museumbulletin > gezelle’s jonge vrienden
gezelle’s jonge vrienden Vrienden nemen in het leven van Guido Gezelle een heel belangrijke plaats in. Bij de start van zijn onderwijsopdracht in Roeselare is de priesterdichter meer dan een leraar voor zijn leerlingen. Met enkele bouwt hij een vriendschapsband op die ook na hun schooltijd blijft voortduren. Dit blijkt uit hun wederzijdse correspondentie maar ook uit opdrachten in boeken en het opdragen van een gedicht aan hen. Welke interpretatie kunnen we aan de vriendschap en de brieven van Guido Gezelle en Eugène Van Oye geven? Wat moeten we ons voorstellen bij dat gedicht over Dien avond en die rooze? Wat zijn de feiten en waar begint de verbeelding? Door Willy Le Loup.
1
16
Guido Gezelle (1830-1899) wordt geboren te
laatste bundel ontstaat ter herinnering aan het
Brugge, studeert aan het Klein Seminarie te
overlijden van Eduard van den Bussche, een
Roeselare in 1846 en volgt daarna de priester-
van zijn leerlingen uit de poësisklas. Voor zijn
opleiding aan het Groot Seminarie te Brugge. Op
leerling Henri Van Doorne (1841-1914), die later
10 juni 1854 wordt hij tot priester gewijd. Reeds
priester wordt in Engeland, schrijft hij talrijke
drie maanden daarvoor wordt hem een onder-
gedichten, waaronder ’k Hoore tuitend’ hoor-
wijsopdracht aan het Klein Seminarie toever-
nen. Samen met zijn leerling Karel de Gheldere
trouwd. De kerkelijke overheid heeft vertouwen
(1839-1913) schrijft Gezelle wisselgedichten.
in de beloftevolle jonge leraar en in 1857 wordt
De Gheldere draagt zijn Jongelingsgedichten
hij voor twee opeenvolgende jaren aangesteld
in 1861 op aan zijn leermeester. Ook de ge-
als leraar voor de Poësis, het jaar waarin de
broeders Hugo (1840-1922) en Gustaaf Verriest
dichtkunst centraal staat. Gezelle droomt ervan
(1843-1918) worden leerlingen van Gezelle in
een jonge dichterschool met zijn leerlingen te
hun collegetijd. Hugo heeft zich enorm ingezet
vormen.
voor de verspreiding van Gezelle’s poëzie, Gu-
Gezelle schrijft zijn eerste gedichten voor zijn
staaf wordt Gezelle’s huisarts. Voor Polydore
studenten waarbij poëzie en religie een eenheid
Demonie (1844-1887), die later advocaat wordt,
vormen. In 1858 laat hij Vlaemsche Dichtoefe-
schrijft hij Polydor, gij kind van Vlanderen.
ningen en Kerkhofblommen verschijnen. Deze
Eugène Van Oye (Torhout 1840 - Gistel 1926)