-bestuur vlnr: Guy Mertens, Marcel De Winter, Jean-Marc Orban, Bart Vanhaverbeke, Vincent De Cooman, Luc Roelandt en voorzitter Hugues Maes. Nieuw verkozen bestuurslid Pieter Vansichen staat niet op de foto wegens professionele activiteiten op de Automatica beurs in München.
Doorlichting door Antwerp Management School
Na een uitgebreide rondleiding in de treinloods en ook in het buitenpark - het technologiepark is 1,5 hectare groot - volgde er een algemene vergadering waarin de sectorcijfers werden besproken en alle nieuwe initiatieven die InduMotion wil ontwikkelen. Voorts maakten Antwerp Management School (AMS) Masterstudenten Laurens Vroonen en Roald de Brouwer de resultaten bekend van hun doorlichting van de werking van de organisatie en van Automation Magazine. De kernpunten hiervan kan u lezen op de volgende bladzijde onder de hoofding van de onderwijspagina in dit magazine.
www.robotland.tvwww.indumotion.be
24
Eendjes vangen of houtblokken verzamelen met een mobiele grijper, met de Segway een hindernissenparcours afleggen, magnetische velden gebruiken, blokken cement verplaatsen of rondjes draaien aan het uiteinde van een KUKA robotarm, in Robotland kan de jeugd zich op een creatieve manier uitleven en zo kennis maken met de veelzijdige wereld van techniek. Deze keer waren het de leden van InduMotion die zich jong voelden en diverse proeven en opstellingen uitprobeerden.
Het duo stelde vast dat adverteerders het magazine vooral gebruiken om aandacht en interesse voor hun (nieuw) product of merk te verzamelen. Voorts gebruiken de leden van InduMotion – de kleine en middelgrote bedrijven – het blad en vooral de website als goedkoop marketinginstrument. Voor leden van InduMotion is het verspreiden van (product)nieuws via de website gratis.
InduMotion-bestuurslid Marcel De Winter begeleidde de doorlichting en formuleerde de doelen: ‘We bezitten met Automation Magazine een hoogtechnologisch tijdschrift dat federaties in de buurlanden ons benijden. Gelijkaardige tijdschriften zijn gestopt, zijn te publicitair gericht met weinig inhoud, of hebben een beperkte oplage. Automation Magazine doet het daarentegen goed met waardevolle studies die door lezers, adverteerders, hogescholen en universiteiten op prijs worden gesteld. Toch moeten we de toekomst in vraag stellen. Gaat printmedia blijven bestaan, zijn onze aankomende jonge leden daar nog op gericht? Of geven zij de voorkeur aan digitale versies? En zijn onze sponsors bereid om te adverteren in drukwerk, of prefereren zij digitale
Laurens Vroonen en Roald de Brouwer onderzochten met alle stakeholders de werking van het magazine. Hieruit bleek dat het magazine zijn waarde heeft op papier omdat het een nichemagazine is, maar tegelijkertijd zou er meer focus op digitale kanalen moeten komen.
ONDERWIJS AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 25
Naast de toekomst van het blad wil InduMotion ook groeien. ‘Hiervoor hebben we andere federaties gebenchmarkt met InduMotion om te laten zien waar kansen liggen’, vertellen Laurens Vroonen en Roald de Brouwer. ‘Zo kan InduMotion zich meer richten op het creëren van een sterk netwerk binnen
‘Over het algemeen is iedereen tevreden over Automation Magazine en was iedereen om twee redenen enthousiast over het blad op papier. Allereerst ligt het blad vaak in de kantine van bedrijven, zodat medewerkers er tijdens de lunch of tijdens de pauze doorheen kunnen bladeren. De tweede reden is dat veel bedrijven meerdere tools gebruiken voor marketing, en dat ze zélf reeds aan online marketing doen, dus ze plaatsen advertenties in het papieren tijdschrift om een ander publiek te bereiken’, aldus Vroonen en de Brouwer.
www.indumotion.bewww.automation-magazine.bewww.ams.be
Expand your fa.yamaha-motor-im.de/yamaha-robotics.depossibility4–7October2022Visitus!
MASTERSTUDENTEN ZIEN TOEKOMST IN INDUMOTION EN VAKMEDIA
De raad van bestuur van beroepsorganisatie InduMotion gaf de opdracht aan twee masterstudenten van de Antwerp Management School (AMS) om de werking van InduMotion en de nummers van Automation Magazine tegen het licht te houden.
Deadvertenties?’studenten
hun vereniging. Wij adviseren ook een goede band met scholen op te bouwen zodat InduMotion hét aanspreekpunt kan worden voor technische profielen.’
De studenten Laurens Vroonen (l.) en Roald de Brouwer (r.) zochten voor hun Master in Management een antwoord op de vraag: ‘How will Automation Magazine keep its value with the rise and use of digital content?’
26
‘IK HEB EEN TECHNISCHE VRAAG, IK MOET BIJ UWCOLLEGAMANNELIJKEZIJN.’
KIM AERTS (KOMOTION) OVER DE STEILE GROEI VAN HET BEDRIJF
Kim Aerts: ‘Ik was van kindsbeen af al sterk geïnteresseerd in technologie.’
Als er één rode draad is in onze reeks rond vrouwelijke ingenieurs, dan is het wel dat quasi elke geïnterviewde ergens in hun omgeving een rolmodel had in een technisch beroep: een vader met een autogarage, een nonkel die ingenieur was in het leger, een oudere broer die met robots aan de slag was, ... Zo werden zij getriggerd om een ingenieursopleiding te volgen. Bij Kim Aerts van KoMotion ontbraken dergelijke technische rolmodellen, maar dat weerhield haar er niet van een machinebouwbedrijf uit de grond te stampen.
Drie leden van het KoMotion team bij één van hun paradepaardjes: de cobot.
‘Echt veel vrouwen kom ik nog steeds niet tegen tijdens mijn werk,’ steekt Kim Aerts van wal. ‘Ik heb me al vaak afgevraagd wat daar aan de basis van ligt. Is het puur biologisch te verklaren, kiezen vrouwen eerder voor een beroep in de zorg omdat het nu eenmaal in hun natuur ligt? Of is de oorzaak eerder structureel van aard, waarbij meisjes al dan niet subtiel richting de typische vrouwenberoepen geduwd worden? Dat is echt een moeilijk vraagstuk, maar we moeten alle zeilen bijzetten om meisjes kennis te laten maken met technologie. Gelukkig zijn er vandaag al meer initiatieven in die richting.’
Opleiding tot ingenieur optie Chemie ‘Ik ben afgestudeerd als industrieel ingenieur optie Chemie, wat wellicht de meest ‘vrouwelijke’ optie is binnen die opleiding. Waarom Chemie? Omdat dat voor mij de basis is van alles. Ik ga zeker niet zeggen dat ik daar spijt van heb, maar mocht ik het opnieuw kunnen doen dan zou ik nu wellicht voor de optie Elektromechanica opteren.‘
‘Nu ik zelf moeder ben, probeer ik mijn dochter ook te laten proeven van technologie. Ik neem ze bijvoorbeeld wel eens mee naar het werk om ze pakweg een robot te laten zien. Ik neem ook deel aan ‘Ondernemers voor de Klas’, een initiatief waarbij ondernemers hun verhaal doen voor de klas. Ik richt me daarbij ook specifiek naar de meisjes, zodat ze een technologische richting minstens in overweging zouden nemen. Persoonlijk had ik niet echt technische voorbeelden in mijn omgeving die me deze weg in deden slaan. Ik was van kindsbeen af wel altijd al meer geïnteresseerd in de typische jongenshobby’s. Ik prefereerde Lego boven poppen.‘
Een fel gesmaakt cobotproject bij opendeVandemoorteleveledeuren.
INTERVIEW
DOOR SAMMY SOETAERT
Automation Magazine: Moeten we anno 2022 wel nog een serie brengen die specifiek vrouwen in een ingenieursfunctie belicht? Het ooit courante seksisme waarmee vrouwen in een typisch mannenberoep geconfronteerd werden, dat is toch achtergebleven in de vergeetputten van de vorige eeuw, nee?
‘Eén van de lacunes in de ingenieursopleiding vind ik het ontbreken van een stage. Zelfs je thesis kan je volledig binnen de universiteitsmuren uitvoeren. Het is met andere woorden mogelijk om af te studeren als ingenieur zonder ooit één stap in een bedrijf te zetten. Dat is zonde, want zo kan je onmogelijk weten wat de mogelijkheden zijn voor een afgestudeerde ingenieur: R&D, verkoop, proces, project, kwaliteit, ... studenten die afstuderen hebben er geen benul van wat dat exact inhoudt. Ik opteerde daarom zeer bewust voor een thesis bij een extern bedrijf, Procter & Gamble.’
Kim Aerts: ‘Ik wou dat ik hierop bevestigend kon antwoorden, maar helaas is niks minder waar. Zo was ik voor mijn vorige werkgever enkele jaren geleden aanwezig op een technologiebeurs. Een bezoeker kwam op de stand en weifelde wat, omdat mijn collega net bezet was. Toen ik de man aansprak en vroeg of ik hem kon helpen, zei hij doodleuk ‘Ik heb een technische vraag, ik moet bij uw mannelijke collega zijn.’ Ik moet wel toegeven dat dergelijke flagrante
voorbeelden gelukkig zeer zeldzaam zijn. Bovendien kan het soms ook helpen om een vrouw te zijn tijdens gesprekken met klanten. Gesprekspartners bekijken je door een andere bril, ze benaderen het gesprek minder vijandig als het ware. Bij onderhandelingen tussen twee mannen kan dat wel eens minder het geval zijn omdat ze wellicht wat competitiever ingesteld zijn. Ik merk ook dat vrouwen onbewust de typisch vrouwelijke taken aanhalen als ze hun work/life balance evalueren. Hoe kan ik mijn werk combineren met de zorg voor de kinderen, bijvoorbeeld. Bij mannen speelt dat soort overwegingen toch nog steeds minder een rol.‘
‘Daar deed ik ook mijn eerste werkervaring op, ik was er onder meer verantwoordelijk voor onderzoek rond het bekende merk Mister Proper. Nieuwe mengsels testen, verhoudingen onderzoeken, oplossingen testen om hun gedrag over langere termijn te bekijken, ... dat soort taken.’
AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 27
Kim Aerts: ‘Eigenlijk wel. We zijn niet gespecialiseerd in voeding op zich en nemen zeker ook uitdagingen in andere sectoren aan. Wel is het zo dat de voedingssector aan een inhaalmanoeuvre bezig is. Er wordt zeker bij het verpakken nog zoveel manueel werk gericht dat kan geautomatiseerd worden. Vandaag worden die bedrijven geconfronteerd met de krapte op de arbeidsmarkt, waardoor ze massaal uitkijken naar automatiseringsoplossingen. Er ligt daar veel werk op de plank.’
www.komotion.be
Kim Aerts: ’Bij onze start drie jaar geleden was de cobot een sterk opkomende technologie. Bedrijven hadden er wel interesse in, maar waren nog wat terughoudend. Wij zijn met KoMotion van in den beginne al actief geweest met deze technologie en op een evenement rond deze materie werden de eerste contacten met Vandemoortele gelegd. Zij wisten ook dat de inzet van nieuwe technologie een proces is dat nauwgezet opgevolgd moest worden. Onze nabijheid speelde daarom ook mee: we konden altijd zeer kort op de bal spelen om snel zaken te wijzigen of te testen. Maar uiteraard gaf ook de expertise waarover we toen al konden bogen de doorslag. Kris en ikzelf zijn ook lang geen onbekenden in de sector, dat speelde uiteraard ook een rol. Na het succesvol afronden van dat eerste project ging de bal verder aan het rollen. Maar we doen uiteraard ook automatiseringsprojecten zonder cobots. Sterker nog, het gebeurt dat klanten expliciet om een cobot vragen maar dat wij het afraden omdat er een betere oplossing voorhanden is.’
Vlnr. ziet u bedrijfleiders Kris Clompen en Kim Aerts naast hun 2 eerste werknemers Renzy Goedertier en Jeroen De Guchteneire.
Automatiseringsbedrijf KoMotion sinds 2019
AM: Waar ziet u KoMotion binnen 10 jaar staan?
28
KoMotion voert automatiseringprojecten uit voor diverse sectoren en met diverse technologiën.
‘Na een tijd begon het te kriebelen om zelf iets op te starten. Ik had het erover met mijn toenmalige collega Kris Clompen en we besloten om samen een automatiseringsbedrijf op te richten. Dat werd KoMotion, we helpen bedrijven om hun productieproces te verbeteren.’
AM: KoMotion kan ondanks de jonge leeftijd al enkele kleppers tot het klantenbestand rekenen. La Lorraine, Vandemoortele, Puratos, ... Hoe krijg je als klein bedrijf zo snel een voet tussen de deur bij dergelijke bedrijven?
Kim Aerts: ‘Dat is moeilijk te voorspellen. Projecten durven wel eens langer duren dan oorspronkelijk ingeschat en je weet nooit wat er op je weg komt. Wie had bijvoorbeeld durven denken dat we nauwelijks een jaar na onze oprichting met een pandemie zouden geconfronteerd worden, gevolgd door schaarste op de componentenmarkt? Maar als je ’t mij vraagt, dan zie ik ons gestaag groeien tot pakweg 10 werknemers, waarbij iedereen gemotiveerd aan projecten werkt binnen een gezellige KMO-sfeer.‘
‘Na die eerste ervaring was ik klaar voor een nieuwe stap. Ik kon meerdere wegen inslaan, maar ik was specifiek op zoek naar een meer ‘sociale’ functie, met meer interactie met klanten. Daarom koos ik voor een job als sales engineer bij Delta Application Technics. Bovendien hadden zij net een bedrijfje overgenomen, wat mij de geschikte uitdaging leek om aan mee te bouwen. Ik was er wat het manusje-van-alles: testen uitvoeren, machines opstarten, wat marketing en sales, ... een leuke job. Het grootste compliment dat ik er kreeg was toen ik bij een grote klant langsging en merkte dat ze mijn telefoonnummer prominent naast de lijn hadden gehangen als een soort ‘noodnummer.’
AM: De genoemde bedrijven zijn alle drie voedingsbedrijven. Is dat toeval?
Innovaties uit eerste hand? Die krijgt u tijdens de Innovation Journey. Neem deel aan de gratis rondleiding langs duurzame innovaties, ontwikkelingen en materialen. Uw ticket naar de toekomst ligt hier. Bedrijven die deelnemen aan de Innovation Journey maken kans op de Innovation Award. Deze prijs wordt uitgereikt tijdens het afterwork event op 14 september vanaf 17.30 uur. Hierbij worden 2 prijzen uitgereikt: de innovatie die wordt verkozen door de jury en de innovatie die wordt verkozen door het publiek via een online wedstrijd. Iedereen is welkom.
Laat u inspireren door sectorspecialisten Dankzij het seminarieprogramma in samenwerking met onze partners (Pack4Food, Fevia, Flanders’ FOOD, PEFC, Indufed…) krijgt uw knowhow een essentiële update, verwerft u inzichten in nieuwe trends en ontdekt u groeikansen voor uw zaken. Neem gratis deel aan deze seminaries over circulaire verpakkingen, verpakkingsuitdagingen voor de voedingsindustrie, recycling en andere actuele topics.
www.empack.be
DE GERENOMMEERDE VERPAKKINGSBEURS EMPACK PAKT UIT IN GENT
Registreer u online, snel en gratis
Ga naar www.empack.be en vul de registratiecode BABF1000 in. Uw ticket is onbeperkt geldig voor beide dagen en beide beurzen.
Praktische informatie
Flanders Expo in Gent 14/09/2022: 10.00 – 18.00 (afterwork event vanaf 17.30) 15/09/2022: 10.00 – 17.00
Empack is hét grootste Belgische trefpunt voor de verpakkingsindustrie: verpakkingsontwerpers en brandvoor creatievemanagers , tot technisch ingenieurs en productiemanagers die de verpakkings- en afvullijnen beheren en senior management & inkoop.
EMPACK AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 29
Na 19 succesvolle edities in Brussel & Mechelen zoekt Empack nu ook tweejaarlijks Gentse oorden op.
Flanders Expo in Gent is een logische ‘extra’ locatie omwille van de snel groeiende economische hub in Vlaanderen. Daar ontmoeten de verpakkingssector en de geografisch sterk vertegenwoordigde voedingsindustrie uit West- en OostVlaanderen elkaar.
En wie spreekt over voeding, spreekt in dezelfde adem ook over verpakkingen, logistiek en automatisatie. Een goede match dus want Empack loopt parallel met het event Transport & Logistics. Zo is Flanders Expo dé ontmoetingsplaats voor de volledige supply chain: van verpakken en afvullen tot logistiek en transport. Meer dan 200 exposanten en partners staan voor u klaar om hun producten en diensten te presenteren.
Innovation Journey & Award
Ditvan CO₂ uitstoot.onderzoeksproject was ook al te bekijken op de HANNOVER MESSE en met deze PhotoBionicCell demonstreert Festo een mogelijke aanpak voor de ‘industriële biologisering’ van morgen. Het bedrijf streeft naar klimaatneutraliteit.
Algen als kleine klimaatbespaarders
‘HET IS DE PLICHT VAN ELK BEDRIJF OM DUURZAAM TE ZIJN.’
30
‘Ons doel is om een significante bijdrage te leveren aan het verbeteren van de levenskwaliteit van de huidige en toekomstige generaties via de verwerking van biomassa met behulp van onze automatische technologie’, aldus Dr. Elias Knubben, Vice-President Corporate Research & Innovation bij Festo. ‘De uitdaging is om dit te kunnen opschalen vanuit het labo naar industriële productie. Zo vervangen we chemische processen door biologische processen en kunnen we hiermee onze CO₂ voetafdruk verminderen.’
Motionspecialist Festo nodigde de internationale pers uit in het Duitse Esslingen voor een persconferentie over de jaarcijfers en nieuwe projecten. ‘Het is de plicht van elk bedrijf om de eigen productie en activiteiten duurzaam te maken’, benadrukte Festo CEO Ing. Dr. Oliver Jung.
Festo blijft echter volop investeren in innovatie en wil met de eigen ‘Blue World Approach’ een klimaatneutraal bedrijf worden, zowel wat betreft het hoofdkwartier in Esslingen, de productiefabrieken, als op logistiek vlak. Om zelf het goede voorbeeld te geven, presenteerde het bedrijf tijdens de 19de editie van de jaarlijkse persconferentie de PhotoBionicCell, een bioreactor die een efficiënte fotosynthese van algen mogelijk maakt. Hierdoor kan de lucht gezuiverd worden
‘Sustainability is de toekomst en een plicht van elk producerend bedrijf’, herhaalde Oliver Jung tijdens zijn uiteenzetting.
CEO van Festo Ing. Dr. Oliver Jung verwelkomde de journalisten tijdens de 19de Internationale Festo Persconferentie op het Festo hoofdkwartier in het Duitse Esslingen.
CEO Oliver Jung startte met goed nieuws want pneumaticaspecialist Festo draaide in het voorbije 2021 een recordomzet van 3,36 miljard euro. ‘Het beste cijfer ooit, maar niemand kan op dit moment zeggen wat het einde van dit jaar en wat 2023 zullen brengen’, stipte de CEO aan.
Zelfs in hun natuurlijke staat zijn algen uiterst efficiënte fotosynthetizers en absorberen ze tien keer meer koolstofdioxide (CO₂) dan landplanten. In bioreactoren die zijn uitgerust met geschikte sensoren, regeltechniek en automatisering, kan de efficiëntie van algen worden verhoogd tot honderd keer die van landplanten. Dit toont aan dat ze een aanzienlijk potentieel hebben voor een klimaatneutrale circulaire economie.
Als onderdeel van hun stofwisselingsprocessen produceren algen vetzuren, kleurpigmenten en oppervlakteactieve stoffen.
www.festo.be
UAntwerpen, ontwikkelde in ons land een groene technologie om CO₂ om te zetten in duurzame chemicaliën, die op hun beurt gebruikt kunnen worden door chemische bedrijven met het oog op een circulaire economie. De ‘proof of concept’ op laboschaal is er, inmiddels gaat het richting eerste pilootinstallatie.
Dr. Elias Knubben, Vice-President Corporate Research & Innovation, en CEO Oliver Jung tonen de PhotoBionicCell, waarmee koolstofdioxide wordt omgezet in ‘bio-plastics.’
van een shampoofles is bijvoorbeeld ongeveer één liter aardolie nodig. Als de plastic fles na gebruik wordt verbrand, komt er nog eens drie kilogram CO vrij en heeft dus een negatieve CO₂-balans. Als in plaats daarvan bio-plastic op basis van algen wordt gebruikt, wordt drie kilogram CO₂ opgenomen, die weer vrijkomt als de fles wordt weggegooid. Zo is de cyclus in evenwicht.
Tijdens hun werk aan de PhotoBionicCell richtten de onderzoekers zich op de teelt van de blauwgroene alg Synechocystis. Ze produceren kleurpigmenten, omega-3 vetzuren en polyhydroxybutyraat (PHB). Wanneer deze PHB is geëxtraheerd, kan deze worden verwerkt door andere stoffen toe te voegen, en bijvoorbeeld worden gebruikt bij
‘Dit3D-printen.zijnonze
AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 31
De PhotoBionicCell is een bioreactor waarmee via algen koolstofdioxide uit de lucht wordt gehaald.
Voorrecyclen. deproductie
Deze kunnen dan worden gebruikt als grondstof voor de productie van medicijnen, voedsel, plastic of cosmetica. In tegenstelling tot aardolieproducten zijn de biobased eindproducten doorgaans biologisch afbreekbaar en, in lijn met een algehele circulaire economie, altijd klimaatneutraal te
eerste stappen in de circulaire economie. Aardolieproducten zijn helaas nog té goedkoop, maar hun belasting van het milieu speelt een almaar grotere rol. Produceren met biomassa zal aan belang toenemen. We zouden op die manier alles kunnen maken van wat nu van aardolie komt: medicijnen, voedsel, cosmetica of bio-plastics – onder meer plastics die kunnen gebruikt worden in de 3D printingindustrie’, besluit Dr. Elias Knubben.
Festo is overigens niet alleen in de ontwikkeling van een dergelijke techniek. Oxylum, een kersverse spin-off van
Efficiënte fotosynthese in de hightech bioreactor
Een Festo ventielsensor voor het regelen van de circulatie in oppervlaktecollectoren.de
FESTO
Het CPX-Eautomatiseringssysteembestuurtalleprocessenindetankencommuniceertmetdecloud.
Het nieuwe FANUC gebouw staat op het industrieterrein aan de Oude Baan in Mechelen.
Robotics-fabrikant FANUC heeft in Mechelen een gloednieuw hoofdkantoor voor de Benelux geopend. De Japanse multinational FANUC investeerde in een nieuw state-of-the-art gebouw op het industrieterrein aan de Oude Baan in Mechelen Noord.
zit in de lift: onder meer door de pandemie en daaropvolgende logistieke problemen beslissen bedrijven
32
FANUC OPENT BENELUX HOOFDKWARTIER IN MECHELEN
In het gebouw huisvest het bedrijf ook de FANUC Academy - maar liefst 600 vierkante meter, waar opleidingen en trainingen worden gegeven - en twee labo’s voor demonstraties en experimenten: het CNC & Robomachines Field Lab en het Robot & Cobot Field Lab. Doel hiervan is dat klanten in deze labo’s proefopstellingen kunnen uittesten om zo te achterhalen of ze een meerwaarde zijn voor de eigen ‘Automatiseringproductie.
om hun productie volledig of gedeeltelijk terug naar Europa te halen. Meer en meer bedrijven denken eraan om terug lokaal te produceren. Automatisering drukt de loonkost en zorgt ervoor dat deze bedrijven toch competitief blijven. De technologische ontwikkelingen en kostprijs van bijvoorbeeld robotarmen zijn een grote troef geworden. Klanten zijn vaak verbaasd over wat er inzake automatisering allemaal mogelijk is. Met onze Field Labs testen we concreet op producten van klanten hoe FANUC hen kan helpen bij de productie’, legt Paul Ribus FANUCuit. levert
FANUC blaast dit jaar in België 25 kaarsjes uit. Die verjaardag én de verhuis naar een gloednieuw gebouw waren een dubbele reden om een groot feest te organiseren. Een trotse Managing Director Paul Ribus leidde tijdens de officiële opening de genodigden rond in grote ruimtes gevuld met FANUC robotarmen. Vooral het Inspiration Centre is het hart van het nieuwe gebouw. Hier kunnen klanten kennis maken met wat FANUC allemaal voor hun productie kan betekenen. Je ziet er onder meer een FANUC krachtpatser: een robotarm met een payload van 2.000 kilo, heel wendbaar en beweeglijk op tracks van het Hasseltse Vansichen Linear Technology.
industriële robots, CNC-besturingen, Robodrills (verticale freesmachines), Robocuts (EDM-machines) en Roboshots (servo-gestuurde spuitgietmachines) voor de automatisering van de maakindustrie. FANUC telt voor de Benelux een vijftigtal personeelsleden en heeft momenteel vacatures voor medewerkers inzake field services, marketing en inside sales. Het hoofdkwartier was historisch reeds in Mechelen gevestigd, maar wegens een grote groei drong een investering in een nieuw gebouw zich op.
FANUC bestaat in België sinds 1997 en was toen in Boom gevestigd, van waaruit het robots leverde aan de (inmiddels ter ziele gegane) Opel-assemblagefabriek van General Motors in de Antwerpse haven. In 2007 verhuisde de robotfabrikant naar ‘OnzeMechelen.Belgische en Nederlandse markt is ongeveer even groot en we merken dat onze Nederlandse klanten graag
In het hoofdkantoor is ook de FANUC Academy gevestigd, waar klanten een opleiding kunnen volgen.
Managing Director Paul Ribus zoekt extra medewerkers om de groei te kunnen bolwerken.
AGV’s zorgen in het magazijn dat FANUC robotics-onderdelen efficiënt en op tijd worden geleverd.
De hoofdzetel van FANUC ligt in Japan, aan de voet van de berg Fuji, maar het bedrijf - dat werd opgericht in 1956 - is een wereldleider voor robotics. Zo zijn er alleen al in Europa 26 kantoren. FANUC investeerde de afgelopen jaren tientallen miljoenen om dit eigen verkoop- en servicenetwerk in Europa uit te breiden. Zo opende het Japanse bedrijf twee ultramoderne bedrijfsgebouwen in de regio Rhône-Alpes in Frankrijk en in de buurt van Milaan in Italië. Ook is er een nieuwe Fanuc-vestiging in Malmö in Zweden, en zijn er uitbreidingen in tal van andere locaties zoals Stuttgart, Parijs, Barcelona, Wroclaw (Polen), Coventry (VK) en dus ook Mechelen.
www.fanuc.eu
naar België komen. Mechelen is centraal gelegen en heeft een vlotte bereikbaarheid’, vertelt Paul Ribus. ‘In dit gebouw tonen we onze nieuwste technologische ontwikkelingen met naast de vaste producten, ook speciale features en extra extensies waarmee we bij onze klanten het verschil kunnen maken. Ze kunnen hier bij ons ideeën opdoen over hoe ze hun productie efficiënt en op maat kunnen organiseren.’
De nieuwe FANUC uitvalsbasis is modern met veel lichtinval.
Een open bar met lounge zetels zorgt voor een aangename werksfeer.
FANUC AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 33
Het nieuwe gebouw heeft ook een magazijn voor de FANUC producten die in Japan worden geproduceerd. In het magazijn zie je hoge stapelrekken, met daartussen Automated Guided Vehicles (AGV’s) die autonoom paletten met bestellingen klaarzetten. Naast de verkoop van robots, staat men hier ook in voor ondersteunende oplossingen en service. Zo biedt FANUC een complete reeks oplossingen aan voor voorspellend en reactief onderhoud en is er een uitgebreide catalogus met reserveonderdelen.
brede waaier van toepassingen. Meer info ? Meer informatie: norgren.com Norgren ISOLineTM Stainless Steel Cilinders Eersteklas cilinders voor alle toepassingen
» Cilinders
en bevestigingen conform ISO 15552
» Alle uitvoeringen standaard met magneet geleverd
worden
» Polyurethaan afdichtingen zorgen voor efficiënte werking met lage weerstand en lange levensduur
Norgren ISOLineTM Stainless Steel Cilinders 34
gamma snelkoppelingen voor
Compleet mobiele en industriële toepassingen biedt een uniek een
gamm a snelkoppelingen m et
»
Op zoek naar een optim ale én lekvrije oplossing voor uw koppelingsprobleem ? Stucchi
Uitgebreide reeks voor grote veelzijdigheid
u
AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 35 AGORIA
*verschil tussen het aantal ondernemingen dat in de komende drie maanden een toename van het personeelsbestand / de vraag verwacht en het aantal dat een afname verwacht in % van het totale aantal ondernemingen in de enquête
Beoordeling van de voorraad afgewerkte productenBeoordeling van het orderboek
Wat de verschillende indicatoren betreft, is er nog steeds een scherp contrast tussen de beoordeling van het niveau van de bestellingen en de andere elementen waarop de barometer
De afgevlakte curve, die de basistrend weergeeft, blijft stabiel. Ondanks de toename van negatieve signalen hebben de ondernemingen van de technologische industrie nog steeds vertrouwen in hun activiteit vandaag en op korte termijn.
• In de sectoren metaalproducten, machinebouw en kunststoffen & rubber blijft de tendens die zich de voorbije maanden heeft afgetekend duidelijk ongunstig.
Dit laat zien dat de vraag die aan onze sectoren wordt gericht over het geheel genomen nog steeds groot is.
Vooruitzichten voor de komende drie maanden (*) werkgelegenheid vraag
Op langere termijn liggen de bereikte waarden allemaal dicht bij of zelfs boven hun langetermijngemiddelde. www.agoria.be
Desteunt.ondernemingen waren al gunstig gestemd over het niveau van hun bestellingen en in juli zelfs nog iets meer.
BAROMETER TECHNOLOGISCHE INDUSTRIE DAALT VERDER
Daarnaast melden ook meer ondernemingen moeilijkheden om hun producten te verkopen. Dit blijkt uit de beoordeling van de voorraad, die net boven het langetermijngemiddelde ligt. Bovendien lopen de vraagvooruitzichten voor de komende drie maanden verder terug. De curve van deze indicator ligt nu onder haar langetermijngemiddelde. De indicator van de werkgelegenheidsvooruitzichten ten slotte bevond zich sinds het begin van het jaar op een hoog peil maar is in juli sterk verslechterd.
NBB-conjunctuurbarometer van de technologische industrie
• IT-Solutions heeft zijn achteruitgang in juni bevestigd en bereikte in juli een dieptepunt sinds eind 2020.
• Voor de industriële ICT-activiteiten en de automobiel ten slotte heeft de barometer zich in juli hersteld, waarmee een beweging wordt voortgezet die aan het begin van het jaar werd ingezet.
In juli is de NBB-barometer van de technologiesectoren voor de tweede maand op rij met enkele punten gedaald. Hij steekt echter nog altijd boven het langetermijngemiddelde uit.
