4 minute read

Recytyre

Next Article
OPLEIDING

OPLEIDING

aangepaste milieubijdragen vanaf 1 mei Vorig jaar heeft Recytyre al aangekondigd dat de milieubijdragen zouden stijgen. Nu is het zover. Vanaf 1 mei zijn de nieuwe tarieven van toepassing. Tegelijk koppelt Recytyre de aangepaste tarieven aan een nieuwe categorie-indeling van de banden. Deze veranderingen hebben uiteraard een administratieve impact op alle betrokken partijen, gaande van de producenten en de invoerders tot de verkooppunten.

2023 wordt een bijzonder jaar voor Recytyre. Het is precies een kwarteeuw geleden dat de vzw werd opgericht op aansturen van de drie Belgische gewesten Vlaanderen, Wallonië en Brussel. 2023 wordt ook het jaar waarin Recytyre de milieubijdragen die de consument betaalt voor het eerst na twaalf jaar aanpast. Volgens CEO Chris Lorquet is dit niets te vroeg: “Uiteindelijk is het de bedoeling dat de milieubijdragen het mogelijk maken om gebruikte banden bij de verschillende erkende verkooppunten op te halen en ze op een verantwoorde manier naar een verwerkend bedrijf te brengen. Zo krijgen de grondstoffen van de gebruikte banden een nuttige nieuwe bestemming en speelt Recytyre een actieve rol in een duurzaam beleid. Het spreekt vanzelf dat de kosten voor het ophalen tijdens de voorbije twaalf jaar ontzettend zijn gestegen, niet in het minst tijdens het voorbije jaar. Denken we maar aan de inflatie en de energieprijzen.

Advertisement

Chris Lorquet, CEO van Recytyre: “De milieubijdrage die de consument betaalt, wordt na 12 jaar aangepast. De nieuwe tarieven gelden vanaf 1 mei 2023.”

Nieuwe categorieën

De bandenmarkt is in volle evolutie en precies daarom heeft Recytyre de aangepaste tarieven nu gekoppeld aan een nieuwe categorie-indeling van de banden.

De eerste categorie (categorie 100) is die van de motobanden. Voor de personenwagens maakt Recytyre een onderscheid tussen de banden met een diameter van 10 tot en met 15 duim (categorie 200) en de grotere banden gaande van 16 tot en met 30 duim (categorie 201). Zonder BTW bedraagt de milieubijdrage die de consument betaalt € 1,93 en € 3,76 voor een band die thuishoort in respectievelijk categorie 200 en categorie 201. De indeling gaat uiteraard nog verder met categorie 300 (lichte bedrijfsvoertuigen), categorieën 400 en 401 (zware bedrijfsvoertuigen), categorieën 500 tot en met 514 (landbouwvoertuigen), categorieën 600 tot en met 609 (voertuigen openbare werken), categorieën 700 tot en met 704 (industriële voertuigen met luchtbanden) en uiteindelijk categorieën 800 tot en met

807 (industriële voertuigen met volle banden).

Chris Lorquet: “Met deze nieuwe indeling hebben wij een realistische weerspiegeling van de types banden die nu in omloop zijn. Dat we elke categorie koppelen aan een specifieke milieubijdrage is logisch. Het ophalen van een band voor een personenwagen is heel wat anders dan het ophalen van bijvoorbeeld een tractorband. Het nadeel van deze nieuwe indeling met de bijhorende tarieven is dat alle betrokken partijen hun administratie en boekhouding moeten aanpassen. Maar we maken ons sterk dat we met de aanpassingen die vanaf 1 mei aanstaande geldig zijn, weer een hele tijd verder kunnen!”

Iedereen zijn verantwoordelijkheid

Het basisprincipe dat achter de milieubijdragen steekt, is dat van de aanvaardingsplicht waar producenten en importeurs van banden moeten aan voldoen. Zij zijn immers verplicht om gebruikte banden van de consument naar een goede milieuverantwoorde eindbestemming te brengen. Dat is een hele weg van inzamelen tot ophalen, verwerken en uiteindelijk zorgen dat het basismateriaal inderdaad een herbruikbare bestemming krijgt.

