SAMEN VOOR SCHONE EN AFVALVRIJE GEMEENTEN
VAKBLAD VAKBLADVAN VANDE DENVRD NVRD||JAARGANG JAARGANG108 111#05 #04JUNI mei 2017 2020 PERIKELEN CORONA & DE RONDOM DE AFVALAFVALBRANCHE: STOFFENHEFFING HET WERK GAAT DOOR
BIJPLAATSEN AFSCHEID VANVAN NVRDAFVAL BIJ ONDERGRONDSE VOORZITTER HAN NOTEN AFVALCONTAINERS
OPLOSSING VOOR GROF HUISHOUDELIJK KOMT BUURTCOMVOEDSELVERMALERS LUIERS STEEDS WEL OF NIET POSTEREN IN DE BIJRESTAFVAL, GFE-INZAMELING DICHTERBIJ NASCHEIDEN? KNEL? HOOGBOUW
®
EUROBINS
AFVALREGISTRATIE
WWW.KLIKO.NL | WWW.KLIKO.BE
INHOUD
COLOFON UITGEVER NVRD, WTC Arnhem Nieuwe Stationsstraat 10 6811 KS ARNHEM +31 (0)88 - 3770000 post@nvrd.nl www.nvrd.nl REDACTIECOMMISSIE Marc Veenhuizen, ACV Groep (hoofdredacteur) Riny de Jonge, gemeente Amsterdam Addie Weenk, Rijkswaterstaat Diederik Notenboom, Meerlanden Folkert Starreveld, Cyclus Management Dico Kuiper, gemeente Alphen aan den Rijn Marianne Zegwaard, Stantec Kees van der Laan, Gemeente Rotterdam Annemieke Braamburg, Twente Milieu Ilse van der Grift, NVRD EINDREDACTIE Karin Hegeman en Berit Aagten Postbus 1218, 6801 BE Arnhem +31 (0)88 - 3770000 hegeman@nvrd.nl
ADVERTENTIE-EXPLOITATIE Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl www.elma.nl
AR 4 0 JA
REALISATIE EN DRUK Print2Pack, print2pack.nl Coverbeeld: Marcel Jurian de Jong / Hollandse Hoogte ABONNEMENTENADMINISTRATIE NVRD, Postbus 1218, 6801 BE Arnhem Jaarabonnement ad €108 ex btw. België €125 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: €11,50. BEËINDIGING ABONNEMENT Abonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Gemeentereiniging en Afvalmanagement is het officiële vakblad van de NVRD. Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard. ISSN 1569-0458 © NVRD RECYCLED Made from recycled material
C106833
GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.
08
CORONA & DE AFVALBRANCHE: HET WERK GAAT DOOR Lange rijen voor milieustraten, een oproep om geen vieze zakdoekjes bij het oud papier te doen, en soep voor de buitendienstmedewerkers.
33
INNOVATIE VOLGENS HET WETBOEK Organische reststromen zijn veelbelovende ‘kandidaten’ voor hoogwaardige toepassingen als voeding en biobased chemicaliën.
16
"NASCHEIDING HEEFT SUBSTANTIEEL HOGERE OPBRENGST HERBRUIKBAAR PMD" Van bronscheiding naar nascheiding van pmd-afval. Onder meer Leiden heeft die stap in 2019 gezet. De eerste resultaten lijken positief uit te pakken.
26
WETTELIJKE HOBBELS BIJ KLEINSCHALIGE VERWERKING GFT EN SWILL In je eigen wijk gft en swill verwerken, groeit in populariteit; goed om gft uit het restafval te trekken en goed voor de sociale cohesie.
05 BEZEM 07 OVERHEID EN INNOVATIE BLIJFT THEMA VOOR HET NVRD-JAARCONGRES BIJ CURE IN 2021 12 AFSCHEID VAN NVRD-VOORZITTER HAN NOTEN 15 ONDERZOEK NAAR STAND VAN ZAKEN ONKRUIDBEHEERSING 19 ACV-GROEP MAAKT OPLEIDINGSGIDS VOOR EIGEN MEDEWERKERS 24 VOEDSELVERMALERS ALS KANSRIJKE OPTIE VOOR GFEINZAMELING HOOGBOUW 27 REFRAMING GFE: EEN NIEUW PERSPECTIEF OP GROENTEFRUIT- EN ETENSRESTEN (GFE) 28 CIRCULAIRE AMBACHTSCENTRA: DE WEGGOOIMENTALITEIT VOORBIJ 30 HOE ZIT HET OOK AL WEER MET DE VANG-DOELSTELLINGEN? 35 DE LEDEN CENTRAAL 36 BRANCHENIEUWS 37 CLOSE-UP 38 AGENDA GRAM #04 mei 2020 | 3
Samen met overheid innoveren?
MoreLL Holland deed het! Samenwerking tussen private en publieke organisaties voor innovatieve ontwikkelingen is anno 2020 een steeds vaker voorkomende constructie. Een goed voorbeeld hiervan is de samenwerking tussen Twente Milieu en Morell Holland voor het ontwikkelen van een vernieuwde aanpak voor het automatiseren van hun milieustraten. Ze namen het initiatief in eigen handen en werkten samen om de bestaande uitdagingen aan te vliegen. Dit heeft geresulteerd in een totaaloplossing bestaande uit diverse kiosken met flexibel aanpasbare software, aangesloten middels integraties met o.a. AfvalRIS. Uniek zijn de middelen die voor de milieustraat beheerders zijn ontwikkelt om snel en gecontroleerd alle handelingen te monitoren en aan te passen.
Heeft u interesse in de volgende verbeteringen? Neem dan zeker even contact op of bezoek onze stand op het NVRD jaarcongres in 2021.
Belangrijkste verbeterpunten
Korte wachtrijen bij milieustraat Lage onderhoudskosten Uitgebreide rapportages remote benaderbaar Software van kiosk aanpasbaar Specialist met betaalverkeer Accountability van medewerkers en bezoekers Moderne uitstraling en technieken Goed leesbare schermen kiosken
Wilt u een online presentatie of meer informatie? Neem dan contact op met info@morellholland.nl
Monitoring kiosk voor beheerders
MoreLL Holland BV Binnendelta 4U 1261 WZ Blaricum
Point-of-Sales afreken kiosk
i: www.morellholland.nl E: info@morellholland.nl T: 06 288 393 64
Wat we eerst niet zagen wordt ineens heel erg zichtbaar. Hoe belangrijk de zorg is, dat we ook zonder dat ene te gekke lampje van de Action kunnen, dat we kleding langer aan kunnen dan we dachten en dat files eigenlijk een hele rare uitvinding zijn nu je ook gewoon blijkt te kunnen videobellen. Dat er eerst een lijst moest komen om duidelijk te maken dat er zogenaamde vitale beroepen zijn. En ja, daar staan wij ook op. Uiteraard, dat wisten wij al. Zorgplicht, volksgezondheid, wij weten het. Elke dag.
RARE TIJDEN Elk bijvoeglijk naamwoord is de afgelopen tijd al voorbijgekomen. Het zijn verwarrende, spannende, moeilijke, ingewikkelde, uitdagende, rare, historische tijden. En zo nóg een groot aantal. Ik, als eenvoudige bezem, kan daar weinig aan toevoegen. Ik heb het meest met het woord ‘raar’. Wat eerst allemaal heel vanzelfsprekend was, is dat nu ineens niet meer, en dat kan gewoon. Er blijkt dan toch van alles mogelijk te zijn wat eerst niet mogelijk leek. Zo is veel goed vs slecht, ‘zwartwitdenken’, nu even niet meer belangrijk. We zitten er allemaal, op 1,5 meter van elkaar, middenin.
Hartverwarmend dat mijn collega’s van de inzameling met kindertekeningen op containers bedankt worden voor hun dagelijks werk. Het maakt zichtbaar wat er altijd al was. Dat is fijn, zo’n een extra steuntje. Het zijn rare tijden waarvan we toch mogen aannemen dat het daarna niet meer hetzelfde is. Dat er ook een andere voorzitter en directeur bij de NVRD zal zijn (dank Olaf en Han). Maar dat staat dan weer los van de wereldwijde veranderingen. Het zal anders zijn, dat is een zekerheid. Kansen om de economie weer (duurzamer) op te starten. Kansen om vast te houden wat we even vergeten waren te koesteren, dat samen boven alleen gaat. Dat wij, voor ik gaat. Schijnbaar hebben we een crisis nodig om te herontdekken hoe belangrijk je medemens is. Blijf goed op elkaar passen, ook na de crisis. Houd vol.
GRAM #04 mei 2020 | 5
[Advertorial]
WASTE VISION:
WASTE VISION ZET IN OP TECHNOLOGIE MET SMART INSIDE
Informatietechnologie heeft de toekomst: Waste Vision ziet dit ook en IT wordt daarom organisatiebreed omarmd. Door software in te zetten binnen haar producten en dienstverlening stelt Waste Vision haar klanten in staat om data te verzamelen; deze gegevens kunnen vervolgens worden gebruikt voor het sturen van consumentengedrag en het monitoren en voorspellen van inzamelstromen. Verkregen inzichten maken het vervolgens mogelijk om grondstoffen op een doeltreffende wijze in te zamelen.
ASSET TRACKER De Waste Vision Asset Tracker bepaalt de locatie van een bedrijfsmiddel op basis van GPS. Daarnaast wordt ook bijgehouden wanneer de ‘asset’ wordt geledigd, toegepast of verplaatst. De Asset Tracker maakt op elk moment van de dag helder inzichtelijk waar alle bedrijfsmiddelen zich bevinden en welke bewegingen hebben plaatsgevonden. Verder kan de temperatuur worden gemonitord en wordt aangegeven of een bedrijfsmiddel al dan niet actief is. Bovendien kunnen signalen worden afgegeven wanneer inspecties moeten plaatsvinden.
RADAR LEVEL SENSOR Vulgraadsensoren spelen inmiddels een belangrijke rol in de afvalwereld; Waste Vision heeft een eigen innovatieve variant, bestemd voor prullenbakken in de openbare ruimte en voor rolcontainers voor (bedrijfs)afvalinzameling: de Radar Level Sensor. In tegenstelling tot ‘gewone’ ultrasone sensoren houdt de Radar Level Sensor rekening met de vorm van de container, kijkt ze door de vuilniszak heen en meet ze het profiel van het afval. De capaciteit van de prullenbak kan hierdoor nauwkeuriger worden afgelezen. De Radar Level Sensor detecteert bovendien automatisch wanneer de container wordt geleegd. Al deze informatie wordt draadloos gecommuniceerd, waardoor benodigde acties doelgericht kunnen worden uitgezet. Het voorspellen van inzamelmomenten wordt mogelijk gemaakt en hier kunnen automatisch veel efficiëntere routes voor worden gecreëerd. De verhoogde effectiviteit resulteert in een reductie in transportbewegingen, minder ledigingen en uiteindelijk zowel tijd- als kostenbesparingen met een hogere servicegraad.
Waste Vision ontwikkelt alle software zelf met eigen developers in Nederland, zodat zo goed mogelijk kan worden ingespeeld op de ontwikkeling van (zoals bijvoorbeeld de hiervoor omschreven) nieuwe, innovatieve producten. De afvalwereld is een relatief behouden markt met latente behoeften; Waste Vision laat graag zien wat de mogelijkheden van haar producten zijn. Technologie faciliteert informatiestromen, en die zijn in de huidige tijdgeest enorm waardevol. Slimme concepten en bewezen technologieën worden door Waste Vision dan ook volop benut om grondstoffen effectief terug te kunnen winnen voor hergebruik. MEER INFO Contactpersoon: Frank Mokveld Telefoonnummer: 06 - 1223 36 70 Email: frank.mokveld@wastevision.com
WWW.WASTEVISION.COM
NVRD-JAARCONGRES VERPLAATST NAAR 19 EN 20 MEI 2021 OVERHEID EN INNOVATIE BLIJFT THEMA
Foto: Freekje Groenmans Het is bijzonder jammer dat er dit jaar een streep door het NVRDcongres is getrokken. Juist nu, omdat het economisch klimaat ideaal is voor investeren en daarmee ook voor innoveren door de overheid. Maar… volgend jaar op 19 en 20 mei bent u alsnog van harte uitgenodigd in Eindhoven! Het thema van het jaarcongres, Overheid en Innovatie, blijft onveranderd staan. Juist in deze tijden moet de overheid het initiatief nemen om te investeren. De markt zit vol met innovatieve projecten en ideeën om doelstellingen zoals afvalscheiding, CO2 reductie en optimaal hergebruik van alle terug te winnen grondstoffen, te helpen realiseren. Om de markt ertoe te bewegen deze ideeën en innovaties te ontwikkelen en om te zetten naar producten en methodieken, is het noodzakelijk dat er ook vraag en afzet voor deze producten is. Hier kan en moet de overheid het voortouw nemen door te investeren en daarmee de carrousel aan het draaien te krijgen. Toch vreemd om het in deze tijden over innovaties in de afvalwereld te hebben, terwijl de hele wereld halsreikend uitkijkt naar die ene innovatie die alles weer ‘normaal’ moet maken. Zoekende naar die ultieme en noodzakelijke oplossing om het Coronavirus uiteindelijk te verslaan. Ook in onze branche weten we niet wat ons te wachten staat. Alle afvalbedrijven hebben afschalingsprogramma’s gemaakt om er bij verdere escalatie toch voor te
kunnen zorgen dat het afval van de straat komt. Dit om Nederland te behoeden voor een mogelijk volgend probleem. Het is immers onze verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat we er niet nog een probleem bij krijgen. Momenteel gaat alle aandacht uit naar de mensen in de zorg, en terecht! Maar ook alle mensen die elke dag de straat op gaan om hun werk te doen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, verdienen een dikke, dikke pluim. Ik wil daarom even stil staan bij de inzet en motivatie van alle medewerkers in de afvalbranche en hen ongelooflijk bedanken voor hun nooit aflatende drive om het afval van de straat te krijgen. Dankjewel! Frans van Strijp, directeur Cure Afvalbeheer
GRAM #04 mei 2020 | 7
CORONA & DE AFVALBRANCHE: HET WERK GAAT DOOR Lange rijen voor milieustraten, een oproep om geen vieze zakdoekjes bij het oud papier te doen, en soep voor de buitendienstmedewerkers. Zo ging het in Brabant, eind maart. Reinigingsdiensten hadden het druk met Corona en moesten veel improviseren. GRAM ging voor deze uitgave langs bij een aantal Brabantse afvalinzamelaars; in de volgende uitgave belichten we hoe het in de rest van Nederland gaat. TEKST & BEELD: HETTY DEKKERS
Aanpassingen op de milieustraat i.v.m. de Coronacrisis.