Een deel van de verklaring voor die beweging kan echter ook liggen in het afnemende productietempo waar steeds meer ondernemingen op wijzen.
• De meest onregelmatige barometer zien we in de sector elektro. Na een aanzienlijke stijging in april en mei is de barometer in juni en juli teruggevallen tot een waarde die vergelijkbaar is met wat aan het begin van het jaar werd opgetekend.
Net zoals in de maand ervoor zijn in juli vrijwel alle sectorale curves gedaald. Vaststellingen:
De nieuwe machine voor Agfa is daar een mooi voorbeeld van. Agfa heeft een nieuwe functionele coating ontwikkeld die aangebracht kan worden op verpakkingen. Met behulp van lasers is het mogelijk om zeer snel tekst en beelden in hoge resolutie te creëren in die coating. Op die manier kunnen, in de e-commerce bijvoorbeeld, verpakkingen gepersonaliseerd
36
Die overname was ook een goede zaak voor Philips Lighting dat onder de nieuwe naam Signify nog steeds actief is op de site met de productie van hogedrukgasontladingslampen. Bij de productie van die geavanceerde lichtproducten wordt volop gebruikgemaakt van lasers. Herman Van Dijck: ‘Een deel van de deal was dat we voor Signify zouden blijven werken. Daarnaast zijn we in ons labo ook steeds meer voor andere klanten toepassingen gaan ontwikkelen. In 2019 is daar machinebouw bijgekomen, waardoor we nu in staat zijn om kant-en-klare oplossingen voor onze klanten te realiseren.’
LASERAPPLICATIESINNOVATIEVE – VAN LABO TOT AUTOMATISERINGINDUSTRIËLE
Hierboven: In de machine voor Agfa draait een applicatie in C++ die de bitmaps die geprint moeten worden, omzet in code waarmee de lasers aangestuurd worden.
Precisie en betrouwbaarheid
‘Absolem is een hightech ingenieursbedrijf dat zich enerzijds focust op project sourcing en anderzijds de stap heeft gezet naar in-house engineering. Dat kon door in 2016 het laserlabo en de specialisten van Philips Lighting in Turnhout over te nemen. Onder de naam Absolem in-house engineering ontwikkelen we geavanceerde laserapplicaties en ontwerpen en bouwen we prototypes van machines’, zegt Herman Van Dijck, technical operations manager.
Bij de ontwikkeling van laserapplicaties combineert Absolem klassieke principes uit de machinebouw met zeer gespecialiseerde regeltechnieken om de lasers aan te sturen. Dankzij het TwinCAT platform van Beckhoff Automation kunnen beide aspecten samengebracht worden in één controller. In een nieuwe machine die ontwikkeld werd voor Agfa wordt gebruikgemaakt van meerdere lasers om in enkele seconden foto’s in A5-formaat te printen.
Foto links: Het team van Absolem.
Foto’s Absolem © Phillipe Van Gelooven
code waarmee de lasers aangestuurd worden. Die software draait parallel met de PLC die de machine aanstuurt en kan er ook op een geïntegreerde manier data mee uitwisselen. Voor de engineering en programmatie van het PLC-gedeelte doet Absolem een beroep op Bart Aernouts van AASYS. Dat bedrijf ontwerpt en implementeert besturingssystemen voor machinebouw en industriële eindklanten. Naast de primaire focus op software en elektro engineering, biedt AASYS ook bordenbouw en inbedrijfname bij de klant. Het bedrijf was destijds de eerste erkende solutions provider van Beckhoff Automation en begeleidt vanuit die rol bedrijven ook bij het ontwikkelen van applicaties in het TwinCAT platform. In de machine voor Agfa zit een CX5240 controller met Windows 10. De HMI is gerealiseerd met een CP39-16 multi-touch controlepaneel. De beveiliging wordt gedaan met een EK1960 TwinSAFE controller.
Overzetten op industrieel platform
Grote hoeveelheden data
Solutions provider
In een innovatief bedrijf zoals Absolem heerst er een gezond spanningsveld tussen het labo en de wereld van industriële automatisering. In het labo worden vaak de grenzen opgezocht van wat er mogelijk is op het vlak van snelle regeltechniek. In industriële automatisering staan bedrijfszekerheid en betrouwbaarheid voorop. Dankzij het TwinCAT platform slaagt men erin om beide werelden met elkaar te verzoenen. Niet alleen omdat de PC-omgeving een grote flexibiliteit biedt in de keuze van software en programmeertalen, maar ook omdat de hardware, onder meer dankzij het interne ADS protocol en supersnelle XFC I/O-kaarten, in staat is om aan hoge snelheid grote hoeveelheden data te verwerken.
worden. Het zoeken naar de juiste aansturing en het geschikte proces van de lasers om dit alles voor elkaar te krijgen, is het soort uitdaging waar Absolem zich op toelegt.
‘Het aantal toepassingen waarin lasers gebruikt wordt, is enorm’, zegt Jurgen Adriaensen, process architect bij Absolem. ‘Mensen kennen snijden, lassen en markeren maar ook voor het reinigen, verruwen of polijsten van oppervlaktes en in nog een hele reeks andere processen worden lasers ingezet. Vaak omwille van de precisie en betrouwbaarheid – soms ook omwille van de bereikbaarheid. De uitdaging is om voor elke toepassing het beste proces te zoeken en de juiste manier om de lasers aan te sturen. Ons labo heeft daar een uitgebreide expertise in. We gebruiken onze lasers ook om kleine productiereeksen te doen voor klanten, wat enorm helpt om ervaring op te doen in applicaties.’
www.beckhoff.bewww.absolem.be
BECKHOFF
‘Om de creatieve oplossingen die in het labo bedacht worden te vertalen naar een industriële omgeving, is het Beckhoff platform de ideale oplossing’, besluit Luc Vermeylen.
AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 37
DOOR ERWIN VANVUCHELEN
‘Toen we met machinebouw gestart zijn, hebben we de oefening gemaakt om een platform te selecteren dat voldoet aan de eisen van de industrie maar toch voldoende flexibel is om de gespecialiseerde sturingen van de lasers mee te integreren’, zegt Luc Vermeylen die als automatiseringsspecialist instaat voor de industriële automatisering bij Absolem. ‘We zijn daarbij vrij snel bij het TwinCAT platform van Beckhoff Automation uitgekomen. Het biedt een PLC-omgeving en een PC-omgeving in één toestel waarbij de PLC-omgeving gebruikt wordt om de machinesturing te programmeren en een PC-omgeving waarin de software kan draaien die verder nodig is voor de laserapplicaties.’
De volgende uitdaging is om de ontwikkelingen die in het labo gedaan worden, om te zetten in industriële applicaties. In het labo wordt op een creatieve manier gewerkt met platformen die zich daartoe lenen, zoals Raspberry Pi. Zodra een toepassing op punt staat, moet die overgezet worden naar een industrieel platform dat de robuustheid en betrouwbaarheid biedt die in de industrie verwacht wordt.
In de machine voor Agfa, bijvoorbeeld, draait een applicatie in C++ die de bitmaps die geprint moeten worden, omzet in
‘De reden waarom we het model opstelden is duidelijk: de focus in de industriële projecten lag de afgelopen decennia vooral op de prijs en de levertermijn. Vandaag zien we dat onder impuls van de aandacht voor het klimaat, ook andere factoren een groeiende rol krijgen toebedeeld.
Voorbeeld 1: Reductor voor vijzel van een waterzuiveringsinstallatie
Dat het model een handig hulpmiddel is om de CO₂ uitstoot te bepalen, bewijzen de volgende voorbeelden. Telkens werd de uitstoot van transport, productie en materiaal samengeteld, wat tot een zeer gericht advies leidde.
bedrijven ook steeds meer door hun klanten gevraagd naar duidelijkheid over hun ecologische prestaties. CO₂-uitstoot beperken is daar een belangrijk onderdeel van. Wie perfect kan aantonen hoeveel uitstoot hij bespaarde door pakweg een revisieproject, heeft daar al een belangrijk argument in handen om klanten te overtuigen van de ecologische aanpak.’
‘Ons model gaat best ver, want we gaan echt tot op detailniveau. Een voorbeeld: voor de revisie van een tandwielkast kunnen we perfect inschatten hoeveel liter aceton we zullen nodig hebben. Ook de uitstoot die de productie van deze vloeistof veroorzaakt, nemen we mee in de CO₂-berekening.’
Via ons calculatiemodel kunnen we klanten nu ook meer duidelijkheid scheppen over de impact van zijn beslissing op de CO₂-uitstoot. De uitstoot hebben we opgesplitst in 3 grote groepen: de CO₂ gecreëerd door de ingezette materialen, vervolgens tijdens de productie en tot slot door het transport.
‘De standaardrevisie bestond hier in het vervangen van lagers en dichtingen. Stel dat de klant hier een volledig nieuwe aandrijfgroep had gewild, dan was het verschil in uitstoot zeer groot. We zien dat de keuze voor een revisie liefst 71 % minder CO₂-uitstoot geeft, in grote mate te danken aan het veel kleinere materiaalgebruik.‘
CALCULATIEMODEL VOOR CO₂-UITSTOOT HELPT KLANTEN MGH WELOVERWOGEN BESLISSING TE NEMEN
CO2-uitstoot stuurt beslissing in een bepaalde richting ‘De eerste stappen met dit model dateren al van enkele jaren terug, maar op dat moment was er nog weinig interesse vanuit de markt. Vandaag merken we toch stilaan een stijging in die vraag. Uiteraard is de prijszetting nog altijd de belangrijkste factor in de keuze tussen nieuwbouw en revisie, maar het is al meerdere keren gebeurd dat de CO₂-uitstoot de beslissing van de klant in een bepaalde richting stuurde. We hebben ook de indruk dat dit steeds meer zal gebeuren in de nabije toekomst.’ ‘Bovendien kan het kiezen voor een oplossing met minder CO₂-uitstoot voor bedrijven het onrechtstreeks gevolg hebben dat ze minder hoeven te investeren in andere maatregelen om de uitstoot te beperken. Een investering in een zonnepaneleninstallatie of windmolen kan ingrijpend zijn, maar het kan vaker ook op een meer toegankelijke manier. Ons model is een handig hulpmiddel om dat goed in te ‘Totschatten.’slotworden
DRIE VOORBEELDEN VAN HET MGH CALCULATIEMODEL
Elk bedrijf zou zich eigenlijk de vraag eens moeten stellen: hoe kunnen wij een zo groot mogelijke bijdrage leveren aan het leefmilieu. MGH, de aandrijfspecialist uit het Brusselse, deed die oefening al. Dat resulteerde in de opstelling van een calculatiemodel voor CO₂-uitstoot.
