MUSEUM
BULLETIN
4
de kunst van het recht een familieportret van navez ocmw te gast thierry delva a caring eye driemaandelijks tijdschrift afgiftekantoor
8000
- 36ste jaargang okt-dec 2016 1 - 2 de afdeling P408620
brugge
Voorwoord directie
3
De kunst van het recht
4
Een familieportret van Navez
13
OCMW te gast
15
Thierry Delva
19
A caring eye
22
Vrienden van de Musea
23
Kerststallententoonstelling Van het begin van de Advent tot Driekoningen wordt het Volkskundemuseum deze winter ondergedompeld in kerstsfeer, dankzij de indrukwekkende collectie kerststallen van Henri Vansweevelt. De Zwevegemse verzamelaar is de trotse bezitter van ruim 800 kerstkribben en -stallen uit meer dan tachtig verschillende landen. Daarbij zitten unieke stukken uit de 18de en 19de eeuw. Zijn collectie is al meermaals tentoongesteld in binnen- en buitenland. Het Volkskundemuseum toont nu een selectie uit zijn collectie. Van 27/11/2016 tot 6/01/2017
beste museumvriend, beste lezer,
2016 is op museaal vlak bijna weer gedaan, het zomeruur is teruggedraaid,
Al deze initiatieven zijn een permanente uitnodiging om onze rijke erfgoed-
de herfst is in het land. Voldoende redenen om het voor een keer kort te
collecties te ontdekken, in de museumzalen of bij tijdelijke tentoonstel-
houden, hoor ik u zeggen, en dat zal ik dan ook met plezier doen. Want
lingen. Vanaf het einde van dit jaar komt daar bovendien nóg een moge-
uiteindelijk spreekt deze editie van het Museumbulletin voor zich. Het toont
lijkheid bij, namelijk – thuis of onderweg – online via de nieuwe website
aan hoe de wetenschappelijke staf van de Brugse musea jaar na jaar am-
www.erfgoedbrugge.be. Dit nieuwe portaal brengt meer dan 330.000 Brug-
bities waarmaakt en schitterende projecten voorstelt die in de eerste plaats
se erfgoedstukken online. Erfgoedcel Brugge speelt een trekkende rol in dit
voor U, beste lezer, en al onze vrienden zijn bedoeld.
initiatief dat erfgoed van verschillende collectie beherende instellingen in
De bijdrage over het voor Musea Brugge aangekochte familieportret van
Brugge online bundelt. Musea Brugge staat vanzelfsprekend garant voor
Navez is maar één voorbeeld van het actief verwervingsbeleid die de mu-
een mooie bijdrage in die unieke Brugse erfgoedcollecties.
sea – ook dankzij de inzet van de Vrienden – voeren. We hopen nog dit jaar
Intussen vordert de restauratie van het Gruuthusemuseum en is de reie-
enkele belangrijke bijkomende verwervingen te kunnen realiseren die op
gevel al uit de steigers. De Vrienden van de musea hebben de actie ‘Toon
vele vlakken een verrijking van onze collecties betekenen.
je Gruut Hart’ in het leven geroepen om financiële steun en draagvlakte te
‘De kunst van het recht’ die nog tot begin volgend jaar in het Groeningemu-
genereren voor de restauratie van de unieke bidkapel van Lodewijk van
seum is te zien, verzamelt rechtshistorisch erfgoed uit de Brugse erfgoed-
Gruuthuse (zie pag. 23). Ik zou namens alle medewerkers van Musea Brug-
collecties en toont onze objecten in een internationale context met toch
ge iedereen bedanken die dit boeiende initiatief zal steunen.
enkele topstukken die anders nooit in Brugge zijn te zien. Het is de perfecte
Hoe dan ook: wil je nog een extra steentje bijdragen, dat kan! Samen met
tentoonstelling om een publiek aan te spreken die een grote interesse heeft
de bijzondere begunstiger Brugge Tripel hebben de Vrienden een limited
voor cultuurgeschiedenis, maar die tegelijk ook de kunstliefhebbers zal
edition bier ‘Lodewijk Van Gruuthuse’ in de aanbieding waarvan de winst
boeien.
ook voor de restauratie van de bidkapel zal dienen. Ja, je leest het wel: het
Met de tentoonstelling van de Belgisch-Canadese kunstenaar Thierry Delva
noemt – extra laagdrempelig – Lodewijk Van Gruuthuse en het is limited.
zet het Hospitaalmuseum de reeks van exposities met hedendaagse kunst
De voorraad is eindig. Haast U is dus de boodschap. Het is niet meer lang
verder die specifiek de link leggen met het verleden van de betoverende
tot kerstmis.
ruimte als ziekenhuis. En tegelijkertijd wordt het Brugse OCMW-patrimo-
Op Uw gezondheid.
nium tijdelijk verrijkt met een schitterend portret van Simon De Vos uit het Antwerpse Maagdenhuismuseum, een andere belangrijke Vlaamse OCMWcollectie.
Till-Holger Borchert Directeur Musea Brugge
museumbulletin > de kunst van het recht
de kunst van het recht drie eeuwen gerechtigheid in beeld
Op 28 oktober opent ‘De kunst van het recht. Drie eeuwen gerechtigheid in beeld’, de eerste grote tentoonstelling in het Groeningemuseum sinds ‘Van Eyck tot Dürer’ en ‘Vorstelijk verzameld’. In ‘De kunst van het recht’ worden schilderijen, beeldhouwwerken, werken op papier, oude drukken, handschriften en objecten geduid in de context van hun oorspronkelijke functie, namelijk die van het recht en de rechtspraak. De objecten bieden een boeiend overzicht van hoe kunstenaars en hun rechtsprekende opdrachtgevers zich van circa 1450 tot 1750 lieten inspireren door recht en gerechtigheid. Door VANESSA PAUMEN en TINE VAN POUCKE
Derick Baegert, De eedaflegging, 14931494, olieverf op paneel Wesel, Städ-tisches Museum-Galerie im Centrum, inv.nr. SMW 85/1
4
De initiële opzet was een collectiepresentatie met voornamelijk eigen collectiestukken, aangevuld met een klein aantal bruiklenen. De werken zouden niet vanuit een louter kunsthistorisch perspectief worden benaderd, maar eerder vanuit een verrassende, cultuurhistorische context: die van het recht. Tijdens de voorbereiding van de tentoonstelling door curatoren Vanessa Paumen en Tine Van Poucke bleek – ook internationaal – veel belangstelling te bestaan voor het thema en werd beslist om het project op een beduidend grotere schaal aan te pakken.
De bijzonder positieve reacties op de bruikleenbrieven bevestigden het enthousiasme en het vermoeden van de curatoren: er bestaat een grote interesse voor het onderwerp. Het resultaat is een tentoonstelling met een 120-tal objecten in vier grote zalen en vijf intiemere kabinetten. Aangezien de tentoonstelling de helft van het Groeningemuseum zal vullen, wordt de vaste collectie in een aangepast parcours van zes zalen gepresenteerd. Uitgangspunt van de tentoonstelling zijn een twintigtal kunstwerken uit de eigen, Brugse
collecties: het Groeningemuseum, het Gruuthusemuseum, het Brugse Vrije en de Openbare Bibliotheek. Ze worden aangevuld met talloze bruiklenen uit binnen- en buitenland, zowel van grote en kleinere erfgoedinstellingen als van privéverzamelaars. Het concept mag zich dan wel hebben gevormd in het Groeningemuseum, het kon enkel worden uitgewerkt door een samenwerking tussen mensen met verschillende perspectieven. Een mooie synergie tussen het kunsthistorische en het rechtshistorische luik was alleen mogelijk
dankzij de enthousiaste en uiterst toegewijde ondersteuning en medewerking van prof. Georges Martyn en drs. Stefan Huygebaert van het Instituut voor Rechtsgeschiedenis van de Gentse Universiteit.
hemels oordeel, wereldse rechtspraak Vanaf de late middeleeuwen wedijverden Vlaamse en Brabantse steden om het mooiste stadhuis. De schepenzaal, onder meer gebruikt voor rechtspraak, werd door de beste
kunstenaars verfraaid met gerechtigheidstaferelen. Die moraliserende kunstwerken beelden een voorbeeld of non-voorbeeld van goede rechtspraak uit. Ze moesten de schepenen – in die tijd ook rechters - aansporen om hun belangrijke taak gewetensvol uit te voeren. Als onderwerp voor gerechtigheidstaferelen werd vaak gekozen voor het ultieme moment van goddelijk recht: het Laatste Oordeel. Aan deze goddelijke rechtspraak moest de aardse rechtspraak zich spiegelen. Het Laatste Oordeel moest iedereen in de schepenzaal – rechters,
5
museumbulletin > de kunst van het recht
aanklagers, beklaagden en getuigen – wijzen op zijn verantwoordelijkheid om de gerechtigheid te dienen. In de eerste tentoonstellingszaal worden, naast de Brugse Laatste Oordelen van Jan Provoost voor het stadhuis (1525) en van Pieter Pourbus voor de vierschaar van het Brugse Vrije (1551), bruiklenen getoond van schilderijen met hetzelfde thema, die werden besteld voor raadzalen. Zo verlaat het Laatste Oordeel dat in 1477 of 1499 voor de Nederlandse stad Maastricht werd geschilderd, voor het eerst in decennia zijn originele locatie in het stadhuis. Ook een fascinerend schilderij uit het stadhuis van Geraardsbergen, in een primitieve stijl die enigszins aan Jheronimus Bosch doet denken, komt naar Brugge. Het zal kunnen pronken naast andere panelen besteld door 15de- en 16de-eeuwse stadsbesturen waar de rol van de rechter op aarde vergeleken wordt met die van Christus als opperste rechter. De panelen uit Maastricht, Graz en Wesel tonen duidelijk het verband tussen de goddelijke en de aardse gerechtigheid. Het Laatste Oordeel wordt er gecombineerd met de voorstelling van een wereldse rechtszitting. Op het Maastrichtse paneel probeert een duivel de schepenen-rechters om te kopen in een zaak tussen een arme en rijke man. Het paneel van Derick Baegert uit Wesel toont een rechtszaak op het moment van de eedaflegging en legt een duidelijk verband tussen meineed en de veroordeling van de meinedige op de dag des oordeels.
exempla iustitiae: inspirerende voorbeelden Vanaf de 15de eeuw sieren ook andere gerechtigheidstaferelen de vertrekken van rechtsprekende instellingen. Zowel Bijbelse als profane bronnen leveren onderwerpen voor deze exempla iustitiae, moraliserende voorstellingen met rechtspraak en rechtvaardigheid als thema. In de tweede zaal komen een aantal van deze populaire exempla aan bod in de vorm van schilderijen, prenten, tekeningen en glasramen. Vooral het Salomonsoordeel en het verhaal van de kuise Suzanne sierden gerechtszalen. Zo is
6
het verhaal van de kuise Suzanne te zien op de albasten fries van de renaissanceschouw in het Landhuis van het Brugse Vrije. Een bezoek aan het Brugse Vrije is trouwens gratis op vertoon van het ticket voor De kunst van het recht. Het oordeel van Salomon komt onder andere aan bod in een paneel dat Frans Floris I schilderde voor het Antwerpse stadhuis. Andere exempla zijn die van Zaleucus, Trajanus en Herkinbald. Ze wijzen op een aantal essentiële plichten van de rechter, zoals gebondenheid aan de wet, onpartijdigheid en vooral onomkoopbaarheid. Een ongewoon gerechtigheidstafereel is dat van de wraakzuchtige Tomyris, koningin van de Massageten. Ze liet de Perzische koning Cyrus onthoofden en zijn hoofd onderdompelen in een kruik met menselijk bloed. Pieter Pieters schildert dit ‘averechts’ gerechtigheidstafereel voor de vierschaar van het Brugse Vrije. Het voorbeeld van deze onredelijke vrouw, gestuurd door pure wraakgevoelens, is niet na te volgen voor de rechters. Heel wat exempelen en allegorieën uit de 15de tot 18de eeuw handelen niet alleen over rechtspraak in de strikte zin, maar ook over vaderlandsliefde en goed bestuur. Een goed bestuur wil zich immers vereenzelvigen met een van de belangrijkste deugden: goede justitie, zoals te zien in de gravure Willem van Oranje als kapitein van Wijsheid van Theodor de Bry.
het vel van de rechter: cambyses’ oordeel In de derde tentoonstellingszaal wordt gefocust op één specifiek onderwerp voor gerechtigheidstaferelen: Het Oordeel van Cambyses. Centraal staat het topstuk van Gerard David uit het Groeningemuseum. David voltooide dit tweeluik in 1498, op het hoogtepunt van zijn carrière, in opdracht van de Brugse schepenen voor de raadzaal van het stadhuis. Het beeldt het legendarische verhaal uit van de Perzische koning Cambyses (6de eeuw vóór Christus). Het werd opgetekend door de Griekse historieschrijver Herodotus en in Vlaanderen vooral verspreid via verschillende middeleeuwse versies gebaseerd op de Latijnse werken van Valerius
Maximus. Sisamnes, een van de opperrechters van de koning, had zich laten omkopen en bijgevolg niet rechtvaardig geoordeeld. De koning veroordeelde hem tot een verschrikkelijke straf: levend gevild worden. Met zijn huid werd de rechterstoel bekleed van zijn opvolger en zoon, Otanes. Gerard David liet zich hoogstwaarschijnlijk inspireren door een miniatuur van Loyset Liédet die in Brugge als miniatuurschilder werkte voor het Bourgondische hof. Liédet maakte in totaal 37 miniaturen voor een manuscript met historische en Bijbelse scènes, dat de Koninklijke Bibliotheek van België uitzonderlijk in bruikleen geeft. Het is niet de vroegst gekende voorstelling van het Cambyses-verhaal, maar wel de eerste met de villing en dan nog op zo’n gruwelijke, gedetailleerde manier. Een aantal details nam David bijna letterlijk over: de beul die zijn mes klemt tussen de tanden, de staande figuur die argumenten op zijn vingers telt en de meute die zich verzamelt rond het gebeuren. Ook in de 16de en 17de eeuw werd het Cambyses-verhaal herhaaldelijk afgebeeld op schilderijen en prenten. In die latere voorstellingen is vooral de scène met Otanes – bij David helemaal bovenaan rechts op het tweede paneel – erg populair. Bij sommige schilders en prentkunstenaars wordt het verhaal zelfs gereduceerd tot een voorstelling van de stoel met de gestroopte huid. Een afschrikwekkend beeld dat kon volstaan als ultieme en constante herinnering aan de gevolgen van corrupte rechtspraak.
gerechtigheid in de praktijk Het tentoonstellingsparcours loopt verder in de intiemere kabinetten. Daar wordt stilgestaan bij de rechtspraktijk in de late middeleeuwen en vroegmoderne tijd.
Rechtvaardige rechters Het eerste kabinet focust op het belang van rechtvaardige en onomkoopbare rechters, een thema dat al aan bod komt in de talrijke uitbeeldingen van het Cambyses-verhaal. Wereldlijke
Pieter Pieters, De wraak van Tomyris, 1610, olieverf op doek Brugge, Museum Brugse Vrije, inv.nr. 2010.GRO0023.I
7
museumbulletin > de kunst van het recht
1
8
rechters hebben de macht om te oordelen over leven en dood en moeten hiervoor verantwoording afleggen op de laatste dag. De rechter moet daarom oordelen op aarde zoals God bij het Laatste Oordeel: eerlijk en onpartijdig, en emoties mogen het oordeel niet beïnvloeden. Zoals bij elke vorm van machtsuitoefening, loert ook bij de rechtspraak machtsmisbruik om de hoek. In het bijzonder corrupte en omkoopbare rechters komen aan bod in de tentoongestelde glasramen, tekeningen en prenten. De meeste glasramen komen uit een privéverzameling uit Zuid-Duitsland en worden vergezeld door twee exemplaren van Pieter Coecke van Aelst I uit het STAM in Gent.
Rechtspraak in Brugge
2
1 Loyset Liédet, Het oordeel van Sisamnes, miniatuur uit La Sale van Antoine de la
Sale, 1461 Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, Handschriften, inv. nr. Ms. 9287 – 9288
2 Jan van der Toolne, Gerechtigheidshoofd van Pieter van der Gote, 1464
gedreven zilver Brugge, Gruuthusemuseum, inv.nr. X.O.0000.1
Het volgende kabinet gaat in op de rechtspraak in Brugge. Vóór de Franse Revolutie kende de Nederlanden een lappendeken van jurisdicties. Tijdens het ancien régime was er geen scheiding der machten, dus geen onafhankelijke rechterlijke macht. Vooral het gewoonterecht was van toepassing, met lokale regels en procedures die geleidelijk waren gegroeid en mondeling werden overgeleverd. Pas met de Franse Revolutie ontstond een nieuw rechtssysteem, een kind van de Verlichting dat vandaag nog grotendeels van toepassing is. Ook in het middeleeuwse en vroegmoderne Brugge waren verschillende rechtbanken actief. De Bruggeling kon, naargelang aard en plaats van de feiten, voor diverse rechtbanken worden gedaagd. Binnen de stadsmuren was de stedelijke schepenbank het belangrijkste gerecht. Daarnaast was er de rechtbank van het Brugse Vrije, bevoegd voor de kasselrij, een uitgestrekt bestuurlijk gebied rond Brugge, begrensd door Noordzee, Westerschelde en Ijzer. De Proosdij bestuurde dan weer de kerkelijke dubbelheerlijkheid van het Proostse en het Kanunnikse, verbonden aan de Sint-Donaaskerk. De proosten van het kapittel van SintDonaas spraken recht over een aantal stadswijken en tientallen dorpen buiten Brugge. Al deze instellingen zetelden in het hart van de stad, op de Burg, zoals te zien op een stadsgezicht van
9
museumbulletin > de kunst van het recht
1
10
Jean-Baptist van Meuninckxhove. Een doek van de Brusselse schilder Gillis van Tilborgh stelt de schepenen van het Brugse Vrije voor tijdens een rechtszitting in hun schepenkamer. Die is getrouw weergegeven met links het Laatste Oordeel van Pieter Pourbus, een topstuk van het Groeningemuseum dat tot in de 19de eeuw op zijn oorspronkelijke plaats hing, en rechts de monumentale, door Lancelot Blondeel ontworpen renaissanceschouw.
Joos de Damhouder: Brugs jurist met internationale invloed Het derde kabinet focust op de Brugse jurist Joos de Damhouder (1507-1581), een veel ge-
citeerde autoriteit in het strafrecht. Na studies in Leuven en Orléans keerde De Damhouder in 1532 terug naar zijn geboortestad waar hij enkele belangrijke gerechtelijke functies opnam: advocaat, raadspensionaris van de stad Brugge en griffier-crimineel. Tijdens zijn zoektocht naar goede strafrechtelijke traktaten botste hij op een handschrift van de Gentse rechtsgeleerde Filips Wielant (1441-1520) en eigende het zich zonder scrupules toe. Hij vertaalde het letterlijk naar het Latijn, vulde het aan met persoonlijke ervaringen en opzoekingen en liet het in 1554 verschijnen onder zijn eigen naam, getiteld Praxis rerum criminalium. Vernieuwend aan dit juridisch handboek waren de talrijke illustraties,
waarop de auteur persoonlijk toezag. In 1567 verscheen zijn Praxis rerum civilium of Practycke in civile saecken, over de procesgang in burgerlijke zaken. Nog tijdens zijn leven kenden beide handboeken een groot succes: ze verschenen in meerdere talen en werden tot in de 17de eeuw meermaals herdrukt. Naast portretten van De Damhouder worden verschillende edities getoond, waaronder een bundeling van beide juridische bestsellers.
Exemplarisch strafrecht In het voorlaatste kabinet komt een tot de verbeelding sprekend aspect van het strafrecht in het ancien régime aan bod: de bloederige
2 1 Toegeschreven aan Albrecht Dürer, De nar die Justitia blinddoekt, uit: Das Narrenschiff van Sebastian Brant, 1494, houtsnede
Privécollectie 2 Hans Vredeman de Vries, Iustitia en Iniustitia, 1594-1595, olieverf op doek
Gdansk, Muzeum Historyczne Miasta Gdanska, inv.nr. MHMG/S/R/1
11
museumbulletin > de kunst van het recht
folterpraktijken en executies. In de late middeleeuwen en vroegmoderne tijd handhaafden rechters de orde met strenge vonnissen en bloederige executies. Met wrede, urenlange folterpraktijken probeerde men de verdachte tot bekentenissen te dwingen. Voor bepaalde misdrijven werd de doodstraf uitgesproken. Wie daaraan ontsnapte, riskeerde lichamelijke en psychische straffen. Een aantal daarvan zijn te zien op een prent van Pieter Bruegel. De gruwelijke straffen hadden een exemplarisch karakter en moesten medeburgers afschrikken. Daarom werden executies uitgevoerd in de openlucht en meestal op een schavot, telkens voor een grote volkstoeloop, zoals op de Terechtstelling van Joseph Mesure voor het Landhuis van het Brugse Vrije, een doek uit het Brugse Vrije, toegeschreven aan Jan Anton Garemijn. Een fascinerend aspect van het strafrecht zijn de zogenaamde vonnis-, straf- of boetestukken, zoals metalen gerechtigheidsvuisten en -hoofden. De begeleidende plakkaten vermelden de reden van de straf, de datum en de naam van de overtreder. Opgehangen in of nabij vierscharen dienen ze, net als de gerechtigheidstaferelen, als exempla. Deze vonnisstukken werden vooral opgelegd bij smaad of rebellie tegenover gezagsdragers. Meestal vormden ze slechts een deel van de straf. De veroordeelde moest vaak ook publiekelijk vergiffenis vragen, een schandstraf ondergaan, een som geld betalen, en soms werd hij ook verbannen. Een zilveren gerechtigheidsvuist en -hoofd uit het Gruuthusemuseum wordt getoond naast meerdere exemplaren van gerechtigheidshoofden en -platen uit Veurne.
Justitia, van kardinale deugd tot politiek ideaal In de laatste zaal wordt stilgestaan bij de iconografie van Vrouwe Justitia. We kennen haar vandaag als een geblinddoekte vrouw met weegschaal en zwaard. Maar waar komt dat beeld vandaan? Door haar Latijnse naam zouden we kunnen veronderstellen dat Justitia oorspronkelijk een antieke godin was. Dat klopt niet. Justitia is pas ontstaan vanaf de laatantieke periode, als een van de vier kardinale deugden. Naast
12
Justitia (Gerechtigheid) zijn ook Prudentia (Wijsheid/Voorzichtigheid), Temperantia (Matigheid) en Fortitudo (Kracht) cruciaal voor een deugdelijke levenswandel. De deugden worden verpersoonlijkt door vrouwen, elk met eigen attributen. Justitia’s weegschaal staat voor billijkheid en oordeelsvermogen, haar zwaard voor strengheid en straf. Beide attributen hebben theologische wortels. In het Laatste Oordeel weegt aartsengel Michaël de zielen van de doden met een balans, te zien op een paneel van Colijn de Coter, en scheidt de goeden van de kwaden met een zwaard. Ook Christus hanteert vaak een zwaard in het Laatste Oordeel. De blinddoek van Justitia deed pas rond 1500 zijn intrede, o.a. in een aan Albrecht Dürer toegeschreven illustratie in Sebastian Brants Narrenschip. Het omstreden attribuut had eerst een uitgesproken negatieve connotatie, maar evolueert naar een symbool van onpartijdigheid. In diezelfde periode weekte Justitia zich los van de andere kardinale deugden. Voorgesteld als ’koningin der deugden’ werd ze politiek gerecupereerd. Van dan af vertegenwoordigde ze ‘justitie’ en dook ze op in het stadsbeeld, waar ze nog steeds prijkt op gebouwen waar recht wordt gesproken. Een pronkstuk in deze zaal is Iustitia en Iniustitia van Hans Vredeman de Vries. Het maakt deel uit van een reeks van zeven allegorische schilderijen rond deugdzaam openbaar bestuur die hij tijdens zijn verblijf in Danzig (Gdansk) maakte voor de raadzaal van het stadhuis. Het toont de tegenstelling tussen goed justitie met onkreukbare rechters en slechte justitie met corrupte rechters die graaien naar steekpenningen.
de Bourgondische Nederlanden wijdt haar vier najaarslezingen aan de tentoonstelling. Daarnaast gaat de tentoonstelling gepaard met een wetenschappelijk colloquium waar een dertigtal onderzoekers uit verschillende landen een bijdrage zullen leveren aan het lopend wetenschappelijk onderzoek rond recht als thema in de kunst van de late middeleeuwen tot en met de 19de eeuw. Dat academisch congres loopt van 16 tot 18 januari 2017 en wordt georganiseerd in samenwerking met het Instituut voor Rechtsgeschiedenis van de Universiteit Gent. Bij de tentoonstelling hoort een rijk geïllustreerde catalogus, uitgegeven door Lannoo, in het Nederlands en Engels. Essays van wetenschappelijke medewerkers van Musea Brugge en van rechtshistorici worden afgewisseld met casusteksten over een selectie tentoongestelde kunstwerken. De tentoonstelling, de catalogus en het colloquium zullen hopelijk verder onderzoek in het veld van de rechtsiconografie en de rechtsiconologie stimuleren. Het feit dat onze collega’s in Mechelen in 2018 met de tentoonstelling Roep om rechtvaardigheid (23 maart-24 juni 2018) een tweede luik over het onderwerp aanbieden, bewijst alleszins dat het thema boeit.
catalogus en randactiviteiten De tentoonstelling krijgt een verlengstuk in de binnenstad. In samenwerking met de gidsenverenigingen werd de wandeling ‘Op het rechte pad’ uitgewerkt. Ze voert langs plekken waar recht en rechtspraak in de loop der eeuwen sporen nalieten in het Brugse stadsbeeld. Het Vlaams onderzoekscentrum voor de kunst in
De kunst van het recht. Drie eeuwen gerechtigheid in beeld 28 oktober 2016 - 5 februari 2017 Groeningemuseum
museumbulletin > familieportret van navez
een familieportret van navez in het groeningemuseum Vrienden van Musea Brugge zijn reeds goed vertrouwd met de geïdealiseerde portretten van de Brugse kunstenaar Kinsoen die een internationale carrière uitbouwde als hof- en societyportrettist. Nu kunnen zijn flatterende portretten in het Groeningemuseum ook vergeleken worden met het werk van Navez, ongetwijfeld de beste 19de-eeuwse portretschilder van België. Door LAURENCE VAN KERKHOVEN
de nieuwe aanwinst van navez Hoewel François-Joseph Navez (Charleroi, 1787 - Brussel, 1869) zo'n 350 portretten gerealiseerd heeft, zijn er van hem slechts enkele groepsportretten bekend. Eén daarvan heeft de Stad Brugge kunnen aankopen ter versterking van de neoclassicistische collectie. Het betreft een bijzonder kleurrijk portret van Théodore Joseph Jonet en zijn twee dochters, poserend voor een heuvellandschap met ruime hemelpartij. Het doek is onderaan links gesigneerd en gedateerd 'F.J. NAVEZ / 1832'. Waarschijnlijk heeft Jonet - die in 1832 reeds weduwnaar was - dit groepsportret laten schilderen net vóór het huwelijk van zijn oudste dochter Juliette met de geneesheer Joseph Emile Lequime op 5 juli 1832. Op het schilde-
rij draagt Juliette reeds een verlovingsring. Ze poseert samen met haar jongere zus Emilie in een prachtig blauw zijden japon met brede pofmouwen. Beide dochters hebben redelijk gesofisticeerde kapsels en rijke juwelen met parelsnoeren en lange oorbellen. De fijn gedifferentieerde gelaatstrekken van de drie familieleden met een vleugje melancholie bij de vader, de gedurfde kleurencombinaties en de haast perfect weergegeven kostbare stoffen maken van dit virtuoos geschilderd portret onmiskenbaar een meesterwerk.
wie was mijnheer jonet? Théodore Joseph Jonet was een Belgisch jurist, magistraat en politicus. Hij werd op 8 februari 1782 geboren in Sart-Dame-Avelines, een plaats in het zuiden van de provincie Waals-
13
museumbulletin > familieportret van navez
tengewoon begaafde schilder. Ook Théodore Joseph Jonet klopte meermaals bij hem aan voor het maken van enkele portretten. Dit gebeurde reeds in 1808, toen Navez voor Jonet een (voorlopig niet teruggevonden) portrettekening realiseerde. Twee jaar later maakte Navez voor hem opnieuw een portret, ditmaal in olieverf geschilderd. Alain Jacobs identificeerde dit tot nu toe verloren gewaand werk met een schilderij in de collectie van het Louvre. De man op dit doek lijkt inderdaad sterk op de 50-jarige Jonet in Brugge's recentste aanwinst. Dit laatste groepsportret is alleszins een van de mooiste in het oeuvre van Navez. Het vormt een prachtige tegenhanger voor de portretten van de Brugse neoclassicistische kunstenaars in de collectie van het Groeningemuseum.
François-Joseph Navez, Portret van Théodore Joseph Jonet en zijn twee dochters, 1832, olieverf op doek, 145,2 x 119,7 cm Brugge, Groeningemuseum © Lukas – Art in Flanders vzw Foto Dominique Provost / Musea Brugge
Brabant. In 1807 behaalde hij op 25-jarige leeftijd aan de Universiteit van Brussel het diploma van licentiaat in de rechten. Langzaam maar zeker klom hij hoger op de sociale ladder. Van raadgever sedert 2 oktober 1830 evolueerde hij 10 jaar later tot president van het Hof van Beroep in Brussel; deze functie zou hij blijven uitoefenen tot 23 april 1859. Als liberaal politicus zetelde hij in de Kamer van Volksvertegenwoordigers van het arrondissement Nijvel (in de periode 1831 - 1833 en 1841 - 1848). Tussen 1836 en 1847 was hij als professor publiek recht ook actief aan de 'Université libre de Bruxelles'. Hij publiceerde ver-
14
schillende brochures over rechterlijke kwesties en in 1837 een boekje met als titel Éléments de droit public. Op 25 maart 1862 overleed hij op 80-jarige leeftijd in Brussel.
navez, een veelgevraagd portrettist Navez - die na een eerste opleiding aan de Brusselse academie in Parijs had verder gestudeerd bij Jacques-Louis David - werd bij zijn terugkeer naar Brussel tegen wil en dank steeds vaker gevraagd als portretschilder. Zo kreeg hij veel opdrachten van de burgerij die bezweek voor het gedegen vakmanschap van deze bui-
Bibliografie Over Théodore Joseph Jonet: Le Parlement belge 1831-1894. Données biographiques, uitg. o.l.v. J.-L. De Paepe en C. Raindorf - Gérard, Brussel: Koninklijke Academie van België, 1996, p. 365 L'Université de Bruxelles 1834-1884: notice historique faite à la demande du conseil d'administration, geschreven door L. Vanderkindere, Brussel: Weissenbruch, 1884, p.174 Over het schilderij: Alain Jacobs, 'Les tableaux du peintre Belge François-Joseph Navez (1787-1869) au Louvre', in: Revue du Louvre, 4-1998, pp. 46-58
museumbulletin > OCMW-COLLECTIES TE GAST IN SINT-JANSHOSPITAAL
ocmw-collecties te gast in het sint-janshospitaal, editie vi Voor de tweede maal neemt het OCMW Antwerpen/Maagdenhuismuseum deel aan het project OCMW-collecties te gast, in 2016 aan een zesde editie toe. Hospitaalmusea zijn polysemantisch. De vorige presentaties van OCMW te gast en de popup wall ‘Een medische therapie: klisteren’ in het Sint-Janshospitaal in 2014-2015, maakten duidelijk dat het perfect mogelijk is om maatschappelijke fenomenen aan bod te brengen in een cultuurhistorisch museum dat het zorgverhaal centraal stelt. Met de jaarlijkse dossiertentoonstelling OCMW-collecties te gast, die deel uitmaakt van het structurele samenwerkingsproject OCMW-expertisecentrum, vraagt het museum aandacht voor het tijd-overschrijdend belang van het zorgverhaal dat het vertelt. OCMW-verzamelingen geven het verhaal een gezicht. Door SIBYLLA GOEGEBUER
een bron van kennis, een bron van inspiratie
Anoniem, naar Paulus Pontius, naar ontwerp van Anthony van Dyck, Portret van schilder Simon De Vos, 1688-1698, RP-P-1904-2654, gravure à la poupée in blauw, bruin, rood en zwart op papier, H 18,4 x B 16,1 cm Rijksmuseum Amsterdam
Het Sint-Janshospitaal profileert zich als een museum dat de lokale, devotionele en medische zorggeschiedenis, in een Vlaamse, nationale en Europese context, duidt. De historische site Sint-Jan positioneert zich dwingend in het stadsbeeld. De collecties en hospitaal- en kloosterarchitectuur vormen een bron van kennis tot het begrijpen van wat zorggeschiedenis, in individueel en in gemeenschappelijk verband, betekent. Dankzij wetenschappelijk onderzoek naar de oorsprong en ontwikkeling van de zorghistorie waarbinnen het Sint-Janshospitaal en Onze-Lieve-Vrouw-ter-Potterie zich bewegen, biedt het museum de kans om een uniek, visueel concept van de continuïteit van het zorgverhaal te ontdekken. Het museum onderstreept het belang van het behoud van deze ononderbroken geschiedenis die niet alleen de identiteit van de Brugse zorginstelling heeft gevormd maar ook een bouwsteen is van de Europese welvaartstaat zoals we deze op heden kennen.
Een hospitaal brengt verandering in het functioneren van de wereld. Het Sint-Janshospitaal toont hoe de zorg zich ontwikkelde van armenzorg tot welzijnszorg in alle facetten waar wij van genieten. Het museum draagt en communiceert deze cultuurhistorische erfenis. In dit verband fungeert het als tijdsgeheugen. Het museum is een bron van inspiratie voor zij die vanuit het universele verhaal van de sociale mobiliteit, die de zorghistorie in een stroomversnelling heeft gebracht, antwoorden zoeken op vragen omtrent de actuele migratiecontext. Het museum positioneert zich in het museumlandschap als maatschappelijk forum. Het Sint-Janshospitaal & Onze-Lieve-Vrouwter-Potterie zijn niet de enige museale actoren die zich bewust zijn van het belang van het behoud van wat eeuwen lang - materieel en immaterieel - op het vlak van de zorggeschiedenis in Europa is gegroeid. Interdisciplinair en internationaal werken is onontbeerlijk. Sinds 2012 heeft het museum, samen met andere hospitaalmusea en universiteiten die hetzelfde onderzoeks-
15
museumbulletin > OCMW-COLLECTIES TE GAST IN SINT-JANSHOSPITAAL
1 Paulus Pontius, naar Anthony van
Dyck, Portret van schilder Simon De Vos, uitgever Martinus van den Enden, Antwerpen, 1616-1657, RP-P-OB-33.299, gravure op papier, plaatrand H 24 x B 15,6 cm Rijksmuseum Amsterdam 2 Abraham De Vries (ca. 1590 – over-
leden tussen 1650 en 1662), Portret van Simon De Vos (1603 - 1676), 1635, inv. Nr. 141, olieverf op paneel, H 121 x B 92 cm (met kader H 145 x B 115 cm) OCMW Antwerpen/Maagdenhuismuseum
terrein aansnijden, samenwerkingsverbanden ontwikkeld. Alle partners onderschrijven een uniforme visie op de zorggeschiedenis. Het hospitaalmuseumlandschap beweegt.
het portret van simon de vos spreekt Het expertisecentrum OCMW-collecties in Vlaanderen en Henegouwen eist zijn plaats op in het maatschappelijk museumdiscours. De mini-expositie OCMW-collecties te gast is één van de projecten die het museum vanuit de expertisefunctie ontwikkelt. Het OCMW Antwerpen/Maagdenhuismuseum is een structurele partner van de expertisegroep die de belangen van het door het publiek vaak minder gekende OCMW-erfgoed verdedigt. Als eregast stelt het het portret van schilder Simon De Vos, weldoener van het Knechtjeshuis van de Armenkamer te Antwerpen, van de hand van Abraham De Vries, tentoon. Het portret was sinds 1678 in het bezit van het Antwerpse jongensweeshuis of Knechtjeshuis. Het gaat om kunst gericht op sociale noden. Het schilderij is een liefdadigheidsportret dat het maatschappelijk draagvlak van OCMW-instellingen avant la lettre illustreert. Simon De Vos schonk de helft van zijn bezit aan de Armenkamer in ruil voor een gebed van de
16
1 wezen voor zijn zielenheil, zo vertelt het opschrift op het schilderij, na de dood van Simon De Vos in 1678-79 aangebracht door Matheus van Necher, vergulder en marmerschilder in het atelier van Erasmus Quellinus II. Vanaf 167879 blijkt het schilderij dan ook niet langer louter een portret van een schilder te zijn. Het opschrift genereert een communicatiepatroon in vier richtingen: vanuit de kunstenaar-portretschilder, vanuit de geportretteerde, vanuit de onbekende
schilder en opdrachtgever van het opschrift en vanuit de perceptie van de persoon voor wie het bekijken van het werk is bedoeld. Een postmortale, vervreemdende dialoog ontstaat. De tentoonstelling ‘Reformatoren im Bildnis’ in het Melanchtonhaus in Bretten (Duitsland, 11 juni – 11 december 2016) brengt het verhaal over de Reformatie vanuit cultuurhistorische hoek. De portretten in de expositie tonen hoe uitgekiende afbeeldingen van mensen ook per-
2
17
museumbulletin > OCMW-COLLECTIES TE GAST IN SINT-JANSHOSPITAAL
maatregelen op een ogenblik dat het modieus klinkt om maatschappelijke veranderingen te willen. De Vos lijkt een moderne man met humanistische ingesteldheid maar het opschrift maakt hem tegelijkertijd ook bijzonder traditioneel. Het belang van het eigen zielenheil houdt gelijke tred met het continueren van de zorg voor de wezen. Zijn levenshouding spreekt uit het schilderij. Caritasportretten vormen door hun eenheid in de diversiteit van het aanbod, een bijzonder genre binnen het (OCMW-)erfgoedpatrimonium. Zij vertellen een humaan-christelijk verhaal dat ook vanuit een actueel zorgperspectief kan worden begrepen. De portretten lenen zich perfect tot het versterken van het collectieve bewustzijn van de nood tot het bewaren van de cultuurhistorische erfenis van historische zorginstellingen.
Abraham De Vries (ca. 1590 – overleden tussen 1650 en 1662), Etude pour le portrait du peintre Simon De Vos, 1635, B 409, olieverf op doek, H 51 X B 42,7 cm (met kader H 70,2 x B 60,3 cm) Musée des Beaux-Arts de Lyon, © Lyon MBA – Photo Alain Basset
fect als propagandistische communicatie-instrumenten kunnen fungeren. De expositie leert de toeschouwer kijken naar de tentoongestelde portretten vanuit een antropologisch standpunt. De werken zijn beeltenissen maar spreken ook over de betekenis van voorstellingen van mensen. Portretten geven niet alleen individuen een gezicht maar beelden de personen ook vaak af vanuit een realistisch en kritisch standpunt ten opzichte van de maatschappij waartoe zowel de portretschilder als de geportretteerde en/of opdrachtgever behoren. Schilder en geportretteerde worden merkwaardig één. De portretten fungeren als persoonsbeschrijvingen, karakterstudies. De manier waarop het portret de kracht
18
van de visuele strategie ademt, maakt het al of niet een meesterwerk. Een expositie zoals ‘Reformatoren im Bildnis’ en de dossiertentoonstelling OCMW te gast, editie VI, laten toe het fenomeen caritasportret op een andere manier te benaderen. Het liefdadigheidsportret van Simon De Vos maakt de toeschouwer vertrouwd met het historische karakter van het gegeven caritas maar staat voor de huidige kijker ook dicht genoeg bij de actualiteit van de zorgproblematiek. Het lijkt een vanzelfsprekende, universele taal te spreken. Het optreden van De Vos voor de Armenkamer van Antwerpen maakt duidelijk dat hij de wereld wil veranderen. Als individu poneert hij sociale
OCMW-collecties te gast in het SintJanshospitaal, editie VI 29 november 2016 - 28 februari 2017 Sint-Janshospitaal
museumbulletin > thierry delva, drawings from the heart
thierry delva drawings from the heart Het Sint-Janshospitaal zette zichzelf dit jaar alweer op de kaart met de grote internationale tentoonstelling ‘De heksen van Bruegel’. De tentoonstelling – die aantoonde hoe de uitbeelding van de heks voor eens en altijd door Pieter Bruegel is bepaald werd een succesverhaal en lokte bijna 49.000 bezoekers naar het museum. Het SintJanshospitaal wil 2016 ook sterk afronden en doet dat met een kleinschalige tentoonstelling van de Belgisch-Canadese conceptuele kunstenaar Thierry Delva (°1955). Door MIEKE PAREZ thierry delva als beeldhouwer
Thierry Delva, Electronic Models, 2001 Photo Steve Farmer, NSCAD Canada
Thierry Delva is in Deinze geboren en emigreert als twintiger naar Canada, waar hij een Masters of Fine Arts degree behaalde. Nu is hij er professor beeldhouwkunst en zijn werken worden geregeld tentoongesteld in belangrijke musea en galerijen in Canada en de Verenigde Staten. Delva is in de eerste plaats beeldhouwer. Hij tast in een intellectualistisch spel de relatie tussen inhoud en verpakking af. Zelf spreekt hij van ‘a longstanding interest in physical, conceptual and implied content, by using ordinary containers’. Delva gaat uit van gewone dozen en kisten waarin iets was verpakt : bloemen, boeken, huishoudtoestellen… Hij maakt van de verpakking een kopie op ware grootte in steen of gebruikt ze als moule en maakt er een afgietsel van in plaaster. Zo wordt de verpakking de
inhoud en die ontleent haar vorm aan de verpakking. Vervolgens toont hij het kunstwerk op een sokkel. De meer recente werken zijn gevoeliger. Delva gebruikt koelkasten als surrogaat voor een steenblok. Ze verwijzen naar de mens en evoceren het samenzijn van een verliefd koppel. ‘The Kiss’ uit 2005 is een hedendaagse versie van ‘De kus’ van Constantin Brancusi uit 1910. Delva werkt met twee koelkasten zonder deuren. De twee staan dicht tegen elkaar aangedrukt als in een omhelzing en werken afwisselend op elkaars lichaamstemperatuur in. Als ze in ideale klimatologische omstandigheden worden tentoongesteld vertonen ze een interactie van vochtige damp en toenemende condensatie die uiteindelijk tot een soort hoogtepunt komt waarbij zweet in druppeltjes langs hun gezichten loopt.
19
museumbulletin > thierry delva, drawings from the heart
drawings from the heart ‘Drawings from the Heart’ is een project met grafisch werk waarmee Thierry Delva zich deze winter aan het Brugse publiek zal voorstellen. In 2005 werd de kunstenaar na een hartinfarct in het ziekenhuis van Halifax opgenomen. Aangesloten op de medische apparatuur begon Delva zich te interesseren voor de elektrocardiograaf die de curve van zijn hartslag in een elektrocardiogram (ecg) weergaf. Hij realiseerde zich dat zijn impulsen, percepties en reacties op allerlei prikkels door klinische apparatuur werden geregistreerd en weergegeven, wat ze een wetenschappelijke objectiviteit verleende. Delva vroeg zich af hoe zijn hart zou reageren en hoe de apparatuur zijn percepties zou registreren als hij zich intens op bepaalde onderwerpen concentreerde. Eenmaal hersteld ging hij zelf met hartapparatuur aan de slag. In een vroeg stadium,
1
20
toen hij zich in een reeks portretfoto’s verdiepte, bleek dat de hartfilmpjes, afhankelijk van zijn betrokkenheid met de man of vrouw op de foto, sterk van elkaar verschilden. Delva wilde vervolgens weten hoe zijn hart zou reageren als hij zich intens in een kunstwerk zou inleven en welke tekeningen dat zou opleveren. Die vraag is het uitgangspunt van het project in het SintJanshospitaal. ‘Drawings from the Heart’ moet dus letterlijk worden begrepen: Delva toont tekeningen die door de impulsen van zijn hart tot stand zijn gekomen.
artist in residence in 2014 Thierry Delva kwam in 2014 het antwoord in Brugge zoeken; ik had het genoegen hem een week in het Sint-Janshospitaal te mogen begeleiden. De locatie voor dit project was geen toevallige keuze. Het museum heeft ook een
medisch verleden en… zes meesterwerken van de 15de-eeuwse paneelkunstenaar Hans Memling in de vaste opstelling. Delva wilde vastleggen hoe zijn hart op de werken van Memling reageerde. Het project is tegelijk een hommage aan de werken van de Vlaamse Primitieven die in zijn geboortestreek tot stand kwamen. Aangesloten op een mobiele cardiograaf concentreerde hij zich op de Memlingpanelen alsof hij een middeleeuwse kopiist was. Ondertussen registreerde de apparatuur de reacties van zijn hart. Om vergissingen uit te sluiten had hij de plaatsen op zijn lichaam waar de artsen destijds elektroden hadden aangebracht, door tatoeages laten markeren. De performance vond plaats in het bijzijn van de bezoekers tijdens de openingsuren van het museum. De performance werd door zijn medewerker Jose Huedo opgenomen, fotograaf Kristiaan Dekeijser tekende
voor schitterende opnames in de museumzalen waar het allemaal gebeurde. Zo werd het creatieproces artistiek gedocumenteerd. Met het Sint-Janshospitaal werd afgesproken dat hij de tekeningen die zijn hart van Memlings meesterwerken had gemaakt, in Brugge tentoon zou stellen. Delva toonde ze in het najaar van 2015 in de Dalhousie Art Gallery in Halifax en nu sluit hij 2016 af in het Sint-Janshospitaal.
ook céline dion? Het lijkt erop dat de idee achter het project van Delva de weg naar het hart van een superster vond. De Canadese zangeres Céline Dion liet onlangs weten dat ze een tattoo wil van de hartcurve van haar onlangs overleden man, René Angélil, om zo hun liefde voor altijd bij zich te dragen…
2
3 1 Thierry Delva, Drawings from the Heart: Reproductions, 2014. Painting: Hans Memling,
Diptych of Maarten van Nieuwenhove, 1487, Sint-Janshospitaal, Bruges, Belgium Photo: Kristiaan Dekeijser 2 Thierry Delva, Drawings from the Heart: Reproductions, 2014. EKG print out based on
Thierry Delva. Drawings from the Heart 10 november 2016 - 22 januari 2017 Sint-Janshospitaal
viewing Hans Memling’s Triptych of St John the Baptist and St John the Evangelist (St John Altarpiece), 1479, Sint-Janshospitaal, Bruges, Belgium 3 Thierry Delva, Drawings from the Heart: Reproductions, 2014-15. Painting: Hans Mem-
ling, St John Altarpiece, 1479, Sint-Janshospitaal, Bruges, Belgium Photo: Kristiaan Dekeijser
21
museumbulletin > a caring eye
a caring eye portretten door danielle van zadelhoff Danielle van Zadelhoff begon pas drie jaar geleden te fotograferen. Een paar foto’s op Facebook bracht de bal aan het rollen. Haar talent was meteen overduidelijk en werd snel opgemerkt door verschillende tijdschriften en kranten. Haar foto’s kregen al gauw een plaats in galerijen en musea wereldwijd. Deze winter is de fotografe te gast in het sfeervolle broederklooster van het Sint-Janshospitaal in kader van Brugge Photo festival 2016. Door EVELIEN VANDEN BERGHE Danielle zelf blijft er rustig en sereen onder. In haar werk merkt je niets van de snelheid en het onvoorziene van haar succes, wel integendeel. Voor ze de fotografie ontdekte, maakte esthetiek, kunst en alles was mooi is al onlosmakelijk deel uit van haar leven: ze groeide op bij kunstminnende ouders in een buitenhuis met een uitgebreide bibliotheek. Het religieuze in haar portretten is ongetwijfeld terug te voeren naar haar tijd op een protestantse school en haar katholieke grootmoeder. Maar wat is het nu precies dat de foto’s van Danielle zo bijzonder maakt? Waar zit de magie in Danielle’s werk waardoor je ongewild stil blijft staan? Op het eerste zicht lijkt haar werk ontroerend eenvoudig: ingetogen portretten in claire obscure die herinneren aan meesters uit de zeventiende eeuw zoals haar stadsgenoot Rembrandt van Rijn. Maar vergis je niet, het gaat veel verder dan dat. Kleine details zoals een schuchtere oogopslag of een ragfijne kanten kraag dragen bij tot een sfeer die verstilt en doet vertragen. De puurheid van haar portretten geeft ook ruimte aan emoties die zo meer plaats krijgen. Haar voorliefde voor oude kunst, voel je in de subtiele verwijzingen in kledij, lichtspel en compositie. Danielle zelf verklaart haar succes deels door het authentieke en de echtheid van haar portretten. Er komt geen Photoshop aan te pas en haar modellen krijgen nauwelijks of geen make-up op. Haar sobere maar intense portretten
22
beantwoorden ongetwijfeld aan de groeiende behoefte van diegenen die op zoek zijn naar oprechtheid en schoonheid, en genoeg hebben van oppervlakkigheid en vluchtigheid. Haar portretten passen dan ook wonderwel in het historische broederklooster van het Sint-Janshospitaal. Ze lijken bijna voor deze plek gemaakt. Zonder zich op te dringen, en volkomen natuurlijk, hangen haar werken zij aan zij met de eeuwenoude voogdenportretten in dit middeleeuwse pand. Je stelt je er geen vragen bij of gaat ze vergelijken, het lijkt alsof het zo moet zijn: eeuwen uiteen, maar toch alsof ze bijeen horen. Het ene versterkt het andere zonder de ander te willen zijn.
TOON JE GRUUT HART Draag je steentje bij en steun de restauratie van de bidkapel van het Gruuthusepaleis.
De bidkapel, een absolute must see Na een jarenlange restauratie opent het Gruuthusemuseum in 2018 opnieuw zijn deuren. Parel aan de kroon van het stadspaleis is de laatvijftiende-eeuwse bidkapel met haar zeldzame interieur, die het unieke gebouwencomplex met de Onze-Lieve-Vrouwekerk verbindt. De kapel was de private devotieplek van de Bourgondische edelman Lodewijk van Gruuthuse en spreekt tot ieders verbeelding. Hier waan je je in de late middeleeuwen en kijk je ongestoord uit op het prachtig gerenoveerde koor van de kerk.
Gruuthuse heeft je hart /hard nodig Helaas dreigt de bidkapel onafgewerkt te blijven. Recent onderzoek heeft immers nieuwe waardevolle elementen blootgelegd, die extra zorg vragen. Om deze meerwerken te kunnen bekostigen en ook de kapel te kunnen openstellen, zou een nieuw subsidiedossier ingediend moeten worden. Het project komt zo op een jarenlange wachtlijst terecht. De resterende werken worden geraamd op 33.000 euro.
© Jan Termont
Doe een gift Draag je steentje bij en steun de restauratie van de bidkapel van het Gruuthusepaleis. Jouw steun is van kapitaal belang om de site volledig te ontsluiten. Toon dus je gruut hart en investeer mee in een uniek stukje Brugs erfgoed. Zelfs een kleine gift is al een groot gebaar. Alvast bedankt.
© Lieven Coudenys
De Koning Boudewijnstichting verleent haar medewerking aan het project. Giften vanaf 40 euro op de rekening van de Koning Boudewijnstichting IBAN: BE10 0000 0000 0404 – BIC: BPOTBEB1 geven aanleiding tot een belastingvermindering van 45 % op het werkelijk gestorte bedrag (art. 145/33 WIB). Gebruik de gestructureerde mededeling 128/2879/00068.
Alle info over de actie vind je op vsmb.be
© Sarah Bauwens
160456_BRU_FlyerCrowdfunding_03.indd 2
31/08/16 17:09
23
colofon
Beschermende leden van de Vrienden van Musea Brugge in 2016
Museumbulletin is een driemaandelijks tijdschrift van Musea Brugge, uitgegeven door vzw Vrienden van de Stedelijke Musea Brugge
bvba Bekking-Blitz, Amersfoort – NL dhr. Bogaert, Sint-Kruis nv Bonte & Sioen, Brugge dhr. & mevr. Calmeyn-Deconinck, Loppem mevr. Cambien, Brugge nv Chronos Brugge, Sint-Michiels dhr. & mevr. Crombez, Sint-Andries D’Haudrecy Art, Knokke dr. De Groote, Varsenare Catering Deldycke, Brugge dhr. & mevr. de Limburg Stirum, Brussel galeries De Maere, Brussel dhr. & mevr. De Weerdt, Brugge dhr. & mevr. Denys, Blankenberge dhr. & mevr. Depre, Beernem hotel De Tuileriën, Brugge dhr. & mevr. Desmet, Ruislede Europacollege, Brugge dhr. & mevr.Galle, Sint-Andries dhr. Gheeraert, EG Consultancy, Brugge dhr. & mevr. Haezebrouck, Sint-Michiels mevr. Hanssens-Pauwels, Oostende dhr. & mevr. Hendrickx, Sint-Michiels dhr. & mevr. Klemke, Brugge dhr. Lannoo, Tielt dhr. & mevr. Lemahieu, Sint-Andries dhr. & mevr. Loupo, Oostende
Verantwoordelijke uitgever: Bertil van Outryve d’Ydewalle, p/a Dijver 12, 8000 Brugge Coördinatie: Sibylla Goegebuer Eindredactie: Aleid Hemeryck & Geert Souvereyns Redactie: Till-Holger Borchert, Rudy De Nolf, Hubert De Witte, Ruud Priem, Sibylla Goegebuer, Aleid Hemeryck, Geert Souvereyns museumbulletin.redactie@brugge.be Opmaak: Agates, Brugge Druk: Drukkerij Van Damme-Beke, Brugge
Musea Brugge Dijver 12, 8000 Brugge T 050 44 87 43 F 050 44 87 78 www.museabrugge.be musea@brugge.be
dhr. Moerman, Brussel dhr. & mevr. Molhant, Brugge dhr. Marnix Neerman, Luxemburg-LUX mevr. Mariska Neerman, Gent mevr. Natalja Neerman, Brugge dhr. & mevr. Provost-Vandewalle, Sint-Andries mevr. Roose, Lichtervelde dhr. & mevr. Schiltz, Varsenare dhr. & mevr. Serruys, Brugge Private Banking Societé Generale, Gent dhr. & mevr.Smets, Sint-Michiels Soliver, Rumbeke mevr. Stevens, Assebroek dhr. & mevr. Tailleu, Oostende not. & mevr. Thomas, Brugge nv Universal Express, Lissewege dhr. & mevr. Van Acker, Sint-Michiels dhr.Van Den Nest, Lennik dhr. & mevr. Vandewalle, Brugge dr. & mevr. Van Hootegem, Sint-Kruis dhr. & mevr. Van Tieghem, Brugge drukkerij Vandamme-Beke, Assebroek dhr. & mevr. Van Hoestenberghe, Jabbeke mevr. Verkempinck dhr. & mevr. Vermandel, Oostende dhr. & mevr. Vyncke, Sint-Andries