“H
et zijn bijzondere en onzekere tijden, ook voor ons”, zegt Frans van Strijp, directeur van Cure (Eindhoven en omgeving). Eind maart waren er nog geen werkzaamheden stil gezet, maar lag er al wel een noodplan klaar. “Tot nu toe is het ziekteverzuim bij ons niet hoger dan normaal. Mocht dat de komende weken escaleren, dan schrappen we als eerste de oud papierinzameling, en als tweede het gft. In de groene container zit nu hoofdzakelijk snoeiafval, dat kunnen
8 | GRAM #04 mei 2020
mensen even in hun tuin leggen. Het keukenafval is maar een klein deel, dat kan bij het restafval. Want dat blijven we ophalen, dat moet wel.” Cure werkt met zijladers, maar volgens Van Strijp zijn daar geen problemen. “Er staan nu wel veel meer auto’s voor de deur, maar onze chauffeurs zijn zo ervaren, dat ze daar geen hinder van hebben. Ze werken al bijna twintig jaar met zijladers, ze kunnen er mee lezen en schrijven.” De grootste problemen in Eindhoven en
Brabanders passen zich aan aan de omstandigheden. omgeving doen zich voor bij de milieustraat. Daar staan enorme wachtrijen, van soms honderden auto’s. Van Strijp: “In het voorjaar is het altijd wat drukker dan normaal, omdat iedereen in de tuin aan de slag gaat. Nu gaat iedereen ook nog eens klussen, omdat veel mensen gedwongen thuis zitten. Ter bescherming laten we steeds een beperkt aantal klanten toe. Dat zorgt voor enorme rijen. We hebben laatst wel berichten in de krant geplaatst, waarin we mensen opriepen hun spullen even op te sparen en om niet allemaal op die drukke zaterdag te komen. Dat heeft wel geholpen, dat zorgde voor iets meer spreiding. Maar de rijen zijn nog steeds enorm lang.” Eind maart draaide bij Cure alles dus nog door, met of zonder problemen. Maar voor de medewerkers die buiten werken, is het er niet gezelliger op geworden, benadrukt Van Strijp. “Ze mogen niet meer in de kantine verzamelen voordat ze beginnen, ze moeten elke dag meteen erop uit. Dat geldt ook voor als de dienst erop zit: bestuursmap inleveren en direct naar huis. Ook onderweg kunnen ze nergens meer koffie drinken, alle bedrijfskantines zijn gesloten. Ze doen het zonder mokken, maar het is wel zuur en zwaar voor ze. Ik wil benadrukken dat deze mensen een grote pluim verdienen. Er is veel aandacht voor zorgpersoneel en dergelijke, en terecht, maar wat onze mensen doen is ook ongelooflijk knap. Ze gaan stug door. Niemand vraagt of zij zich angstig voelen of bedreigd, ze blijven zich gewoon inzetten voor ons allemaal, petje af.” BREDA In Breda nam het ziekteverzuim eind maart al weer iets af. “De eerste weken van de crisis hadden we meer zieken, nu trekt het weer bij”, meldt Wouter van Dijk, hoofd afvalservice van de ge-
meente Breda eind maart. “Maar gelukkig hebben we geen werkzaamheden stil hoeven leggen.” Hij hoopt uiteraard dat dat zo blijft. Voor de buitendienstmedewerkers is het zomerprotocol ingesteld. “Dat betekent voornamelijk dat ze niet op elkaar hoeven te wachten als ze klaar zijn, ze kunnen meteen naar huis. Normaal gesproken wachten collega’s vaak op elkaar. Ze nemen de dag nog even door, spelen een potje pingpong of praten nog even na in de kantine. Dat soort samenkomsten willen we ontmoedigen. De catering in de kantine is ook gesloten. We zorgen wel dagelijks voor een pan verse soep.” Op de milieustraat is het enorm druk. “De wachtrijen daar zijn heel erg lang, iedereen gaat kennelijk opruimen nu.” Verder is Breda vooral trots op zijn afvalmedewerkers. “In het begin van de crisis hadden we één medewerker met corona, die is nu gelukkig weer aan het werk”, aldus Van Dijk. “Natuurlijk is iedereen een beetje bang en onzeker in deze tijden, maar er is ook bevlogenheid. Onze mensen gaan gewoon door, ze zijn zich bewust van de belangrijke taak die ze hebben. Dat is heel bijzonder om te zien.” De medewerkers werden door de leiding al meerdere keren op worstenbrood getrakteerd, als de crisis voorbij wil van Dijk nog iets extra’s voor ze doen. “Ik moet nog bedenken wat.” Niet alleen op het werk, ook op andere terreinen is het soms improviseren. Van Dijk: “Laatst overleed een collega van ons. Normaal vormen we met zo’n 150 collega’s een erehaag als er iemand overleden is en als de naasten dit op prijs stellen. Dat kon nu niet. Daarom hebben we 150 rozen neer laten leggen op de plaats waar we anders gestaan hadden. Dan weet de familie dat je aan ze denkt. En voor onze collega’s is het toch een vorm van afscheid nemen. Daar is behoefte aan.”
GRAM #04 mei 2020 | 9
ALTENA De gemeente Altena verruimde eind maart de openingstijden van de milieustraten om pieken te vermijden. “Vooral in de weekenden was het zo ontzettend druk, dat we twee milieustraten ook ’s ochtends open gaan doen”, vertelt woordvoerder Janneke Romijn. “Daarmee hopen we de drukte meer te kunnen spreiden.” In de kern Hank ging juist een milieustraat dicht. “Dat is een kleine voorziening, waar we anderhalve meter afstand niet konden waarborgen. Alleen al het pinhokje is heel klein, dat was niet verantwoord.” Op de twee ander milieustraten, met ruimere openingstijden, wordt de toegang beperkt. Dat heeft ook gevolgen voor het personeel. “Er werken daar veel mensen van het sociaal werkbedrijf, voor hen is het wel spannend allemaal. Ze moeten mensen nu ook vertellen dat er maar vier auto’s tegelijk het terrein op mogen, dat bezoekers niet met hele families mogen komen, hun werk is dus veranderd. Ze moeten nu andere dingen doen dan voorheen.” Altena is een fusiegemeente, in de kern Woudrichem is de invoer van papiercontainers opgeschort vanwege corona. “Het bedrijf dat de invoer voor ons zou regelen, heeft zijn activiteiten stilgelegd. De containers zouden in juni ingevoerd worden, dat tillen we nu maar over de zomervakantie heen.” Bewoners zijn speciaal opgeroepen geen gebruikte papieren zakdoekjes meer bij het oud papier te doen. “Dat mag al nooit, omdat dat slecht is voor de recycling, maar nu hebben we een extra oproep geplaatst”, aldus Romijn. “De vrijwilligers die het papier in Woudrichem in dozen ophalen, vroegen ons daar om. Ze signaleerden dat er veel vieze zakdoekjes bij het oud papier zitten, dat vonden ze niet fijn.”
Wat niet naar de milieustraat hoeft, stoppen mensen in hun container. Ze zijn thuis veel meer bezig met opruimen en tuinieren, dat merk je ook in de minicontainers.” Met de zijladers zijn geen problemen, ondanks meer geparkeerde auto’s in de straat. “Bij ons liep er altijd al iemand mee om de containers goed te zetten, omdat we met een verouderd model container werken dat niet goed past bij de dubbele kam. Die containers zouden binnenkort vervangen worden, maar dat is nu ook uitgesteld door corona.” Om de schade te beperken, heeft Oss een aantal maatregelen genomen. “In elke cabine mogen maximaal twee medewerkers zitten, als er een derde nodig is, moet die met een ander voertuig er achteraan rijden. Ook hebben we onze mensen verplicht handschoenen te dragen. Mondkapjes dat gaat niet, want daar is niet meer aan te komen. Bovendien hebben we het voorraadje dát we hadden aan het ziekenhuis geschonken.” Op de inzamelwagens zijn ook in allerijl stickers geplakt, met de boodschap ‘Hou 1,5 meter afstand’. “Dat was nodig, want sommige bewoners kwamen te dicht bij onze mensen. Ze wilden de lege containers meteen aanpakken bij de wagen, dat soort risico’s willen we nu niet lopen.” Op de milieustraten is het, net als overal in Nederland, een drama. Spanjaard: “Afgelopen zaterdag telden we 1240 bezoekers, dat is eigenlijk gekkenwerk. Toch hebben we besloten de milieustraten open te houden, met aangepaste voorzieningen uiteraard. Zoals gedoseerde toegang, en maximaal één persoon die op de milieustraat uit mag stappen. We proberen het er beste van te maken met zijn allen. Ik ben benieuwd hoe we later op deze periode terug zullen kijken, want het zijn bijzondere tijden. Dat geldt voor iedereen.”
Voor het overige werkt het personeel in heel Altena zo goed mogelijk door. “Waar het kan wordt thuisgewerkt, maar voor de buitendienst is dat niet mogelijk. Ze zijn de supermarktmensen van de gemeente, zo zou je het kunnen zien.” Het ziekteverzuim was eind maart als iets hoger dan normaal. “We kunnen het nog net invullen, maar het wordt wel krap”, aldus Romijn. “Het is ook voorjaar, het gras begint te groeien en dergelijke. Of we dat gras kunnen blijven maaien, is de vraag. Afval is belangrijker nu.” OSS De gemeente Oss is zwaar getroffen door het coronavirus, toch draait alles nog door bij de afvalinzameling. “Het ziekteverzuim wisselt, maar het is te behappen”, zegt Frank Spanjaard, opzichter afvalinzameling. “Het oud papier wordt bij ons normaal ingezameld door zo’n 25 verenigingen, enkele daarvan hebben hun werkzaamheden gestaakt omdat ze veel oudere leden hebben. Op hun verzoek hebben we hun taken uitbesteed of overgenomen, één vereniging heeft zich spontaan opgeofferd om het werk van een andere vereniging erbij te pakken.” Oss heeft een duurzaamheidsplein, waar milieustraat en kringloopwinkel gecombineerd zijn. Volgens Spanjaards collega Leo Janssen is het ook bij die kringloop waanzinnig druk. “Er worden nu karrenvrachten vol spullen gebracht. De mensen daar, veelal met een afstand tot de arbeidsmarkt, kunnen het werk amper meer aan.” Wat Spanjaard daarnaast merkt, is dat er nu veel meer afval aangeboden wordt in de minicontainers. “Rest, gft, alles.
10 | GRAM #04 mei 2020
Mensen gebruiken plotseling vrijgekomen tijd voor tuinieren, opruimen en klussen.
[Advertorial]
SIDCON:
LAATSTE INNOVATIES BIJ SIDCON LAADPAAL GECOMBINEERD MET PERSCONTAINER Een andere nieuwe ontwikkeling van Sidcon is de ondergrondse perscontainer gecombineerd met laadpaal voor elektrische voertuigen. In Amsterdam is inmiddels de eerste in gebruik genomen. Voor een goede en betrouwbare ondergrondse perscontainer worden de standaard netwerkaansluitingen met 3-fasen gebruikt. De persen van Sidcon maken gebruik van de nieuwe generatie netwerkaansluitingen, waar de laadpalen op worden aangesloten. Door het lage stroomverbruik van de perscontainer kan de laadpaal steeds maximaal gebruikt worden. Een slimme combinatie dus. Het aantal laadpalen zal de komende jaren in stedelijk gebied sterk toenemen. Daarmee biedt de ondergrondse perscontainer, mits voorzien van de juiste stroomvoorziening, een unieke kans om kosten te besparen en stroomvoorzieningen voor meerdere toepassingen te gebruiken.
ONDERGRONDSE PERSCONTAINER VOOR OUD PAPIER/KARTON Het is een bekend probleem geworden. Kartonnen dozen die rondom afvalcontainers liggen. De hoeveelheid kartonnen verpakkingen is door het online winkelen sterk toegenomen. Vroeger werden deze kartonnen verpakkingen in huishoudens weinig gebruikt, maar tegenwoordig juist heel veel. Daarnaast is er een afname van het oud papier. Dit komt doordat men meer informatie verkrijgt via online media en minder via papieren kranten en tijdschriften. Gevolg van dit alles is dat de samenstelling van de afvalstroom oud papier/karton (opk) drastisch veranderd is. Verhoudingsgewijs bevat de stroom nu aanzienlijk meer karton en minder papier. Daardoor is het volume van de afvalstroom toegenomen, met als gevolg overvolle bakken en veel bijstort. Deze ontwikkeling bracht Sidcon op het idee om zijn ondergrondse perscontainers ook geschikt te maken voor oud papier en vooral karton. De nieuwe opk-container heeft een persmechanisme en inwerpopening die speciaal zijn aangepast aan karton. Groot voordeelis dat het aantal transportbewegingen afneemt. Ook zorgt de opkperscontainer, bij goed gebruik, voor veel minder bijplaatsingen. In Utrecht is inmiddels het eerste exemplaar geleverd en ook in Den Bosch en Eindhoven zullen perscontainers voor opk geplaatst gaan worden.
WWW.SIDCON.NL
AFSCHEID VAN NVRD-VOORZITTER HAN NOTEN
“IN EEN AFVALLOZE SAMENLEVING ZOUDEN WE DE NVRD KUNNEN OPHEFFEN” Niet alleen de directeur maar ook de voorzitter van de NVRD stopt. “Ik heb mijn cyclus van acht jaar gehad”, zegt Han Noten. Hij blikt terug op roerige jaren. De NVRD is intern en extern een mooie vereniging, die hard werkt om ‘grondstoffen’ een synoniem voor ‘afval’ te laten worden. TEKST: RENÉ DIDDE
A
nderhalf jaar geleden stopte Han Noten als burgemeester van de gemeente waarvan het gemeentehuis het mooiste uitzicht heeft van Nederland, Dalfsen. De burgemeester had ‘a room with a view’ op de Overijsselse Vecht. Daar leerde hij zijn hond om pet-flesjes langs de uiterwaarden op te halen. Noten sjouwde er met een plastic zak achteraan. Dit jaar legt hij na twee termijnen van vier jaar de voorzittershamer van de NVRD neer. “Ik heb mijn cyclus gehad. Het is goed dat er een nieuwe voorzitter komt.” ROOTS Han Noten (1958) probeert het rustiger aan te doen. Het valt niet mee. De aard van het beestje is toch een druk baasje. Noten is alweer twee jaar voorzitter van Vereniging Ambulancezorg Nederland in Zwolle en wordt nu ook voorzitter van de brancheorganisatie voor keramische industrie KNB in Velp. Dat laatste voert Noten terug naar zijn roots in Swalmen, Midden-Limburg. “Mijn vader had een fabriek waar gresbuizen (stenen riolenbuizen, RD) werden gemaakt. Mijn opa was er directeur van een dakpannenfabriek en een oom leidde een bedrijf dat holle bakstenen vervaardigde”, vertelt
Noten. Van ambulancezorg wist hij niets – wel van zorg. Van de keramische industrie kent hij vooral de overleveringsverhalen van de familie en weet hij hoe het vroeger was. “De techniek is totaal anders geworden, maar dat geeft niet”, zegt Noten, “voorzitter worden van de NVRD had ik acht jaar geleden ook niet bedacht, en van afval wist ik toen eigenlijk niets”, bekent de toenmalige fractievoorzitter van de PvdA in de Eerste Kamer. Toen hij 2012 aantrad, trof hij een vereniging die er financieel niet best voor stond. “De reserveposities waren grotendeels verdampt doordat te veel tijdelijke projecten werden uitgevoerd door vaste mensen aan te stellen”, herinnert Noten zich. “Dan heb je de zaakjes financieel niet op orde.” Met toenmalig directeur Erik de
van het bureau, terwijl projecten voortaan uit incidentele inkomsten worden gefinancierd waarvoor we tijdelijk mensen aantrekken, of trainees in dienst nemen.” Die reorganisatie wierp vruchten af. “Trainees draaien mee in projecten. We leiden ze op het bureau tegenwoordig op voor een vaste baan elders in de sector. Ze stromen door, dus afvalbedrijven hebben er profijt van.”
Wat voor situatie trof u op inhoudelijk niveau aan? Han Noten: “Ik constateerde dat er een aantal interne conflicten waren, om niet te zeggen een stammenstrijd tussen leden. Mij hadden ze tevoren voorgehouden dat deze branche wordt gekenmerkt door pragmatisch ingestelde ingenieurs en techneuten. Nou, dat is niet zo! Er waren in die begintijd enorme meningsverschillen tussen rasechte believers en predikers. Waarover het ging? Nascheiding van afval was fout en alleen degenen die brongescheiden afval bij huishoudens voorstonden, verkondigden de juiste geloofsleer. Verbranding van afval versus circulariteit, een begrip dat toen net opkwam, was ook zo’n splijtende Bijbelexegese. “Die toenmalige spanningen zijn nu totaal verdwenen. Dat is me heel veel waard. De NVRD is een hele mooie vereniging, die volop kennis
“IK BEN TROTS OP DE UITREIKING VAN MBO-DIPLOMA'S AAN MEDEWERKERS VAN DE AFVALDIENSTEN VAN ONZE
LEDEN. MEDEWERKERS DIE NOG NOOIT
EEN DIPLOMA HEBBEN GEZIEN, HEBBEN
12 | GRAM #04 mei 2020
ER NU ÉÉN.” Baedts stelde Noten orde op zaken. “De contributies van de leden zijn sindsdien bestemd voor de permanente bemensing
Na acht jaar stopt Han Noten als voorzitter van de NVRD. deelt en niet langer alleen naar de vooren nadelen van een techniek kijkt, maar de hele context in ogenschouw neemt.”
Dat is allemaal intern, de vereniging NVRD. Hoe was het externe relatiemanagement? “Sterk voor verbetering vatbaar. Kijk, dat we meningsverschillen en soms ronduit ruzie hadden met het Afvalfonds Verpakkingen is nog daaraan toe. Maar erger vond ik dat de relaties met zowel Vereniging Afvalbedrijven als vooral met de VNG niet goed waren. Bij VNG hadden ze totaal geen benul van onze activiteiten en überhaupt weinig benul van afval. Ze dachten dat wij louter een logistieke organisatie waren die vuilnisautootjes door de straat lieten rondrijden.” “Gelukkig is dat de laatste vijf jaar veranderd. Het breekpunt was dat we als NVRD samen met de VNG en het ministerie een ‘publiek kader’ hebben gemaakt en daarin de relevantie van het afvaldossier in hel-
dere uitgangspunten vervatten. Niet langer was het reduceren van de kosten van afvalverwerking leidraad, maar werd het parool om de milieubelasting van afval tot nul te reduceren. Die agenda leidde al snel tot VANG, ‘Van Afval Naar Grondstof’. Het is nu zaak om meer waarde te genereren voor deze secundaire grondstoffen. Als er technische beletsels zijn, bijvoorbeeld doordat de grondstoffen nog te vervuild zijn, moeten we ze schoonmaken. Als er economische problemen zijn, moeten we beter nadenken over een afzetmarkt.”
Als u terugkijkt, wat rekent u dan tot de hoogtepunten? Waar bent u het meest trots op? (zonder aarzelen, nog voor de vraag helemaal is gesteld) “Op de uitreiking van Mbo-diploma's aan medewerkers van de afvaldiensten van onze leden. Medewerkers die nog nooit een diploma hebben gezien, hebben er nu een. Ik kan daar
gewoon nog steeds ontroerd door raken. Je kan redeneren ‘ze zitten hier al jaren, het gaat toch goed.’ Maar we zijn verdorie ook werkgevers. Mensen moeten loopbaanmogelijkheden hebben. Je ziet nu dat teamleiders uit de eigen organisatie worden geworven. Dat is niet alleen een promotie voor onze mensen. Ze snappen ook veel meer van afval, waar het naar toe gaat en wat er mee moet gebeuren. Het is dus tevens goed voor het afvalbeleid." "Usual suspect voor een hoogtepunt is natuurlijk het Verpakkingenakkoord. Als je er van een afstandje naar kijkt, was het eerst vooral een akkoord over de verdeling van geld, waarbij de industrie zo min mogelijk wilde betalen en de afvalwerkers zoveel mogelijk geld wilden bemachtigen. Wat ik ook zo verschrikkelijk fout vond, was dat we met zijn allen stopten als het gewenste inzamelingspercentage was gehaald. 42 procent? Nou, prima, we betalen niet voor een hoger percentage.
GRAM #04 mei 2020 | 13
Een systeem dat niet prikkelt tot meer inzameling is in wezen helemaal fout. En daarbij doen we iets heel raars in Nederland. We zeggen dat ‘de vervuiler betaalt’. Maar wie betaalt, bepaalt. Dus eigenlijk bepaalt de vervuiler. Dat is een fundamenteel onjuist principe. “ “Nu gaat het Verpakkingenakkoord meer over de inhoud. Wat is logisch voor burgers? Wat mag er in de PMD-zak of bak en wat niet. Ja, die vermaledijde chipszakken. Het denken in geld is volkomen gekeerd in de richting om de inzameling, de kwaliteit en de afzet van de verpakkingen te verbeteren.”
En dan moet u natuurlijk ook het onvermijdelijke tegenovergestelde benoemen. Wat was een dieptepunt? Een kras op uw ziel? “Een kras op mijn ziel heb ik niet. Maar die verpakkingen hebben ook veel verdriet opgeleverd. Het akkoord is zeer moeizaam tot stand gekomen. We hebben een goede zet gedaan door capaciteit in te huren in de persoon van Staf Depla om de onderhandelingen vlot te trekken.”
“De fiscale discussie over publieke afvalbedrijven die BTW en Vennootschapsbelasting moeten betalen was voor mij ook een teken dat Nederland de weg kwijt raakt. Verschrikkelijk. De administratieve lasten. En de rekening komt bij de burger te liggen. Gelukkig hebben we uiteindelijk goede afspraken gemaakt.”
Hoe denkt u dat mensen uit de sector u zullen herinneren? “Moeilijk te zeggen en een rare vraag om zelf te beantwoorden. Sommigen zullen me te scherp vinden. Bij het Afvalfonds zullen ze de pest aan me hebben, wat ik niet erg vind, want dat is een beetje mijn rol. Ik hoop dat ik binnen de NVRD als een verbinder wordt gezien.” Wat verwacht u van de toekomst van de NVRD? “Ik vind echt dat er betere afspraken moeten komen met Vereniging Afvalbedrijven voor afval- inzameling. Er rijden teveel auto’s van verschillende bedrijven en
diensten door de stad die elk overal afval ophalen. Dat moet in één keer kunnen. Of dat alle scholen bij de dezelfde inzamelaar, of alle zorginstellingen bij dezelfde inzamelaar terecht kunnen. Of alle bedrijven op hetzelfde bedrijventerrein. Verder moet de NVRD doorgaan met de ontwikkeling van VANG en werken aan een afvalloze samenleving. Ja, eigenlijk zou de NVRD zich idealiter op een gegeven moment moeten kunnen opheffen. Dan blijft nog genoeg beheer in de openbare ruimte over, hoor. Ook opleidingen als in AMBOR en nu in Route 2020 moet NVRD doorzetten, eigen personeel meer ontwikkelingskansen bieden. En meer nadenken over handhaving van het afvalbeleid, zeker nu we het steeds begrijpelijker uitleggen aan de inwoners. Handhaving staat nog onvoldoende op de agenda.”
Voor overzicht en inzicht in uw projecten en planning rond Beheer Openbare Ruimte Groene software geïntegreerd in uw ICT-landschap Centraal financieel / HRM
BOR-Vision
Overige afdelingen
Beheersoftware
Digitale kaart
Tel. +31 (0)172 23 54 44 | www.bor-vision.nl 14 | GRAM #04 mei 1_2_li_GRAM_190x130-b.indd 1
2020
28-11-2019 10:40
ONDERZOEK NAAR STAND VAN ZAKEN ONKRUIDBEHEERSING De NVRD start samen met een aantal leden een landelijk onderzoek naar de huidige stand van zaken van onkruidbeheer in Nederland. Het verkrijgen van inzicht in, ervaringen en ontwikkelingen van onkruidbeheersing heeft als doel van elkaar te leren, de onkruidbeheersing te verbeteren alsook input te leveren en aanbevelingen te doen voor de toekomstige aanpak van onkruidbeheersing in zowel uitvoering als beleid.
S
TEKST: MAX NARINX BEELD: HOLLANDSE HOOGTE
inds april 2016 is het bestrijden van onkruid op verharding met chemische middelen (glyfosaat) verboden. Ondanks dat een aantal organisaties al langere tijd zonder dit middel werkten, gold dat voor de meerderheid niet, waardoor het verbod grote invloed heeft op de onkruidbestrijding in Nederland. Sinds het verbod zijn gemeenten, reinigingsdiensten en aannemers hard op zoek gegaan naar effectieve alternatieve methoden om toe te passen. De ontwikkelingen in thermische en mechanische technieken gaan snel, maar de ultieme oplossing is er nog lang niet. ZONDER CHEMISCHE MIDDELEN Waar voorheen grote resultaten bereikt werden door louter het gebruik van glyfosaat, moet effectiviteit tegenwoordig gezocht worden in een op elkaar aansluitend pakket van maatregelen. Ron Frederiks is manager operations bij Dar, waar men al tien jaar ervaring heeft in onkruidbeheersing zonder chemie en geeft aan dat ‘de kunst is om een pakket van methoden samen te stellen die op elkaar aansluiten, die elkaars effect versterken op het juiste moment.’ Daarnaast vertelt hij: “Als geen glyfosaat gebruikt wordt, kan er niet meer gesproken worden van onkruidbestrijding, maar slechts nog van onkruidbeheersing.” Het standaardiseren van de term ‘beheersen’ in plaats van ‘bestrijden’ is volgens hem belangrijk om niet-reële verwachtingen te voorkomen. De chemievrije beheersingsmethoden van onkruid leiden daarnaast tot een aantal neveneffecten die vaak tot hogere (beheer)kos-
ten leiden. Wortelopdrukken blijven groeien waardoor het onkruid sneller terugkeert en intensievere beheersing nodig is. Daarnaast leidt het mechanisch beheersen, door bijvoorbeeld borstelen, tot schade aan de verharding. GROEISEIZOEN Daarbij komt dat het groeiseizoen van onkruid steeds langer wordt door het opwarmende klimaat. Wouter Hoefkens, manager BOR bij ACV daarover: “Feit is dat het aanbod van onkruid vroeger in het jaar ontstaat, en tot later in het seizoen aanwezig blijft. Daar moeten we op anticiperen”. Zelfs de winterstop van het groeiseizoen is, afhankelijk van de temperatuur, geen zekerheid meer. Hoefkens: “Afgelopen winter hebben we zowel in de beplanting als ook op de verharding gezien dat door de zachte omstandigheden het onkruid aanwezig bleef. De hogere omgevingstemperatuur en de lage celspanning in het onkruid zorgden er voor dat op verharding onze heetwater-methode geen effect had. Handmatig maaien en schoffelen uiteraard wel, maar dat pakt het wortelpakket niet aan.” Als je de klimaatvoorspellingen – hogere temperaturen en periodiek heftigere neerslag (en dit beïnvloedt de heetwatermethode nadelig) – er op naslaat is het aannemelijk dat deze trend zal doorzetten. Door het verbod op glyfosaat, neveneffecten en trends en ontwikkelingen mag aangenomen worden dat het de afgelopen jaren uitdagender geworden is om binnen de bestaande budgetten dezelfde beeldniveaus te realiseren. Dat kan spanningen opleveren tussen uitvoerders en opdrachtgevers. En
dat levert vragen op. Moeten bijvoorbeeld de budgetten of de verwachtingen van beeldkwaliteit worden bijgesteld? Of kunnen beheerders nog veel van elkaar leren? LANDELIJK ONDERZOEK Om meer grip te krijgen op de onkruidbeheersing op verharding start de NVRD, op initiatief van Meerlanden en de gemeente Haarlemmermeer, samen met andere leden een landelijk onderzoek naar de huidige stand van zaken van onkruidbeheer in Nederland. Dus zowel technische als beleidsmatige ontwikkelingen worden onderzocht. Er wordt niet alleen aandacht besteed aan best practices, ervaringen en ontwikkelingen, maar ook aan de neveneffecten van chemievrije beheersing en trends zoals klimaatverandering.
Chemievrije beheersingsmethoden van onkruid leiden vaak tot hogere kosten.
GRAM #04 mei 2020 | 15
Nascheidingsinstallatie AVR.
RALPH VEELENTURF, GEMEENTE LEIDEN: “NASCHEIDING HEEFT SUBSTANTIEEL HOGERE OPBRENGST HERBRUIKBAAR PMD” Van bronscheiding naar nascheiding van pmd-afval. Onder meer Leiden heeft die stap in 2019 gezet. De eerste resultaten lijken positief uit te pakken. Zo is er bijna een verviervoudiging van de hoeveelheid herbruikbaar pmd-materiaal, vertelt Beheerder Inzameling en Reiniging Ralph Veelenturf. “Het is in ieder geval belangrijk om kritische burgers goed mee te nemen in de reden van de overstap.”
Z
TEKST: MARTIJN KREGTING BEELD: AVR, TIJMEN KIELEN
o rond 2009 begon de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingsafval (later pmd-afval) goed op gang te komen. Leiden koos destijds voor centrale inzameling via in eerste instantie 16 bovengrondse containers. Thuiscontainers of plastic zakken aan huis bewaren was zeker in de zeer dichtbebouwde en -bevolkte historische binnenstad van Leiden namelijk erg lastig – zowel in het ophalen als in het bewaren ervan (weinig tuinen).
16 | GRAM #04 mei 2020
Het aanbod was al snel dusdanig groot dat de containers viertot vijfmaal per week geleegd moesten worden. Om die logistieke operatie te beperken, werd geïnvesteerd in ondergrondse perscontainers, die ongeveer viermaal zoveel capaciteit hebben. Ook de invoer hiervan ging in de binnenstad al lastig. De bovengrondse containers werden bij de invoering van nascheiding omgebouwd voor de inzameling van papier en restafval, zodat deze investering niet verloren ging.
SUCCES NOOPT TOT ALTERNATIEF Het succes van de inzameling van pmd bleef echter groeien. Op een gegeven moment werden ook de ondergrondse perscontainers al bijna dagelijks geleegd. Omdat Leiden wel nadrukkelijk kiest voor het volgen van de VANG-doelstellingen bij scheiden van pmd-afval, begon de gemeente in 2017 te kijken naar andere alternatieven. Bovendien zou een jaar later het gemeentelijk afvalbeleidsplan ook aflopen. “We gingen dus goed nadenken over het afvalbeleid voor de vier jaar na 2018”, vertelt Ralph Veelenturf. “We hebben voor papier en voor glas elk zo’n 150 containers staan. Wilden we een vergelijkbare afdoende dekkingsgraad krijgen voor pmd via bronscheiding, dan moesten er misschien wel 120-140 ondergrondse perscontainers bijkomen.” Dat leek een zware opgave in een zo verstedelijkt gebied als Leiden, met weinig openbare ruimte. Dit kernprobleem stond nog los van de investeringen. Ondergrondse perscontainers zijn drie tot vier keer zo duur als de 10.000 euro die een bovengrondse container kost. “Dan zit je al gauw aan een bedrag van vier tot 5,5 miljoen euro. Beheer en onderhoud zit daar nog niet bij.”
sessies meegenomen om hen te laten zien hoe AVR dit doet. Dat heeft veel van hen toch duidelijk gemaakt dat dit een goed alternatief kan zijn.” OPBRENGST NASCHEIDING GROTER Na ruim een jaar is duidelijk dat de opbrengst van te hergebruiken pmd substantieel groter is dan bij bronscheiding. Veelenturf heeft het over een factor drie tot vier. Zo werd er 293 ton pmd ingezameld in 2018, via bronscheiding. Dat is circa 2,3 kilo per inwoner. In 2019 werd er ruim duizend ton pmd via nascheiding verzameld, 8,1 kilo per inwoner. “De opbrengst is een stuk hoger via nascheiding en het pmd voldoet aan dezelfde kwaliteitseisen als brongescheiden materiaal”, vertelt Veelenturf. “Over het verschil in kosten kan ik minder zeggen. Ik ken de business case van AVR niet. Zowel bij bronals nascheiding worden de kosten in principe door het Afvalfonds gedekt. Een groot voordeel is wel dat het gebruiksgemak voor burgers veel groter is.” Er was vooraf wel vrees dat mensen vooral zouden onthouden dat Leiden ging nascheiden en wellicht meer dan alleen pmdafval weer bij het restafval zouden gooien. Glas, papier en andere stromen. Daarom heeft de gemeente dan ook extra gecommuniceerd dat de andere afvalstromen op dezelfde wijze blijven verlopen. Ook is er gemonitord, waaruit geen nadelige gevolgen voor de andere afvalstromen naar voren kwamen.
“WE ZIJN NU VEEL BEZIG MET
‘END-OF-PIPE OPLOSSINGEN. WE WILLEN ALS LEIDEN INWONERS STIMULEREN OM MINDER
VERPAKKINGSMATERIAAL TE ‘PRODUCEREN’.”
AVR BEGINT MET NASCHEIDING Investeren in zo’n infrastructuur betekent ook je vastleggen voor een periode van 10 jaar. Dan gooi je het roer niet zo snel tussentijds om. Laat nou net in die periode Afvalenergiebedrijf AVR willen beginnen met een installatie voor nascheiding. Leiden was al klant van AVR voor restafval, dat dan ook bij de gemeente aanklopte. Veelenturf: “In 2009 stond de techniek nog in de kinderschoenen, in 2018 had het zich al op andere plekken bewezen als een goed alternatief voor bronscheiding. AVR was al met gemeenten zoals Utrecht, Den Haag en Rotterdam in gesprek. Maar er was nog capaciteit over. Dat was een gat waar wij als Leiden in konden springen. Dat deden we ook. Het werd nu namelijk een realistisch scenario.” Fysiek is Leiden in januari 2019 overgegaan op nascheiding. Daar is wel een heel traject aan vooraf gegaan. Zo zijn er verschillende scenario’s met de gemeenteraad besproken – bronscheiding, nascheiding en een hybride variant (nascheiding voor de binnenstad, bronscheiding daarbuiten). Verder is er een expert meeting georganiseerd waarbij de raad van diverse deskundigen uit het werkveld uitleg kregen over mogelijkheden van de scheidingsvarianten. “De Raad koos voor volledige nascheiding, omdat Leiden met zo’n 130.000 inwoners qua kostenefficiency toch een maatje te klein is voor twee vormen van afvalscheiding. Dat is vervolgens via allerlei communicatie – in de krant, inspraakavonden – naar buiten gebracht. Rondom de overstap hebben we burgers die kritisch tegenover nascheiding stonden in drie
POSITIEVE LEERPUNTEN Veelenturf stelt dat Leiden eigenlijk alleen positieve leerpunten kan halen uit de overstap naar nascheiding voor pmd-afval. “Achteraf hebben we er goed aan gedaan om excursies naar AVR te organiseren voor kritische burgers. Dat betekent nog niet dat iedereen het ermee eens is, maar je hebt er dan als gemeente wel alles aan gedaan om transparant en open te zijn. Ik zou andere gemeentes dan ook zeker aanraden zo’n voorlichtingstrip te organiseren naar AVR, of naar het toenemend aantal andere aanbieders dat inmiddels ook nascheiding aanbiedt. Dat loont echt de moeite.” Overigens, meent Veelenturf, blijft het net zo belangrijk om als gemeente - en andere overheden - de focus te leggen op het voorkomen dat afvalstromen ontstaan. “We zijn nu veel bezig met ‘end-of-pipe oplossingen. We willen als Leiden inwoners stimuleren om minder verpakkingsmateriaal te ‘produceren’.” Gelukkig zijn er positieve ontwikkelingen, ziet Veelenturf, zoals een akkoord met de verpakkingsindustrie om meer recyclaat in te zetten, toenemend verbod op eenmalig plastic. Ook het uitbreiden van statiegeld zou goed zijn. ”Ingrijpen aan het begin van het traject, daar maatschappelijke veranderingen teweeg brengen, is eigenlijk nog belangrijker dan aan het einde van de pijp werken met bron- of nascheiding.”
GRAM #04 mei 2020 | 17
KAN HET OOK MAKKELIJKER IN DE MILIEUSTRAAT? JA! EN SLIMMER!
MILIEUSTRAAT MANAGEMENT
Wij bieden slimme oplossingen voor milieustraat-transacties. Van toegangsvalidatie, betalingen tot rapportages. Benieuwd, en ook slimmer worden in afval? Bel of mail ons voor informatie of een vrijblijvende afspraak: 0513 43 43 33 / info@dvlmilieu.nl.
ACV-GROEP MAAKT OPLEIDINGSGIDS VOOR EIGEN MEDEWERKERS Eind februari bracht ACV-groep een opleidingsgids uit in de vorm van een ‘ouderwets’ papieren boekje. Zes vragen staan bij de diverse trainingen en opleidingen steeds centraal. Corine Koops van ACV-groep vertelt hoe het boekje tot stand is gekomen en waarom is gekozen voor deze opzet.
S
TEKST: ANS AERTS BEELD: ACV
inds vier jaar werkt Corine Koops als HR-manager bij ACV-groep. Daarvóór werkte ze in de commerciële sector. Naast de aandacht voor leiderschap en interne processen viel het uitgebreide opleidingsaan-bod van ACV-groep haar op. “Dat verraste mij. Ik merkte echter ook dat er geen goed overzicht was van het opleidings- en trainingsaanbod. Hierdoor kwam ik op het idee om een toegankelijke oplei-dingsgids te maken. Met dit boekje kunnen medewerkers zelf uitzoeken wat ze nog willen leren en krijgen ze een goed beeld van de mogelijkheden.” De ervaring bij ACVgroep is dat digitale oplei-dingstools binnen de organisatie niet goed werken. Daarom viel de keuze op een papieren versie. Het boekje viel bij iedereen thuis op de deurmat. Koops: “Gezinsleden van onze medewerkers zijn erg betrokken bij onze organisatie en kunnen zelf ook zien welke opleidingsmogelijkheden er zijn. Even-tueel kunnen ze hierin een stimulerende rol spelen.” LEEFSTIJL Koops plaatste een bericht over de opleidingsgids op LinkedIn en was verrast door de vele enthousiaste reacties. “Zo’n papieren boekje is eigenlijk 'old school', maar mensen blijken het heel leuk te vinden en willen ook zoiets maken voor hun eigen organisatie.” Ook de reacties van de medewerkers van ACV-groep zijn positief. “We hebben bijvoorbeeld een medewerker die nooit een opleiding of training wilde volgen. Hij heeft het boekje thuis gekregen en stuurde onlangs een bericht dat hij interesse heeft in twee opleidingen. Hoe leuk is dat?” De vraag: ‘Wat heb je nodig om veilig en goed te kunnen werken?’ vormde de basis voor het samenstellen van de gids. Het boekje verduidelijkt ook welke trainingen en opleidingen er onder code 95 vallen. Een medewerker kan bijvoorbeeld de keuze maken voor de training communicatieve vaardigheden voor chauffeurs, digitale tachograaf en boordcomputers, of een training fysieke belasting. Maar ook de training ‘leefstijl’, waarin aandacht wordt besteed aan een goed eetpatroon en een gezonde manier van leven kan iemand volgen in het kader van code 95. ICOONTJES Het boekje oogt fris en toegankelijk, met tabbladen die aangeven of een opleiding is bedoeld voor het werk in het beheer van de openbare ruimte, de inzameling of de technische dienst. Daarnaast is er een tabblad ‘kantoor’, met bijvoorbeeld een excel- en
Wijkcoördinator Jacob Meijer van ACV bladert door de nieuwe opleidingsgids. een timemanagement-training en een tabblad ‘extra opleidingen’, waaronder bijvoorbeeld BHV valt. Bij elke afzonderlijke opleiding en training staan dezelfde zes vragen die worden beantwoord: Voor wie is het bedoeld? Hoelang duurt het? Is het voor Code 95? Is er een examen aan verbonden? Wat is de geldigheidsduur? Voor wie is het verplicht? Koops: “Dit zijn de zes vragen die medewerkers altijd aan ons stellen. Door deze vragen voor elke training en opleiding te beantwoorden, wordt het heel laagdrempelig.” Een knelpunt bij de ontwikkeling van het boekje van ACV-groep was het vinden van een goede vorm. Koops: “Hiervoor hebben wij een extern bureau ingeschakeld. Toen wij vertelden over de zes vragen, hebben zij bedacht om dit voor elke opleiding en training terug te laten komen via zes verschillende icoontjes. Dat is een gouden greep geweest, waarmee het boekje heel toegankelijk is geworden. Daarom krijgen we zoveel enthousiaste reacties.”
GRAM #04 mei 2020 | 19
WETTELIJKE HOBBELS BIJ KLEINSCHALIGE VERWERKING GFT EN SWILL
BUURTCOMPOSTEREN IN DE KNEL? In je eigen wijk gft-afval en swill verwerken, groeit in populariteit; goed om gft uit het restafval te trekken en goed voor de sociale cohesie. Maar er zijn wettelijke hobbels om het resultaat ervan als meststof in te zetten. Recent onderzoek brengt de knelpunten in beeld, als eerste stap naar het verkennen van mogelijke verbeteringen. Een nuttig rapport, maar er is ook kritiek.
S
amen met de buurt je gft en etensresten verwerken in het wormenhotel of thuis in de Bokashi-emmer. Kleinschalige initiatieven om de organische reststromen uit huishoudens en restaurants (‘swill’ genoemd), te verwerken bloeien op. Tal van verwerkingsmethoden worden beproefd. Bij een groot aantal botst het toepassen van het verwerkte materiaal als meststof met de huidige regelgeving, zo wijst een in maart verschenen onderzoek van het Wageningse onderzoeksbureau LeAF uit. “Het was de hoogste tijd voor duidelijkheid”, vertelt adviseur afval- en materialenbeleid Paula Huismans van Rijkswaterstaat Leefomgeving, de opdrachtgever van de studie. “Met dit onderzoek wilden we te weten komen wat de risico’s zijn en of er verbeteringen nodig en ook mogelijk zijn. Als Rijksoverheid waarderen we dit soort initiatieven en willen we deze ondersteunen, maar vanzelfsprekend mogen er geen risico’s zijn voor mens en milieu. Het moet verantwoord en veilig zijn, vooral als we er de gewassen mee bemesten die we opeten.”
De studie van LeAF werd begeleid door experts van de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Landbouw, de NVWA en uitvoeringsorganisatie Bodem+. Het rapport gaat in op een palet aan toegepaste verwerkingsmethoden, van thuiscomposteren, vergisten en fer-
20 | GRAM #04 mei 2020
TEKST: PIETER VAN DEN BRAND
menteren tot commerciële technieken. “Het onderzoek bevestigt ons vermoeden dat het voor overheden lastig is de tal van verwerkingsmethoden te beoordelen op wat ze technisch precies inhouden, wat voor producten ze maken en of ze wel op de bodem gebracht mogen worden”, vervolgt Huismans. “De hoofdconclusie is dat de meerderheid van de producten, die deze methoden opleveren, niet voldoen aan de wettelijke eisen die gelden voor compost. Met mogelijke nabewerkingsstappen kan dat wel het geval zijn. Dat is
precies waar we meer inzicht in wilden hebben, niet alleen voor overheden maar ook voor initiatiefnemers zelf. De wetgeving eromheen is complex, ook die kennis hebben we met deze studie toegankelijk willen maken.” COMPOST Ter vergelijking is de grootschalige productie van compost in het onderzoek meegenomen, namelijk het enige product uit gft en swill, dat aan de wettelijke eisen voldoet en als meststof toegepast
De groentetuin bemesten met Bokashi (Foto: Agriton).
mag worden. Verwerkers zijn gevalideerd door de NVWA en de compost is – volgens het door de sector ingestelde certificatieschema Keurcompost – vrij van onkruidzaden en ziektekiemen door de constante temperatuur in het composteerproces (60-70 graden). Ook het gehalte aan stikstof en fosfaat (voedingsstoffen voor gewassen) is stabiel en de compost bevat een hoog gehalte stabiele organische stof, wat de bodemvruchtbaarheid op de lange termijn ten goede komt. Het pokon-achtige materiaal uit het wormenhotel, dat oprukt in stadswijken zonder tuinen en onvoldoende ruimte voor een composthoop, is vanwege de kans op ziektekiemen niet direct te gebruiken, stelt de LeAF-studie. Een nabehandeling tot compost is niet mogelijk. Andere producten, waaronder die uit de Bokashi-emmer, worden als onvoldoende gehygiëniseerd en onvoldoende stabiel beoordeeld. Volgens dit Japanse fermentatieproces wordt organisch materiaal vermengd met kalk, kleimineralen en een mengsel van micro-organismen, dat de fermentatie tot een humusachtig eindproduct op gang brengt. Compostering kan dit materiaal volgens het LeAF-rapport ech-
ter in een goed product omzetten. “Bokashi kan daarom als voorbehandeling een prima toepassing zijn op het balkon van flats”, zegt Huismans. “Het prikkelt bewoners om hun etensresten niet bij het restafval te doen. Voor sommige initiatieven kunnen de strenge conclusies uit het rapport teleurstellend zijn, maar het onderzoek geeft aan wat er voor nabehandeling mogelijk is om wel aan de eisen te voldoen. Soms wordt er onvoldoende organisch materiaal omgezet, wat je met een langere composteertijd en hogere temperaturen wel kunt realiseren. Wat we in het onderzoek laten zien, is dat alles valt of staat met een goede uitvoering van de methode en zo schoon mogelijk ingangsmateriaal. Zaak is daar goed op te letten.” Als volgende stap wil Rijkswaterstaat een document gaan opstellen, waarin de lessen uit het onderzoek nog eens goed op een rij worden gezet. “Wat er daarna moet gebeuren, is niet aan ons, maar aan het ministerie en aan de politiek. Voor ons was dit een leerzaam onderzoek, waarvan we verwachten dat ook gemeenten daar veel aan zullen hebben. Ze hoeven het niet allemaal zelf meer uit te zoeken”, zegt Huismans.
Het eerste wormenhotel in de Rotterdamse wijk Blijdorp, een initiatief van het Rotterdams Milieucentrum en Stichting Buurtcompost (Foto: Daisy Rosema).
WORMENHOTEL In Amsterdam is Riny de Jonge inderdaad blij met het LeAF-rapport. “Het geeft een nuttig en deskundig overzicht van processen en producten, al vallen helaas de emissies van verwerkingstechnieken buiten de scope van de studie. Onder biologen is volop discussie over de methaanuitstoot. Het lijkt me goed daar ook naar te kijken.” Vanuit de gemeente is De Jonge al sinds 2014 betrokken bij een aantal kleinschalige initiatieven in de hoofdstad. In Bos en Lommer heeft een groep bewoners met een grote gezamenlijke binnentuin drie compostmolens in gebruik voor het bemesten van groenten en fruit in hun tuin. Een grootschaliger toepassing zijn de zo’n negentig wormenhotels, die kriskras door Amsterdam op straat zijn terug te vinden. De meeste wormenbakken zijn in het beheer van groepen van circa vijftien huishoudens. Ook is er een ondergronds wormenhotel dat zeventig gezinnen bedient. “De bewoners zijn erg te spreken over de kwaliteit van hun wormencompost. De compostdeskundigen achter de wormenhotels stellen dat dit product waardevoller is voor de bodem dan gecertificeerde Keurcompost. Maar in het onderzoeksrapport wordt geen uitspraak gedaan over de feitelijke toegevoegde waarde voor de bodem van wormencompost en ligt nogal sterk de nadruk op mogelijk aanwezige ziektekiemen. Er lijkt een relatie te worden gelegd tussen ziektekiemen en dierlijke etensresten, die in de wormenbak terechtkomen. Een voorwaarde voor deelname aan de wormenhotels is dat mensen er geen etensresten, waaronder vlees, in deponeren. Je zou daar als Rijksoverheid met regulering op in kunnen zoomen”, zegt De Jonge, die benadrukt dat het LeAFrapport nog niet binnen de gemeente is besproken. “Verder vind ik het overdreven dat bovengrondse wormenhotels als een bedrijfsmatige activiteit worden gezien. Buurtcomposteren is net zo kleinschalig als thuiscomposteren.” Ook Auke Doornbosch van de gemeente Hengelo is kritisch op het LeAF-rapport. Als projectleider circulaire economie is Doornbosch in de Twentse stad actief met het ontwikkelen en realiseren van initiatieven als stadslandbouw, recycle- en upcycle-projecten en lokale kringloop.
GRAM #04 mei 2020 | 21
21-9000-0449-01 NVRD GRAM 2019 aug
190x62mm.indd 1
27-06-19 10:43
Van Afvalkalender tot Website met Servicedesk
klantenservice
communicatie
inwoners
Uw inwoners optimaal helpen bij afvalinzameling? Opzet biedt complete oplossingen voor alle afvalcommunicatie. Digitale afvalkalenders, websites met servicebalie, apps en ondersteuning. Ruim 3 miljoen huishoudens maken gebruik van onze succesvolle oplossingen. We bieden maatwerk waarin alle software perfect op elkaar aansluit. Meer weten? Neem vrijblijvend contact op.
opzet.nl | 023 53 88 200
Opzet_1162-02.indd 1
21-9000-1162-02 GRAM
Stof tot Grondstof
08-04-2020 16:51
www.sympany.nl
inzamelen 3320001 SYM adv Van Stof tot Grondstof_190x62.indd 1 22 | GRAM #04 mei 2020 1_4_li_GRAM_190x62-E.indd 1
sorteren 21-9000-1252-01 GRAM 2020 mrt
nieuwe bestemming 28-01-20 17:19 13-02-2020 10:04
“Bokashi levert een hoogwaardig en veelzijdig product op, maar wordt in het rapport weggezet als meststof voor gewassen. Het activeert echter ook het bodemleven en je kunt het als bodembedekker gebruiken om onkruid tegen te gaan. Dat betekent veel minder schoffelen. Bokashi is een bewerkelijk proces, maar als je het goed doet, hou je een mooi product over dat verder composteert in de grond.” HERIJKING Doornbosch trekt de onderzoeksvraag in de studie in twijfel. “De onderzoekers moesten kijken naar de mogelijkheden en onmogelijkheden van de kleinschalige verwerking van gft en swill binnen de bestaande regelgeving. Dat is een wel erg nauw uitgangspunt. De vraag moet juist luiden of de huidige wetgeving niet aan een herijking toe is. Dat zou je verder moeten onderzoeken. Het is niet meer dan logisch dat dit soort nieuwe verwerkingsmethoden tegen regels oplopen. Dat is bij elke vorm van innovatie het geval. Anders kun je niet van echte vernieuwing spreken.” Vanuit de Maasstad staat Carolien van Eykelen haar collega in Hengelo bij. De gemeente Rotterdam wil flinke stappen maken om de verwerking van gft nieuwe impulsen te geven. “Dit rapport biedt ons daarvoor niet direct nieuwe hulpmiddelen”, zegt de beleidsadviseur Rotterdam Circulair. “We weten dat de huidige wetgeving voor de lineaire economie is gemaakt. Het is bijna onmogelijk om binnen deze wettelijke kaders proefprojecten uit te voeren.” Ook is er meer regie nodig vanuit Den Haag, verwijst Van Eykelen naar het september vorig jaar verschenen adviesrapport van de Taskforce Herijking Afvalstoffen. De in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Unie van Waterschappen ingestelde Taskforce constateert, dat de toepassing van producten uit afvalstromen over meerdere departementen is versnipperd en het urgentiegevoel lijkt te ontbreken. “Terwijl we nu door moeten pakken naar het opschalen naar circulariteit”, hamert Van Eykelen, “om voor gft nieuwe bestemmingen als grondstof te vinden. We moeten afspraken maken om experimenten uit te voeren, waarbij er voldoende veiligheidsgaranties en geen risico’s zijn
Compostmolens op de tijdelijke Tuinfabriek in het Utrechtse Hoog Catharijne (Foto: Ralph Kaumera). voor mens en milieu. Zaak is deze proeven wetenschappelijk te documenteren om over de effecten betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Ook is het belangrijk de kennis van alle experimenten van gemeenten te verzamelen op een centrale plek, om daarvan te leren en samen verder te komen. Ik denk dat daarbij een rol voor een organisatie als Rijkswaterstaat is weggelegd.”
zoek was echter vooral de uitgangssituatie goed in beeld te brengen. Ik constateer dat dit als nuttig ervaren wordt. De LeAF-studie is een startpunt om te kijken wat wenselijk en mogelijk is. We nemen de wensen van gemeenten beslist mee. Maar houd er rekening mee dat niet alle verwerkingsvormen mogelijk gemaakt kunnen worden. Voor de overheid zal veiligheid voorop blijven staan.”
STARTPUNT Bij Rijkswaterstaat begrijpt Huismans dat het voor sommige gemeenten wellicht te langzaam gaat. “Ons doel met dit onder-
Kijk ook op de kennisbibliotheek van VANG-HHA: www.vang-hha.nl/kennisbibliotheek/@223559/kleinschalige-verwerkingsmethoden-gft-swill/
GRAM #04 mei 2020 | 23
VOEDSELVERMALERS ALS KANSRIJKE OPTIE VOOR GFEINZAMELING HOOGBOUW Wie de GFE-vermaler eenmaal kent, is fan voor het leven. Dat is kortgezegd de conclusie van een omvangrijk project in Sneek waarbij zo’n tweehonderd woningen werden voorzien van een apparaat dat groente, fruit en etensresten in de gootsteen opvangt, vermaalt en afvoert. Samen met de lozingen van het toilet verdwijnen de keukenresten naar een vergistingscentrale waar er biogas van wordt gemaakt. Een formule die ook prima in nieuwe hoogbouw zou kunnen werken, zo lijkt het
D
TEKST: SANDER WAGEMAN BEELD: CREM WASTE MANAGEMENT
e wijk Noorderhoek in Sneek is de enige plek in Nederland waar alle huishoudens een voedselvermaler én een vacuümtoilet hebben. In 2011 werd de wijk geherstructureerd en kregen alle woningen een dergelijk systeem als onderdeel van het project WaterSchoon. Daarin werken onder meer het waterschap Fryslân, de gemeente Súdwest-Fryslân, woningcorporatie Elkien, kenniscentrum Stowa en waterketenspecialist DeSah samen. Doel van de pilot is om biogas te winnen uit afvalwater. En dat gebeurt op een manier die uniek is in de wereld, namelijk met voedselvermalers en vacuümtoiletten. Maar wat zijn de ervaringen eigenlijk, negen jaar na dato? ENTHOUSIAST Ytsen Strikwerda is strategisch relatiemanager bij woningcorporatie Elkien. “We moesten aan het begin van het project eigenlijk veel meer investeren in het uitleggen van de nieuwe apparatuur en in het duidelijk maken waarom we dit doen”, concludeert hij over de introductie van de in Nederland vrij onbekende voedselvermaler. “Nieuwe bewoners kiezen voor hun huis omdat ze op zoek zijn naar woonruimte, niet vanwege de aanwezigheid van een vacuümtoilet of vermaler. Maar als zij aan de voorkant weten wat er voor hen verandert, bijvoorbeeld dat ze hun etensresten niet in de prullenbak gooien, maar door de vermaler doen, dan ontstaat er meer begrip
24 | GRAM #04 mei 2020
en gevoel bij het gebruik.” Dat zag Strikwerda bijvoorbeeld bij de huishoudens die meededen aan de eerste fase van het project in Sneek. “Zij werden perfect begeleid in het hele proces. Uit de evaluatie bleek later ook dat deze deelnemers heel erg enthousiast waren. Dat zijn ambassadeurs van het systeem geworden. En het is ook echt zo, iedereen die leert omgaan met de GFE-vermaler is om.” Maar voordat de eerste fase de kans kreeg om zijn succes tijdens de volgende fases op een grotere schaal te bewijzen, brak de financiële crisis uit en trad er vertraging op. De woningcorporatie onderging daarbij ook nog een fusie waardoor het project ging ‘zweven’. Strikwerda: “Uiteindelijk, in 2015 is toch besloten om er mee verder te gaan. Er werden tijdens de volgende fase 145 woningen in Noorderhoek, een herstruc-
tureringswijk in Sneek, voorzien van een vacuümtoilet en voedselvermaler. Maar de focus lag in die tijd vooral op zaken zoals de techniek van het zuiveringshuis en het vacuümsysteem an sich en minder op het begeleiden en meekrijgen van de bewoners. Terwijl dat nu juist essentieel is, zo hebben we geleerd.” KLACHTEN Bewoners moesten hun eigen weg vinden met het bij hen onbekende apparaat in hun keuken en dat liep niet altijd even vlekkeloos. “We kregen klachten van enkele mensen, omdat ze het vacuüm afzuigen van de GFE-vermaler in hun beleving te luidruchtig vonden. Anderen belden vaak met de melding dat het ding stuk was. Maar het is niet ongewoon dat er soms een kippenbotje of een koffielepeltje klem komt te zitten. Dat is vrij eenvoudig zelf opgelost, maar als
Tijdens het onderzoek van CREM werd restafval gesorteerd. Hier bekijkt de onderzoeker of er nog GFE in het restafval verdwijnt bij mensen met een vermaler. Foto: Arno Vlooswijk
je niet weet hoe dat moet, dan is het niet raar dat er steeds een monteur werd bij geroepen.” En dus koos een deel van de bewoners er voor om het apparaat links te laten liggen, zo ondervond Frits Steenhuisen, directeur van CREM Waste Management. Zijn bedrijf deed onderzoek naar de ervaringen in Noorderhoek. “We hebben op een gegeven moment het restafval bij de deelnemers onderzocht om te zien of er daadwerkelijk minder GFE terug te vinden was”, vertelt
hij. “Maar dat was helaas niet altijd het geval. Een vijfde van het afval bestond nog steeds uit GFE dat ook prima door de vermaler had gekund.” Uit het onderzoek van Steenhuisen bleek dat vooral voedsel dat nog in de verpakking zat bij het restafval werd gegooid. Brood, groente en vleesbeleg verdween in zijn geheel in de vuilnisbak. “We besloten bij mensen langs te gaan om hen te bevragen over hun ervaringen met de GFE-vermaler. Daar hebben we veel van geleerd. Bijvoorbeeld dat er te weinig
voorlichting is gegeven. Mensen zijn vijf jaar geleden in hun huis komen wonen en moesten het doen met een halve pagina in een uitgebreide handleiding over hun woning. Verder bleek dat bijna niemand het apparaat kende. Mensen werden er bang van, omdat het vacuümsysteem volgens hen een eng geluid maakt.” De lessen die na het project in Sneek zijn te trekken mogen dus helder zijn: investeer in informatieoverdracht en service. “En leg goed uit wat het positieve effect op het milieu is”, voegt Steenhuisen nog toe. “Daardoor raken veel mensen overtuigd, zo blijkt.” DIGITALISERING “We zijn al met al eigenlijk toch heel tevreden” concludeert Strikwerda. “Woningcorporaties krijgen namelijk met steeds meer verschillende technieken te maken. Dat is een gevolg van de verduurzaming waar we met z’n allen mee bezig zijn. Waar we eerder 20.000 dezelfde cv-ketels moesten onderhouden, krijgen we nu steeds vaker te maken met warmtepompen, zonnepanelen en andere technieken. We moeten ons daar digitaal op voorbereiden. In het meest ideale geval kun je monteurs met een druk op de knop via hun laptop of tablet laten weten wat ze in een woning kunnen aantreffen. Wellicht zelfs met instructievideo’s er bij. Dankzij het project in Sneek weten we nu beter wat wel werkt en wat niet en zijn we in staat om een slag te maken in de digitalisering.” Mochten andere gemeenten geïnteresseerd zijn dan staat de koffie wat Strikwerda betreft klaar in Sneek. Volgens hem zouden de afvalvermalers prima dienst kunnen doen in hoogbouw. “Mits bewoners goed worden meegenomen dus.” Ook de gemeente Súdwest-Fryslân waar Sneek onder valt, is enthousiast over het project. Volgens Anne van Scheltinga, adviseur ‘milieu en water’ van die gemeente, is het hele concept heel toekomstbestendig. Vooral ook omdat het systeem niet in strijd is met het verbod op lozing door voedselvermalers op het riool. De wetgeving zou wellicht bij andere gemeenten voor enige terughoudendheid kunnen zorgen. “Maar het WaterSchoon concept richt zich op het behandelen van huishoudelijk afvalwater”, legt Van Scheltinga uit. “Met behulp van een gesloten inzamelsysteem wordt huishoudelijk
GRAM #04 mei 2020 | 25
afvalwater - zowel grijs als zwart water - en vermalen GF-afval ingezameld. Er vindt vervolgens een zuiveringsproces plaats waarbij energie wordt teruggewonnen in de vorm van biogas. Naast biogas blijft er aan het einde van het zuiveringsproces (red.: te verbranden) slib en (schoon) afvalwater over dat vervolgens op het riool wordt geloosd.”
KANSRIJK Het vermalen GF-afval wordt dus niet op het riool geloosd, zodat er geen sprake is van strijd met het Activiteitenbesluit en het Besluit lozing afvalwater huishoudens waarin het verbod op lozing vanuit voedselvermalers is opgenomen. Van Scheltinga: “Een dergelijke ‘constructie’ zou dus
ook heel goed toegepast kunnen worden bij hoogbouw in andere gemeenten.” En zo lijkt er een kansrijk project voor het oprapen te liggen in Sneek. Gemeenten die met GFEinzameling bij hoogbouw in hun maag zitten, worden met open armen ontvangen in Friesland om kennis te komen maken met de GFE-vermaler.
NOOT RIJKSWATERSTAAT: De constructie in Sneek is wellicht niet illegaal, maar voldoet zeker niet aan het landelijke beleid zoals vastgelegd in het LAP. De minimum standaard is dat GFT/Etensresten verwerkt wordt tot compost, al dan niet met een voorvergistingsstap die biogas oplevert. Dat gebeurt hier niet: hier wordt GFE ingezameld samen met toiletinhoud en zoveel mogelijk omgezet in biogas. Verder resteert een te verbranden slibfractie. Het biogas is bedoeld als brandstof, waardoor feitelijk uiteindelijk al het organisch materiaal wordt “verbrand”. Het project is door RWS geïnitieerd vanwege de eventuele perspectieven van het gebruik van de vermaler als inzamelmiddel voor GFE. Daarbij zou het vermalen GFE dan na ontwatering door professionele partijen verwerkt moeten worden tot (biogas en) compost voor land- en tuinbouw. Alleen op die manier benut je de waardevolle grondstoffen van GFE voor recycling. Het gebruik van een vermaler is een technische en kostbare optie. Wellicht is een vergelijkbaar resultaat met meer kostenefficiënty te behalen met de nieuwe generatie collectieve inzamelvoorzieningen voor GFE, zoals de mincontainer met ombouw, al of niet met pastoegang.
Haal alles eruit wat erin zit Je staat er misschien wel eens bij stil. Dat het zonde is dat we voedsel verspillen doordat een deel in de verpakking achterblijft. Door een drankenkarton slim te vouwen komt ook het laatste restje yoghurt of vla uit het zuivelpak. Zo draagt iedereen zijn steentje bij in de strijd tegen voedselverspilling!
Vouwinstructie 1
2 3
Zuivelpak is een initiatief van de zuivelindustrie, de supermarktbranche en drankenkartonproducenten. Via Zuivelpak worden consumenten geïnformeerd over de duurzaamheid van zuivelpakken en andere drankenkartons. Kijk voor meer informatie op www.zuivelpak.nl
26 | GRAM 1#04 StHedra_0428-01.indd
22-0000-0428-01 GRAM
mei 2020
08-04-2020 16:55
REFRAMING GFE: EEN NIEUW PERSPECTIEF OP GROENTE- FRUIT- EN ETENSRESTEN (GFE) Het is de minst geliefde grondstofstroom in de keuken: schillen, klokhuizen, en kliekjes worden structureel vaak bij het restafval gegooid. Dat wat wél gescheiden ingezameld wordt, is te vaak vervuild met andere materialen. Deze situatie verbetert nauwelijks. Hoe kunnen we anders met GFE omgaan, op zo'n manier dat het beter gescheiden wordt en een hogere kwaliteit behoudt? Design Innovation Group (DIG) ontwikkelde voor dit vraagstuk in opdracht van Rijkswaterstaat nieuwe frames. TEKST & BEELD: DESIGN INNOVATION GROUP Er zijn vraagstukken waar mensen al zo lang op dezelfde manier naar kijken, dat de oplossing ligt in het benaderen van het vraagstuk op een wezenlijk ándere manier. In de ontwerpende wereld wordt dit ‘Frame Innovation’ genoemd (methode van Prof. Kees Dorst). Volgens deze methodiek ontwikkelden we stapsgewijs nieuwe frames die het vraagstuk van GFE 'open breken', en leiden tot nieuwe denkwijzen. Met deze frames ontstaat een ander perspectief op hoe we met GFE omgaan: wat verandert er door deze nieuwe blik? Er ontstaat ruimte om na te denken over consequenties van frames, over andere aanpakken, nieuwe oplossingen en nieuwe verhalen. ANDERS OMGAAN MET GFE Met medewerkers van gemeenten zijn vier verschillende frames ontwikkeld en verkend, waaronder: Frame 1: “Stel dat we met GFE omgaan als een stadium in een natuurlijk proces; iets wat nu even vies is maar straks iets fijns oplevert, dan...” Neem het proces van druif naar drank: druiven als fruit zijn lekker, worden tijdelijk vies door gisting, en zijn daarna weer heerlijk in wijn. Als we met GFE omgaan als een stadium in een natuurlijk proces weten we veel meer van de verschillende stadia en het ‘grondmateriaal’. We krijgen omfietscompost: een product van bijzonder hoge kwaliteit. Er komen composteercursussen. In restaurants zien we ter plekke wat er met snijafval en etensresten gebeurt. Er staan bij tankstations vergistingsinstallaties waar je de inhoud van je GFE-bak inlevert en korting krijgt op groen gas. Frame 2: “Stel dat we met GFE omgaan als iets dat ontzettend waardevol is, dan…” ontstaan er mogelijk hele nieuwe vormen van inzameling. Afvalverwerkers maken rechtstreeks afspraken met bewoners,
de inzamelaar controleert ter plekke de kwaliteit van het GFE waardoor ingezameld GFE nauwelijks meer vervuiling kent. Sommige inzamelaars zijn gespecialiseerd in het ophalen en verwerken van mono-stromen. Ook wordt er doorlopend onderzoek gedaan naar innovatieve, circulaire toepassingen van organisch restmateriaal. De kwalitatief hoogwaardige producten die daaruit voortkomen zijn overal verkrijgbaar. EEN BLIK OP DE TOEKOMST Kijk je door je oogharen naar deze frames, dan zie je overal de toegenomen waarde van GFE terug. In discussies over de gevolgen van de frames stelden medewerkers van gemeenten dat GFE met zorg gescheiden moet worden om tot hoogwaardige toepassingen te komen. In deze speculatieve toekomst hebben inzamelaars en start-ups die toepassingen van GFE ontwikkelen direct baat bij het zelf ophalen ervan. Gemeenten zijn dan niet langer automatisch de partij die eindverantwoordelijk is voor inzameling. Het speelveld verandert; als de markt instapt, dan is het aan de gemeenten om voor een gelijk speelveld, spelregels en kaders voor inzamelende partijen te zorgen. GFE-inzameling is niet langer een bron van frustratie en conflict tussen overheid en inwoners: gezamenlijk streef je naar hoge kwaliteit. Gemeentelijke doelen voor hergebruik van grondstoffen worden behaald door derden. EN NU? Zo ver als de hierboven geschetste toekomst zijn we nog niet. Wel geven de frames aanknopingspunten voor hoe het anders kan. Benieuwd wat het reframen van GFE voor jou kan betekenen? Neem contact op met VANG, of kijk op hun website voor meer nieuwe perspectieven op GFE. DIT ARTIKEL IS GEBASEERD OP: Dorst, K. (2015). Frame innovation: Create new thinking by design. MIT Press. IenW, RWS, NVRD, VA (2019). Aanvalsplan gft-afval en textiel - Naar meer en schonere deelstromen. Uitvoeringsprogramma VANG-HHA DIG, RWS (2019). Reframing Groente- en Fruitafval. Uitvoeringsprogramma VANG-HHA GRAM #04 mei 2020 | 27
CIRCULAIRE AMBACHTSCENTRA: DE WEGGOOIMENTALITEIT VOORBIJ De overvloed aan consumentengoederen blijft al lange tijd niet onopgemerkt. We kopen veel, gebruiken het kort en willen er daarna weer vanaf. Maatregelen zoals afvalscheiding en recycling alleen zijn niet genoeg voor de circulaire economie. Er is meer nodig om te komen tot een systeem waarin hoogwaardig hergebruik centraal staat. Het project circulaire ambachtscentra biedt perspectief. TEKST: QUIRINE KRAMER BEELD: BKN
H
et verminderen van het aantal kilo’s restafval per persoon wordt al enige jaren nagestreefd met het scheiden van afval in 13 stromen in 1992 en inmiddels 21 stromen in de huidige tijd. Om dit alles in goede banen te leiden, realiseerden we afvalbrengstations en afvalperrons waar inwoners zelf hun afval konden brengen. En met succes: in 2018 werd 60% van het afval in gemeenten gescheiden ingezameld1.
NIEUWE WERKWIJZE Hoewel met de invoering van afvalscheiding al een stap in de goede richting is gezet, worden doelen rondom klimaat en milieu steeds scherper. Niet alleen moet afval juist ingezameld worden, maar alle materialen van waarde moeten keer op keer zo hoogwaardig mogelijk ingezet blijven worden. En die doelstelling, een circulaire economie, zullen we niet behalen door de weggooimaatschappij te behouden en ons te richten op oplossingen die nog horen bij oude denkwijzen passend bij de lineaire economie. Het is nu 2020 en termen over de circulaire economie vliegen ons om de oren. En dat terwijl het overheidsbeleid pas sinds vier jaar gericht is op hoogwaardig hergebruik2. In allerlei sectoren wordt nagedacht over het tegengaan van verspilling en het verlagen van de druk op het milieu. Zowel producenten als consumenten spelen hierin een belangrijke rol. Zolang producten zo worden ontworpen dat ze niet eenvoudig herbruikbaar of repareerbaar zijn, zullen ze onnodig worden verbrand of gestort of voortijdig worden gerecycled. Op het gebied van consumptiegoederen zijn er daarom tot die tijd belangrijke verbeterstappen nodig voor de afdankfase van het product. CIRCULAIRE AMBACHTSCENTRA Het programma circulaire ambachtscentra stimuleert samenwerkingsverbanden tussen partijen die streven naar afvalreductie, waarbij het hergebruiken, herbestemmen, opknappen en herontwerpen van spullen centraal staat. Hierbij gaat het dus niet alleen om afvalverwerkers, maar juist ook om kringloopwinkels, reparatiewerkplaatsen en ontwerpscholen. In plaats van te kijken naar betere verwerkingsmogelijkheden na einde levensduur,
28 | GRAM #04 mei 2020
moeten producten en materialen een tweede leven krijgen. Vorig jaar werd er door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 1 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van circulaire ambachtscentra. Partijen werden opgeroepen hun plan voor het opstarten of uitbreiden van een circulair ambachtscentrum aan te leveren. De best beoordeelde plannen kregen financiële ondersteuning voor het uitvoeren van hun plan. De leerervaringen uit de praktijk bieden belangrijke inzichten over de succes- en faalfactoren van een circulair ambachtscentrum. Zo werd bijvoorbeeld duidelijk dat er geen blauwdruk is voor het programma, omdat elke regio lokaal op zoek moet gaan naar relevante samenwerkingspartijen. En waar op de ene plek het kringloopbedrijf de stuwende kracht is achter het project, is dat op een andere plek bijvoorbeeld de gemeente zelf. Het vergt creativiteit om te komen tot ideeën voor de nieuwe bestemming van een afgedankt product. Maar goede voorbeelden zijn er genoeg: van tenten tot rubber laarzen en van dekbedden tot oude pannen. DE CONSUMENT AAN ZET Het vereist een denkomslag om met zoveel productgroepen aan de slag te gaan. Niet alleen bij de ambachtscentra, waar duurzaamheid hoog in het vaandel staat, maar ook bij de Nederlandse samenleving. Want het huis opruimen en daarbij alles op één hoop gooien voor ‘de stort’ is soms eenvoudiger dan categorieën maken voor hergebruik. Het is daarom ook van belang om te onderzoeken op welke manier consumenten het best betrokken kunnen worden bij het circulaire ambachtscentrum. Uit een publieksonderzoek van Kantar3 blijkt namelijk dat het ‘voorkomen van afval’ door 67% van de respondenten als belangrijk aspect wordt gezien voor de circulaire economie.
https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2019/26/nauwelijks-meer-afval-betergescheiden 2 https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/circulaire-economie/nederland-circulair-in-2050 3 https://www.vang-hha.nl/kennisbibliotheek/@220130/publieksonderzoek-circulaire-economie/ 1
Wie wil bijdragen aan een circulaire economie, koopt tweedehands producten in kringloopwinkels. Maar het ‘matigen van consumptie’ en ‘meer tweedehands kopen’ scoren veel lager. Dit zien we ook terug in het gedrag van kopende klanten ten opzichte van brengende klanten bij kringloopwinkels. De brengende klant wil graag verantwoord af van bepaalde spullen door deze te doneren in plaats van weg te gooien, maar neemt niet altijd een kijkje ín de winkel. En dat terwijl het consumeren van nieuwe spullen juist leidt tot meer uitstoot van broeikasgassen en het gebruik van primaire grondstoffen. Wie dus wil bijdragen aan een circulaire economie, koopt tweedehands spullen.
zij bijvoorbeeld vooroordelen hebben over de kwaliteit of de sfeer in de winkel. Een ander filiaal deelde bonnen uit met de tekst ‘steeds meer mensen gaan naar deze winkel!’. Hiermee werd het normgedrag omschreven, waardoor mensen toch nieuwsgierig werden wat al die stadsgenoten dan kopen in de winkel. De ingeleverde bonnen werden geteld en vergeleken met de controlegroep, waar koffiebonnen werden uitgedeeld zonder stimulerende boodschap. Na het uitdelen van de nieuwe bon was er 30% meer kans dat brengende klanten een kijkje kwamen nemen in de winkel.
BONNENEXPERIMENT Hoe zijn mensen te motiveren die al wel gebruik maken van kringloopwinkels door spullen te brengen, maar nog niet de stap naar binnen zetten? Dat lieten we testen door een experiment uit te voeren. Gedurende de periode van één week, werden er aan brengende klanten bonnen uitgedeeld voor een gratis kop koffie in de winkel. Er werd met twee soorten bonnen getest. In het ene filiaal werd een bon uitgedeeld waarop de kwaliteit van de spullen en de garantie werd aangeprezen. Deze boodschap is gericht op mensen die sceptisch zijn over tweedehands spullen, omdat
HOE NU VERDER? Ook dit jaar werken NVRD, VNG, BKN, Rijkswaterstaat, Stichting Repair Café en het ministerie van I&W samen aan het programma circulaire ambachtscentra. We zijn weer op zoek naar pilotgemeenten die aan de slag willen met een circulair ambachtscentrum. Meer informatie wordt gedeeld via de website van het VANG-programma: www.vang-hha.nl/circulairambachtscentrum. Door je aan te melden voor de nieuwsbrief via vanghuishoudelijkafval@rws.nl blijf je automatisch op de hoogte van belangrijke updates!
GRAM #04 mei 2020 | 29
HOE ZIT HET OOK AL WEER MET DE VANG-DOELSTELLINGEN? 100 KG PER INWONER, 30 KG PER INWONER EN 75% GESCHEIDEN INZAMELING Hoe zat het ook alweer? Hoe moeten we de VANG-doelstellingen duiden? Waar komt die 100 kg/ inw ook alweer vandaan? Waar staat in de officiële beleidsstukken die 30 kilo eigenlijk? En, hoe haalbaar is die 30 kilo eigenlijk? TEKST: KOOS VAN DAEL, VANG-ADVISEUR NVRD
I
n het regeerakkoord van Kabinet Rutte 2 is het streven naar een circulaire economie opgenomen. Toenmalig Staatssecretaris heeft op basis hiervan een Groene Groei Strategie geformuleerd met ook aandacht voor afval. De VANG-doelstellingen zijn dan ook onderdeel van een groter geheel. ‘Afval’ is één van de acht domeinen waarbinnen het toenmalig kabinet belangrijke kansen en uitdagingen zag. De andere zeven zijn: energie, biobased economy, klimaat, bouw, voedsel, mobiliteit en water. Bij de aanpak van de kansen en uitdagingen werden vier pijlers benoemd: - slimme inzet marktprikkels; - stimulerend kader met dynamiek bevorderende wet- en regelgeving; - innovatie; - overheid als netwerkpartner. Voor afval is in de brief opgenomen dat duurzaam én zuinig moet worden omgegaan met natuurlijke bronnen, dat slim ontworpen moet worden, dat voorwerpen langer mee moeten gaan én dat reststromen optimaal moeten worden benut. DOELSTELLINGEN Het domein ‘afval’ is vervolgens verder uitgewerkt. Het resultaat hiervan werd in januari 2014 aan de Tweede Kamer aangeboden. In de bijlage bij de brief ‘Invulling programma Van Afval naar Grondstof’ van januari 2014 zijn acht operationele doelstellingen opgenomen. Deze doelstellingen dienen in samenhang te worden
30 | GRAM #04 mei 2020
bekeken: de een kan niet zonder de ander. De acht doelstelling zijn: - verduurzaming aan de voorkant van de keten; - verduurzaming consumptiepatronen (gedragsverandering); - verbetering van de afvalscheiding en inzameling; - bestaand afvalbeleid richten op circulaire economie; - aanpak specifieke ketens en afvalstromen; - ontwikkelen van financiële en andere marktprikkels; - kennis en onderwijs verbinden aan circulaire economie en - vereenvoudigen van meetmethoden, indicatoren en keurmerken. Iedere doelstelling is vervolgens uitgewerkt in acties, tijdpad en betrokken partijen. KEUZES Voor de aanpak is samenwerking noodzakelijk. Deze samenwerking is bekrachtigd in het ‘Publiek Kader Huishoudelijk Afval 2025’, waarin een handelingsperspectief en richting geboden wordt voor de publieke partijen. Dezelfde publieke partijen (Rijk, VNG en NVRD) hebben de acties waarin gemeenten zijn genoemd, verder uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma VANG Huishoudelijk Afval 2015-2025 (aangeboden aan de Tweede Kamer in december 2014). Het motto van dit Uitvoeringsprogramma is ‘Afval is een keuze’.
Het motto is gebaseerd op: - de gedachte dat afval vermijdbaar is en vooral ontstaat als gevolg van (verkeerde) keuzes; keuzes van ontwerpers, van producenten, consumenten, gemeenten, afvalbedrijven, recyclebedrijven, etc. en - de gedachte dat keuzes veranderd kunnen worden. In het Uitvoeringsprogramma wordt gesproken over een ‘ambitie’. ‘De ambitie van het Uitvoeringsprogramma VANG – Huishoudelijk Afval is om in 2020 te komen tot 75% afvalscheiding, met een verdere doorgroei naar een maximaal percentage scheiding in 2025'. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan een van de doelen uit het VANG-Programma en het Rijksbrede programma voor de Circulaire Economie; het halveren van de hoeveelheid Nederlands afval die wordt verbrand en gestort van ongeveer 10 Mton naar 5 Mton (in 2022). AMBITIE De ambitie om tot 75% afvalscheiding te komen in 2020 is vervolgens geconcretiseerd in een hoeveelheid huishoudelijk restafval (fijn én grof huishoudelijk restafval samen) van maximaal 100 kilogram per inwoner per jaar. Een ambitie in kilogram restafval maakt beter inzichtelijk hoeveel grondstoffen en materialen in de keten blijven. Met alleen het aandeel afvalscheiding kan dit niet tot uitdrukking
worden gebracht. Tevens is het met een vertaling van de ambitie naar kilogram huishoudelijk restafval mogelijk om de ambities rond afvalpreventie te tonen. Om een hoeveelheid van 100 kilogram restafval per inwoner per jaar in 2020 te realiseren dient immers niet alleen de hoeveelheid afvalscheiding fors toe te nemen (tot zeker 75%), maar tevens minder afval geproduceerd te worden. In het Publiek Kader is ook een ‘wensbeeld’ benoemd: maximaal 30 kilogram huishoudelijk restafval per inwoner per jaar in 2025. Dit kan alleen als de verschillende ketens financieel en waar mogelijk materieel gesloten zijn. Dat is in de huidige situatie nog niet het geval. In de transitieagenda Consumptiegoederen die in het kader van het Rijksbrede Programma voor de Circulaire Economie wordt uitgevoerd is het sluiten van ketens een van de belangrijke beoogde activiteiten voor de komende jaren. Het realiseren van de ambitie van 30 kilogram moet dan ook in dat licht worden bezien.
VERBREDEN Het succes van het programma VANG heeft geleid tot een politieke vraag om de aanpak te verbreden naar alle departementen. Dit heeft geleid tot het Rijksbrede programma voor de Circulaire Economie, waarvan het programma VANG nu een onderdeel is. De VANG-doelstellingen zijn dus een uitwerking van de duurzame ambities die in 2013 zijn vastgesteld. Op het gebied van afval is verminderen van restafval een vertaling van het streven naar maximaal hergebruik van reststromen. Dat laatste is niet los te zien van de andere doelstellingen zoals verduurzaming aan de voorkant van de keten en het (verplicht) toepassen van gerecyclede materialen. De gescheiden inzameling is een belangrijke schakel in deze keten. De samenhang tussen de verschillende schakels is de laatste tijd duidelijk zichtbaar: meer nadruk op kwaliteit, meer aandacht voor preventie en meer nadruk op verwerking verder in de keten.
2020 EN VANG-HHA Het jaar 2020 is een bijzonder jaar voor VANG-HHA. De gemiddelde hoeveelheid restafval per inwoner is tussen 2015 en 2018 met gemiddeld 70 kg/inwoner gedaald en de verwachting is dat deze verder zal dalen. Een aantal gemeenten heeft de 100 kg/inwoner reeds gehaald. Het gemiddeld voor heel Nederland halen van deze ambitie in 2020 lijkt echter buiten bereik. De minister heeft in oktober 2019 aangegeven te kijken naar een haalbaar tijdspad richting de 100 kg. Op basis van de geprognotiseerde resultaten zal medio 2020 een voorstel worden gedaan voor een realistisch tijdpad. Deze prognose wordt onder andere gebaseerd op de resultaten van een enquête die begin april onder alle gemeenten in Nederland is uitgevoerd. Kwaliteit gescheiden inzameling, preventie en ondersteuning bij beleidsvoorbereiding en -vorming zijn dé thema’s van VANG-HHA in 2020. Voor meer info zie www.vang-hha.nl.
Gescheiden afvalinzameling in Utrecht m.b.v. ondergrondse containers.
GRAM #04 mei 2020 | 31
Software met toekomst?
WasteXL
S O F T WA R E S O L U T I O N S
www.fixion.nl 040-2900632
➦
Meer info? demo? Hét totaalpakket voor huishoudelijk afval inzamelaars
22-0000-0072-01 GRAM Maart 2020
1/4liggendGRAM.indd 1
13-02-2020 10:07
WeedControl Specialist in gifvrij onkruidbeheer WeedControl_1309-02.indd 1
32 | GRAM 190x62mm.indd 1
21-9000-1309-02 GRAM
#04 mei 2020
08-04-2020 17:03
08-04-2020 16:31
WETGEVING NOG WEINIG CIRCULAIR VOOR UPCYCLING BIOMASSA INNOVATIE VOLGENS HET WETBOEK Organische reststromen zijn veelbelovende ‘kandidaten’ voor hoogwaardige toepassingen als voeding en biobased chemicaliën. Maar de wettelijke ‘afvalstatus’ werkt drempels op. In haar afstudeeronderzoek stippelde juriste Lamia Dabih een pad uit om binnen onze ‘lineaire’ wetgeving innovatie toch een kans te geven
M
et gft- en groenafval beschikt de afvalsector over tal van biomassastromen. De wens is naast composteren en vergisten nieuwe hoogwaardige toepassingen voor deze stromen te vinden. Toepassingen die niet alleen voor minder afval zorgen maar ook economisch veel te bieden hebben. Kortom, prima aansluiten bij de gang naar
TEKST & BEELD: PIETER VAN DEN BRAND
de circulaire economie die overheid en bedrijfsleven hoog op de agenda hebben staan. De mogelijkheden voor biomassa zijn legio. Groente- en fruitresten zijn een bron van suikers, die je tot basisstoffen voor de chemie kunt verwerken. Gras is een bron van suikers, maar ook van vezels, vetzuren en eiwitten. Eiwitten zijn een voedzaam en hoogwaardig ingrediënt in veevoer. In houtachtige stromen zitten cellulosevezels, waar je weer pa-
pier en karton mee kunt maken. Als laatste stap kun je wat er overblijft, vergisten voor groene energie en compost. Helemaal mooi is als straks ook de inzameling van groente, fruit en etensresten van huishoudens toeneemt. Als er meer gft vrijkomt, vergroot dat het volume, en dat is van belang voor een gezonde businesscase. Anders kun je geen investeerders interesseren om verwerkingstechnologie en fabrieken te bouwen:
GRAM #04 mei 2020 | 33
Tussen droom en daad staan echter naast de nodige technische innovatie, ook wetten in de weg. “De Rijksoverheid heeft volop circulaire ambities”, zegt Lamia Dabih. “Sla het rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’ er maar op na en de vijf transitieagenda’s, zoals die voor Biomassa en Voedsel. De landelijke en ook Europese wetgeving is daarentegen nog grotendeels gericht op de lineaire economie en houdt onvoldoende rekening met innovatie, waardoor ze juist niet aansluit op de ambities van de circulaire economie.” Dabih kan het weten. Voor haar afstudeerstage van de studie HBO-rechten aan Hogeschool InHolland in Rotterdam deed Dabih onderzoek naar wettelijke beperkingen bij het upcyclen van biomassa naar nieuwe materialen. Haar afstudeerproject liep van april tot en met december 2019. Opdrachtgever was grondstoffen- en energiebedrijf Meerlanden. Uit de biomassastromen die dit bedrijf binnenkrijgt, zoals gft van huishoudens, groenafval en snijafval uit de horeca maakt het in zijn Groene Energiefabriek zes bruikbare producten, zoals compost, biogas, warmte, CO2, citrusbrandstof en water. Het bedrijf heeft haalbaarheidsonderzoeken naar nieuwe toepassingen uitgevoerd voor een aantal biomassastromen, denk aan gewasresten uit de glastuinbouw en de sierteelt, bermmaaisel, houtige biomassa en swill (etensresten uit restaurants). Uit deze onderzoeken komen waardevolle mogelijkheden naar voren. KANSEN Het doel van Dabihs onderzoek was aan te geven wat binnen de bestaande wetgeving nog wel mogelijk is voor dit soort nieuwe hoogwaardige toepassingen van biomassa. “Voor bedrijven is het van belang dat hun innovaties niet stil blijven staan.” Een wezenlijke wettelijke hindernis, aldus Dabih, is de ‘afvalstatus’ uit de Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen, in ons land geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. Het gft van huishoudens en het gras en de takken uit de openbare ruimte dragen de afvalstatus. Dat geldt ook voor andere organische reststromen, die bedrijven mogelijk willen gaan opwerken tot nieuwe materialen. “Om tot een hoogwaardig afzetbaar product te komen, is het van belang dat je product de ‘einde afvalstatus’ krijgt. Dan is het vrij verhandelbaar en toepasbaar als grondstof in productieprocessen. Binnen de huidige wetgeving zijn daar beslist mogelijkheden voor. Bedrijven maken
34 | GRAM #04 mei 2020
zeker kans om binnen de huidige kaders van de wet biomassastromen toch hoogwaardig op te waarderen tot producten met de status van bruikbare grondstof.” Dabih raadpleegde de vakliteratuur, wetsteksten en jurisprudentie en interviewde een aantal experts in de sector en daarbuiten. Haar onderzoek leverde nuttige en tastbare adviezen op, die inzoomen op de uitzonderingsmogelijkheden in de wet om materialen uit te zonderen van de afvalstatus in de Europese Kaderrichtlijn Afval. Dabih adviseert bedrijven daar voor hun innovaties zoveel mogelijk gebruik van te maken. Op basis van haar onderzoeksbevindingen geeft ze een trits van aanbevelingen. “Als eerste is het zaak om binnen je bedrijf een functionaris aan te wijzen, die het productieproces goed in kaart brengt. Wezenlijk hierbij is dat het materiaal wat je gebruikt net als het product dat je maakt, schoon en veilig is. Uit jurisprudentie blijkt dat de bewijslast bij de houder van het materiaal ligt. Bedrijven moeten zich nadrukkelijk bewust zijn van het volksgezondheidsvraagstuk. Er mogen geen risico’s zijn voor mens, dier en milieu en er moet sprake zijn van efficiënt grondstoffengebruik, daarmee voldoe je aan de essentie van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen.” STANDAARDEN Door processtandaarden op te stellen van hoe het product gemaakt wordt, vervolgt Dabih, en deze standaarden te laten beoordelen door een onafhankelijk bureau, kunnen bedrijven bij het bevoegd gezag vertrouwen wekken. “Voeg daar eventueel ook andere bewijsmethoden aan toe, zoals haalbaarheidsonderzoeken en de ontwikkelde
methoden om aan te tonen dat het product daadwerkelijk schoon en veilig is.” Bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat kunnen bedrijven een ‘Toetsing afval of grondstof’ doen. Het ministerie oordeelt dan of een verwerkt materiaal de einde-afvalstatus kan krijgen, maar deze toets kan alleen per materiaalstroom en per specifieke toepassing. “Ook zijn er lange procedures mee gemoeid”, zegt Dabih. “Op dit moment wachten nog vele aanvragen op behandeling en worden nieuwe aanvragen niet meer in behandeling genomen want er is onvoldoende capaciteit.” Een groep bedrijven die uit biomassastromen op grote schaal hetzelfde product wil gaan maken kan een verzoek indienen bij het bevoegd gezag voor grotere vrijstellingen voor soortgelijke hoogwaardige toepassingen. “Ook als deze bedrijven dan verschillende inputmaterialen gebruiken, hoeven ze niet elk voor zich voor hun specifieke toepassing de afval-ofgrondstof-toetsing te ondergaan. Maar het is moeilijk zo’n vrijstelling te krijgen als een techniek nog in de ontwikkelfase zit.” Tot zover de kansen die er voor innovatie rond het upcyclen van biomassastromen liggen binnen de huidige regelgeving. Dabih concludeert dat de wetgeving, net als de economie, nog de overgang moet maken van lineair naar circulair. De kennismaking met de afvalsector is Dabih verder prima bevallen. Ze was verrast door de talrijke ontwikkelingen om afvalstromen in grondstoffen om te zetten. “De bedrijven die ik heb ontmoet, willen echt werk maken van de circulaire economie. Ik hoop dat ik daar met mijn onderzoek aan toe heb bijgedragen.”
DE LEDEN CENTRAAL “DE SAMENWERKING IS ECHT WAARDEVOL” TEKST HETTY DEKKERS
In deze rubriek krijgen NVRD-leden een stem in GRAM. De NVRD is er immers voor en door leden. Deze keer aan het woord: Tim Horstman, adviseur afval, grondstoffen en reiniging, gemeente Zwolle. WAT HOUDT JE FUNCTIE IN? Als gemeente Zwolle zijn wij verantwoordelijk voor het beleid, Rova is bij ons de uitvoerende partij. Maar we trekken wel veel samen op. We hebben bijvoorbeeld samen het grondstoffenplan geschreven. Zwolle heeft twee adviseurs afval, waarvan ik er dus eentje ben. Ik stuur de beleidsontwikkelingen, adviseer de beheermanager en ben vooral aanspreekpunt voor Rova. Ik heb zelf voorheen tien jaar bij Rova gewerkt en ken de organisatie dus goed. WAT BETEKENT DE NVRD VOOR JOU? GRAM lees ik heel graag. En ik zit in het bestuur van NVRD-Noord. Het is heel inspirerend om samen met andere grote gemeenten, zoals Groningen en Enschede, elk jaar de regiobijeenkomsten te organiseren. We proberen daar steeds actuele dingen aan te dragen. Je hoort heel veel van elkaar, kunt ervaringen uitwisselen, die samenwerking is echt waardevol.
WAAR STOOR JE JE AAN? Toch wel aan het gemak waarmee mensen spullen van zich af gooien. Wij hebben hier sinds kort een Food Court, waar zo’n vijf fastfoodrestaurants bij elkaar zitten. Ik maakte me daar van tevoren al zorgen over, dat bleek terecht. Het zwerfaval is daar enorm. MacDonald’s doet het goed, ruimt veel op, maar de andere bedrijven niet. Wat ik ook jammer vind, is dat we achterblijven bij de VANG-doelstellingen. Als je geen vorm van beloning hebt, zoals diftar, is het heel moeilijk die doelstellingen te halen. WELKE TIP WIL JE DE LEZERS MEEGEVEN? Ik heb geleerd dat je echt per wijk moet kijken. Mensen die problemen hebben, zijn niet bezig met afvalscheiding, dat heeft geen prioriteit voor ze. Je kunt als gemeente wel van alles bedenken, maar kijk ook naar de behoefte en de levenssituatie van de mensen. Met gedragsbeïnvloeding, tegenwoordig een hot item, kun je wellicht beter sturen.
VOLDOET HET LIDMAATSCHAP AAN JE VERWACHTINGEN? Jazeker, de NVRD is goed bezig, vind ik. WAT ZIJN VOLGENS JOU DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN BINNEN DE AFVALBRANCHE? Laatst hadden we een bijeenkomst over producentenverantwoordelijkheid, met sprekers van Unilever, Hema en Campina. Heel mooi om te zien hoe die grote bedrijven denken over onderwerpen als minder verpakkingen en voedselverspilling. De spreker van Unilever had het over ‘no plastic, less plastic, better plastic’. Ze zijn er echt wel mee bezig, viel mij op. Wat mij ook interesseert; hoe krijgen we de kwaliteit van onze grondstoffen verbeterd? Onze systemen moeten geoptimaliseerd worden, zoals meer aandacht voor verschillende wijken, gedragsbeïnvloeding. Een streefgetal als 100 kilo restafval zegt weinig als de gescheiden stromen te vervuild zijn. WAT VIND JE HET LEUKSTE/MOOISTE AAN JE WERK? Dat het zo concreet is en dat je kunt bijdragen aan een beter milieu. Services bedenken waarmee je het je bewoners zo makkelijk mogelijk maakt, vind ik ook leuk. Dat prikkelt je creativiteit. Zo hebben wij de Grip-wagen geïntroduceerd, naar het idee van de vroegere chemokar. Dat is een mobiel brengpunt voor ongeveer zes stromen, waaronder piepschuim, hard plastic en elektrische apparaten. De chauffeur is heel benaderbaar, mensen worden er echt door gemotiveerd.
Tim Horstman, gemeente Zwolle
GRAM #04 mei 2020 | 35
NVRD GAAT ONLINE MET NVRDTALKS In april is de NVRD begonnen met NVRDtalks. Online sessies waar sprekers een presentatie houden en hierna vragen uit het publiek beantwoorden. Omdat er geen fysieke bijeenkomsten meer mogelijk zijn, bieden we deze bijeenkomsten nu online aan. Naast NVRDtalks zijn er meerdere bijeenkomsten online gegaan zoals die van de Benchmark en circulaire ambachtscentra. De eerste twee NVRDtalks bleken direct succesvol. Luuk Bos, van D&B, over menselijk gedrag en daarna Angeline Kierkels van Meerlanden over het belang van mensen en het roer dat nu echt om moet. Gezien de positieve reacties gaat de NVRD door met online NVRDtalks organiseren. Verschillende sprekers en onderwerpen zullen aan bod komen in toekomstige talks. Deze zullen in ieder geval plaatsvinden totdat we elkaar weer kunnen ontmoeten tijdens fysieke bijeenkomsten. Maar dit platform biedt natuurlijk ook de mogelijkheid om hierna voort te blijven bestaan.
OPTIBAG COLLECTIEF INZAMELEN EN SORTEREN duurzamer, efficienter & goedkoper
CentralNed_0226-01.indd 1
22-0000-0226-01 GRAM
08-04-2020 16:59
INNOVATIEVE BRANDVEILIGHEID Cegelec Fire Solutions is een toonaangevend bedrijf in branddetectie en vast opgestelde blus systemen voor de afvalverwerking branche. Momenteel hebben wij een innovatief branddetectie en blus systeem op de markt. Wij kunnen u een systeem bieden dat gebruik maakt van infrarood detectie met automatische blussing. Met camera’s die op pixel niveau temperatuur meten en u waarschuwen voor elke temperatuurs verandering kan het systeem een blussing activeren en u informeren nog voor er een daadwerkelijke brand ontstaat (broei). Uniek aan deze oplossing is dat na de detectie het systeem automatisch gericht kan gaan blussen met blusmonitoren (bluskanonnen). Bent u benieuwd naar deze oplossing neem dan eens vrijblijvend contact met ons op via: Cegelec Fire Solutions op telefoon nummer +31 (0) 88 831 96 80 of infocfs.nl@firesolutions. cegelec.com of bekijk het systeem op Youtube (zoek op Cegelec fire solutions/ Renewi). WWW.CEGELEC.NL
36 | GRAM 190x62mm.indd 1
#04 mei 2020
22-0000-0341-01 GRAM 2020
08-04-2020 16:28
aangeboden door
RAVO
CLOSE-UP
'RAVO 5 ESERIES: EERSTE ELEKTRISCHE VEEGMACHINE IN ZIJN SEGMENT' Steeds meer gemeenten zoeken naar oplossingen om geluids- en milieuoverlast terug te dringen en zo hun stad leefbaar te houden. RAVO speelt hier feilloos op in met een nieuwe, grote elektrische veegmachine. De RAVO 5 eSeries is best bijzonder, hij is de eerste in zijn soort. “Compacte elektrische veegmachines waren er al”, zegt salesmanager Arjen Mostert van RAVO Benelux. “Maar er was dringend behoefte aan ook grotere modellen. Wij wilden als innovatief bedrijf uiteraard graag aan die vraag voldoen. Met de RAVO 5 eSeries zijn we daarin geslaagd.” In mei vorig jaar werd het eerste conceptmodel op de IFAT al aan het grote publiek gepresenteerd. Vele grootschalige praktijkproeven in onder andere Barcelona, Parijs, Berlijn en Haarlem leverden de nodige inzichten op om twee prototypes te kunnen bouwen. Daarmee werden de laatste testen uitgevoerd om de ‘groene’ veegmachine te perfectioneren. Begin dit jaar was het moment suprème, toen kwam de nieuwe veegmachine, waar iedereen naar had uitgekeken, op de markt. De eerste modellen zijn inmiddels verkocht, ook in Nederland. Er gaan er waarschijnlijk nog veel volgen, want de RAVO 5 eSeries kent eigenlijk alleen maar voordelen. Mostert: “We hebben bij de ontwikkeling van dit nieuwe product geen concessies gedaan aan veegprestaties en zuigkracht. De wagen heeft dezelfde laadcapaciteit als zijn mechanische equivalenten. Daarnaast is het voertuig, bij normaal gebruik, ongeveer 6,5 uur inzetbaar, dat is ruim voldoende in de praktijk.” Ook zijn de onderhoudskosten extreem laag, aldus Mostert. “Omdat het voertuig volledig elektrisch is, konden we heel veel slijtdelen, zoals de motor en hydraulische rij- en ventilatoraandrijving, vervangen voor niet-bewegende delen. Dat scheelt aanzienlijk in de onderhoudskosten.”
RAVO is marktleider als producent van veegmachines en continu op zoek naar innovaties en verbeteringen. Het reduceren van fijnstof hoort daar ook bij. Het Saiga Particles System is een nieuwe ontwikkeling die het mogelijk maakt fijnstof (pm10 tot pm2,5), dat vrijkomt bij een activiteit als vegen, op te vangen. Zwevende stofdeeltjes komen in aanraking met positief geladen ionen en verzamelen zich daarna tegen de collectorplaat die in het achterdeksel verwerkt zit. De RAVO HYGiON is standaard uitgerust met het nieuwe Saiga Particles System. Voor andere types veegmachines is het een optie die toegevoegd kan worden.
Vanzelfsprekend levert de RAVO 5 eSeries een belangrijke bijdrage aan het milieu. Een elektrische veegmachine als deze zorgt voor aanzienlijk minder CO2- en fijnstofuitstoot. Maar ook de geluidsreductie is een belangrijk aspect voor een leefbaardere stad. “Voor de chauffeurs, de mensen die er omheen werken en natuurlijk ook voor de mensen thuis is een stillere machine zeer prettig”, aldus Mostert. “Het biedt ook meer mogelijkheden op het gebied van inzetbaarheid. Je kunt ’s ochtends in de vroege uurtjes of zelfs ’s nachts met deze veegmachine op pad, niemand heeft daar last van.”
Het ontwikkelen van duurzame producten is voor RAVO een bewuste keuze. “Wij hebben milieu hoog in het vaandel staan”, stelt Mostert. “Onze bedrijfsvisie is gericht op milieuvriendelijk, duurzaam en verantwoord ondernemen. Onze maatschappelijke rol daarin vinden wij belangrijk. En de markt heeft er behoefte aan.” Een demo of meer informatie? Neemt u dan contact op met de eigen rayon salesmanager of met Arjen Mostert, Salesmanager RAVO Benelux, telefoon 06-20008582.
GRAM #04 mei 2020 | 37
BRANCHE AGENDA
NIEUWS
7 - 11 SEPTEMBER 2020 IFAT, München
PILOT: NIEUW TEXTIEL GEMAAKT VAN GEBRUIKT TEXTIEL
28 - 30 SEPTEMBER 2020
Een spin-off van hogeschool Saxion gaat hoogwaardig textiel maken op basis van gebruikt textiel. In een pilot plant in Enschede worden oude katoenvezels door een duurzaam recycleproces omgezet in nieuwe cellulosevezels, genaamd SaXcell. Met een productie van 100 kilo vezelpulp per dag gebeurt dit voor het eerst op grotere schaal. Dit is mogelijk dankzij een consortium van investeerders die op 9 april een aandeelhoudersovereenkomst zijn aangegaan. SaXcell is een samenwerking tussen hogeschool Saxion, de vijf uitvinders, Sympany, WeVoTex en drie textielbedrijven. Voor het maken van 100 kilo pulp is eenzelfde gewicht aan oud textiel nodig. Dat wordt geleverd door textielinzamelaar Sympany en textielproducent WeVoTex. Dit textiel wordt in de productiefaciliteit allereerst tot kleine deeltjes ontrafeld, ook wel vervezeling genoemd. Daarna vindt via het recycleproces van SaXcell de pulpproductie plaats. De pulp gaat vervolgens naar Turkije, waar de partnerbedrijven er met een natspinproces garen en doek van maken. Het unieke van de SaXcell vezel is dat de kwaliteit beter is dan van het uitgangsmateriaal, de katoenvezel. Binnen de samenwerking wordt de gehele keten – van de toevoer van de grondstof en de productie van de vezel tot het maken van textiel en de verkoop – in zijn geheel door de betrokken partijen georganiseerd.
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN NA GEBRUIK IN DE AFVALBAK Sinds het uitbreken van het coronavirus doet zich een heel nieuw probleem voor: beschermingsmaterialen, zoals plastic handschoenen en mondkapjes, worden in toenemende mate op straat of in de natuur achtergelaten. NederlandSchoon en Plastic Soup Foundation trekken daarom aan de bel en roepen heel Nederland op om deze beschermingsmiddelen direct na gebruik in de afvalbak te deponeren. “Zorg voor jezelf en voor je omgeving en gooi gebruikte beschermingsmiddelen alsjeblieft in een afvalbak”, aldus Helene van Zutphen van NederlandSchoon. Niet alleen in Nederland maar in de hele wereld blijkt dit nieuwe zwerfafvalprobleem zich voor te doen."We constateren dat de uitbraak van het coronavirus een nieuw zwerfafvalprobleem met zich meebrengt. De afgelopen weken kregen we flink wat foto’s toegestuurd van plastic handschoenen en mondkapjes die op parkeerplaatsen van onder andere supermarkten en benzinestations zijn achtergelaten”, aldus Helene van Zutphen, directeur van NederlandSchoon. Om een beeld te krijgen van de omvang van het probleem en de mogelijke oplossingsrichtingen, hebben Zwerfinator Dirk Groot en Plastic Soup Surfer Merijn Tinga een app ontwikkeld. Deze brengt letterlijk in kaart waar het probleem het grootst is, hoeveel ‘nieuw’ zwerfafval er ligt en hoe het verschilt van regulier zwerfafval. Iedereen kan deze Plastic Avengers App hier of via Google Play/de App store downloaden en aangeven waar ze het nieuwe zwerfafval zijn tegengekomen.
ISWA World Congress, Rotterdam
1 - 4 DECEMBER 2020 Pollutec, Lijon Eurexpo
1 APRIL 2021 Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2021, Hart van Holland, Nijkerk
19 - 20 MEI 2021 NVRD Jaarcongres 2020 'Innovatie - de rol van de overheid', Natlab, Klokgebouw en Kazerne te Eindhoven
IS UW STRAATWERK SCHOON EN VRIJ VAN KAUWGOM?
Ons reinigingsmiddel? Water, schoon water! VOOR
NA
Jadon garandeert u een schoon en kauwgomvrij winkelgebied. Snel en vakkundig gerealiseerd, milieuvriendelijk en met een minimum aan overlast!
(0488) 430289 info@jadon.nl www.jadon.nl
21-9000-1496-01 GRAM 2020 feb
38 | GRAM #04 mei 2020 92x130mm.indd 1
16-01-2020 11:
Krachtig, nauwkeurig en gebruiksvriendelijk. Onze RED bewijst dagelijks zijn waarde in de afval- en recyclingbranche, onder alle omstandigheden voor temperatuurmeting bij afvalopslag en daarmee broei vroegtijdig te detecteren. Kijk voor meer informatie op onze website of bel ons op +31 (0)512 544 145. kooisecurity.com | Camera surveillance
ZORG
VOOR ELKAAR
HYGIËNE IS NU BELANGRIJKER DAN OOIT! Laten we elkaar helpen en ervoor zorgen dat het publieke domein schoon blijft, en verspreiding van ongedierte en ziektes zoveel mogelijk wordt voorkomen. AW MATERIEEL Verhuurspecialist voor de (semi-) overheid
AW MACHINERY Wasspecialist van Europa
Eerlijk, open en betrokken. Zo werken wij bij AW. Daarbij hoort ook betrokkenheid bij de wereld, in de breedste zin van het woord. Voor ons is dat samenwerken en delen om verder te groeien. We maken de wereld een stukje mooier door bijvoorbeeld de aanplant van bij-vriendelijke struiken, bomen en bloemen en het initiëren en/of bijdragen aan goede doelen projecten.