Tekst: Rien van Genderen Foto's: Jan van der Meijde en Arjen Leendertz
Contrabas met hulp van de Vrienden omgebouwd
Een snaar erbij Als voorjaar vorig jaar alle concerten worden afgezegd, besluit contrabassist Arjen Leendertz dat dit hét moment is om zijn instrument te laten ombouwen.
H
et is voorjaar 2020. Met zijn collega’s bereidt contrabassist Arjen Leendertz zich voor op een reeks concerten die sterk tot de verbeelding spreken. In achtereenvolgens Parijs, Dortmund en Rotterdam zal een concertante versie van Die Frau ohne Schatten van Richard Strauss worden opgevoerd. Yannick Nézet-Séguin zal er de Atlantische Oceaan voor oversteken en zich voor een korte tijd herenigen met het Rotterdams Philharmonisch Orkest. De contrabaspartij van Strauss’ opera zit vol met virtuoze, snelle loopjes en extreem lage noten. Dat laatste is gebruikelijk in het laatromantische repertoire. Het stelt Arjen en zijn medebassisten voor bijzondere opgaven waaraan de standaardbas met zijn vier snaren, in de stemming G-D-A-E, niet kan voldoen. Gelukkig is daar een oplossing voor. De ‘viersnaren’ beschikken namelijk over een extensie, een verlengd stukje toets dat bovenaan de bas is gemonteerd en dat loopt van de toets tot de krul. Hiermee kan de onderste snaar, de E-snaar, langer en dus lager worden. Hij wordt een C-snaar. Maar het zou, denkt Arjen, een stuk gemakkelijker gaan als zijn bas over een extra vijfde snaar zou beschikken. Vooral de snelle passages zijn dan beter speelbaar. Zo’n ‘vijfsnaar’ is met een extra snaar, een lage B, ter wereld gekomen. Eén van de
zeven contrabassen van ons orkest is zo'n vijfsnaar. Maar dat instrument wordt al bespeeld door een collega en is dus niet voor Arjen beschikbaar. Toch laat het idee hem niet los. Na de luid bejubelde concerten met Yannick barst de coronatijd los. Alle concerten en ook de tournee door de VS moeten worden afgezegd. Dat elk nadeel ook een voordeel heeft, bewijst Arjen. Hij gebruikt de tijd om zich intensief te wijden aan het plan om van de door hem bespeelde, viersnarige bas een vijfsnarige te maken. Op die manier zou het orkest aan een extra, betaalbare ‘vijfsnaar’ kunnen komen. Extra zware druk Allereerst laat hij een dendrochronologisch onderzoek uitvoeren door vioolbouwer Roberto Furnari. Dendrologie is de studie van houtachtige planten, dendrochronologie is een deelgebied daarvan. Op wetenschappelijke wijze wordt de leeftijd van hout vastgesteld. Het blijkt dat de bas geen 18e-eeuwse Italiaan is, zoals steeds is gedacht, maar waarschijnlijk een Engelsman uit omstreeks 1860. Dat betekent dat het instrument iets minder kostbaar is en dat daarmee de financiële risico’s van een ombouw minder zwaar wegen. Arjen neemt vervolgens de bekende 26
Flinke operatie: de bas wordt drastisch aangepast.