Om die producenten en importeurs te helpen bij die aanvaardingsplicht, kunnen zij lid worden van Recytyre. Ondertussen zijn er meer dan 700 dergelijke leden. Een lid is in orde met de wettelijke aanvaardingsplicht en niet onbelangrijk: zij worden van alle praktische bekommernis en administratieve rompslomp die daarmee gepaard gaan, verlost. Zij hoeven zich geen zorgen te maken om die gebruikte banden uiteindelijk een nieuwe bestemming te geven. Wel moeten zij het aantal nieuwe banden dat zij op de Belgische markt brengen, laten registreren bij Recytyre.

Ook moeten zij een milieubijdrage per band betalen. Dat laatste lijkt een nadeel maar uiteindelijk kunnen zij die bijdrage door factureren aan de groothandelaar en die op zijn beurt aan het verkooppunt en dat is in de praktijk de bandencentrale, de garage, de carrossier of de kwikfitter. Dat verkooppunt factureert uiteindelijk een ‘milieubijdrage’ aan de eindklant, de consument dus. Die bijdrage staat afzonderlijk op de factuur vermeld en is dus niet van in het begin in de prijs van een band verrekend. Wel moet de verkoper dan de gebruikte banden van de eindklant ‘aanvaarden’. Kortom de verkoper fungeert dan ook als inzamelaar. In 2022 telde Recytyre op die manier meer dan 5000 inzamelpunten.

Het geld dat Recytyre haalt uit de milieubijdragen wordt voor een klein deel gebruikt om de eigen werking te financieren maar vooral om de ophalers te betalen.

Die ophalers noemen ze bij Recytyre ‘actieve partners’. In 2022 waren er ruim 40 dergelijke partners die dus gebruikte banden bij de verkooppunten ophalen. Zij moeten aan Recytyre rapporteren hoeveel banden en van welk type zij inzamelen. Bovendien moeten zij kunnen verzekeren dat de gebruikte banden worden afgevoerd naar een erkende verwerker. Momenteel zijn er meer dan 80 dergelijke verwerkers die de banden shredderen en de aanwezige materialen zoals rubber, kunststof, textiel en metaal sorteren om er een nieuwe industriële bestemming te kunnen aan geven.

1-tegen-1 principe

Om de kostenstructuur – die uiteraard een invloed heeft op het tarief van de milieubijdragen – binnen de perken te houden, is het voor de verkooppunten van nieuwe banden, die dan uiteraard ook meestal ophaalpunten zijn van afvalbanden, belangrijk dat ze het 1-tegen-1-principe respecteren.

Chris Lorquet verduidelijkt: “Voor elke nieuwe band die zij verkopen en/of monteren en waarvoor zij een milieubijdrage aanrekenen aan hun klanten, hebben ze het recht op het gratis laten ophalen van een oude, gelijkaardige band. Om het 1-tegen-1-principe beter beheersbaar te maken, zullen de ophaalpunten in de toekomst hun “target” van nabij kunnen opvolgen. Dit “target” is een inschatting van het jaarlijks verwachte op- haalvolume van banden -per categorie- voor elk ophaalpunt. Het werkt als een barometer, zodat kan gecheckt worden of de hoeveelheid afvalbanden die worden opgehaald in verhouding staat tot het aantal verkochte nieuwe banden. Het wordt bepaald aan de hand van gemiddelde verkoopvolumes van de afgelopen 3 jaar. Bij nieuwe registraties wordt het bepaald op basis van een schatting in het businessplan. Uiteraard is dit target aanpasbaar aan de commerciële realiteit. Bij elke ophaalbeurt zal het ophaalpunt een indicatie krijgen van het volume dat volgens het 1-tegen-1-principe tijdens het lopende jaar nog gratis kan opgehaald worden, zodat er geanticipeerd kan worden als dit volume het ‘target’ dreigt te overstijgen.”

This article is from: