Nationaal evenement
Op zaterdag 24 juni 2023 wordt voor de 19e maal de Nederlandse Veteranendag georganiseerd. Dan bedanken we de meer dan 100.000 veteranen die zijn ingezet in dienst van de vrede, nu en in het verleden.
Blijf op de hoogte via veteranendag.nl en/of meldt u aan voor de VeteranenMail.
Founder Organisatie HoofdpartnerVUURLINIE
REDACTIONEEL KORT NIEUWS
Dicht bij huis
Ik kan me nog herinneren dat ik als jongeling tijdens de Vierdaagse – ik woonde in de buurt van Nijmegen – opeens mensen zag lopen in T-shirts met daarop de tekst: ‘Is het hier oorlog?’ En toen ik begin jaren tachtig in Eindho ven naar de middelbare school ging, liepen veel van mijn klasgenoten mee in Ban de Bom-demonstraties.
Hoe anders is het nu. Natuurlijk, je moet altijd kritisch blijven, en dat geldt ook voor ons defensieapparaat, maar ik denk dat veel mensen de laatste tijd een andere kijk op onze strijdkrachten hebben. Het komt opeens zo dichtbij. Er is een oorlog op het Europese vasteland, zo dichtbij dat je met een dag flink doortuffen in de Oekraïense hoofdstad bent. Opeens beseffen we dat ons welzijn onder druk staat, want wat gaat Rusland deze winter met de aanvoer van gas doen? En tot slot, en mogelijk nóg dichter bij huis: drie Nederlandse militairen raken betrokken bij een schietpartij in de Ver enigde Staten – en eentje overleeft het niet. Net enkele maanden geleden was een neef van mij in de VS gestationeerd. De eerste vraag die in mij opkwam, was dus inder daad… ‘Het zal toch niet mijn neef zijn?’ Deze editie van de Militaire Courant staat bol van actualiteiten die ons ook echt raken. Lees het interview met admiraal Tas, over zijn kijk op de rol die de marine dagelijks vervult om ons welzijn te garanderen (p.14). Beleef de oefening Vigorous Bison mee, en besef hoe makkelijk een oefening dodelijke werkelijkheid kan worden (p.6). Bezoek de set van de film De Vuurlinie, gebaseerd op het leven van Marco Kroon, en besef ook daar: ooit was dit werkelijkheid (p.22). Leer van Dominique Schreimacher hoe een militaire mentaliteit ook buiten Defensie effectief kan zijn (p.19), en van Anton Nootenboom hoe hij blootsvoets door Australië lopend een mentaliteitsverandering teweegbracht (p.42). Maar ook: zie de mens achter het beroep, de kern van de strijdkracht: mannen en vrouwen die met passie hun vak uitoefenen en weten, wéten, dat als het erop aan komt, ze niet zeggen: ‘Het is vijf uur, ik ga naar huis’, maar bereid zijn alles op te offeren om onze manier van leven te bescher men. Chapeau.
Antal GiesbersRedacteur Militaire Courant
Counter-droneoefeningen NAVO
De technologische ontwik kelingen van drones gaan razendsnel. Dus blijven de NAVO en Nederland zoeken naar oplos singen om daar weerbaar tegen te zijn. De NAVO ontwikkelt op dit
moment een mogelijk standaard protocol voor counter-dronesystemen. En daarmee oefent de NAVO tot en met 23 september, samen met Defensie, in Vrede peel. Tijdens deze counter-droneoefening nemen verschillende partijen deel, zoals buiten landse eenheden, industrie en onderzoeksinstituten.
Simmie Poetsema terug in Nederland
Het stoffelijk overschot van Simmie Poetsema is in Nederland aangekomen. De 26-jarige com mando overleed begin deze week in de Verenigde Staten aan de ver wondingen die hij opliep nadat hij en twee collega’s in Indianapolis
werden beschoten. Onder een ereescorte van lokale politieagenten werd zijn lichaam naar een vliegveld gebracht. Het toestel, met aan boord de familie van Poetsema, zijn twee gewond geraakte col lega’s en zijn eenheid, landde op vliegveld Eindhoven. Minister van Defensie Kajsa Ollongren heeft haar medeleven overgebracht aan de familie.
Missing Man formatie boven
Indië Monument
Vier F-16’s voerden op 3 sep tember een missing manformatie uit boven het Nationaal Indië Monument bij Roermond.
Ze deden dit vanwege de jaar lijkse herdenking van de ruim 6.200 Nederlandse militairen die sneuvelden in voormalig Neder lands-Indië en Nieuw-Guinea in de periode 1945–1962. Ministerpresident Rutte herhaalde bij deze gelegenheid zijn eerder namens het kabinet gemaakte excuses.
INHOUD
Op de set van De Vuurlinie , p.22
Oefening Vigorous Bison 6
Mijn functie 11 Actuele missies 12 Admiraal René Tas 14
Column Marc Bentinck 17
Onbekende Helden: Dominique Schreinemacher 18
Op de filmset van De Vuurlinie 23 Factsheet Leopard 1-brugleggende tank 24
In bedrijf: koelvest van TNO 26 Lisette Mattaar, directeur vfonds 28
NIMH: Dag van de Militaire Geschiedenis 31
HCSS: het belang van de Noordzee 32
In memoriam: Koningin Elizabeth II 35
Militair chirurg Mark van den Baar 36
Column Niels Roelen 45
Prijsvraag en colofon 47
Drugs gevonden in container Curaçao
In een container van Defensie op Curaçao is begin september een grote partij drugs gevonden. De container stond gereed
voor verscheping naar Neder land. Het Korps Politie Curaçao doet samen met het OM en de Koninklijke Marechaussee ver der onderzoek. In maart van dit jaar onderschepte Zr.Ms. Friesland 850 kilo contrabande in Caribische wateren.
Boeken
Interview Tom Middendorp over De klimaatgeneraal 38
Recensie Het gezicht van de Eerste Wereldoorlog 41
Recensie The Barefoot Dutchman 42
EINDMARS
OEFENING
Het was de week waarin Oekraïne een offensief startte om havenstad Cherson te heroveren op Rusland. En de week waarin Michail Gorbatsjov stierf op 91-jarige leeftijd, de laatste president van de Sovjet-Unie, die een einde maakte aan de Koude Oorlog en de Russen wilde verlossen van het verstikkende systeem. Het was bovendien de week waarin Vigorous Bison van start ging, een militaire oefening van de 43ste Gemechaniseerde Brigade. Een exercitie die tegen de achtergrond van de ontwikkelingen in Oekraïne relevanter en urgenter is dan ooit. Verslaggever Robert van Weperen reisde embedded mee naar dit virtuele front op uitnodiging van het ministerie van Defensie (MinDef).
DOOR ROBERT VAN WEPERENChauffeur Jos – die naar eigen zeggen al 47 keer de wereld rond reed – stuurt met zijn luchtgeveerde VDL-touringcar een ploeg van veertien journalisten in één ruk van de Du Moulinkazerne in Amersfoort naar Kamp Klietz, zo’n 100 kilometer ten westen van Berlijn. De journalisten ver tegenwoordigen onder andere De Telegraaf, drie kerkelijke kranten, RTV Drenthe en het ANP. Maar ook iemand als Miquel van de Facebookpagina Kuine’s Military Photography, met een slordige 20k volgers, is van de partij. En last but not least de Militaire Courant Kortom: een perspeloton van een kloek kaliber, om alvast in het jargon te komen. Chef d’équipe Ronald houdt namens MinDef het moreel hoog door regelmatig met een zak Autodrop – editie zoetzacht – door het gangpad te crui sen. Strak zeven uur later draaien we het kazerneterrein op. Witte gebouwen, bomen en grasveldjes verwelkomen de verslaggevers. Stoel 27 grapt dat we op een recre atiepark zijn geland. De schemering helpt de fantasie.
Briefing
Brigadegeneraal Roland de Jong – opgewekte blik, toegankelijk type – verwelkomt ons in een sober ingericht klaslokaal. ‘Jullie zitten morgen front row bij een oefening die óók geldt ter voorbereiding van een NAVOoptreden indien door Rusland de situatie verder escaleert. Sowieso zijn wij altijd op alles voorbereid, maar door de huidige stand van zaken hebben we onze focus ver legd naar major combat.’ De Jong bedoelt natuurlijk: oorlog voor het eggie. We zullen een virtueel ‘staal tegen staal’-gevecht zien, met letterlijk de zwaarste pant servoertuigen, die ook nog eens strak staan van de elektronische
apparatuur. Tijdens de oefening zullen waarnemers checken of de legereenheid klaar is voor het echte werk, dus als het virtuele er definitief vanaf is. De waarne mers zijn onafhankelijk, of, in de woorden van de generaal: ‘Geen “Wij van WC-Eend adviseren WC-Eend”-toestanden.’
De bevelvoerend officier wijst er nog even fijntjes op dat Neder land lang geleden 900 tanks in de schuur had staan, maar dat dat aantal tot voor kort tot een ferme nul stuks gereduceerd was. Noodgedwongen leasen we nu tanks van de Duitsers. De Jong legt ook uit dat de zwaarst gepantserde brigade van Neder land intensief samenwerkt met het Duitse leger, en trakteert de aanwezigen op het begrip interoperabiliteit. Een term die bij een potje Scrabble vast goed is voor dubbele woordwaarde, maar in de militaire praktijk staat voor een rimpelloze communicatie en dito samenwerking tussen de Duitse en Nederlandse eenheden. Soms is Engels de voertaal, maar door gaans Hoogduits. Tot slot schetst de generaal met een toefje ironie de cultuurverschillen tussen de militairen uit beide buurlanden. ‘Duitsers hebben voor alles een voorschrift en vragen zich bij elke situatie af: “Wat staat er in het boekje?” Terwijl Nederlanders niet eens weten dat er een boekje is. Dat is soms lastig, maar het bete kent ook dat onze landgenoten uitstekend kunnen improviseren en linksom of rechtsom de klus klaren.’ De Jong sluit af met wat cijfers. ‘De hele operatie, waar bij we 900 man (m/v) en zo’n 375 voortuigen inzetten, kostte negen maanden voorbereiding. Nee, oor log voeren is niet gemakkelijk.’
Grondoefening Naturpark Westhavelland
Een Scania Gryphus brengt ons naar het oefengebied. Iedereen zit, gegespt in een vierpuntsgordel, ingeklemd in een stalen kooi. Dat lijkt overdreven, totdat de truck door open terrein moet ploegen. We stuiteren alle kanten op. ‘In de Efteling moet je hiervoor beta len,’ schreeuwt een collega dwars door de stofwolk die bezit heeft genomen van onze geïmproviseerde pretparkattractie. Blauwgebeukt arri veren we bij een wal, waar we een wijds uitzicht hebben op een eindeloze vre dige heide. Maar niet voor lang, want plots schieten er vanuit de bosjes brullende pantservoertuigen tevoorschijn. Ze komen met een angstaanjagende snelheid op ons af. Ze knallen zo hard over de paden dat een zandstorm de gortdroge heide gro tendeels opslokt. De spektakelfactor krijgt er nog eens twee streepjes bij als een bonk staal op rups banden – een 35 ton zware CV90 – vlak voor onze inmiddels verbleekte neusjes stopt. Dan springen er zeven hardcore, tot de tanden toe bewapende infanteristen uit de buik van het pantservoertuig, die vervolgens hollend dekking zoeken achter ‘ons’ heuveltje. Ze beginnen meteen als een dolle te schieten. Gelukkig heeft Ronald óók oordoppen uitgedeeld, maar die zijn amper in staat de herrie af te knijpen. Eenmaal hersteld van de eerste schrik, richten enkele journalisten hun 400 mm
BRITSEN EN GROEPSANITAIR
Villa #6 is voor de mannen. De kamers moeten met twee of drie maatjes gedeeld worden. (Pure verwennerij volgens een collega die eerder met MinDef een uitstapje maakte. Soms sliepen ze met z’n twaalven op een slaapzaal.)
Ik deel met het Nederlands Dagblad een kamer met prima bedden, schoon beddengoed – wel zelf opmaken –twee stoelen en een tafel. De TL-lamp aan het plafond zou prima dienstdoen in een verhoorkamer. Douchen gebeurt in groepsverband, de wc valt buiten de ‘shared spaces’.
‘Dekkersma, pak die fukking radio!’
telelenzen op het geweld en schie ten vervolgens zonder mededogen op de mannen waarvan de adre naline tot in hun haarvaten giert. De zandhazen gaan echter zo op in hun missie, dat ze zich geen seconde van de wijs laten brengen door de persmuskieten. Pas wan neer enkele collega’s in hun ijver het zicht op de vijand wegnemen, klinkt er ongefilterd getier en gevloek. De bevelen vliegen heen en weer over de heide. ‘Over de kullie.’ (kuil?) ‘Dekkersma pak die fukkin’ radio.’ ‘Links – herstel rechts – van jou gaan we een inbraak doen.’ Generaal De Jong had uitgelegd dat alle soldaten sensoren dragen die reageren zodra ze geraakt zijn. ‘Zie het als laser gamen, maar dan ++. Want de sensoren meten ook of iemand gewond of zelfs dood is.’ En zowaar gaat er iemand vlak voor onze ogen neer. Hij is ver plicht zijn helm af te zetten, zodat zijn maten weten dat hij eruit ligt. Killed in action. Een irritant speakertje, verstopt in zijn vest, roept tot vervelens toe: ‘Killed, killed.’ Toch kan hij het niet laten af en toe een aanwijzing te geven aan de mannen die zich verder naar voren vechten. Dan blijkt dat militair Steenman effectief uit zijn kin bloedt. In zijn ijver is hij over een staaldraad gestruikeld die de doelen van de schietbaan laat bewegen. Tissues en water uit de SUV van een waarnemer bieden
verlichting.
Net wanneer het journaille dit deel van de oorlog voor gezien wil houden, gaat even verderop een zogenoemde Kodiak helemaal los op een vier meter hoge aarden wal. Het bakbeest legt maar liefst 62 ton in de schaal en met zijn enorme grijparmen heeft hij alles weg van het vliegend hert. Inder daad, die ene vervaarlijk uitziende kever. In een paar slagen schuift hij de hindernis aan de kant, alsof het een zandkasteel op het Scheve ningse strand betreft.
Vogelschutzgebiet Klietzer Keide
Per vrachtwagen verkassen we richting het – sorry vogels –Vogelschutzgebiet Klietzer Heide. De oefening dicteert dat er over de rivier de Havel een pontonbrug van zo’n 90 meter moet komen. Majoor Alain Brocken, plaatsver vangend bataljonscommandant, introduceert deze ‘brugslag’ als een van de meest complexe mili taire operaties. Daar blijkt geen letter van gelogen. We zien dui kers die de rivierbodem scannen op obstakels. Verkenners die per zodiac (rubber boot) heimelijk de overkant moeten bereiken om een bruggenhoofd te vormen. Als de kust veilig is verklaard, rijdt een vrachtwagen beladen met immense pontondelen achter waarts de rivier in zodat zijn last het water in kan glijden. Door de opwaartse druk vouwt de ponton zich vanzelf uit als een vierkante, donkergroene XXL-waterlelie. Daarna is het de beurt aan een driftig duwbootje, dat meteen zijn ‘bumper’ tegen het gevaarte ramt, waarna een soldaat op het ponton springt. Razendsnel moet hij met twee touwen het drijvende, stalen platform klem vastsjorren aan het bootje. Een bloedlinke klus, omdat bij een verkeerde manoeuvre zijn hand, arm of been geplet kan worden. Of erger. Terwijl we dit
staaltje behendigheid veilig vanaf de oever gadeslaan, beklemtoont de majoor dat deze operatie in een oorlogssituatie nog vele malen ris kanter is. Want dan gebeurt zoiets in het holst van de nacht. En dan niet onder de rook van Berlijn, maar misschien wel bij de Severski Donets. Niet toevallig komt die rivier vaker ter sprake op de wal lekant. De ponton-operatie van de Russen in mei dit jaar liet zien hoe het níet moet.
Tegen deze bloedserieuze achter grond zijn we onbedoeld ook getuige van een paar relativerende bloopers. Zo dobberen maar liefst drie pleziervaartuigen dwars door het strijdtoneel. En welgeteld acht fietsers, die de Havel-Radweg volgen, zigzaggen doodgemoe dereerd langs de tanks en vracht wagens. Als apotheose, wanneer het laatste pontondeel de brug afmaakt, is het de beurt aan de Fenneks, de Boxers, de CV90’ers en de Leopards. Een voor een mogen ze proberen de overkant te halen. Zelfs de Kodiak waagt het erop en drukt tot ieders geruststelling alleen het eerste deel van de brug even onder water. Voor de rest gaat alles als de gesmeerde bliksem, zodat ook dit deel van de oefening een vinkje krijgt.
Ingerukt mars
Het zit er bijna op, eenzelfde comfortabele bus koerst ons huis waarts. Eindelijk is er tijd even na te praten. Maar ook om notities uit te werken, de beste foto’s te selecteren of verhalen met vier vingers uit te typen, die twee dagen later een spread in de krant moeten opleveren. Ronald gaat opnieuw met de zak rond, net zo lang totdat het laatste dropje eruit wordt gevist (ter hoogte van afslag Oldenzaal). Dan volgt het afscheid op de parkeerplaats annex ereplein van de Du Moulinkazerne. Het is ingerukt mars.
Vooraf aan de busrit wordt er een lunchpakket uitgedeeld in de smaken ‘normaal’ en ‘vegetarisch’. ‘Normaal’ komt neer op een krentenbol en een Broodje Bal. De vegetarische variant is goed voor twee EBZB-eetjes (Een Broodje Zonder Beleg.) Op de eerste avond schaft de pot: Cupa-Soup, aardappelen met peen, rundvlees en frisdrank. Foodies en diehard gezondheidsfreaks kunnen als toetje
wat vitamientjes opdiepen uit een kist vol appels en mandarijnen. Voor het ontbijt is er o.a. keuze uit hagelslag (puur of melk), jam en yoghurt. En kaas en cervelaatworst die per plakje afzonderlijk in cello faan zijn verpakt. Verder is er koffie en limonade in pakjes. Sluipmoordenaar Suiker krijgt verrassend veel middelen om de brigade van binnenuit te neutraliseren.
In een paar slagen schuift de Kodiak de hindernis aan de kant, alsof het een zandkasteel is op het Scheveningse strand.
OEFENING
Wever, 25. ‘Ik ben ruim een jaar bij het leger. Daarvoor was ik slager. Nu ben ik een PIO, een pionier, zeg maar een menselijke TomTom. Ik heb een Colt, 40 mm op zak, munitie en een pakje sigaretten. Nee, de oorlog in Oekraïne heeft voor mij niks veranderd. Als het moet dan moet het, ik heb hiervoor gekozen.’
Obed, 23. ‘Ja, ik lig eruit, ik ben uitgeschakeld. Echt heel jammer, want nu ben ik mijn kameraden kwijt. Zij moeten nu zonder mij verder. Mijn functie is Combat Life Saver. Ik ben geen verpleegkundige, maar moet eerste hulp kunnen bieden als iemand gewond raakt. Als wapen heb ik een Minimi (mini-mitrailleur). Ik vind het fantastisch om nu hier te zijn. Eindelijk kunnen we laten zien wat we waard zijn.’
MIJN FUNCTIE
Esmé, 28. ‘Vier jaar geleden ben ik bij Defensie begonnen. Ik ben chauffeur op een ziekenauto. Ik heb zelf geen medische achtergrond, maar assisteer de verpleegkundige, mijn bijrijder. Eigenlijk wilde ik bij de Luchtmobiele Brigade. ik kwam helaas niet door de test, maar heb het hier enorm naar mijn zin. Tip voor vrouwen die misschien ook het leger in willen? Wees jezelf, wees bewust van jezelf, dan komt het helemaal goed.’
Brandon, 26. ‘Ik ben boordschutter op een CV90. De munitie heeft een kaliber van 35 mm. Genoeg om door een gepantserd voertuig heen te schieten. Dat ik nu militair ben, is een kleine kinderdroom. Ja, deze oefening vind ik geweldig, ik heb er maanden naar uitgekeken.’
De rubriek ‘Mijn Functie’ is mede mogelijk gemaakt door Noventas verzekeringen.
Mali (EUTM, EUCAP Sahel en Minusma)
Nederland draagt met vijf militairen bij aan de EU-trai ningsmissie in Mali (EUTM Mali). Die traint Malinese strijdkrachten en adviseert om de zogeheten G5-troe penmacht operationeel te maken. Deze G5 bestaat uit Mali, Burkina Faso, Mau ritanië, Niger, Tsjaad. Ook levert Nederland maximaal vijftien functionarissen voor de civiele missies van de EU in de Sahel (EUCAP Sahel). Die zijn gericht op verster king van de binnenlandse veiligheidssectoren in Mali en Niger. Daarnaast levert Nederland aan de VN-missie Minusma maximaal tien functionarissen van politie en Koninklijke Marechaus see, en twee tot drie mili taire stafofficieren.
OEGANDA (ACOTA)
Nederland neemt soms deel aan het Global Peace Ope rations Initiative (voorheen Africa Contingency Operations Training & Assistance (ACOTA)-programma). Het programma vergroot de capaciteiten van 25 Afri kaanse landen door instruc tie en training, zodat deze in Afrika vredesmissies kunnen uitvoeren (met een mandaat van de Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie).
LITOUWEN (eFP)
Defensie levert een bijdrage aan de versterkte militaire aanwezigheid van de NAVO in Litouwen, de zogeheten enhanced Forward Presence. Het gaat om 270 militairen voor een multinationale battlegroup. Het bataljon waarvan Nederland deel uit maakt, staat onder Duitse leiding en is gestationeerd in Rukla. Het is een van de ‘geruststellende maatrege len’ voor de Oost-Europese bondgenoten.
ROEMENIË (NAVO-oefening)
150 militairen van de lucht mobiele brigade trainen in verband met de oorlog in Oekraïne in Roemenië in plaats van in Duitsland. Door aan de NAVO-grenzen te oefenen geeft de NAVO een krachtig signaal af rich ting Rusland.
LIBANON, SYRIË EN ISRAËL (UNTSO)
De United Nations Truce Supervision Organization (UNTSO) observeert de afge sproken bestandslijnen tus sen Libanon, Syrië en Israël. UNTSO opereert in hetzelfde gebied als UNDOF (United Nations Disengagement Observer Force). En in ZuidLibanon in hetzelfde gebied als UNIFIL (United Nati ons International Force In Lebanon). Nederland levert twaalf militairen aan deze missie.
GAZASTROOK (EU BAM en USSC)
De European Union Bor der Assistance Mission (EU BAM) is een missie van de Europese Unie. De missie helpt bij het grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah in de Gazastrook. Nederland draagt in de regio ook bij aan de United States Security Coordinator (USSC). Deze missie vindt plaats in Ramallah op de Westelijke Jordaanoever.
IRAK (Militaire trainers)
De Nederlandse Luchtmo biele Brigade ondersteunt het speciale operaties-trai ningscentrum in de omge ving van Bagdad. Inmiddels is er een compagnie van 120 militairen gearriveerd in Noord-Irak op vliegveld Erbil om deze locatie te beveiligen. Ook in Erbil geven Neder landers trainingen samen met partnerlanden. Twee Nederlandse militaire advi seurs vervullen een functie binnen de NAVO-capaciteits opbouwmissie in Irak. Er nemen ook vier Nederlandse civiele experts aan deel.
NEDERLANDSE MISSIES
BAHREIN (CMF)
Bij Combined Maritime For ces (CMF) werken marines uit 25 verschillende landen samen. CMF opereert in de wateren rond het Arabisch schiereiland en bestrijdt gewelddadig extremisme en terrorisme, piraterij, smok kel en mensenhandel en verbetert samen met lokale en andere partners de mari tieme veiligheid en stabili teit in de regio.
Terwijl u dit leest, zetten militairen zich in verschillende delen van de wereld in voor vrede en veiligheid. Op korte termijn ten behoeve van de lokale bevolking, maar op lange termijn draagt globale stabiliteit ook bij aan veiligheid in Nederland.
SOMALIË (VPD)
Marineschepen vergroten de veiligheid langs de scheepvaartroutes door de Golf van Aden en de Hoorn van Afrika bij Somalië. Zij verstoren en ontmoedigen hiermee zeerovers. Het aan tal gekaapte schepen is sinds 2012 sterk gedaald. Defensie stuurt in sommige geval len militaire beveiligings teams mee op Nederlandse zeetransporten.
Admiraal René Tas: ‘We moeten omschakelen naar effectiviteit, flexibiliteit en durf’
De Militaire Courant heeft de afgelopen jaren een podcast opgenomen met alle commandanten van de verschillende krijgsmachtdelen. Alleen de Koninklijke Marine ontbrak nog. Niet langer! Hoofdredacteur Jan Louwers
DOOR JAN LOUWERS
Tas stapte op achttienjarige leeftijd, vers van het vwo, bin nen bij het Koninklijk Insti tuut voor de Marine in Den Helder. Veertig jaar later is hij opgeklom men tot admiraal en Commandant Zeestrijdkrachten. ‘In een krijgsmacht komt de mis sie altijd op de eerste plaats; daarna komt het team en pas dan een keer jijzelf als individu. De marine is een club die de klus klaart, al sinds het jaar 1488 eigenlijk, met altijd beperkte middelen: je hebt je schip, maar je kunt niet om hulp naar huis bellen, dus je bent heel inventief. Wij zeggen altijd: alles is mogelijk, het onmogelijke duurt ietsje langer. Dat geldt niet alleen voor de officieren van het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM), maar voor elke mari neman en -vrouw.’
Tijdens de Wereldhavendagen, waar de marine tra ditioneel acte de présence geeft, ging Zr.Ms. Rotter dam vervroegd buitengaats om een Russisch schip te begeleiden. Dat klinkt best heftig… ‘Dat doen we al sinds de Koude Oorlog. Maar daarmee lieten we wel zien dat de marine precies doet wat ze moet doen: beschermen wat ons dierbaar is. Dat gaat om onze waarden, onze welvaart en ons welzijn.’
Is de dreiging nu niet groter?
‘Als je vorig jaar had voorspeld dat er een oorlog op het Europese vasteland zou uitbreken, dan had iedereen gezegd: “Gaat niet gebeuren!” Maar je moet altijd rekening houden met het ergste. Een van onze drie hoofdtaken is de bescherming van ons eigen en het bondgenootschappelijke grond gebied, dat schurkt hier tegenaan. De marine is die taak nooit vergeten en nu zie je hoe belangrijk dat is. Je kunt maar beter voorbereid zijn en fatsoenlijk kunnen afschrikken, want voorkomen is beter dan genezen.’
Hebben jullie daar wel de middelen voor?
‘Die hebben we nog, maar we zitten wel aan de onderkant. De nieuwe Defensienota komt geen moment te vroeg, en niet alleen vanwege de oorlog in Oekraïne. Al sinds de val van de Berlijnse Muur wordt er vooral bezuinigd op Defensie, waardoor we niet alleen op het gebied van het vervangen van oud materiaal, maar ook het op peil houden van voorraden echt wel op de bodem zaten. En we konden ook minder oefenen. Dat wordt nu teruggedraaid. Er is ook een nieuw arbeidsvoorwaardenak koord, met hogere salarissen en toelagen als je gaat varen of oefe nen. Dat kwam geen seconde te vroeg. ‘Met deze Defensienota vervangen we niet alleen oude spullen maar gaan we ook echt vernieuwen, zodat we gereed zijn voor de conflicten van de toekomst. Je ziet nu al dat conflicten veranderen van aard en omvang. Denk ook aan cyber, en space wordt steeds belangrijker. Je moet sneller zijn dan je tegenstander; dat draait om het verbinden van wapen- en comman dosystemen, van mensen en sensoren. Als ik nu een schip de zee op stuur samen met Britse en Ameri kaanse schepen, dan zijn ze binnen een dag volledig interoperabel.’
Was het nieuwe budget een voorwaarde voor u om de functie te aanvaarden?
‘Nee, alleen de vraag: kan ik het? De politiek bepaalt hoeveel we krijgen. Ik ben wel blij dat eindelijk een admiraal weer eens geld mag uitgeven.’
Verloopt dat uitgeven ook naar wens?
‘We weten wat we willen, maar het irriteert wel eens dat het niet sneller kan. We zijn eraan gewend geraakt om elk dubbeltje vijfmaal om te draaien. Veel regels zeggen je voorzichtig te zijn en alles te con troleren: begrijpelijk, maar daardoor duurt het heel lang. We moeten omschakelen van het denken in
efficiencytermen naar effectiviteitsdenken, van con troledenken naar flexibiliteit en durf. Langzaam zie je die mindset veranderen.’
Toch weet je dat de investeringen nu pas over vele jaren effect hebben…
‘Als je iets nieuws bouwt, dan moet je die ook over tien of dertig jaar kunnen inzetten. Zo moeten je schepen met onbemande systemen kunnen samen werken. En omdat drones steeds meer in zwermen worden ingezet, moet je niet investeren in dure raketten maar in laserwapens.’
De marine staat de laatste tijd vaak in het nieuws vanwege drugsvangsten in het Caribisch gebied. Winnen we die oorlog, of is het dweilen met de kraan open?
‘Als je niet dweilt, dan komt het water op een bepaald moment tot je kin en dan verzuip je. Dus ook dweilen met de kraan open heeft effect. In de West voeren we onze hoofdtaken 24/7 uit. We schrikken af, we hand haven de stabiliteit in de wereld en we ondersteu nen civiele autoriteiten. Daar komt bij dat we vaak
noodhulp bieden. We noemen dat HADR, Humani tarian Assistance and Disaster Relief. De marine daar is bijna een krijgsmacht op zich. Maar ik hoef niet de vinger aan de pols te houden. Onze Commandant der Zeemacht Caribisch gebied kan het heel goed alleen af, we hebben echt niet elke week contact nodig.’
Hoe zit het met de ondersteuning van het thuisfront en de opvang van personeel?
‘Het meeste gebeurt door het team zelf, onder verant woordelijkheid van de commandanten. De collega’s zorgen voor nuldelijnszorg. Niet professioneel, maar een luisterend oor vangt al veel potentiële ellende op. Daar zit weer een professionele organisatie achter die de begeleiding goed verzorgt. Dat was wel anders toen ik veertig jaar geleden in dienst kwam! ‘De marine was en is een geweldige baan, je doet ertoe, je beschermt wat ons dierbaar is. Het is een hightech bedrijf met veel avontuur, de hele wereld over. Ik zou bijna zeggen: waarom zou je niet bij de marine komen? Dat geldt niet alleen voor jongeren. Maar als ik weer achttien was, begon ik zo opnieuw!’
Wilt u het hele gesprek beluisteren? De aflevering van de Militaire Courant podcast met admiraal René Tas is te beluisteren via www.militairecourant.nl.
JEAN-CLAUDE VAN RIJCKEGHEM
COLUMN
Europa, weerbaarheid gevraagd!
Geconfronteerd met de terugkeer van interstate lijke oorlog op het Europese continent, houden westerse leiders elkaar bezwerend voor dat Poe tin met zijn oorlog tegen Oekraïne vooral het tegen overgestelde heeft bereikt van hetgeen hij beoogde. En inderdaad: afgaand op de uitkomst van de NAVOtop op 28-30 juni, is het Atlantisch bondgenootschap politiek in jaren niet zo saamhorig geweest, wordt het aanzienlijk versterkt met de toetreding van de voormalig neutrale landen Finland en Zweden, en wordt de permanente Amerikaanse militaire presen tie in Europa weer aanzienlijk opgevoerd. Van haar kant legde de EU Rusland ongekend harde financieeleconomische sancties op. En, voor het eerst in haar bestaan, waagde diezelfde EU zich aan wapenleveran ties, door de overdracht van militair materieel aan Oekraïne te financieren en te coördineren. Tot slot profileert de EU zich extra in het Russische ‘nabije buitenland’ met de toekenning van het kandidaat-lidmaatschap aan Oekraïne en Moldavië en, op termijn, Georgië. Kortom: met zijn vernietigingsoorlog tegen Oekraïne, is het Poetin gelukt zijn land langdurig te vervreemden van een weerbaarder gebleken Westen en afhankelijker te maken van een scherp calculerend China.
Op zich zijn dit beslist welkome opstekers voor de Oekraïense zaak. Poetin speelt echter op tijd – met inzet van grof geweld, disinformatie en, uiteindelijk, Ruslands overwicht in mensen en hulpbronnen. Voor Oekraïne betekent Poetins long game nóg meer doden, nóg meer verwoeste steden en infrastructuur – en dat alles in het beklemmende besef dat westelijke mili taire steun niet onbegrensd kan zijn. Van zijn kant zal het Westen, dat zijn internationale geloofwaardig heid heeft verbonden aan het overeind houden van een onafhankelijk Oekraïne, ondervinden dat het zijn eigen, individueel-consumentistische way of life niet kan afschermen van de om zich heen grijpende gevol gen van de oorlog in Oekraïne. Dit geldt zeker voor Europa, dat inmiddels met hoge inflatie en energie tekorten kampt. Instelling van onze economieën op een langdurige oorlog vereist dat na jaren van neo liberaal beleid onze eigen, uitgeholde Nederlandse overheid regisserende slagkracht ontwikkelt. Zeker ook wat de kerntaak defensie betreft. Alleen zó kun nen wij hopen om Oekraïne van wapens te blijven voorzien én tegelijkertijd de – pas begonnen – herbe wapening van onze krijgsmacht door te zetten. Wil die herbewapening werkelijk van de grond komen, dan zullen de structurele extra miljarden voor Defensie ambitieus moeten worden besteed – en mét
inschakeling van een veelzijdige, zelfscheppende en beschermde Nederlandse defensie-industrie. Tot dat laatste geeft de nota Defensie Industrie Strategie een goede aanzet – maar de nota (2018) dateert wél van vóór de Oekraïne-oorlog. Inmiddels moet volop en snel worden herbewapend. Reden te meer om in het bredere kader van een herboren nationaal industrie beleid systematisch in te zetten op verdere, autonome versterking van onze eigen defensie-industrie mid dels substantiële publieke en private investerin gen. Van een vitale Nederlandse defensie-industrie wordt verwacht dat zij onze krijgsmacht weer zoveel mogelijk van full spectrum-capaciteiten helpt voor zien, en internationaal succesvol weet te opereren. Met deelname aan de gevestigde trans-Atlantische defensiemarkt is onze industrie vertrouwd genoeg. Ingewikkelder ligt de Nederlandse positionering op de zich moeizaam ontwikkelende, politiek complexe Europese defensiemarkt met zijn hoge gehalte aan Brusselse bureaucratische acroniemen (EDF, PESCO, EVDB). Hier zien wij een ongemakkelijke interactie tussen, enerzijds, door Europees-autonome aspi raties ingegeven (financierings)instrumenten en, anderzijds, onverminderde vastbeslotenheid om de nationale defensie-industrieën te beschermen. In deze ‘jungle’ bewegen Frankrijk en Duitsland zich als grote spelers makkelijker dan de kleinere landen. Het is óók aan onze regering om Nederland hier niet te laten marginaliseren tot onderaannemer voor ‘niche’projecten. En neemt Nederland deel aan Europese projecten, laat het dan om projecten gaan die netto gevechtskracht toevoegen aan de NAVO. Meest aan sprekend project in dit verband is de verbetering van ‘militaire mobiliteit’. Met zijn logistieke spilfunctie binnen Europa treedt Nederland terecht op als ‘trek ker’ van dit EU-actieplan, dat in crisistijd de snelle aanvoer van voldoende geallieerde versterkingen naar de NAVO-oostflank naadloos moet laten verlopen. Nu zich over een breed front – van klimaat, migratie en voedselveiligheid tot de Oekraïne-oorlog – crises opstapelen, moet de ‘terugtredende overheid’ onver wijld plaats maken voor de ‘mobiliserende overheid’. Er is dringend behoefte aan overkoepelend vermogen om maatschappelijke weerbaarheid te organiseren. Poetins agressief revisionisme dringt ons nieuwe geopolitieke realiteiten op. Willen wij deze duurzaam opvangen, dan zullen vooral de EU-lidstaten zich niet alleen naar de buitenwereld toe, maar zeker ook bin nenlands beter moeten harnassen.
MARC BENTINCKMarc Bentinck is oud-diplomaat. Tussen 1983 en 2010 diende hij in de multilaterale veiligheidsdiplomatie, op welk terrein hij tegenwoordig gastcolleges en -seminars geeft, in combinatie met internationale onderzoeksopdrachten.
‘Vliegers zijn een ander slag mensen’
Een eigen bedrijf als militair: ‘Het verruimt je geest’
Dominique Schreinemacher is al twintig jaar militair vlieger en geeft naast haar werk bij Defensie lezingen en trainingen over de kwaliteiten en vaardigheden van militairen. Eerst vanuit Defensie en de afgelopen tien jaar vanuit haar eigen bedrijf: The Boost Company.
DOOR RINKE VAN DER PLAATKun je ons iets vertellen over je mili taire carrière en de start van The Boost Company?
‘Ik ben al twintig jaar militair vlie ger, wat aan het begin van mijn carrière echt uniek was. Vrou welijke vliegers die missies mee draaien waren er amper. Ik vond gelijk al dat er heel weinig bekend is over de kwaliteiten van mili tairen en wat je als militair nou eigenlijk doet. Zo’n vijftien jaar geleden was dat het duidelijkst. Ik weet nog dat ik in de kroeg stond en iemand een fles cola over me heen gooide, omdat hij zo tegen Defensie en “Afghanistan” was. Ik vond dat zó jammer. Iedereen mag natuurlijk zijn ideeën hebben, maar bijna niemand had kennis van onze kwaliteiten en taken. Volgens mij dachten ze allemaal dat we alleen maar zandzakken aan het vullen waren. Daarom ben ik er zo op gebrand om ons verhaal te vertellen.
‘Dat heb ik eigenlijk altijd voor Defensie gedaan. Tien jaar lang, waar en wanneer ze maar wilden. Ik werd steeds vaker gevraagd, maar Defensie vond niet alle
plekken geschikt om te spreken. Ik mocht het wel doen, maar dan in mijn eigen tijd. Op een gegeven moment was ik daar zoveel avon den en weekenden mee kwijt, dat ik erover begon na te denken om iets voor mezelf te beginnen. Toen kwam ik een zakenman tegen die me het advies gaf of mijn verhaal te “verkopen”. Zo ben ik The Boost Company gestart. Ik had geluk, want voor mijn allereerste lezing werd ik gevraagd voor het Topvrouwen Diner Nederland. Dat heeft mijn bedrijf echt een lift gegeven. Naar aanleiding van mijn inspirational speeches, waarin ik vertelde over de kwaliteiten en het gedachtegoed van militairen, vroegen bedrijven of ik ook trai ningen kon geven. Ik vind dat je alle kansen moet aangrijpen, dus daar heb ik ja op gezegd. Nu zijn we tien jaar verder, bestaat The Boost Company uit tien mensen en geef ik op wekelijkse basis lezingen.’
Bijna al jouw werknemers zijn militair vlieger, heeft dat een reden? ‘Verschillende groepen militairen hebben ook verschillende kwali teiten. Veel militairen die ook een bedrijf hebben zijn infanteristen. Die hebben dat doorzettingsver mogen en werken keihard om alles uit zichzelf te halen. Vliegers zijn een ander slag mensen. Het militair vliegerschap heeft namelijk ook veel te maken met een andere vorm van leiderschap, die niet altijd hiërarchisch is. Je moet supergoed samenwerken en heel strak rekening houden met planningen. Die combinatie zorgt
‘Ik had geluk, want voor mijn eerste lezing werd ik gevraagd voor het Topvrouwen Diner Nederland’
ervoor dat vliegers anders denken dan veel andere militairen. We zijn nu bezig om andere militairen en burgers te trainen in diezelfde skills.’
Je hebt als doel om de kwaliteiten en waarden van militairen over te dragen. Wat zijn die kwaliteiten en waarden die je als militair en vlieger uniek maken?
‘Wij zetten altijd dat extra stapje op de momenten waarop het ertoe doet, om voor anderen in te staan. Het maakt daarbij niet uit of je die ander wel of niet leuk vindt. In het bedrijfsleven zie je veel meer strijd. Je hoeft mensen die je niet leuk vindt echt niet op de barbe cue uit te nodigen, maar tijdens een missie sta je er en doet ieder een zijn taak voor de volle hon derd procent. Dat is een hele grote kwaliteit. Daarnaast denken militairen heel sterk in oplossingen en kansen. Bij ons is het antwoord nooit “Nee, het kan niet”, maar “Het kan wel, dit heb ik ervoor nodig”. Dat is een hele andere mindset. Daarnaast is onze manier van communiceren heel direct en helder. We vragen bijvoorbeeld altijd “Hoe heb je het ontvangen?” in plaats van “Heb je het begre pen?”. Ik kan nog wel twintig van dit soort voorbeelden noemen, maar het gaat om dit soort speci fieke kwaliteiten.’
Ooit heb je besloten om vlieger te worden. Kun je ons mee terugnemen naar dat besluit?
‘Ik was volgens mij dertien toen ik een militair vliegtuig, de Star fighter, zag vliegen op de televisie. Ik zei gelijk tegen mijn ouders dat ik dat ook wilde doen. Mijn moeder vond het allemaal prima, maar mijn vader zei: “Dat gaat niet gebeuren.” Hij heeft ongelijk gekregen, want vanaf dat moment ging ik naar vliegshows kijken en was ik er heel veel mee bezig.
Ik ben wel een beetje anders dan andere vliegers. Veel van hen zijn echt vlieger in hart en nieren. Dat ben ik niet echt. Ik wilde graag een heel tof beroep doen, waarbij je het uiterste uit jezelf en het team haalt. Dat besefte ik toen nog niet, maar dat voelde ik wel heel erg. Dat heb ik nog steeds. Met een team van bekenden en onbeken den op pad gaan, een missie vol brengen en vervolgens highfivend het succes vieren, geeft me een heel bijzonder gevoel. Ik vind het supergaaf om het allerbeste uit een team te halen.’
Hoe was het om voor het eerst in een helikopter te stappen? Kun je dat moment beschrijven?
‘Het moment dat je voor het eerst alleen in een helikopter vliegt, vergeet je nooit meer. Dat gebeurt na zo’n korte trainingsperiode dat je je bijna niet kan voorstel len dat iemand toelaat dat jij in je eentje aan het vliegen bent. Je bent wel gewend om te vliegen, maar een helikopter is zo’n fenomeen qua controle. Je moet hele andere handelingen doen en je handen én voeten gebruiken. Die coördi natie moet je echt leren. Aan het begin heb je een half voetbalveld nodig en aan het eind land je bij wijze van spreken
op een dubbeltje. En als je dan op uitzending bent in Afghanistan en geraakt bent door de Taliban, dan komt het erop aan. Dan blijk je als team goed te functioneren en weten we de helikopter veilig aan de grond te zetten. Dan is al die training niet voor niets geweest en voel je je heel trots.’
Even terug naar The Boost Company. Wat maakt jouw bedrijf zo sterk?
‘Onze manier van trainen is niet op basis van uitputting, zoals dat bij veel bedrijven van militairen wel het geval is. Onze trainingen focussen vooral op people skills. Alle elementen en kwaliteiten die ik eerder al noemde zijn eigenlijk menselijk gedrag. Ik doe nu een opleiding gedragsbeïnvloedings psychologie en daar zie je dat heel sterk in terugkomen. Uiteinde lijk bepalen je gedragingen en de manier waarop je iets doet hoe jij sociaal gezien wordt in een groep. Als je je people skills heel goed op orde hebt en in staat bent om je te verbeteren, dan verbetert dat ook bijna altijd je succes en sociale leven.’
Zou je bedrijven aanbevelen om iemand met een militaire achtergrond aan te nemen?
‘Ja, absoluut! Ik ben er honderd procent van overtuigd dat bedrij ven dat moeten doen. Ik denk dat je met iemand van Defensie echt een sterke, stabiele kracht binnenhaalt.’
Heb je nog iets wat je zelf graag wilt delen?
‘Ik denk dat het idee dat wij als militairen geen papieren hebben en weinig kunnen, echt wegge haald moet worden. Ik zou militairen die iets anders of iets ernaast willen doen ook echt stimuleren om dat op te pakken. Het verruimt je geest. Dat is ook gezond voor Defensie zelf.’
Dit artikel is afkomstig van de website van Onbekende Helden. Deze stichting steunt veteranen bij het zoeken naar werk in de burgermaatschappij. Kijk voor meer inspirerende verhalen op www. onbekendehelden.nl.
‘Ik wilde graag een heel tof beroep doen, waarbij je het uiterste uit jezelf en het team haalt’
INTERVIEW
Waldemar Torenstra: ‘Ik heb natuurlijk alle boeken van Marco Kroon gelezen!’
Overal ter wereld worden Nederlandse militairen ingezet. Daar maken ze heftige dingen mee, die meer impact hebben dan de ‘gewone burger’ zich soms voor kan stellen. Een van de bekendste voorbeelden is majoor Marco Kroon. Regisseur Roel Reiné raakte geïnspireerd door zijn verhaal en besloot het te gebruiken voor zijn nieuwe film: De Vuurlinie . De Militaire Courant mocht aanwezig zijn op de filmset.
Ergens onder in Spanje, twee uur rijden van Malaga, ligt het stadje Almería. Het stadje zelf is niet bijzonder, op een paar bezienswaardigheden na. Als je het schoolvoorbeeld van een Spaans stadje zoekt, is Almería eigenlijk de ‘place to be’. Toch is er iets dat Almería uniek maakt: de stad ademt filmgeschiedenis. Zo werd Indiana Jones and the Last Crusade geschoten op de rotsige woes
tijngrond buiten de stad en trok Hollywoodster Clint Eastwood er elke dag zijn cowboylaarzen aan om in For a Few Dollars More te spelen. Recenter werd het oude Moorse fort van de stad getrans formeerd tot Dorne, de hoofd stad van huis Martell uit Game of Thrones Nu ‘acteert’ de woestijn als Afgha nistan – Uruzgan om precies te zijn. Hier speelt een deel van het verhaal van Marco Kroon (gespeeld door Waldemar Toren stra) zich af. Deze naam zal bij velen een lampje doen branden, maar De Vuurlinie is niet bedoeld om het verhaal van de omstreden militair te vertellen. ‘De film is geïnspireerd op de boeken en het leven van de militair Marco Kroon, maar gaat eigenlijk over de din gen die Nederlandse militairen voor ons doen in het buitenland en hoe wij daarmee omgaan als ze weer terugkomen,’ legt regis seur Roel Reiné uit. Reiné, bekend van onder meer Michiel de Ruyter en meerdere Hollywoodfilms, wil vooral die omgang onder aandacht
brengen. ‘Wij als Nederlanders hebben soms al de kop eraf gehakt en staan dan helemaal niet achter onze militairen. Hopelijk laat deze film zien dat we aandacht moeten hebben voor de dingen die zij voe len en hebben meegemaakt.’
Commandotraining
Wie de acteurs van De Vuurlinie spreekt, zal merken dat ze een hechte groep vormen. Ze gaan, ook zonder dat de camera’s draaien, voor elkaar door het vuur. Dit is het duidelijkst bij de groep acteurs die de eenheid van Marco speelt. De basis daarvoor werd gelegd tijdens een bootcamp, waar de acteurs tot het gaatje gepusht werden.
‘Ze zijn ook echt gaan functioneren als soldaten. Je ziet dat Waldemar zijn team aanstuurt’Waldemar Torenstra met aantal leden van de cast van De Vuurlinie .
REPORTAGE
‘Het bootcamp was echt heftig,’ vertelt acteur Yamill Jones. ‘We hebben een week lang commando training gehad van drie ex-com mando’s.’ Zijn collega Illias Addab vult aan: ‘Wij hebben een druppel tje gekregen van wat de echte boys meemaken, maar voor een burger is dat behoorlijk pittig.’ Het voelt voor hem als een jongensdroom. ‘We kunnen gewoon heel de dag soldaatje spelen.’ Tijdens het verhaal van de acteurs knettert het geweervuur op de achtergrond en wordt het Afghaanse dorp soms opgelicht door vlammen. Af en toe raast er een legertruck voorbij. Talibanstrijders kijken vanaf het dak toe.
Het ‘soldaatje spelen’ gaat de hele dag door. Als de acteurs naar de set gaan, hebben ze hun militaire kleding al aan en de regie com municeert alleen via aanvoerder Marco, gespeeld door Waldemar Torenstra. Zo komt er een hiërarchie tot stand die terug te zien is op de set. De samenwerking tussen de acteurs is uniek, ziet ook regisseur Roel Reiné. ‘We hebben fantastische acteurs, die we tijdens een bootcamp heb ben opgeleid tot soldaten. Ze zijn ook echt gaan functioneren als soldaten. Je ziet dat Waldemar zijn team aanstuurt. Als regis seur hoef ik me dus niet bezig te houden met individuele acteurs, Waldemar zorgt ervoor dat het team doet wat er gevraagd is. Dat werkt als een geoliede machine.
In Nederland is nog nooit op deze manier gewerkt.’
Respect
Torentstra lijkt zich volledig thuis te voelen in zijn rol, al maakt hij enorm veel uren op de set. Het zweet en stof lopen van zijn gezicht als hij even een praatje komt maken met de journalisten. Hij vertelt hoe hij zich heeft voor bereid op zijn rol. ‘Ik heb natuur lijk alle boeken van Marco Kroon gelezen en ook uitgebreid met hem gepraat. Daarnaast heb ik veel dingen bekeken over Neder landse militairen. De film is meer dan het verhaal over Marco Kroon. Er wordt een eigen draai gegeven aan de gebeurtenissen uit zijn boeken en de dingen die zich de afgelopen jaren hebben voorge daan. De film gaat eigenlijk over wat Nederlandse soldaten op een plek als Afghanistan meemaken. Ik speel niet zozeer Marco Kroon, maar gewoon een Nederlandse sol daat. Daarom was het heel fijn dat we voorafgaand aan de draaiperi ode door ex-commando’s door de mangel zijn gehaald. Ik heb enorm veel respect voor de vaardigheden en de mentaliteit van de Neder landse militairen.’
De Vuurlinie wordt geen pure oor logsfilm met alleen maar actie en geweld. ‘Er is meer drama, meer emotie. We spenderen heel veel tijd aan de relatie tussen Marco Kroon en zijn vriendin Mirjam, en wat daar allemaal kan gebeuren.
speel niet zozeer Marco Kroon, maar gewoon een Nederlandse soldaat’
Je ziet de impact van Marco’s tijd in Afghanistan duidelijk terug. Het contrast tussen de opnames in Spanje, eigenlijk flashbacks naar de missies, en wat er gedraaid wordt in Nederland over o.a. de rechtszaak en het privéleven, gaat de film heel erg mooi maken.
Dit wordt veel meer beladen; het wordt emotioneler, grover en harder.’
Als de journalisten eenmaal naar huis gaan, is het al diep in de nacht. Toch is het voor de acteurs nog lang geen bedtijd. Bij het hoofdkamp liggen gesmeerde broodjes die dienst moeten doen als ‘lunch’. Het dagritme van de gelegenheidsmilitairen is volle dig omgedraaid. Tot vroeg in de ochtend ratelen de Kalasjnikovs, weerklinken de explosies en ver schijnt er soms een vuurbal in de lucht. Eén ding is zeker: aan de inzet en passie van de crew zal het niet liggen.
De opnames staan gepland tot half oktober. Wil je de ontwikkelingen volgen? Dat kan via @ devuurliniefilm op social media. De film draait vanaf september 2023 in de bioscoop.
‘IkRegisseur Roel Reiné en Waldemar Torenstra.
FACTSHEET
Leopard 1brugleggende tank
Leopard 1brugleggende tank
Defensie maakt gebruik van speciaal materieel. Dit keer presenteren we de Leopard 1-brugleggende tank.
De genie is een wapen binnen de krijgsmacht. Het wordt wel het ‘bouwbedrijf’ binnen Defensie genoemd.
Het brugslagmaterieel stelt de pontonniers van de genie in staat om overgangen te maken over droge of natte hindernis sen. Er zijn twee types: vaste oeverbruggen en drijvende brug gen. De eerste worden gemaakt met brugleggende tanks (zie foto), systeembruggen (Bailey, MGB) of geïmproviseerd met ter plekke beschikbaar bouwmate riaal. Drijvende bruggen worden samengesteld uit pontons, die met duwboten op hun plaats worden gebracht en dan worden gekoppeld.
De Leopard 1-brugleggende tank kan in zeer korte tijd en onder moeilijke terreinomstandigheden een brug van 22 meter neerleggen. Hiermee kunnen (gevechts)eenhe den kleine rivieren en andere hin dernissen passeren. De landmacht heeft 5 Leopard 1-brugleggers. De tank vervoert de brug in 2 delen van 11 meter. Met de uitgescho ven en gekoppelde brugdelen kan maximaal 20 meter worden overbrugd.
SPECIFICATIES
Lengte 10,56 meter (zonder brug), 11,82 meter (met brug)
Breedte 3,25 meter (zonder brug), 4,00 meter (met brug)
Gewicht 35.100 kilo, 45.300 kilo (met brug)
Motor 10 cilinder diesel; 830 pk Bemanning 2 (1 commandant en 1 chauffeur)
De rubriek ‘Factsheet’ is mede mogelijk gemaakt door Noventas verzekeringen.
