2 minute read

in memoriam Albert Mensema

Op 23 december 2020 overleed op 74-jarige leeftijd Albertus Jans Mensema. Hij was ruim 35 jaar (1972-2007) werkzaam bij Historisch Centrum Overijssel en haar rechtsvoorgangers.

Je kon niet om Albert Mensema heen. Niet alleen zijn postuur, maar ook zijn kleding, houding en uitstraling vielen meteen op. Albert was een perfecte gastheer, als je het genoegen mocht smaken om uitgenodigd te worden voor een “voedzame maaltijd” in hun stadspaleisje “het Hof van Suythem” te Zwolle. Hij genoot van een goede sigaar, een wijntje en lekker eten. En na afloop – bij een kop koffie in de herensalon – ging hij een stevige discussie niet uit de weg.

“Origo, Amoris, Amicitia”, vrij vertaald: de oorsprong van vriendschap is liefde. Deze spreuk markeert de verbondenheid die Albert voelde met zijn levenspartner Arnold Gevers. Ik herinner me een zwart-wit foto uit 1974. Beide heren in een hun kenmerkende pose, staande tussen stellingen met dikke folianten in de “romantische” Sassenpoort. Dit verbond in leven én werken mocht 47 jaar duren.

Albert kon zich als geen ander inleven in de adellijke identiteit en de wijze waarop edelen zich konden uiten. Exemplarisch was zijn optreden als drost Arend Sloet bij de presentatie van het 2e deel uit de serie Overijsselse Biografieën in 1992. Na afloop vroeg menigeen zich af: hing er niet altijd al een “adellijke geurtje” rond het Groningse geslacht Mensema?

Groot kenner van de Overijsselse adel

Al op jonge leeftijd was Albert geboeid door burchten en ridders. Deze belangstelling voor genealogie, heraldiek en geschiedenis deed hem besluiten om archivaris te worden. Hij begon op 1 juni 1972 zijn loopbaan als archivaris bij het voormalige Rijksarchief in Overijssel. Gedurende 35 jaar heeft hij getracht zijn liefde voor het vak en zijn kennis van de boeiende inhoud van het rijke archiefmateriaal met anderen te delen: in de leeszaal, tijdens cursussen, congressen en symposia, door het vervaardigen van inventarissen van huis- en familiearchieven, alsmede van talloze publicaties, met name over de adel in Overijssel en de Vrijmetselarij. Als zijn standaardwerken kunnen worden beschouwd de inventaris van het Stadsarchief Zwolle (2007) en uiteraard – ongeëvenaard – de drie delen over de havezaten en hun bewoners in Salland (1983), Twente (1995) en het Land van Vollenhove (2004). Hij ontwikkelde zich tot dé autoriteit op het gebied van de Overijsselse adel. Hij onderhield goede contacten met diverse adellijke families en was een graag geziene gast tijdens bijeenkomsten in havezaten en kastelen. Als “ouderwetse en geleerde“ archivaris voelde hij zich daarnaast zeer verbonden in de lijn en traditie van vroegere rijksarchivarissen van het voormalige Rijksarchief in Overijssel.

Afscheid

Zijn overlijden is een groot verlies, niet alleen voor zijn partner en familie, maar ook voor ons als zijn oud-collega’s en vrienden. Albert is nu opgenomen in de Hemelse eregalerij van Overijsselse archivarissen. Ik zie hem daar al staan, zwaaiend naast Jan Wigger.

Namens alle collega’s van Historisch Centrum Overijssel,

Johan Seekles

This article is from: