Doen 4

Page 1

DOEN is een uitgave van Stichting Voorzieningen voor Verstandelijk en Meervoudig Gehandicapten Zwolle e.o. UITGAVE - 04 - 2021



Inhoudsopgave Voorwoord

P 02

Opening Speeltuin

P 04

Renate Venema: Speel elke dag minstens een uur buiten P 06 Landsheerlaan 109

P 08

Shakur zit weer lekker in zijn vel

P 12

Vervoersbegeleider

P 16

Het zorgsysteem is er niet voor brusjes

P 20

Het Dorpshuus In Heino

P 24

Het gezin Ahmad uit Raalte

P 28

Zijdelings, maar nauw betrokken

P 32

Meebewegen met een veranderende doelgroep

P 38

Klussen, het allerliefst met cliënten

P 40

Sprakeloos

P 42

1


DOEN, NUMMER 4 Een voorwoord schrijven voor de DOEN is, omdat het magazine twee keer per jaar verschijnt, steeds een kwestie van een half jaar terugkijken. En als je dan de voorbije maanden de revue laat passeren is het opvallend hoeveel er in korte tijd gebeurt bij onze Stichting. Zo hebben we de groepsveranderingen gehad. Dat was best een operatie, maar opvallend is weer hoe flexibel iedereen in staat is daar mee om te gaan. Nu, een paar maanden later, lijkt het al bijna weer vanzelfsprekend. In september hebben we de nieuwe speeltuin geopend. Wat een geweldige dag was dat! Onder een heerlijk zonnetje en de swingende klanken van de Meander Bigband zijn de nieuwe speeltoestellen en de aangelegde “snelweg” uitgebreid getest door de kinderen van de Kameel en hun broertjes en zusjes. Wat ook een feestje had moeten worden was de open dag van de boerderij in Kolderveen. Vanwege corona hebben we niet de kans gehad om ons nieuwste pand officieel te openen, dus hebben we het eenjarig bestaan aangegrepen om een feestelijke open dag te organiseren. Tot ons grote verdriet overleed vlak daarvoor een van onze bewoners. In plaats van het houden van een open dag zijn we met het hele team bijeen gekomen om het verlies, in contact met de ouders, gezamenlijk te verwerken. Tja, we kunnen er niet omheen. Corona houdt ons nog steeds in zijn greep. Besmettingen en quarantaine na testen hebben hun weerslag op de gezondheid van de betrokkenen en de personele bezetting. We hebben meer dan eens kunstgrepen moeten uithalen om de roosters rond te krijgen, maar telkens weer blijkt dat de flexibiliteit en de bereidwilligheid van de medewerkers sterk genoeg is om de problemen op te lossen. Ik ben al in de gelegenheid geweest de meeste verhalen in de vierde editie van de DOEN te lezen en telkens weer ben ik trots op de grote diversiteit van ons aanbod. De verhalen inspireren enorm en de prachtige foto’s versterken dat nog eens. De redactie heeft weer geweldig werk verricht. Ik hoop dat u net zo blij of ontroerd raakt van de verhalen als ik. Ik wens u allemaal hele prettige feestdagen, veel gezondheid en we spreken elkaar weer in het nieuwe jaar. Joan Albrecht, directeur

2


3


Opening Speeltuin Op 24 september werd bij de Kameel de splinternieuwe speeltuin feestelijk geopend. Onder de vrolijke klanken van de Meander Bigband en een welwillend zonnetje konden alle cliënten, samen met hun broertjes en zusjes de toestellen en de aangelegde ‘snelweg’ uittesten.

4


5


“Speel

elke dag minstens een uur buiten!”

Renate Venema is spelbegeleider. Individueel of samen met begeleiding observeert ze het spelende kind. Dat kan in een één op één situatie zijn of in de groep. Naar aanleiding van haar bevindingen adviseert ze over materiaal, de rol van begeleiding en over de omgeving waarin het spelen plaatsvindt.

6


Buitenspelen Renate: ‘ Ik ben erg blij met de nieuwe speeltuin bij de Kameel. Na de vernieuwing zijn de speeltoestellen en de indeling veel meer prikkelend voor de kinderen. Buitenspelen kan bijna altijd. Ongeacht de weersinvloeden. Het is toch heerlijk om in de plassen te stampen. Tegen een harde wind in te lopen of te fietsen. Door de bladeren te rennen in het bos. Sneeuw te voelen. Of wat dacht je van buitenbadjes in de warme zon. Watergevechten. Alle seizoenen hebben wel iets uitdagends te bieden. Naar buiten gaan geeft een groter gevoel van vrijheid. Er is meer ruimte. Er is ook meer actie-reactie. Achter elkaar aan rennen of fietsen. Achter elkaar van de glijbaan. Ik zie om me heen dat kinderen veel minder buiten komen. De iPad en de tv lonken sterk. Lang achter elkaar games spelen. Kinderen komen veel minder in beweging. Het brein wordt minder gestimuleerd en de afweersystemen worden zwakker.’

de eerste energie kwijt. Maar als je langer buiten bent moet je ook spel aanbieden en stimuleren. Buiten hebben kinderen je ook nodig. Sommige kinderen hebben een steuntje in de rug nodig. Het is ook een kwestie van durven om je als kind over te geven aan de grote ruimte. Sommigen hebben niet het overzicht. Je bent dan bezig met aanmoedigen, je probeert faalmomenten te vorkomen. Of als je ziet dat een kind steeds hetzelfde toestel gebruikt, dan kan je een alternatief aanbieden en zo zijn of haar wereld vergroten. En niet alle kinderen zijn zelf in staat om lichamelijk actief te zijn. Ook die kinderen moeten zich buiten veilig kunnen voelen, maar evenals de rest hebben ze ook recht op ervaringen van het buiten zijn. Ook zij kunnen ervaren wat het is om, ook al worden ze geduwd, in een rij fietsjes over het plein te scheuren. En, heel belangrijk, vies worden mag!! Als je dat beperkt, beperkt je ook de jonge onderzoeker van de wereld om hem of haar heen.’

Vies worden mag! ‘Buiten spelen is ook de kinderen even loslaten. Als begeleider kan je even bijkomen. Meestal hoef je je ook niet meteen met het spel te bemoeien. Kinderen moeten vaak eerst even uitwaaien, even

7


8


Landsheerlaan 109, Een hechte groep, verschillende, mooie individuen 9


De Landsheerlaan nummer 109 is een woning in Zwolle Zuid en is het thuis van vijf jongvolwassenen

Eerst komt Jorn

en hun begeleiders. Het huis is vol, maar

binnen. Zonder veel woorden

iedereen neemt als vanzelfsprekend zijn of

loopt hij de keuken in, pakt een appel, snijdt deze

haar eigen vertrouwde ruimte in en doet dat

in vieren en nestelt zich daarmee op de bank.

met zichtbaar en voelbaar genoegen. Een

Desley brengt meer dynamiek binnen. Hij heeft

verzameling bijzondere individuen die een

nieuwe Puma sportschoenen en is daar vreselijk

wonderlijke eenheid vormen.

trots op. Hij heeft op de Niloka een taart gemaakt met Manon in de keuken. Een heerlijke roze

Als ik rond half vier op een vrijdagmiddag de

kwarktaart. Dan volgt voor Desley het wachten.

woning binnenkom, is begeleider Michaëla al

Zijn huisgenoot en vriend Shakur kan elk moment

bezig met koken. Wat is er fijner en huiselijker dan

arriveren en elk passerend voertuig zou wel eens

thuiskomen met de geur van een uitnodigende

de juiste kunnen zijn.

warme maaltijd op het gasfornuis. Het is nog sereen stil in de gezellige woonkamer, maar dat

Als Shakur daadwerkelijk binnen komt is Desley

zal snel veranderen.

gerustgesteld. Shakur zoekt snel zijn vaste plek

10


aan de grote tafel en begint aan de haarverzorging

Voor Emily is de zaterdagmorgen een hoogtepunt.

van zijn pop Chloë. Immers, straks zal er een

Dan gaat ze zwemmen en dat is voor haar

groepsfoto gemaakt worden en dan moet ze daar

heerlijk ontspannend. Vincent vindt het fijn om

op haar best bij op staan. Vincent wordt binnen

mee te gaan wandelen. Een rondje langs het

gebracht door begeleider Margot.

roze huis Villa Kakelbont. Shakur is er heilig van

Vanuit zijn rolstoel verleidt Vincent Margot meteen

overtuigd dat Pipi Langkous daar woont. Jorn is

tot het zingen van een paar van zijn favoriete

de stille genieter en geniet op bescheiden wijze

liedjes. Er is er een jarig en In de maneschijn.

van de dynamiek om hem heen. Michaëla en

De koning-handpop van Vincent is de geduldige

Margot vertellen dat het in het huis draait om de

toehoorder.

gezelligheid.

De laatste die haar woonhuis

Binnenkort gaan ze met het

binnenkomt is Emily. Alvorens zich naast Jorn op de bank te nestelen doet ze eerst nog een korte controleronde door de huiskamer. Dan gaat de bel. Fotograaf Raymond dient zich aan en het wordt tijd om met z’n allen de tuin

hele team de huiskamer opknappen. Alles wordt uit

Alles wordt uit de kast gehaald om een prettig thuis voor alle bewoners te creëren.

de kast gehaald om een prettig thuis voor alle bewoners te creëren. Het ene moment is het belangrijk dat iedereen in staat wordt gesteld zijn of haar eigen plekje

in te gaan voor een mooie

even op te zoeken en een

groepsfoto. Iedereen neemt

volgend moment wordt de

gewillig zijn of haar plek in en

tent op zijn kop gezet. Dan wordt

dan is het aftellen tot de gezamenlijke

er gefeest en gedanst en dan heeft

‘cheeeeezzze!’. Zo, vastgelegd voor de eeuwigheid

Vincent het meeste lawaai van allemaal. Shakur

en de DOEN en tijd voor het grote tafelgesprek.

moet dan, volgens eigen zeggen, ‘niet te hard met de billen schudden.’

De centrale vraag is ‘Wat vind je hier het leukst om te doen?’ Desley hoeft daar niet lang over na

Op de Landsheerlaan 109 woont een groepje zeer

te denken. Liedjes zingen op de iPad. De artiesten

verschillende individuen. Het is verbazend om te

die hij daarbij opnoemt roepen niet direct

zien hoe goed ze in staat zijn met elkaar in een

herkenning op, maar dat zal het verschil in leeftijd

betrekkelijk kleine ruimte in harmonie te leven.

zijn. ‘De film van Kapitein Onderbroek’, roept

Het is knap dat de begeleiders in staat zijn ieder in

Shakur. ‘daar moeten we erg om lachen. Vooral als

zijn of haar waarde te laten, met het volste respect

hij een scheet laat.’ En om dat te illustreren doen

voor ieders identiteit, en toch een collectief te

Desley en Shakur even voor hoe dat er ongeveer

organiseren waar iedereen volledig tot zijn recht

uitziet en klinkt.

komt en zich thuis en veilig voelt.

11


12


INZET CCE HEEFT VEEL OPGELEVERD

“Shakur zit weer lekker in zijn vel” Shakur Zuidmeer is 22 jaar en woont aan de Landsheerlaan. Hij beweegt zich daar ontspannen, heeft zijn eigen plek en neemt en krijgt de ruimte die hij nodig heeft. Je kan stellen dat het goed gaat met Shakur. Echter, dat is niet altijd zo geweest. Korte tijd geleden waren er dusdanig veel zorgen rondom het welbevinden van hem dat er externe hulp is ingeroepen.

13


Moeilijk accepteren De moeder van Shakur, Monique Zuidmeer, en Lotte Van Baal, orthopedagoog binnen de Stichting zijn bijeengekomen op de Niloka om hier over te praten. Voor het gesprek wordt nog even een mooie foto van Monique en Shakur gemaakt in het late najaarszonnetje. Monique: ‘Shakur was ongeveer 8 maanden oud toen hij vanuit het niets heftige stuipen kreeg. Dat was enorm schrikken. Hij is toen opgenomen in het ziekenhuis. De epileptische aanvallen bleven en dat heeft hem een behoorlijke ontwikkelingsachterstand opgeleverd. Hij kon niet eens meer zitten. Hij is toen voor revalidatie naar het Medisch Kleuterdagverblijf in Haren gegaan. Het was voor mij een angstige en emotionele periode. Je hebt voortdurend zorgen over je kind en weet niet welke effecten het voor de toekomst heeft. We zijn toen verhuisd naar Zwolle en zo kwam Shakur op de Kameel terecht. Ik vond dat moeilijk te accepteren want je ziet kinderen die veel meer gehandicapt zijn dan hij. Is dat dan waar hij bij hoort? Gelukkig zag ik dat de tijd op de Kameel hem veel gebracht heeft. Hij is daar echt gegroeid.’

14


Woonplek ‘Shakur werd ouder en groter en bij mij thuis werd het moeilijker om hem te verzorgen. Het werd lichamelijk zwaar en als hij soms een boze bui had werd het lastig om te hanteren. Ook voor zijn jongere zusje. We zijn toen het traject ingegaan richting een woonplek. Dat vond ik erg moeilijk. We hebben hem eerst laten logeren op de Landsheerlaan. En toen hij zich daar thuis leek te voelen hebben we daar een woonplek van gemaakt. Gelukkig woon ik vlakbij, dus ik kan hem vaak bezoeken.

Expertise. Het is een bureau waar verschillende disciplines zijn ondergebracht die je kan inschakelen als je een casus hebt waar je niet uitkomt of waarbij je graag iemand mee wilt laten kijken. Er moest iets gebeuren in het geval van Shakur. Hij was amper nog in staat om binnen de dagbesteding tot zijn programma te komen. Vanuit het CCE kwamen we in contact met CCE consulent Wietske. We hebben vele gesprekken gevoerd, observaties gedaan en filmbeelden gemaakt. Dit om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen. We hebben soorten en hoeveelheden medicatie uitgeprobeerd en hebben gekeken naar zijn prikkelgevoeligheid. Het gaat te ver om hier alle overwegingen te vertellen, maar we kwamen tot de conclusie dat Shakur teveel last had van het ontbreken van eenduidigheid. We zijn hard aan het werk gaan om overal, op alle plekken, zoveel mogelijk dezelfde benaderingswijze te hanteren. Hoe reageer je op een bepaalde spanningsfase. De grootste winst is de eenduidigheid van benaderen. Dat is ons, samen met het CCE, goed gelukt.’

De Kameel heeft hem veel gebracht. Hij is daar echt gegroeid.’ Toen kwam er een periode waarin we heel langzaam zagen dat het niet goed ging met Shakur. Hij was steeds moeilijker te bereiken in contact. Bleef hangen in zijn fantasie en was weinig in het hier en nu. Hij zat allesbehalve lekker in zijn vel. De boze buien namen toe, zowel bij mij thuis, als bij de Landsheerlaan en de Niloka. De arme jongen, ik had zo met hem te doen. Ik neem het hem niet kwalijk, hij overziet het niet in zijn hoofd. Hij kan zich niet uiten als hij het niet op een rijtje krijgt.’

Dankbaar Monique: ‘Ik was ook erg blij met Wietske. Ik heb heel veel begrip bij haar gevoeld. En ik ben natuurlijk iedereen dankbaar die zich inzet voor het welzijn van mijn zoon. Het gaat nu weer goed met hem, dus ook beter met mij. Zijn pop is zijn houvast en dat hebben we allemaal omarmd en geaccepteerd dat het voor hem van wezenlijk belang is.

Inzet CCE Lotte: ‘Het baarde ons best zorgen. Shakur was niet gelukkig en dan wil je het liefst met zijn allen er voor zorgen dat hij zich prettiger voelt. We kwamen er niet goed uit met elkaar waar de zere plek was om een vinger op te leggen. Samen met moeder hebben we besloten om het CCE in te schakelen, het Centrum voor Consultatie en

Veranderingen en onvoorspelbaarheid blijven lastig voor hem, maar als ik zie hoe hij de verhuizing van de dependance van de Kameel naar de Niloka heeft gedaan, dan ben ik daar trots op en opgelucht over. Hij geeft al veel meer zelf aan en dat is knap. Ik hoop dat het goed blijft gaan met Shakur. Ik gun hem dat zo enorm!

15


16


zorg op de vierkante halve meter ‘Oh’, zeggen de mensen als we vertellen dat we vervoersbegeleiders bij de Stichting zijn, ‘dat is een makkelijk baantje. Je hoeft alleen maar een uurtje in een bus te zitten en de deur open te doen voor de kinderen.’ Vervoersbegeleiders Erica, Geke, Geertje en José zijn aangesloten om dat beeld voor eens en altijd te ontzenuwen. Anita, Erna en Sylvia waren verhinderd. 17


Verantwoordelijkheid Geke: ‘Er zijn geen richtlijnen of een opleiding voor het beroep van vervoersbegeleider. Desondanks wordt er van ons verwacht dat we zorghandelingen doen. We hebben te maken met cliënten met een beperking, dus ook met de kans op een epileptische aanval of andere medische handelingen. Daarnaast heb je ook nog het agogische stuk. Je krijgt soms te maken met agressie. Het is niet zo dat we daarvoor terugdeinzen, maar het is meer mijn antwoord op de opmerking dat het een makkelijk baantje zou zijn. ‘Makkelijk’ is niet het woord, ‘uitdagend’ is meer van toepassing.’ Erica: ‘De kinderen in de taxibus hebben een taxi-paspoort. Daarin staat een handleiding hoe te handelen. Dat vond ik, zeker in het begin, best een grote verantwoordelijkheid. En dan heb je soms ook nog te maken met een niet-reanimeren beleid. Daar heb ik eerst best wel eens wakker van gelegen. Je moet wel leren relativeren, anders kan je dit werk niet doen. Maar je hebt altijd de gelegenheid om te bellen, of in het ergste geval gewoon naar 112.’

wel eens uit naar elkaar dat het ook fijn is om een kind te volgen in zijn of haar ontwikkeling. Je ziet het soms elke dag, dus maak je ook mee hoe het opgroeit.’ Geertje: ‘Ik ben ook nog zelf chauffeur en ik vind het leuk om langzaam en band te krijgen met de ouders. Het verschilt wel, de een maakt sneller een praatje bij de bus en de ander blijft bij de voordeur staan, maar onlangs werd ik nog uitgenodigd om bij een gezin te komen eten waar ik langs rijd. Ook bij het wegbrengen is het soms ontroerend om te zien hoe blij kinderen zijn om weer thuis te komen.’

‘Makkelijk’ is niet het woord, ‘uitdagend’ is meer van toepassing.’

Bijzondere zorg Hoewel het positieve overheerst komt het in het gesprek toch wel veel terug op de onderschatting van het vak van vervoersbegeleider. Erica: ‘Als een kind even extra aandacht nodig heeft op de groep omdat het boos is, of verdrietig heb je de gelegenheid en de ruimte om er mee om te gaan. Je kan even naar een andere ruimte gaan. Bij ons zie je dat het aan die ruimte ontbreekt. Het speelt zich allemaal af op een halve vierkante meter. Kinderen reageren ook sneller op elkaar. Dat is wel eens pittig. Ik zal het de kinderen echter nooit kwalijk nemen. Geke: ‘We hebben altijd de gelegenheid om onze vragen of bevindingen te delen met de begeleiding op de groep. Dat contact is over het algemeen prima.’ José: ‘Soms is het wel eens lastig om in gebroken diensten te werken. We werken ’s morgens, dan een paar uur niet, en dan ’s middags weer. Dat is vaak een kwestie van plannen. De vervoersbegeleider levert een bijzonder stukje zorg, het voelt soms wat ondergewaardeerd, maar we doen het met plezier.’

Krijgt een band Er zijn vijf routes waar begeleiding mee gaat op de bus. De begeleiders rouleren per week. Op die manier zijn de vervoersbegeleiders bekend bij iedereen. De afwisseling houdt het werk ook leuk en uitdagend. Daar komt nog bij dat alle ritten niet even lang zijn en zo heb je een eerlijke verdeling. José: ‘Het is fijn om te merken dat kinderen blij zijn om je te zien in de bus. Dat ze lachend je naam roepen als ze er aan komen. We spreken

18


19


“Het zorgsysteem is er niet voor brusjes” Ken je de term ‘brussen’? Het is een verzamelnaam voor broers en zussen van mensen met een verstandelijke of meervoudige beperking. Brussen zijn heel lang onder de radar gebleven. Zij waren niet degene die extra zorg nodig hadden, dat waren hun gehandicapte broer of zus. Totdat iemand op het idee kwam om de brussen eens een platform te gunnen. Toen bleek dat er meer drama achter schuil ging dan verwacht.

20


21


Bijzonder gezin Jolieke van Dalfsen (26) is de zus van Marjoke van Dalfsen. Marjoke heeft dagbesteding op de Niloka en woont in Heerde bij Philadelphia. Jolieke werkt zelf ook bij de Stichting. Ze is begeleider bij de BSO. Hoe is het voor haar om zus van Marjoke te zijn? Jolieke: ‘Toen ik klein was wist ik niet beter. Als kind zie je dat als normaal. Immers, je groeit er elke dag mee op. Ik had twee oudere zussen met een beperking. Marjoke en Annemiek. Annemiek is de oudste, ze is overleden in 2003. Ik ben de derde in de rij en na mij komt mijn jongste zus. Zij heeft geen beperking. Vanaf het begin was er altijd hulp bij ons over de vloer omdat het nogal zorgintensief was. Wij hadden 14 jaar lang dezelfde hulp in huis. Als kind wist ik niet beter dan dat zij bij het gezin hoorde. Ze zorgde ook voor ons, dus daar bouwden we een fijne band mee op. Pas toen er andere kinderen bij ons kwamen spelen en ik bij andere mensen thuis kwam groeide het besef dat we een gezin met een bijzondere samenstelling waren.’ Gemoed ‘Toen de periode aanbrak dat mijn oudere zussen ’s weekends uit logeren gingen was dat voor mij verwarrend. Het leuke was dat er, op het moment dat ze naar het logeerhuis waren, iets leuks met ons gedaan werd. Natuurlijk genoot ik van de leuke en gezellige activiteiten, maar tegelijkertijd vond ik het moeilijk ten opzichte van Annemiek en Marjoke.

22


Marjoke was vaak verdrietig als ze uit logeren ging en mijn moeder was daar weer van onder de indruk. Als kind drukte dat ook op mijn gemoed. Het voelde dus heel dubbel. Ik was zeven toen Annemiek overleed. Er was heel veel verdriet in ons gezin. Ik was ook erg verdrietig, maar als kind ging ik me aanpassen, bijna in het kwadraat. Nog meer had ik de neiging mijn ouders ‘uit de wind te houden’. Mijn vader en moeder hadden eigenlijk twee gezinnen. Eén met en één zonder Annemiek en Marjoke. Ik vind dat ze keihard hun best hebben gedaan om iedereen tot haar recht te laten komen. Daar heb ik ontzettend veel bewondering voor.’ Karakter ‘Wij hebben nooit aandacht te kort gehad. Je zou alleen kunnen zeggen dat ik mezelf een tijd te kort heb gedaan. Ik voelde me zeer medeverantwoordelijk. Ik hielp mee met de zorg. Dat is een karaktertrek van mij. Mijn jongere zus was iets opstandiger, maar ik had altijd de instelling van: ‘pa en ma hebben het al moeilijk genoeg. Als ik ook nog eens ga zeuren wordt het helemaal zwaar voor ze. Ik voelde mee met ieders plek in het gezin en had de neiging als katalysator te fungeren. Je kweekt begrip voor ieders individuele positie en je tracht jezelf daar een zo effectief mogelijke plek in toe te delen. Uiteindelijk heb ik dus ook een baan in de zorg genomen. Ik kan wel stellen dat ik een zorghart heb. Tijdens de opleiding, SPH Jeugdzorg op Windesheim, was ik een soort ervaringsdeskundige. Mij hoefden ze niks meer te vertellen over de zorg. Daarnaast wist ik ook nog eens het verschil tussen praktijk en theorie te duiden. Toen ik bij de Stichting kwam te werken heb ik wel aangegeven dat ik dat niet bij Marjoke op de locatie wilde doen. Ik zou in een spagaat komen tussen de rol van zus en die van professional.’

Nemen is lastig Mijn zorghart was meteen ook mijn keiharde valkuil. Van jongs af aan heb ik me bekwaamd in het aanpassen aan de omgeving. Mezelf wegcijferen voor het collectief. In mijn late tienertijd heb ik daar wel last van gehad. Ik worstelde met de vraag: ‘wat wil ik nou zelf?’. Het was moeilijk om het antwoord te vinden want ik heb altijd gegeven. Mezelf weggecijferd. Ik bleek ‘nemen’ lastig te vinden. Mijn hele leven was dat onderontwikkeld gebleven. Ik ging me er wel steeds meer mee bezig houden. Ik heb in mijn eigen opleiding ook onderzoek gedaan naar de positie van de brusjes. Dat was een lange lijst van herkenbare aspecten. Mijn conclusie was dat het zorgsysteem ook oog en oor zou moeten hebben voor de brussen. Ouders krijgen hulp, de mensen met een beperking krijgen hulp, maar de brussen moeten zichzelf redden, vaak met meerdere gevolgen van dien. Begrijp me goed, het is geen traumatische ervaring voor me geweest. Daar moet ik mijn ouders dankbaar voor zijn, maar ik begrijp heel goed dat ‘brus zijn’ veel schade kan opleveren’ Er tussenin ‘Ik ben nu 26 en ik heb mezelf de vraag gesteld waar ik over tien jaar zou willen staan. Wil ik dan nog steeds werkzaam zijn in de zorg? Ik heb het nu toch al 26 jaar gedaan?!. Ik heb besloten mijn Pedagogisch Didactisch Getuigschrift te halen. Daarmee kan ik lesgeven bij de opleiding Maatschappelijke Zorg, aan de MBO zorgvakken. Ik denk dat het een meerwaarde is dat ik straks, naast de theorie, ook kan putten uit mijn eigen ervaring in een zorgomgeving. Ik probeer begrip te kweken voor alle partijen. Soms doe ik dat ook wel bij mijn huidige collega’s. Als er onbegrip is over een boze reactie van een van de ouders dan snap ik dat. Ik stond er ooit vlak naast. Maar ik kan evenveel begrip opbrengen voor de positie van de zorgmedewerker. Ook die rol heb ik mijn hele leven al geobserveerd. Ik heb er tussenin gestaan, dat maakt iemand milder.’

23


Het

Dorpshuus in Heino

Op maandag, dinsdag en vrijdag bemannen onze cliënten de horeca in het Dorpshuus in Heino. Dat doen ze alweer 8 jaar.

24


Wat ooit begon met een dag is mooi uitgebreid. Op donderdag zijn wij facilitaire medewerkers. Maandag is het markt in Heino en is het erg druk in de ochtend. We bereiden soep voor de marktkooplieden. Het tweede kopje is dan gratis en daar wordt veel gebruik van gemaakt! Tussen de bedrijven door wordt er gebakken. De appelcake is favoriet.

25


‘s Middags komen er regelmatig toeristen en wandelaars. Op dinsdag komen er diverse vasteheeft klanten “Iedere jongere zo zijn eigen en ’s middags is er gym. Daar specialiteit. Sommigen zijn al maken wij de ruimte voor lang ontdekt, andere komen we klaar. Op donderdag wordt gaandeweg tegen”. er begonnen met toiletten schoonmaken, de was wordt gedaan, lege flessen worden weggebracht en wekelijks is er koersbal. De ruimte wordt hiervoor schoongemaakt en klaargezet.

26


Op vrijdag is er regelmatig een film in de avond of een EHBO cursus. Wij verzorgen koffie, thee en maken de ruimtes klaar. Het is een komen en gaan van klanten. Zomers gezellig op het terras en winters lekker binnen. Er is een kleine lunchkaart en wij bakken ook op bestelling en maken hapjes. Genoeg te doen en nog steeds erg leuk! Er heerst een ongedwongen sfeer en wij krijgen veel positieve reacties en….fooi! Kom gerust een keer aan voor een bakkie! Lieve groet; Osama, Roy, Ivar, Gagik, Jeannette, Willemien, Annabel, Mireille, Lucy, Sigrid, Anke, Ans en Erica

27


28


HET GEZIN AHMAD UIT RAALTE

“Ze zorgen heel goed voor onze kinderen” In Raalte woont het gezin Ahmad. Vader Mohammed, moeder Mona en hun vier kinderen. Drie van hun vier kinderen hebben een ontwikkelingsachterstand en gaan overdag naar de Kameel. Een bijzonder gegeven. Op de vraag of we met hun daar over mochten praten werden we uiterst gastvrij onthaald met heerlijke hapjes uit de Arabische winkel. Een gesprek met een warme, vriendelijke familie.

29


Zwolle hadden we het gevoel dat hij op de goede plek zat. We merkten al snel dat hij dingen leert van de andere kinderen in zijn groep. We zien hem langzaam vooruit gaan. Hamdan heeft veel beweging nodig. Mohammed gaat vaak met hem fietsen zodat hij zijn energie kwijt kan en goed kan slapen in de nacht.’ Onze dochter Rayan heeft ook een ontwikkelingsachterstand en gaat eveneens overdag naar de Kameel. Ze is rustiger dan Hamdan, maar heeft nog veel te leren. Ze begrijpt verbaal contact niet, maar we zien haar toch in kleine stapjes groeien.’ ‘Abdullah is 4 jaar en is geboren in Nederland. Hij bleek een vorm van epilepsie te hebben. Met hem zijn we nog bezig met een intensief medisch traject. Abdullah kan alleen zitten. Hij gaat per week drie dagen naar de Kameel en hoewel we blij zijn dat hij daar ook een plek heeft, kunnen we nog weinig zeggen over zijn ontwikkeling. Al onze drie kinderen voelen zich thuis op de Kameel. Ze zorgen erg goed voor onze kinderen.’

Moeder Mona doet het woord. Het gezin woont vier jaar in Nederland en zij heeft zich voorgenomen om haarzelf zo goed mogelijk de Nederlandse taal eigen te maken. Tussendoor vertaalt ze het gesprek naar het Arabisch voor haar man Mohammed. Carmen, de ambulant begeleider van het gezin vanuit de Stichting vult aan waar het Nederlands iets te gecompliceerd wordt. Mona: ‘Mohammed en ik zijn uit Syrië gevlucht om naar Turkije te kunnen gaan samen met onze drie kinderen. De jongste is later in Nederland geboren. Met onze kinderen Reem (nu 13 jaar), Hamdan (11) en Rayan (8) wilden we ons in Turkije vestigen. We wisten van de ontwikkelingsachterstand van Hamdan en Rayan en hoopten dat ze ons in Turkije zouden kunnen helpen met speciaal onderwijs en medische ondersteuning als fysiotherapie. Echter, dat viel tegen. We zijn toen in gesprek gegaan met vertegenwoordigers van de Verenigde Naties en zij vertelden ons dat in Nederland goede voorzieningen zijn. We zijn daarop naar Nederland gereisd en kwamen terecht in AZC Cranendonck in Budel en na een week gingen we al naar het AZC in Almelo. Via Vluchtelingenwerk kregen we een Nederlands paspoort. Het AZC was geen goede plek voor een gezin met kinderen met een beperking. We hadden weliswaar een eigen ruimte, maar we waren blij dat er inspanningen waren gedaan om ons naar Raalte te kunnen laten verhuizen. We zijn nu zeer gelukkig in Nederland en in het bijzonder in Raalte. Reem gaat naar het Praktijkonderwijs, ze wil tandartsassistente worden.’