Harald Heyvaert van MGH vertelt over het hoe en waarom van het model: ‘Met het calculatiemodel dat we opstelden wilden we zowel voor revisies als voor nieuwbouw de CO₂-uitstoot in kaart brengen. In eerste instantie deden we dat voor onze reductoren en tandwielkasten.’
De bepaling van de uitstoot is geen nattevingerwerk, maar berekenen we via een gedetailleerd rekenmodel. Stel dat we voor de revisie van een tandwielkast 8 lagers nodig hebben, dan weten we exact het totale gewicht en kunnen we in functie van het gebruikte materiaal de uitstoot bepalen. We maken daarvoor gebruik van meerdere internationale normeringen, die ons voor elk materiaal vertellen wat de uitstoot per eenheid is. ’
38
Uit voorgaande voorbeelden kunnen we drie grote lijnen halen:
2 Predictief werken brengt problemen vroegtijdig aan het licht. ‘Via MGH online monitoring kunnen we de toestand van
3 Proactief onderhoud. ‘Als we bij een revisie het meest kritische onderdeel kunnen verbeteren, dan komt dit de levensduur van de volledige installatie ten goede. Ik geef graag een tweetal voorbeelden: •kritische lagers vervangen door beter geschikt type van lager, en •kritische tandwielstellen vervangen door tandwielstellen met hogere servicefactoren (geometrie, hardheid, materiaalkeuze,...) Hierdoor zal de levensduur van de aandrijfgroep verhogen waardoor deze veel economischer en duurzamer zal zijn in onderhoud.’
Voorbeeld 3: Tandwielkast voor transportbandsysteem Harald Heyvaert: ‘In de voorgaande voorbeelden was revisie dus telkens een milieuvriendelijker oplossing dan vervanging. Dat is evenwel niet altijd zo en dat bewijst dit voorbeeld. De bestaande tandwielkast van deze klant had te lang gedraaid met versleten lagers. Hierdoor waren twee van de drie tandwielstellen aan vervanging toe. In dit geval bleek revisie minder interessant en installeerden we een volledig nieuwe aandrijfgroep. Wél hebben we het bestaande chassis kunnen vrijwaren dankzij een door MGH op maat gemaakt tussenchassis. Indien de klant de lagerschade sneller had kunnen vaststellen en we sneller actie hadden kunnen ondernemen, dan hadden we wellicht de tandwielstellen ook kunnen vrijwaren. Hierdoor was de interventie goedkoper, sneller en ook duurzamer geweest. Ik wil daarom een lans breken voor predictief onderhoud, waar we met MGH volop op inzetten. Ik verwijs in dat kader graag naar zaken als online monitoring.’
lagers, tandwielen, koppelingen en smering constant online monitoren. Op die manier kunnen we gevolgschade zoveel mogelijk beperken. Hierdoor kunnen we de aandrijfgroep op een veel duurzamere manier terug inzetten en laten draaien. Hoe kleiner de schade, hoe minder onderdelen er vervangen moeten worden, en hoe ecologischer én economischer we de revisie kunnen uitvoeren.’
www.mgh.be AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 39 MGH
CONCLUSIE
1 Revisie versus Nieuw. ‘Dankzij het calculatiemodel kunnen we naast economische criteria (prijs en levertermijn) ook een ecologische parameter meegeven (CO₂). Dit kan onze klant helpen in zijn keuze tussen revisie en nieuwbouw.’ Is revisie dan altijd dé duurzame oplossing? ‘Vaak, maar niet altijd: soms is een vervangend onderdeel efficiënter en milieuvriendelijker. Een goed voorbeeld hiervan is de vervanging van een wormwielreductor met een efficiëntiegraad van 85 % door een nieuw exemplaar met een efficiëntie hoger dan 97%. In dit geval was de terugverdientijd minder dan één jaar, en dankzij het huidig prijsniveau worden die terugverdientijden nog korter. Verschillende aspecten zijn dus belangrijk in het maken van duurzame keuzes.‘
‘Voor deze klant leverden we een op maat gemaakte reservetandwielkast voor een hijswerk. Dankzij een recente revisie van de bestaande kast, konden we een precieze vergelijking maken tussen revisie en nieuw. Opnieuw zien we dat een revisie liefst 89 % milieuvriendelijker is.’
Voorbeeld 2: Tandwielkast voor hijswerk
ROBOVISION
‘Als groeibedrijf is het altijd onze strategie geweest om de juiste beslissingen te nemen op het juiste moment.
Ambitieus groeiplan
Jonathan Berte (l.) en Thomas Van den Driessche (r.), de nieuwe CEO van Robovision.
Robovision BV, het bekroonde Belgisch techbedrijf gespecialiseerd in AI-gedreven computer visionoplossingen, heeft Thomas Van den Driessche aangesteld als nieuwe CEO.
Met Van den Driessche aan het roer wil Robovision zijn ambitieuze groeiplan kracht bijzetten. De nieuwe CEO wil nog sterker inspelen op de groeiende wereldwijde uitdaging om de opbrengst te verbeteren in sectoren die fundamenteel zijn voor de samenleving, zoals landbouw, voeding en industrie.
www.robovision.ai 40
‘We zien een duidelijke maturiteit en dringende vraag naar slimme, efficiënte en duurzame AI-technologieën. Altijd met de achterliggende eis voor een platform dat operationele downtime vermijdt en de uitrol versnelt. Terwijl vroeger de vraag was: “Kunnen jullie een rijpe tomaat herkennen om robotisch te plukken?” is dat vandaag: “Hoe snel kunnen jullie zoveel mogelijk robotarmen activeren?” De technologie komt dus in een nieuwe fase. Het tijdperk van ‘proof of concepts’ is voorbij’, zegt Thomas Van den Driessche.
Met zijn ruime expertise moet Thomas Van den Driessche (foto rechts), voormalig CEO van satellietcommunicatiebedrijf Newtec en voorzitter van ruimtevaartindustriegroep SSPI, Robovision blijvend positioneren als marktleider in dit groeiende softwaresegment. Daarin wordt hij bijgestaan door het recent uitgebreide managementteam van Robovision, met ervaren experts uit SaaS-bedrijven zoals Deliverect en Materialize. Jonathan Berte (foto links), oprichter en voormalig CEO van Robovision, verlegt zijn focus nu naar het aantrekken van investeerders, het afsluiten van strategische partnerships en het sturen van de wereldwijde expansie van het bedrijf.
Groeiende vraag naar AI en ‘deeptech’
Jonathan Berte, oprichter en voormalig CEO van Robovision, neemt de plaats van Van den Driessche in als voorzitter van de
Robovision is een platform waarmee bedrijven snel, gemakkelijk en op grote schaal artificiële intelligentie kunnen toepassen in hun processen om hun activiteiten fors op te schalen. Zonder enige technische achtergrond kunnen gebruikers op basis van afbeeldingen deep learninggebaseerde oplossingen bouwen op maat van hun specifieke activiteiten. Machines krijgen zo de mogelijkheid om complexe visuele taken uit te voeren, zoals bijvoorbeeld het robotisch snoeien van planten of het controleren van de kwaliteit van computerchips. Het platform is vooral gericht op omgevingen waar maximale nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid kritisch zijn voor de bedrijfscontinuïteit.
De aanstelling van Thomas als CEO is een mijlpaal in de internationale groei van Robovision. Met zijn ruime ervaring en expertise in het schalen van techbedrijven is hij de perfecte leider om ons bedrijf naar de volgende fase te loodsen’, aldus Jonathan Berte. ‘Ikzelf ga me volledig toeleggen op het evangeliseren van het Robovision platform in nieuwe sectoren, en op onze geografische uitbreiding. Daarnaast zal ik er voor zorgen dat het DNA van Robovision bewaard blijft tijdens onze groei.’
NIEUWE CEO ROBOVISION ZET AMBITIEUS GROEIPLAN KRACHT BIJ
raad van bestuur. Hij zal zich focussen op het aantrekken van investeerders, het afsluiten van strategische partnerships en het sturen van de wereldwijde expansie van het bedrijf.
SIEMENS: MOTOR VAN EEN DUURZAME TOEKOMST
AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 41
Siemens gebruikt de eigen kennis van automatisering, digitalisering en intelligent datagebruik om in de industrie zowel producten als productieprocessen duurzamer te maken. Een mooi voorbeeld: Brouwerij Huyghe in Melle – bekend van de bieren Delirium Tremens, Blanches des Neiges en Averbode – gebruikt een water- en energiemonitoringsysteem met hoogtechnologische meetapparatuur van Siemens. Hierdoor wist Huyghe zijn watergebruik te verlagen van 8,5 naar 3,7 liter water voor het brouwen van 1 liter bier. De onafhankelijke, familiale brouwerij – met roots tot in 1654 – heeft de ambitie om de meest duurzame brouwerij van het land te worden.
In navolging van de Sustainable Development Goals van de VN legt Siemens zichzelf interne doelen op. Siemens bouwt al sinds 1898 mee aan de Belgische economie als industriepartner en jobcreator. Het bedrijf helpt de economie draaien, wil lokale jobs creëren en bij mensen vaardigheden aanscherpen. Siemens wil de transformatie bij bedrijven ondersteunen en hun productiviteit optimaliseren. Digitalisering is daarbij cruciaal.
onze als die van onze partners en toeleveranciers. Tegen 2030 willen we volledig klimaatneutraal zijn’, vertelt Sergio Molinari .
Siemens streeft er naar om de ecologische voetafdruk te verkleinen en pioniert met energie-efficiënte infrastructuur, slimme gebouwen en steden, en doeltreffende industriële productie-installaties. Siemens helpt bedrijven duurzaam om te gaan met grondstoffen en voert de shift naar hernieuwsbare energie volop door. ‘Decarbonisatie is een van de hoofdprioriteiten bij Siemens. We houden nauwlettend de ecologische voetafdruk en CO2-uitstoot in het oog, zowel de
Met technologie de wereld beter maken, dat is al jaren een belangrijke missie van Siemens. ‘Los van commerciële belangen moeten ondernemingen ook nagaan welke rol ze in de samenleving willen opnemen. Hoe laten we voor de volgende generaties een leefbare wereld achter?’, zegt Sergio Molinari, CEO Siemens België-Luxemburg. Volgens de topman van Siemens is duurzaamheid, net als winstgevendheid, het resultaat van een bewust proces dat is gebaseerd op automatisering, digitalisering en collectieve intelligentie.
Brouwerij, chemische fabriek en hotelgroep worden duurzaam
SIEMENS
De industrie is momenteel goed voor een derde van het wereldwijde energieverbruik. De doelen zijn hier duidelijk: bespaar energie en maak alles koolstofarm door een duurzame productie met geïntegreerde aandrijftechnologieën, strikt energiebeheer en digitaal geoptimaliseerde productieprocessen. Bij Eastman Gent Zuid, een chemische productiesite waar onder meer kunstoffolie voor de autosector wordt gemaakt, helpt de Siemens SIMATIC Energy Manager voor de besparing van energie met een schaalbaar systeem dat eenvoudig aanpasbaar is aan nieuwe energienoden en -wetgeving.
Een product zo ontwerpen dat het gemakkelijk kan worden gedemonteerd door gebruik te maken van mechanische of
In het Radisson Blu Royal Brussels staat duurzaam energiebeheer eveneens centraal. Het hotel behoort tot de Rezidor Group, met meer dan 430 hotels in 69 landen in Europa, het Midden-Oosten en Afrika. Met het klimaatplan ‘Think Planet’ mikt Rezidor op 25% minder energieverbruik binnen 5 jaar. Het Radisson Blu Royal hotel werd als één van de eerste onder handen genomen. De hotelgroep schakelde Siemens in voor een grondige audit van de bestaande installaties. Die audit bracht zes optimalisatiemogelijkheden aan het licht. Vier daarvan bleken een haalbare kaart en werden vertaald naar concrete acties.
Siemens site in Huizingen Ook op de eigen sites past Siemens de duurzaamheidsgedachte toe. Elk jaar wordt bij Siemens 10 procent van de vloot vervangen door elektrische wagens, om in 2030 een volledig elektrisch wagenpark te bekomen. In Huizingen wekt Siemens eigen energie op met een microgrid van 3.000 vierkante meter aan zonnepanelen. Daarmee worden de elektrische wagens opgeladen en sinds 2012 is de capaciteit opgevoerd naar 50 laadplaatsen. Voorts is alle buitenverlichting omgebouwd naar energiearme ledverlichting. Ook de kantoren werken maximaal met een ledsysteem dat slim wordt aangestuurd door Siemenstechnologie. Daarnaast worden in de bedrijfskeuken zoveel mogelijk lokale producten en gerecycleerde verpakkingsmaterialen gebruikt. Afval wordt on-site gerecycleerd aan de bron, en verwerkt in het eigen Siemens recyclagepark.
Design zal de milieu-impact bepalen
Wanneer 80% van de milieu-impact van een product wordt bepaald tijdens de ontwerpfase, zijn digitalisering en collectieve intelligentie essentieel voor een duurzame industriële innovatie. Digitalisering laat meten toe, en ‘meten is weten.’ Collectieve intelligentie zorgt voor een stroom van gegevens uit zowel de echte als de digitale wereld om te benchmarken hoe duurzaam men vandaag is, en om te voorspellen welke keuzes in de toekomst tot meer duurzaamheid zullen leiden.
Om het potentieel van een circulaire economie echt te realiseren, moeten de principes van duurzaamheid vanaf het concept van een product in een ontwerp worden verankerd. ‘Wij denken hierover mee met onze klanten’, weet Katrien Valkiers, Communications & Sustainability Manager bij Siemens. ‘Centraal staat de vraag: wat is de potentiële circulariteit van iets? Onze designsoftware zal de circulariteit, CO2 uitstoot, de milieu-impact en de energiebehoefte opnemen in de ontwerpfase. Dat is belangrijk omdat machinebouwers door klanten en eindgebruikers gaan gevraagd worden naar het circulaire karakter van een product. Deze evolutie stellen we nu reeds vast en dit zal de volgende jaren een almaar belangrijker aandachtspunt zijn. Siemens ondersteunt onze klanten bij die aanpak en biedt technologie aan om die duurzame doelen te bereiken’, stelt Katrien Valkiers.
SIEMENS
te worden gebruikt en hergebruikt, een verstoring van hun bedrijfsmodel. Met zowel nieuwe producten die bedoeld zijn om langer mee te gaan, als oude producten die op nieuwe manieren worden hergebruikt, neemt de vraag naar gloednieuwe producten af. Hoewel elke branche zijn eigen oplossing voor dit probleem zal moeten vinden, kan voor sommigen de volgende stap een overgang naar een servicegebaseerd model zijn.
Lifecycle: wat op het einde?
chemische verbindingsmethoden die eenvoudig ongedaan kunnen worden gemaakt, onderdelen creëren die uit een assemblage kunnen worden verwijderd en in een andere toepassing kunnen worden gebruikt, onderdelen optimaliseren voor de fabriek en de locatie waar ze worden vervaardigd, … het zijn allemaal methoden die ontwerpers kunnen gebruiken om de duurzaamheid van een product vanaf de conceptfase te verbeteren.
www.siemens.be/duurzaamheidAUTOMATIONMAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 43
‘In softwaremiddens is het gebruik van een SAAS business model (Software as a Service) reeds aanzienlijk ingeburgerd: software wordt aangeboden via internetplatforms aan klanten die voor het gebruik betalen via een abonnement. De gebruiker hoeft de software dan niet zelf aan te kopen en bevindt zich steeds op de laatste stand der technologie. Wat betreft ‘het huren van hardware’ zien we ook een evolutie. Vergelijk het met het leasen van een auto. Producten worden geleasd, waardoor de fabrikant een constante inkomstenstroom kan genereren, terwijl producten ook worden gestimuleerd om langer mee te gaan en gemakkelijker te onderhouden zijn om de overhead te verminderen.
Slechts 13% van al het wereldwijde afval wordt gerecycled. Hou materialen zo lang mogelijk in gebruik door holistisch materiaalbeheer te integreren met de productlevenscyclus en de levensduur van het product te verlengen met oplossingen voor voorspellend onderhoud, retrofit, modernisering en recycling. Door goed na te denken over hoe producten aan het einde van hun levensduur zullen worden verwerkt, kunnen fabrikanten zowel financiële voordelen als milieuvoordelen realiseren, dankzij lagere productiekosten en minder afval.
Een circulaire economie biedt weliswaar voordelen op het gebied van kosten en duurzaamheid, maar brengt ook nieuwe uitdagingen met zich mee bij de overgang van ons huidige economische model. Voor veel industrieën betekent de overstap naar producten die zijn ontworpen om langer
Bij Vansichen Linear Technology, met uitvalsbasis in Hasselt, kan men terecht voor standaard lineaire componenten, lineaire systemen, positioners en robottracks. Het Limburgse bedrijf werd opgericht in 1993 door huidig Managing Director Maxime Vansichen. Oorspronkelijk vertegenwoordigde het een aantal Duitse merken uit de lineairtechniek voor de Belgische en Luxemburgse markt, maar een kwarteeuw later heeft Vansichen eigen ontworpen producten als een extra uitbreiding op het gamma van alle merken die ze reeds Inverdelen.2020nam
VANSICHEN LINEAR TECHNOLOGY
Vansichen Linear Technology heeft nu recent het gamma van robottracks voor FANUC verder uitgebreid met een painttrack, cleanroomtrack (ISO klasse 4) en groot formaat gantry (= meerassig systeem waar robots in drie assen XYZ kunnen bewegen). Voorts is een nieuwe catalogus uitgebracht, specifiek met alle FANUC toepassingen. Wie wil weten hoe de Vansichen tracks functioneren, kan hiervoor terecht in het
met een ISO9001 certificaat die onder andere actief is in de automobielsector. Voor SimKon ging het productgamma aan tracks dat het bedrijf nu kan aanbieden de hoogte in. Inmiddels is het standaardgamma van SimKon geïntegreerd in de VansichenVansichen-portfolio.LinearTechnology
Vansichen in Duitsland SimKon over. Het Duitse bedrijf produceert tracks voor robots en is gevestigd in Hilchenbach (nabij Keulen). De voordelen waren voor beide partijen significant: Vansichen verhoogde zo zijn capaciteit gevoelig en kwam terecht in de Duitse markt via een speler
lanceerde in 2021 een zelf ontwikkeld aluminium profiel dat dient als basis voor de eigen lineaire systemen en robottracks. Dit alu-systeemprofiel is een uitbreiding op het gamma van de reeds bestaande basisproducten uit staal. Door de hoog nauwkeurige extrusie is het mogelijk om systemen te produceren die geen mechanische nabewerkingen nodig hebben. De profielen kunnen voorzien worden van profielgeleidingen met bouwgrootte 30.
BREIDT GAMMA VERDER UIT
44
In het nieuwe FANUC bedrijfsgebouw in Mechelen staat een Vansichen robottrack opgesteld.
Vansichen Linear Technology heeft het gamma van robottracks voor FANUC verder uitgebreid met een painttrack, cleanroomtrack (ISO klasse 4) en groot formaat gantry. Er is een nieuwe FANUC catalogus uitgebracht en het standaardgamma van het overgenomen SimKon is inmiddels geïntegreerd.
https://vansichen.be/positionerswww.vansichen.beAUTOMATIONMAGAZINE
Voorts heeft Vansichen positioners aan het aanbod toegevoegd. Met als toepassingsgebied: lasapplicaties,
rotatiegieten, 3D-printen (waarbij men geprinte onderdelen altijd in de ideale printpositie kan plaatsen), en als hulpmiddel voor assemblage van zware onderdelen, dit met een maximum payload van 20 ton. Ook hier is er de mogelijkheid om met FANUC motoren te werken.
gloednieuwe Benelux hoofdkwartier van FANUC in Mechelen. Daar staat een track van Vansichen als demo in de showroom. Buiten FANUC worden ook andere robotmerken voorzien van een track waar dit niet in het standaardgamma zit van de robotfabrikant. Concreet maakt Vansichen alles op maat voor fabrikanten als KUKA, Staübli, ABB, Universal Robots, Omron, enz …
SEPTEMBER 2022 / 45
Vansichen heeft aan het eigen aanbod een grote keuze positioners toegevoegd.
VANSICHEN
Het overgenomen Duitse SimKon vult van Vansichen Linear Technology perfect aan.
Vansichen heeft recent het gamma van robottracks voor FANUC uitgebreid met een painttrack.