De hitte de baas zijn
Militairen krijgen vaak te maken met extreme hitte en spanning. Als de warmte die je lichaam afgeeft geen kant op kan, heeft dat invloed op het functioneren van de militair. Zeker als je zes uur te voet onderweg bent. Daarom werkt Defensie aan een speciaal koelvest.
DOOR ADINDA GRAAFLAND
Extreme warmte kan bij militai ren in het ergste geval leiden tot hitteletsel. Ook kan het fysiek en cognitief presteren van de militair achteruit gaan. Om zoiets te voorkomen zocht luitenant-kolonel Peter Hageman van
het Defensie Expertise Centrum Militair & Uitrusting samen met het onderzoeksinstituut TNO en het bedrijf INUTEQ naar het per fecte koelvest. Het koelvest moet ruimte geven aan het natuurlijke zweetsysteem en moet zorgen dat de militair geen last heeft van extreme hitte.
De uitrusting Militairen dragen veel bescher ming en uitrusting, meer dan vroeger het geval was. Daar komt meer inspanning bij kijken, waar door de lichaamswarmte nergens heen kan. In het project RESPIRE is er een koelvest ontwikkeld dat geïntegreerd is met de nieuwe STRONG-gevechtsuitrusting (Soldier TRansformation OnGoing)
Het vest wordt gedragen als een combatshirt. Er lopen een aantal kanalen over het vest en er zitten kleine ventilatoren op die lucht door de kanalen blazen, waardoor het zweet kan verdampen. De geometrie van de koelkanalen van het vest zijn sinds de eerste ontwikke lingen geoptimaliseerd. Het vest is ook volledig geïntegreerd in het Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS).
Luitenant-kolonel Peter Hageman geeft aan dat ze nu specifiek naar dit vest kijken voor de infante rist, maar ze denken ook aan de anderen. Als het koelvest goed werkt in de praktijk, dan kan het wellicht ook onderdeel van de uitrusting van andere militairen worden.
Klimaatkamer
Het idee moet ook wetenschappe lijk onderbouwd kunnen worden. Volgens Milène Catoire van het onderzoeksinstituut TNO zijn er verschillende testen uitgevoerd. Het vest is getest op het effect op de hartslag, kerntemperatuur, huidtemperatuur en het functio neren van de militair. Eerst heb ben ze dit uitgetest op een pop, die kon zweten en lichaamstem peratuur kon nabootsen. Daarna hebben ze militairen door de kli maatkamer laten lopen, terwijl ze hen opdrachten en puzzels gaven
om op te lossen.
De onderzoekers van TNO hebben uitvoerig gemeten welke invloed het vest had op de prestaties van een militair. Als je kijkt naar snel heid, bewegelijkheid en spanning waren er geen grote verschillen te zien tussen het wel of niet dragen van het vest. Met het vest aan was het wel een stuk koeler. Begin 2022 zijn ze begonnen het vest te testen op het veld, waar de omstandighe den gelijkwaardig zijn aan die van het inzetgebied.
Ervaring
Korporaal-1 Alex vertelt over zijn ervaring met het koelvest. ‘Ik heb in de klimaatkamer met het vest gelopen. Het zit prima en koelt voldoende. Met ons werk kunnen spullen wel sneller kapot gaan. Als de ventilatie van het koelvest in warme omstandigheden stopt met werken, zit je met een extra warme laag die alleen uit kan, nadat je je
IN BEDRIJF
De verslaggever van de Militaire Courant laat zich het nieuwe vest aanmeten.
volledige gevechtsvest hebt uitge daan. Niet ideaal. Al met al vind ik het een goed project, maar ik kijk er nog wel met een kritische blik naar. Ik ben benieuwd hoe het koelvest verder ontwikkeld wordt op punten als duurzaamheid.’
Militairen moesten door een klimaatkamer lopen, terwijl ze opdrachten en puzzels deden.
Vfonds: ‘Vanuit onze historie zijn we verbonden met de Tweede Wereldoorlog’
De naam vfonds staat voor het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg. Directeur Lisette Mattaar kwam in 2019 aan het roer te staan en zette een nieuwe koers in: ‘We hebben onze focus verbreed, want we bereiken een kantelpunt in onze geschiedenis.’
DOOR JAN LOUWERS
Vfonds steunt projecten en organisaties die bijdragen aan een sterke democra tische rechtsstaat en een vreed zame samenleving. Het fonds is ontstaan uit de inspanningen van veteraan Bib van Lanschot, vertelt Mattaar: ‘Van Lanschot zag dat er na de Tweede Wereldoorlog geen voorzieningen waren voor veteranen die gewond waren of om een andere reden niet meer konden werken. Hij ging met luciferdoos jes langs de deur om geld op te halen. Toen Van Lanschot besloot om lootjes te verkopen in plaats van lucifers, was dat zo succesvol dat daar uiteindelijk de Giroloterij (tegenwoordig de VriendenLoterij, red.) uit is voortgekomen. Uitein delijk ging de bond zich focussen op het steunen van initiatieven en werd het binnenhalen van geld aan de loterij overgelaten. Tot op de dag van vandaag ontvangen wij nog steeds ons geld van de loterij.’
Hoe ben jij zelf bij vfonds terechtgekomen? Heb je een band met de materie?
‘Mijn affiniteit is heel persoonlijk: mijn vader is in Nederlands-Indië geboren en verloor zijn moeder in een gevangenenkamp. Ik was daardoor eigenlijk altijd wel bezig met thema’s als rechtvaardig heid, en ik heb naast mijn studie bedrijfskunde ook ontwikkelingsstudies gedaan. Als directeur van
het Humanity House in Den Haag hield ik me bezig met de gevolgen van hedendaagse conflicten, zoals de vluchtelingenproblematiek. We deden daar regelmatig een aan vraag voor subsidie van projecten bij vfonds, dus ik kende vfonds vanuit die hoek. Ik werd op een bepaald moment ook gevraagd in het bestuur van het Bevrijdings festival van Den Haag, dat heb ik acht jaar gedaan. Bijzonder was dat ik in de raad van toezicht van de Oorlogsgravenstichting terechtkwam, want daardoor was ik ineens indirect ook verantwoor delijk voor het graf van mijn oma in Indonesië. De Oorlogsgravenstichting ontwikkelde een bezoe kerscentrum in Loenen, en ik heb ervaring met tentoonstellingen. Dat project werd ook weer gefi nancierd door vfonds. Dus toen ik bij vfonds solliciteerde en aange nomen werd, zeiden ze wel: “Dit is een thuiswedstrijd voor jou!”’
Meteen na je aanstelling als directeur bij vfonds heb je meegeholpen aan het nieuwe beleidsplan.
Hoe ging dat?
‘Het was een mooi moment om in te stappen, want ik kon helpen bij het formuleren van de nieuwe missie. We hadden die drie pijlers – Vrede, Vrijheid en Veteranen zorg – maar die hebben we in een bredere context geplaatst. Vfonds wil bijdragen aan een vreedzame samenleving en een sterke demo
cratische rechtsstaat. Daar moeten onze initiatieven aan bijdragen!’
Hoe beoordeel je wat wel en niet bij vfonds past?
‘Vanuit onze historie zijn we ver bonden met de Tweede Wereldoor log en willen we ons inzetten voor vrede en vrijheid, door de lessen uit het verleden mee te nemen naar het heden. We investeren dus in projecten waar je meer leert over oorlog en conflict, waarbij we de koppeling maken wat dat bete kent voor jouw rol in de samenle ving: hoe kun je die samenleving vormgeven, wat biedt democratie jou en wat kun jij bijdragen? Onze mensen toetsen de projectaanvra gen aan ons beleidsplan en subsi diekader, om te beargumenteren of ze binnen onze doelstellingen passen.
‘De actualiteit is belangrijk. Neem de gevolgen van de oorlog in Oekraïne: wij zijn geen organisa tie die noodhulp biedt en dekens uitdeelt, maar wij hebben binnen twee weken een regeling opgezet voor debat en dialoog. Daar kregen we verrassend veel aanvragen voor.’
Jullie ontvangen geld van loterijen. Hoe zit dat precies?
‘Wij ontvangen ons geld van de Nationale Postcode Loterij, de VriendenLoterij en de Nederlandse Loterij. Die loterijen leveren een essentiële bijdrage aan het maat schappelijke middenveld: er gaat achthonderd miljoen euro naar
‘Bib van Lanschot ging met luciferdoosjes langs de deur om geld op te halen’Lisette Mattaar
de goede doelen vfonds, Artsen zonder Grenzen en het Rode Kruis. We willen wel andere geldstromen opzetten, naar het voorbeeld van het Prins Bernhard Cultuurfonds en het Oranje Fonds. Die zame len geld in via een systeem van donateurs, nalatenschapswerving en grote giften. Het voordeel is dat vfonds daarmee een grotere bijdrage kan leveren aan een vreedzame samenleving, door het ondersteunen van projecten.’
Naast het steunen van initiatieven, hebben jullie zelf ook projecten lopen. Kun je daar wat over vertellen?
‘Zeker. We zijn van oudsher betrokken bij de Veteranendag en we maken, samen met Defensie, ook reünies van veteranen moge lijk. Ook ondersteunen we de BNMO, een onafhankelijke orga
nisatie voor (voormalige) werk nemers van Defensie, brandweer, politie, ambulance en andere geüniformeerden met lichame lijk of psychisch letsel, én hun verwanten.
‘Erg leuk is het vteam, een soort jongerenclub, ontwikkeld samen met Tako Rietveld, tijdens de Nij meegse Vierdaagse. vteam laat overal zijn gezicht zien. Tijdens de Invictus Games mochten kinderen van het vteam zelfs prins Harry en Megan interviewen – dat bleek online het bestgevolgde item van Invictus Games! Ook is er de vfonds Kinderprijs.
Een mijlpaal is de film De slag om de Schelde. We wilden 75 jaar vrijheid groots vieren en hebben daartoe een productiemaatschap pij ingeschakeld. Die film was zo’n iconisch project, dat is wel uniek. We hebben veel geïnvesteerd in het herdenken van de Tweede Wereldoorlog en het vieren van de vrijheid. Maar we bereiken nu een kantelmoment, want de genera tie die die oorlog bewust heeft meegemaakt, begint te verdwijnen. Nu moe ten we relevant zijn voor de volgende generatie. Voorheen waren we heel
voorzichtig in het omarmen van actuele issues, want het kan snel in politiek verzanden. Nu zeggen we: dit is onze rol en we snappen de risico’s. We zien dat de demo cratische rechtsstaat onder druk staat, dus kijken we wat daaraan kunnen doen.’
Wat vind jij mooiste project waar je zelf bij betrokken bent geweest? ‘Een bijzondere is wel Gevaarlijke Namen, een theaterstuk over Sre brenica. Dat wordt uitgevoerd door een overlevende van die genocide en een Dutchbatter. Beiden worstelen met hun rollen in dat conflict, en het boeiende is hoe zij samenkomen met respect voor elkaars verhaal. Er was toen ook een klankbordgroep van vete ranen die het belangrijk vond dat het verhaal van beide zijden werd belicht. Hoewel de theatermaker in eerste instantie moeite had om het in theaters te krijgen, is het uiteindelijk een mega-succes geworden. Op 16 mei dit jaar werd het zelfs voor het Euro pees parlement opge voerd. Dat was zo gaaf!’
Meer weten over vfonds? Kijk op www.vfonds.nl
‘Een mijlpaal is de film De slag om de Schelde . We wilden 75 jaar vrijheid groots vieren!’
Dag van de Militaire Geschiedenis
Dit najaar organiseert het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) de Dag van de Militaire Geschie denis. Het NIMH is dit jaar themapartner van de Maand van de Geschiedenis, het groot ste geschiedenisevenement van Nederland, dat in oktober plaats vindt. Het thema van dit jaar is ‘Wat een ramp!’. Met haar onder zoek, collecties en publicaties sluit het NIMH goed aan bij dit thema. Want wat is er rampzali ger dan oorlog? Is oor log eigenlijk niet een opeenstapeling van
kleine en grote rampen voor ieder een die er mee te maken heeft? De Nederlandse militaire geschiedenis zit vol rampspoed. Soms tijdens een oorlog – verloren zee slagen, vliegtuigcrashes, mislukte operaties en (burger)slachtof fers. Soms ook in vredestijd, als de krijgsmacht te hulp schiet bij ram pen zoals de watersnoodramp aan de Zeeuwse kust in 1953 en bij de recentere overstromingen in Lim burg. Of als Defen sie noodhulp levert aan slachtoffers van orkanen in het Cari bisch gebied. Maar in de militaire geschie
denis zijn ook onbekendere ram pen die onderzoek en herinnering verdienen. Op de Dag van de Mili taire Geschiedenis staan we stil bij allerlei soorten rampen. Maak op 8 oktober kennis met de militaire geschiedenis van Neder land en het NIMH. Snuffel op de boekenmarkt, bezoek een lezing, ga mee op een excursie en stel je vragen over de militaire geschie denis van je voorouders.
Meer informatie over het programma vind je op www.dagvandemilitairegeschiedenis.com . Hier kun je je ook gelijk aanmelden als bezoeker.
Het belang van de Noordzee
Het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) publiceert jaarlijks meerdere studies rond de thema’s geopolitiek, defensie en veiligheid. In deze Militaire Courant publiceren wij een beknopte versie van het rapport ‘The High Value of The North Sea’.
