4 minute read
Harmen van Delden en het Noetseler twistveen
Landmeters leefden van ruzie. Als twee grondeigenaren elkaars rechten betwistten, dan werd er nog wel eens een beroep gedaan op zo’n vakman. In 1639 was er een verschil van mening over de visrechten in de Regge. De Zwollenaar Harmen van Delden kreeg opdracht de Regge tussen Hellendoorn en Den Ham in kaart te brengen. Bij de havezate Rhaan tekende hij twee hekwerken in het riviertje. Het is de oudste bekende afbeelding op een Nederlandse kaart van een aalstal: een afsluiting in de rivier om met netten, fuiken of korven paling te vangen. Blijkbaar spitste het conflict zich toe op de plaats waar Johan van Coeverden, heer van Rhaan, zijn vis liet vangen.
DOOR DINAND WEBBINK
Tien jaar later is Harmen opnieuw in het kerspel Hellendoorn aan het werk. Dit keer zijn het de markebesturen van Noetsele (tegenwoordig onderdeel van Nijverdal) en Notter-Zuna die het niet met elkaar eens kunnen worden over wie nu precies recht heeft op welk deel van het veen dat de grens vormde tussen beide marken.
Het bruine goud
Veengebieden waren bij uitstek geschikt om als grens te dienen. Het veen was ontoegankelijk, onbegaanbaar en economisch oninteressant. Geen mens wilde er zijn, op een enkele schaapherder na. Het was onland: ‘… land dat niet te betreden en water dat niet te bevaren is’, schreef de Romeinse geschiedschrijver Tacitus (ca. 56-117). De grens tussen Salland en Twente wordt dus niet gevormd door de Regge, al helemaal niet door de Sallandse Heuvelrug, maar loopt door de ooit ondoordringbare ‘moerige veenen’ die lagen tussen Coevorden en Rijssen. Zolang niemand baat had bij de niet te exploiteren en onbewoonbare gronden was er geen probleem. Zo werd ook de grens tussen de marke Noetsele en de marke Notter-Zuna getrokken door het Zunasche Veen, tegenwoordig ook Zunasche Heide genoemd. Toch is het veen niet helemaal nutteloos, zo ontdekten boeren al gauw toen ze zich aan de rand ervan vestigden. Je kon het veen afgraven, de brokken laten drogen en dan had je prima brandstof: turf. De vervening kwam op gang. Aanvankelijk kleinschalig, alleen voor eigen gebruik. Naarmate de bevolking toenam gingen verveners ook voor anderen werken. Het ‘bruine goud’ was ontdekt, het veen was geld waard en er zat handel in. Aan beide kanten van het Zunasche veen werd gegraven. Zolang de turfstekers elkaar niet ontmoetten, was er niets aan de hand. De voorraad leek onuitputtelijk.
Het twistveen in beeld
De eerste conflicten tussen de turfgravers uit Noetsele en Notter-Zuna ontstonden al in de vijftiende eeuw. Het kwam zelfs tot een rechtszaak. Een wijze rechter stelde de grens vast. Er werd een steen geplaatst en een plek in de Regge aangewezen, tussen welke twee punten in een rechte lijn de grens liep, ‘ter ewiger gedaghtenisse’. Maar grensstenen kunnen worden verplaatst en rivierlopen kunnen worden verlegd. De boeren bleven ruziën en de grens werd opnieuw vastgesteld. Tegelijk besloten de heren van het Noetseler markebestuur de veengrond te verdelen tussen de verschillende eigenaren van boerenerven die er meenden recht op te hebben. Om duidelijk in beeld te krijgen wat er precies te vergeven viel, werd Harmen van Delden in 1649 gevraagd het gebied in kaart te brengen. Het omstreden terrein was opgedeeld in blokken, vierkante of langwerpige stukken grond, een beproefde methode om de moerassige grond te vervenen en te ontginnen. Deze blokken lagen precies langs de grens, de ‘Lemijte’, van Noetsele en Notter-Zuna en werden nauwkeurig opgemeten. Aansluitend aan de oostgrens tekende Harmen een onregelmatig begrensd gebied waarin hij schreef: ‘Dit is úijt gegraven Veen Landt inde blocken’. Het twistveen in beeld: blijkbaar was er al ‘torff’ gestoken en gezien de ligging van de strook moet dat gedaan zijn door boeren uit Notter. Illegaal natuurlijk, volgens de Noetseler boeren.
Harmen van Delden
Voor regionale historici is de kaart een interessante bron van informatie en nog steeds zijn in het huidige landschap elementen terug te vinden die de Zwollenaar optekende. Wie was deze Harmen? Hij noemde zich een ‘geadmiteerde Lant-Meeter binnen Zwolle’, daarmee aangevend dat hij door de overheid geregistreerd was, de nodige examens had afgelegd en gerechtigd was zijn beroep uit te oefenen. Verder is er maar weinig over hem bekend. Dat hij oorspronkelijk uit Delden kwam, lijkt evident. Opvallend is dat hij zich later Van Lentinck noemt. In Bentelo, Ambt Delden, werd al in 1477 een erve Lentelink genoemd. Wellicht stond daar Harmens wieg.
De rust hersteld?
Het duurde nog een jaar of tien voordat het daadwerkelijk tot een verdeling kwam. De rust in het grensgebied leek hersteld. Echter, in 1712 bleek dat de boeren uit Notter de ‘Lemijte’ al jaren niet meer als grens accepteerden. Pas in het midden van de negentiende eeuw werden de gemeenschappelijke gronden definitief verdeeld en de marken opgeheven. Daarmee was de twist om het veen beslecht. ●
Driemarkenpunt
In samenwerking met Staatsbosbeheer en de Provincie Overijssel maakt de Historische Kring Hellendoorn- Nijverdal de geschiedenis zichtbaar in het voormalige veengebied de Zunasche Heide. Met veldkeien worden oude markegrenzen aangegeven en er is een zuil geplaatst op het ‘driemarkenpunt’ van de vroegere marken Noetsele, Notter-Zuna en Rijssen. De natuurwaarden worden door Staatsbosbeheer hersteld. De verdroging wordt tegengegaan, zodat het gebied weer voedselrijk wordt en wulp, kievit en grutto er veilig kunnen broeden.