Amsterdam blijft cannabishoofdstad van Europa
Het riool: een nieuwe bron voor drugsonderzoek Door: Nicole Maalsté
Midden in de zomer berichtten vrijwel alle kranten over het zogenoemde rioolwateronderzoek. In dit onderzoek zijn rioolwatermonsters van 19 Europese steden onderzocht op de aanwezigheid van cocaïne, MDMA (XTC), Chrystal Meth en cannabis. Het zou een nieuwe methode zijn om drugsgebruik te meten. Deze zou veel betrouwbaarder zijn dan enquêtes. Uit het onderzoek zou blijken dat Amsterdam en Antwerpen de drugshoofdsteden van Europa zijn. ‘Analyse rioolwater: Amsterdam cocaïnewalhalla’, kopt Het Parool. ‘Amsterdammers snuiven zich suf; Dertigduizend lijntjes cocaïne per dag’, schrijft de Telegraaf.
Ook voor cannabis scoort Amsterdam het hoogst en voor XTC steken alle onderzochte Nederlandse steden met kop en schouders boven de andere steden uit. In West- en Zuid-Europa is het gebruik van coke en XTC sowieso veel hoger dan in Noord- en OostEuropa. Amfetamine (speed) is minder populair in Amsterdam, maar wordt in Eindhoven wel weer veelvuldig aangetroffen.
Kwaliteit? Als lezer van zo’n bericht vraag ik me dan meteen af hoe de onderzoekers weten dat de drugssporen die ze in het rioolwater hebben gevonden afkomstig zijn van consumenten. Ik bedoel, het kan toch ook zijn dat iemand die drugs in een toilet heeft geloosd
wat zegt zo’n onderzoek eigenlijk over het gebruik in een stad? En is het misschien mogelijk dat de hoeveelheid drugssporen die in het afvalwater wordt gevonden ook samenhangt met de kwaliteit van de aangeboden drugs?
Objectief Vragen, vragen, vragen. Een goede reden om contact op te nemen met hoogleraar milieuchemie Pim de Voogt. Hij werkt bij de UvA en bij KWR Watercycle Research Institute in Nieuwegein, dat het onderzoek in drie Nederlandse steden (Amsterdam, Utrecht en Eindhoven) coördineerde. Enthousiast vertelt hij over het onderzoek en de mogelijkheden die deze zogenoemde
over alle bewoners van een stad, terwijl bij enquêtes vaak slechts bepaalde groepen worden ondervraagd. Bovendien heb je bij het rioolonderzoek niet met sociaalwenselijke antwoorden te maken. Je doet een chemische bepaling. Er komt dus geen subjectieve beoordeling aan te pas van degene aan wie je de vragen stelt. Het is een objectieve maat.”
Vergelijkbare resultaten De volgende vraag is dan natuurlijk in hoeverre de nieuwe methode tot vergelijkbare resultaten leidt als de bevolkingsenquêtes. Het is volgens De Voogt nu nog te vroeg om daar uitsluitsel over te geven. Ze hebben die vergelijking nog niet echt goed systematisch kunnen maken, omdat hun resultaten van recente datum zijn. In grote lijnen lijken de resultaten elkaar wel te bevestigen. Zo hebben ze in Scandinavië veel minder amfetamine en veel meer chrystal meth (methamfetamine) gevonden. Dat beeld komt ook naar voren in enquêtes. In Bel-
Wie zegt dat die drugs allemaal door bewoners van de betreffende stad zijn gebruikt? In Amsterdam komen nogal wat toeristen om drugs te gebruiken. En die doen toch ook allemaal hun plasje in een Amsterdams toilet? omdat hij er vanaf wilde? En wie zegt dat die drugs allemaal door bewoners van de betreffende stad zijn gebruikt? In Amsterdam komen nogal wat toeristen om drugs te gebruiken. En die doen toch ook allemaal hun plasje in een Amsterdams toilet? Dus
30
‘chemische methode’ voor de toekomst biedt. Volgens De Voogt is de uitkomst van dit soort onderzoek betrouwbaarder dan enquêtes: “Als wij een monster uit het riool nemen, dan hebben we in ieder geval een representatief onderzoek. Het zegt iets
gië en Nederland is dat net andersom. De enige Nederlandse plek waar bij een eerder rioolwateronderzoek chrystal meth gevonden werd, is op Schiphol, waarschijnlijk in de urine van reizigers. Het is trouwens wel bekend dat chrystal meth in bepaalde