Nederland is het vijfde exportland en zevende importland ter wereld. Meer dan zeventig pro cent van onze import komt met zeetransport; zo’n twee derde van onze export verlaat Nederland eveneens weer over het water (binnenvaart en zee transport). Daarom heeft Nederland als zeventiende economie van de wereld een groot belang bij de zee. Oceanen, zeeën en zeestraten verbinden wereldde len. Het zijn de belangrijkste wegen tussen landen, waarover ruim negentig procent van de wereldhandel wordt vervoerd. Het zijn de toevoerroutes naar Rot terdam, de grootste haven van Europa en de vierde op de wereldranglijst (na Singapore, Sjanghai en Tian jin). De Noordzee is voor Nederland het begin, en het eindpunt, van deze cruciale toevoerroutes. En op die vaarroutes wordt het steeds drukker. Maar er gebeurt veel meer op de Noordzee.
De Noordzee verstedelijkt namelijk in hoog tempo. Steeds meer vitale processen – zoals energieopwekking en internetinfrastructuur – vinden hier plaats. Onderzoekers van het Den Haag Centrum voor Stra tegische Studies (HCSS) concluderen in het rapport ‘The High Value of The North Sea’ dat deze ontwikke ling gepaard gaat met veel nieuwe kwetsbaarheden en (nationale) veiligheidsrisico’s.
Druk bezet Gas- en oliewinning blijft voorlopig een belangrijke economische activiteit op de Noordzee. Dat geldt voor zowel het Nederlandse deel van het Continen taal Plat als voor die van onze buren. Deze activiteit gaat wel afnemen door de energietransitie. Een snel opkomende energiebron, met een groot oppervlaktebeslag, is windenergie. De windparken leveren steeds meer energie, maar de molens, en de kabels op de zeebodem, zijn kwetsbaar. Op diezelfde zeebodem vinden we niet alleen gas- en olieleidingen en elektri citeitskabels, maar ook datakabels. Nederland is een
digitaal knooppunt en de enen en nullen die daarvoor nodig zijn gaan via grote kabels over de zeebodem naar onze buren.
Vis is op het menu een belangrijke bron van eiwit, maar de Nederlandse visserijsector zit in zwaar weer. Voor de visserij is steeds minder ruimte beschikbaar. Nederland moet zich met waterstaatkundige wer ken beschermen tegen de zee. Daar zijn materialen voor nodig, waaronder zand. Dat zand wordt gewon nen van de Noordzeebodem. De Noordzee kent veel beschermde natuurgebieden, bedoeld om de daar levende organismen te beschermen. Om oefeningen en training van de krijgsmacht te faciliteren zijn er op de Noordzee militaire oefengebieden.
Veiligheidsrisico’s
Grote delen van de Noordzee zijn vrij toegankelijk. Dat brengt het risico met zich mee dat er ook acti viteiten plaatsvinden die het daglicht niet kunnen verdragen. Smokkel, van goederen en mensen, is een veelvoorkomende criminele activiteit op zee. De nieuwe infrastructuur op de Noordzee is boven dien kwetsbaar voor cyberaanvallen en (onderzeese) sabotage door criminele en terroristische organisa ties, of door misschien zelfs staten als Rusland, die de datakabels op de zeebodem kunnen saboteren of aftappen.
Naarmate de omvang, diversiteit en het belang van op zee gebaseerde infrastructuur en activiteiten toe nemen, of het nu windturbines, onderzeese kabels, waterstof offshore-platforms, energie-eilanden of onderwater datacenters zijn, worden ze dus ook steeds nuttigere doelwitten voor zowel statelijke als niet-statelijke actoren.
Bij escalerende conflicten tussen staten of bondge nootschappen kan de Noordzee het toneel worden van gewapende strijd. Grote delen van het Neder landse vasteland zijn bereikbaar voor wapensystemen ingezet vanaf oorlogsschepen. Maar ook heimelijke sabotageacties kunnen vanaf de Noordzee uitgevoerd worden tegen Nederlandse doelen op het land.
Bescherming
Voor de bescherming van al deze belangen en het tegengaan van misbruik op de Noordzee heeft Neder land de beschikking over de kustwacht en de Konink lijke Marine. Samen werken deze organisaties aan preventie, detectie en bescherming. Ze komen in
De Noordzee is voor Nederland het begin, en het eindpunt, van cruciale toevoerroutes. En op deze vaarroutes wordt het steeds drukker.
actie als dat nodig is, en doen dat vaak gezamenlijk. Deze samenwerking wordt steeds intensiever. Tegen sabotage en cyberaanvallen optreden is lastig op zee, aangezien de marine en kustwacht slechts beperkte capaciteit hebben en buiten de 12-mijlszone vrijwel niet (preventief) mogen handhaven. Waar de veiligheidsdriehoek op land een bekend fenomeen is, bestaat een beproefde veiligheidsstructuur op zee niet.
Conclusie
In het rapport ‘The High Value of The North Sea’ identificeren de onderzoekers van HCSS bovenstaande trends in de groei van op zee gebaseerde acti viteiten. Het rapport concludeert dat Nederland in zijn veiligheids
beleid de zee als land dient te behandelen. Hierin ligt een centrale rol voor de Nederlandse Kustwacht en de Koninklijke Marine voor de hand. Tegelijkertijd moeten private partijen die op de Noordzee verantwoordelijk zijn voor vitale infra structuur nauw betrokken worden bij centraal aangestuurde veilig heidsinitiatieven om de Noordzee veilig te houden.
Lees het HCSS rapport ‘The High Value of The North Sea’ op www.hcss.nl/report/high-value-of-the-north-sea/
Waar de veiligheidsdriehoek op land een bekend fenomeen is, bestaat deze veiligheidsstructuur op zee niet.
Speciale verzekeringen voor jou als militair
Als militair kun je optimaal gebruik maken van het voordeel dat Noventas op het gebied van verzekeringen biedt. Noventas is de ideale partner voor jouw schadeverzekeringen; militair, privé, beroep, bedrijf of als vereniging.
Verzekeringen Defensie
Het militaire beroep kent bijzondere risico’s. Noventas kent als verzekeringsspecialist de militaire beroepsrisico’s en heeft hierop een uitgebreid pakket verzekeringen afgestemd. Het Defensie Aanvullings Plan (DAP) en Defensie Ongevallen Plan (DOP) dekken deze beroeps risico’s af. PTSS en oorlogsrisico zijn in het DOP zelfs meeverzekerd. Zonder poespas via Noventas te regelen. Als Defensiemedewerker krijg je bij Noventas bovendien KORTING op al jouw privé schadeverzekeringen.
Verzekeringen Privé
De schadeverzekeringen die Noventas aanbiedt zijn voor zowel militair als burgerpersoneel en hun gezin als ook voor veteranen en reservisten en hun gezin. Dus ook voor jou privé. Bovenop de collectivi teitskorting ontvang je ook nog een pakketkorting. Ook een eventuele zorgverzekering kun je gemakkelijk via Noventas regelen.
Waarom Noventas
• Persoonlijk onafhankelijk maatwerkadvies
• Pakketkorting op privéverzekeringen
• Geen abonnementskosten
• 24/7 bereikbaar
• Ook dekking bij missies en bergingsopdracht
• Uniek in Nederland: Ongevallenverzekering met PTSS dekking
• Gratis uitzendcertificaat
• Snelle schadeafhandeling
• Gratis juridische adviesdesk
• Extra korting voor Veteranen
• Bel +31(0)880 300 100 of
• Stuur een kopie van je polis naar: info@noventas.nl of
• Vul het formulier in op noventas.nl/particulier/ verzekeringscheck/ of
Noventas is partner van Onbekende Helden
www.noventas.nl 0880 300 100 Postbus 200 5660 AE Geldrop
Koningin Elizabeth deelde lief en leed, ook in oorlogstijd
Met het overlijden van koningin Elizabeth II ging er een schokgolf door de Britse samenleving, en haar overlijden wordt gememoreerd door alle lagen van de bevolking van alle politieke overtuigingen. Maar niet alleen daar: wereldwijd wordt haar overlijden gevoeld.
Toen zij overleed op 8 september jongstleden, circuleerde weer die foto waarop zij netjes in uniform naast een legerambulance te zien is, terwijl zij glimlachend voorbij de camera kijkt. Het herinnert aan de tijd dat ook haar leven bedreigd werd, maar zij besloot om niet werkloos aan de kant te blijven staan, maar haar steentje bij te dragen aan de war effort
De oorlog die zou culmineren in de Tweede Wereld oorlog, brak voor Groot-Brittannië uit op 3 septem ber 1939. Elizabeth was toen net dertien, en samen met veel kinderen werd zij met haar zusje prinses Margaret uit Londen geëvacueerd – al kwam zij niet bij gastouders op het platteland van bijvoorbeeld Cornwall of Dorset terecht, maar op Windsor Castle, zo’n dertig kilometer buiten de hoofdstad. Om de in totaal bijna drie miljoen kinderen die soms zelfs naar het buitenland geëvacueerd werden, een hart onder de riem te steken, sprak zij ze via de radio toe. En ze bleef actief de bevolking steunen – onder meer door in haar ‘volkstuintje’ op Windsor Castle aan het werk te gaan, toen mensen opgeroepen werden om hun
tuin om te ploegen en groenten te verbouwen.
Niet voor niets werd zij op haar zestiende honorair kolonel van de Grenadier Guards, waarmee zij een actieve rol in de oorlogsinspanningen kon gaan ver vullen. Op haar achttiende drong ze zelf aan op een actieve rol in het leger, en zij begon bij de Auxiliary Territorial Service (ATS), de vrouwelijke tak van het Britse leger. Ze moest, net als ieder ander, onder aan de ladder beginnen: ze startte als tweede subalterne officier bij de ATS en werd later bevorderd tot Junior Commander, het equivalent van kapitein. Ze werd opgeleid tot monteur in Aldershot, en de kranten van die tijd noemden haar meteen ‘Princess Auto Mechanic’. Ze deelde dus in de onzekerheden en de ontberingen van het Britse volk in die tijd – al keerde Elizabeth wel elke avond terug naar Windsor Castle om er te overnachten. Toen enkele maanden later de oorlog eindigde, trok ken zij en haar zuster hun militaire uniformen aan om zich onder het feestvierende volk te mengen –doodsbang om herkend te worden, maar het bleek de meest memorabele avond van haar leven te zijn. Elizabeth was het eerste lid van de koninklijke fami lie die een actieve rol in het Britse leger vervulde. Tot aan het eind van haar leven bleef ze geïnteresseerd in auto’s – nog altijd in staat om je te vertellen waarom de motor niet werkte, en wat eraan gerepareerd moest worden.
‘Als chirurg bij Defensie sta je er vaak alleen voor, daar moet je tegen kunnen’
Het werk vraagt voortdurend om het nadenken over alternatieve oplossingen, als de benodigde middelen niet voor handen zijn. De Militaire Courant sprak met Mark van den Baar, militair chirurg en kapitein-ter-zee, over zijn ervaringen.
CHARLOTTE MOLENAARMark van den Baar is chirurg in het Maxima Medisch Centrum en militair chi rurg bij Defensie. Het Maxima Medisch Centrum is een van de veertien ziekenhuizen die een con tract hebben met Defensie voor het beschikbaar stellen van een chirurgisch team.
Hoe ben je militair chirurg geworden?
‘Na mijn studie geneeskunde ben ik als arts op de afdeling Heel kunde in Breda en het VU medisch centrum (VUmc) in Amsterdam gaan werken. Daarna besloot ik om me als arts bij de marine aan te sluiten. Ik heb een fantastische tijd gehad, maar raakte steeds ver der weg van de patiëntenzorg en dat wilde ik niet. Ik ben toen via Defensie met de opleiding Heel kunde in Regio Noord gestart.’
Naar welke landen ben je uitgezonden en kun je een voorbeeld noemen van een situatie waarin je naar alternatieve oplossingen moest zoeken? ‘Ik ben onder andere uitgezonden naar de Adriatische Zee, Eritrea, Afghanistan, Somalië en Irak. Tij dens het werken als militair chi rurg moet je eigenlijk altijd naar alternatieven zoeken, omdat we regelmatig niet de juiste middelen voor handen hebben. Zo moesten we in Afghanistan een keer een kind met een gebroken bovenbeen opereren. In principe behandelen we trouwens alleen militairen, maar afhankelijk van “the rule of engagement”* behandelen we soms wel burgerslachtoffers. In
de praktijk zijn het vaak kinderen die we het eerst op tafel hebben. Het enige dat we voor dit kind hadden, was een metalen plaat voor een gebroken been van een volwassene. In het team van de Apache-helikopter zat een metaal bewerker, en die kon de plaat dus zo bewerken dat de plaat zwakker werd en mee kon bewegen met de groei. Dat was heel inventief.’
Je hebt op missie vast weleens een operatie gedaan, die je nog nooit eerder had gedaan. Kun je hier iets over vertellen?
‘Jazeker, en ik wist ook van tevo ren dat dit kon gebeuren. Maar ik had nooit gedacht dat ik een hond zou opereren! De eerste operatie die ik op een hond heb uitgevoerd, was in verband met een steeldraai van de maag. Een steeldraai komt vooral voor bij jonge honden als ze nog een volle maag hebben en dan gaan rennen. Ze sterven daar heel snel aan. Het was een Belgische werkhond van een internationale
missie waar we onderdeel van uitmaakten. We hebben gelukkig haar leven kunnen redden! Tegen woordig werken we ook in Neder land met werkhonden, dus dit zal nog wel vaker voorkomen.’
Welke uitdagingen zijn er in jouw ogen om te zorgen dat een militair chirurg goed is voorbereid op een rampsituatie?
‘De differentiatie binnen de chi rurgie is een groot probleem voor militair chirurgen, omdat je breed inzetbaar moet blijven. Het is bijvoorbeeld belangrijk om open ingrepen te kunnen doen, want er is in de meeste situaties geen apparatuur beschikbaar voor kijk operaties. In Denemarken hebben ze trouwens al jaren geleden ook de “algemeen chirurgie” als dif ferentiatie in het leven geroepen. Heel zinvol, omdat die chirurgen alle basistechnieken onder de knie hebben en daardoor ook het over zicht houden. Dan heb je bij een groot trauma niet vijf verschil lende chirurgen nodig.’
De laatste decennia is er gelukkig steeds meer aandacht voor de post traumatische stressstoornis (PTSS) en de begeleiding daarvan. Het is opvallend dat niet iedereen die een nare situatie meemaakt PTSS ontwikkelt. Heb jij daar een verklaring voor?
‘Ik ben geen expert in PTSS, maar denk dat het ontwikkelen van PTSS sterk gerelateerd is aan een gevoel van onmacht. Het gevoel dat je een patiënt onder normale omstandigheden had kunnen redden, maar nu niet omdat je de middelen niet hebt. Ik denk
dat wij als chirurgen daar beter mee om kunnen gaan. Je hebt natuurlijk al een bepaalde hard heid nodig om überhaupt door de selectie van de opleiding tot chi rurg te komen. Mogelijk hebben we ook geleerd om te accepteren hoe het gegaan is, als je alles hebt gedaan wat binnen je vermogen lag.’
Wat had je graag van tevoren willen weten voordat je bij Defensie ging werken?
‘De impact van een uitzending op mijn gezin en daarmee op mezelf heb ik onderschat. Ik kan me nog heel goed herinneren dat ik thuiskwam van een uitzending
en hoorde dat ons jongste kind tijdens mijn afwezigheid dood ziek opgenomen was geweest in het ziekenhuis. In overleg met de militaire commandant heeft mijn vrouw dit niet aan mij verteld. Ik kon toch niets doen, want ik zat op zee en zou me alleen maar ernstige zorgen maken. Ik denk er nog vaak aan terug hoe moeilijk dat voor mijn vrouw geweest moet zijn.’
Zoals je weet zijn er nu vele jonge chirurgen die moeite hebben om een baan als chirurg te vinden. Is het werken bij Defensie een alternatieve optie?
‘Werken bij Defensie is geen alter natief voor een jonge chirurg die geen baan kan vinden. We hebben de afgelopen jaren steeds beter geïdentificeerd welke vaardighe den getraind moeten worden om goed voorbereid te zijn. Dat zijn niet alleen medisch inhoudelijke vaardigheden maar ook persoon lijke vaardigheden, zoals geschikt zijn om te kunnen werken onder
extreme omstandigheden. Dat betekent dat we al tijdens het vierde jaar van de opleiding Heel kunde nieuwe kandidaten werven. Het relatieziekenhuis plaatst de vacature. Als je door de selectie komt, kun je dus na je opleiding aan de slag als militair chirurg in dat relatieziekenhuis.’
Wat maakt het werken als militair chirurg voor jou zo aantrekkelijk? ‘Ik vind samenwerken erg leuk en vind het belangrijk om vóór de uitzending de teamspirit te voe den en me niet alleen te richten op het medisch inhoudelijke. Ook het samenwerken in internationaal verband spreekt me erg aan. Daar naast is het ook gewoon fijn om soms even een tijdje weg te zijn uit je reguliere werkomgeving!’
*‘The rule of engagement’ wordt voor iedere missie opgesteld en hierbinnen liggen onder meer de afspraken vast over het wel of niet behandelen van burgerslachtoffers.
Charlotte Molenaar is redacteur bij het Nederlands Tijdschrift voor Heelkunde en chirurg bij en oprichter van de Proctos Kliniek.
‘De impact van de uitzending op mijn gezin en op mezelf heb ik onderschat’
‘We kunnen de ergste klimaatverandering voor een deel voorkomen’Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp
INTERVIEW
‘We moeten leren leven met klimaatverandering’
‘Klimaatverandering bedreigt de wereldvrede’. Onmiddellijk nadat toenmalig Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp in 2016 een toespraak in het Vredespaleis had gehouden, werden zijn waarschuwende uitspraken door de media opgepakt. De ‘klimaatgeneraal’ was geboren.
DOOR MIREILLE BREGMANDoor wetenschappers over de hele wereld is al veel onder zoek gedaan naar de gevol gen van klimaatverandering. Waar Klimaatgeneraal nieuw in is, is de koppeling van het klimatologische aan het veiligheidskundige aspect. De auteur vertelt: ‘Ik heb zelf veer tig jaar in de veiligheidssector (Defensie) gewerkt, waar ik steeds meer heb ervaren dat klimaat een aanjager is van interne spanningen en conflicten, en zelfs een directe oorzaak van een conflict kan zijn. In de vele recente missies hebben we geleerd hoe belang rijk het is de bron hiervan weg te nemen, want anders bestrijd je alleen symptomen en kom je niet tot een echte oplossing. Klimaat verandering zal in toenemende mate een ontwrichtende wer king hebben op maatschappijen, want het heeft effecten op alle levensdomeinen zoals economie, veiligheid, natuur. Dat heb ik geprobeerd in het boek duidelijk te maken. Zonder een activistisch standpunt in te nemen wil ik met voorbeelden ondersteund door de wetenschap laten zien welke invloed klimaatverandering heeft op de veiligheid.’
Het boek is voor een breed publiek geschreven, met duidelijke kaar ten en een lijst met afkortingen. ‘Wat ik onder meer wil meegeven is dat we zeker de ergste klimaat verandering voor een deel kunnen voorkomen, maar dat we er ook voor een deel mee moeten leren leven. We moeten ons dus ook aanpassen. Het tweede deel van het boek richt zich vooral op de mogelijke oplossingen; hoe kan Defensie bijdragen aan het terug dringen van de uitstoot en hoe
moet Defensie zich aanpassen aan de gevolgen van klimaatverande ring? Ik leg dat uit aan de hand van persoonlijke ervaringen. Zo kwam er eens een uitvinder naar me toe die onder extreme omstan digheden wilde testen hoe je water uit woestijnlucht kunt filteren. Er is toen geregeld dat hij op het militaire kamp in Mali zijn uitvin ding in de praktijk mocht testen en: het werkt!’
Astronautenblik
In Klimaatgeneraal komt de astro nautenblik ter sprake: het idee van ruimteschip Aarde waar we zuinig op moeten zijn. Had Mid dendorp zonder de gedraaide missies net zo’n urgentiegevoel en astronautenblik gehad? ‘Ik heb uit hoofde van mijn functies twintig missies geleid onder kli matologische omstandigheden die in feite dicteren wat je in een gebied wel of niet kunt doen. In Afghanistan, waar ik toen het commando voerde over Task Force Uruzgan, was het bijvoor
beeld zo heet dat we zwaardere helikopters nodig hadden omdat de lichte te weinig hefvermogen hadden. Als het heet is, kun je ook geen lange patrouilles lopen en heb je meer water nodig. Op die momenten ben je met de uitvoering bezig en is dat een gegeven waar je mee moet wer ken. Je legt dan niet de link naar de langere termijneffecten van klimaatverandering. Voor mij is dat later gaan leven toen ik Directeur Operaties bij de Defen siestaf werd en ik vergelijkbare ervaringen had in alle andere missiegebieden.
‘Ik zag in Afghanistan bijvoorbeeld hoe watertekort tot interne conflicten leidde en hoe de Tali ban daar misbruik van maakte. De gevechten rondom Chora, een Afghaanse vallei, hadden in essen tie te maken met wie de water toevoer beheerste. Natuurlijk had het ook te maken met een zwak bestuur en andere machtsverhou dingen, maar toen onze mensen konden bemiddelen in de grond oorzaak, werd het rustig. Een jaar later konden we met weinig militaire bescherming daar over straat. Zo zie je hoe belangrijk de samenwerking is tussen Defensie, Diplomatie en Ontwikkelingshulp. Samen kunnen die leiden tot lang durige veiligheid.’
Een langere versie van dit interview leest u op www.militairecourant.nl .
‘Als het heet is, kun je ook geen lange patrouilles lopen en heb je meer water nodig’
Een
in woord en beeld van de
gebroeders Heukels
Op 20 juni 1943 was Herman Heukels (1906-1947) als fotograaf aanwezig bij een grote razzia in Amsterdam. Enkele foto’s die hij toen maakte, groeiden na de oorlog uit tot iconische beelden van de Jodenvervolging. De man achter de lens, naast prijswinnend (pers)fotograaf ook eigenaar van een bekende foto- en brillenzaak in Zwolle, had in 1940 besloten zijn talenten in te zetten ten behoeve van het naziregime. Hermans broer Jan (1904-1950) koos eveneens voor het nationaalsocialisme. Met beduidend minder ambitie en minder talent voor fotografie zette hij zijn camera in als wapen om de tegenstander psychologisch te raken.
Oog in oog met levende nachtmerries
Voor de Eerste Wereldoorlog had men nooit geweld op zulke schaal gezien. Het conflict cree erde hallucinante taferelen en, door het moderne wapentuig dat men in stelling bracht, even hallucinante verminkingen. De chirurgie zag zich uitgedaagd. In dit gitzwarte tijdsgewricht, zo lezen we in Het gezicht van de Eerste Wereldoorlog , redden diens beoefenaars vele levens; sommigen ontketenden ware revoluties in hun vakgebied.
DOOR TRISTAN VANHEUCKELOM‘De operatiezaal zag eruit als een abattoir. Er lagen grote plassen en spetters bloed op de vloer. Overal lagen stukjes vlees en huid en bot. (…) In elke emmer zaten bloed-door drenkte handdoeken, spalken en verbanden, en over de rand hing een voet, een hand of een geampu teerd kniegewricht.’
Zo beschreef een Britse journalist een van de vele casualty clearing stations waar gewonde soldaten, vers van het front, de eerste zorg werd toegediend. Een behoorlijk aantal haalde het niet, ter wijl anderen vervoerd werden naar basisziekenhuizen om te herstellen.
Eén categorie viel echter jam merlijk uit de boot: soldaten met maxillofaciale verwondingen (aan hoofd, nek, mond, kaak en gezicht). Naast de uitdaging om deze gueules cassées (‘kapotte gezichten’) op te lappen, maakte hun vaak onrustwekkende aanblik het psychologisch moeilijk om het leven weer op te pakken – zowel voor henzelf en hun omgeving. Om hen een kans op een beter leven te bieden, was een multi disciplinaire aanpak vereist. Eén man in het bijzonder zou deze opgave tot zijn levenswerk maken: de Nieuw-Zeelandse chirurg Harold Gillies.
Na het succesverhaal De kunst van het snijden, waarin ze de wereld van de Victoriaanse chirurgie ont leedde, is Lindsey Fitzharris met Het gezicht van de Eerste Wereldoor log gaan grasduinen in diezelfde discipline. Ideale beach reads zullen deze boeken – met hun expliciete foto’s en illustraties – wellicht nooit worden, maar Fitzharris heeft er inmiddels toch een fijne carrière mee opgebouwd. De medische historicus blijkt schrander in het verweven van persoonlijke verhalen met het ver loop van de oorlog. Belangrijke slagen, zoals die bij de Somme, weet ze opvallend beeldend te beschrijven. Het gaat je bepaald
niet in de koude kleren zitten. Fitzharris vermijdt de valkuil van de sensatiezucht. Zonder weg te kijken van wat vaak pure horror scenario’s zijn, belicht ze ook die andere zijde van oorlogstijden: hoe sterk, optimistisch en zorg zaam mensen ook dan (of juist precies dan) kunnen zijn. Opge tekende getuigenissen en memoi res van Gillies zelf, zijn patiënten, collega’s en vriendenkring, ver schaffen een inkijkje in wat de ambitieuze en innemende Gil lies bewoog. Niet alleen functie herstel, maar ook de esthetische zijde vond hij van belang. Deze chirurg had de ziel van een kunstenaar. Hij bundelde de krachten met andere specialisten en effende zodoende het pad voor de recon structieve chirurgie zoals wij die heden ten dage kennen.
Verder steken we best wat op van de fijne kneepjes van het vak. Wil je vrienden en kennissen impo neren – of juist doen huiveren?
Leg ze in detail uit hoe lokale én distale huidlappen, rhinoplastie, de epithelide inlay, alsook de gesteelde buislap in hun werk gaan. Opmerkelijk verslavend, het smaakt naar meer. Misschien even googlen naar een tekstboek in de moderne chirurgie…
Niet alleen functieherstel, maar ook de esthetische zijde vond hij van belang.Lindsey Fitzharris
‘Je hebt alles in je om de uitdaging aan te gaan’
Hij ging de wereld over als de man die blootsvoets drieduizend kilometer langs de Australische kust liep om aandacht te vragen voor mentale gezondheid. Oud-militair Anton Nootenboom kon na zijn defensietijd niet helemaal aarden in Nederland en vertrok naar Australië om daar te werken en te leven. Hoe het hem verging en waarom hij de speciale loopactie opzette, lees je in The Barefoot Dutchman.
DOOR MIREILLE BREGMANHet boek begint ongewoon: ‘Dank je wel. Van alle boeken die je had kunnen kiezen, kies je dit.’ Anton Nootenboom legt meteen uit dat hij je geen stappenplan voor een beter leven geeft, maar een verslag van zijn leven tot nu toe. Beter gezegd: hij vertelt je over zijn pieken en dalen, de avonturen en saaie momenten, over liefde en gemis.