Nu lanceert Rittal met de Blue e+ S-Serie een volgende generatie, nog steeds ontwikkeld met datzelfde ontwerpDNA. Deze nieuwe koelunits met lagere koelvermogens van 300, 500 en 1.000 watt vullen de Blue e+-familie aan en introduceren nieuwe slimme mogelijkheden en innovatieve energiebesparende functies voor productieprocessen.
namelijk voorzien van een invertergestuurde aandrijving die het toerental automatisch aanpast aan de behoefte. Daardoor blijft de temperatuur in de behuizing constant en is de energie-efficiëntie aanzienlijk hoger dan bij andere, meer conventionele koelers.
Rittal breidt zijn slimme oplossingen voor koelaggregaten uit met de nieuwe Blue e+ S-Serie. Deze nieuwste generatie koelaggregaten met lagere koelvermogens van 300, 500 en 1.000 W zijn ontworpen met het oog op efficiëntie en zorgen voor een lager energieverbruik en lagere kosten, net als hun “grotere broers”. De nieuwe reeks is dus een win-win, zowel voor gebruikers als voor de toekomst.
- GEEN KANS VOOR KIEMEN EN BACTERIËN
Het succes achter deze energiebesparing en kostenreductie is de gebruikte technologie, waarbij een heat pipe wordt gecombineerd met invertergestuurde componenten.
De WITTENSTEIN axenia value servoactuatoren in single-cable technologie bestaan uit een compacte, krachtige motor met een precisie planetaire reductiekast die direct gemonteerd is, dus zonder koppeling, om ruimte te besparen.
46
www.rittal.be
Naast energie-efficiëntie is er nog een ander kenmerk dat de CO2-voetafdruk verkleint: De nieuwe Blue e+ S-serie gebruikt een koelmiddel met een GWP (Global Warming Potential) dat 56 procent lager ligt dan de koelmiddelen die in vergelijkbare koelunits worden gebruikt. Bovendien werkt het koelcircuit in de nieuwe generatie units met het koelmiddel R-513A, in plaats van het vroeger gebruikte R-134a.
Er is veel vraag naar oplossingen die onze ecologische voetafdruk tijdens de productie verkleinen. Tegelijkertijd moeten deze oplossingen intelligent en communicatief zijn, zodat ze gemakkelijk in gedigitaliseerde productieomgevingen kunnen worden geïntegreerd.
Zeven jaar geleden speelde Rittal met de Blue e+-serie koeloplossingen in op deze vraag en bracht het uiterst efficiënte behuizingskoelaggregaten op de markt, die gemiddeld een energiebesparing van 75 procent opleverden.
Ze bieden hygiënische precisie met de hoogste vermogensdichtheid. Het ontwerp met een roestvrijstalen behuizing met beschermingsklasse IP69K en volgens de EHEDG-specificaties biedt maximale proces- en productveiligheid, aangezien de actuator open gemonteerd kan worden - zonder extra beschermkappen.
De heat pipe werkt zonder compressor, expansieventiel of andere regelelementen en heeft dus geen elektrische energie nodig, behalve voor de werking van de ventilator. Afhankelijk van de warmte-ontwikkeling in de behuizing en de omgevingstemperatuur, kan de koeling alleen met de heat pipe worden uitgevoerd. De extra compressorkoeling werkt alleen als een grote hoeveelheid warmte uit de behuizing moet worden afgevoerd of als de omgevingstemperatuur erg hoog is. In werking is deze oplossing veel energiezuiniger dan conventionele units. De compressor en ventilatoren zijn
Meer info: https://www.wittenstein.biz/hygienic-design/
PRODUCTENRITTALNIEUWEBLUE E+ S-SERIE
HYGIËNISCHE SERVOACTUATOR ‘AXENIA VALUE’
Deze compacte constructies hebben een hoge stijfheid en een laag zwaartepunt om zo een betrouwbare automatisering en een perfect herhaalbare positionering te garanderen. Het Robonityassortiment omvat modellen met een slaglengte tot 1.100 mm en een bewegingssnelheid van 2.400 mm/s.
Yamaha SCARA en Cartesiaanse robots laten zien die in symbiose werken, voor snelle lijmafzetting en precisieassemblage. Yamaha’s Robonity-serie enkelassige robots zullen transport-, laad- en automatiseringstoepassingen demonstreren die gebruikelijk zijn in de hedendaagse fabrieken.
Motek vindt plaats van 4 tot 7 oktober 2022 in het Duitse Stuttgart.
rekening gehouden met flexibiliteit. De spoelbehuizing van de JSX kan 360 graden worden gedraaid, waardoor de installatietijd gereduceerd wordt.
https://fa.yamaha-motor-robotics.de
www.smc.beinfo@smc.be
SMC introduceert een direct gestuurd magneetventiel dat bestand is tegen vochtige omstandigheden en tegelijkertijd energie bespaart. Het magneetventiel biedt een efficiënte oplossing in onder meer de voedingsmiddelenindustrie en de tuinbouwsector. De JSX serie combineert een hoge productiviteit met een laag energieverbruik.
de Motek-show om LCMR200-eenheden en een Cartesiaanse robot te combineren, om zo te laten zien hoe snel onderdelen tussen elk proces bewegen. Met de LCMR200module kunnen robots aan onderdelen werken zonder ze te hoeven uitpakken, waardoor zowel de engineeringkosten als de cyclustijd worden verminderd. Ook nieuw bij Motek dit jaar: tijdens een geautomatiseerde bonding-demonstratie zal
De FA-sectie van Yamaha Motor Robotics zal aan de bezoekers van Motek 2022 zijn reeks compacte en betaalbare industriële robots laten zien die worden ingezet om de productiviteit te verhogen tijdens productassemblage.
PRODUCTEN
YAMAHA TOONT NIEUWSTE GEAVANCEERDE AUTOMATISERINGSROBOTS OP MOTEK 2022
Op de Motek stand #7515 in hal 7 zullen themademonstraties plaatsvinden met Single Axis, SCARA en Cartesian Robots en Yamaha’s LCMR200 lineaire transportmodule om hun snelheid, nauwkeurigheid en flexibiliteit te demonstreren. De LCMR200-module, waarvan de richting, snelheid, versnelling en stopposities programmeerbaar zijn, maakt een einde aan de problemen van het transporteren van werkstukken in robotassemblagecellen en op handmatige Yamahaproductielijnen.gebruikt
ENERGIEZUINIG SMC MAGNEETVENTIEL VOOR ZWARE OMSTANDIGHEDEN
AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 47
Het nieuwste magneetventiel van SMC kan worden toegepast in vochtige omgevingen, waarbij het in- en uitschakelen van perslucht, water of olie essentieel is. De JSX is corrosiebestendig, omdat de behuizing en spoel van roestvast staal zijn en IP67-bescherming bieden. Dit leidt tot een langere levensduur, meer efficiëntie en een verbeterde productiviteit. Een ander voordeel van het JSX-magneetventiel is de verbeterde spoelkracht die met 10% is toegenomen ten opzichte van het vorige product, terwijl het stroomverbruik met 14% is gedaald. Bij het ontwerpen van het ventiel is
Veiligheidstaken, zoals het waarborgen van toegangsbeperking, het veilig vergrendelen en starten van installaties en de keuze van de bedrijfsmodus, spelen een belangrijke rol in moderne installaties.
EUCHNER NIEUW CKS2 SLEUTELSYSTEEM MET FLEXFUNCTION
Het sleutelsysteem voor de MGB2-omgeving
48
ook worden toegewezen aan meerdere sleuteladapters van verschillende installaties. Een verbinding met IO-Link is ook mogelijk met de passende Euchner-gateway. Deze kan uitgebreide diagnose- en communicatiefuncties bieden, zoals het identificeren van de sleutel waarmee de installatie werd bediend. Met zijn veelzijdige toepassingsmogelijkheden biedt het CKS2 FlexFunction-apparaat ook extra voordelen op het gebied van magazijn en inkoop.
Eéningeschakeld.sleutelkan
Deze taken zijn vaak complex, maar het oplossen ervan kan eenvoudig zijn: De CKS2 van Euchner is een nieuw, veilig sleutelsysteem dat eenvoudig in het totale besturingssysteem kan worden geïntegreerd en voor de meest uiteenlopende toepassingen kan worden gebruikt. De CKS2 is ook verkrijgbaar als submodule voor de MGB2 Modular, waardoor vele nieuwe toepassingen voor dit succesvolle deursluitsysteem kunnen worden gerealiseerd.
PRODUCTEN
In de versie MSM-CKS2 submodule kan het sleutelsysteem ook naadloos worden geïntegreerd in de MGB2 Modular - waardoor nog meer toepassingsmogelijkheden voor het succesvolle deursluitsysteem van Euchner worden toegevoegd en aantrekkelijke nieuwe oplossingen worden geboden voor bijvoorbeeld volledig geautomatiseerde logistieke systemen of complete turnkey-installaties.
De nieuwe FlexFunction-functie is de sleutel tot deze grote veelzijdigheid. Het gebruik kan niet eenvoudiger: gebruikers definiëren de toepassing voor het systeem wanneer ze het voor de eerste keer instellen. Vervolgens kiezen ze de juiste RFID-sleutel om precies die apparaatfuncties te activeren die ze nodig hebben. De parametertoewijzing vindt plaats wanneer de sleutel voor de eerste keer wordt ingeleerd. De sleuteladapter hoeft dan nog maar één veiligheidsfunctie uit te voeren: het veilig detecteren van de sleutel. Zodra de sleutel als geldig wordt herkend, worden de veiligheidsuitgangen
In de MGB2-omgeving wordt de submodule via PROFINET/ PROFIsafe of EtherCAT/FSoE gekoppeld. Geen ingewikkelde configuratie of complex sleutelbeheer. Dankzij het elektronische werkingsprincipe kunnen gebruikers afzien van sleuteluitwisselingsboxen en sleutelverdeelstations. Toepassingen worden rechtstreeks in het besturingssysteem gedefinieerd voor onbeperkte flexibiliteit.