Integreren ‘De zorg thuis voor onze kinderen doen Mohammed en ik samen. Dat is best intensief. Er gaat veel tijd in zitten en alleen zou ik het niet kunnen doen. De laatste tijd is Abdullah ’s nachts veel wakker en we hebben het zo verdeeld dat Mohammed er dan voor hem is. Ik heb mijn rust nodig omdat ik alweer vroeg moet beginnen met verzorgen, aankleden en ontbijt maken. Soms, als het mooi weer is, gaan we naar speeltuin de Flierefluiter. Daar kunnen de kinderen fijn spelen en kunnen we op een ontspannen manier toezicht houden. Mohammed wil graag werken, maar is maar beperkt beschikbaar. Voor hem zou het een manier zijn om verder te integreren. Dat is een grote wens van hem. Nieuwe kennissen opdoen en meer onder de mensen komen. Omdat onze kinderen nu naar de Kameel gaan zou hij een baan kunnen aannemen tussen negen en drie uur. Hopelijk vindt hij ergens een

Thuis voelen ‘Toen Hamdan nog klein was kreeg ik al snel in de gaten dat er iets aan de hand was. Hij huilde veel en ontwikkelde zich heel anders dan Reem had gedaan. In Syrië kregen we weinig hulp en informatie over wat we moesten doen met onze zoon. En dat gold ook voor Turkije. Pas toen Hamdan een plekje kon krijgen op de Kameel in

30


ambulant begeleider, maar Carmen heeft gezegd dat ze zo nu en dan nog eens op bezoek komt. Dat vinden we heel fijn. Ook met de ‘juffrouwen’ van de Kameel hebben we goed contact. Elke dag vertellen we elkaar de bijzonderheden via WhatsApp.’

plek waar dat kan. Reem willen we niet opzadelen met de zorg voor haar broertjes en zusje. Voor een jonge tiener is het veel te zwaar om dat te moeten doen. Wel speelt ze af en toe heel lief met ze. Dat is eigenlijk ook een soort zorg.’ Goede band ‘Carmen komt vier uur per week in ons gezin. We kunnen vragen en problemen met haar bespreken. Op dit moment gaat er veel tijd zitten in de medische afspraken die we met name rondom Abdullah hebben. We hebben geen auto of rijbewijs en het is prettig om iemand mee te hebben die het Nederlands beter beheerst. Ook gaat ze met mij naar de supermarkt om te helpen met de boodschappen voor het dieet wat Abdullah moet volgen. Carmen zorgt ook voor verslaglegging naar de Kameel, zodat ze daar ook weten wat er zich in ons gezin afspeelt. Ik vind het erg jammer dat Carmen een andere baan heeft gekregen. We hebben een goede band opgebouwd en het vertrouwen en de dankbaarheid is groot. We krijgen een nieuwe

Plek ‘Mohammed ik en zijn blij met hoe het gaat. Belangrijk is dat we gerust kunnen zijn dat onze kinderen een plek hebben. Als ons iets overkomt weten we dat we met een gerust hart de zorg aan anderen over kunnen laten. Dat is geruststellend. Natuurlijk zijn we met onze gedachten ook nog vaak in Syrië. Onze familie woont daar nog. Ook met hen hebben we contact via WhatsApp. Gelukkig is het nu even redelijk rustig.’ Na het gesprek komen we niet weg zonder nog een paar zoete lekkernijen te hebben geproefd. Het is bewonderenswaardig hoe positief en hartelijk de leden van het gezin Ahmad blijven. Het ga ze nog lang goed!

31


32


ZIJDELINGS, MAAR NAUW BETROKKEN De Stichting heeft haar cliënten, haar medewerkers, haar betrokken ouders en verzorgers en een aantal vrijwilligers. Maar daarnaast lopen er ook met regelmaat mensen rond die niet behoren tot deze vier categorieën. Door hun werk hebben ze veel met de Stichting te maken. Het zijn de stakeholders, de externen, maar vaak, vanwege hun veelvuldige betrokkenheid, onmisbaar. Op welke manier zijn ze betrokken en hoe kijken ze van ‘buitenaf’ naar de doelgroep, het personeel en de werkzaamheden?

Raymond van Olphen, fotograaf. Over het algemeen zijn ze zich niet, of minder bewust van de camera. Dat geeft mooie, spontane, ‘eerlijke’ plaatjes. Ook de interacties tussen de cliënten en de begeleiding is mooi om te registreren. Ik vind het prachtig en bewonderenswaardig om te zien hoe het personeel met de kinderen en de jongeren omgaat. Zoveel geduld en liefde. Het is een voorrecht om het gevoel van het moment vast te mogen leggen. Het is misschien een cliché, maar het werken bij de Stichting doet me wel beseffen dat het niet vanzelfsprekend is dat je kinderen gezond zijn en de mogelijkheden hebben om zich normaal te ontwikkelen. Ik hoop nog lang op deze manier bij de Stichting betrokken te blijven.

Raymond van Olphen is sinds een paar jaar de huisfotograaf van de Stichting. Hij maakt nagenoeg alle foto’s voor de DOEN, de website en voor de brochures. Raymond woont in Zwolle en is landelijk een zeer gerespecteerd fotograaf. Naast de Stichting werkt hij onder anderen voor de provincie Overijssel, Radio2, 3FM, en verschillende muziekbladen. Raymond: ‘Ik vind het erg leuk om voor de Stichting te fotograferen. Toen ik daar voor het eerst voor gevraagd werd had ik maar zelden te maken gehad met kinderen en jongeren met een beperking. In de verre familie is wel een neef met het syndroom van Down, maar meer niet.’‘Het is een prachtige doelgroep om fotografisch vast te leggen.

“Mooi om het gevoel vast te leggen”

33


ZIJDELINGS, MAAR NAUW BETROKKEN Frederica en Wilco Bolderman zijn de mensen achter Zorgvervoer Zwolle. Al ruim vijf jaar verzorgen ze exclusief voor de Stichting een gedeelte van het cliëntvervoer.

Frederica en Wilco Bolderman, Zorgvervoer. Wilco: ‘Wij ervaren het als een echt bijzondere samenwerking. Wij zien onszelf als een verlengstuk van de dienstverlening van de Stichting. De korte lijnen tussen de mensen van de Stichting en de chauffeurs zorgen ervoor dat we snel kunnen schakelen in het belang van de cliënt. Dit is waar wij voor staan! We maken veel mee met de cliënten onderweg. Er zijn een paar die het erg leuk vinden om met de bus een drempel te nemen. Als je dan net doet of je bij elke drempel gaat vliegen, dan giert de hele bus van het lachen. Dat zijn echt hele leuke momenten en het opzetten van bepaalde Nederlandstalige muziek werkt soms ook erg goed! We genieten van de samenwerking met en de flexibiliteit van de Stichting. Ik zou zeggen: Gewoon doorgaan met de prachtige visie “We doen het gewoon”! Niet denken in problemen maar in mogelijkheden, niet laten tegenhouden door regels maar altijd in het belang van de cliënt blijven denken.

Frederica: ‘Wij ontzorgen de Stichting bij het dagelijks regelen van het vervoer van de cliënten van hun woonlocatie naar de dagbesteding en weer terug. We ervaren de Stichting als een heerlijke plek die het beste voor heeft met de kinderen en jongeren die wat extra hulp nodig hebben. We zien elke dag dat de cliënten altijd centraal staan en dat alles uit de kast wordt gehaald om ze maximaal tot hun recht te laten komen. Het is een feestje om de cliënten te mogen vervoeren. De chauffeurs ervaren het als dankbaar werk. Er is met iedere cliënt op zijn of haar eigen niveau een vorm van interactie die voor hen bijdraagt aan het werkplezier. De medewerkers zijn allemaal enthousiaste en warme mensen. Je voelt als je binnenkomt bij Niloka of de Kameel dat er een fijne sfeer heerst en ze er echt zijn voor de cliënten en dat hun belang voorop staat.’

“Het is een feestje om cliënten te vervoeren”

34


35


ZIJDELINGS, MAAR NAUW BETROKKEN Roelien en Guus Altena wonen op Kolderveen, precies tussen Kolderveen 17 en de Kolderberg in. Roelien heeft vanaf de start van de Kolderberg een keer per week gekookt voor alle bewoners en begeleiding. Door corona is het lange tijd stil gelegd, maar Roelien staat te trappelen om weer te beginnen. Guus heeft een loonbedrijf en wordt op vele verschillende manieren ingezet met zijn trekkers en zijn kranen.

Roelien en Guus Altena, behulpzame buren. De tuin opgeruimd bij Kolderveen 17, vlak gemaakt, de vijver dicht gegooid en gras gezaaid. Bij de Kolderberg ook klussen gedaan in de tuin en in Zwolle de nieuwe speeltuin aangelegd. Als ik zo bezig ben vind ik het leuk om te zien hoe personeel met de kinderen omgaat. Ik zelf zal niet snel uit mezelf contact zoeken, maar als dat spontaan gebeurt vind ik het wel erg leuk.’ Roelien: ‘Ik vind het mooi om te zien hoe de Stichting haar best doet om betrokken te blijven in het dorp. Ook Guus en ik werken daar graag aan mee. We nodigen de locaties uit om op oudjaarsdag naar het grote buitenfeest achter ons bedrijf te komen en we tippen als er leuke lokale activiteiten zijn zoals de Sinterklaasintocht. De beide voorzieningen zijn een verrijking in onze buurt en we genieten van onze betrokkenheid.’

Roelien: ‘Ik vind koken leuk en ik vind werken met kinderen leuk en die twee zaken kon ik mooi combineren bij de ‘buren’. Van tevoren ging ik met een van de bewoners op de fiets naar de supermarkt om boodschappen te halen. En ik geniet ervan om binnen de reuring van de locatie te werken. Ik geniet er eveneens van als ik van een van de bewoners commentaar krijg op het eten. Ik zie dat als positief omdat ze leert voor zichzelf op te komen. Na de coronatijd had ik alweer kunnen beginnen, maar een polsbreuk heeft me iets langer aan de kant gehouden.’ Guus: ‘De eerste klussen die ik als vrijwilliger voor de Stichting deed was het verplaatsen van de keramiekkeet van het Atteljee naar braderieën en markten. Daarna heb ik veel werk gekregen in Kolderveen en Zwolle.

36


ZIJDELINGS, MAAR NAUW BETROKKEN Danny Dellemijn en Wendel Doeland zijn de eigenaren van het ICT bedrijf Companet in Zwolle.

Danny Dellemijn en Wendel Doeland, systeembeheerders. veranderd. We kunnen nu bijvoorbeeld, bij het kwijtraken van een telefoon, op afstand privé gevoelige gegevens wissen.’ Danny is het meest op locatie. Danny: ‘Het is nog steeds een groeiende stichting. Ik vind het mooi om te zien wat er allemaal voor cliënten mogelijk wordt gemaakt. Echt zorg op maat. In het begin moest ik wel even wennen. Het is een doelgroep die je niet elke dag meemaakt, maar dat is geen enkel punt meer. Omdat je al een tijdje meeloopt ga je cliënten herkennen en is het ook leuk om ze te zien ontwikkelen.’ Wendel: ‘We zijn onlosmakelijk verbonden met de Stichting. Ze heeft wel een apart plaatsje in ons bedrijfshart. We proberen ook bewust de drempel laag te houden. Uiteindelijk is dat de basis geweest waar onze samenwerking is begonnen. Dat is soms tijdrovend en bewerkelijk, maar we hebben het er graag voor over.’

Wendel: ‘Wij zijn systeembeheerder voor bedrijven die geen systeembeheerder hebben. Wij coveren alles wat bij de Stichting te maken heeft met computers, software, applicaties, telefoon en zelfs de brand- en inbraakalarminstallatie. Ook de introductie van QIC hebben we vanaf het begin begeleid.’ Danny: ‘We hebben het redelijk druk met de Stichting. Er lopen meer dan 250 mensen rond en die mogen allemaal bellen als ze een vraag hebben of ergens niet uit komen. We krijgen onder ANDEREN vragen over QIC, over Word en over Outlook. We hebben het liefst vragen per email, omdat we dan zelf de prioriteit kunnen bepalen. We geven ook scholing in ons pand. Alle medewerkers hebben al eens in onze stoelen gezeten.’ Wendel: ‘Al voor de eeuwwisseling kwam toenmalig Kameel directeur bij ons met de vraag of we een paar gebruikte computers klaar konden maken en leveren. Tussen toen en nu is ongelooflijk veel

37


De zorg is altijd in beweging. Dat geldt niet in de laatste plaats voor de Stichting. De populatie is langzaam aan het veranderen. Waar vroeger de kinderen binnenkwamen óf doorstroomden naar het speciaal onderwijs of naar een dagcentrum voor volwassenen, hebben we op een gegeven moment de bovengrens qua leeftijd losgelaten. Cliënten hoeven niet meer te verkassen als ze een bepaalde leeftijd hebben bereikt. Dat betekent iets voor de doorstroom. De blijvende groep (jong-) volwassenen wordt groter en zal voor een groot gedeelte lang blijven.

Meebewegen met een veranderende doelgroep Vorig jaar zijn er een aantal extra units bij de Kameel geplaatst. Dat bood ons de kans om opnieuw te kijken naar een wijze van indelen. Bij de visie van de Stichting past onlosmakelijk het heterogene beleid. Dat wil zeggen dat groepen niet naar ontwikkelingsniveau worden ingedeeld. Wel zie je dat als kinderen ouder worden, ze fysiek meer ruimte innemen en daardoor sneller een onveilige situatie kunnen opleveren voor jonge kinderen. Dit is een van de redenen dat we een nieuwe vorm van indelen hebben gehanteerd.

De verwachting was een paar jaar geleden dat er minder jonge kinderen aangemeld zouden worden. De afdeling jeugdzorg van de gemeente Zwolle leek een voorkeur te hebben voor het direct plaatsen van aangemelde kinderen binnen het speciaal onderwijs. Daarbij zou een plaats op de Kameel sneller overgeslagen worden. Echter, dit blijkt in de praktijk in de huidige tijd niet zo te zijn. De aanwas van jonge kinderen blijft ongeveer gelijk of is zelfs iets toegenomen. Dan is het duidelijk dat je beleid moet gaan maken op het indelen van de groepen en de plekken waar die groepen zich bevinden.

38


De Niloka en de buitenlocaties zijn voor de ouderengroepen. De Kameel is voor de jonge kinderen en de units en de dependance zijn voor drie middengroepen en de zongroep.

Bij de oudere groepen is het toekomstperspectief nog duidelijker en biedt je een gevarieerder aanbod van zinvol werk tot een sensopathische manier van activiteiten en alles wat daar tussen zit.

Het voordeel is dat we nu ook een duidelijker gedifferentieerd aanbod kunnen creëren. De activiteiten bij de jongste groepen zijn met name ontwikkelingsgericht. Immers, bij een jong kind dat aangemeld wordt ligt het volledige perspectief richting de toekomst nog open. Bij de middengroepen is daar al wat meer duidelijkheid over en kan je je meer richten op het stimuleren van de praktische vaardigheden in de dagelijkse activiteiten.

Op deze manier denken we er voor te kunnen zorgen dat we nog meer zorg op maat kunnen bieden. We komen niet in verlegenheid als er zich een zijinstromer aandient met een zorgvraag. Het is duidelijker welk aanbod zich op welke plaats bevindt en we zijn berekend op een eventuele groei in de toekomst. De zorg en het hele zorglandschap is en blijft in beweging. Het is zaak om daarop te blijven anticiperen zonder uit het oog te verliezen dat iedere cliënt een plek verdient met een maximaal antwoord op zijn of haar zorgvraag.

39


Klussen, het allerliefst samen met cliënten 40


Mattijn Mulder is de facilitair medewerker bij de Stichting, of, anders gezegd, de klussenman. Daarnaast is hij ook dagelijks chauffeur bij het cliëntvervoer. Met zijn zwarte Renault klussenbus racet hij van locatie naar locatie om alles wat kapot is weer te maken. Samen werken met cliënten vindt hij het allermooist. Klik Als Mattijn ’s avonds thuis komt mag hij, na een snelle maaltijd, meteen weer de gereedschapskist in duiken. Hij heeft onlangs een huis gekocht in Meppel, volgens eigen zeggen ‘een opknapper’. Tussendoor moet hij nog tijd vrij zien te maken om zich te wijden aan zijn hobby, de klimsport en het bezoeken van concerten en festivals. Mattijn: ‘Ik heb een periode gewerkt bij IKEA en heb van daaruit gesolliciteerd op de vacature van klussenman bij de Stichting. Ik heb gemerkt dat ik een klik heb met de doelgroep. Ik merk dat we over en weer makkelijk met elkaar in contact komen. Ik vind het leuk om klussen op te knappen, maar de allergrootste meerwaarde zit hem in het samenwerken met cliënten. Daar geniet ik enorm van. Elke donderdag ga ik samen met Sylvano (foto) op stap. Hij vindt dat geweldig. Hij ziet het als een echt beroep en dat doet wel iets met zijn eigenwaarde. Ik heb gezorgd voor stevige schoenen en een overall als een volwaardige collega.’ Klussengroep ‘Mijn grootste wens is om in de toekomst een soort klussengroep op te tuigen. Met collega Ruben van de Niloka heb ik het er regelmatig over. Intern klussen doen, maar ook buiten de Stichting. Tuinonderhoud, tuinmeubelen opknappen, vogelhuisjes maken en verkopen. Gezamenlijk starten en dan aan het werk! We zijn het idee nog verder aan het uitwerken en ik hoop echt dat het gaat lukken. Ik heb nu niet echt een vaste plek en mis weleens het teamgevoel. Ik zwerf een beetje, maar dat wil niet zeggen dat ik geen contact heb. Ik ben een beetje een amateur doe-het-zelver. Ik ben redelijk veelzijdig, ben ook niet bang om uit te zoeken hoe iets gerepareerd moet worden, maar als het boven mijn pet gaat haal ik een extern bedrijf er bij. Ik heb het druk. Eén klussenman voor de hele Stichting is wat weinig. Iedereen kan een aanvraag doen om iets te repareren of op te knappen, maar opvallend is dat iedereen er bij zet dat het spoed is. Het kan niet anders dan dat ik toch zelf de prioriteiten moet stellen. Ik heb het erg naar mijn zin bij de Stichting en ben ook bereid een stap meer te doen als dat nodig is. Zo heb ik, bij een tijdelijk personeelsprobleem, twee diensten op de Amer gedraaid. Hartstikke leuk, maar niet iets dat ik elke dag zou willen doen. Klussenman zijn, samen met cliënten, daar krijg ik enorm veel energie van.’

41


Stichting Voorzieningen voor Verstandelijk en Meervoudig Gehandicapten Zwolle e.o

Botlek 54 | 8032 CG Zwolle | Telefoon: 038 453 7809 | www.de-kameel.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.