10 minute read
Interview met Angelica Pesarini, over ras, kolonialisme, Italianità en anti-racisme in hedendaags Rome
Angelica Pesarini over de Italiaanse blik op ras en identiteit in tijden van kolonialisme, fascisme en Black Lives Matter
Eva Mol namens de redactie
Advertisement
In dit nummer kijken we niet alleen kritisch naar het verleden van Rome, we willen ook nadenken over hoe de geschiedenis doorwerkt in het heden. Een kritische noot bij de geschiedenis van Rome plaatsen kan eigenlijk niet zonder naar recente ontwikkelingen in de stad en de wereld te kijken. Welke rol hebben hedendaagse problemen als racisme en xenofobie gespeeld in de jongste geschiedenis van Rome? Redactielid Eva Mol vroeg het aan een expert: dr. Angelica Pesarini. Pesarini doceert sociologie aan New York University Florence en doet onderzoek naar racisme, immigratie en het Italiaanse kolonialisme en hoe deze concepten doorwerken in de huidige maatschappij en culturele identiteit van Rome en Italië.
U hebt intensief onderzoek gedaan naar een onderwerp dat tot nu in Italië betrekkelijk weinig aandacht heeft gekregen. Hoe bent u geïnteresseerd geraakt in dit thema?
Ik denk dat dit voortkomt uit mijn persoonlijke ervaring als Italiaanse vrouw, en in het bijzonder als zwarte Italiaanse vrouw. Dit betekent namelijk dat ik een familiegeschiedenis heb die direct te herleiden is tot het Italiaans kolonialisme. Als scholier heb ik lang en tevergeefs in geschiedenisboeken gezocht naar informatie over mijn verleden; ik heb nooit verhalen kunnen lezen die op mijn eigen familiegeschiedenis leken. Dus ben ik zelf op zoek gegaan naar antwoorden op vragen die ik had over mijn herkomst. In mijn academische opleiding vond ik een weg om dit te doen: als niemand je geschiedenis opschrijft, dan moet je het zelf doen.
Ik heb antropologie gestudeerd aan de Sapienza Universiteit in Rome en ben daarna naar het Verenigd Koninkrijk gegaan voor een master en promotieonderzoek, omdat ik erachter kwam dat ik interesse had in iets dat als discipline in Italië nog niet bestond. Van een vak als gender studies wist ik bijvoorbeeld niet eens dat het er was. Ik heb aan de Sapienza onderzoek gedaan naar Oost-Europese minderjarige jongens die als sekswerkers in Rome terecht kwamen. Daarna heb ik mijn scriptie geschreven over genderidentiteit en economische activiteiten van Roma-vrouwen in kampen in Rome. Tijdens mijn studie in Engeland raakte ik geïnteresseerd in de representatie van het zwarte vrouwelijk lichaam onder het Italiaans koloniale bewind en het fascistische regime. Ik kwam er hoe langer hoe meer achter hoe sterk het verband is tussen ras, afkomst en identiteit, niet alleen gedurende het fascisme, maar ook al daarvoor. En daarnaast zag ik dat de implicaties van deze categorieën nog steeds voortbestaan in de huidige maatschappij.
U heeft geschreven over ras, de Italiaanse constructie van ‘witheid’ en de zogenaamde ‘witte blik’. Wat is volgens u de historische oorsprong van deze constructie en hoe heeft dit de Italiaanse culturele identiteit beïnvloedt?
Ik heb over de ‘witte blik’ geschreven nadat ik het werk van Frantz Fanon las. Hij was degene die mij ertoe aangezet heeft hierover na te denken. ‘The white look, the only true look’, schreef hij in het boek Black Skin, White Masks. 1 Ik denk dat de witte blik een enorm belangrijk analytisch gereedschap is, omdat het een fundamentele structuur
blootlegt waaruit westerse maatschappijen zijn opgebouwd. Zij zijn historisch gezien gemaakt om ‘witheid’ te faciliteren en te beschermen als eigenschap, niet alleen als identiteit. Fanons theorieën zijn erg belangrijk geweest voor een beter begrip van dit fenomeen, en voor mij persoonlijk, omdat hij schreef over de dagelijkse ervaring van racisme. Wanneer we vanuit deze optiek naar Italië kijken zien we iets interessants, namelijk dat Italianen historisch gezien niet altijd als wit beschouwd werden. Veel Italianen migreerden in de 19e en aan het begin van de 20e eeuw naar de Verenigde Staten. Toen ze bijvoorbeeld in Louisiana aankwamen om daar als aardbeienplukkers te werken, werden ze door de witte Amerikanen gelijkgesteld aan de Afrikaanse Amerikanen; ze woonden in dezelfde buurt en deelden hun sociale leven. Sterker nog, Italianen werden in deze periode gewoon ‘zwart’ genoemd, of ‘witte zwarten’, net als de Ieren. Er bestaat in deze context dus een verschil tussen ras en huidskleur, al veranderde dit wel. Na verloop van tijd zien we dat de Ieren en Italianen hoger op de sociale ladder klimmen: ze verwerven stemrecht, betere banen en kunnen in andere wijken gaan wonen, terwijl de Afrikaanse Amerikanen achterblijven. Hieruit blijkt dat er altijd ver-
Fig. 1. Angelica Pesarini.
schillende gradaties zijn geweest in witheid. Desalniettemin zien we dat wit zijn iets is waar je sociaal beter van wordt. In Italië zelf is dit wel frappant, omdat geen enkele Italiaan ‘wit’ als primaire zelfdefinitie hanteert. In tegenstelling tot de VS, waar bijna alles over ras gaat, komt het woord huidskleur of ras in Italië bijna nooit ter sprake wanneer het gaat over culturele identiteit.
Dit heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat deze kwestie in Europa gecompliceerder ligt, omdat men hier over het algemeen een ras- en huidskleurontwijkende houding heeft. We proberen nog altijd te praten over racisme zonder het woord ras te gebruiken. Wit is de onzichtbare norm, en juist door die onzichtbaarheid is het een zeer machtsbeladen term. Het is daarom belangrijk te bedenken dat Italianen zichzelf als wit beschouwen, ook als het niet expliciet benoemd wordt. Om Italiaan te zijn moet je wit zijn, anders raken mensen in de war. Dat blijkt heel erg uit de vragen en opmerkingen die je als niet-witte Italiaan vaak krijgt: “ja, maar waar kom je dan echt vandaan?”, en “wat spreek je goed Italiaans”. Mensen die zich en als Italiaan en als niet-wit beschouwen veroorzaken frictie. Dit zien we zelfs terug op een institutioneel niveau. Na een recente correctie op de wetgeving rondom burgerschap kwam er kritiek vanuit extreemrechtse politieke partijen, die een onderscheid op etnische basis willen blijven maken.
Denkt u dat het klassieke Romeinse verleden ook invloed heeft gehad op het ideaal
van burgerschap en witheid in Rome, en daaruit voortkomende vormen van uitsluiting en racisme?
Ten eerste wil ik benadrukken dat ik in Rome geboren ben en daar heel trots op ben. Ik kom uit de mooiste stad ter wereld die een bijzondere plek inneemt in mijn hart. Dat gezegd hebbende speelt Rome ook een centrale rol in de Italiaanse problematiek rond ras, huidskleur en kolonialisme. Rome was de bakermat van het fascisme en Mussolini heeft de Romeinse archeologie en mythologie gebruikt in zijn constructie van de nieuwe Italiaanse burger. Rome werd daarbij ingezet om een nationale identiteit te creëren en een gevoel van trots voor een gedeeld verleden. Natuurlijk is een groot deel van deze mythologie fictief; in fascistische documenten, zoals het manifesto della razza, 2 lees je dat de puurheid van het Italiaanse bloed de erfenis is van hun antieke nobelheid. Er werd dus een idee gecreëerd van een Romeins verleden met één taal, één cultuur en één religie, terwijl we heel goed weten dat het tegenovergestelde waar was. Rome stond centraal in deze symboliek en we zien dan ook dat de stad in architectonisch opzicht als een canvas is gebruikt om met de beeldtaal van het fascisme te bedrukken. Bekend voorbeeld is de wijk E.U.R., maar ook het Foro Italico (voorheen: Foro Mussolini) rond het Olympisch Stadion is, wanneer je erover nadenkt, eigenlijk een vreselijk shockerende plek. Je ziet daar vandaag de dag nog steeds een grote fascistische obelisk met de inscriptie ‘Dux Mussolini’ en mozaïeken, die het fascisme en de kolo-
Fig. 2. Een vloermozaïek van het Foro Italico viert de Italiaanse overwinning op Ethiopië. Centraal de inscriptie: IX Maggio XIV E. F. L’ITALIA HA FINALMENTE IL SUO IMPERO.
Fig. 3. Giorgio Marincola (rechts) met Eugenio Bonvicini, Castello di Mongivetto (Biella), 1944. niale invasie in Ethiopië verheerlijken.
Op welke manier denkt u dat dit doorwerkt in de hedendaagse Italiaanse en Romeinse maatschappij en zien we ook verzet?
Jazeker zien we dat. Rome is een belangrijk hedendaags antikoloniaal strijdtoneel geworden, waar in navolging van de Black Lives Matter-beweging naar mijn mening op het moment best wel spannende dingen gebeuren. Een goed voorbeeld is een pijnlijke kwestie die speelde rond de recent aangelegde Metro C. Er was een station gebouwd dat ‘Amba Aradam’ heette, omdat het onder de straat ligt met die naam. Maar Amba Aradam verwijst naar een massaslachting die de Italianen hebben aangericht in Ethiopië. In de context van het voortleven van het kolonialisme is het interessant om te zien dat het dus nog steeds mogelijk is om een straat, of in dit geval een metrohalte, te vernoemen naar een massamoord. Maar wat echt belangrijk is, is dat het de groep activisten gelukt is om de gemeente ervan te overtuigen de naam aan te passen. De nieuwe naam van het metrostation is Giorgio Marincola, een zwarte verzetsheld, geboren in Somalië als zoon van een Italiaanse fascist en een Somalische moeder. Marincola had een veelbewogen leven en stierf op jonge leeftijd, hij was 22, terwijl hij Italië probeerde te bevrijden van het nazi-fascisme. Dat er nu een metrostation naar hem vernoemd is, is een grote en belangrijke verandering. Als je er langer over nadenkt is het natuurlijk slechts een druppel op een gloeiende plaat, Rome verzuipt nog steeds in de fascistische symbolen, van grote monumenten tot de kleinste details. De fascio littorio valt zelfs nog te ontwaren op putdeksels van de riolering...
Hoe hebben de recente ontwikkelingen rond de Black Lives Matter en antiracismeprotesten Italië beïnvloed? Kun je een omwenteling zien in de publieke opinie?
Ik denk dat de komst en de normalisering van de BLM-beweging in Italië de boel echt hebben opgeschud. Het belangrijkste resultaat is dat de beweging meer ruimte en zichtbaarheid heeft gegeven aan rasproblematiek. Er zijn meer mogelijkheden en geld beschikbaar voor het organiseren van publieke debatten en initiatieven en ik zie dat dit vooral onder de jongeren heel motiverend werkt. Verder heeft het blootgelegd dat de traditionele linkse antiracismegroepering erg wit en conservatief was, en zichzelf eigenlijk nooit confronteerde met het
woord ras. Ras bestaat niet, dus moeten we het niet hardop noemen. Dat is natuurlijk zeker bij een antiracismebeweging een zeer problematische en contra-productieve houding. Aan de andere kant is er op dit moment een hele grote groep jonge Italianen die, ondanks dat ze van zeer uiteenlopende culturele afkomst zijn, zich allemaal Italiaans voelen. Deze mensen zijn jong, maar ook zeer belezen, op de hoogte van globale kwesties en niet bang om zich uit te spreken en zichzelf te positioneren. Ze zijn zich bewust van hun witte privilege en vechten voor belangrijke maatschappelijke kwesties. Natuurlijk bestaat er nog steeds wel versplintering, de BLM-beweging is hier niet hetzelfde als in de VS en er zijn groepen die zich niet willen aansluiten, maar over het algemeen zijn de ontwikkelingen vooral heel spannend en hoopvol.
Verder lezen: Fanon, F., Black Skin, White Masks (vertaling C. Markmann) (Londen 1970). Hawthorne, C., & A. Pesarini, ‘Making Black Lives Matter In Italy: A Transnational Dialogue’, Public Books (2020). Pesarini, A. ‘The Reinvention of Tradition: New Configurations of Gender Identity and Economic Strategies within Roma Communities in Italy’, Refugee Survey Quarterly 32, 1 (2013), 101-21. Pesarini, A. ‘Bodies Crossing Borders’, Rives Méditerranéennes 60 (2020), 21-38. Pesarini, A. Colour Strategies: Negotiations of Black Mixed Race Women’s Identities in Colonial and Postcolonial Italy (proefschrift University of Leeds, 2015).
1.Fanon (1970). 2. Het ‘Manifesto della razza’ verscheen op 14 juli 1938 in Il Giornale d’Italia. De stelling die hier geparafraseerd wordt luidt in zijn geheel: ‘Esiste ormai una pura “razza italiana”. Questo enunciato non è basato sulla confusione del concetto biologico di razza con il concetto storico-linguistico di popolo e di nazione ma sulla purissima parentela di sangue che unisce gli Italiani di oggi alle generazioni che da millenni popolano l’Italia. Questa antica purezza di sangue è il più grande titolo di nobiltà della Nazione italiana.’
Afbeeldingen Fig. 1. Foto: Angelica Pesarini, New York University Florence. Fig. 2. Afbeelding vrij voor niet-commercieel gebruik (CC BY-NC-SA 2.0), foto: Michael Tinkler, bron: Flickr. Fig. 3. Afbeelding vrij voor gebruik (CC BY-SA 4.0), foto: Archivio famiglia Marincola, bron: Archivio fotografico Razza Partigiana.