Als lock-outsysteem, autorisatiesysteem of trapped keysysteem is de CKS2 de juiste keuze overal waar gevaarlijke machinebewegingen veilig moeten worden gestart of gestopt, onafhankelijk van de bestaande beveiligingen. Geïntegreerde evaluatie-elektronica in het sleuteladapterstation zorgt voor een compact systeem dat maximale veiligheid voor de gebruikers garandeert door het gebruik van hooggecodeerde RFID-sleutels.
www.euchner.be
Eén apparaat - vele functies dankzij FlexFunction
Dr. Steffen Haack (56) is sedert 1 augustus 2022 de nieuwe CEO van de aandrijf- en besturingsspecialist Bosch Rexroth AG. Sinds 1 januari 2021 was hij lid van de Raad van Bestuur en verantwoordelijk voor Development en de twee business units van Industrial Hydraulics. Rolf Najork (60), die sinds 2016 CEO van Bosch Rexroth is en naast die functie sinds januari 2019 lid van de Raad van Bestuur van Robert Bosch GmbH, zal zich concentreren op zijn rol bij Bosch. Bosch Rexroth wil de hydraulische bedrijfsactiviteiten uitbreiden met de overname van HydraForce, Inc., gevestigd in Lincolnshire, Illinois (VS). HydraForce ontwikkelt en produceert compacte hydraulische kleppen en oplossingen met 2.100 medewerkers in zes productievestigingen in de VS, Brazilië, Groot-Brittannië en China. De overnameprijs wordt niet bekendgemaakt. De transactie is onderworpen aan antitrustgoedkeuring. (www.boschrexroth.com) De Zweedse compressorenfabrikant Atlas Copco investeert de volgende drie jaar in totaal 70 miljoen euro in hun Antwerpse fabriek. Atlas Copco is uitgegroeid tot een van de grootste ontwikkelaars en producenten van industriële gas- en luchtcompressoren ter wereld. De investeringen zullen betrekking hebben op productietechnologie en machines, een uitbreiding van laboratoria, extra productieruimte voor belangrijke compressorcomponenten en meer kantoorruimte. In de fabriek langs de Boomsesteenweg werken meer dan 3.000 werknemers. (www.atlascopco.com) Het Agoria Solar Team is er op zondag 12 juni in geslaagd om het record ‘meeste aantal kilometers gereden met een zonnewagen in 12 uur tijd’ op hun naam te zetten. Het studententeam van de KU Leuven slaagde er in om met hun nieuwste zonnewagen, de BluePoint Atlas, 1.051 kilometer af te leggen in 12 uur tijd. Hiermee verbraken ze het vorige record van 924 kilometer in 12 uur dat sinds 2020 op naam stond van het Nederlandse Solar Team uit Delft. Uithoudingsvermogen zal essentieel zijn voor de volgende uitdaging van het Agoria Solar Team, want in september neemt het team deel aan de Sasol Solar Challenge, een 8-daagse zonnewagenrace in Zuid-Afrika. (www.solarteam.be) Na twee jaar COVID-pandemie was de eerste HANNOVER MESSE een succes. ‘De comeback van HANNOVER MESSE kwam precies op het juiste moment’, verklaarde Dr. Jochen Köckler, voorzitter van de Raad van Bestuur van Deutsche Messe. ‘Gezien de verstoorde toeleveringsketens, stijgende energieprijzen, inflatie en klimaatverandering, was het des te belangrijker om elkaar weer face-to-face te ontmoeten in de beurshallen na twee jaar gekenmerkt door een pandemie, om de nieuwste technologie in je op te nemen, alle trends en een blik op de toekomst.’ Zo’n 75.000 bezoekers vonden inspiratie bij 2.500 exposanten over manieren en middelen om hun waardeketens klaar te maken voor de toekomst. De volgende HANNOVER MESSE vindt plaats van 17 t/m 21 april 2023. (www.hannovermesse.de) Productiesystemen kunnen sneller en voordeliger worden aangeschaft op de markt voor gebruikte machines, ook een voorbeeld van duurzaamheid en circulaire economie. Voor bedrijven die hun gebruikte machines willen afstoten, is dit dus een veelbelovende tijd. Het internationale online veilinghuis voor gebruikte machines Surplex heeft in de afgelopen maanden een toenemend aantal veilingen van installaties voor de autoindustrie door de ombouw van bekende Europese productielocaties georganiseerd. Met name installaties voor robottechniek – zoals lascellen en industrierobots – evenals metaalbewerkingsmachines, wisselden vlot van eigenaar. Surplex uit Düsseldorf is een van de toonaangevende Europese industriële veilinghuizen en handelt wereldwijd in gebruikte machines en bedrijfsinrichtingen. Op het 16-talige Surplex veilingplatform worden jaarlijks tijdens 500 online veilingen meer dan 55.000 industriële goederen verkocht. (www.surplex.com) WEG kondigde de overname aan van de business unit Motion Control van Gefran, een Italiaanse onderneming die sensoren, componenten en industriële automatiseringsapparatuur vervaardigt. Gefran, opgericht in 1960 en genoteerd aan de Italiaanse effectenbeurs, is een traditionele onderneming in de automatiseringsen technologische industrie en is onderverdeeld in drie business units: Motion Control, Automation Components en Sensoren. Met deze overnameovereenkomst wordt WEG de enige eigenaar van de business unit Motion Control. Deze is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en productie van een complete lijn van variabele frequentieomvormers, gelijkstroomomvormers en speciale servo-aandrijvingen. Met ongeveer 180 werknemers en fabrieken in Italië, Duitsland, China en India, heeft de Motion Control Business Unit klanten en activiteiten in meer dan 70 landen. Het bedrijf had in 2021 een netto-omzet van ongeveer 44,8 miljoen euro. (www.weg.net) Het galvaniseerbedrijf Galvano Hengelo is nu zelf verzilverd: het bedrijf bestaat 25 jaar. Al sinds de oprichting op 4 augustus 1997 ontwikkelt Galvano Hengelo zich als specialist in oppervlaktebehandelingen. Al 25 jaar heeft Galvano veel ervaring opgedaan met diverse oppervlaktebehandelingen: van chemisch goud tot keramische oxidelagen, van verzilveren van stroomvoerende delen tot het ontwikkelen van hun eigen super corrosiewerende zink-nikkelproces genaamd Protalloy®. Galvano Hengelo heeft inmiddels een veertigtal mensen in dienst en draait ruim 8 miljoen euro omzet. (www.galvanohengelo.nl) Als op 12 oktober 2022 de FMB - Leveranciersbeurs voor Werktuigbouwkunde in het Duitse Bad Salzuflen begint, zullen veel bezoekers op zoek gaan naar contact met nieuwe leveranciers. De FMB komt op het juiste moment. Enkele honderden gekwalificeerde werktuigbouwkundige leveranciers presenteren hun aanbod aan diensten en innovaties. Geregistreerde beursbezoekers kunnen zich eenvoudig aanmelden op het B2B Matchmaking-platform, vullen een profiel in met hun specifieke wensen of aanbiedingen en bekijken de profielen van andere deelnemers. Als het profiel aansluit bij de behoefte, boeken ze een afspraak en ontvangen ze een vergaderschema voor de show. Zo kan iedereen zijn/haar beursbezoek efficiënt organiseren. (www.fmb-messe.de)
TECHTELEX
AUTOMATION MAGAZINE SEPTEMBER 2022 / 49
In Vlaanderen heeft men de publiek-private samenwerking ‘Vlaanderen Circulair’ opgezet, onder leiding van OVAM en Indaver. Het partnerschap werkt aan de transitie naar een circulaire economie en kan als gangmaker en inspirator voor de lokale circulaire economie fungeren. Ook in de andere landsdelen beweegt er één en ander rond dat vlak en dat kunnen we alleen maar toejuichen. Geen enkel lokaal initiatief zal immers volstaan om de globale problematiek op te lossen. De noodzaak voor verdere geïntegreerde en dus duurzame benaderingen wordt er enkel maar door onderstreept.
50
‘CIRCULAIRE ECONOMIE IS GROEPSWERK’
Een ketting is maar zo sterk als zijn zwakste schakel zegt de volkswijsheid. Het gezegde wordt met betrekking tot de circulaire economie ook wel eens opgeworpen, maar eigenlijk is dat niet terecht. Een circulaire benadering vraagt niet om een ketting, wel om een dicht weefsel. Publiek-private samenwerking kan het bindmiddel vormen tussen wetgever, bedrijven, middenveld en burgers.
‘Geen enkel lokaal initiatief zal volstaan om de globale problematiek op te lossen.’
www.vito.be
Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), met hoofdkantoor in het Kempense Mol, is een onafhankelijke onderzoeksorganisatie op het gebied van cleantech en duurzame ontwikkeling. De transitie naar een circulaire economie is één van de kerndomeinen binnen het VITO onderzoek, dat zich zowel toelegt op technologisch onderzoek naar de scheiding en valorisatie van complexe afvalstromen, als op onderzoek naar beleidsmaatregelen en innovatieve bedrijfsvoering als noodzakelijke onderdelen van een circulaire economie.
We kunnen het belang van de Green Deal van de Europese Commissie om de Europese Unie tegen 2050 klimaatneutraal te maken niet genoeg onderstrepen. De Deal is het Europese framework om de klimaatproblematiek aan te pakken.
Opvallend in het plan is de aandacht voor de circulaire economie, één van de grootste uitdagingen van onze tijd. Vandaag zien we – gelukkig – veel initiatieven ontstaan in die richting, op elk mogelijk niveau. Die diversiteit zien we ook op het geografische vlak: van supranationele tot zeer regionale initiatieven. Dat is op zich prima, maar vraagt en verdient een breed gedragen ondersteuning.
SPEAKERS’ CORNER VOOR EXPERTS UIT DE TECHNIEK AFSLUITER
Want net zoals de klimaatproblematiek enkel wereldwijd kan worden aangepakt, is een volledig circulaire economie ook enkel globaal te realiseren. Het is ook geen toeval dat de Verenigde Naties de circulaire economie zeer frequent opnemen in hun doelstellingen. Bij hun 17 opgestelde Sustainable Development Goals (SDG’s of Duurzame Ontwikkelingsdoelen) is dat bijna altijd het geval.
Op Europees niveau wordt de ESG-rapportering iets om naar uit te kijken. Vandaag zijn al 12.000 bedrijven verplicht om hun prestaties rond ESG (Environmental, Social, Governance) te rapporteren, maar binnen 5 jaar wordt die verplichting ook voor KMO’s van kracht.
Samenwerking wordt cruciaal om de violen gelijk te stemmen en zo de slagkracht van een circulaire benadering te maximaliseren. Vandaag ontstaan al de eerste initiatieven in die richting.
Dirk Fransaer is gedelegeerd bestuurder van VITO.
Mechanics Motion Control ATB Automation
Driving the digital transformation and Industry 4.0 with our holistic portfolio to meet the rapidly changing market challenges.
www.siemens.be
DIGITAL opportunitiesInfiniteENTERPRISE from infinite data
Our Digital Enterprise seamlessly integrates automation and software to uniquely combine the real and the digital worlds. The comprehensive Digital Twin approach enables the meaningful use of data for fast and confident decisions.