In het begin springt de auteur heen en weer tussen de momenten in Zeeland, Kabul en Australië die zijn manier van denken hebben beïnvloed. Hij maakt je daarbij zo invoelend deelgenoot van zijn leven dat het lijkt alsof je naast hem zit. Als je hem in het echt spreekt, blijkt hij net zo charis matisch te kunnen vertellen. Dat ervoer ik tijdens de recente Veteranendag – en is er de reden van dat ik hier liever ‘Anton’ schrijf in plaats van het afstandelijkere ‘Nootenboom’ of ‘de auteur’. Een ander leven is dichtbij Het is niet zozeer dat Anton je ervan probeert te overtuigen om anders te gaan leven wan neer je merkt dat je vastzit in een patroon, maar hij geeft de lezer wel mee dat je leven er heel anders uit kan zien. Ten eerste door de plaats waar je geboren bent (de ervaringen van je eerste zeven levensjaren neem je in het
heden mee), ten tweede door de keuzes die je wel of niet maakt. Zo beschrijft hij een ervaring in Afghanistan. Toen zijn team gestationeerd was in de buurt van Kabul International Airport, moesten ze regelmatig personen veilig op het vliegveld brengen. Daar waren twee routes voor, de een net iets beter dan de ander. Ze namen de eerste en ontsnap ten achteraf gezien aan een bom aanslag. Het had dus heel anders kunnen aflopen. Het deed hem beseffen dat het leven in één seconde over kan zijn en daarom werd zijn motto ‘live your life to the fullest’. Zonder dat het verhaal te moralistisch overkomt, begrijp je uit de context ook dat we in Nederland echt geen slecht leven leiden.
Het maximale uit het leven halen lukte Anton na zijn defensietijd niet, ook al dacht hij het voor
elkaar te hebben met huisje, boompje, beestje. Een verande ring van omgeving was nodig om alles een nieuwe impuls te geven. Het werd Australië, waar hij fysiek zware arbeid verrichtte. Ondertussen ging het psychisch steeds slechter, tot hij niet meer kon dan rondjes over het strand lopen. Hij vermande zich, zocht hulp en bedacht een plan om zijn fysieke grenzen weer op te zoeken, zoals hij bij de landmacht ook regelmatig had gedaan. Reizen en geld inzamelen voor een goed doel kwamen bij elkaar in een plan: blootsvoets naar de top van de Mount Everest. Dat werd een succes.
Mannelijkheid Terug in Australië wilde Anton aan de slag met een soortgelijk plan, maar dan om aandacht te vragen voor mannelijke mental health. Zelfdoding is namelijk doodsoorzaak nummer één onder Australische mannen. Anton wil er met een uitzonderlijke wan deltocht aandacht voor vragen dat mannen hun emoties mogen tonen en mogen praten over hun problemen. Nationale media pakten het bericht op: een Nederlan der die op blote voeten van Cairns naar Sydney loopt! Ondanks dat de tocht niet altijd soepel gaat –op de snelwegen loopt hij op een laag losse kiezelsteentjes en zijn karretje Wheelson gaat regelmatig kapot – komt the barefoot Dutch man regelmatig mensen tegen die hulp en donaties aanbieden. Zijn doel is pas echt bereikt wanneer hij van andere mannen hoort dat ze door zijn verhaal toch niet van een brug zijn gesprongen. De tocht blijkt uiteindelijk 3019 kilometer lang, goed voor een wereldrecord. In totaal is er meer dan € 52.000 opgehaald. Eén nuchtere tip van de wandelaar: een paar kilometer buiten lopen, zorgt er al voor dat je lichaam aan het werk gaat.
Blootsvoets naar de top van de Mount Everest.
RECENSIE
Het deed hem beseffen dat het leven in één seconde over kan zijn.
Het is moeilijk om aan zo’n per soonlijk verhaal sterren te geven. Zoals voormalig oorlogsjourna list Joeri Boom in het voorwoord schrijft: Anton verdient bewonde ring om zijn eerlijkheid en om zijn volharding om mannen uit hun
mentale gevangenis te bevrijden.
‘Regardless of how tough the chal lenge ahead might be, you have everything it takes to overcome it’: wat er ook op je afkomt, je hebt alles in je om de uitdaging aan te gaan.
Koeien
Nu de zon ondergegaan is, slenter ik vanaf het strand van Arromanches terug het dorpje in. Een plaatsje dat uitgestorven zou zijn, maar met haar pontons, musea en souvenirwinkeltjes sinds juni 1944 overleeft aan het D-Day infuus. Vanaf de Boulevard Général Leclerc loop ik door de Rue du Lieutenant Colonel de Goncourt in en stop bij de deur waar een koe op geschilderd is. Bij gebrek aan een bel klop ik aan, duw deur voorzichtig open, loop naar binnen en ga bij VanLuc en zijn vrouw Caroline, beiden kunstenaars, aan de keukentafel zitten. In 2006, een jaar voordat onze eenheid naar Afghani stan ging, ontmoetten we elkaar voor het eerst in zijn galerie. Ik kocht een kunstwerkje van hem, een schil derijtje van een koe, omdat de koe zijn handelsmerk is. We raakten in gesprek over kunst en de oorlog tegen het terrorisme.
‘Voor Niels,’ vatte hij onze toevallige ontmoeting op de achterkant samen, ‘mijn vriend voor een dag.’ Vandaag kom ik een beeldje bij hem ophalen dat hij speciaal voor mij maakte. Een koe, omdat niemand zulke koeien maakt als hij. We drinken wijn en praten over oorlog. De oorlog van toen, de oorlog van nu en die oorlog van mij. Misschien dat ik hem iets uit kan leggen. Vanaf de
keukentafel wijst hij in de richting van het strand. ‘Charges de feux et de fer…,’ zo begint hij zijn ver haal over de soldaten die hier aan land kwamen om te vechten tegen de waanzin van één man. Hij twijfelt of we er iets van geleerd hebben, of er ooit een einde komt aan de haat van mensen. ‘Zou,’ sluit hij af, ‘vrijheid niet meer kunnen en moe ten zijn dan de pauze tussen twee oorlogen in?’ VanLuc kijkt me aan of ik met mijn verleden het ant woord weet. Rustig laat ik de rode wijn in mijn glas draaien en denk aan die ene zin die ik ooit over de stranden van Normandië las.
Op zes juni kleurde hier het bloed van soldaten de zee rood, zo rood dat de zee nooit meer haar normale kleur zal krijgen.
Natuurlijk weet je dat het onzin is, dat met de tijd zelfs het staal van de Mulberryhavens door de zee ver zwolgen zal worden, de zee weer blauw en de stran den gewoon geel zijn, maar je voelt de waarschuwing. Of beter, de wanhoop. Oorlog is niets meer of minder dan een oude koe, die door idioten van tijd tot tijd uit de sloot gehaald wordt.
NIELS ROELENElke editie van de Militaire Courant schrijft Niels Roelen een verhaal bij een gebeurtenis uit de actualiteit.
VETERANEN
Paul de Graaff
In Veteranen geeft fotograaf Paul de Graaff meer dan honderd (oud)militairen een gezicht. Ze dienden in landen als Afghanistan, Libanon, Bosnië, Kosovo en andere conflictgebieden in de wereld. De Graaffs indringende portretfoto’s spreken boekdelen over wat de veteranen daar hebben meegemaakt. Met dit boek hoopt Paul de Graaff ervoor te zorgen dat nog meer veteranen hun herinneringen zullen delen, en dat familie en vrienden hun het respect bewijzen dat ze verdienen.
Dit boek is bedoeld voor veteranen, hun familieleden en vrienden, en iedereen die geïnteresseerd is in pure verhalen van Nederlandse veteranen over hun missies.
228 pagina’s | ISBN 978-94-90951-68-9 € 49,50 | Met Veteranenpas € 35,Bestellen via www.2010uitgevers.nl
“Ik hoop dat door dit boek nog meer mensen vragen aan veteranen gaan stellen. Ogenschijnlijk normale vragen als: “Hoe gaat het?” of “Hoe was het daar?” Dit boek laat zien dat het het waard is om naar die verhalen te luisteren.” Peter van Uhm, voormalig commandant der Strijdkrachten, in het voorwoord
Ervaar de unieke geschiedenis van de vliegbasis Deelen (vlakbij Arnhem) van de oprichting tot heden
In het museum is er bijzondere aandacht voor de opbouw van de vliegbasis in de bezettingstijd, het verloop van de luchtoorlog in de jaren 1940-1945 en voor het militaire gebruik tijdens en na de oorlog.
• Foto’s en tekeningen van de bouw van de ’Fliegerhorst’ voor de Duitse luchtmacht
• Wrakstukken van Duitse, Amerikaanse en Engelse oorlogsvliegtuigen
• Vliegerkleding en andere uniformstukken
• Een replica van de ‘vliegende bom’ V-1
• Restanten van de Canadese oorlogsdump uit 1945
• Plattegrond en foto’s van het na-oorlogse gebruik van de vliegbasis door de Koninklijke Luchtmacht
Museum Deelen, Delenseweg 20, 6877 AE Deelen
• Openingstijden: zaterdag en zondag van 11.00 tot 17.00 uur, voor groepen op afspraak
• Entree volwassenenen € 7,50 en kinderen € 5,00 • Donateurs gratis • museumdeelen.nl
Musea die de Militaire Courant verspreiden
ECHOS Home in Harskamp, Rotterdam, Havelte, Den Helder, Schaarsbergen, Ermelo, Oirschot
Amersfoort Museum Nederlandse Cavalerie Amsterdam Verzetsmuseum Plantage Arnhem Museum Bronbeek Beek
Oorlogsmuseum Eyewitness
Best Museum Bevrijdende Vleugels Buren Marechausseemuseum
Deelen Museum Vliegbasis Deelen Den Helder
Marinemuseum
Doorn Museum Huis Doorn Dordrecht Museum 1940 – 1945 Driebergen-Rijsenburg Museum Militaire Traditie Groesbeek
Vrijheidsmuseum Hooge Mierde Museum De Bewogen Jaren ’39-‘50 Huisduinen Fort Kijkduin IJmuiden Bunker Museum Kornwerderzand Kazemattenmuseum Leeuwarden Fries Museum Lekkerkerk Museum De Vrijheid Naarden Nederlands Vestingmuseum Nieuwdorp Bevrijdingsmuseum Zeeland Nijverdal Memory Vrijheidsmuseum Noordwijk Museum Engelandvaarders Ommen
Nationaal Tinnen Figuren Museum
Oosterbeek
Airbornemuseum Hartenstein Overloon
Oorlogsmuseum Overloon Rotterdam
Mariniersmuseum Soesterberg Nationaal Militair Museum Vlissingen Boekhandel ’t Spui Vught Geniemuseum Zundert
Legerdump Zundert
Kijk voor een compleet overzicht op www.militairecourant.nl.
Prijsvraag
Bij deze prijsvraag verloten we een exemplaar van The Barefoot Dutchman , geschreven door Anton Nootenboom.
Oud-militair Anton Nooten boom kon na zijn defensie tijd niet helemaal aarden in Nederland en vertrok naar Aus tralië om daar te werken en te leven. Maar het ging psychisch steeds slechter, tot hij niet meer kon dan rondjes over het strand lopen. Hij vermande zich, zocht hulp en bedacht een plan om zijn fysieke grenzen weer op te zoe ken, zoals hij bij de landmacht ook regelmatig had gedaan. Hij werd bekend als de man die bloots voets drieduizend kilometer langs de Australische kust liep om aandacht te vragen voor mentale gezondheid. De tocht blijkt uitein delijk 3019 kilometer lang, goed voor een wereldrecord. Hoe het hem verging en waarom hij de speciale loopactie opzette, lees je in The Barefoot Dutchman. Wil je kans maken op een exem
Winnaar
In de juni-editie was de prijsvraag:
Op welke datum is Marco Kroon tot ridder geslagen?
Het juiste antwoord daarop is 29 mei 2009 . Onder de inzenders van het juiste antwoord is een exemplaar van het boek Nassau Two Zero verloot. De winnaar is Jan Leenheer uit Lelystad . Van harte gefeliciteerd!
KROON, NASSAU TWO ZERO , UITGEVERIJ TRINITAS CORONA, 400 PAGINA’S ( € 22,95)
20,99)
plaar? Beantwoord dan de vol gende vraag: Welke route legt Anton Nootenboom bloots voets af in Australië?
Stuur uw antwoord, onder vermel ding van ‘Prijsvraag Militaire Cou rant’ naar info@militairecourant.nl. Vergeet niet uw naam en adresgegevens te vermelden.
Contact Militaire Courant Uphill Battle uitgevers Zonnebaan 54 3542 EG Utrecht, Nederland Telefoon +31302231718 info@militairecourant.nl
Redactie redactie@militairecourant.nl
Abonnementen 4 nummers voor €16.–Vul de bon in of meld je aan via www.militairecourant.nl Overige vragen? abo@militairecourant.nl
Advertenties verkoop@militairecourant.nl Online www.militairecourant.nl twitter @militaircourant www.facebook.com/militairecourant
Oplage 22.000
Volgende nummer De volgende Militaire Courant verschijnt in december 2022.
Hoofdredacteur Jan Louwers
Redactie Mireille Bregman, Antal Giesbers en Mirjam Mulder
Medewerkers Marc Bentinck, Adinda Graafland, Charlotte Mole naar, Rinke van der Plaat, Niels Roelen, Tristan Vanheuckelom en Robert van Weperen
Vormgeving Titus Vegter
Uitgever Jan Louwers
De Militaire Courant is een uitgave van UHB uitgevers. De Militaire Courant informeert een breed pu bliek over militaire onderwerpen. De inhoud wordt verzorgd door een onafhankelijke redactie.